Uw belangstelling wcicn-cb
Het Kruisfeest
der Abessiniërs
HARDDRAVERIJ
IN 1772
Van dat onlangs gevierde „Kruis-feest" ga ik u
aan de hand van dr. Bergina's bock („Rainbow
Empire") iets verhalen.
Het Kruisfeest heeft altijd plaats in het eind van
September. Drie maanden heeft hot geregend.
En wel „gestortregend! Geen dag, dat er geen
geweldige regen neer kwam. Maar in eens, aan
het begin van de laatste week van September,
houdt de regen op. Een droge wind waait' over
het hoogland, de zon schijnt in al haar helder
heid, het gras is prachtig groen en overal groeit
zoover het oog kan zien pp bergen en in valleien
de „maskal", of kruisfeest-bloem, een gele bloem,
ongeveer gelijk aan ons madeliefje, of onzen
goudsbloem, maar wat hooger van stengel. Het
is dan de meest gezegende tijd van het jaar. Do
vroolijkhcid kent geen grenzen. De inboorlingen
voeren allerlei dansen uit en gezangen worden
overal over de heuvelen en tusschen de bergen
gehoord. Men biedt ingeborene zoowel als vreem
deling kruizen aan, gevlochten van wilde bloe-
ln den namiddag van dat Maskal-feest verzamelt
de groote menigte zich op het parade veld buiten
de stad Addis Abeba voor het eigenlijke feest.
Aan de ecne zijde van het groote veld, zoo ver
haalt dr. B. stond een groote tent, gemaakt
van levendig gekleurd materiaal en bedekt met
banieren, die al de kleuren van den regenboog
vertoonden. In deze tent zal straks do keizer
gaan zitten, de buitenlandsche gezanten, des kei
zers ministers en de adel des lands, en enkele
genoodigden. De plaats waar de keizer zal gaan
zitten is op een verhoogde vloer, bedekt met
kleurige Oostersche tapijten. Daar staat een gou
den troon en daarnaast een aantal vergulde
stoelen voor liooggeplaatsten.
In het midden van oen op het veld voor de tent
afgezette ruimte staat een groot „kruis", veertig
voet hoog, van groene looftakken gemaakt. Rond
om dit kruis of „maskal" staan de priesters in
schitterende zijden gewaden, alle denkbare kleu
ren vertoonende. Zij dragen in de éénc hand het
kruis van de Ethiopische kerk en in de and&re
oen wierookvat. Onder het zingen van oude
christelijke liederen zwaaien zij in schoone har
monie deze wierookvaten heen en weer. De hooge
gasten komen nu het terrein op. Hun auto's zijn
omringd door geuniformde lanciers, die sporen
dragen aan welker uiteinden banieren bevestigd
zijn. Iedere „groote" onder de Abessiniërs heeft
zijn eigen gevolg met eigen „uniform". Naar-het
aantal van het gevolg besluit men naar iemands
waardigheid. Een trompet blaast en de poorten
van het paleis op den heuvel gaan open. Plech
tig rijdt de keizer naar beneden, het veld op,
naar zijn plaats in de tent. Hij is omringd door
een lijfwacht van wcl-geuniformde en wel ge
oefende flinke soldaten. Hij wordt gevolgd door
de vijf „grootsten" van het land, de „Rasses" of
koningen, of hoofden, van de vijf provincies. Ze
zijn (let op de namén voorkomende in de oor
logsberichten) Ras Hailu, Ras Kassa. Ras
Seyoem, Ras Koeksa Araya en Ras Kabada. De
keizer, zoowel als de Rassen, rijden op muildie
ren en wel de prachtigste die mén ooit gezien
heeft. Elk dezer dieren heeft een waarde van
verscheiden duizenden guldens. Hovelingen Jiou-
Onderstaande oude prent die niet nlloen Ha
genaars zal interesseeren werd in 1772 getee-
kend door Simon I'okke voor het werk van la
Francq van Berkhey „De Natuurlijke Historie van
HollandZe stelt voor een harddraverij aan het
Haagsche Schouw.
Hoofddoel van den teekenaar was met de meeste
nauwkeurigheid de houding van rijders en paar
den weer te geven. Daarom was hij genoodzaakt
de opeengedrongen menigte langs de kant van de
sioot niet af te beelden. Als vergoeding daarvoor
heeft hij in zijn stoflage de verschillende typen
onder de toeschouwers vertegenwoordigd en hen,
die door 't gedrang niets kunnen zien, stolt hij voor
als loopende te spelen of zittende te stoeien, een
praatje makende of een pijp rookendc, wat kopk
koopende aan de kraam rechts of een zakmesje
van den marskramer op den voorgrond.
Op den achtergrond der tockening is aardig weer
gegeven hoe groot de belangstelling is en hoeveel
toeschouwers zijn toegestroomd van allerlei stand,
uit stad en dorp, hoe ze door elkander woelen en
uit wagens en koetsen den wedloop gadeslaan
een bonte menigte, die haar voorkeur hoeft en haar
voorspellingen doet en met ros en berijder meeleeft
Bij de harddraverij ontmoeten stad en land elkan
der. Zóó was 't vroeger en zóó is 't nog.
Er is beweerd, dat het leven van thans staat „in
het teeken" van de auto. Laat het zoo zijn, maar
nog steeds voelt de Hollandsche boer als 't om
paarden te doen is, zich in zijn element.
Dit was in den tijd, waarin deze teckcning ons
verplaatst, niet minder 't geval dan tegenwoordig.
Maar ook bij den stedeling van toen was 't pron
ken met paarden een zeer kostbare maar desniette
min of misschien juist daarom een zeer in
trek zijnde liefhebberij.
Prat op hun kennis van paardentcelt en paarden-
dressuur, waren de landbouwers niet minder
trotsch op hun harddravers dan de heeren en
durfden 't gerust togen hen opnemen als 't zoo
loopen moest. Vooral de boeren uit den omtrek
van Lelden en Amsterdam waren er voor bekend,
dat zij gnarnc de „heeren-okwipaadjes" de loef
afstaken.
In zijn bovengenoemd werk schrijft le Francq van
Berkhey: „De vrijheid, die in dit ons vaderland den
boer zoo veel regt geeft als den magtigsten heer of
koopman, heerscht in dezen overal op onze rij
wegen; en nergens mogelijk is een boer kittel-
ooriger op dit stuk dan in Holland; voor niemand,
die hij niet kent, haalt hij gedwongen uit; en die
hem voorbij rijden wil, onderneemt het dikwijls
vruchteloos, ten koste van zijn beste paard, daar
de boer hartig om lacht; terwijl de verwonnen
stedeling met spijt de roekeloosheid betaalt, van
een vrijgeboren landman met Verachting te hebben
willen voorbij streven".
Er is sinds 1772 veel veranderd.
Maar do zucht om 't tegenover een ander niet op
te geven is gebleven.
En dat zal wel zoo blijven zoo lang wij menschen
zijn met onze hartstochten en driften, die er altijd
weer genoegen in vinden als onze haan koning
kraait.
Door hooge Alpen van de wereld afgesloten en
door oer conservatieve gebruiken der Koptischo
kerken inge
sloten, draagt
het Christelijk
leven der
Abessiniërs, zij
het zeer ver
steend, nog
heden de
Christelijke traditie
voort, zooal» deze be
stond ten dage toen
Abessinic, kort na
Constantijns bekee
ring, het Christen
dom aannam.
Twee jongelingen,
Frumentius en A?gi-
dius, waren, toen
hun koopvaardij
schip schipbreuk
leed en de beman
ning door de wreede
Dankali vermoord
werd, gespaard en
kwamen als
slaven aan het
Abessijnsche
Ab-k- )10, ,c Aksum,
de bekende heilige stad der Abessiniërs, bij Adoea
gelegen. Zij klommen tot hooge ambten aan het
hot op en brachten het Christendom onder het volk.
Ook de koning liet zich doopen. Frumentius weid
te Alexandriö (door Athanasius?) tot bisschop
van Abessinic aangesteld. Sinds werd het lot
der Abessinische Kerk met Alexandrië verbonden
en nog heden ten dage moet de Abuna (denk
aan Abba of vader), dat is dc bisschop of
patriarch der Kerk, uit Alexandrië komen. (Men
zie in dit verband het artikel in het Zondags
blad van 5 Oct. j.l.).
Als in 451 de Synode te Chalcedon den Alexau-
drijnschen patriarch Dioscurus als Eutychiaan
excommuniceert, waardoor de partij der Mono-,
pliysieten (die slechts één godmenschelijkc
natuur in Christus aannemen) ontstond, dan vol
gen de Abessijncn hun Alexandrijnschen
patriarch. Zoo werd dc Abessijnsche Kerk mono-
physitisch.
In deze belijdenis bleven nu in de straks doode
Koptischo tnnl dc Christelijke leeringen en tra
dities voortbestaan.
Een dezer oude tradities is ook het pas gevierde
„M a s k a l"-feest, of het Kruis-feest. Het is
een feest ter herinnering aan het „feit" dat door
keizerin Helena (Constantijns moeder) dc drie
kruizen van Golgotha weer gevonden zouden zijn,
en door .wonderbaarlijke proeven van genezin
gen zou aangewezen zijn welk van dc drie krui
zen van den Heiland geweest was.
Hot feest is tevens een dunkfeest, dat het regen-
Alle feesten in Abessinic zijn „Christelijke" fees
ten, d.z. feesten van Christelijke gebeurtenissen of
herinnerende uan „heiligen". In dien vorm wor
den dan dc natuurlijke gebeurtenissen herdacht.
Zoo is daar het leven, ook het nationale leven,
„ge-christianiscerd".
Harddraverij aan het Haagsche Schouw.
346
den een schitterend geborduurd zonnescherm over
den keizer.
Na afgestegen te zijn neemt dc keizer zijn zetel
in. De Rassen gaan aan zijn rechter- en linker
hand zitten. De lijfwacht stelt zich zelf op langs
de binnenzijde van het met prikkeldraad afge
zette terrein, in het midden waarvan, honderd
voet voor den keizer, het Kruis staat. Daar bui
ten golft een onafzienbare menigte. Als ze wat
te veel tegen het draad opdringen dan komt een
groot wel-gckleed hoofdman, met een zweep in
do hand, te voorschijn en laat dc zweep knallen
door de lucht en dc slag neerkomen op de rug
gen van hen die ér het dichtst bij staan. Vlieg
machines brommen door de lucht boven liet ter
rein en laten kleurige papieren neervallen.
Do priesters en de dinkonon komen nu zingende
nader tot don keizer, terwijl ze dc wierookvaten
harmonieus heen en weer zwaaien. Naast den
keizer zit do Abuna, of patriarch, der Ethiopische
Kerk. De Abuna staat op en de keizer en allen
volgen daarna. Dc hoofdpricster van de priester
schaar houdt in zijn hand een Ethiopische Bijbel,
in prachtig goud gebonden. Hij leest er luide ge
deelten uit voor, terwijl hij met zijn priester
schaar den keizer nadert. Dan zingt hij een
psalm of christelijk lied uit den Bijbel. Als dit
geschied is houdt hij den opengeslagen Bijbel
vóór den Abuna. Neerbukkende kust de Abuna
den Bijbel, op beide bladzijden. De Abuna gaat
dan zitten. Dan volgt dezelfde ceremonie voor
den keizer, die na den Bijbel eveneens gekust te
hebben, ook weder gaat zitten en zoo gaat het
door bij al de Rassen en koningen.
De Abuna staat dan op en wandelt over een
looper naar het „Kruis" en gaat daar zeven
maal om heen, terwijl ondergeschikten een zon
nescherm van gouddraad boven zijn hoofd hou
den. Dan keert de Abuna terug en gaat zitten.
Daarop volgt de keizer met de Rassen, die drie
maal rondom het Kruis heengaan. Het geheel is
blijkbaar een dankstond, waarbij liefde en dank
voor Christus, Zijn Kruis en Zijn Woord of
dienst op plechtige, zinnebeeldige wijze uitge
drukt worden.
Nadat dit geschied is begint het tweede deel van
het feest. Het militaire deel. Waarbij do
Abessijnen zich uitstekende ruiters en geweldige
schutters toonden.
Dr J. VAN LONKHUYZEN.
De toekomst van de televisie
Over dit belangrijke onderwerp schrijft Prof.
Schröter een artikel in dc „Volkische Beobachter
Hieraan ontleencn wij het volgende;
Er bestaan in leekenikringen dikwijls wonderlijke
ideeën over televisie. Dikwijls wordt gedacht, dat
men een klein ,op een microfoon gelijkend appa
raatje met een lange leiding kan maken, om daar
mee van ver het doen en laten van een niets-vcr-
moedende tijdgenoot te bespieden. Er zijn zelfs
menschen, die mecnen, dat men op dc een of
andere manier om een hoek zou kunnen zien. Zoo
onbegrensd in de verte te zien is echter niet
mogelijk.
De zuiver bceldmatige mogelijkheden kun men in
het kort aldus samenvatten: Wat op het oogen-
blik door de fotografische lens omvat kan worden,
kan ook met het televisie-npparaat verspreid wor
den, zoodat de grenzen van lichtsterkte en bec'.d-
veld .gelijk zijn.
Op het oogenblik heeft men in Duitschland het
uit 180 doelen bestaande beeld. Er is eigenlijk
geen reden dit te betreuren ,ook al krijgt men met
beelden uit een grooter aantal doelen bestaande,
zooals in het buitenland gebleken is, een betere
beeldkwaliteit. Want daardoor wordt de Duitschc
wetenschap geprikkeld door bizonderc inspanning
naar principieele verbetering te streven zoodat
Oiet 180-deelige beeld op deze manier dezelfde
graad van deugdelijkheid bereikt. Als Duitschland
dan later tot meerdceligc beelden overgaat, wat
ongetwijfeld de een of andere dag zal gebeuren,
kan gelijk oen zekere voorsprong gewonnen zijn,
omdat bet grootere beeldental automatisch een
verbetering van de beeldscherpte ten gevolge heeft.
De vraag naar televisie-apparaten zal voortdurend
stijgen. Aan de begrijpelijke vraag om dc prijzen
to verlagen is niet gemakkelijk te voldoen. Het
kan nog jaren duren tot door vereenvoudiging
van de vervaardigingsmethodo en dc schakeling,
cn vermindering van het aantal lampen dit doel
bereikt is.
Het zal van belang zijn dnt wetenschap en in
dustrie samen aan de televisie-ontvanger werken,
om dan te komen tot een volkomen rustig beeld
van misschien 300 deelen en een gemakkelijk to
bedienen apparaat.
Op het oogenblik zijn de televisie-ontvangers nog
zcer kostbaar. Later zullen de eenvoudigste appa
raten naar schatting in dc prijsklasse van do
grootere ontvangers liggen, als eerst de scrie-vei'-
vaardiging maar ingevoerd is.
Een intermitteerend eiland
Sedert onheuglijke tijden verschijnt van tijd tot
tijd aan dc oppervlakte van het meer Derwent-
water, ongeveer voor den mond van de Derwent
een eiland, dat soms maar eenige vierkante meters
oppervlakte heeft, soms ook wel 8000 M.2groot is.
Bedekt met oen woelderigen plantengroei is het
de ecne keer in meerdere eilanden verdeeld, heeft
■het de andere keer aan zijn omtrek verschillende
inhammen. Het komt niet alle jaren boven water;
in honderdvijftig jaar heeft het zich veertig maal
vertoond. Dit geschiedt mepst in Juli en Augustus;
eens echter is het reeds den 5cn Juni waargeno
men en eens eerst in October verdwenen. Als het
er niet is, dan staat daar ter plaatse ongeveer
twee meter water.
Een natuurkundige, de heer Simons, heeft jaren
geledon, het eiland onderzocht. Een boring bracht
aan het licht, dat het een laag diatomoeën tot
grondslag had; daaibij ontwikkelde zich een groote
hoeveelheid gas, in samenstelling ongeveer gelijk
staande met dat wat in de steenkolenmijnen zoo
vaak de oorzaak is van groote rampen. Het schijnt
dus, dat het eiland niets anders is dan een op
zwelling van den bodem, tengevolge van de uit
zetting door warmte der daarin dagelijks zich ont
wikkelende en in lagere temperatuur verzamelde
gassen. Met de zoogenaamde drijvende eilanden
heeft het hier besprokene niets gemeen; het is
altijd één met den bodem van het meer en komt
altijd op dezelfde plaats te vooi-schijn. Als natuur-
.vei'schijnsel staat het vrijwel op zichzelf.
Wat de zee te zien geeft
Hel licht is ongetwijfeld een levensfactor, niet al
leen een psychische, maar ook een zuiver licha
melijke. I-Iet moet dus ook van invloed zijn op da
zeeplanten en in het bijzonder op de z.g. algen.
I-Ict feit, dat dc zee het licht niet ongestoord dooi*-
laat, heeft derhalve allerlei complicaties ten gevol
ge, De oceaan heft als het ware invoerrechten in
den vorm van een progressieve belasting: hoe die
per de stralen in het water dooi'dringen, hoe meer
er van wordt opgeslorpt. Tenslotte worden ze ge
heel geconfisqueerd.
Wanneer men fotografische platen des nachts in
zee laat zakken en ze gedurende den volgenden
dag onder water laat om ze dan 's nachts op te
halen en te ontwikkelen, dan zal men ontdekken,
dat de inwerking van het licht op die gevoelige
platen minder wordt naar mate men ze tot op
grootere diepte heeft neergelaten. Het is gebleken
dat de beste platen op 12 a 1300 M. onder ae op
pervlakte, door het licht niet meer worden be
reikt (beïnvloed).
Maar niet alle stralen, waaruit wit licht is samen
gesteld, worden even snel geabsorbeerd. Het eerst
verdwijnen dc roode, deze zijn veei'tig meter onder
het watervlak reeds zeer verzwakt en bij honderd
meter geheel buiten gevecht gesteld. De oranje,
gele, groene en blauwe stralen woraen op het tra
ject 400700 M. opgeslorpt. De violette zijn op 1000
M. nog aanwezig. Op diepten van meer dan 1000
M. komen nog slechts ultraviolette stralen voor:
deze zijn echter door het menschelijk oog in geen
geval waar te nemen.
Een gevolg van de verdwijning der roode licht
stralen is de gelijktijdige verdwijning der algen.
Heb je een postzegel voor mij, Piet?
Deze zeeplanten hebben, ten einde te kunnen le
ven, roode stralen noodig, welke dc werking van
het chlorophyl of bludgroen mogelijk maken, c.ie
op haar beurt noodzakelijk is in verband met de
vocdselopname door do plant. Wij deelden reeds
mee, dat tusschen de veertig en honderd meter hei
roode licht zeer verzwakt is cn dat na honderd
meter deze lichtsoort ontbreekt. Toch komen er
dan nog wieren en algen voor en wel door de vol
gende omstandigheid:
Enkele der betreffende plantensoorten zijn bedekt
met zekere kleurstoffen, die dienst doen als ge
kleurde glazen: ze transformecron de gele cn
blauwe stralen in roode. Dit heeft tot gevolg, dat
de „wierengrens" wat lager ligt dan men zou ver
wachten.
Bovendien zijn er nog verscheidene planten, die
hel buiten roode stralen kunnen stellen, wanneer
de violette en ultra-violette stralen in voldocndo
mate aanwezig zijn. Dc violette en ultra-vioietlo
zijn een vcreischte zoowel voor het land- als het
zeeplantcnleven. Op honderdzestig meter diepte
zijn die stralen nog slechts van zoo geringe kracht,
dat groene planten het er niet kunnen uithouden.
De grens kan variëcren naar gelang van het zout
gehalte of de doorschijnendheid vnn hel water,
maar de uiterste scheidslijn tusschen „wieren-
arm" cn „wieren-loos" moet op 200 M. worden go-
trokken.
Zouten uit de Doode Zee
Eenige jaren geleden werd een inschrijving ge-
ojiend voor dc exploitatie van zout uit de Doode
Zee. Voor ze tot de concessioverleening konden
overgaan, hebben de officieele autoriteiten een
geologisch, chemisch, mineralogisch cn sanitair
onderzoek doen instellen. Dit heeft o.a. uitgewezen
dat er jaarlijks 100.000 ton potasch uit de Doode
Zee kan worden verkregen, terwijl er betrekkelijk
onbegrensde hoeveelheden gewoon zout en mag
nesium uit kunnen worden gehaald.
Het water van de Doode Zee is steeds in zout
gehalte gestegen. Terwijl het water van de oceaan
4.6 procent zout bevat, is het zoutgehalte van do
Doode Zee 25 procent.
Aan den Noordkant bevindt zich het dal van do
Jordaan, (welke rivier in de Doode Zee uitmondt)
een betrekkelijk vlak landschap. Daar zullen pan
nen worden geplaatst voor hot eerste kristallisntie-
proccs. Bij de volgondo phase van verdamping
zullen potasch en andere zouten worden geprodu
ceerd. Men meent dat zonnewarmte alleen vol
doende zal zijn voor dit proces.
Bij ieder ton van 80 procent potasch, die wordt
verkregen, zullen vijf ton zouten worden geprodu
ceerd, zoodnt de concessionarissen een half milr
lioen ton zout per jaar zullen hebben.
De moeilijkheid zit voor hen in de verzending. De
spoorweg van Jaffa eindigt te Jeruzalem op 18
mijlen afstand. Er zal dus een nieuwe lijn moeten
worden aangelegd op een zeer steil oploopenda
.vlakte.
A stro no m iscli e opmeti nge n
Het meten van de ontzaglijke afstanden in het
wereldruim is de moeilijkste taak van de astro
nomie. Uit Amerika komt thans het bericht, dat
het sinds kort mogelijk is, afstanden van 3U0
billioen mijlen met de grootste nauwkeurigheid le
meten. Dr. F. C. Jordan, penningmeester van do
Amorikaanscho Maatschappij voor Astronomie te
Pittsburgh, berichtto kort geleden, dat thans ook
sterren, die 15 milliocn lichtjaren van dc aarde
verwijderd zijn, met behulp van moderne reuzen-
telescopen gefotografeerd kunnen worden. De
nieuwe Amcrikaanscho 200-duimstclcscoop kan
ztlis sterren op dubbel zoo groolcn afstand op de
gevoelige plaat vastleggen.
347