HET AFSCHEID VAN DEN HEER K. KRUITHOFF M ANN BORG ORGELS w. A. en ORGELHANDEL PRIJZEN LAGER DAN OOIT WERK GOUD EN VUUR MAANDAG 28 OCTOBER 1935 DERDE BLAD PAG. 9 Van Voorzitter tot Eerevoorzitter Een lange rij van sprekers in de middagsamenk^mst „WAT WIJ ZIJN, ZIJN WIJ DOOR GOD" Over de morgenvergadering Zaterdag in liet Jaarbeursgebouw te Utrecht gehouden ter gelegenheid van het neerleggen der functie als voorzitter van het C.N.V. ooor den liecx K. Kruithof, gaven wij in onze editie ven Zaterdag reeds uitvoerig verslag. Wij kunnen dit. verslag compléteeren met de mededee- ling dat de heer Kruithof de morgenver- gadering met een kort woord van dank voor de goede woorden tot hem gesproken en de geschenken hem overhandigd, heeft gesloten Spr. deelde o.m. mede, dat hij gaarne het hem gepresenteerde Eere-Voorzitterschap van den Bond aanvaardde en dat hij niets dan lof had voor het hem dezen morgen gebodenc. Het geschilderd portret heeft de heer Kruithof weer teruggeschonken om het in de bestuurskamer van het C.N.V. een plaats te geven. Op verzoek van den heer Stapelkamp werd besloten een telegram te zenden aan Mevr. de Wed. RupperL die juist in het Diacones- Henhuis te Utrecht was opgenomen oin een operatie te ondergaan. Met het zingen van Psalm 72 vers 11 ging de vergadering uit De middagsamenkomst. Om half drie ving de middagsamenkomst •Aan, waarin gelegenheid was geboden aan otficieele personen om met een enkel woord van den heer Kruithof afscheid te nemen. Dat het niet bij een enkel woord gebleven is, bewijst wel het feit, dat het officieele ge deelte van dezen middagbijeenkomst eerst om kwart na vijf was beëindigd. Zeer vele bloemstukken waren ingekomen van vele organisaties, zoodat de zaal een feestelijk aanzien bood. Onder de aanwezigen merkten wij op: Z.Exc. Min. J. R. Slotemaker de Bruine, den heer J. Schouten, voorz. van het. Centraal Comité der A.R. Partij, Jhr. Mr. J. W. R. Rutgers van Rozenburg, namens de Chr. Hist. Unie, den heer H. de Bordes, na mens de Ned. Werklooslieidsraad, den heer C. Smecnik, namens Patrimonium, den heer H. Diemer, namens de V.C.P. cn voorts ver tegenwoordigers van den R. K. Bond, den Ned. Lutherschen Bond, den Bond van Chr. Middenstandsbedrijven, de Ned. Vakcentrale, Chr. Bond van Verbruikscoöperaties, Ver. van Chr. Werkgevers, den Nat. Lanostorm, de N.C.R.V., het Nederl. Jongelingsverbond (den heer Gordeau), den Ned. Bond. van Jongel. Ver. op G. G., het Verbond van Ne derl, Werkgevers e.a. Met het zingen van twee verzen uit den Bisten Psalm werd de samenkomst geopend waarna de heer Stapelkamp overging tot het verleenen van het woord aan Z.Exc. aen Minister van Onderwijs, Prof. M r. D r. J. R. Slotem aker de Bruine. Toespraak Prof. Slotemaker de Bruine. I De Minister ving zijn toespraak aan met erop te wijzen, dat hij hier niet als minister wilde spreken, maar als goede, en naar lip vermoedt, ook trouwe vriend van het Chr. Vakverbond. Ik stel bet op meer dan hoogjoi prijs, aldus spr. dat ik op dit oogenblik zeg gen mag, wat ik gevoel. Maar dan moet |k allereerst zeggen, dat alles aan Gods genadie te danken is. Zoo ontgaan wij aan niensch- -ereering of het toedragen van een ka rak ter, dat wij als Christenen nooit toekennen willen omdat alles komt van omhoog. Wat wij hebben, hebben wij van God en rat wij'zijn, zijn wij van God. Vervolgens stond spr. stil bij de vraag, hoe de lieor Kruit hof in de Chr. Vakbeweging gekomen en geweest is. De grond van het C.N.V.j aldus spr., is, dat wij gerechtigheid zoeken en niet liefdadigheid. Maar daar is niemand geko- nien tot de Chr. Soc. Arbeid, zonder dat hij in zijn hart iets gevoelde van verteedeiing des harten. Wat ik Ln Kruithof altijd waar deerde, zoo vervolgde spr., is, dat hij altijd praatte over de gerechtigheid, zonder te spreken over de verteedering in zijn ziel. Ik •heb Kruithof bewonderd, omdat hij ér slag van had ernstige, soms pijnlijke waarheden onder 't. oog te zien en te laten gelden daar, waar het noodig was. Zoo kwam spr. iot zijn tierde punt n.l. het memoreeren van het feit, dat er achter alles dan wel iets .moest zitten, waardoor de heer Kruithof zoo de ge rechtigheid kon dienen. Wij zullen uus door een beginsel geleid moeten worden en nie mand twijfelt daaraan of Kruithof heef: daaruit "geleefd. Groen van Prinsterer zeide eens, dat hij, die onpartijdig wilde zijn, be ginnen moest met een partij te kiezen. Met een kleine variant wilde spr. dit op den heer Kruithof toepassen, die begon met een keer hard te zijn, om een keer zacht zich te be- toonen. Voorts was spr. dankbaar, aat bij kon constateercn, dat de heer Kruithof in zijn werk het gehe>ele volksleven gediend heeft. Hij heeft in het C.N.V. ons volk gediend. Tenslotte dankte spr. den heer Kruithof voor de vriendschap van hem ondervon den en hij hoopte dat een stuk van de rust welke de heer Kruithof zal gaan genieten, aan zijn echtgenoote zal beschoren zijn, om dat er in het werken in het openbaar een schaduwzijde is, n.l. ciat ons gezin te kort Vervolgens voerde de heer.J. Schouten het woord namens de A.R. Tweede en Eerste Kamerfractie en ihet Centraal Comité der A. R. Partij. Toespraak van dén heer Schouten, Na een korte metmoreering van de per soonlijke vriendschap, welke spr. mocht on dervinden o.m. te Maassluis, zeide de heer Schouten, dat dc heer Kruithof altijd nauw keurig het onderscheid wist te bewaren tus- schen het C.N.V. en een politieke partij. Me nige organisatie is daarin niet geslaagd, zeide spr., maar de beste samenwerking wordt toch verkregen, wanneer het verschil tusschen C.N.V. en politieke partij behou den wordt Voor het politieke leven van ons volk is het van het grootste belang, alsmede ook voor het werk der Regeering, dat er in ons land een centrale van organisaties is voor.de arbeiders, waar het directe verband tusschen Christendom en sociale en econo mische actie erkend wordt en in het leven in het geheele volk als een kracht worot tgedragen. Met onbezweken trouw hebt gij de zaak gediend, met een radicale beslistheid. Daar om lijdt het C.N.V. vandaag een groot ver lies. Spr. eindigde met den wensch dat de Heere hom en zijn gezin nog lang zal sparen. Hierna sprak J h r. M r. J. W. R. R u t- ff e r s van Rozenburg, namens de CJir. Hist. Kamerclub en C.H.U. Rede Jhr. Rutgers van Rozenburg. In den aanvang van zijn rede merkte spr. op, dat oe heer Kruithof gestreden heelt voor de erkenning van Gods souvereiniteit in het gemeenschapsleven. Wij hebben steeds met groote sympathie uw werk gevolgd. Het ligt niet op spr.'s weg om de verdiensten van den scheidenden voorzitter nog eens in tien breede te memoreeren. Daarvoor verwees spr. naar het artikel in de „Gids" van den heer Amelink. Maar duidelijk zag spr. in het werk van den heer Kruithof zijn strijo voor het leven in gemeenschap met God. Wie niet voor Mij is, is tegen Mij, heeft Christus ge zegd. Spr. eindigde met de opmerking dat hij op menjg terrein nog van den heer Kruit hof zal hooren en met den wensch, dat God hem nog lang zal sparen voor zijn gezip. Het was de heer C. Smeenk, die vervol gens het, woord voerde namens „Patrimo nium" en de Chr. Psychologische Centrale voor School en Beroep. Deze spr. bewoog zich vooral op het terrein van persoonlijke herinneringen. De heer H. de Bordes voerae vervolgens het woord namens den Nederl. Werkloosheidsraad. waarvan de heer Kruithof ook lid is sinds 1917. In een gezellig betoog memoreerde spr. enkele feiten uit het verleden en hij hoopte, dat Gods zegen zal rusten op de welverdiende rust, welke de heer Kruithof thans ingaat. Hierna werd nog het woord gevoerd door den heer P. J. N a- huizen, voorzitter van den Chr. Werk mansbond, die Gods rijken zegen toewensch- te. Daarna door den heer Sier, namens den Luth. Bond voor Soc. Actie, door den heer A. C. de Brui n, voorz. van den Roomsch- Katholieken Werkmansbond, die o.m. de zui verheid van houding prees tusschen den Prot. Chr. Bond en den R. K. Bond. De heer Scheeres sprak vervolgens namens de Chr. Ind. en Middenstandsbond, de heer v. d. Bom namens het Chr. Verbond van Werkge vers en Mr. Slotemaker namens den Nederl. Bond van Werkgevers. Slotwoord van den heer Kruithof. De heer Stapelkamp deelde vervolgens nog mede, dat bericht van verhindering was ingekomen van het N.V.V. en van Mr. Dr. v. Rhijn. Hierna heeft de heer Kruithof een slotwoord gesproken. Spr. zeide o.m. dat hij ervaren had het woord uit de Schrift: ..Die Mij eert, zal Ik eeren". Wat zag ik anders, zoo zeide dc heer Kruithof, dan de gunste Gods. Er is geen weemoed in mij omdat ik dezen dag door Gods genade gezond mocht beleven. Na eenige hartelijke woorden zeide de scheidende voorzitter: „Het ga U allen Met het zingen van Gezang 96 „Hallelujah, eeuwig dank en eere" en gebed door den heer Stapelkamp uitgesproken, werd deze midoagsamenkomst gesloten. Hierna bleef men nog eenigen tijd gezellig bijeen en had den andere personen die nog niet in de gele genheid geweest waren afscheid te nemen, de occasie den heer Kruithof de hand te druk ken. Het was een vorstelijk afscheid van den „vorst" in het 'C.N.V. DE KERKPLEIN WIL VERTREKKENf Deze vraag rijst, wanneer men ko len ziet laden in de boot. die voor Eg- mond op het strand ZEER GROOTE KEUZE bij: PIANO- Pn'o SINGEL 114—116 - SCHIEDAM uu* Telefoon 68871 na'i ROOKEN Verzachten de keel.a Hebben een frissche smaak en geven Ten frissche ademi. A. Borst P.zn CHR. WERKGEVERSGLUB TE GRONINGEN REDEVOERINGEN VAN DE HEEREN A. BORST Pzn. EN Mr. A. HOEKEMA Voor de Chr. Werkgeversclub te Gronin gen sprak vorige week de heer A. Borst Pzn. te Rotterdam, vice-voorzitter der Chr. Werkgevers Verecniging over de „Werkgever in de Crisis", en de noodzakelijkheid van Ohr. Werkgeversorganisatie. De vergadering werd' gehouden in hotel „Riche", Vischmarkt, te Groningen, en stond onder leiding van den heer R. Wolaringh. De heer Borst verdeelde zijn causerie m drie deelen en besprak eenst de vragen: „Wie en wat is de werkgever" en „Wat is de cri sis?" Daarna beantwoordde hij de vraag: _,Hoe moet de houding zijn van den werk gever, speciaal van den Chr. Werkgever, in dezen tija?" Spr. wijst er op, tl er talrijke vraag stukken zijn, die prin cipieel onderzoek noodzakelijk maken Als voorbeeld noemt spr. de vraagstukken van ordening en in- dustralisatie, en ten slotte de vraag of principieele organi satie van werkgevers hier hulp kan bieden Het Ordenings- vraagstuk heeft een principieele zijde. De Christen heeft tot plicht steun te bieaen aan het economisch zinkende en het sociaal zwakke. De eisch Gods om onze naaste lief te hebben als ons zelf vraagt hier om practische toepassing. Ordening, welke in wezen niets anders is dan kartelvorming, is af te keuren, maar orde ning, die bedoelt orde te scheppen daar waar wanorde heerscht, moet door ons worden be vorderd. Onze God is een God van orde en wij als Zijn mede-arbedoers hebben ordelijk te zijn. Zijn de maatschappelijke krachten zelf ontoereikend om die orde te verkrijgen, dan mag niet alleen, maar moet de Overheid hier de helpende hand bieden. Deze arbeid tegenstaan ware verwaarloozing van ons be ginsel. Ook het probleem der industrialisatie is niet af te maken met de dooddoener dat men geen nieuwe industrieën in het leven moet roepen, alvorens de be staande te verstevigen of op te heffen. Werkgevers hebben als leiders der pro ductie ieder nieuwe mogelijkheid nauw keurig te onderzoeken en toe te passen. Indien de technologisch economische in stituten, die zijn of worden opgericht, in deze eenige aanwijzing kunnen geven, mogen wij daar niet lauw of afwijzend tegenover staan. De Chr. Werkgever vooral moet medewer ken aan de steunverleening van iedere pro ductiemogelijkheid. Hij heeft meöe-verant woordelijkheid voor het lot van de duizenden werkloozen in ons land. Principieele pa troonsorganisatie is daarom eisch. De Chris telijke Werkgeversorganisatie aanvaardt de ze taak. Met een krachtige opwekking om de orga nisatie ook financieel sterk te doen zijn, be sloot spr. zijn rede. Tenslotte sprak Mr. A. Hoekema, de nieuwe secretaris der Chr. Werkgeversver- eeniging een woord, waarin hij opwekte de nu open gestelde gelegenheid tot het verkrij gen van principieele en practiscihe voorlich ting te benutten. Het Chr. Werkgeversbureau in Den Haag is zoodanig geoutilleerd, dat onze Chr Werkgevers van geheel Nederland daarvan kunnen profiteeren. Ieder beseffe zijn roeping en versterke de organisatie, die in een groote behoefte voorziet. In een slotwoord bracht de voorzitter de beide sprekers dank, nadat nog eivkele vra gen waren gesteld, die door oen heer Borst werden beantwoord. De heer Borst ging voor in dankgebed. De Russische Handelsvloot Van de werf der N.V. Ned. Scheepsbouw Mij. werden Zaterdag te water gelaten de twee eerste der drie motor-transportsche pen, welke zijn bestemd voor de Russische handelsvloot. De schepen zijn geconstru eerd speciaal voor vervoer van hout, graan Terstond na de tewaterlating van het tweede schip werd de kiel gelegd van een stoomtankschip van 4000 ton in Augustus j.l. besteld door de Royal Dutch Shell- groep ten dienste van de Curagaosche Scheepvaart Mij. ROFFELRIJMEN IK WEET HET NIET redders vermli de ReddingMaatachap- De zee werpt met een woest gehuil Twee scheven op het strand. Het scheepsvolk hijscht teneinderaad Het noodsein in het want. Een aantal kloeke kerels rukt Zich los uit hun gezin En gaat, zelfs tot de dood bereid, De bange stormnacht in. De zee giert gillend om haar prooi, De golven rukken aan, De storm valt op de schepen met De kracht van een orkaan De reddingsboot, het gansche dorp Beleeft een bange nacht Gelukkig! wat te redden is Wordt veilig aangebracht! Terwijl daar worstlen met de dood De helden van de zee Neemt een gewetenloos sujet Hun schaarrde kleeding mee De hoogste menschelijke moed De lafste euveldaad, Wie heeft het juiste icoord daarvoor? 't Ontgaat mij inderdaad. (Nadruk verboden.) LEO LENS waar De weg WestkapelleDomburg De uitvoering der werkzaamheden voor de verbetering van den voor het toerisme belangrijken verkeersweg van Westkapelle naar Domburg zal, naar de A.N.W.B. van bevoegde zijde heeft vernomen, nog dit jaai worden aanbesteed. Dit zal een belangrijke en welkome verbetering zijn. De Rijksweg Rotterdam—Amsterdam 1-Iet wegvak Rotterdam—Nieuwerkerk a d. IJssel als onderdeel van den weg no. 3 van het Rijkswegenplan Rotterdam—Bode gravenAmsterdam, zal binnenkort in uit voering komen. Althans op Dinsdag 19 No vember a.s. zal de Rijkswaterstaat het wij zigen van het profiel en het aanbrengen van bestratingen en andere verhardingen op bovengenoemd wegvak aanbesteden. De uitvoering der karwei wordt op bijna 300.000 gulden geraamd. Bereden Artillerie te Ede Te Ede is door de Genie aanbesteed het houwen van een logiesgebouw bij de School voor Verlofsofficieren der Bereden Artille rie aldaar. Laagste inschrijver was de firma Poort te Vriezenveen voor 75.880. DINSDAG 29 OCTOBER HILVERSUM I 1875 M. KRO-uitzending. 8.009.15 en 10.00 gram.pl. 11.3012.00 Godsd. halfuur. 12.15 Gram.pl. en orkest concert. 2.00 Vrouwenuur. 3.004.00 Mo decursus. 4.15 Gram.pl. en schlagermu- ziek. 5.30 Koorconcert. 6.00 Schlagermu- ziek. 6.40 Lezingen. 7.35 Gram.pl. (Om 8.00 berichten). 8.35 Populair concert en causerie. 9.45 Symphonieconcert. (Om 10.30 berichten en gram.pl.). HILVERSUM H 301 M. AVRO-uitzen- ding. 5.30 VPRO. 6.30 RVU. 8.00 Gram. pl. 9.00 Ensemble Jetty Cantor. 10.00 Mor genwijding. 10.15 Gewijde muziek. 10.30 Ensemble Jetty Cantor. 11.30 Orgelcon cert Fr. Hasselaar. Mmv. Tr. de Bruyn (zang). 12.30 Omroeporkest en gram.pL 1.45 Zang door A. M. Boezaardt. A. d. vleugel E. Veen. 2.00 Omroeporkest. (In de pauze zang door A. M. Boezaardt), 3.004.00 Kniples. 4.15 Gram.pl. 4.30 Ra- diokinderkoorzang. 5.00 Voor kleine kin deren. 5.30 VPRO. Ds. B. J. Aris: Bijbel vertellingen. 6.00 Gram.pl. 6.30 RVU, Psychologische causerie Dr. Th. v. Schel ven. 7.00 Kinderkoor „Zanglust", olv. W. Hespe. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten. 8.10 Omroeporkest. 8.45 Cabaretliedjes door Ch. de Boer. 9.05 Fransche operette muziek. 9.45 Serieuze muziek (gr.pl.), 10.20 Causerie over de match EuweAl- jechin. 10.25 De AVRO-Decibels. 11.00 Berichten. DROITWICH 1500 M. 10.35—10.50 Mor genwijding. 11.05 Causerie. 11.20 Orgel spel. 11.50 Voor de scholen. 12.10 Gram. pl. 12.35 Het Cellini-Trio. 1.20 Het Schot- sche Studio Orkest. 2.25 Voor de scholen. 3.10 Gram.pl. 3.55 Voor de scholen. 4.20 Causerie. 4.40 M. Eissett (alt), mmv. trio. 5.35 Het Bronkhurst Trio. 6.20 Berichten. 6.50 Koorconcert. 7.50 Lezing. 8.20 Rus sisch cabaretprogramma. 9.05 BBC-dans- orkest. 9.50 Berichten. 10.20 Lezing. 10.40 E. Kersey (viool) en K. Falkner (zang). RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pL 12.35 Orkestconcert. 2.50 Gram.pl. 4.20 Orkestconcert. 5.50 Orkestconcert. 6.50 Vervolg concert. 9.05 Gevar. concert. KALUNDBORG 1261 M. 11.30—1.20 Strijk orkest. 2.20 Strijkorkest. 4.00—4.20 Zang en piano. 7.20 Omroeporkest. 7.35 Koor concert en toespraken. 8.20 Operamuziek. 9.40 Omroeporkest. KEULEN 456 M. 5.50 Orkestconcert. 11.20 Omroeporkest, Emdé-orkest en solisten. 1.35 Gram.pl. 3.30 Zang en piano. 4.20 Omroepkleinorkest. 6.20 Omroeporkest. 7.30 Lanner- en Straussconcert. 8.20 Ra- diotooneel. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Salonorkest. 1.502.20, 5.20, 6.35 en 7.35 gram.pl. 8.20 Gevar. programma. 10.30— 11.20 Gram.pl. 484 M.: 12.20 en 1.30— 2.20 Het Constantin-orkest. 5.20 Salon orkest. 6.20 Gram.pl. 6.50 Salonorkest 8.20 Symphonieconcert. 10.05 Gram.pl. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30 Populair concert. Hierna „Die Wunder- puppe", operette. 9.20 Berichten. 9.50 Zang en piano. BRAMMETJE FLAPOOR EN Z'N VRINDEN door G. T. ROTMAN 27. Toen ze echter, aan den uitgang van het park komend, de groote drukte en het stadsgewoel zagen, zei Bram; „Laten we lie ver wachten tot het nacht is en al die lui op bed liggen!" Weldra vonden ze nu in het park een schuur, waar de tuingereedschap pen opgeborgen lagen. Daar de deur niet op slot was, slopen ze naar binnen en gin gen in het stroo, dat er lag, een heerlijk dutje doen. Bram snorkte, dat de heele schuur er van dreunde. Toen het nacht was, werden ze wak ker. Ze stonden op, liepen de stad in, en kwamen aan een bakkenswinkel. Onder de half neergelaten gordijnen door kon je het lekkere brood zien liggen. Maar hoe er in te komen? „Wacht maar!" zei Bram. „dan zul je wat zien! Dat doe ik op mijn olifanten- manier! En hij boog zich voorover, met z'n rug naar de winkeldeur, en liep toen, op handen en voeten, snel achteruit.... Wordt Woensdag vervolgd) Feuilleton EEN AMERIKAANSCHE GESCHIEDENIS idoor Paul Hutchens (26 „Ook weer goed", stcmdie Mevrouw Raynor met haar in, nog ééns liefkoozend over haar hand strijkend. „En omdat vinders houders zijn, zijn wij van plan jou te houden. De een of andere dag moet je ons alles over je vertellen." „Er is niet veel te vertellen", zei Bettv op spijtige toon. „Ik geloof, dat anderen misschien meer over mijzelf en m'n familie weten dan ik zelf doe". „Nou, misschien kunnen we je stamboom eens opzoeken als we in Colorado zijn. Je weet, wat Dr. Mantley zei." Een paar honderd mijlen ging alles goed. Ze praatten over Van alles en nog wat, ook over heel diepzinnige onderwerpen als de evolutieleer, waarvan Tim een verwoed tegenstander bleek te zijn. Betty luisterde met veel plezier, maar ook, zooals Gerald opmerkte, met blijkbare instemming naar Tims hoog dravende redenaties. En Tim luisterde met bewondering naar Meneer Raynor, die, nadat door Tim met alle gevonden en nog te vinden „missing links" finaal afgerekend was, op een heel wat bedaarder manier dan die jeugdige geleerde zei: „Je hebt gelijk, Tim. Er zijn gapingen tusschen onorganisch loven en organisch, tusschen planten en dieren; tusschen het hoogststaande dier cn de laagststaande mensch. Die laatste twee worden gescheiden door een niet te overbruggen kloof, het godsdienstige instinct. Hoewel niet ieder mensch een Christen is, zijn alle menschen godsdienstig. Dat geldt van geen enkel dier, hoe ontwikkeld en geoefend het ook is. De evolutieleer kan nooit de grootste van al de „missing links" vinden, die waardoor de mensch met God Zelf vereenigd kan word'en. Maar die hebben wij in Christus gevonden. Hij als Gods Zoon werd de Zoon des menschen, opdat wij, die kinderen der menschen, Gods kinderen mochten worden." „Heden, dat klinkt net als de boeken, die ik er over ge^en heb", zei Tim opgetogen. „U moet ze zelf ook gelezen hebben." „Ja Tim, ik geloof wel dat ik zoowat ieder boek over dit onderwerp, voor en tegen, gelezen heb, en ik ben blij te kunnen zeggen, dat de directe schepping al meer en meer voor het waarschijnlijkst gehouden wordt. Maar de meeste universiteiten houden 't nog met de evolutie-theorie, hoewel die niet volge houden kan wordlen. Zoo lang die theorie de menschen nog verder in de waan brengt dat ze geen Verlosser noodig hebben, zoolang zal ze, geloof ik, wel op onze scholen gehuldigd blijven. Maar hoe meer ik er over studeer, hoe meer ik den Bijbel „Ja", zei Tim peinzend, „hoe meer ik m'n best doe een detective te worden, hoe meer ik moet gelooven dat God wer kelijk bestaat en dat Christus voor me zorgt" „Ik zou wel eens een argument willen laten hooren tegen het onderwijzen van de evolutie-leer op onze scholen", zei Betty. „Doe 't dan", kwamen al1 en te gelijk. „Het is wat Hickman zei. Weet U nog, dat hij een paar jaar geleden gevonnist werd, omdat hij de kleine Marian Parker in Californië aangerand en vermoord had? Dit beleed hij even voor z'n dood Betty wachtte even, alsof ze in haar ziel weer zag het verschrikkelijke tooneel, zooals ze 't zich uit de kranten herinnerde. Dan sprak ze langzaam: „Zijn 'aatste woorden moeten iedereen die de evolutie leert bang om het hart slaan. Zoo zijn ze: Op de middelbare school kreeg ik be langstelling voor evolutie en athcisme cn zwoer het Christen dom af. Daardoor werd ik ontvankelijk voor de ergste dwalingen en tenslotte voor misdaad en moord." Op haar woorden volgde stilte. Allemaal hadden ze ernstige gezichten en ernstige gedachten. Dan zei Mevrouw Raynor: „Misschien is dat het antwoord op die eeuwigdurende vraag: „Waarom is er zooveel misdaad in Amerika?'"'' Gerald beantwoordde die vraag m,et het Bijbelvers, dat kort geledén een p1aats gevonden had in z'n veranderde levens beschouwing: „Zooals een mensch denkt in z'n hart zoo is hij"* Tegen de middag stopten ze voor de lunch, en ze reden weer verder, genietend van de omgeving en de rust van het land, toen plotseling zonder waarschuwingssignalen een groote mooie auto hen voorbij stoof. Geralds gezicht werd wit en hij moest haastig naar rechts afzwenken, daar de voorbijgaande auto hem zoo roekeloos mogelijk sneed. „Nqu, nou!" zei Meneer Raynor. „Sommige chauffeurs heb ben hij draaide zich naar Tim voor 't slot van zijn zin. „Geen beetje gevoel", maakte Tim de zin voor hem af. Hij haalde z"n notitieboekje te voorschijn en krabbelde, haastig neer, hardop er bij pratend: „New-York No K 53206". „Voor 't geval ik het nog eens noodig heb", legde hij uit, toen allen vragend naar hem keken. „We zullen 't zeker noodig hebben", zei Gerald ernstig. „Denk je?" vroeg Meneer Raynor. „Als mijn oogen me niet bedriegen, heb ik die wagen meer gezien", begon Gerald. Maar omdat hij Betty en Mevrouw Raynor niet bang wilde maken, zei hij niet, wat hij werkelijk dacht In plaats daarvan overdreef hij lachend: „Gelooft U maai dat ik elke auto in 't land ken. De meeste er van hebben haast tegen mij aangezeten, en de rest heb ik aangereden." „Wat!" protesteerde Tim. „Geen wagens uit New-York!" In het verkeersspiegeltje ving hij een waarschuwende blik van Go'-ald op en even later praatte hij weer breed uit over alles en nog wat Maar hij en Gerald keken elkaar zoo nu en dan eens aan, terwijl ze verder reden. Toen ze stopten voor de nacht kwamen Gerald en Tim bij elkaar terecht. Het plan was in toeristen-hutten te logeeren, liever dan naar hotels te gaan. „Tk geen millionnairs-vacantie", zei Meneer Raynor. „Ik wil me liever een beetje behelpen. Wat vinden jullie?" „Accoord", riepen allen in koor. „Het zou heelemaal niet op vacantie lijken in een lawaaiige stad", zei Mevrouw Raynor. Om acht uur dien avond stopten ze bij een rustig, aantrekke- !ijk-uitziend kamp in de omstreken van een stadje in het westen van Iowa. „Hoera", schreeuwde Tim, zich rekkend, en wijduit gapend, toen hij even naast de wagen stond, nadat hij er uit geklommen was. „We zijn één dag dichter bij het westen, o jongen, jongenl het wilde westen!" Om negen uur zaten hij en Gerald op de rand van hun bed in een kleine hut. De jongens waren klaar om ter ruste te gaan. „Moet jie niet bidden?" vroeg Tim, toen Gerald er in rolde en een kussen onder z'n hoofd stopte. „Vanavond niet, Tim. Je weet, dat ik geen huichelaar wil zijn", legde hij uit. „Als je niet werkelijk gelooft, geeft het niet of je doet alsof, is 't wel?" „Nee, dat denk ik niet", gaf Tim nadenkend toe. „Maar ik weet zeker, dat als je maar werkelijk probeerde te bidden, je er vast in zou gelooven. Geloof jij ook niet dat de menschen in een massa dingen niet gelooven, omdat ze ze nooit geprobeerd hebben?" „Bijvoorbeeld?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9