HET AFSCHEID VAN DEN
HEER K. KRUITHOFF
M ANN BORG ORGELS w. A.
en ORGELHANDEL PRIJZEN LAGER DAN OOIT
WERK
GOUD EN VUUR
MAANDAG 28 OCTOBER 1935
DERDE BLAD PAG. 9
Van Voorzitter tot
Eerevoorzitter
Een lange rij van sprekers in
de middagsamenk^mst
„WAT WIJ ZIJN, ZIJN WIJ DOOR GOD"
Over de morgenvergadering Zaterdag in
liet Jaarbeursgebouw te Utrecht gehouden ter
gelegenheid van het neerleggen der functie
als voorzitter van het C.N.V. ooor den liecx
K. Kruithof, gaven wij in onze editie ven
Zaterdag reeds uitvoerig verslag. Wij kunnen
dit. verslag compléteeren met de mededee-
ling dat de heer Kruithof de morgenver-
gadering met een kort woord van dank voor
de goede woorden tot hem gesproken en de
geschenken hem overhandigd, heeft gesloten
Spr. deelde o.m. mede, dat hij gaarne het
hem gepresenteerde Eere-Voorzitterschap
van den Bond aanvaardde en dat hij niets
dan lof had voor het hem dezen morgen
gebodenc.
Het geschilderd portret heeft de heer
Kruithof weer teruggeschonken om het in
de bestuurskamer van het C.N.V. een plaats
te geven.
Op verzoek van den heer Stapelkamp werd
besloten een telegram te zenden aan Mevr.
de Wed. RupperL die juist in het Diacones-
Henhuis te Utrecht was opgenomen oin een
operatie te ondergaan. Met het zingen van
Psalm 72 vers 11 ging de vergadering uit
De middagsamenkomst.
Om half drie ving de middagsamenkomst
•Aan, waarin gelegenheid was geboden aan
otficieele personen om met een enkel woord
van den heer Kruithof afscheid te nemen.
Dat het niet bij een enkel woord gebleven
is, bewijst wel het feit, dat het officieele ge
deelte van dezen middagbijeenkomst eerst
om kwart na vijf was beëindigd.
Zeer vele bloemstukken waren ingekomen
van vele organisaties, zoodat de zaal een
feestelijk aanzien bood. Onder de aanwezigen
merkten wij op: Z.Exc. Min. J. R. Slotemaker
de Bruine, den heer J. Schouten, voorz. van
het. Centraal Comité der A.R. Partij, Jhr. Mr.
J. W. R. Rutgers van Rozenburg, namens de
Chr. Hist. Unie, den heer H. de Bordes, na
mens de Ned. Werklooslieidsraad, den heer
C. Smecnik, namens Patrimonium, den heer
H. Diemer, namens de V.C.P. cn voorts ver
tegenwoordigers van den R. K. Bond, den
Ned. Lutherschen Bond, den Bond van Chr.
Middenstandsbedrijven, de Ned. Vakcentrale,
Chr. Bond van Verbruikscoöperaties, Ver.
van Chr. Werkgevers, den Nat. Lanostorm,
de N.C.R.V., het Nederl. Jongelingsverbond
(den heer Gordeau), den Ned. Bond. van
Jongel. Ver. op G. G., het Verbond van Ne
derl, Werkgevers e.a.
Met het zingen van twee verzen uit den
Bisten Psalm werd de samenkomst geopend
waarna de heer Stapelkamp overging tot
het verleenen van het woord aan Z.Exc. aen
Minister van Onderwijs, Prof. M r. D r. J. R.
Slotem aker de Bruine.
Toespraak Prof. Slotemaker de Bruine. I
De Minister ving zijn toespraak aan met
erop te wijzen, dat hij hier niet als minister
wilde spreken, maar als goede, en naar lip
vermoedt, ook trouwe vriend van het Chr.
Vakverbond. Ik stel bet op meer dan hoogjoi
prijs, aldus spr. dat ik op dit oogenblik zeg
gen mag, wat ik gevoel. Maar dan moet |k
allereerst zeggen, dat alles aan Gods genadie
te danken is. Zoo ontgaan wij aan niensch-
-ereering of het toedragen van een ka rak ter,
dat wij als Christenen nooit toekennen willen
omdat alles komt van omhoog.
Wat wij hebben, hebben wij van God en
rat wij'zijn, zijn wij van God. Vervolgens
stond spr. stil bij de vraag, hoe de lieor
Kruit hof in de Chr. Vakbeweging gekomen
en geweest is. De grond van het C.N.V.j aldus
spr., is, dat wij gerechtigheid zoeken en niet
liefdadigheid. Maar daar is niemand geko-
nien tot de Chr. Soc. Arbeid, zonder dat hij
in zijn hart iets gevoelde van verteedeiing
des harten. Wat ik Ln Kruithof altijd waar
deerde, zoo vervolgde spr., is, dat hij altijd
praatte over de gerechtigheid, zonder te
spreken over de verteedering in zijn ziel. Ik
•heb Kruithof bewonderd, omdat hij ér slag
van had ernstige, soms pijnlijke waarheden
onder 't. oog te zien en te laten gelden daar,
waar het noodig was. Zoo kwam spr. iot
zijn tierde punt n.l. het memoreeren van het
feit, dat er achter alles dan wel iets .moest
zitten, waardoor de heer Kruithof zoo de ge
rechtigheid kon dienen. Wij zullen uus door
een beginsel geleid moeten worden en nie
mand twijfelt daaraan of Kruithof heef:
daaruit "geleefd. Groen van Prinsterer zeide
eens, dat hij, die onpartijdig wilde zijn, be
ginnen moest met een partij te kiezen. Met
een kleine variant wilde spr. dit op den heer
Kruithof toepassen, die begon met een keer
hard te zijn, om een keer zacht zich te be-
toonen. Voorts was spr. dankbaar, aat bij kon
constateercn, dat de heer Kruithof in zijn
werk het gehe>ele volksleven gediend heeft.
Hij heeft in het C.N.V. ons volk gediend.
Tenslotte dankte spr. den heer Kruithof
voor de vriendschap van hem ondervon
den en hij hoopte dat een stuk van de rust
welke de heer Kruithof zal gaan genieten,
aan zijn echtgenoote zal beschoren zijn, om
dat er in het werken in het openbaar een
schaduwzijde is, n.l. ciat ons gezin te kort
Vervolgens voerde de heer.J. Schouten
het woord namens de A.R. Tweede en Eerste
Kamerfractie en ihet Centraal Comité der
A. R. Partij.
Toespraak van dén heer Schouten,
Na een korte metmoreering van de per
soonlijke vriendschap, welke spr. mocht on
dervinden o.m. te Maassluis, zeide de heer
Schouten, dat dc heer Kruithof altijd nauw
keurig het onderscheid wist te bewaren tus-
schen het C.N.V. en een politieke partij. Me
nige organisatie is daarin niet geslaagd,
zeide spr., maar de beste samenwerking
wordt toch verkregen, wanneer het verschil
tusschen C.N.V. en politieke partij behou
den wordt Voor het politieke leven van ons
volk is het van het grootste belang, alsmede
ook voor het werk der Regeering, dat er in
ons land een centrale van organisaties is
voor.de arbeiders, waar het directe verband
tusschen Christendom en sociale en econo
mische actie erkend wordt en in het leven
in het geheele volk als een kracht worot
tgedragen.
Met onbezweken trouw hebt gij de zaak
gediend, met een radicale beslistheid. Daar
om lijdt het C.N.V. vandaag een groot ver
lies. Spr. eindigde met den wensch dat de
Heere hom en zijn gezin nog lang zal sparen.
Hierna sprak J h r. M r. J. W. R. R u t-
ff e r s van Rozenburg, namens de CJir.
Hist. Kamerclub en C.H.U.
Rede Jhr. Rutgers van Rozenburg.
In den aanvang van zijn rede merkte spr.
op, dat oe heer Kruithof gestreden heelt
voor de erkenning van Gods souvereiniteit
in het gemeenschapsleven. Wij hebben steeds
met groote sympathie uw werk gevolgd. Het
ligt niet op spr.'s weg om de verdiensten
van den scheidenden voorzitter nog eens in
tien breede te memoreeren. Daarvoor verwees
spr. naar het artikel in de „Gids" van den
heer Amelink. Maar duidelijk zag spr. in het
werk van den heer Kruithof zijn strijo voor
het leven in gemeenschap met God. Wie niet
voor Mij is, is tegen Mij, heeft Christus ge
zegd. Spr. eindigde met de opmerking dat
hij op menjg terrein nog van den heer Kruit
hof zal hooren en met den wensch, dat God
hem nog lang zal sparen voor zijn gezip.
Het was de heer C. Smeenk, die vervol
gens het, woord voerde namens „Patrimo
nium" en de Chr. Psychologische Centrale
voor School en Beroep. Deze spr. bewoog
zich vooral op het terrein van persoonlijke
herinneringen. De heer H. de Bordes
voerae vervolgens het woord namens den
Nederl. Werkloosheidsraad. waarvan de heer
Kruithof ook lid is sinds 1917. In een gezellig
betoog memoreerde spr. enkele feiten uit het
verleden en hij hoopte, dat Gods zegen zal
rusten op de welverdiende rust, welke de
heer Kruithof thans ingaat. Hierna werd nog
het woord gevoerd door den heer P. J. N a-
huizen, voorzitter van den Chr. Werk
mansbond, die Gods rijken zegen toewensch-
te. Daarna door den heer Sier, namens den
Luth. Bond voor Soc. Actie, door den heer
A. C. de Brui n, voorz. van den Roomsch-
Katholieken Werkmansbond, die o.m. de zui
verheid van houding prees tusschen den
Prot. Chr. Bond en den R. K. Bond. De heer
Scheeres sprak vervolgens namens de
Chr. Ind. en Middenstandsbond, de heer v. d.
Bom namens het Chr. Verbond van Werkge
vers en Mr. Slotemaker namens den
Nederl. Bond van Werkgevers.
Slotwoord van den heer Kruithof.
De heer Stapelkamp deelde vervolgens
nog mede, dat bericht van verhindering was
ingekomen van het N.V.V. en van Mr. Dr. v.
Rhijn. Hierna heeft de heer Kruithof een
slotwoord gesproken. Spr. zeide o.m. dat hij
ervaren had het woord uit de Schrift: ..Die
Mij eert, zal Ik eeren". Wat zag ik anders,
zoo zeide dc heer Kruithof, dan de gunste
Gods. Er is geen weemoed in mij omdat ik
dezen dag door Gods genade gezond mocht
beleven. Na eenige hartelijke woorden zeide
de scheidende voorzitter: „Het ga U allen
Met het zingen van Gezang 96 „Hallelujah,
eeuwig dank en eere" en gebed door den
heer Stapelkamp uitgesproken, werd deze
midoagsamenkomst gesloten. Hierna bleef
men nog eenigen tijd gezellig bijeen en had
den andere personen die nog niet in de gele
genheid geweest waren afscheid te nemen,
de occasie den heer Kruithof de hand te druk
ken. Het was een vorstelijk afscheid van den
„vorst" in het 'C.N.V.
DE KERKPLEIN
WIL
VERTREKKENf
Deze vraag rijst,
wanneer men ko
len ziet laden in de
boot. die voor Eg-
mond op het strand
ZEER GROOTE KEUZE bij: PIANO-
Pn'o SINGEL 114—116 - SCHIEDAM
uu* Telefoon 68871
na'i
ROOKEN
Verzachten de keel.a
Hebben een frissche
smaak en geven
Ten frissche ademi.
A. Borst P.zn
CHR. WERKGEVERSGLUB
TE GRONINGEN
REDEVOERINGEN VAN DE HEEREN
A. BORST Pzn. EN Mr. A. HOEKEMA
Voor de Chr. Werkgeversclub te Gronin
gen sprak vorige week de heer A. Borst
Pzn. te Rotterdam, vice-voorzitter der Chr.
Werkgevers Verecniging over de „Werkgever
in de Crisis", en de noodzakelijkheid van
Ohr. Werkgeversorganisatie.
De vergadering werd' gehouden in hotel
„Riche", Vischmarkt, te Groningen, en stond
onder leiding van den heer R. Wolaringh.
De heer Borst verdeelde zijn causerie m
drie deelen en besprak eenst de vragen: „Wie
en wat is de werkgever" en „Wat is de cri
sis?" Daarna beantwoordde hij de vraag:
_,Hoe moet de houding zijn van den werk
gever, speciaal van den Chr. Werkgever, in
dezen tija?"
Spr. wijst er op,
tl er talrijke vraag
stukken zijn, die prin
cipieel onderzoek
noodzakelijk maken
Als voorbeeld noemt
spr. de vraagstukken
van ordening en in-
dustralisatie, en ten
slotte de vraag of
principieele organi
satie van werkgevers
hier hulp kan bieden
Het Ordenings-
vraagstuk heeft een
principieele zijde. De
Christen heeft tot
plicht steun te bieaen aan het economisch
zinkende en het sociaal zwakke. De eisch
Gods om onze naaste lief te hebben als ons
zelf vraagt hier om practische toepassing.
Ordening, welke in wezen niets anders is dan
kartelvorming, is af te keuren, maar orde
ning, die bedoelt orde te scheppen daar waar
wanorde heerscht, moet door ons worden be
vorderd. Onze God is een God van orde en
wij als Zijn mede-arbedoers hebben ordelijk
te zijn. Zijn de maatschappelijke krachten
zelf ontoereikend om die orde te verkrijgen,
dan mag niet alleen, maar moet de Overheid
hier de helpende hand bieden. Deze arbeid
tegenstaan ware verwaarloozing van ons be
ginsel.
Ook het probleem der industrialisatie
is niet af te maken met de dooddoener
dat men geen nieuwe industrieën in
het leven moet roepen, alvorens de be
staande te verstevigen of op te heffen.
Werkgevers hebben als leiders der pro
ductie ieder nieuwe mogelijkheid nauw
keurig te onderzoeken en toe te passen.
Indien de technologisch economische in
stituten, die zijn of worden opgericht,
in deze eenige aanwijzing kunnen geven,
mogen wij daar niet lauw of afwijzend
tegenover staan.
De Chr. Werkgever vooral moet medewer
ken aan de steunverleening van iedere pro
ductiemogelijkheid. Hij heeft meöe-verant
woordelijkheid voor het lot van de duizenden
werkloozen in ons land. Principieele pa
troonsorganisatie is daarom eisch. De Chris
telijke Werkgeversorganisatie aanvaardt de
ze taak.
Met een krachtige opwekking om de orga
nisatie ook financieel sterk te doen zijn, be
sloot spr. zijn rede.
Tenslotte sprak Mr. A. Hoekema, de
nieuwe secretaris der Chr. Werkgeversver-
eeniging een woord, waarin hij opwekte de
nu open gestelde gelegenheid tot het verkrij
gen van principieele en practiscihe voorlich
ting te benutten. Het Chr. Werkgeversbureau
in Den Haag is zoodanig geoutilleerd, dat
onze Chr Werkgevers van geheel Nederland
daarvan kunnen profiteeren. Ieder beseffe
zijn roeping en versterke de organisatie, die
in een groote behoefte voorziet.
In een slotwoord bracht de voorzitter de
beide sprekers dank, nadat nog eivkele vra
gen waren gesteld, die door oen heer Borst
werden beantwoord.
De heer Borst ging voor in dankgebed.
De Russische Handelsvloot
Van de werf der N.V. Ned. Scheepsbouw
Mij. werden Zaterdag te water gelaten de
twee eerste der drie motor-transportsche
pen, welke zijn bestemd voor de Russische
handelsvloot. De schepen zijn geconstru
eerd speciaal voor vervoer van hout, graan
Terstond na de tewaterlating van het
tweede schip werd de kiel gelegd van een
stoomtankschip van 4000 ton in Augustus
j.l. besteld door de Royal Dutch Shell-
groep ten dienste van de Curagaosche
Scheepvaart Mij.
ROFFELRIJMEN
IK WEET HET NIET
redders vermli
de ReddingMaatachap-
De zee werpt met een woest gehuil
Twee scheven op het strand.
Het scheepsvolk hijscht teneinderaad
Het noodsein in het want.
Een aantal kloeke kerels rukt
Zich los uit hun gezin
En gaat, zelfs tot de dood bereid,
De bange stormnacht in.
De zee giert gillend om haar prooi,
De golven rukken aan,
De storm valt op de schepen met
De kracht van een orkaan
De reddingsboot, het gansche dorp
Beleeft een bange nacht
Gelukkig! wat te redden is
Wordt veilig aangebracht!
Terwijl daar worstlen met de dood
De helden van de zee
Neemt een gewetenloos sujet
Hun schaarrde kleeding mee
De hoogste menschelijke moed
De lafste euveldaad,
Wie heeft het juiste icoord daarvoor?
't Ontgaat mij inderdaad.
(Nadruk verboden.)
LEO LENS
waar
De weg WestkapelleDomburg
De uitvoering der werkzaamheden voor
de verbetering van den voor het toerisme
belangrijken verkeersweg van Westkapelle
naar Domburg zal, naar de A.N.W.B. van
bevoegde zijde heeft vernomen, nog dit jaai
worden aanbesteed. Dit zal een belangrijke
en welkome verbetering zijn.
De Rijksweg Rotterdam—Amsterdam
1-Iet wegvak Rotterdam—Nieuwerkerk a
d. IJssel als onderdeel van den weg no. 3
van het Rijkswegenplan Rotterdam—Bode
gravenAmsterdam, zal binnenkort in uit
voering komen. Althans op Dinsdag 19 No
vember a.s. zal de Rijkswaterstaat het wij
zigen van het profiel en het aanbrengen
van bestratingen en andere verhardingen
op bovengenoemd wegvak aanbesteden.
De uitvoering der karwei wordt op bijna
300.000 gulden geraamd.
Bereden Artillerie te Ede
Te Ede is door de Genie aanbesteed het
houwen van een logiesgebouw bij de School
voor Verlofsofficieren der Bereden Artille
rie aldaar. Laagste inschrijver was de firma
Poort te Vriezenveen voor 75.880.
DINSDAG 29 OCTOBER
HILVERSUM I 1875 M. KRO-uitzending.
8.009.15 en 10.00 gram.pl. 11.3012.00
Godsd. halfuur. 12.15 Gram.pl. en orkest
concert. 2.00 Vrouwenuur. 3.004.00 Mo
decursus. 4.15 Gram.pl. en schlagermu-
ziek. 5.30 Koorconcert. 6.00 Schlagermu-
ziek. 6.40 Lezingen. 7.35 Gram.pl. (Om
8.00 berichten). 8.35 Populair concert en
causerie. 9.45 Symphonieconcert. (Om
10.30 berichten en gram.pl.).
HILVERSUM H 301 M. AVRO-uitzen-
ding. 5.30 VPRO. 6.30 RVU. 8.00 Gram.
pl. 9.00 Ensemble Jetty Cantor. 10.00 Mor
genwijding. 10.15 Gewijde muziek. 10.30
Ensemble Jetty Cantor. 11.30 Orgelcon
cert Fr. Hasselaar. Mmv. Tr. de Bruyn
(zang). 12.30 Omroeporkest en gram.pL
1.45 Zang door A. M. Boezaardt. A. d.
vleugel E. Veen. 2.00 Omroeporkest. (In
de pauze zang door A. M. Boezaardt),
3.004.00 Kniples. 4.15 Gram.pl. 4.30 Ra-
diokinderkoorzang. 5.00 Voor kleine kin
deren. 5.30 VPRO. Ds. B. J. Aris: Bijbel
vertellingen. 6.00 Gram.pl. 6.30 RVU,
Psychologische causerie Dr. Th. v. Schel
ven. 7.00 Kinderkoor „Zanglust", olv. W.
Hespe. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten.
8.10 Omroeporkest. 8.45 Cabaretliedjes
door Ch. de Boer. 9.05 Fransche operette
muziek. 9.45 Serieuze muziek (gr.pl.),
10.20 Causerie over de match EuweAl-
jechin. 10.25 De AVRO-Decibels. 11.00
Berichten.
DROITWICH 1500 M. 10.35—10.50 Mor
genwijding. 11.05 Causerie. 11.20 Orgel
spel. 11.50 Voor de scholen. 12.10 Gram.
pl. 12.35 Het Cellini-Trio. 1.20 Het Schot-
sche Studio Orkest. 2.25 Voor de scholen.
3.10 Gram.pl. 3.55 Voor de scholen. 4.20
Causerie. 4.40 M. Eissett (alt), mmv. trio.
5.35 Het Bronkhurst Trio. 6.20 Berichten.
6.50 Koorconcert. 7.50 Lezing. 8.20 Rus
sisch cabaretprogramma. 9.05 BBC-dans-
orkest. 9.50 Berichten. 10.20 Lezing. 10.40
E. Kersey (viool) en K. Falkner (zang).
RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en 8.20 Gr.pL
12.35 Orkestconcert. 2.50 Gram.pl. 4.20
Orkestconcert. 5.50 Orkestconcert. 6.50
Vervolg concert. 9.05 Gevar. concert.
KALUNDBORG 1261 M. 11.30—1.20 Strijk
orkest. 2.20 Strijkorkest. 4.00—4.20 Zang
en piano. 7.20 Omroeporkest. 7.35 Koor
concert en toespraken. 8.20 Operamuziek.
9.40 Omroeporkest.
KEULEN 456 M. 5.50 Orkestconcert. 11.20
Omroeporkest, Emdé-orkest en solisten.
1.35 Gram.pl. 3.30 Zang en piano. 4.20
Omroepkleinorkest. 6.20 Omroeporkest.
7.30 Lanner- en Straussconcert. 8.20 Ra-
diotooneel.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.20
Salonorkest. 1.502.20, 5.20, 6.35 en 7.35
gram.pl. 8.20 Gevar. programma. 10.30—
11.20 Gram.pl. 484 M.: 12.20 en 1.30—
2.20 Het Constantin-orkest. 5.20 Salon
orkest. 6.20 Gram.pl. 6.50 Salonorkest
8.20 Symphonieconcert. 10.05 Gram.pl.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30
Populair concert. Hierna „Die Wunder-
puppe", operette. 9.20 Berichten. 9.50
Zang en piano.
BRAMMETJE FLAPOOR EN Z'N VRINDEN
door G. T. ROTMAN
27. Toen ze echter, aan den uitgang van
het park komend, de groote drukte en het
stadsgewoel zagen, zei Bram; „Laten we lie
ver wachten tot het nacht is en al die lui
op bed liggen!" Weldra vonden ze nu in het
park een schuur, waar de tuingereedschap
pen opgeborgen lagen. Daar de deur niet
op slot was, slopen ze naar binnen en gin
gen in het stroo, dat er lag, een heerlijk
dutje doen. Bram snorkte, dat de heele
schuur er van dreunde.
Toen het nacht was, werden ze wak
ker. Ze stonden op, liepen de stad in, en
kwamen aan een bakkenswinkel. Onder de
half neergelaten gordijnen door kon je het
lekkere brood zien liggen. Maar hoe er in te
komen? „Wacht maar!" zei Bram. „dan zul
je wat zien! Dat doe ik op mijn olifanten-
manier! En hij boog zich voorover, met z'n
rug naar de winkeldeur, en liep toen, op
handen en voeten, snel achteruit....
Wordt Woensdag vervolgd)
Feuilleton
EEN AMERIKAANSCHE
GESCHIEDENIS
idoor Paul Hutchens
(26
„Ook weer goed", stcmdie Mevrouw Raynor met haar in, nog
ééns liefkoozend over haar hand strijkend. „En omdat vinders
houders zijn, zijn wij van plan jou te houden. De een of andere
dag moet je ons alles over je vertellen."
„Er is niet veel te vertellen", zei Bettv op spijtige toon. „Ik
geloof, dat anderen misschien meer over mijzelf en m'n familie
weten dan ik zelf doe".
„Nou, misschien kunnen we je stamboom eens opzoeken als
we in Colorado zijn. Je weet, wat Dr. Mantley zei."
Een paar honderd mijlen ging alles goed. Ze praatten over
Van alles en nog wat, ook over heel diepzinnige onderwerpen
als de evolutieleer, waarvan Tim een verwoed tegenstander
bleek te zijn. Betty luisterde met veel plezier, maar ook, zooals
Gerald opmerkte, met blijkbare instemming naar Tims hoog
dravende redenaties.
En Tim luisterde met bewondering naar Meneer Raynor, die,
nadat door Tim met alle gevonden en nog te vinden „missing
links" finaal afgerekend was, op een heel wat bedaarder manier
dan die jeugdige geleerde zei:
„Je hebt gelijk, Tim. Er zijn gapingen tusschen onorganisch
loven en organisch, tusschen planten en dieren; tusschen het
hoogststaande dier cn de laagststaande mensch. Die laatste
twee worden gescheiden door een niet te overbruggen kloof, het
godsdienstige instinct. Hoewel niet ieder mensch een Christen
is, zijn alle menschen godsdienstig. Dat geldt van geen enkel
dier, hoe ontwikkeld en geoefend het ook is. De evolutieleer
kan nooit de grootste van al de „missing links" vinden, die
waardoor de mensch met God Zelf vereenigd kan word'en. Maar
die hebben wij in Christus gevonden. Hij als Gods Zoon
werd de Zoon des menschen, opdat wij, die kinderen der
menschen, Gods kinderen mochten worden."
„Heden, dat klinkt net als de boeken, die ik er over ge^en
heb", zei Tim opgetogen. „U moet ze zelf ook gelezen hebben."
„Ja Tim, ik geloof wel dat ik zoowat ieder boek over dit
onderwerp, voor en tegen, gelezen heb, en ik ben blij te kunnen
zeggen, dat de directe schepping al meer en meer voor het
waarschijnlijkst gehouden wordt. Maar de meeste universiteiten
houden 't nog met de evolutie-theorie, hoewel die niet volge
houden kan wordlen. Zoo lang die theorie de menschen nog
verder in de waan brengt dat ze geen Verlosser noodig hebben,
zoolang zal ze, geloof ik, wel op onze scholen gehuldigd blijven.
Maar hoe meer ik er over studeer, hoe meer ik den Bijbel
„Ja", zei Tim peinzend, „hoe meer ik m'n best doe een
detective te worden, hoe meer ik moet gelooven dat God wer
kelijk bestaat en dat Christus voor me zorgt"
„Ik zou wel eens een argument willen laten hooren tegen
het onderwijzen van de evolutie-leer op onze scholen", zei Betty.
„Doe 't dan", kwamen al1 en te gelijk.
„Het is wat Hickman zei. Weet U nog, dat hij een paar jaar
geleden gevonnist werd, omdat hij de kleine Marian Parker in
Californië aangerand en vermoord had? Dit beleed hij even
voor z'n dood Betty wachtte even, alsof ze in haar ziel
weer zag het verschrikkelijke tooneel, zooals ze 't zich uit de
kranten herinnerde. Dan sprak ze langzaam: „Zijn 'aatste
woorden moeten iedereen die de evolutie leert bang om het
hart slaan. Zoo zijn ze: Op de middelbare school kreeg ik be
langstelling voor evolutie en athcisme cn zwoer het Christen
dom af. Daardoor werd ik ontvankelijk voor de ergste dwalingen
en tenslotte voor misdaad en moord."
Op haar woorden volgde stilte. Allemaal hadden ze ernstige
gezichten en ernstige gedachten. Dan zei Mevrouw Raynor:
„Misschien is dat het antwoord op die eeuwigdurende vraag:
„Waarom is er zooveel misdaad in Amerika?'"''
Gerald beantwoordde die vraag m,et het Bijbelvers, dat kort
geledén een p1aats gevonden had in z'n veranderde levens
beschouwing: „Zooals een mensch denkt in z'n hart zoo is hij"*
Tegen de middag stopten ze voor de lunch, en ze reden
weer verder, genietend van de omgeving en de rust van het
land, toen plotseling zonder waarschuwingssignalen een groote
mooie auto hen voorbij stoof. Geralds gezicht werd wit en hij
moest haastig naar rechts afzwenken, daar de voorbijgaande
auto hem zoo roekeloos mogelijk sneed.
„Nqu, nou!" zei Meneer Raynor. „Sommige chauffeurs heb
ben hij draaide zich naar Tim voor 't slot van zijn zin.
„Geen beetje gevoel", maakte Tim de zin voor hem af. Hij
haalde z"n notitieboekje te voorschijn en krabbelde, haastig
neer, hardop er bij pratend: „New-York No K 53206". „Voor 't
geval ik het nog eens noodig heb", legde hij uit, toen allen
vragend naar hem keken.
„We zullen 't zeker noodig hebben", zei Gerald ernstig.
„Denk je?" vroeg Meneer Raynor.
„Als mijn oogen me niet bedriegen, heb ik die wagen meer
gezien", begon Gerald. Maar omdat hij Betty en Mevrouw
Raynor niet bang wilde maken, zei hij niet, wat hij werkelijk
dacht In plaats daarvan overdreef hij lachend: „Gelooft U maai
dat ik elke auto in 't land ken. De meeste er van hebben haast
tegen mij aangezeten, en de rest heb ik aangereden."
„Wat!" protesteerde Tim. „Geen wagens uit New-York!" In
het verkeersspiegeltje ving hij een waarschuwende blik van
Go'-ald op en even later praatte hij weer breed uit over alles
en nog wat Maar hij en Gerald keken elkaar zoo nu en dan
eens aan, terwijl ze verder reden.
Toen ze stopten voor de nacht kwamen Gerald en Tim bij
elkaar terecht. Het plan was in toeristen-hutten te logeeren,
liever dan naar hotels te gaan.
„Tk geen millionnairs-vacantie", zei Meneer Raynor. „Ik wil
me liever een beetje behelpen. Wat vinden jullie?"
„Accoord", riepen allen in koor.
„Het zou heelemaal niet op vacantie lijken in een lawaaiige
stad", zei Mevrouw Raynor.
Om acht uur dien avond stopten ze bij een rustig, aantrekke-
!ijk-uitziend kamp in de omstreken van een stadje in het westen
van Iowa.
„Hoera", schreeuwde Tim, zich rekkend, en wijduit gapend,
toen hij even naast de wagen stond, nadat hij er uit geklommen
was. „We zijn één dag dichter bij het westen, o jongen, jongenl
het wilde westen!"
Om negen uur zaten hij en Gerald op de rand van hun bed
in een kleine hut. De jongens waren klaar om ter ruste te
gaan.
„Moet jie niet bidden?" vroeg Tim, toen Gerald er in rolde en
een kussen onder z'n hoofd stopte.
„Vanavond niet, Tim. Je weet, dat ik geen huichelaar wil
zijn", legde hij uit. „Als je niet werkelijk gelooft, geeft het niet
of je doet alsof, is 't wel?"
„Nee, dat denk ik niet", gaf Tim nadenkend toe. „Maar ik
weet zeker, dat als je maar werkelijk probeerde te bidden, je er
vast in zou gelooven. Geloof jij ook niet dat de menschen in een
massa dingen niet gelooven, omdat ze ze nooit geprobeerd
hebben?"
„Bijvoorbeeld?"
(Wordt vervolgd.)