CATARRH
rU)aa)i d& Madm^ oveA,
VEILIGHEIDSWEEK VAN
DE K.N.A.C.
GOUD EN VUUR
VRIJDAG 18 OCTOBER 1935
DERDE BLAD PAG. 9
DREIGENDE PRIJSSTIJGING
De heeT Schalker stelt vragen
Het Tweede Kamerlid Schalker heeft
aan de Ministers van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart en van Landbouw en Vissche-
rij gevraagd, of het de Regeering bekend is,
dat de door haar genomen maatregelen tot
verhooging van de monopolieheffingen op
granen en vleesch, tot aanzienlijke prijsver-
hooging van brood en vleesch dreigen te
voeren?
Is de Regeering niet van meening, aldus
de heer Schalker, dat harerzijds, nu reeds
een groote prijsstijging van tal van eerste
levensbehoeften door andere oorzaken plaats
vindt, niet enkel daartegen behoort te wor
den opgetreden, doch dat alles moet wor
den in het werk gesteld om verdere prijs
stijging te voorkomen?
Is de Regeering bereid de in de eerste
vraag bedoelde maatregelen ongedaan te
maken?
De broodprijs in Amsterdam
Met 1 cent verhoogd
De samenwerkende broodbakkerspatroons
vcreenigingen te Amsterdam deelen mede,
dat met ingang van Maandag 21 October
do netto-minimum-prijzen voor wit water
brood, alsmede tarwe- of bruinbrood, afge
haald aan den winkel, zijn bepaald op li
cent; gesneden brood 1 cent hooger. Üe
óverige broodprijzen worden dan eveneens
met 1 cent verhoogd. Voor bezorgd brood
wordt minstens 1 cent meer berekend.
S. te Gussinklo t
Te Aalten is op 77-jarigen leeftijd over
leden de heer S. te Gussinklo, die lange
jaren een vooraanstaande figuur in deze
gemeente is geweest. Hij was lid van den
gemeenteraad geweest voor de A.R. Partij.
Van de oprichting in 1903 af was hij be
stuurslid der coöp. boerenleenbank en voor
zitter van de coöp. zuivelfabriek. Hij was
ook poldermeester der afdeeling Slinge-
beken van het waterschap den Ouden IJs-
sel en commissaris der N.V. de Graafschap
te Aalten, voor het uitgeven van periodie-
OFFICIEELE BERICHTEN
CONSULATEN
Jd-Afrika. De heer K. J. Bos ls
benoemd tot consul der Nederlanden te Mon
rovia, Liberia. De heer J. Jakobsen ls benoemd
LAND. EN ZEEMACHT
De kapitein-luitenant ter zee J. A. Sonnen-
bers is eervol ontheven van de betrekking
van ondercommandant der marine te Vlissingen
en van het bevel over Hr. Ms. wachtschip
aldaar .en met die batrekking en dat bevel
Is belast de kapiteli
■■■■■■■■I H.
Stad.
Benoemd en aangesteld zijn tot res.-offloier
van gezondheid der tweede klasse de dienst
plichtige vaandrigs van de le compagnie hos
pitaalsoldaten F. _W. A. baron van Asbeck, P.
ONDERSCHEIDINGEN
Aan de na te noemen personen Is verlof
verleepd tot het aannemen der achter hun
namen vermelde vreemde ordeteekenen, te we
ten: W. ridder Huyssen van KattendUke te
Praag, het grootkruis der Militaire Orde van
Christus van Portugal; mr. C. G. W. H. baron
van Boetzelaer van Oosterhout. te BerlUn, het
Leopold II
L. van Rijn, gedelegeerde van Nederland bij
het Intern. Landbouw-ins'tituut te Rome. het
commandeurskruis 2de klasse der Orde van
Wasa van Zweden; dr. C. L. M. de Visser te
Milaan, het ridderkruis der Orde van de Kroon
van Italië. Aan mevr. J. M. van HengelCou-
rlng der Fransche Republiek tot
d'Academie. Toegekend is de aan de Orde van
Oranje Nassau verbonden eere-medaille ln zil
ver aan J. Wassenaar te Leiden. Behoemd is
tot officier In de Orde van Oranje-Nassau de
majoor van dep generalen staf van het Kon.
Ned. Indisch leger W. Schilling.
OPZICHTER DOMEINEN
Aangesteld ls tot opziener der domeinen te
Nijmegen P. de Putter.
P.T.T.
Aan den hoofdcommies btf het hoofdbestuur
der F.. T. en T. G. M. baron van Utenhove,
ls eervol ontslag verleend.
wordt gewoonlijk
gebaat door de
dampen van
VOOR AUE VERKOUDHEDEN
Opheldering gewenscht
Met krasse woorden heeft minister Colijn
onlangs de geldspeculanten verooroeeld, die
een vlucht in vreemde valuta aanmoedig
den. Maar, zoo herhaalt de Vrijz. Demo-
„voor het Nederlandsche volk en haar re
geering blijft nog steeds de vraag open:
Bestaat de mogelijkheid, dat de speculatie
in die Juli-dagcn bevordero kan zijn door
de loslippigheid van departementsleden? 't
geen „De Opmarsch" ('n orgaan van de R.K.
Staatspartij) aldus motiveerde:
„Wij kunnen er anders geen verkla
ring van geven, hoe het komi dat, terwijl
23 Juli de Tweede Kamer in groote span
ning des avonds negen uur bijeenkwam
om te hooren wat de Regeer ing zou ant
woorden. men op diezelfde avond om
zeven uur te Parijs reeds wist, dat de heer
Colijn de beraadslagingen zou schorsen.
Evenmin weten wij een andere verkla
ring voor het feit, dat men 29 Juli reeds
in de namidadg in Londen wist te vertel
len, dat Colijn geslaagd was, iets wat in
Nederland pas 's avonds laat bekend
werd".
„Zoo bezien kan men zeggen, dat te Parijs
'n tip aanwezig was om uit en te Londen
om in de gulden te gaan.
Een duidelijk antwoord mag ten deze
van de Regeering worden verwacht, c.q.
door de bevoegde organen gevraagd wor-
Gezagshandhaving
In -een vergadering der N.S.B. te A m-
sterdam moet de secretaris der beweging,
de heer Geelkerken gezegd hebben:
„Als anderen gaan vechten voor de
Volkenbond, zal men ons niet kunnen
vinden. Wij blijven tihuis".
Zien wij het wel, dan zijn deze woor
den niet voor tweeërlei uitleg vatbaar.
Wij hebben niet slechts te doen .met on
dermijning van het gezag, doch met een
rechtstreeksche aankondiging, dat men
van zins is, in een bepaald geval aan
Ziedaar wat de N.S.B. bereiken kon.
Deze moge „dappere ongehoorzaamheid"
prgdiken; de S.D.A.P. komt op voor het wet
tig gezag en voor militaire plichtsbeirar.i
ting!
De S.D.A.P. en Ned. Indië
Uit een artikel in de Soc.-D emoe raat
(en extra gespatieerd gedrukt) van E. van
Hinte:
„Stellig, Nederland heeft Nederlandsch-
Indië veroverd. Wij hebben vele sporen
nagelaten in dat gebied. Niet steeds goede
sporen. Wij hebben meermalen op een
zeer ruwe manier ingegrepen. Wij wil
len de houding van ons land in de Oost
historisch niet verdedigen. Maar de toe
stand is op het oogenblik zoo, dat wij daar
beter als rentmeester kunnen optreden
totdat het gebied in staat zal zijn eigen
lot in handen te nemen dan dat anderen
het kunnen. Wij hebben bewezen, dat wij
daartoe in staat zijn. Wij hebben bewezen,
dat wij koloniën kunnen besturen in het
belang der koloniën mede".
Dat is andere taal dan we tot duver van
soc.-dem. zijde over ons bestuur in Ned.-
Indië plachten te hooren.
Geen sprake van fusïe
Er is in de laatste tijd zoo nu en dan
sprake geweest van pogingen om samen
smelting te bewerken tusschen liberalen en
vrijzinnig-democraten.
Zoo werd in het orgaan van de laatste
groep onlangs over een bijeenkomst van de
Vrijheidsbond opgemerkt,
„dat op de vergadering mede ter spra
ke is geweest de mogelijkheid van een
fusie met de Vrijzinnig Democraten en
dat een vereeniging van alle vrijzinni
gen van ganscher harte toegejuicht zal
worden."
Nu schrijft ecliter de secretaris van de
Vrijheidsbond aan de redactie van de V r ij-
zin n i g-D emocraat:
Het was slechts een voorstel van één
onzer afdeelingen en vond in de verga
dering hoegenaamd geen weerklank. Er
is dus geen sprake van, dat vanwege het
Hoofdbestuur eer Partij in deze richting
eenig voorstel is gedaan of motie aan de
orde is* gesteld.
De genoemde redactie voegt hieraan toe,
dat bet orgaan der liberalen dan wel iets
duidelijker had mogen schrijven over een
bewuste, niet openbare vergadering; maar
op fusie tusschen bedoelde partijen schijnt
zij niet erg gebrand te zijn, want het slot
luidt:
Het verheugt ons overigens, dat er
t.a.v. dit onderwerp, zij het in negatieve
zin, zoo treffende harmonie blijkt te be
staan tusschen de Liberale Staatspartij
en ons. Het voorgevallene bewijst n.o.m.
opnieuw, hoe ongewenscht het is alge-
meene vergaderingen van politieke par
tijen achter gesloten deuren te houden.
Bescheidenheit ist eine Zier
Niet begroeten doen wij echter zure, be
vooroordeelde, verpolitiekte critiek, als
het antirevolutionaire weekblad „Patri
monium" zich veroorlooft. Dat de samen
stellers van het Plan tot het wetenschap
pelijk puik der natie behooren, wordt
door ieder erkend, die niet door partij
zucht verblind is. Dat de redacteur van
het blaadje, het Kamerlid Smeenk, niet in
hun schaduw kan staan, zal ook door
geen ter zake kundige betwijfeld worden.
Toch matigt hij zich aan te schrijven,
dat de groep die het Plan na gezette
studie opstelde, „wel zeldzaam oppervlak
kig redeneert", dat het „op papier niet
zoo moeilijk zou zijn nog veel grooter ver
mindering der werkloosheid te becijferen
dan geschiedde, smaalt hij over „koop
krachtgecijfer" en verzekert hij parman
tig, dat in weerwil van „vele maanden
studeeren" de zaak der openbare werken
„niet ernstig onder de oogen gezien" is.
Ja, hoe kon de heer Smeenk, die nooit
iets van economie deed of er één letter
over schreef, zóó vergeten, dat we een nieuw
„denkend deel" der nalie gekregen hebben,
en dat men over de wijsheid van het
wetenschappelijk puik der natie", slechts
eerbiedig en schuchter schrijven mag
Opvoeding tot veilig verkeer
is nog steeds noodig
Het wachtwoord van de
moderne tijd
De K.N.A.C. zal van 20 tot 27 October a.s.
haar vijfde Veiligheiflsweek houden.
Deze vorm van opvoeding tot veilig ver
keer op onze wegen is nog steeds noodig. De
gevaren op den weg nemen toe, maar het
publiek stelt zich in het algemeen nog te
weinig in op de bedreiging, die in het tegen
woordig verkeer celegen is. De Kon. Ned.
Automobiel-Club acht het daarom als te be
hooren tot zijn taak om alles wat mogelijk
is in het werk te stellen, opdat de wegge
bruikers worden opgevoed in de goede rich
ting. Daarom ijvert zij in de eerste plaats in
eigen kring voor het veilig rijden door auto
mobilisten.
Een bijzondere propaganda voor de Vei
ligheidsgedachte keert telken jare terug in
de Veiligheidsweek.
De wegpaedagogiek is en blijft actueel. Een
zeer breed terrein ligt nog ter bewerking
voor haar open.
Veilig verkeer is een vraagstuk ge
worden van meer dan gewone beteeke-
nis, om de eenvoudige reden, dat het
beheerscht wordt door vele en zeer
vefschillendè factoren, welke de
mensch niet alle in de hand heeft. De
moderne verkeersmiddelen, als auto
mobielen en motorrijwielen, zelfs rij
wielen in sommige gevallen, zijn ma
chines. welke naast het vele ingenieuse
dat zij, dank .zij hun ontwerpers, be
zitten, toch een belangrijke factor mis
sen, nl. het menschelijk denkvermogen.
Alles hangt van den mensch af.
Verkeersveiligheid is het wachtwoord van
deze moderne tijd. Maar zal zij groeien, dan
zal de mensch zich moeten inspannen om
het technisch-onvolmaakte door grooter
voorzichtigheid te compenseeren. Daarop zal
de nu te houden veiligheidsweek nog eens
extra de aandacht kunnen vestigen.
De K.N.A.C betrekt in haar actie niet al
leen de automobilisten, maar ook voetgan
gers. wielrijders en motorrijders. In alle krin
gen van weggebruikers bestaat nog een te
kort aan kennis van de grondslagen, waar
op een modern veilig verkeer mogelijk is.
Wanneer eert wielrijder zich niet kan rea-
liseeren. dat een hem achteroprijdende auto
een bepaalde afstand noodig heeft om tot
stilstand te worden gebracht en dus niet
aan het simpele uitsteken van een arm het
recht mag ontleenen, plotseling een weg over
te steken, zoolang zal meft de grondslag voor
een veiliger verkeer moeten ontberen. Even-
zal de voetganger zich zonder nooozaak
niet dan na zich terdege op de hoogte te
hebben gesteld of er geen snelverkeer na
dert. op de rijweg behooren te begeven.
Juist in deze tijd van regen, mist en val
lende bladeren is voorzichtigheid van allen
die zich op straat en weg begeven geboden;
veel grootera voorzichtigheid nog dan an
ders.
Op een zeer origineele wijze zal de
K.N.A.C. ditmaal de aandacht vestigen
op de veilige verkeersgedachte.
Er is een z.g.
Verkeersp aed a goo g
ontstaan. Deze rijdende verkeersopvoe-
der waarover morgenavond nader
zal zich gedurende de Veiligheids-
week op onze wegen vertoonen en zijn
wijze lessen uitdeelen aan iederen weg
gebruiker, die deze noodig blijkt te
hebben.
In hetzelfde licht dient men den Eersten
Wegverkeersdag te beschouwen, welke in
het midden van de Veiligheidsweek, n.l. op
Woensdag 23 dezer in een der zalen \'an het
Kon. ZoöL Botanisch Genootschap te 's Gra-
venhage zal worden gehouden en waarop
door niet minder dan vijftien sprekers van
naam op verkeersgebied het woord zal wor
den gevoerd.
A.N.W.B.-stertocht naar
Nijmegen
Bij opening van de brug over de Waal
Er zijn besprekingen gevoerd tusschen den
burgemeester van Nijmegen en het bestuur
van den Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B.,
welke tot gevolg hebben gehad, dat -ie
A.N.W.B. ter gelegenheid van de opening
an de brug over de Waal bij Nijmegen in
Juli 1936 een Stertocht zal organiseeren naar
Nijmegen voor automobilisten, motorwiel
rijders, wielrijders, wandelaars, ruiters en
watertoeristen.
De A.N.W.B. overweegt eveneens hieraan
te verbinden de jaarlijksche
gadering van den Boni.
Voorkoming van particuliere
machtsvorming
Wetsontwerp spoedig te wachten
Binnenkort zal verschijnen het in d«
Troonrede aangekondigde wetsontwerp ter
voorkoming van particuliere machtsvor
ming op het terrein der Overheidstaak.
Venvacht mag worden dat de regeering
beoogt hiermede een eind te maken aan op
militaire leest geschoeide afdeelingen, b.v.
de W. A. afdeeling van de N. S. B., die op
den jongsten landdag te Den Haag defi
leerde.
BRAMMETJE FLAPOOR EN Z'N VRINDEN
door G. T. ROTMAN
19. Tom wist echter, wat dat vreemd
soortige ding was. Het was een vlieg
machine. „De man, van -ien het vliegtuig
is, zal hier wel in de buurt zijn", opperde
Bram. „Misschien wil hij wat uitrusten en
kijken, waar hij is!" Hoe ze echter ook rond
keken, nergens zagen ze iemand. „Kom,
jongens!" ze: Bram opeens, „we moeten ons
haasten; dadelijk bemerken de Bedoeïnen,
dat we we-; zijn en komen ze ons achterna!"
20. „Ik eet wat! Ik weet wat!" juichta
Tom opeens „ik zal een boon wezen, als we
die vliegmachine niet op gang krijgen, en
dan v 1 i e g j n we naar huis! Dan weet j«
vader des te auwer, wat ei gebeurd is en
kan hij de roovers misschien "nog bijtijds te
pakken krijge"!" En jawel hoor, onze drie
deugnieten kropen achter elkaar in de
vliegmachine!
(Wordt Maandag vervolgd
Feuilleton
EEN AMERIKAANSCHE
GESCHIEDENIS
door Paul Hutchens
(18
Hij keerde terug, met eten zorglijke uitdrukking op z'n ge
zicht. 't Was toch eigenaardig! Waarom kon iemand niet aan
de Bijbel en God twijfelen, zonder al de tijd te moeten twijfelen
of hij wel werkelijk twijfelde? Hij ging weer zitten en begon het
krantenartikel te lezen, waarvan de kop in vette letters luidde:
„Jongeman doodt z'n moeder en pleegt
daarna zelfmoord"
Het artikel luidde:
Teleurgesteld in de liefde en overtuigd, dat „de
dood alleen een chemische verandering is", schreef de
22-jarige student Clarence Right van de Orangetown
Universiteit als zijn besluit op, „deze verdorven wereld
te verlaten" en zijn moeder „met zich te nemen."
Right doodde z'n moeder, Mrs Martha F. Right,
52 jaar oud, Zondagavond, in de slaapkamer van hun
huis op goeden stand hier ter stede en joeg daarna
zichzelf een kogel door het hoofd.
Toen Gerald het artikel gelezen had staarde hij zonder iets
te zien voor zich uit, terwijl een verontrustende vraag zich aan
zijn geweten opdrong. Waarom had z'n eigen moeder de deur
Van haar kamer gesloten en op slot gedaan? 't Was waar,
dat ze het dikwijls deed, als ze bad, maar dan
Met die verontrustende gedachte kwam een vers uit de Bijbel
Öat hij z'n moeder dikwijls had hooren aanhalen: „Zooals een
faensch denkt in z'n hart zoo is hij." Z'n gezicht kreeg een
angstige uitdrukking. Zou z'n moeder werkelijk bang van hem
De tele'oon ging. Meneer Raynor belde op.
Toen Gerald de hoorn opgehangen had ging hij dadelijk naar
z'n moeders kanjer, en voelde aan de deur, terwijl hij luisterde,
daarop haastte hij zich naar Tims kamertje. Waar was Tim?
Zijn moeder had niet over hem gesproken en voor een poosje
had hij alles over hem vergeten. Misschien was hij in z'n kamer.
Toen hij klopte kreeg hij echter geen antwoord.
In z'n eigen kamer vond Gerald een briefje, in een jongens
achtig schrift gekrabbeld en onderteekend: „Tim, privé-
detective".
„Beste Gerald", begon het.
„Ik heb de krant gelezen en ben den moordenaar op *t spoor.
Kom om half twee bij de Raynors als je wil helpen. Breng eten
touw mee en hou je stil."
„Die kleine aap", dacht Gerald. „Dat jong zal zich met zoo 'n
misdaad inlaten! Ik denk, dat ik hem nou maar moet helpen,
anders zal hij me voor 'n lafaard houden." Hij ging terug naar
de huiskamer, waarbij hij langs z'n moeders kamer kwam. Hij
kon haar nog steeds hooren bidden. Hij dacht na. Wat had ze
toch gezegd over die nieuwe pianiste op de missie en dat hij haar
's morgens naar de Raynors gebracht had? Hij kon zich alleen
maar één bezoek herinneren, dat hij daar dien dag gebracht had
en dat was met de jonge dame die nu in het mysterie van den
moord op Barloman betrokken was. Ineens begreep hij het
Dat was het! Het meisje, dat hij dien morgen gereden had, was
de nieuwe pianiste waar z'n moeder het over gehad had. Hij
was zoo gelukkig geweest haar aan te treffen. Maar nee! Z'n
moeder had gezegd, dat ze uit New-York kwam en hij had
haar bij 't huis van Barloman ontmoet Had ze niet iets gezegd
over haar moeder, die pas gestorven was? Ja, dat wist hij
zeker. Dat had hij net aan Meneer Raynor door de telefoon
verteld. Ze scheen ergens erg van geschrokken te zijn, alsof ze
iemand ontvluchtte. Was het mogelijk? Hij keek nog eens
naar de foto van het meisje. De gelijkenis was heel duidelijk.
Maar het was hem onmogelijk zich haar voor te stellen als
een moordenares. Een meisje met zoo 'n gezicht! Hij moest met
z'n moeder spreken, zij zou kunnen helpen. Maar hij durfde
haar nu niet te storen, terwijl zij bad. Dat had hij nooit durven
doien. Zou zij de krant gezien hebben? Vast en zeker niet,
anders zou ze 't gezegd hebben, 't Was niet mogelijk, dat ze de
foto van het meisje gezien had, en haar niet herkend had als
degene, die dien avond op de missie gespeeld had.
Gerald ging niet yerder in z'n pogingen om het raadsel op
te lossen. Waar zou hij zich druk voor maken? 't Was zijn zaak
liet Daar was de politie voor. 't Was het verstandigst om er
iich maar niet mee te bemoeien. Maar toch moest hij Tim
helpen. Tim zou zichzelf wel eens in ernstig gevaar kunnen
brengen en hij zou 't zichzelf nooit vergeven, als hij geen poging
gedaan had om hem te helpen. Weer keek hij de kolommen
Van de krant door naar nieuws, dat misschien licht op het
geheimzinnige geval kon werpen, 't Was ongeveer acht uur, toen
een geheimzinnig telefoontje op het hoofdbureau van politie
hen gewaarschuwd had, den moordenaar van Jaird Barloman
op te zoeken.
Men had gezegd, dat er in zijn woning een schot gehoord
was, en dat er bloedsporen op gebroken glas in het laantje
achter z'n huis gevonden waren. Dat was alles geweest. Pogin
gen om uit te zoeken, wie opgebeld had, waren vruchteloos
geweest. Politie en detective hadden bij aankomst in het huis
van de moord, dat ze door het gebroken raam aan de achter
kant binnenkwamen, Barloman's lijk in de provisiekamer ge
vonden, waarvan de deur met stoelen en 'n tafel uit de keuken
gebarricadeerd was. Het glas uit het gebroken raam lag in
duizend stukken verspreid. „Men gelooft dat Betty Dreanard, de
stiefdochter van Barloman, voor de moord aansprakelijk is. Een
brief, in haar kamer gevonden, bewijst dat ze 'n afkeer voor
hem voelde en t plan had haar tehuis te verlaten. Een jaar
geleden huwde Barloman Mevrouw Frieda Dreanard. de weduwe
van John Dreanard die 15 jaren geleden plotseling stierf.
Vroeger was hij mijneigenaar in Colorado; nadat hij z'n zaken
aan kant gedaan had. kwam hij naar Chicago. Z'n vrienden
herinneren zich nog, dat John Dreanard vroeger heel rijk was
F.lisabeth (Betty) was het eenige kind, een knap, bekoorlijk en
zeer begaafd meisje. Haar vrienden kenden haar als een in
nemende jonge dame. Sinds de dood van haar moeder, vier
dagen geleden, was ze erg bedroefd geweest en oogenschijnlijk
wanhopig over haar verlies
Een ander artikel handelde over de verdwijning van Molly
O'Hagen, keukenmeid in het huis van Barloman gedurende
twee maanden.
„Men heeft geen spoor van haar kunnen vinden en de politlt
verdenkt haar van medeplichtigheid aan de misdaad."
Gerald ging nog eens naar de deur van zijn moeders kamer.
Hij hoorde haar stem niet meer.
„Moeder", riep hij.
„Ja?"
„Ik ga een poosje met den wagon uit". Dat was ongeveer
waar. zelfs al verwachtte hij niet passagiers te vervoeren. „Hebt
U niet- van Tim gezien?"
„Nee, niet na ongeveer zeven uur, toen ik naar de missie
ging. Z'n moeders stem klonk vermoeid en wat bezorgd, toen ze
haar deur opendeed en nog even in de huiskamer kwam. „Hij
zei dat hij tot na middernacht wat te doen had, dat jij er van
wist en dat 't in orde was. Het is nu nog geen twaalf uur en hy
houdt altijd zijn woord."
Gerald nam z'n hoed. „Maak U niet bezorgd, Moeder, a!9 hij
wat later komt. Ik zal wel op hem passen. Misschien komen
we de eerste uren niet terug, waarschijnlijk niet voor drie uur"
zei hij, op z'n horloge kijkend. Hij stopte de krant in z'n zak.
Als ze nog niets gehoord en gezien had over de moord c
Barloman, kon ze dat even goed pas morgen te weten komen.
Toen hij zich omdraaide om weg te gaan, stak ze plotseling
haar handien uit en trok hem naar zich toe: „Nee Gerald" zei
ze, z'n gedachten van een paar minuten geleden lezend, „ik ben
niet bang van je, ik ben alleen maar bang vuo( Je. Eens zal
God mijn gebed verhooren en jij zult Hem kennen en Hem
liefhebben met je heele hart En als je Hem liefhebt, zal je ook
Zijn Woord liefhebben."
Gerald kreeg een kleur, en verlegen sloeg hij z'n armen om
haar heen. „O, dat komt we! goed", stamelde hij. „U U hoeft
niet bezorgd over mij te zijn - U bent een lieve moeder voor
me en ik zal om U op mezelf passen."
Even later rende hij de trap af. Hij voelde zich zoo eigenaardig
en hij verlangde erg weg te komen. Het was lang geleden, dat
hij z'n moeder zoo 'n compliment gegeven had en haar in z'n
armen genomen had. Voor zoo 'n moeder als de zijne mocht
iemand wel erg dankbaar zijn. Voor 't eerst sedert maanden,
had hij weer dat gevoel van warme kameraadschap, dat hen
eens zoo nauw verbonden had. Als ze maar niet die ouderwet-
sche ideeën had, zou alles veel gemakkelijker voor hem zijn.