m 1 PHILIPS rodëOil KERKHERSTEL VERGADERT GOUD EN VUUR DONDERDAG 10 OCTOBER 1935 DERDE BLAD PAG. 9 Prof. Hait'jema over tiKerk en Volk Ds. Uitman over Kerk en Secte Ds. Groenenberg over Kerk en Verbond" In de Handelsbeurs te U t r e c h t is gister morgen dc zesde alg. ledenvergadering van 't Ned. Hery Verbond tot Kerkherstel aange vangen. De voorzitter, prof. dr. Th. L. II a i t, j c m a, van Groningen, heeft de ver gadering geopend niet een rede over het onderwerp „Kerk en Volk". Referaat Prof. Haitjema Het Verbond tot Kerkherstel, zeide spr., niet een vereeniging van wereldvreemde ij veraars voor de toepassing van een bepaalde genezingskuur op onze kranke Kerk, maar veeleer een beweging tot kerk- hernieuwing, welke universeele uitzichten opent op de hernieuwing ook van volk en vaderland, van maatschappij en staatsbestel. Daarom hoort Kerkherstel óp, wanneer er in onze omgeving ook sombere klachten worden aangeheven <i.'er het arme Neder landsche volk en tegelijk energiek wordt ge ijverd voor volkseenheid en nationale krachtsontplooiing. Nog te eerder schijnen deze klachten en dit vaderlandslievende po gen op onze instemming te mogen rekenen, als wij er acht op geven, hoezeer de natio- naal-socialistische beweging ten onzent zich inspant om Godsdienst, Christendom en Kerk positief te waardeeren. Toch moet tegen overijlde verbroedering tusschen „Kerkherstel" en de nationale be weging, die door dr. Ilylkema als het Neder- landsche Fascisme wordt aangeduid, met alle klem wordt gewaarschuwd. De voor ons zoo kardinale begrippen van Godsdienst, Christendom en Kerk liggen bij de nationale beweging veel te zeer in on klare nevelen gehuld en worden al te on kritisch gebruikt. Het principieele verschil Tegenover deze vaagheden en onklaarhe den en heimelijke verkeeringen der geopen baarde waarheid bij alle aanprijzing van het positief-Christelijke en het klassiek-kerke lijke, moet onze Kerkherstel-beweging met den meesten nadruk termen als Godsdienst, Kerk en Christendom blijven belichten van uit het hart van de belijdenis onzer Kerk. Kerkherstel moet op ondubbelzin nige wijze te verstaan geven ook al zal dit vooralsnog vergrooting van den afstand tusschen onze beweging en de nationale opleving ten gevolge hebben dat het in tegenstelling met de Nationaal-Socialistische Beweging wil blijven uitgaan, niet van de volks eenheid, maar van de eenheid der Kerk des Woords; niet van .gods dienst", maar van Godsopenbaring; niet van de Kerk als menschengemeen- sohap, maar van de Kerk als draag ster van 't gezaghebbende Woord van God. Eerst daarna trachte Kerkherstel, voorge licht door de geloofswaarheid eener Chris tus-belijdende Volkskerk, een nieuwe brug te bouwen naar de nationale beweging toe, door de positieve beteekenis van volk en natie ook in theologischen zin ruimte te Een Volkskerk is niet een kerk, waartoe alle volksgenooten behooren, of zouden moeten behooren. Het is veeleer die kerk vorm, die hierop mysterieuse kruising der lijnen van Verbond der natuur en Verbond der genade overkoepelt In iedere bediening van den Kinderdoop wordt de God de Ver- honds steeds tevens als de God der geslach ten beleden. Een belijdende Volkskerk Een Christus-belijdende Volkskerk is een Kerk, die gezinnen, families, geslachten, een volk, brengt onder het beslag van het God delijke Woord. Daarnevens vergeten wij niet, dat de Kerk-idee in het Volkskerkbegrip ge durig weer verlost moet worden door het geloof in de eene, algemeene heilige Wereld kerk van Christus. De uiteindelijke rechtvaardiging van de nationale beperking van den kerk vorm kan niet hierin liggen, dat de volkseenheid weer heimelijk doel in zichzelf zou worden, maar is gelegen in den eisch Gods aan mensohen om Hem eenparig en geconcentreerd te verheerlijken en om het Woord Gods aldus zijn loop te doen hebben, dat menschen in hun eigen taal de groote werken Gods kunnen hooren verkon- De maatstaf ter beoordeeling van den gang oer volks- en wereldgeschiedenis wordt op die manier een andere dan het in de Scheppingsorde gegevene. Die maatstaf wordt zóó zag ook Groen van Prinsterer het de heerschappij van Christus als het Hoofd der Kerk. In de kentering der tijden is het ten on zent Kerkherstels roeping mede zorg te dra gen, dat de Europeesche wending naar het nationalisme niet een cultuur-historisch reactie-verschijnsel blijve, dat zich binnen de grenzen van het „al te menschelijke" af- Huishoudelijk gedeelto In het huishoudelijk gedeelte der leden vergadering van het Ned. Herv. Verbond tot Kerkherstel, werd door verschillende leden navraag gedaan naar de samenspreking met de Vereeniging Kerkopbouw en de mo gelijkheden van Reorganisatie in de aan staande vergadering der Synodale Commis sie. Blijdschap werd uiLgesproken over het feit, dat Kerkopbouw en Kerkherstel elkan der in beginse' hadden gevonden. De jaarverslagen werden goedgekeurd. Tot lid van het Hoofdbestuur werd herbe noemd N. de Visser van Dordrecht en werden benoemd: Dr. j. C. S. Locher van Leiden en Ds. P. J. F. van Voorst Vader van Middel burg. In de Redactie van Nieuw Kerkelijk Leven Ds. H. C. J. van Deel en van Oosterend en Ds. E. Eminen van Breda. Referaat Ds. Uitman Voorts heeft Ds J. E. Uitman, Ned. Herv. predikant te Vollenhove, gesproken over het onderwerp: „Kerk en Secte". Spr. ving aan met er op te wijzen, dat secte een geest aanduidt in de Kerk. We hebben ons, vervolgae spr., in het Verbond vereenigd tot Kerkherstel; we roepen de Hervormde Kerk op, dat ze weer Kerk zij, als Kerk spreke en als Kerk handele. We zouden de Kerk niet tot herstel kunnen roepen als we niet ge loofden, dat ze nog kerk is. Het woord „Kerk" is naar zijn meest waarschijnlijke afleiding een bijvoegelijk naamwoord, dat dus een zelfstandig naamwoord vereischt om bij te kunnen staan. Kerk beteekent: wat des Heeren is. En gewoonlijk kiest men als zelfstanoig naamwoord het woord „huis". Kerk is de ruimte waar binnen het Woord van den Hcere alleen volstrekt gezag heeft; ruimte waar dc slem van den goeden F/r der gehoord wordt, die de schapen verga dert. Zoo komen we tot een woord voor „kerk", dat de reformatorische belijdenissen met voorliefde gebruiken en dat geheel naar de Schrift is, n.l. het woord „vergadering". Dc Kerk is geen menschelijke vereeniging. Het is een stichting van God, een vergade ring van en door Jezus Christus. En men wordt ertoe vergaderd en er genadig in op genomen, ook voordat men zelf iets erover heeft beschikt. In passieven zin is een ver gadering een menigte, die tot elkaar ge bracht is, een afgesloten kring. In acticven zin wijst het op actie, die bezig is zich te voltrekken, iets, dat nog niet af is. Zoo alleen tweezijdig kunnen we ook zuiver van ae Kerk spreken en van de Kerk belijdenis doen De Kerk bestaat ook niet anders voor ons dan als een spanning tusschen twee zeker heden. Eenerzijds is de Kerk gegrond als ver gadering der geloovigen in de praedestinatie, anderzijds in het genade ver bond. Uit deze spanning kunnen wij in deze bedeeling nooit komen. Wie dit vergeet vervalt van de Kerk tot de „Kerk in de Kerk", vervalt tot de secte. Wat is secte? Secte beteekent afscheiding. Het woord heeft echter in het kerkelijk spraakgebruik een heel bijzondere beteekenis gekregen. Gewoonlijk spreken we van secte en van een sectarisehe geest, waar 't donatistisch kerk begrip drijfkracht is, d.w.z. waar aan den eisch, aat de Kerk een heilige gemeente van menschen moet zijn, de algemeenheid der Kerk wordt opgeofferd. Het Kerk-ideaal van de donatisten heeft in den loop der eeuwen in velerlei vormen en in allerlei variaties in buiten de Kerk zich vertoond. Als karak ter van de secte valt hierbij steeds op te merken een zekere enghartigheid; en hoog hartigheid tegenover de Kerk als instituut en tegenover do Kerk in haar oecumenisch karakter. Geref. Bond en Secte Vraagt men naar uitingen van de secte in de Ned. Herv. Kerk, dan wordt veelal op de gemeenten van den Geref. Bond gewezen. Het is natuurlijk veel te sterk, zeide spr., om te zeggen, dat de Geref. Bond het secte-type vertoont en uit de secte leeft. Toch is aaarvoor eenig gevaar. Dat de kringen in de Kerk, die nog getrou wer willen zijn dan de Geref. Bond, door trokken zijn van sectarisme, behoeft niet op zettelijk aangetoond. Ook al is de vereeni ging Kerkopbouw gekomen naast het Ver bond tot Kerkherstel. toch is deze geest en dit zich terug trekken uit al het ongeestelijk kerkelijk gedoe van ouderlingen en op clas- sicale vergaderingen enz. in een sfeer van „geestelijker" Christendom nog niet uitge storven. En is het wat anders dan verfijnde sectegeest? Het meest bedroevend van al is ech ter misschien wel, dat er op dit oogen- blik gewaarschuwd moet worden tegen een sectarisehe vereeniging, daar, waar men bij uitstek roemt in de Kerk en strijdt voor de Kerk, de „Vader- laudsche kerk", zooals men bij voor keur zegt. Spr. wees er op, hoe door sommigen dc Confessioneele Vereeni ging gesteld wordt tegenover het Ver bond tot Kerkherstel als de meer en meest getrouwe bewaardster van Kerk en belijdenis. Ten slotte wees spr. op het gevaar van de secte voor de Kerkende critiekvan de secte De Kerk zal het gevaar van de secte en van het sectarisme in haar eigen midden alleen kunnen overwinnen en te boven komen, als ze waarlijk Kerk is, Kerk, die alleen oen Naam van haar Heere belijdt en die Iluis des Heeren is. En iedere Kerk, die met minder tevreden is en die hierin als Kerk haar roeping "erzaakt, kan onder de critiek van de secte niet anders dan ootmoe dig het hoofd buigen. Én de Kerk heeft de roeping om tegenover de secte in haar prediking duidelijk te ma ken, waarin en waarom dan, zooals de sec te het wil, ver. ?erd 's. Maar ook worden we nog eens opnieuw ook door de secte erbij ge bracht, besloot spr., dat noodig is, meer. dan noodig en voor alle andere vragen aan dc Kerk noodig: Kerkherstel. Referaat Ds. Groenenberg In de middagvergadering heeft ds. M. Groenenberg, Ned. Herv. predikant te V laardingen, gesproken over het onderwerp: „Kerk en Verbond". Het woord „Verbond", aldus spr., zal de een anders in de ooren klinken dan de an der. Voor de een is het een bekende, soms al te bekende klank, voor de ander een onbe kende klank. Het is voor velen een woord zonder inhoud uit het Doop of Avondmaals- formulier. Us we deze beide woorden: Kerk cn Verbond bekijken, zien we dat ze eigenlijk denzelfden inhoud hebben. Kerk is afgeleid van kuriakè: wat van den Heer is. In Oud- tui Nieuw-Tcstament vinden we het woord eklesia: het saamgeroepen Volk Gods. In dat woord „volk" zit het groeiende. Het groeit de toekomst in en het is alles volk Gods. Doop en belijdenis Verbond bevat ook het: „van den Heer zijn". En dat geldt dan van ons en al wat van ons is ook het nageslacht. Wij en de onzen mogen des Heeren zijn dat is Zijn Verbond. En dit Verbond is Genadeverbond, omdat het enkel genade is. Teeken was on der het Oude Verbond de besnijdenis, onder het Nieuwe: de Doop. We hooren bij God en bij elkaar door het Verbond, niet door onze daad. De Kerk rust in Gods daad, niet in de daad van den mensch. Dat zijn we kwijt. Voor ons is de doop quantité negligeable ge worden en het belijdenis-doen alles. Dat ligt in de lijn van de secte, die de eigen beslis sing ziet als grond van de Kerk, en niet als Gods beslissing. De Kerk is er, omdat er een Verbond Gods is. We zijn van God krachtens onze doop. We zijn kinderen Gods. Alleen moeten we dat nu gelooven. De mensch stamt in dit ver bond als de geloovige van Abraham af, die dan wel vader der geloovigen heet Dat ver bond kan onze ergenis worden of onze rijk dom. De Kerk heeft in al haar doen er haar leden aan te herinneren wat ze hebben en wat ze zijn. Haar prediking is herinnering daaraan, aat we van God zijn, en wat dat inhoudt. Verbond beteekent dus, dat verkondigd wordt: je hoort er bij. Niet je hoort er niet bij. Dus: zorg en geen afsnijding. Kerkher stel is niet geboren uit zucht tot afsnijding, maar uit barmhartigheid, uit zorg. Verbond beteekent tevens, dat er niet een eenheid behoeft geroepen te worden, maar dat. c.eze er is. Ons verbindt het verbond, de doop. Deze eenheid moet alleen maar tot uit drukking worden gebracht. Middagvergadering Discussie In de middagvergadering van het Ned. Herv. Verbond tot Kerkherstel heeft eenige gedachten wisseling plaats gehad over de ge houden referaten. De heer van Dulleman (Haarlem) stelde de vraag of men de secte-doop geldig moet verklaren of niet. De heer Eelderink (Vianen) was van meening. dat de voorzitter zich had begeven op het glibberig pad der politiek. Niet al leen bij de N. S. B. bestaat een vaag kerk begrip. Het gaat niet om een of andere groep, maar om de vraag of het aansnijden van het onderwerp niet gevaarlijk is. Ds. Hugenholz (Klaaswaal) deed een beroep op de leden om meer medewerking aan de Zending te verleenen. De heer Achterberg (Driebergen) waarschuwde in de kerk zelf niet al te zeer lot sectarisme te vervallen. Hij noemde daarbij eenige voorbeelden op het gebied van kerkvoogdij. Schier onhoorbaar cfelnaicl van onlwc&SceEfcd leven i wordt met den 525A waarneembaar gemaakt dank zij de Octode Menglamp! li'.» b'*1Wh ,2/i)VVr»S,S55 Uitzendingen van verre, krachteloos of zwak, worden door den 525a krachtig en even diep weergegeven als de Nederlandsche zenders. Zelfs met zwakke oogen leest men zonder bril de namen op de overduidelijke afstemschaal! Geperfectionneerde automatische fading-compensatie. Alle tonen komen tot hun volle recht! De eindlamp herbergt een wereld van volume - de luidspreker is uitgerust met een extra zware permanente magneet. «OCTODYNL* PRODUCT VAN DE GROOTSTE RADtO.INDUSTRIE TER WERELD. UW EIGEN NATIONALE INDUSTRIE. Ds. Uitman gaf als zijn meening te kennen, dat de Doop der secten erkend kon worden. De menschen keeren in de kerk terug en erkennen gedwaald te hebben. Waar het in de Doop niet gaat om uiterlijke teekenen. achtte spr. het gewenscht om cle ment te zijn en niet te herdoopen. Prof. Haitjema deed naar aanleiding van enkele vragen de mededeeling, dat bij de uitbreiding van het blad waartoe beslo ten was. ook een rubriek zou worden ge opend over het beheer. Spr. wees er voorts op, dat hij niet had gesproken over de N.S.B als politieke nar tij, maar over de nationale oplevin-r en de N.S.B. als uiting daarvan had beschouwd. Het spreekt van zelf. dat de kerk als kerk heeft te zeggen wie Christus is, maar zij heeft toch ook te zeggen, dat de beweging, die vlak aan het kerkelijk erf voorbij stroomt, een andere richting uitgaat. Deze beweging moet uit haar .geboortebodem losgemaakt en anders gericht worden. In den loop van de vergadering werd nog een telegram gezonden naar Ds. N. v. d. Snoek, te Veenendaal .tweede voorzitter van het Verbond, waarin de beste wenschen wer den geuit voor diens spoedig herstel. De wet regelende de uitverkoopen Treedt 15 October a.s. in werking Bij Kon. Besluit is bepaald, dat de wet houdende regeling betreffenae het uitver koopen en opruimen in het winkelbedrijf in werking treedt met ingang van 15 Oct. a.s. VRIJDAG 11 OCTOBER HILVERSUM I 1875 M. Algemeen program ma verzorgd door de NCRV. 8.00 Schrift lezing en meditatie. 8.159.30 Gram.pl. 10.30 Morgendienst o.l.v. Ds. W. Schouten. 11.00—12.00 Orgelconcert F. Kloek. 12.15 Gramofoonpl. 12.30 Ensemble v. d. Horst en gramofoonpl. 2.30 Chr. Lectuur. 3.003.45 Hobo-recital B. de Vries, a. d. vleugel: A. Tump. 4.00 Concert. G. de KnegtTer Haar (zang), F. Zepparoni (viool) en Rie Beute (piano). 5.30 Gram. pl. 6.30 Causerie A. J. Herwig. 7.00 Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Reportage. 7.30 Li terair Halfuur. 8.00 Berichten. 8.05 Arn- hemsche zangvereen. „Bel Canto", de Arn hemsche orkestver. en solisten o.l.v. P. Versloot. 9.25 Declamatie door F. C. van Dorp. 9.55 Vervolg concert. 10.25 Berich ten. 10.3011.30 Gram. platen. HILVERSUM II, 301 M. 8.00 VARA, 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00 VARA. 8.00 Orgelspel C. Steijn .8.30 Gram pl. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 De clamatie C. Rijken. 10.35 Orvitropia o.l.v. J. v. d. Horst. 11.00 Vervolg declamatie. 11.20 Vervolg Orvitropia. 12.00 Gram.pl. 12.30 Kovacs Lajos orkest (gr.pl.). 2.00 P. J. Schenke: De tuin in het najaar. 2.20 Omroeporkest olv. N. Gerharz, mmv. E. Veen (piano). I. d. pauze, voordracht door Greta de Braekeleer. 4.05 De Zonneklop pers olv. C. Steyn. 5.00 Kinderuurtje. 5.30 Orvitropia olv. J. v. d. Horst. 6.10 Gra mofoonpl. 7.00 Lezing over Herdy, door Dr. H. Polak, gram.pl. en declamatie door Hetty Beck. 7.50 Nieuwsber. Herh. SOS- ber. 8.00 Nieuwsber. Vrijz. Godsd. Pers bureau. 8.05 Dr. Nic. A. Bruining: Onze Bijbel. 8.30 Concert mmv. Maja Reiligh. (sopraan), Lini Schroder (alt), F. Zeppa roni (viool) en H. Schouwman (piano). 9.00 Mr. Dr. W. Verkade spreekt over Thorbecke. 9.30 Vervolg concert. 10.00 H. Rutgers spreekt over Heinrich Schuetz. 10.45 Nieuwsber. Vrijz. Godsd. Persbur. DROITWICH 1500 M. 10.35—10.50 Morgen wijding. 11.05 Causerie. 11.20 Orgelspel. 11.50 Voor de scholen. 12.10 Het Troca- dero-Cinema-orkest. 12.50 BBC-dansor- kest. 1.35 Solistenconcert. 2.25 Voor de scholen. 3.20; 3.35 en 3.50 Lezingen. 4.20 BBC-Midland orkest. 5.35 BBC-dansor- kest. 6.20 Berichten. 6.50 Zang. 7.10; 7.30 en 7.50 Lezingen. 8.20 BBC-orkest. 9.50 Berichten. 10.40 Cabaret programma. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en 1.302.20 Gram.pl. 5.20 Omroeporkest. 6.20 Trio-concert. 7.35 Gram.pl. 8.20 Sa lonorkest en radiotooneel. 484 M.: 12.20 Gramofoonpl. 12.40 Zang. 12.50 Omroep orkest. 1.50 Zang. 2.002.20; 5.20 Gr.pl. 5.50 Pianorecital. 7.10 Gram.pl. 7.35 Zang. 8.20 Voor Oud-strijders. 9.40 en 10.30 11.20 Gramofoonpl. ROME 421 M. 8.00 Gevar. concert. Feuilleton EEN AMERIKAANSCHE GESCHIEDENIS door Paul Hutchens KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS ..gangster". De keukenmeid. Molly O Hagen. Setty bjj hi tiefvader. ir Een brief de provisiekam Jaird Barloi nieuwen vriend, den kranten- ïrhandigd, die hem voor haar :axl-chauffeur, Gerald die haar voor de nieuwe waar Rev. Raynor ^iprei sericht staat, dat stiefdochter verdac Er komt een te ilet goed begröper Missiegebouw, it maakt diepe „Nu, 't is toch erg vreemd laat mij 't nog eens lezen. ^Wegens sterven van haar moeder kan pianiste deze week niet komen." Hij stond op en liep de kamer op en neer. „Ik vraag I me af nee, dat kan 't niet zijn!" Voor de stoel van zijn vrouw Stond hij stil. „Heb je Gerald sinds vanmorgen gezien?" „Nee", antwoordde zij. „Maar hij zal niets over haar weten. Hij bracht husr alleen hierheen vaa, 'i station af en „Weet je dat zeker? Hoe laat was het toen ze hier kwamen?" ,,'t Zal zoowat elf uur geweest zijn. Ja, zoo laat was het." „Wat had hij te zeggen? Ik bedoel: noemde hij de trein waar mee Juffrouw Dreanard gekomen is?" „Nee, dat niet. 1-Iij zei alleen maar, dat hij me het meisje voorste'de, dat ik verwachtte. En toen zei hij dat hij gauw wcj moest, omdat 't een drukke dag was." „Weet je zeker, dat hij wist, wie zij was? Je weet, dat hij ons wel eens meer meisjes gebracht heeft, die 't moeilijk hadden of een tehuis noodig hadden, en misschien wist hij heelemaal niet, dat zij onze nieuwe pianiste was.'1 „Daar heb ik geen oogenblik over gedacht Ik dacht natuurlijk direct dat zij geen ander was dan het meisje, dat Meneer Wadley ons stuurde. En omdat Gerald wist, dat wij een nieuwe pianiste verwachtten, veronderstelde ik dat hij haar toevallig juist gereden moest hebben." De stem van Mevrouw Raynor deed hooren, dat zij begon te begrijpen dat het geval een beetje gecompliceerder was, dan ze eerst vermoed had. „En zei Gerald niets anders over de plaats, waar hij Juffrouw Dreanard aangetroffen had of hij haar nog ergens anders heen gereden had, voor hij haar hier bracht?" „Nee, heelemaal niet! Ik hoop, dat je het meisje niet verdenkt o, dat is onmogelijk. Ze leek zoo sympathiek en onschuldig. Zoo 'n meisje zou nooit zoo iets kunnen doen. Bovendien stond er in de krant, dat Barloman's stiefdochter van de moord ver dacht wordt" „Dat is zoo, maar Barloman kan best een vrouw in New-York gehad hebben. Waar is die krant?" „Die heeft ze mee naar boven genomen. Misschien komt ze direct weer beneden." „Ik wou, dat' ik Gerald bereiken kon wacht, ik zal hem opbellen: hij is om tien uur k'aar en zal misschien op 't oogen blik thuis zijn." Toen Meneer Raynor een oogenblik later terug kwam, stond ï'n gezicht bedenkelijk, ,,'t Gaat er slecht uitzien vóc^ nieuwe pianiste", zei hij bezorgd, „en dat levert ook maar weer praatjes over dc Missie op. Gerald zegt, dat hij haar in Logos Street aantrof, twee blokken van het huis van Barloman van daan daar waar liij werd doodgeschoten dus en dat ze hem vertelde, dat haar moeder pas gestorven was." Hij zweeg en keek z'n vrouw lang en vragend aan. „Ge'oc' je haast niet, dat ze dat telegram in New-York bij iemand achter gelaten heeft, om het vanavond hierheen te laten sturen en ons zoo van 't spoor af te brengen? Maar nee dat lijkt ook al niet waarschijnlijk. Waarom zou ze dan bij ons gekomen zijn?" „!k kan 't me niet indenken", zei z'n vrouw. „Maar laten we haar roepen en haar zelf vragen." „En haar laten denken, dat we haar van moord "verdenken?" „Nu, doe je dat dan niet? Je doet 't immers toch?" vroeg ze bang en toch op den man af. „Waarom zou ik?" was zijn ontwijkende wedervraag. „Er kunnen wel twintig meisjes met de naam Betty JJreanard op de wereld zijn. Denk jij, dat een meisje dat kon zingen a's zij vanavond deed, en zich zoo over de bekeering van zielen kon verheugen, het leven van een ander genomen kan hebben?" „Dan moest ze al een heel goede tooneelspeelster zijn of, ze moet gedwongen zijn het tc doen om haar eer te redden. Je weet, wat voor type man Jaird Barloman schijnt geweest te zijn!" „Nu, laten we maar vragen of ze beneden komt om nog wat te eten, voordat we naar bed gaan. Ik zou graag die krant nog eens inzien; het lijkt me toe, dat ze verbazend veel leek op die foto op de voorpagina." Mevrouw Raynor stond op. „Ik zal zien, of ze wil komen", zei ze, voordat ze naar boven ging. Ze was pas een paar seconden weg, toen haar man haar weer haastig naar beneden hoorde komen. „Wil je dadelijk hier komen?" riep ze opgewonden nog vanaf de .rap. Er was iets in haar stem, dat hem being maakte en hem zoo vlug mogelijk de trap op deed rennen. HOOFDSTUK IX Toen Gerald Dawnery zijn taxi instapte nadat hij Betty bij Mevrouw Raynor gebracht had, keek hij op de meter en be taalde dadelijk het volle tarief van haar rit. Het was niet omdat liij dat zoo goed doen kon, want zijn financiën waren meest maar net toereikend voor z'n eigen persoonlijke behoeften. Maar in deze situatie scheen ridderlijkheid vereischt te zijn, ridderlijkheid, die zich niet alleen in enkele beleefdheid uitte, maar uok in een opofferende daad. Hij kon zichzelf niet ver klaren, waarom hij dat zoo voelde, maar dit geval was het waard en dat te meer ja, omdat hij om de een of andere niet te definieeren reden een diepe eerbied en bewondering voor het meisje koesterde. Misschien was het haar verschrikte manier van optreden, of het medegevoel in hem toen zij over den dood van haar moeder sprak. Wat het ook was, hij voelde zich eigenaardig tot haar aangetrokken en beloofde zich zelf dat deze dag niet de laatste zou zijn, om haar te zien, of haar zijn hulp aan te bieden, wanneer de gelegenheid zich maar aanbood. Met een gemak en nauwkeurigheid door ervaring verkregen vond hij zijn weg door het opgehoopte verkeer terug naar het blok, waar hij Tim het laatst gezien had. Hij moest Tim spreken, Niet dat het zijn zaken waren, waar liet meisje vandaan kwam of dat hij hoopte, dat Tim misschien wat meer over haar wist dan hijzelf, maar het was alsof iets hem aandreef om naar die plek terug te rijden. Het was vier jaren geleden, dat hij Tim gevonden had, zonder tehuis, zonder vrienden, hongerig en uitgeput. Hij had met z'n bundel kranten op de hoek \an North Clark Street in Chicago Avenue gestaan, erbarmelijk huiverend van de koude. „Meneer! Een krant noodig?Hè ja, meneer! Eentje maar!"' had Tim gebedeld. (Wordt .vervolgd-).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9