m 1
PHILIPS
rodëOil
KERKHERSTEL VERGADERT
GOUD EN
VUUR
DONDERDAG 10 OCTOBER 1935
DERDE BLAD PAG. 9
Prof. Hait'jema over
tiKerk en Volk
Ds. Uitman over Kerk en Secte
Ds. Groenenberg over
Kerk en Verbond"
In de Handelsbeurs te U t r e c h t is gister
morgen dc zesde alg. ledenvergadering van 't
Ned. Hery Verbond tot Kerkherstel aange
vangen. De voorzitter, prof. dr. Th. L.
II a i t, j c m a, van Groningen, heeft de ver
gadering geopend niet een rede over het
onderwerp „Kerk en Volk".
Referaat Prof. Haitjema
Het Verbond tot Kerkherstel, zeide spr.,
niet een vereeniging van wereldvreemde
ij veraars voor de toepassing van een
bepaalde genezingskuur op onze kranke
Kerk, maar veeleer een beweging tot kerk-
hernieuwing, welke universeele uitzichten
opent op de hernieuwing ook van volk en
vaderland, van maatschappij en staatsbestel.
Daarom hoort Kerkherstel óp, wanneer er
in onze omgeving ook sombere klachten
worden aangeheven <i.'er het arme Neder
landsche volk en tegelijk energiek wordt ge
ijverd voor volkseenheid en nationale
krachtsontplooiing. Nog te eerder schijnen
deze klachten en dit vaderlandslievende po
gen op onze instemming te mogen rekenen,
als wij er acht op geven, hoezeer de natio-
naal-socialistische beweging ten onzent zich
inspant om Godsdienst, Christendom en
Kerk positief te waardeeren.
Toch moet tegen overijlde verbroedering
tusschen „Kerkherstel" en de nationale be
weging, die door dr. Ilylkema als het Neder-
landsche Fascisme wordt aangeduid, met
alle klem wordt gewaarschuwd.
De voor ons zoo kardinale begrippen van
Godsdienst, Christendom en Kerk liggen bij
de nationale beweging veel te zeer in on
klare nevelen gehuld en worden al te on
kritisch gebruikt.
Het principieele verschil
Tegenover deze vaagheden en onklaarhe
den en heimelijke verkeeringen der geopen
baarde waarheid bij alle aanprijzing van het
positief-Christelijke en het klassiek-kerke
lijke, moet onze Kerkherstel-beweging met
den meesten nadruk termen als Godsdienst,
Kerk en Christendom blijven belichten van
uit het hart van de belijdenis onzer Kerk.
Kerkherstel moet op ondubbelzin
nige wijze te verstaan geven ook al
zal dit vooralsnog vergrooting van
den afstand tusschen onze beweging
en de nationale opleving ten gevolge
hebben dat het in tegenstelling met
de Nationaal-Socialistische Beweging
wil blijven uitgaan, niet van de volks
eenheid, maar van de eenheid der
Kerk des Woords; niet van .gods
dienst", maar van Godsopenbaring;
niet van de Kerk als menschengemeen-
sohap, maar van de Kerk als draag
ster van 't gezaghebbende Woord van
God.
Eerst daarna trachte Kerkherstel, voorge
licht door de geloofswaarheid eener Chris
tus-belijdende Volkskerk, een nieuwe brug
te bouwen naar de nationale beweging toe,
door de positieve beteekenis van volk en
natie ook in theologischen zin ruimte te
Een Volkskerk is niet een kerk, waartoe
alle volksgenooten behooren, of zouden
moeten behooren. Het is veeleer die kerk
vorm, die hierop mysterieuse kruising der
lijnen van Verbond der natuur en Verbond
der genade overkoepelt In iedere bediening
van den Kinderdoop wordt de God de Ver-
honds steeds tevens als de God der geslach
ten beleden.
Een belijdende Volkskerk
Een Christus-belijdende Volkskerk is een
Kerk, die gezinnen, families, geslachten, een
volk, brengt onder het beslag van het God
delijke Woord. Daarnevens vergeten wij niet,
dat de Kerk-idee in het Volkskerkbegrip ge
durig weer verlost moet worden door het
geloof in de eene, algemeene heilige Wereld
kerk van Christus.
De uiteindelijke rechtvaardiging van
de nationale beperking van den kerk
vorm kan niet hierin liggen, dat de
volkseenheid weer heimelijk doel in
zichzelf zou worden, maar is gelegen
in den eisch Gods aan mensohen om
Hem eenparig en geconcentreerd te
verheerlijken en om het Woord Gods
aldus zijn loop te doen hebben, dat
menschen in hun eigen taal de groote
werken Gods kunnen hooren verkon-
De maatstaf ter beoordeeling van den
gang oer volks- en wereldgeschiedenis wordt
op die manier een andere dan het in de
Scheppingsorde gegevene. Die maatstaf
wordt zóó zag ook Groen van Prinsterer
het de heerschappij van Christus als het
Hoofd der Kerk.
In de kentering der tijden is het ten on
zent Kerkherstels roeping mede zorg te dra
gen, dat de Europeesche wending naar het
nationalisme niet een cultuur-historisch
reactie-verschijnsel blijve, dat zich binnen
de grenzen van het „al te menschelijke" af-
Huishoudelijk gedeelto
In het huishoudelijk gedeelte der leden
vergadering van het Ned. Herv. Verbond tot
Kerkherstel, werd door verschillende leden
navraag gedaan naar de samenspreking
met de Vereeniging Kerkopbouw en de mo
gelijkheden van Reorganisatie in de aan
staande vergadering der Synodale Commis
sie. Blijdschap werd uiLgesproken over het
feit, dat Kerkopbouw en Kerkherstel elkan
der in beginse' hadden gevonden.
De jaarverslagen werden goedgekeurd.
Tot lid van het Hoofdbestuur werd herbe
noemd N. de Visser van Dordrecht en werden
benoemd: Dr. j. C. S. Locher van Leiden en
Ds. P. J. F. van Voorst Vader van Middel
burg. In de Redactie van Nieuw Kerkelijk
Leven Ds. H. C. J. van Deel en van Oosterend
en Ds. E. Eminen van Breda.
Referaat Ds. Uitman
Voorts heeft Ds J. E. Uitman, Ned.
Herv. predikant te Vollenhove, gesproken
over het onderwerp: „Kerk en Secte". Spr.
ving aan met er op te wijzen, dat secte een
geest aanduidt in de Kerk. We hebben ons,
vervolgae spr., in het Verbond vereenigd tot
Kerkherstel; we roepen de Hervormde Kerk
op, dat ze weer Kerk zij, als Kerk spreke en
als Kerk handele. We zouden de Kerk niet
tot herstel kunnen roepen als we niet ge
loofden, dat ze nog kerk is. Het woord
„Kerk" is naar zijn meest waarschijnlijke
afleiding een bijvoegelijk naamwoord, dat
dus een zelfstandig naamwoord vereischt om
bij te kunnen staan. Kerk beteekent: wat
des Heeren is. En gewoonlijk kiest men als
zelfstanoig naamwoord het woord „huis".
Kerk is de ruimte waar binnen het Woord
van den Hcere alleen volstrekt gezag heeft;
ruimte waar dc slem van den goeden F/r
der gehoord wordt, die de schapen verga
dert. Zoo komen we tot een woord voor
„kerk", dat de reformatorische belijdenissen
met voorliefde gebruiken en dat geheel naar
de Schrift is, n.l. het woord „vergadering".
Dc Kerk is geen menschelijke vereeniging.
Het is een stichting van God, een vergade
ring van en door Jezus Christus. En men
wordt ertoe vergaderd en er genadig in op
genomen, ook voordat men zelf iets erover
heeft beschikt. In passieven zin is een ver
gadering een menigte, die tot elkaar ge
bracht is, een afgesloten kring. In acticven
zin wijst het op actie, die bezig is zich te
voltrekken, iets, dat nog niet af is. Zoo alleen
tweezijdig kunnen we ook zuiver van ae
Kerk spreken en van de Kerk belijdenis doen
De Kerk bestaat ook niet anders voor ons
dan als een spanning tusschen twee zeker
heden. Eenerzijds is de Kerk gegrond als ver
gadering der geloovigen in de praedestinatie,
anderzijds in het genade ver bond. Uit deze
spanning kunnen wij in deze bedeeling
nooit komen. Wie dit vergeet vervalt van de
Kerk tot de „Kerk in de Kerk", vervalt tot
de secte.
Wat is secte?
Secte beteekent afscheiding. Het woord
heeft echter in het kerkelijk spraakgebruik
een heel bijzondere beteekenis gekregen.
Gewoonlijk spreken we van secte en van een
sectarisehe geest, waar 't donatistisch kerk
begrip drijfkracht is, d.w.z. waar aan den
eisch, aat de Kerk een heilige gemeente van
menschen moet zijn, de algemeenheid der
Kerk wordt opgeofferd. Het Kerk-ideaal van
de donatisten heeft in den loop der eeuwen
in velerlei vormen en in allerlei variaties in
buiten de Kerk zich vertoond. Als karak
ter van de secte valt hierbij steeds op te
merken een zekere enghartigheid; en hoog
hartigheid tegenover de Kerk als instituut
en tegenover do Kerk in haar oecumenisch
karakter.
Geref. Bond en Secte
Vraagt men naar uitingen van de
secte in de Ned. Herv. Kerk, dan wordt
veelal op de gemeenten van den Geref.
Bond gewezen. Het is natuurlijk veel
te sterk, zeide spr., om te zeggen, dat
de Geref. Bond het secte-type vertoont
en uit de secte leeft. Toch is aaarvoor
eenig gevaar.
Dat de kringen in de Kerk, die nog getrou
wer willen zijn dan de Geref. Bond, door
trokken zijn van sectarisme, behoeft niet op
zettelijk aangetoond. Ook al is de vereeni
ging Kerkopbouw gekomen naast het Ver
bond tot Kerkherstel. toch is deze geest en
dit zich terug trekken uit al het ongeestelijk
kerkelijk gedoe van ouderlingen en op clas-
sicale vergaderingen enz. in een sfeer van
„geestelijker" Christendom nog niet uitge
storven. En is het wat anders dan verfijnde
sectegeest?
Het meest bedroevend van al is ech
ter misschien wel, dat er op dit oogen-
blik gewaarschuwd moet worden tegen
een sectarisehe vereeniging, daar,
waar men bij uitstek roemt in de Kerk
en strijdt voor de Kerk, de „Vader-
laudsche kerk", zooals men bij voor
keur zegt. Spr. wees er op, hoe door
sommigen dc Confessioneele Vereeni
ging gesteld wordt tegenover het Ver
bond tot Kerkherstel als de meer en
meest getrouwe bewaardster van Kerk
en belijdenis.
Ten slotte wees spr. op het gevaar van de
secte voor de Kerkende critiekvan de secte
De Kerk zal het gevaar van de secte en
van het sectarisme in haar eigen midden
alleen kunnen overwinnen en te boven
komen, als ze waarlijk Kerk is, Kerk, die
alleen oen Naam van haar Heere belijdt en
die Iluis des Heeren is. En iedere Kerk, die
met minder tevreden is en die hierin als
Kerk haar roeping "erzaakt, kan onder de
critiek van de secte niet anders dan ootmoe
dig het hoofd buigen.
Én de Kerk heeft de roeping om tegenover
de secte in haar prediking duidelijk te ma
ken, waarin en waarom dan, zooals de sec
te het wil, ver. ?erd 's. Maar ook worden we
nog eens opnieuw ook door de secte erbij ge
bracht, besloot spr., dat noodig is, meer. dan
noodig en voor alle andere vragen aan dc
Kerk noodig: Kerkherstel.
Referaat Ds. Groenenberg
In de middagvergadering heeft ds. M.
Groenenberg, Ned. Herv. predikant te
V laardingen, gesproken over het onderwerp:
„Kerk en Verbond".
Het woord „Verbond", aldus spr., zal de
een anders in de ooren klinken dan de an
der. Voor de een is het een bekende, soms al
te bekende klank, voor de ander een onbe
kende klank. Het is voor velen een woord
zonder inhoud uit het Doop of Avondmaals-
formulier. Us we deze beide woorden:
Kerk cn Verbond bekijken, zien we dat ze
eigenlijk denzelfden inhoud hebben. Kerk
is afgeleid van kuriakè: wat van den Heer
is. In Oud- tui Nieuw-Tcstament vinden we
het woord eklesia: het saamgeroepen Volk
Gods. In dat woord „volk" zit het groeiende.
Het groeit de toekomst in en het is alles
volk Gods.
Doop en belijdenis
Verbond bevat ook het: „van den Heer
zijn". En dat geldt dan van ons en al wat
van ons is ook het nageslacht. Wij en de
onzen mogen des Heeren zijn dat is Zijn
Verbond. En dit Verbond is Genadeverbond,
omdat het enkel genade is. Teeken was on
der het Oude Verbond de besnijdenis, onder
het Nieuwe: de Doop. We hooren bij God en
bij elkaar door het Verbond, niet door onze
daad. De Kerk rust in Gods daad, niet in de
daad van den mensch. Dat zijn we kwijt.
Voor ons is de doop quantité negligeable ge
worden en het belijdenis-doen alles. Dat ligt
in de lijn van de secte, die de eigen beslis
sing ziet als grond van de Kerk, en niet als
Gods beslissing.
De Kerk is er, omdat er een Verbond Gods
is. We zijn van God krachtens onze doop.
We zijn kinderen Gods. Alleen moeten we
dat nu gelooven. De mensch stamt in dit ver
bond als de geloovige van Abraham af, die
dan wel vader der geloovigen heet Dat ver
bond kan onze ergenis worden of onze rijk
dom. De Kerk heeft in al haar doen er haar
leden aan te herinneren wat ze hebben en
wat ze zijn. Haar prediking is herinnering
daaraan, aat we van God zijn, en wat dat
inhoudt.
Verbond beteekent dus, dat verkondigd
wordt: je hoort er bij. Niet je hoort er niet
bij. Dus: zorg en geen afsnijding. Kerkher
stel is niet geboren uit zucht tot afsnijding,
maar uit barmhartigheid, uit zorg.
Verbond beteekent tevens, dat er niet een
eenheid behoeft geroepen te worden, maar
dat. c.eze er is. Ons verbindt het verbond, de
doop. Deze eenheid moet alleen maar tot uit
drukking worden gebracht.
Middagvergadering
Discussie
In de middagvergadering van het Ned.
Herv. Verbond tot Kerkherstel heeft eenige
gedachten wisseling plaats gehad over de ge
houden referaten.
De heer van Dulleman (Haarlem)
stelde de vraag of men de secte-doop geldig
moet verklaren of niet.
De heer Eelderink (Vianen) was van
meening. dat de voorzitter zich had begeven
op het glibberig pad der politiek. Niet al
leen bij de N. S. B. bestaat een vaag kerk
begrip. Het gaat niet om een of andere
groep, maar om de vraag of het aansnijden
van het onderwerp niet gevaarlijk is.
Ds. Hugenholz (Klaaswaal) deed een
beroep op de leden om meer medewerking
aan de Zending te verleenen.
De heer Achterberg (Driebergen)
waarschuwde in de kerk zelf niet al te zeer
lot sectarisme te vervallen. Hij noemde
daarbij eenige voorbeelden op het gebied van
kerkvoogdij.
Schier onhoorbaar cfelnaicl
van onlwc&SceEfcd leven i
wordt met den 525A waarneembaar gemaakt dank zij
de Octode Menglamp!
li'.» b'*1Wh ,2/i)VVr»S,S55
Uitzendingen van verre, krachteloos
of zwak, worden door den 525a
krachtig en even diep weergegeven
als de Nederlandsche zenders. Zelfs
met zwakke oogen leest men zonder
bril de namen op de overduidelijke
afstemschaal! Geperfectionneerde
automatische fading-compensatie.
Alle tonen komen tot hun volle recht!
De eindlamp herbergt een wereld van
volume - de luidspreker is uitgerust
met een extra zware permanente
magneet.
«OCTODYNL*
PRODUCT VAN DE GROOTSTE RADtO.INDUSTRIE TER WERELD. UW EIGEN NATIONALE INDUSTRIE.
Ds. Uitman gaf als zijn meening te
kennen, dat de Doop der secten erkend kon
worden. De menschen keeren in de kerk
terug en erkennen gedwaald te hebben.
Waar het in de Doop niet gaat om uiterlijke
teekenen. achtte spr. het gewenscht om cle
ment te zijn en niet te herdoopen.
Prof. Haitjema deed naar aanleiding
van enkele vragen de mededeeling, dat bij
de uitbreiding van het blad waartoe beslo
ten was. ook een rubriek zou worden ge
opend over het beheer. Spr. wees er voorts
op, dat hij niet had gesproken over de
N.S.B als politieke nar tij, maar over de
nationale oplevin-r en de N.S.B. als uiting
daarvan had beschouwd. Het spreekt van
zelf. dat de kerk als kerk heeft te zeggen
wie Christus is, maar zij heeft toch ook te
zeggen, dat de beweging, die vlak aan het
kerkelijk erf voorbij stroomt, een andere
richting uitgaat. Deze beweging moet uit
haar .geboortebodem losgemaakt en anders
gericht worden.
In den loop van de vergadering werd nog
een telegram gezonden naar Ds. N. v. d.
Snoek, te Veenendaal .tweede voorzitter van
het Verbond, waarin de beste wenschen wer
den geuit voor diens spoedig herstel.
De wet regelende de uitverkoopen
Treedt 15 October a.s. in werking
Bij Kon. Besluit is bepaald, dat de wet
houdende regeling betreffenae het uitver
koopen en opruimen in het winkelbedrijf in
werking treedt met ingang van 15 Oct. a.s.
VRIJDAG 11 OCTOBER
HILVERSUM I 1875 M. Algemeen program
ma verzorgd door de NCRV. 8.00 Schrift
lezing en meditatie. 8.159.30 Gram.pl.
10.30 Morgendienst o.l.v. Ds. W. Schouten.
11.00—12.00 Orgelconcert F. Kloek. 12.15
Gramofoonpl. 12.30 Ensemble v. d. Horst
en gramofoonpl. 2.30 Chr. Lectuur.
3.003.45 Hobo-recital B. de Vries, a. d.
vleugel: A. Tump. 4.00 Concert. G. de
KnegtTer Haar (zang), F. Zepparoni
(viool) en Rie Beute (piano). 5.30 Gram.
pl. 6.30 Causerie A. J. Herwig. 7.00 Ned.
Chr. Persbureau. 7.15 Reportage. 7.30 Li
terair Halfuur. 8.00 Berichten. 8.05 Arn-
hemsche zangvereen. „Bel Canto", de Arn
hemsche orkestver. en solisten o.l.v. P.
Versloot. 9.25 Declamatie door F. C. van
Dorp. 9.55 Vervolg concert. 10.25 Berich
ten. 10.3011.30 Gram. platen.
HILVERSUM II, 301 M. 8.00 VARA, 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00
VARA. 8.00 Orgelspel C. Steijn .8.30 Gram
pl. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 De
clamatie C. Rijken. 10.35 Orvitropia o.l.v.
J. v. d. Horst. 11.00 Vervolg declamatie.
11.20 Vervolg Orvitropia. 12.00 Gram.pl.
12.30 Kovacs Lajos orkest (gr.pl.). 2.00
P. J. Schenke: De tuin in het najaar. 2.20
Omroeporkest olv. N. Gerharz, mmv. E.
Veen (piano). I. d. pauze, voordracht door
Greta de Braekeleer. 4.05 De Zonneklop
pers olv. C. Steyn. 5.00 Kinderuurtje. 5.30
Orvitropia olv. J. v. d. Horst. 6.10 Gra
mofoonpl. 7.00 Lezing over Herdy, door
Dr. H. Polak, gram.pl. en declamatie door
Hetty Beck. 7.50 Nieuwsber. Herh. SOS-
ber. 8.00 Nieuwsber. Vrijz. Godsd. Pers
bureau. 8.05 Dr. Nic. A. Bruining: Onze
Bijbel. 8.30 Concert mmv. Maja Reiligh.
(sopraan), Lini Schroder (alt), F. Zeppa
roni (viool) en H. Schouwman (piano).
9.00 Mr. Dr. W. Verkade spreekt over
Thorbecke. 9.30 Vervolg concert. 10.00 H.
Rutgers spreekt over Heinrich Schuetz.
10.45 Nieuwsber. Vrijz. Godsd. Persbur.
DROITWICH 1500 M. 10.35—10.50 Morgen
wijding. 11.05 Causerie. 11.20 Orgelspel.
11.50 Voor de scholen. 12.10 Het Troca-
dero-Cinema-orkest. 12.50 BBC-dansor-
kest. 1.35 Solistenconcert. 2.25 Voor de
scholen. 3.20; 3.35 en 3.50 Lezingen. 4.20
BBC-Midland orkest. 5.35 BBC-dansor-
kest. 6.20 Berichten. 6.50 Zang. 7.10; 7.30
en 7.50 Lezingen. 8.20 BBC-orkest. 9.50
Berichten. 10.40 Cabaret programma.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en
1.302.20 Gram.pl. 5.20 Omroeporkest.
6.20 Trio-concert. 7.35 Gram.pl. 8.20 Sa
lonorkest en radiotooneel. 484 M.: 12.20
Gramofoonpl. 12.40 Zang. 12.50 Omroep
orkest. 1.50 Zang. 2.002.20; 5.20 Gr.pl.
5.50 Pianorecital. 7.10 Gram.pl. 7.35 Zang.
8.20 Voor Oud-strijders. 9.40 en 10.30
11.20 Gramofoonpl.
ROME 421 M. 8.00 Gevar. concert.
Feuilleton
EEN AMERIKAANSCHE
GESCHIEDENIS
door Paul Hutchens
KORTE INHOUD VOOR NIEUWE LEZERS
..gangster". De keukenmeid. Molly O Hagen.
Setty bjj hi
tiefvader. ir
Een brief
de provisiekam
Jaird Barloi
nieuwen vriend, den kranten-
ïrhandigd, die hem voor haar
:axl-chauffeur, Gerald
die haar voor de nieuwe
waar Rev. Raynor ^iprei
sericht staat, dat
stiefdochter verdac
Er komt een te
ilet goed begröper
Missiegebouw,
it maakt diepe
„Nu, 't is toch erg vreemd laat mij 't nog eens lezen.
^Wegens sterven van haar moeder kan pianiste deze week niet
komen." Hij stond op en liep de kamer op en neer. „Ik vraag
I me af nee, dat kan 't niet zijn!" Voor de stoel van zijn vrouw
Stond hij stil. „Heb je Gerald sinds vanmorgen gezien?"
„Nee", antwoordde zij. „Maar hij zal niets over haar weten.
Hij bracht husr alleen hierheen vaa, 'i station af en
„Weet je dat zeker? Hoe laat was het toen ze hier kwamen?"
,,'t Zal zoowat elf uur geweest zijn. Ja, zoo laat was het."
„Wat had hij te zeggen? Ik bedoel: noemde hij de trein waar
mee Juffrouw Dreanard gekomen is?"
„Nee, dat niet. 1-Iij zei alleen maar, dat hij me het meisje
voorste'de, dat ik verwachtte. En toen zei hij dat hij gauw wcj
moest, omdat 't een drukke dag was."
„Weet je zeker, dat hij wist, wie zij was? Je weet, dat hij ons
wel eens meer meisjes gebracht heeft, die 't moeilijk hadden
of een tehuis noodig hadden, en misschien wist hij heelemaal
niet, dat zij onze nieuwe pianiste was.'1
„Daar heb ik geen oogenblik over gedacht Ik dacht natuurlijk
direct dat zij geen ander was dan het meisje, dat Meneer
Wadley ons stuurde. En omdat Gerald wist, dat wij een nieuwe
pianiste verwachtten, veronderstelde ik dat hij haar toevallig
juist gereden moest hebben." De stem van Mevrouw Raynor
deed hooren, dat zij begon te begrijpen dat het geval een beetje
gecompliceerder was, dan ze eerst vermoed had.
„En zei Gerald niets anders over de plaats, waar hij Juffrouw
Dreanard aangetroffen had of hij haar nog ergens anders
heen gereden had, voor hij haar hier bracht?"
„Nee, heelemaal niet! Ik hoop, dat je het meisje niet verdenkt
o, dat is onmogelijk. Ze leek zoo sympathiek en onschuldig.
Zoo 'n meisje zou nooit zoo iets kunnen doen. Bovendien stond
er in de krant, dat Barloman's stiefdochter van de moord ver
dacht wordt"
„Dat is zoo, maar Barloman kan best een vrouw in New-York
gehad hebben. Waar is die krant?"
„Die heeft ze mee naar boven genomen. Misschien komt ze
direct weer beneden."
„Ik wou, dat' ik Gerald bereiken kon wacht, ik zal hem
opbellen: hij is om tien uur k'aar en zal misschien op 't oogen
blik thuis zijn."
Toen Meneer Raynor een oogenblik later terug kwam, stond
ï'n gezicht bedenkelijk, ,,'t Gaat er slecht uitzien vóc^
nieuwe pianiste", zei hij bezorgd, „en dat levert ook maar weer
praatjes over dc Missie op. Gerald zegt, dat hij haar in Logos
Street aantrof, twee blokken van het huis van Barloman van
daan daar waar liij werd doodgeschoten dus en dat ze
hem vertelde, dat haar moeder pas gestorven was." Hij zweeg
en keek z'n vrouw lang en vragend aan. „Ge'oc' je haast niet,
dat ze dat telegram in New-York bij iemand achter gelaten
heeft, om het vanavond hierheen te laten sturen en ons zoo
van 't spoor af te brengen? Maar nee dat lijkt ook al niet
waarschijnlijk. Waarom zou ze dan bij ons gekomen zijn?"
„!k kan 't me niet indenken", zei z'n vrouw. „Maar laten
we haar roepen en haar zelf vragen."
„En haar laten denken, dat we haar van moord "verdenken?"
„Nu, doe je dat dan niet? Je doet 't immers toch?" vroeg ze
bang en toch op den man af.
„Waarom zou ik?" was zijn ontwijkende wedervraag. „Er
kunnen wel twintig meisjes met de naam Betty JJreanard op
de wereld zijn. Denk jij, dat een meisje dat kon zingen a's zij
vanavond deed, en zich zoo over de bekeering van zielen kon
verheugen, het leven van een ander genomen kan hebben?"
„Dan moest ze al een heel goede tooneelspeelster zijn of, ze
moet gedwongen zijn het tc doen om haar eer te redden. Je
weet, wat voor type man Jaird Barloman schijnt geweest te
zijn!"
„Nu, laten we maar vragen of ze beneden komt om nog wat
te eten, voordat we naar bed gaan. Ik zou graag die krant nog
eens inzien; het lijkt me toe, dat ze verbazend veel leek op die
foto op de voorpagina."
Mevrouw Raynor stond op. „Ik zal zien, of ze wil komen", zei
ze, voordat ze naar boven ging.
Ze was pas een paar seconden weg, toen haar man haar
weer haastig naar beneden hoorde komen.
„Wil je dadelijk hier komen?" riep ze opgewonden nog vanaf
de .rap. Er was iets in haar stem, dat hem being maakte en hem
zoo vlug mogelijk de trap op deed rennen.
HOOFDSTUK IX
Toen Gerald Dawnery zijn taxi instapte nadat hij Betty bij
Mevrouw Raynor gebracht had, keek hij op de meter en be
taalde dadelijk het volle tarief van haar rit. Het was niet omdat
liij dat zoo goed doen kon, want zijn financiën waren meest
maar net toereikend voor z'n eigen persoonlijke behoeften.
Maar in deze situatie scheen ridderlijkheid vereischt te zijn,
ridderlijkheid, die zich niet alleen in enkele beleefdheid uitte,
maar uok in een opofferende daad. Hij kon zichzelf niet ver
klaren, waarom hij dat zoo voelde, maar dit geval was het
waard en dat te meer ja, omdat hij om de een of andere
niet te definieeren reden een diepe eerbied en bewondering
voor het meisje koesterde. Misschien was het haar verschrikte
manier van optreden, of het medegevoel in hem toen zij over
den dood van haar moeder sprak. Wat het ook was, hij
voelde zich eigenaardig tot haar aangetrokken en beloofde zich
zelf dat deze dag niet de laatste zou zijn, om haar te zien, of
haar zijn hulp aan te bieden, wanneer de gelegenheid zich
maar aanbood.
Met een gemak en nauwkeurigheid door ervaring verkregen
vond hij zijn weg door het opgehoopte verkeer terug naar het
blok, waar hij Tim het laatst gezien had. Hij moest Tim spreken,
Niet dat het zijn zaken waren, waar liet meisje vandaan kwam
of dat hij hoopte, dat Tim misschien wat meer over haar wist
dan hijzelf, maar het was alsof iets hem aandreef om naar die
plek terug te rijden.
Het was vier jaren geleden, dat hij Tim gevonden had, zonder
tehuis, zonder vrienden, hongerig en uitgeput. Hij had met z'n
bundel kranten op de hoek \an North Clark Street in Chicago
Avenue gestaan, erbarmelijk huiverend van de koude.
„Meneer! Een krant noodig?Hè ja, meneer! Eentje
maar!"' had Tim gebedeld.
(Wordt .vervolgd-).