dtSÈ rO HET VERZOENINGSDEBAT IN DE KAMER GOUD EN VUUR ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1935 DERDE BLAD PAG. 9 Tweede Kamer NA Dr. COLÏJN SPREKEN DE HEEREN OUD, AALBERSE EN ALBARDA Aan de speculatie moet nu een einde komen Vergadering van 27 September Gisterenmiddag werd de behandeling van het wetsontwerp tot verlaging van de open bare uitgaven voortgezet. Bij de algemeene beraadslagingen hierover is tevens aan de orde de motie-van der Tempel, betreffende het voornemen der Regeering tot verdere verlaging van de salarissen van het Rijks personeel en de onderwijzers. De minister-president dr H. Co lijn, ver- Volgde zijn rede. Allereerst werd de kabi netscrisis en haar verloop besproken. Het uitlokken van de crisis heeft in niemands bedoeling gelegen; de loop van het debat leidde ertoe. De heer Aalberse wierp daar op een bepaald licht. De minister wil daar om sober en zakelijk de meening der Re geering daarover geven. Het slot van des ministers rede in zijn eerste termijn op 23 Juli. was gevolg van de vraag van den heer Aalberse, of het ka binet nog geloof had in zijn eigen vermogen om zijn taak te kunnen vervullen. Toen is er op gewezen, dat het kabinet wel zelf van oordeel was, dat het zijn taak kon vervul len, maar de twijfel, die daarnaast opkwam ■was gevolg van de scherpe onwelwillende critiek in een deel van de pers. Daarop had de minister het oog, toen hij zeide, dat het ondermijnen van het vertrouwen in het al gemeen beleid van het kabinet ertoe zou kunnen leiden, dat het zijn taak niet zou kunnen vervullen. Te kennen werd gege ven, dat vertrouwensvolle samenwerking poodig was. In verband met 'de houding van een deel der p.K. pers bestond er eenige twijfel omtrent de houding der roomsch katholieke fractie, ten aanzien niet yan het bezuinigingsontwerp, maar van het algemeen beleid van het kabinet. De r.k. fractie was de sterkste van de groepen, die in het kabinet vertegen woordigd waren. Opheldering was ge- Wenscht. Een motie van vertrouwen was niet noodig geweest; met een eenvoudige ver klaring, zooals ook anderen die gaven, had zij kunnen volstaan. Aan een motie van vertrouwen heeft de minister zelfs niet gedacht, dat heeft hij onmiddellijk ija het debat gezegd en deze bedoeling ook verduidelijkt door een kleine toe voeging in 't verslag in de Handelingen Het standpunt van den heer Aalberse !Was formeel staatsrechtelijk wel juist, maar veel te formeel voor deze tijd, waarin diep in het maatschappelijk leven moet worden ingegrepen door maatregelen, waarvan de draagwijdte niet altijd is te overzien. Mist de regeering de zekerheid, dat haar alge meen beleid wordt gesteund, dan ontstaat een element van onzekerheid in het lands bestuur voor de goede gang van zaken. Het kabinet was extra-parlementair, maar er kon alleen vruchtbaar worden gewerkt in een sfeer van algemeen vertrouwen. Ontbreekt dat. dan moet de weg in 's lands belang worden vrijgemaakt voor een mi nisterie dat meer algemeen vertrouwen had. Onder de bestaande omstandigheden meende het kabinet, dat alle twijfel om trent het vertrouwen in het kabinet moest worden weggenomen. Ook al zou door een toeval het bezuinigingsontwerp zijn aange nomen zonder medewerking der katholieke fractie dan was toch de toestand gewron gen geworden. Toen de katholieke fractie eenstem mig had uitgesproken, dat zij geen vertrouwen stelde in het algemeen beleid van het kabinet was volkomen 'duidelijk wat te doen stond. De weg moest worden vrijgemaakt voor een ander kabinet, dat wel het algemeen vertrouwen had. De passage uit de Verklaring waaraan de heer Aalberse aanstoot nam, had een zuiver zake lijke strekking. Zij had niet de bedoe ling de katholieke fractie te grieven, maar constateerde door een opsom ming welke fracties getoond hadden geen vertrouwen te stellen in het ka binet. Heeft men zich aan de vorm gestooten dan betreurt de minister dit. '«=- rAan de Kroon is door het kabinet ont heffing uit het ambt gevraagd. Het verloop en het einde van de crisis besprekende merkte de minister op, dat het verloop van. Minister Colijn de opdracht aan den heer Aalberse buiten zijn verantwoordelijkheid valt. Hij is slechts verantwoordelijk voor wat hij zelf heeft gedaan. Dat de minister weer een extra-parlementair kabinet gevormd heeft steunt op de ervaring van 1933 en op de uitslag van de opdracht aan den heer Aal berse. Pogingen tot vorming van een par lementair kabinet of van een kabinet door anderen kwam neer op tijdverlies. De spanningen waren te groot. Wel heeft de minister nog overwogen aan de Koningin te adviseeren voor hem nog een of twee anderen een opdracht te geven, maar de aanvallen op de gulden waren zoo sterk, de Nederlandsche Bank gaf in een wepk 130 millioen goud af. dat er geen tijd te verliezen was. Wettelijke bevoegdheid om tegen goudafgifte maatregelen te nemen ontbrak aan do regeering. Bij de vlucht uit de gulden hebben de groote banken niet meegedaan; zij hebben cordiaal meegewerkt om dat te verhinderen. Tal van exporteurs lieten het provenu van hun exporten in het buitenland staan. Zoo raken we ook ons geld kwijt. Over deviezencontrole is reeds her haaldelijk gesproken, maar zij is vrij wel onmogelijk, tenzij men de gou den standaard wil prijs geven. Er zijn ook practische overwegingen. De maatregel is vrijwel onuitvoerbaar. Alle banken en bankjes, commissio nairs in effecten in Amsterdam al leen 750 moeten onder controle komen. Eveneens de uitvoer van waardepapieren en er ontstaat dan een dubbele valuta: een voor het bin nenland en een voor het buitenland. Dat is het geval reeds in Duitscliland en in België. Ook het gevaar van prijsstijging en vermindering van ex port. Alles bij elkaar is het moeilijk deze weg in te slaan; men geeft er de gouden standaard mee prijs. Gevraagd is op welke grond de regcering meent nu wel haar taak te kunnen ver vullen en vroeger niet. Dit debat heeft van toenadering blijk gegeven, waar die in Juli uitgesloten scheen. We verstaan elkaar be ter, gelijk ook uit de rede van den heer Aalberse gebleken is. Is dit kabinet een nieuw kabinet? Het antwoord is niet van overwegend belang. Maar het collectieve ontslag der ministers is niet door de Kroon eenvoudig geweigerd, gelijk bij de ontslag aanvrage van het kabinet-Ruys bij de ver werping der Vlootwet Er ligt een nieuwe opdracht tusschen. Ook zonder nieuwe nisters kan een nieuwe regeering optreden. In 1923 trad slechts een nieuwe minister in het kabinet; toen trad toch ook een nieuw kabinet op. De minister had geen reden zijn vroegere ambtgenooten niet voor het nieuwe kabinet te vragen. Afgewacht moet nu of op den duur de noodige over eenstemming zal bestaan. Over de details van het regeeringsprogram kan bij de be handeling der begrooting gesproken wor den Het verwijt van den heer Albarda om trent de minister van Waterstaat is volko men misplaatst. 'Deze heeft warme belang stelling voor de uitvoering van groote wer ken. ook is van de zijde der liberalen op dit punt nooit tegenstand ondervonden. Over de devaluatie, die in de ge- 'dachtengang der regeering geen plaats heeft, zweeg de minister. Hij zou willen, dat ook de Kamer daarover zweeg. Elke dis cussie in een Kamer over devaluatie leidt tot nieuwe angst en goudafvloeiing. Zwijgen over devaluatie brengt rust, mede in het be lang van hetgeen Regeering en Kamer op het oog hebben. Ik wil eindigen met een woord, dat naar ik hoop, ook buiten deze Kamer gehoord en begrepen zal worden. De vlucht van den gulden in vreemde valuta wordt door menschen die ik onvaderlandslievende schob- bers noem (beweging) aangemoedigd en die aanmoediging is door de on zekerheid van de binnen- en buiten- landsche toestand bij het zenuwach tige publiek een voedingrijke bodem. Die vlucht in vreemde' valuta maakt het geld hier te lande schaarsch en duur. De taak der regeering wordt er door belemmerd. Handel en Nij verheid worden er ernstig door be nadeeld. De vluchtelingen zelf lijden er vaak ernstige schade door. Aan zienlijke verliezen zijn reeds geleden door velen, die hun bezit verbonden met het vagebondeerend kapitaal. Land en volk hebben thans op soci aal economisch' gebied allereerst be hoefte aan verlaging van de veel te hoog geworden rente en uitbreiding van crediet En deze twee zijn alleen te verkrijgen indien men de zenuw achtige stemming voor goed van zich afschudt en vervangt door de oud- Nederlandsche deugd van rustige be radenheid en grimmige volharding. (Bravo's), Rede van minister Oud. Hét woord was daarna aan den Mini s- t e r van Financiën. Deze merkte den heer de Geer op, dat de Crisispaohtwet zoo gezien moet worden, dat normale middelen in dezen tijd niet meer helpen en daarom privaatrechtelijke verhoudingen niet onaan getast kunnen blijven. Het jeugdsalaris moet men los zien van de algemeene salarispolitiek. Hetzelfde geldt voor het uit-rekken dor periodieke verhoo gingen. Het. uitzenden van de circulaire over de salarissen bedoelde aan de gemeentebesturen een wenk te geven. Ook zij moeten nog het Georg. Overleg hooren. Bij andere geiegon- heden zijn ook circulaires gezonden eer de sanctie van den wetgever voor bepaalde maatregelen was verkregen. Of uit een salarisverlaging zeker be drag moet worden verkregen, valt met het G. O. niét te bediscussieeren. Wel kan over de wijze waarop worden ge sproken. Replieken. De heer Aalberse (R.-K.) betoogde te genover de heeren Albarda en de Geer, dat hij den heer Colijn wel antwoorden moest op zijn vragen. Ontwijking van een antwoord ware laf geweest. Voor de gevolgen is hij niet verantwoordelijk. Wie een ruit ingooit moet betalen, maar het gaat te ver om betaling te vorderen als men er moedwillig door gegooid wordt. Te eischen, dat een parlementair, kabinet had moeten zijn gevormd, ware het vervangen van een gewone ruit door een spiegelruit Een twee-partijen kabinet is niet ge- wenscht; een derde fractie er bij is een re gel van wijs beleid, al is dat niet een wet van Meden en Perzen. De eisch van „kabinetten in den zak" is een beetje Fransch. Van die Fr arische par lementaire zede houdt de heer Aalberse niet. Hij wil desnoods togen een kabinet strijden, maar doet niet aan conspiratie Er waren op 23 Juli torenhooge misver standen, maar de heer Albarda was mis met zijn vergelijking, dat ik als Simson door Delila van mijn kracht beroofd zou zijn. Al is de veronderstelling vriendelijk, dat er bij mij nog wel wat te knippen zou zijn, er was toch geen vrouw in het spel. (Vroo- lijkheid). Er was geen belustheid op een ministerportefeuille. Er kan nog wel eens een tijd komen, dat de heeren Kersten en Lingbeek blij zijn, dat er één groote nauwaaneenge- sloten politieke partij is, die pal staat tegen revolutionaire woelingen en me de strijdt voor het behoud van het christendom. De heer Aalberse heeft in Genève de deva luatie vergeleken bij een rookgordijn, waar achter veel gevaarlijks verborgen is. Defla tie geschiedt in ieder geval in het openbaar. De „consekwentie doflatie" is door den heer de Geer vergeleken met messteken het wilde weg. Maar is het verlagen van alle schuldenrenten, enz., niet een systematische operatie, wanneer men rekening houdt met de uiteenloopende omstandigheden? Devaluatie wil de heer de Geer in uiterste noodzaak. Maar dat is ook ingrijpen in pri- wicht tusschen prijzen en productiekosten moet worden verkregen als hij noch c< kwente deflatie, noch devaluatie wil? Komende tot de rede van Dr. Colijn, ontkende de heer Aalberse, dat er zooals wel eens beweerd wordt tus schen hem en Dr. Colijn een veete zou bestaan. Er is niets van aan. Hij heeft voor het karakter, de kennis en de werkkracht van Dr. Colijn het groot ste respect en hij weet, dat die gevoe lens wederkeerig zijn. Natuurlijk kan er wel eens eenig verschil van gevoe len zijn. Maar dat doet niets af aan de gevoelens, die persoonlijk de verhou ding beheerschen. De heer Aalberse had behoefte dit eens duidelijk uit U spreken. De Katholieken zijn bereid rekening te hou den met de zeer moeilijke omstandigheden, waaronder het kabinet heeft te werken. Van de door Dr. Colijn voor zijn optreden op 23 Juli gegeven verklaring is met vol doening kennis genomen; zij maakt het ver geten gemakkelijker. Op de ontvangen antwoorden In zake de kabinetsformatie behoeft niet te worden te ruggekomen. Geconstateerd werd slechts, dat ook Dr. Colijn geen parlementair kabinet heeft kunnen vormen. Ten einde de speculatie te beteugelen, had de heer Aalberse gedacht aan beurssluiting. Maar daartegen zijn ln- daad ook groote bezwaren aan te voeren. Wat de heer Aalberse Woensdag heeft ge zegd, beteèkent geen vrede, maar is een wa penstilstand, een bestand, heeft men be weerd. Maar een bestano kan lang durenl De vraag wie de overwinning heeft be haald, werd ten slotte beantwoord met. een citaat van Guizot: De Regeering zal slechts dan de overwinning hebben verkregen, in dien zij er in slaagt den vrede te herstellen. Die overwinning werd het kabinet toege- wenscht en tevens een lang leven. De heer Albarda (S.D.) constateerde groote verandering in het oordeel over het kabinet bij de Katholieken. Eerst was er geen verschil met het. kabinet, waaraan op 23 Juli het vertrouwen werd ontzegd; nu ein digde de heer Aalberse met een: lang zal het kabinet leven. Als de heer Aalberse in Juli geen oplos sing voor een conflict wist, dan had hij het moeten ontwijken. Door overleg had hij zich op dit punt kunnen vergewissen omtrent mogelijkheden. De Rotterdamsche sfeer had blijkbaar den heer Schouten te pakken, toen hij uitsprak, dat samenwerking met de 60c.-dem. voor anti-rev. niet mogelijk is. Omgekeerd is het niet anders, tenzij de anti-rev. sterk van in zicht mochten vei anderen. Maar in Juli is de samenwerking met anti-rev. niet ernstig aan de orde geweest. 1-Iet scheen, dat de heer Schouten herstel der rechtsche coalitie wensohte. Maar dat is redelijkerwijs uitgesloten. Voor de Katholie ken blijft de mogelijkheid tot. samenwerking met de soc.-dem. aan de orde. Komt aie tot stand, dan komt bij elkaar wat bij elkaar behoort: de massa der Katholieke en socia listische arbeiders. Het conflict tusschen Kabinet en Katho lieke fractie blijft latent, het is niet opge lost. In den arbeiderskring zal de drang naar een „ommekeer" blijven. De Nimrod-Schouten maakt gaarne jacht op &e soc.-dem., en ook de heer Joekes hangt dan den tasch om de schouders. De heer Joekes vergat in zijn critiek op het financieel program der soc.-dem., dat het bij politieke samenwerking om een compro mis gaat De heer Schouten vond het erg, dat de soc.-dem. alleen maar van uitgeven spre ken en niet van ontvangen. Maar ook de Troonrede spreekt, van plannen voor groote werken, zonder dat het geld er bij is. Het geld moet natuurlijk geleend wor den. Maar uit de ervaring elders: Amerika en Zweden blijkt, dat bij een politiek van aanpakken er wel geld te verkrijgen is. Als er maar perspectief in een plan zit. Bij de uitvoering van werken op groote schaal, zal ook de belastingopbrengst verbe teren. Deze dingen zijn ernstig nagegaan en wat gevraagd wordt is geen uiting van on bezorgdheid. Achteraf komt de Regeering nu met maat regelen, die vroeger werden afgewezen. Gaarne zal de heer Albarda de bewijzen zien, dat hij zich ten aanzien van minister v. Lidth de Jeude en diens medewerking de uitvoering van groote werken vergist heeft Het eenheidsfront met de communisten werd ten slotte met een beroep op de demo cratie, afgewezen. Het gaat den commi ten slechts om een dictatuur. De heer Lingbeek (H.G.S.) klaagde over den goudgolfstroom naar de kloosters. De heer de Geer (C.H.) betoogde nog maals, dat het vragen van vertrouwen door den heer Colijn staatsrechtelijk onjuist is geweest. Toen de vraag eenmaal gesteld vjas, had de heer Aalberse het antwoord kunnen geven: wij zullen voor het bezuini gingsvoorstel stemmen, beschouw dat als ons antwoord. Nu heeft hij een zoo scherp mogelijk antwoord gegeven op een vraag, die niet bedoelde een conflict uit te lokken. Devaluatie wijst de heer de Geer abso luut af; slechts sprak hij voorkeur uit in ge val hij kiezen moet tusschen consekwente deflatie, waarbij men niet in voldoende mate met de gevolgen rekening kan houden en ii een chaos vervalt, en devaluatie. Vóór de jongste gebeurtenissen waren w al aardig op weg naar daling van renten. De 314 leeningen waren reeds in uitzicht- Willen we in die richting voortgaan, dan moeten o.a. geen crisissen worden gefor ceerd. Overigens werd don heer Aalberse gevraagd hoe deze de aantasting van het crediet en de kapitaalvlucht zou willen voorkomen, indien zijn stelsel werd toege past! RUBRIEK, ZONDAG 29 SEPTEMBER BLOEMENDAAL 245,9 M. Uitzending van kerkdiensten uit de Geref. Kerk. Voor ganger: Ds. Joh. C. Brussaard. 10.00 v.m.: Tekst Hosea 4 16: „Een onbandige koe" en „Een lam in de ruimte". 5.00 n.m.: Heidelb. Catechismus, Zondag 14: „Het wonder van de vleeschwording de Woords". HILVERSUM II 301 M. 8.30 NCRV. 9.30 KRO. 5.00 NCRV. 7.45—11.00 KRO. 8.30 Morgenwijding olv. Ds. J. Verkuyl, mmv. Mej. W. Endendijk (zang) en A. C. Vos (harmoniumbegel.). 9.30 Gram.pl. 10.30 Pontificale Hoogmis. 12.15 Gram.pl., lezin gen en orkestconcert. 3.15 Kamermuziek. 4.30 Ziekenhalfuur. 5.00 Gewijde muziek (Gr.pl.). 5.30 Orgelspel C. Wijers. 6.00 Kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk (Groote Kerk) te Apeldoorn. Voorg.: Ds. H. Dekker. Orgel: C. Wijers. Hierna or gelspel. 7.45 Sportnieuws. Lezing. 8.10 Berichten. Schlagermuziek. 9.00 Causerie. 9.10 Orkestconcert en Gram.pl. 10.30 Be richten, Gram.pl. 10.4011.00 Epiloog. HILVERSUM I 1875 M. 8.55 VARA. 10.00 VPRO. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 8.00 AVRO. 8.55 Orgelspel. 9.30 Orgelspel. 10.00 Zondagsschoolhalfuur. 10.30 Kerkd. u. d. Doopsgez. Kerk, den Burg (Texel). Voorg.: Ds. A. Vis. 12.00 Tijdsein en klok kenspel v. h. Rijksmuseum, A'dam. 12.30 AVRO-Herfst-Appèl. 2.00 Dr. P. H. Ritter Jr.: Najaarsboeken II. 2.30 Orkest. 3.15 Hoorspel. 4.15 Liedertafel „Zang en vriendschap". 4.45 Gram.pl. en sport nieuws. 5.05 Orgelspel. 5.25 Sport v. d. dag. 5.40 Orkest. 6.00 Gram.pl. 6.20 Sport nieuws. 6.30 Zang. 7.00 De Flierefluiters 8.00 Nieuws- en sportberichten. 8.15 Or gelspel. 8.35 Gram.pl. 8.45 Orkest. 9.15 Radio-Journaal. 9.30 Omroeporkest. 10.30 Chansons de Paris. DROITWICH 1500 M. 12.50 Orkest. 1.35 Het Serge Krish Septet. 2.35 Orkest. 3.35 Gram.pl. 4.05 Kwintet. 4.50 Kerkdienst v. d. kinderen. 5.20 Relig. causerie. 5.35 Vir- tuoso-Strijkkwartet. 7.05 Voordracht. 7.25 Concert. 8.15 Kerkdienst. 9.05 Liefdadig- heidsöproep. 9.10 Berichten. 9.20 Orkest. RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en Gram.pl. 11.20 dito. 11.35 Orgel. 12.25 Gram.pl. 12.35 Orkestconcert. 2.35 Zang. 5.20 Pascalorkest. 8.20 Zang. KALUNDBORG 1261 M. 3.50—5.50 Omroep orkest. 8.20 Concert. 9.20 Hoorspel. 10.50 Omroeporkest. KEULEN 456 M. 6.20 Havenconcert. 8 50 Orkest. 10.50 Concert. 12.20 Gram.pl. 4.20 Werag-kamerorkest. 6.30 Concert. 8.20 Omroeporkest en -koor. MAANDAG 30 SEPTEMBER HILVERSUM H 301 M. NCRV-Uitzen- ding. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15 —9.30 Gram.pl. 10.30 Morgendienst olv. Ds. A. C. Diederiks. 11.00 Chr. Lectuur. 11.30—12.00 en 12.15 Gram.pl. 12.30 Or gelconcert J. Zwart. 2.00 Voor de scholeru 2.35 Causerie A. J. Herwig. 3.153.45 Knipcursus. 4.00 Bijbellezing Dr. J. Hoek mmv. sopraan en orgel. 5.00 Gram.pl. 5.30 Haarlem's Strijktrio. 6.30 Vragenuur. 7.00 Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Repor tage. 7.30 Vragenuur. 8.00 Berichten. 8.05 Het Rijswijksch Dameskoor olv W. Ravelli mmv. solisten en H. Hulshoff (piano). 9.00 D. Noordam: Gestichtservaringen. 9.30 NCRV-orkest olv P. v. d. Hurk (Om 10.00 Berichten). 11.0011.30 Gramofoon- muziek. HILVERSUM I 1875 M. Algemeen Pro gramma, verzorgd door de VARA. 8.00 Gram.pl 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Declamatie. 10.35 Orvitropia. 11-30 De Notenkrakers. 12.00 Gram.pl. 12.30 De Zonnekloppers. 1.001.45 De Fliereflui» ters. 2.00 Gram.pl. 3.00 Voor de Vrouw. "3.30 S. Sipos (cymbaal) en C. Steyn (orgel). 3.45 Trio Sam de Gorter. 4.30 Voor de kinderen. 5.05 De Bohemians- 5.30 Gram.pl. 6.00 Vervolg concert 6.30 Muzikale causerie P. Tiggers. 7.30 Con cert J. de Clerck (viool) en F. de Nobel (piano). 8.00 Herh. SOS-Berichten. 8.05 Nieuwsberichten A.N.P. 8.10 Viool-recital, 8.40 „Van het begin tot het einde", spel van Hildebrand. 9.30 F. v. d. Heide (kla rinet) en G. Smit (viola). A. d. vleugel: R. Schoute. 9.50 Orgelspel. 10.15 Fantasia. 11.00 Gram.pl. en pianospel. DROITWICH 10.35—10.50 Morgenwijding. 11.05 Causerie. 11.20 Gram.pl. 11.50 Voor de scholen. 12.05 Orkest. 1.05 Gram.pl. 1.50 Orgelconcert .2.25 Voor de scholen. 3.20 Gram.pl. 3.55 Voor de scholen. 4.20 L. Phillips (cello) en A. Mukle (piano). 4.50 Orkestconcert. 5.35 Octet. 6.20 Be richten. 6.50 Haydn's strijkkwartetten. 7.10: 7.30 en 7.50 Lezingen. 8.20 De „Air- Do-Wells" in hun repertoire. 9.15 Hoor spel. 10.00 Berichten. Het Nelson-Trio. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en 1.302.20 Salon-Orkest. 7.20 Viool-reci tal. 8.20 Symphonieconcert. 484 m.: 12.20 en 1.302.20 Gram.pl. 5.20 Salon-orkest. 6.50 Kamermuziek. 7.35 Gram.pl. 8.20 Omroeporkest. 8.50 Viool-recital. 9.35 Om roeporkest. 10.3011.20 Gram.muziek. Wat Europa buldert, fluistert, Wat het zingt en wat het jaxzt. Wie met Tungsram-lampen luistert Hoort het meest en hoort het best. De heer Kersten (S.G.P.) bleef in Rome gevaar zien voor de beginselen der Hervor ming. De gebeurtenissen van Juli hebben Rome versterkt. Mr. Joekes (V.D.) was van oordeel dat te ver gaande critiek niet dadelijk de situ atie schept, waarbij een kabinet aftreedt. Dat is staatsrechtelijk en staatkundig niet juist. De heer Joekes heeft nooit geweigerd aan een conferentie deel te nemen maar de heer Aalberse heeft gomeend hem niet te moeten uitnoodigen. Daar moet de heer Al barda mee rekenen. De vrijz.-dem. zijn van oordeel, dat de bewering der soc.-dem. als zou het uitvoeren van openbare werken op groote schaal de oplossing der crisis zijn, onjuist is. Ook toonen zij teveel ge ringschatting voor wat de Regeering doet en voor de financieele eischen, die met de uitvoering van groote werken verband houden. Deze Regeering voert geen afbraak-poli tiek, maar zoekt in overleg met de Kamer aan de moeilijkheden het hoofd te bieden. Niet de vrijz.-dem. maken jacht op de soc.-dem., maar het is omgekeerd. De soc.- dem. hebben dat maandenlang gedaan; ech ter hadden ze toch in Juli ineens de vrijz.- dem. voor een kabinet noodig. De soc.-dem. moeten eens beginnen met de daden dezer regeering billijker te beoordeelen en er rekening mee te houden, dat ook zij zelf onaangename maatregelen zullen moeten nemen, in dien zij eens tot de Regeering zouden worden geroepen. Dan blijft de vernie tigende critiek, waaraan zij zich ple gen te buiten te gaan, achterwege. De heer Sneevliet (R.S.A.P.) was van oordeel, dat de positie van het kabinet ver stevigd is. Ook heeft het debat wel geleerd, dat een kabinet van katholieken en soc.- dem. tot een verre toekomst verschoven is. De heer de Visser (Comm.) vroeg den heer Albarda of hij alleen met voorstanders van zijn democratische opvattingen wil sa men werken? Maar dan is er geen princi- pieele tegenstelling meer tusschen de opvat tingen van de soc.-dem. en die van oen heer Aalberse en van de bourgeoisie in het alge meen. Het beroep op de dictatuur is voor de soc.-dem. een uitvlucht om te ontkomen aan de consekwenties, waartoe de tegenstel lingen van het oogenblik nopen. Waarom wijst de heer Albarda samenwerking met de communisten voor binnenlandsche doelein- den af, terwijl hij internationaal steunen wil het verzet tegen oorlog, waarvan Litwinof de drijvende kracht is? In de Troonredo scholen nieuwe gevaren voor de democratie. Daartegen wil de heer de Visser samenwerken met iedereen, die tegen reactie en fascisme zich verzetten wil. De communisten zijn bereid ook In de vakbeweging staketsels uit den weg te ruimen, die het eenheidsfront nog zouden belemmeren. Dupliek van Dr. Colijn. Te 5 uur kwam Minister C 01 ij n nog maals aan het woord voor het maken van nog enkele opmerkingen. De heer Albarda heeft eerst betoogd, dat er niets veranderd is met het kabinet, maar in tweeden termijn ontdekte hij maatrege len, die zoo slecht niet zijn, want zij hadden zijn instemming. De ministers moeien kunnen werken in een sfeer van welwillende beoordeeling in dezen tijd; in dat licht moet men het op treden van het kabinet in Juli zien. Komende tot do rede van den heer Aal berse, betoogde de minister, dat beurssluiting in acute gevallen mogelijk is, niet echter bij oplossing van een kabinetscrisis. Achter de regeeringstafel kent men slechts menschen, die naar beste weten de be langen van het land zoeken te dienen. De beraadslagingen werden gesloten. De stemming over de motie-v. d. Tempel werd aangehouden tot a.s. Dinsdag. Het Bezuinigingsontwerp zelf kwam daarna in behandeling. Bij par. 9 bestreed de heer v. d. Heide (S.D.) de beperking van de Psychopathen- wetgeving, maar hij zal geen stemming vra gen. Minister van Schaik betoogde, dat van de psychopathenwet wel een6 een te ruim gebruik gemaakt wordt. De minister is be reid naar een beier criterium voor opname van psychopathen te zoeken. De vergadering werd verdaagd tot Dinsdag 1 uur. Dan is de paragraaf van Binnenlandsche Zaken aan de orde. Allereerst de opheffing van Armenraden. EEN AMERIKAANSCHE GESCHIEDENIS 3oor Paul Hutchens (2 HOOFDSTUK II Langzaam ging de deur open en daar fetond de groote mannelijke figuur van Molly O'Hagen, de keukenmeid. Ze deed haar mond open om te spreken, maar „Bettyl Ben je van plan die deur open te maken of niet?" 0e stem van Jaird Barlo man klonk nu hard en boos. Met ongewone tegenwoordigheid van geest rende Betty de keuken door. legde haai hand op Molly's mond, en fluisterde In haar oor: „O, Molly, laat hem asjeblieft niet hooren dat jij hier bent. Ik ga weg. Ik kan hem niet langer verdragen, en o ik ben zoo bang". Dan: „Hoe kom je eigenlijk hier? Ik dacht, dat je vandaag vrij had." Juffrouw O'Hagen was begiftigd met 'n bngewone scherpzinnigheid, en dit, gevoegd bij haar groote gestalte en opvliegend hu meur, maakte haar tot een te duchten vij lend, als haar toorn rechtmatig ontstoken was. Maar ze bezat ook 'n hart van goud en §SS moederlijke ziel. Haar ana besehen rnend om Betty heenslaand, fluisterde ze troostend, terwijl ze met een pan op de tafel rammelde: „Nou, nou, lieve kind, maak je maar niet bezorgd. Molly O'Hagen zal 'm z'n tanden wel eens uit z'n mond slaan, als hij jou durft aan te raken! Ben ik even blij dat ik vandaag terugkwam! Ik denk net dat alles hier wel eens niet in orde zou kunnen zijn en toen zeg ik zoo tegen me zelf: „Ik ga nu direct eens kijken, of Betty me niet noodig heeft." Ik zeg: „Dat is ook niet netjes van me, om d'r van tusschen te gaan en zelf een plezierige dag te hebben, terwijl zij zoo 'n verdriet heeft over haar moeder en die man misschien alles nog veel moeilijker voor haar maakt" nou, nou, lieve kind, huil maar niet. Ik begrijp wel wat 'n verdriet je hebt." Juffrouw O'Hagen was al diie tijd met haar vrije hand druk bezig geweest met de pan op de tafel te timmeren, om het geluid van haar eigen woorden voor Barloman te overstemmen. Betty veegde dapper haar tranen weg en terwijl ze dat deed zag ze de sleutel, die nog steeds op den vloer lag. Ze bukte om 'm op te rapen en met nieuwe moed riep ze naar haar stiefvader: „U weet dat ik nog niet ontbeten heb., Als u geduldig bent en lang genoeg wacht, gaat de deur misschien open". 0an: „Ik weet waar Molly de dingen opbergt. U weet, dat ik er altijd van gehouden heb, om zelf m'n ontbijt klaar tp maken. Wees er maar niet boos om, dat ik vanmorgen weggeloopen ben." Tegelijk begon ze heen en weer te loopen, alsof ze een maaltijd klaar ging maken. Molly'keek haar eerst verbaasd en toen begrijpend aan. Ze wisten niet hoe lang ze Jaird zoo zouden kunnen bedriegen, maar Betty zou in ieder geval gelegenheid heb ben om weg te komen. Weer riep Betty door de deur: „U geeft er toch niet om, als ik niet tegen u praat, vader?" (Verschrikkelijk, dat woord te moeten zeggen!) „Ik hob 't erg druk, ziet u, en als u er niets op tegen hebt, laat ik de deur maar liever op slot." „Dag hoor", fluisterde juffrouw O'Hagen schor, toen Betty haar kuste. „Denk er aan dat je 't mij laat weten, als je ooit iets noodig hebt. Ik zou je m'n laatste cent en de schoenen van m'n voeten geven". Betty nam haan- koffer op, ging de achter deur uit en liep het laantje uit, dat haar naar de straat een blok verder zou brengen. Terwijl ze dit deed hoorde ze, dat de deur zacht achter haar gésloten werd en de sleutel rondgedraaid werd die sleutel die voor altijd het verschrikkelijke verleden voor haar af zou sluiten. Ze voelde in haar hand een klein hard voorwerp en bekeek het. Het was de sleutel van de keukendeur die ze een paar minuten geleden opgeraapt had. „De sleutel naar al het onbekende", fluisterde ze eerbiedig, en weer voelde zo zich verlicht. „Ik ben vrij", zei ze tot zich zelf. „Vrij!" Waarheen ze ging en wat ze zou doen om in haar onderhoud te voorzien, wist ze niet. Ze had tien dollar in haar beurs, die haar moeder haar een pa»ar weken geleden ge geven had. „Betty", had ze met haar zwakke stem gezegd, „onder mijn kussen is een tien- dollar-biljet. Neem het en hou 't. 't Is alles wat ik heb en je zou 't wel eens gauw noodig kunnen hebben". Betty had naast haar moeder gezeten en had haar teero hand in haar eigen hand gehouden. „O Moeder, dat moet u niet zeggen, u zal morgen weer beter zijn. 0e dokter zal e>- gauw zijn, en dan kan u uitrusten." „Nee, nee, mijn meisje. Ik word nooit meer beter. Ik weet zeker dat Ik weg ga weg, Betty naar een plaats waar geen verdriet is." „O, moeder, doe 't niet, doe 't niet", had Betty geroenen, wanhopig nrobeerend om haar stem kalm te doen klinken. „Ja", zoo was haar moeder doorgegaan, ieder woord een beetje vaster: „Ik zal gauw weer bij je vader zijn. Ook hij vertrouwde op den Verlossir hij „Wat. had Moeder dé Armee bedoeld?", vroeg Betty zich af. „Zou da' hetzelfde rijn als op de hand vertrouwen, die de s'.euto' houdt, zooals ik probeer te doen?. En", voegde ze er vastbesloten en dapper aaD toe: „zooals ik voortaan doen zal?" Toen ze dicht bij de straat kwam, klont het drukke en lawaaiige verkeer haar als muziek in de ooren, want het beteeken de veiligheid voor haar. Ze kon zichzelf in de menigte verliezen. Ze stond een oogen blik stil, duizelig kijkend naar de voorbij jagende auto's. Taxi's schoten ieder oogen blik voorbij. Ze stond op 't punt er een aan te roepen, toen een stem riep, hoven de herrie van de straat uit: „Vreemd In de stad, juffrouw? Laat mij uw koffer dragen. D'r is geon plok in de stad, die ik niet ken." Toen Betty zich omdraaide, stak haar ondervrager, een kereltje van ongeveer twaalf jaar oud, met heldere oogen en een gezicht vol sproeten, een sterke hand uil en nam haar koffer. „U kan op mij ver- trouwen, dame", zei hij beleefd z'n hand naar z'n pet bi-engend en breed uit lachend. „Ik heet Tim Tim Bentley. Zal ik een taxi voor u roepen?" Betty had er tot nu toe niet over gedacht hoe hulpeloos ze eigenlijk was en hoe hard ze een vriend noodig had, ook als die. alleen maar een jongen was. Ze ontdekte, dat ze graag had, dat hij haar hielp, en bijna zonder dat haar eigen wil daarin toe stemde, zei ze aarzelend: „Ja, ik zou graag een taxi hebben, asjeblieft." „Best dame, ik heb er direct eentje hé daar! Taxi taxi!" riep hij naar een voorbijgaande wagen, „Waarheen? Wat? Hallo Tim! Waar moet jij naar toe?" vroeg de chauf feur, toen hij stopte. ,,'t Is voor de dame, Gerald. Dat móet je haar vragen." Betty aarzelde, en haar gedachten ging9n terug naar Molly, die in de keuken opge sloten was, en daar leven maakte om haar stiefvader haar vlucht niet te laten mer ken. Ze begreep, dat hij haar bedrog ieder oogenblik zou kunnen ontdekken. Er moest onmiddellijk gehandeld worden. Ze ver zamelde haar gedachten en gaf vlug, hoe wel nog tamelijk besluiteloos, de opdracht: „O, breng me maar naar Waar ging ze heen? Wat moest ze zeggen? „O, ergens heen! Als 't maar ver van deze kant van de stad is. En vlug ook, alstublieft". „Alstublieft, juffrouw". Dat was de slem van Tim en Tim zelf deed de deur van dc taxi open. „U hebt 't goed getroffen. Gerald is mijn vriend en de beste chauffeur van de stad, ben j dat niet, Gerald?" besloet hij trotsch. Gerald glimlachte als dank voor het com pliment en zei gul terug: „En jij bent de beste vriend, die ik heb, Tim. Ik zal goed voor de dame zorgen, voor jou." Hiermee stapte hij in de taxi en stuurde die handig door het jachtende verkeer. .(Wordt vervolg'dl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9