dtSÈ
rO
HET VERZOENINGSDEBAT
IN DE KAMER
GOUD EN VUUR
ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1935
DERDE BLAD PAG. 9
Tweede Kamer
NA Dr. COLÏJN SPREKEN
DE HEEREN OUD,
AALBERSE EN ALBARDA
Aan de speculatie moet nu
een einde komen
Vergadering van 27 September
Gisterenmiddag werd de behandeling van
het wetsontwerp tot verlaging van de open
bare uitgaven voortgezet. Bij de algemeene
beraadslagingen hierover is tevens aan de
orde de motie-van der Tempel, betreffende
het voornemen der Regeering tot verdere
verlaging van de salarissen van het Rijks
personeel en de onderwijzers.
De minister-president dr H. Co lijn, ver-
Volgde zijn rede. Allereerst werd de kabi
netscrisis en haar verloop besproken. Het
uitlokken van de crisis heeft in niemands
bedoeling gelegen; de loop van het debat
leidde ertoe. De heer Aalberse wierp daar
op een bepaald licht. De minister wil daar
om sober en zakelijk de meening der Re
geering daarover geven.
Het slot van des ministers rede in zijn
eerste termijn op 23 Juli. was gevolg van
de vraag van den heer Aalberse, of het ka
binet nog geloof had in zijn eigen vermogen
om zijn taak te kunnen vervullen. Toen is
er op gewezen, dat het kabinet wel zelf van
oordeel was, dat het zijn taak kon vervul
len, maar de twijfel, die daarnaast opkwam
■was gevolg van de scherpe onwelwillende
critiek in een deel van de pers. Daarop had
de minister het oog, toen hij zeide, dat het
ondermijnen van het vertrouwen in het al
gemeen beleid van het kabinet ertoe zou
kunnen leiden, dat het zijn taak niet zou
kunnen vervullen. Te kennen werd gege
ven, dat vertrouwensvolle samenwerking
poodig was.
In verband met 'de houding van een
deel der p.K. pers bestond er eenige
twijfel omtrent de houding der roomsch
katholieke fractie, ten aanzien niet
yan het bezuinigingsontwerp, maar van
het algemeen beleid van het kabinet.
De r.k. fractie was de sterkste van de
groepen, die in het kabinet vertegen
woordigd waren. Opheldering was ge-
Wenscht.
Een motie van vertrouwen was niet
noodig geweest; met een eenvoudige ver
klaring, zooals ook anderen die gaven,
had zij kunnen volstaan. Aan een motie
van vertrouwen heeft de minister zelfs
niet gedacht, dat heeft hij onmiddellijk
ija het debat gezegd en deze bedoeling
ook verduidelijkt door een kleine toe
voeging in 't verslag in de Handelingen
Het standpunt van den heer Aalberse
!Was formeel staatsrechtelijk wel juist, maar
veel te formeel voor deze tijd, waarin diep
in het maatschappelijk leven moet worden
ingegrepen door maatregelen, waarvan de
draagwijdte niet altijd is te overzien. Mist
de regeering de zekerheid, dat haar alge
meen beleid wordt gesteund, dan ontstaat
een element van onzekerheid in het lands
bestuur voor de goede gang van zaken.
Het kabinet was extra-parlementair, maar
er kon alleen vruchtbaar worden gewerkt
in een sfeer van algemeen vertrouwen.
Ontbreekt dat. dan moet de weg in 's lands
belang worden vrijgemaakt voor een mi
nisterie dat meer algemeen vertrouwen
had. Onder de bestaande omstandigheden
meende het kabinet, dat alle twijfel om
trent het vertrouwen in het kabinet moest
worden weggenomen. Ook al zou door een
toeval het bezuinigingsontwerp zijn aange
nomen zonder medewerking der katholieke
fractie dan was toch de toestand gewron
gen geworden.
Toen de katholieke fractie eenstem
mig had uitgesproken, dat zij geen
vertrouwen stelde in het algemeen
beleid van het kabinet was volkomen
'duidelijk wat te doen stond. De weg
moest worden vrijgemaakt voor een
ander kabinet, dat wel het algemeen
vertrouwen had. De passage uit de
Verklaring waaraan de heer Aalberse
aanstoot nam, had een zuiver zake
lijke strekking. Zij had niet de bedoe
ling de katholieke fractie te grieven,
maar constateerde door een opsom
ming welke fracties getoond hadden
geen vertrouwen te stellen in het ka
binet. Heeft men zich aan de vorm
gestooten dan betreurt de minister
dit.
'«=-
rAan de Kroon is door het kabinet ont
heffing uit het ambt gevraagd. Het verloop
en het einde van de crisis besprekende
merkte de minister op, dat het verloop van.
Minister Colijn
de opdracht aan den heer Aalberse buiten
zijn verantwoordelijkheid valt. Hij is
slechts verantwoordelijk voor wat hij zelf
heeft gedaan. Dat de minister weer een
extra-parlementair kabinet gevormd heeft
steunt op de ervaring van 1933 en op de
uitslag van de opdracht aan den heer Aal
berse. Pogingen tot vorming van een par
lementair kabinet of van een kabinet door
anderen kwam neer op tijdverlies. De
spanningen waren te groot. Wel heeft de
minister nog overwogen aan de Koningin
te adviseeren voor hem nog een of twee
anderen een opdracht te geven, maar de
aanvallen op de gulden waren zoo sterk,
de Nederlandsche Bank gaf in een wepk
130 millioen goud af. dat er geen tijd te
verliezen was. Wettelijke bevoegdheid om
tegen goudafgifte maatregelen te nemen
ontbrak aan do regeering. Bij de vlucht uit
de gulden hebben de groote banken niet
meegedaan; zij hebben cordiaal meegewerkt
om dat te verhinderen. Tal van exporteurs
lieten het provenu van hun exporten in
het buitenland staan. Zoo raken we ook
ons geld kwijt.
Over deviezencontrole is reeds her
haaldelijk gesproken, maar zij is vrij
wel onmogelijk, tenzij men de gou
den standaard wil prijs geven. Er zijn
ook practische overwegingen. De
maatregel is vrijwel onuitvoerbaar.
Alle banken en bankjes, commissio
nairs in effecten in Amsterdam al
leen 750 moeten onder controle
komen. Eveneens de uitvoer van
waardepapieren en er ontstaat dan
een dubbele valuta: een voor het bin
nenland en een voor het buitenland.
Dat is het geval reeds in Duitscliland
en in België. Ook het gevaar van
prijsstijging en vermindering van ex
port. Alles bij elkaar is het moeilijk
deze weg in te slaan; men geeft er
de gouden standaard mee prijs.
Gevraagd is op welke grond de regcering
meent nu wel haar taak te kunnen ver
vullen en vroeger niet. Dit debat heeft van
toenadering blijk gegeven, waar die in Juli
uitgesloten scheen. We verstaan elkaar be
ter, gelijk ook uit de rede van den heer
Aalberse gebleken is. Is dit kabinet een
nieuw kabinet? Het antwoord is niet van
overwegend belang. Maar het collectieve
ontslag der ministers is niet door de Kroon
eenvoudig geweigerd, gelijk bij de ontslag
aanvrage van het kabinet-Ruys bij de ver
werping der Vlootwet Er ligt een nieuwe
opdracht tusschen. Ook zonder nieuwe
nisters kan een nieuwe regeering optreden.
In 1923 trad slechts een nieuwe minister
in het kabinet; toen trad toch ook een
nieuw kabinet op. De minister had geen
reden zijn vroegere ambtgenooten niet voor
het nieuwe kabinet te vragen. Afgewacht
moet nu of op den duur de noodige over
eenstemming zal bestaan. Over de details
van het regeeringsprogram kan bij de be
handeling der begrooting gesproken wor
den
Het verwijt van den heer Albarda om
trent de minister van Waterstaat is volko
men misplaatst. 'Deze heeft warme belang
stelling voor de uitvoering van groote wer
ken. ook is van de zijde der liberalen op
dit punt nooit tegenstand ondervonden.
Over de devaluatie, die in de ge-
'dachtengang der regeering geen
plaats heeft, zweeg de minister. Hij
zou willen, dat ook de Kamer
daarover zweeg. Elke dis
cussie in een Kamer over
devaluatie leidt tot nieuwe
angst en goudafvloeiing.
Zwijgen over devaluatie
brengt rust, mede in het be
lang van hetgeen Regeering
en Kamer op het oog hebben.
Ik wil eindigen met een woord, dat
naar ik hoop, ook buiten deze Kamer
gehoord en begrepen zal worden.
De vlucht van den gulden in
vreemde valuta wordt door menschen
die ik onvaderlandslievende schob-
bers noem (beweging) aangemoedigd
en die aanmoediging is door de on
zekerheid van de binnen- en buiten-
landsche toestand bij het zenuwach
tige publiek een voedingrijke bodem.
Die vlucht in vreemde' valuta maakt
het geld hier te lande schaarsch en
duur. De taak der regeering wordt
er door belemmerd. Handel en Nij
verheid worden er ernstig door be
nadeeld. De vluchtelingen zelf lijden
er vaak ernstige schade door. Aan
zienlijke verliezen zijn reeds geleden
door velen, die hun bezit verbonden
met het vagebondeerend kapitaal.
Land en volk hebben thans op soci
aal economisch' gebied allereerst be
hoefte aan verlaging van de veel te
hoog geworden rente en uitbreiding
van crediet En deze twee zijn alleen
te verkrijgen indien men de zenuw
achtige stemming voor goed van zich
afschudt en vervangt door de oud-
Nederlandsche deugd van rustige be
radenheid en grimmige volharding.
(Bravo's),
Rede van minister Oud.
Hét woord was daarna aan den Mini s-
t e r van Financiën. Deze merkte den
heer de Geer op, dat de Crisispaohtwet zoo
gezien moet worden, dat normale middelen
in dezen tijd niet meer helpen en daarom
privaatrechtelijke verhoudingen niet onaan
getast kunnen blijven.
Het jeugdsalaris moet men los zien van
de algemeene salarispolitiek. Hetzelfde geldt
voor het uit-rekken dor periodieke verhoo
gingen.
Het. uitzenden van de circulaire over de
salarissen bedoelde aan de gemeentebesturen
een wenk te geven. Ook zij moeten nog het
Georg. Overleg hooren. Bij andere geiegon-
heden zijn ook circulaires gezonden eer de
sanctie van den wetgever voor bepaalde
maatregelen was verkregen.
Of uit een salarisverlaging zeker be
drag moet worden verkregen, valt met
het G. O. niét te bediscussieeren. Wel
kan over de wijze waarop worden ge
sproken.
Replieken.
De heer Aalberse (R.-K.) betoogde te
genover de heeren Albarda en de Geer, dat
hij den heer Colijn wel antwoorden moest
op zijn vragen. Ontwijking van een antwoord
ware laf geweest. Voor de gevolgen is hij
niet verantwoordelijk.
Wie een ruit ingooit moet betalen, maar
het gaat te ver om betaling te vorderen als
men er moedwillig door gegooid wordt. Te
eischen, dat een parlementair, kabinet had
moeten zijn gevormd, ware het vervangen
van een gewone ruit door een spiegelruit
Een twee-partijen kabinet is niet ge-
wenscht; een derde fractie er bij is een re
gel van wijs beleid, al is dat niet een wet
van Meden en Perzen.
De eisch van „kabinetten in den zak" is
een beetje Fransch. Van die Fr arische par
lementaire zede houdt de heer Aalberse
niet. Hij wil desnoods togen een kabinet
strijden, maar doet niet aan conspiratie
Er waren op 23 Juli torenhooge misver
standen, maar de heer Albarda was mis met
zijn vergelijking, dat ik als Simson door
Delila van mijn kracht beroofd zou zijn. Al
is de veronderstelling vriendelijk, dat er bij
mij nog wel wat te knippen zou zijn, er
was toch geen vrouw in het spel. (Vroo-
lijkheid). Er was geen belustheid op een
ministerportefeuille.
Er kan nog wel eens een tijd komen,
dat de heeren Kersten en Lingbeek blij
zijn, dat er één groote nauwaaneenge-
sloten politieke partij is, die pal staat
tegen revolutionaire woelingen en me
de strijdt voor het behoud van het
christendom.
De heer Aalberse heeft in Genève de deva
luatie vergeleken bij een rookgordijn, waar
achter veel gevaarlijks verborgen is. Defla
tie geschiedt in ieder geval in het openbaar.
De „consekwentie doflatie" is door den
heer de Geer vergeleken met messteken
het wilde weg. Maar is het verlagen van alle
schuldenrenten, enz., niet een systematische
operatie, wanneer men rekening houdt met
de uiteenloopende omstandigheden?
Devaluatie wil de heer de Geer in uiterste
noodzaak. Maar dat is ook ingrijpen in pri-
wicht tusschen prijzen en productiekosten
moet worden verkregen als hij noch c<
kwente deflatie, noch devaluatie wil?
Komende tot de rede van Dr. Colijn,
ontkende de heer Aalberse, dat er
zooals wel eens beweerd wordt tus
schen hem en Dr. Colijn een veete zou
bestaan. Er is niets van aan. Hij heeft
voor het karakter, de kennis en de
werkkracht van Dr. Colijn het groot
ste respect en hij weet, dat die gevoe
lens wederkeerig zijn. Natuurlijk kan
er wel eens eenig verschil van gevoe
len zijn. Maar dat doet niets af aan de
gevoelens, die persoonlijk de verhou
ding beheerschen. De heer Aalberse
had behoefte dit eens duidelijk uit U
spreken.
De Katholieken zijn bereid rekening te hou
den met de zeer moeilijke omstandigheden,
waaronder het kabinet heeft te werken.
Van de door Dr. Colijn voor zijn optreden
op 23 Juli gegeven verklaring is met vol
doening kennis genomen; zij maakt het ver
geten gemakkelijker.
Op de ontvangen antwoorden In zake de
kabinetsformatie behoeft niet te worden te
ruggekomen. Geconstateerd werd slechts, dat
ook Dr. Colijn geen parlementair kabinet
heeft kunnen vormen.
Ten einde
de speculatie
te beteugelen, had de heer Aalberse gedacht
aan beurssluiting. Maar daartegen zijn ln-
daad ook groote bezwaren aan te voeren.
Wat de heer Aalberse Woensdag heeft ge
zegd, beteèkent geen vrede, maar is een wa
penstilstand, een bestand, heeft men be
weerd. Maar een bestano kan lang durenl
De vraag wie de overwinning heeft be
haald, werd ten slotte beantwoord met. een
citaat van Guizot: De Regeering zal slechts
dan de overwinning hebben verkregen, in
dien zij er in slaagt den vrede te herstellen.
Die overwinning werd het kabinet toege-
wenscht en tevens een lang leven.
De heer Albarda (S.D.) constateerde
groote verandering in het oordeel over het
kabinet bij de Katholieken. Eerst was er geen
verschil met het. kabinet, waaraan op 23
Juli het vertrouwen werd ontzegd; nu ein
digde de heer Aalberse met een: lang zal
het kabinet leven.
Als de heer Aalberse in Juli geen oplos
sing voor een conflict wist, dan had hij het
moeten ontwijken. Door overleg had hij zich
op dit punt kunnen vergewissen omtrent
mogelijkheden.
De Rotterdamsche sfeer had blijkbaar den
heer Schouten te pakken, toen hij uitsprak,
dat samenwerking met de 60c.-dem. voor
anti-rev. niet mogelijk is. Omgekeerd is het
niet anders, tenzij de anti-rev. sterk van in
zicht mochten vei anderen. Maar in Juli is de
samenwerking met anti-rev. niet ernstig aan
de orde geweest.
1-Iet scheen, dat de heer Schouten herstel
der rechtsche coalitie wensohte. Maar dat is
redelijkerwijs uitgesloten. Voor de Katholie
ken blijft de mogelijkheid tot. samenwerking
met de soc.-dem. aan de orde. Komt aie tot
stand, dan komt bij elkaar wat bij elkaar
behoort: de massa der Katholieke en socia
listische arbeiders.
Het conflict tusschen Kabinet en Katho
lieke fractie blijft latent, het is niet opge
lost. In den arbeiderskring zal de drang
naar een „ommekeer" blijven.
De Nimrod-Schouten maakt gaarne jacht
op &e soc.-dem., en ook de heer Joekes hangt
dan den tasch om de schouders.
De heer Joekes vergat in zijn critiek op
het financieel program der soc.-dem., dat het
bij politieke samenwerking om een compro
mis gaat
De heer Schouten vond het erg, dat de
soc.-dem. alleen maar van uitgeven spre
ken en niet van ontvangen. Maar ook de
Troonrede spreekt, van plannen voor groote
werken, zonder dat het geld er bij is.
Het geld moet natuurlijk geleend wor
den. Maar uit de ervaring elders: Amerika
en Zweden blijkt, dat bij een politiek van
aanpakken er wel geld te verkrijgen is. Als
er maar perspectief in een plan zit.
Bij de uitvoering van werken op groote
schaal, zal ook de belastingopbrengst verbe
teren. Deze dingen zijn ernstig nagegaan en
wat gevraagd wordt is geen uiting van on
bezorgdheid.
Achteraf komt de Regeering nu met maat
regelen, die vroeger werden afgewezen.
Gaarne zal de heer Albarda de bewijzen
zien, dat hij zich ten aanzien van minister
v. Lidth de Jeude en diens medewerking
de uitvoering van groote werken vergist
heeft
Het eenheidsfront met de communisten
werd ten slotte met een beroep op de demo
cratie, afgewezen. Het gaat den commi
ten slechts om een dictatuur.
De heer Lingbeek (H.G.S.) klaagde
over den goudgolfstroom naar de kloosters.
De heer de Geer (C.H.) betoogde nog
maals, dat het vragen van vertrouwen door
den heer Colijn staatsrechtelijk onjuist is
geweest. Toen de vraag eenmaal gesteld
vjas, had de heer Aalberse het antwoord
kunnen geven: wij zullen voor het bezuini
gingsvoorstel stemmen, beschouw dat als
ons antwoord. Nu heeft hij een zoo scherp
mogelijk antwoord gegeven op een vraag,
die niet bedoelde een conflict uit te lokken.
Devaluatie wijst de heer de Geer abso
luut af; slechts sprak hij voorkeur uit in ge
val hij kiezen moet tusschen consekwente
deflatie, waarbij men niet in voldoende mate
met de gevolgen rekening kan houden en ii
een chaos vervalt, en devaluatie.
Vóór de jongste gebeurtenissen waren w
al aardig op weg naar daling van renten.
De 314 leeningen waren reeds in uitzicht-
Willen we in die richting voortgaan, dan
moeten o.a. geen crisissen worden gefor
ceerd. Overigens werd don heer Aalberse
gevraagd hoe deze de aantasting van het
crediet en de kapitaalvlucht zou willen
voorkomen, indien zijn stelsel werd toege
past!
RUBRIEK,
ZONDAG 29 SEPTEMBER
BLOEMENDAAL 245,9 M. Uitzending van
kerkdiensten uit de Geref. Kerk. Voor
ganger: Ds. Joh. C. Brussaard. 10.00 v.m.:
Tekst Hosea 4 16: „Een onbandige koe"
en „Een lam in de ruimte".
5.00 n.m.: Heidelb. Catechismus, Zondag
14: „Het wonder van de vleeschwording
de Woords".
HILVERSUM II 301 M. 8.30 NCRV. 9.30
KRO. 5.00 NCRV. 7.45—11.00 KRO. 8.30
Morgenwijding olv. Ds. J. Verkuyl, mmv.
Mej. W. Endendijk (zang) en A. C. Vos
(harmoniumbegel.). 9.30 Gram.pl. 10.30
Pontificale Hoogmis. 12.15 Gram.pl., lezin
gen en orkestconcert. 3.15 Kamermuziek.
4.30 Ziekenhalfuur. 5.00 Gewijde muziek
(Gr.pl.). 5.30 Orgelspel C. Wijers. 6.00
Kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk
(Groote Kerk) te Apeldoorn. Voorg.: Ds.
H. Dekker. Orgel: C. Wijers. Hierna or
gelspel. 7.45 Sportnieuws. Lezing. 8.10
Berichten. Schlagermuziek. 9.00 Causerie.
9.10 Orkestconcert en Gram.pl. 10.30 Be
richten, Gram.pl. 10.4011.00 Epiloog.
HILVERSUM I 1875 M. 8.55 VARA. 10.00
VPRO. 12.00 AVRO. 5.00 VARA. 8.00
AVRO. 8.55 Orgelspel. 9.30 Orgelspel.
10.00 Zondagsschoolhalfuur. 10.30 Kerkd.
u. d. Doopsgez. Kerk, den Burg (Texel).
Voorg.: Ds. A. Vis. 12.00 Tijdsein en klok
kenspel v. h. Rijksmuseum, A'dam. 12.30
AVRO-Herfst-Appèl. 2.00 Dr. P. H. Ritter
Jr.: Najaarsboeken II. 2.30 Orkest. 3.15
Hoorspel. 4.15 Liedertafel „Zang en
vriendschap". 4.45 Gram.pl. en sport
nieuws. 5.05 Orgelspel. 5.25 Sport v. d.
dag. 5.40 Orkest. 6.00 Gram.pl. 6.20 Sport
nieuws. 6.30 Zang. 7.00 De Flierefluiters
8.00 Nieuws- en sportberichten. 8.15 Or
gelspel. 8.35 Gram.pl. 8.45 Orkest. 9.15
Radio-Journaal. 9.30 Omroeporkest. 10.30
Chansons de Paris.
DROITWICH 1500 M. 12.50 Orkest. 1.35
Het Serge Krish Septet. 2.35 Orkest. 3.35
Gram.pl. 4.05 Kwintet. 4.50 Kerkdienst v.
d. kinderen. 5.20 Relig. causerie. 5.35 Vir-
tuoso-Strijkkwartet. 7.05 Voordracht. 7.25
Concert. 8.15 Kerkdienst. 9.05 Liefdadig-
heidsöproep. 9.10 Berichten. 9.20 Orkest.
RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en
Gram.pl. 11.20 dito. 11.35 Orgel. 12.25
Gram.pl. 12.35 Orkestconcert. 2.35 Zang.
5.20 Pascalorkest. 8.20 Zang.
KALUNDBORG 1261 M. 3.50—5.50 Omroep
orkest. 8.20 Concert. 9.20 Hoorspel. 10.50
Omroeporkest.
KEULEN 456 M. 6.20 Havenconcert. 8 50
Orkest. 10.50 Concert. 12.20 Gram.pl. 4.20
Werag-kamerorkest. 6.30 Concert. 8.20
Omroeporkest en -koor.
MAANDAG 30 SEPTEMBER
HILVERSUM H 301 M. NCRV-Uitzen-
ding. 8.00 Schriftlezing en meditatie. 8.15
—9.30 Gram.pl. 10.30 Morgendienst olv.
Ds. A. C. Diederiks. 11.00 Chr. Lectuur.
11.30—12.00 en 12.15 Gram.pl. 12.30 Or
gelconcert J. Zwart. 2.00 Voor de scholeru
2.35 Causerie A. J. Herwig. 3.153.45
Knipcursus. 4.00 Bijbellezing Dr. J. Hoek
mmv. sopraan en orgel. 5.00 Gram.pl.
5.30 Haarlem's Strijktrio. 6.30 Vragenuur.
7.00 Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Repor
tage. 7.30 Vragenuur. 8.00 Berichten. 8.05
Het Rijswijksch Dameskoor olv W. Ravelli
mmv. solisten en H. Hulshoff (piano).
9.00 D. Noordam: Gestichtservaringen.
9.30 NCRV-orkest olv P. v. d. Hurk (Om
10.00 Berichten). 11.0011.30 Gramofoon-
muziek.
HILVERSUM I 1875 M. Algemeen Pro
gramma, verzorgd door de VARA. 8.00
Gram.pl 10.00 Morgenwijding VPRO.
10.15 Declamatie. 10.35 Orvitropia. 11-30
De Notenkrakers. 12.00 Gram.pl. 12.30 De
Zonnekloppers. 1.001.45 De Fliereflui»
ters. 2.00 Gram.pl. 3.00 Voor de Vrouw.
"3.30 S. Sipos (cymbaal) en C. Steyn
(orgel). 3.45 Trio Sam de Gorter. 4.30
Voor de kinderen. 5.05 De Bohemians-
5.30 Gram.pl. 6.00 Vervolg concert 6.30
Muzikale causerie P. Tiggers. 7.30 Con
cert J. de Clerck (viool) en F. de Nobel
(piano). 8.00 Herh. SOS-Berichten. 8.05
Nieuwsberichten A.N.P. 8.10 Viool-recital,
8.40 „Van het begin tot het einde", spel
van Hildebrand. 9.30 F. v. d. Heide (kla
rinet) en G. Smit (viola). A. d. vleugel:
R. Schoute. 9.50 Orgelspel. 10.15 Fantasia.
11.00 Gram.pl. en pianospel.
DROITWICH 10.35—10.50 Morgenwijding.
11.05 Causerie. 11.20 Gram.pl. 11.50 Voor
de scholen. 12.05 Orkest. 1.05 Gram.pl.
1.50 Orgelconcert .2.25 Voor de scholen.
3.20 Gram.pl. 3.55 Voor de scholen. 4.20
L. Phillips (cello) en A. Mukle (piano).
4.50 Orkestconcert. 5.35 Octet. 6.20 Be
richten. 6.50 Haydn's strijkkwartetten.
7.10: 7.30 en 7.50 Lezingen. 8.20 De „Air-
Do-Wells" in hun repertoire. 9.15 Hoor
spel. 10.00 Berichten. Het Nelson-Trio.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en
1.302.20 Salon-Orkest. 7.20 Viool-reci
tal. 8.20 Symphonieconcert. 484 m.: 12.20
en 1.302.20 Gram.pl. 5.20 Salon-orkest.
6.50 Kamermuziek. 7.35 Gram.pl. 8.20
Omroeporkest. 8.50 Viool-recital. 9.35 Om
roeporkest. 10.3011.20 Gram.muziek.
Wat Europa buldert, fluistert,
Wat het zingt en wat het jaxzt.
Wie met Tungsram-lampen
luistert
Hoort het meest en hoort
het best.
De heer Kersten (S.G.P.) bleef in Rome
gevaar zien voor de beginselen der Hervor
ming. De gebeurtenissen van Juli hebben
Rome versterkt.
Mr. Joekes (V.D.) was van oordeel dat
te ver gaande critiek niet dadelijk de situ
atie schept, waarbij een kabinet aftreedt.
Dat is staatsrechtelijk en staatkundig niet
juist.
De heer Joekes heeft nooit geweigerd
aan een conferentie deel te nemen maar de
heer Aalberse heeft gomeend hem niet te
moeten uitnoodigen. Daar moet de heer Al
barda mee rekenen.
De vrijz.-dem. zijn van oordeel, dat
de bewering der soc.-dem. als zou het
uitvoeren van openbare werken op
groote schaal de oplossing der crisis
zijn, onjuist is. Ook toonen zij teveel ge
ringschatting voor wat de Regeering
doet en voor de financieele eischen, die
met de uitvoering van groote werken
verband houden.
Deze Regeering voert geen afbraak-poli
tiek, maar zoekt in overleg met de Kamer
aan de moeilijkheden het hoofd te bieden.
Niet de vrijz.-dem. maken jacht op de
soc.-dem., maar het is omgekeerd. De soc.-
dem. hebben dat maandenlang gedaan; ech
ter hadden ze toch in Juli ineens de vrijz.-
dem. voor een kabinet noodig.
De soc.-dem. moeten eens beginnen
met de daden dezer regeering billijker
te beoordeelen en er rekening mee te
houden, dat ook zij zelf onaangename
maatregelen zullen moeten nemen, in
dien zij eens tot de Regeering zouden
worden geroepen. Dan blijft de vernie
tigende critiek, waaraan zij zich ple
gen te buiten te gaan, achterwege.
De heer Sneevliet (R.S.A.P.) was van
oordeel, dat de positie van het kabinet ver
stevigd is. Ook heeft het debat wel geleerd,
dat een kabinet van katholieken en soc.-
dem. tot een verre toekomst verschoven is.
De heer de Visser (Comm.) vroeg den
heer Albarda of hij alleen met voorstanders
van zijn democratische opvattingen wil sa
men werken? Maar dan is er geen princi-
pieele tegenstelling meer tusschen de opvat
tingen van de soc.-dem. en die van oen heer
Aalberse en van de bourgeoisie in het alge
meen. Het beroep op de dictatuur is voor
de soc.-dem. een uitvlucht om te ontkomen
aan de consekwenties, waartoe de tegenstel
lingen van het oogenblik nopen. Waarom
wijst de heer Albarda samenwerking met de
communisten voor binnenlandsche doelein-
den af, terwijl hij internationaal steunen wil
het verzet tegen oorlog, waarvan Litwinof
de drijvende kracht is?
In de Troonredo scholen nieuwe gevaren
voor de democratie. Daartegen wil de heer
de Visser samenwerken met iedereen, die
tegen reactie en fascisme zich verzetten wil.
De communisten zijn bereid ook In de
vakbeweging staketsels uit den weg te
ruimen, die het eenheidsfront nog zouden
belemmeren.
Dupliek van Dr. Colijn.
Te 5 uur kwam Minister C 01 ij n nog
maals aan het woord voor het maken van
nog enkele opmerkingen.
De heer Albarda heeft eerst betoogd, dat
er niets veranderd is met het kabinet, maar
in tweeden termijn ontdekte hij maatrege
len, die zoo slecht niet zijn, want zij hadden
zijn instemming.
De ministers moeien kunnen werken in
een sfeer van welwillende beoordeeling in
dezen tijd; in dat licht moet men het op
treden van het kabinet in Juli zien.
Komende tot do rede van den heer Aal
berse, betoogde de minister, dat beurssluiting
in acute gevallen mogelijk is, niet echter bij
oplossing van een kabinetscrisis.
Achter de regeeringstafel kent men slechts
menschen, die naar beste weten de be
langen van het land zoeken te dienen.
De beraadslagingen werden gesloten.
De stemming over de motie-v. d. Tempel
werd aangehouden tot a.s. Dinsdag.
Het
Bezuinigingsontwerp
zelf kwam daarna in behandeling.
Bij par. 9 bestreed de heer v. d. Heide
(S.D.) de beperking van de Psychopathen-
wetgeving, maar hij zal geen stemming vra
gen.
Minister van Schaik betoogde, dat van
de psychopathenwet wel een6 een te ruim
gebruik gemaakt wordt. De minister is be
reid naar een beier criterium voor opname
van psychopathen te zoeken.
De vergadering werd verdaagd tot Dinsdag
1 uur.
Dan is de paragraaf van Binnenlandsche
Zaken aan de orde. Allereerst de opheffing
van Armenraden.
EEN AMERIKAANSCHE
GESCHIEDENIS
3oor Paul Hutchens
(2
HOOFDSTUK II
Langzaam ging de deur open en daar
fetond de groote mannelijke figuur van
Molly O'Hagen, de keukenmeid. Ze deed
haar mond open om te spreken, maar
„Bettyl Ben je van plan die deur open te
maken of niet?" 0e stem van Jaird Barlo
man klonk nu hard en boos.
Met ongewone tegenwoordigheid van
geest rende Betty de keuken door. legde haai
hand op Molly's mond, en fluisterde In
haar oor:
„O, Molly, laat hem asjeblieft niet hooren
dat jij hier bent. Ik ga weg. Ik kan hem
niet langer verdragen, en o ik ben zoo
bang". Dan: „Hoe kom je eigenlijk hier? Ik
dacht, dat je vandaag vrij had."
Juffrouw O'Hagen was begiftigd met 'n
bngewone scherpzinnigheid, en dit, gevoegd
bij haar groote gestalte en opvliegend hu
meur, maakte haar tot een te duchten vij
lend, als haar toorn rechtmatig ontstoken
was. Maar ze bezat ook 'n hart van goud en
§SS moederlijke ziel. Haar ana besehen
rnend om Betty heenslaand, fluisterde ze
troostend, terwijl ze met een pan op de tafel
rammelde:
„Nou, nou, lieve kind, maak je maar
niet bezorgd. Molly O'Hagen zal 'm z'n
tanden wel eens uit z'n mond slaan, als hij
jou durft aan te raken! Ben ik even blij
dat ik vandaag terugkwam! Ik denk net
dat alles hier wel eens niet in orde zou
kunnen zijn en toen zeg ik zoo tegen me
zelf: „Ik ga nu direct eens kijken, of Betty
me niet noodig heeft." Ik zeg: „Dat is ook
niet netjes van me, om d'r van tusschen te
gaan en zelf een plezierige dag te hebben,
terwijl zij zoo 'n verdriet heeft over haar
moeder en die man misschien alles nog
veel moeilijker voor haar maakt" nou,
nou, lieve kind, huil maar niet. Ik begrijp
wel wat 'n verdriet je hebt."
Juffrouw O'Hagen was al diie tijd met
haar vrije hand druk bezig geweest
met de pan op de tafel te timmeren, om
het geluid van haar eigen woorden voor
Barloman te overstemmen.
Betty veegde dapper haar tranen weg en
terwijl ze dat deed zag ze de sleutel, die
nog steeds op den vloer lag. Ze bukte om
'm op te rapen en met nieuwe moed riep
ze naar haar stiefvader:
„U weet dat ik nog niet ontbeten heb.,
Als u geduldig bent en lang genoeg wacht,
gaat de deur misschien open". 0an: „Ik weet
waar Molly de dingen opbergt. U weet, dat
ik er altijd van gehouden heb, om zelf m'n
ontbijt klaar tp maken. Wees er maar niet
boos om, dat ik vanmorgen weggeloopen
ben." Tegelijk begon ze heen en weer te
loopen, alsof ze een maaltijd klaar ging
maken.
Molly'keek haar eerst verbaasd en toen
begrijpend aan. Ze wisten niet hoe lang ze
Jaird zoo zouden kunnen bedriegen, maar
Betty zou in ieder geval gelegenheid heb
ben om weg te komen.
Weer riep Betty door de deur: „U geeft
er toch niet om, als ik niet tegen u praat,
vader?" (Verschrikkelijk, dat woord te
moeten zeggen!) „Ik hob 't erg druk, ziet u,
en als u er niets op tegen hebt, laat ik de
deur maar liever op slot."
„Dag hoor", fluisterde juffrouw O'Hagen
schor, toen Betty haar kuste. „Denk er aan
dat je 't mij laat weten, als je ooit iets
noodig hebt. Ik zou je m'n laatste cent en
de schoenen van m'n voeten geven".
Betty nam haan- koffer op, ging de achter
deur uit en liep het laantje uit, dat haar
naar de straat een blok verder zou brengen.
Terwijl ze dit deed hoorde ze, dat de deur
zacht achter haar gésloten werd en de
sleutel rondgedraaid werd die sleutel
die voor altijd het verschrikkelijke verleden
voor haar af zou sluiten. Ze voelde in haar
hand een klein hard voorwerp en bekeek
het. Het was de sleutel van de keukendeur
die ze een paar minuten geleden opgeraapt
had.
„De sleutel naar al het onbekende",
fluisterde ze eerbiedig, en weer voelde zo
zich verlicht. „Ik ben vrij", zei ze tot zich
zelf. „Vrij!"
Waarheen ze ging en wat ze zou doen om
in haar onderhoud te voorzien, wist ze niet.
Ze had tien dollar in haar beurs, die haar
moeder haar een pa»ar weken geleden ge
geven had.
„Betty", had ze met haar zwakke stem
gezegd, „onder mijn kussen is een tien-
dollar-biljet. Neem het en hou 't. 't Is alles
wat ik heb en je zou 't wel eens gauw
noodig kunnen hebben". Betty had naast
haar moeder gezeten en had haar teero
hand in haar eigen hand gehouden.
„O Moeder, dat moet u niet zeggen, u zal
morgen weer beter zijn. 0e dokter zal e>-
gauw zijn, en dan kan u uitrusten."
„Nee, nee, mijn meisje. Ik word nooit
meer beter. Ik weet zeker dat Ik weg
ga weg, Betty naar een plaats waar
geen verdriet is."
„O, moeder, doe 't niet, doe 't niet", had
Betty geroenen, wanhopig nrobeerend om
haar stem kalm te doen klinken.
„Ja", zoo was haar moeder doorgegaan,
ieder woord een beetje vaster: „Ik zal
gauw weer bij je vader zijn. Ook hij
vertrouwde op den Verlossir hij
„Wat. had Moeder dé Armee bedoeld?",
vroeg Betty zich af. „Zou da' hetzelfde rijn
als op de hand vertrouwen, die de s'.euto'
houdt, zooals ik probeer te doen?. En",
voegde ze er vastbesloten en dapper aaD
toe: „zooals ik voortaan doen zal?"
Toen ze dicht bij de straat kwam, klont
het drukke en lawaaiige verkeer haar
als muziek in de ooren, want het beteeken
de veiligheid voor haar. Ze kon zichzelf in
de menigte verliezen. Ze stond een oogen
blik stil, duizelig kijkend naar de voorbij
jagende auto's. Taxi's schoten ieder oogen
blik voorbij. Ze stond op 't punt er een aan
te roepen, toen een stem riep, hoven de
herrie van de straat uit:
„Vreemd In de stad, juffrouw? Laat mij
uw koffer dragen. D'r is geon plok in de
stad, die ik niet ken."
Toen Betty zich omdraaide, stak haar
ondervrager, een kereltje van ongeveer
twaalf jaar oud, met heldere oogen en een
gezicht vol sproeten, een sterke hand uil
en nam haar koffer. „U kan op mij ver-
trouwen, dame", zei hij beleefd z'n hand
naar z'n pet bi-engend en breed uit lachend.
„Ik heet Tim Tim Bentley. Zal ik een
taxi voor u roepen?"
Betty had er tot nu toe niet over gedacht
hoe hulpeloos ze eigenlijk was en hoe hard
ze een vriend noodig had, ook als die.
alleen maar een jongen was. Ze ontdekte,
dat ze graag had, dat hij haar hielp, en
bijna zonder dat haar eigen wil daarin toe
stemde, zei ze aarzelend: „Ja, ik zou graag
een taxi hebben, asjeblieft."
„Best dame, ik heb er direct eentje hé
daar! Taxi taxi!" riep hij naar een
voorbijgaande wagen,
„Waarheen? Wat? Hallo Tim!
Waar moet jij naar toe?" vroeg de chauf
feur, toen hij stopte.
,,'t Is voor de dame, Gerald. Dat móet je
haar vragen."
Betty aarzelde, en haar gedachten ging9n
terug naar Molly, die in de keuken opge
sloten was, en daar leven maakte om haar
stiefvader haar vlucht niet te laten mer
ken. Ze begreep, dat hij haar bedrog ieder
oogenblik zou kunnen ontdekken. Er moest
onmiddellijk gehandeld worden. Ze ver
zamelde haar gedachten en gaf vlug, hoe
wel nog tamelijk besluiteloos, de opdracht:
„O, breng me maar naar Waar ging
ze heen? Wat moest ze zeggen? „O, ergens
heen! Als 't maar ver van deze kant van
de stad is. En vlug ook, alstublieft".
„Alstublieft, juffrouw". Dat was de slem
van Tim en Tim zelf deed de deur van dc
taxi open. „U hebt 't goed getroffen. Gerald
is mijn vriend en de beste chauffeur van
de stad, ben j dat niet, Gerald?" besloet
hij trotsch.
Gerald glimlachte als dank voor het com
pliment en zei gul terug:
„En jij bent de beste vriend, die ik heb,
Tim. Ik zal goed voor de dame zorgen,
voor jou."
Hiermee stapte hij in de taxi en stuurde
die handig door het jachtende verkeer.
.(Wordt vervolg'dl