Uw belangstelling waai-dp
HET TREURSPEL
VAN MUNSTER
<3*
door Drs. A. R. IV. M. Kok
Dezer dagen meldden de bladen dat, ter herden
king van het feit dat dit jaar de Wederdoop er so he
gebeurtenissen te Munster 400 jaar geleden zijn,
1 October a.s. te Munster in Westfalen een ten
toonstelling geopend zal worden betreffende de
gebeurtenissen van 1535, voor welke allerlei ar
chieven van het aanwezige hebben beschikbaar
gesteld. De tentoonstelling zal een zuiver weten-
6chappelijk-historisch karakter dragen.
Kaar aanleiding van dit bericht willen we het
een en ander van deze merkwaardige gebeurte
nissen opnieuw voor de aandacht stellen.
De Wederdoopers zijn' lange jaren in verschil
lende landen van Europa een groot gevaar ge
weest voor de doorwerking van* de Reformato
rische beginselen.
Eerst traden ze rustig en vreedzaam op. Zij
wiiden schapen ter slachting wezen en verdroe
gen alle lijden en vervolgingen met geduld en
lijdzaamheid. Later echter beschouwden zij zich
als de eenig-ware geloovigen, die geroepen waren
het rijk Gods op aarde te stichten en alle onge-
loovigen (dus allo niet-Wederdoopers) van den
aardbodem te verdelgen.
Zij werden fanatieke dwepers.
Vooral heigeen zich afgespeeld heeft in de oude
bisschopstad Munster (toen e n plaats van pl-m.
15000 inwoners) spot met alle verbeelding.
In deze stad was de bekwame Bernt Rothmann
begonnen het Evangelie in gezuiverden vorm te
prediken, 't Is onbegrijpelijk dat deze aanvanke
lijk zoo sympathieke predikant later onder de
bekoring van de leer der Wederdoopers is geko
men en aan het dolzinnig spel te Munster heeft
deelgenomen. Zijn vurige prediking greep de
massa aan, en het leek dat in Munster een bloei
ende reformatorische kerk zich zou ontwikkelen.
Het gerucht, dat in Munster de beginselen der
Wederdoopers vele aanhangers kregen, drong
zelfs door tot ons land, en reeds in begin 1533
woonde daar eenigen tijd de man, die straks een
hoofdrol zou spelen: Jan Beuckelszoon van Leioen.
Rothmann liet zich begin 1534 doopen en spoe
dig steeg het getal der opnieuw gedoopten tot
1400. Onder dit getal waren vooral de vrouwen
sterk vertegenwoordigd.
Jan van Leiden kwam zich nu opnieuw in Mun
ster vestigen.
Hij was een onecht kind. Zijn moeder kwam uit
Munster. Vroeger was hij kleermaker geweest,
daarna koopman (maar in de zaken was hij niet
gelukkig geweest), later ook herbergier.
Toen hij \oor de tweede maal in Munster kwam
was hij 25 jaar oud. Zijn geestverwanten beweren
dat hij een innemend uiterlijk heeft gehad en
vooral vrouwen onder zijn bekoring kwamen.
In den avond van 38 Januari 1534 verschenen
plotseling de Wederdoopers gewapend op straat
en trachtten de stad in hun bezit te krijgen.
Ditmaal slaagde hun misdadig pogen echter niet.
Zij gingen uiteen, onulat 't nog geen tijd scheen
om den dorschvlocr te zuiveren! Spoedig echter
zou meende men de dag des Heeren aan
breken.
In die dagen liepen Knipperdolling en Jan van
Leiden met ontbloot hoofd en ten hemel geheven
oogen als razenden de stralen der stad door,
onafgebroken roepend: Boete! boete! boete! Wee!
wee! wee! Doet boete en bekeert u, opdat gij niet
de wraak des hemelschcn Vaders over u haalt.'"
Dit zonderling gedrag werkte natuurlijk prikke
lend op de zenuwen. De kleermaker George ten
Berge zag de heerlijkheid f-ods in de wolken en
zijn Eoniggeborcne met de banier der overwin
ning in de rechterhand. De dwaaste gebaren ver
gezelden zijn oproep tot boete: „God zal nu zijn
dorschvloer zuiveren en het kaf met onuitblus-
6choüjk vuur verbranden. Doet boete! Doet boetef'
Geen wonder «lat nuchterder geesten met angst
dit schouwspel gade sloegen. Bijgeloovigen fluis
terden dat Rothmann allen, die hij opnieuw
doopte, een gift mengsel ingaf.
9 Februari 1534 's morgens vroeg bezetten de
geloovigen", meer dan 500 man sterk, de markt
en het raudhuis, waar een groot aantal wapenen
geborgen wus.
Spoedig stonden echter de Evangelisohen en co
Roomschen, die in aantal veel grooter waren,
'Speeltafel van Jan van Leiden.
286
tegenover hen. Zij vonden 't maar raadzaam een
verdrag te sluiten.
De wapens zouden neergelegd worden en de
overheid zou gehoorzaamd worden.
Alleen in godsdienstzaken werd hun volledige
vrijheid toegezegd.
Hiermede was echter de rust niet teruggekeerd.
Opgewonden vrouwen Liepen op het marktplein
te hoop en stelden zich als waanzinnigen aan.
Vele eerzame en ordelievende inwoners ergerden
zich aan dit weerzinwekkend optreden en, voor
de toekomst bevreesd, verlieten zij de sta«l.
Daarentegen verzochten de hoofden der Weder
doopers hun talrijke aanhangers uit de naburige
steden en dorpen, naar Munster te komen.
Rothmann schreef o.a.: „Wanneer zij verstandig
wilden handelen moesten zij met hun vrouwen
en kinderen tot hem komen, zijn heilig Jeruzalem
en Sion zien en daarin den tempel van Salomo
en den waren godsdienst met uitbanning van alle
bijgeloof weder met hem oprichten; behalve den
hemclschen schat zouden ze voldoende aardsch
bezit ontvangen."
Velen gaven aan deze oproep gehoor, niet alleen
uit de onmiddellijke omgeving maar ook uit meer
verwijderde streken, zelfs uit Holland en Fries
land.
De gevolgen bleven niet uit.
Munster kreeg een regeering uit Wcderdooperd
bestaande. Knipperdolling werd burgemeester.
Nu begon een waar schrikbewind.
Kloosters en kerken werden geplunderd. Zelfs de
prachtige Dom bleef niet gespaard. Altaren wer
den omvergeworpen, de kunstige klok, een me«s-
tersluk van techniek, werd met hamers en beitels
bewerkt, orgel en beelden werden vernield en de
beschilderde veiisters stukgegooid. Ook de biblio
theek, die kostbare handschriften en werken
bevatte, werd totaal vernietigd.
De „goddeloozen" moesten de stad verlaten.
Jan Matthijsz. dcelac dit bevel als de wil van
zijn hemelschen Vader mede. „Door don omgang
niet de goddeloozen wordt het volk Gods bezoe
deld. Weg dus met deze zonen van Ezau! Drzc
plaats, deze heilige plaats, dit huis, deze erfenis
behoort aan de kinderen Jakobs en de echte
Israëlieten."
Een grootc uittocht had plaats.
Zelfs kinderen en grijsaards, zieken en zwakken
moesten de stad verlaten. De leegstaande kloos
ters en woningen kwamen goed te pas om de
toegestroomde vreemdelingen te herliergen. De
bezittingen van de verdreven burgers vielen na
tuurlijk den Wederdoopers in handen.
Zeven mannen werden gekozen, die als diakenen
tot taak hadden uit den voorraad den bchoeftigen
mede te deelen.
Alle oppositie werd krachtig onderdrukt. Een
smid Hubert Rüscher waagde 't het profeetschap
van den ex-bakker uil Haarlem in twijfel te
trekken en noemde Jan Matthijsz. laf en leugen
achtig.
De boosdoener moest uit 't midden der ware
Israëlieten worden weggedaan. De gehoele ge
meente werd op het domplein samengeroepen.
Jan van Leiden stootte den smid z'n zwaard in
't lichaam en Matthijsz. joeg hem een kogel door
den rug. De menigte zong liederen ter eere Gods.
Nu durfde niemand meer tegenstand bicden. Goud
en zilver en alle sieraden moesten ingeleverd
worden. Alle boekon (behalve de Bijbel!) werden
op bevel van den profeet op 't domplein bijeen
gebracht en verbrand.
Ondertusschen had de verdreven bisschop een
leger op de been weten te brengen en het beleg
voor Munster geslagen.
Knipperdolling wekte in een vurige toespraak de
bevolking op de stad tot 't uiterste te verdedigen.
De vestingwerken worden versterkt.
Jong en oud, man en vrouw moest meehelpen.
Bovendien werd de hulp van buiten verwacht.
Niet 't minst uit de Nederlanden, waar inderdaad
een gioot getal „bondgenooten" zich verzamelde
om naar Munster af te reizen en den vijand te
verjagen.
Jan Matthijsz. beschouwde zich echter als een
tweede Simson en meende met geringe manschap
pen te kunnen volstaan. Met enkele bondgenoo
ten trok hij de poort uit, den vijand tegemoet.
Spoe«lig moesten zij het onderspit delven. Het
lichaam van den grooten profeet werd in stukken
gehouwen.
Hiermede was echter aan de jammerlijke Munster-
tragedie nog geen einde gekomen.
Jan Beuckelszoon van Leiden stond gereed om in
de plaats van den gevallen profeet te treden. II ij
zou van nu voortaan de eerste rol vervullen.
De smadelijke dood van Matthijsz. was volgens
hem te verklaren uit den hoogmoed van den pro
feet. Hij had God verlaten en was daarom in de
handen van den vijand overgeleverd. Reeds een
week tevoren aldus Jan van Leiden had
God hem een openbaring geschonken, waarin het
tragische einde van den profeet werd voorzegd en
tevens hem het bevel werd gegevende ver-
lnten weduwe (een bizondor schoone vrouw) te
huwen.
Van af dit oogenblik is Jan Beuckelszoon allecn-
hecrschcr.
Rothmann en de andere predikanten waren zijn
gehoorzame Instrumenten.
Jan van Leiden.
Een geweldige indruk maakte het wandelen van
den profeet door de stadsstraten en zijn luide
boetegeroep: „Bekeert ul bekeert u! Het gericht
is nabij-"
Dan ontvangt de profeet nieuwe „openbaring".
In het nieuwe Israël moest een nieuwe grondwet
ingevoerd worden. Hij koos 12 mannen, die geheel
naar zijn pijpen dansten. Deze mannen moesten
als de oudsten van de twaalf stammen Israels het
volk regeeren.
Knippendolling beh«x>rde niet tot deze twaalven.
Hij werd scherprechter.
Het 1ste artikel van de nieuwe grondwet luidde:
Al wat de Heilige Schift gebiedt of verbiedt moet
iedere Israëliet nakomen. Indien niet, dan wordt
hij onverbiddelijk gestraft.
Eigenaardig was artikel 27: De oudsten hebben
door Gods genade zorg te dragen, dat het gewone
volk geen schade lijdc zoovaak brei en brood noo-
dig zal zijn.
Nu werd ook spoedig de veelwijverij ingevoerd.
De aanleiding daartoe was dat een soldaat den
profeet op echtbreuk betrapte!
Jan van Leiden pleegde met zijn vrienden raad
en vond in liet voorbeeld van de aartsvaders vol
doenden grond voor de leer, dat veelwijverij voor
den man geoorloofd is.
Van nu voortaari" mocht de man meerdere vrou
wen nemen (de vrouw mocht echter maar één
man nemen). Overigens blever de huwelijkswet
ten gelijk en echtbreuk werd zelfs met de dood
straf bedreigd.
Drie dagen lung werd deze nieuwe leer in de
kerken besproken en verdedigd.
Toch protesteerden zei s vele Wederdoopers met
alle kracht, vooial toen de nieuwe wet aanleiding
gaf tot weerzinwekkende tooneelen van ontucht.
De smid Heinrich Mollcnhecke verzamelde twee
honderd man rond zich, maakte zich van het
raadhuis investor en zette den profeet, Knipper
dolling, Rolhmunn en anueren gevangen. Ilct
heimelijk doel van Mollcnhecke en zijn mannen
was, een eind te maken aan de schrikkelijke wan
toestanden en den bisschop door de poort tot do
stad toe te laten.
De aanhangers van de veelwijverij, die veel meer
in aantal wuron, dwongon echter de tegenstanders
zich over te geven. De moesten werden doodge
schoten of door den beul Knipperdolling onthoofd.
Zoo was de stem van de betere elementen tot
zwijgen gebracht cn de stad overgegeven in han
den van dwaze heethoofden.
Een tijdperk van de grofste zedeloosheid brak nu
aan, waarin zelfs jonge meisjes aan de wellust
der mannen ten offer vielen. De eerbare vrouwen,
die aan dit dolzinnig leven niet wcnschtcn deel
te nemen, werden in een klooster gevangen gezet
en soms gruwelijk gestraft.
Maar de toeslanu zou nog erger worden.
Een nieuwe profeet Johann Dusentschner stond
op, die den volke verkondigde een openbaring te
hebben ontvungen dat Jan van Leiden, de heilige
man en profeet Gods, tot koning over den gciieo-
len aardljodem moest worden uitgeroepen. Hij
moest den troon en de plaats van zijn vader
David innemen en heersclien over alle keizers,
koningen, vorsten en hcerschers in de wereld.
Alles was natuurlijk een doorgestoken kaart. Do
nieuwe profeet gaf aan Jan het zwaard der ge
rechtigheid en alle heerschappij, zalfde hem in
don naam Gods en riep hem voor het aangezicht
van het gehoele volk tol koning over het nieuwe
Sion uit.
De koning viel ter aarde cn smeekte God om hulp
en ondersteuning, opdat hij het volk Gods in ge
rechtigheid zou rogoerm.
Koninklijke pracht en praal spreidde de vroegere
kleermaker rond zich.
Buitengewoon kostbaar en schitterend waren de
kronen, de scepter en gouden halsketting. Van
goud was de schede, waarin zijn zwaard rustte,
van goud waren de sporen, gouden met odelstee-
non bezette ringen droeg hij aan de vingers. Ko
ninklijk moest ook zijn klceding wezen, terwijl
zijn hofhouding eveneons in de prachtigste gewa
den zich aan het volk vertoonde. Moor dan 15
dochtcren uit de burgers koos hij zich tot vrouw.
Als Koningin trad evenwel op Divara, de weduwe
van Jan Matthijsz., een vrouw van knap uiterlijk
met fonkelende oogen en slatigen gang. Zij had
haar eigen hofhouding.
Driemaal in de week trad de Koning, gezeten op
een troon, die op 't marktplein was opgericht, als
rechter op. Hij liet munten slaan met het inschrift:
Het Woord is vlcesch geworden en woont in ons.
Wie niet geboren is uit water en Geest kan het
Koninkrijk Gods niet binnengaan. Eén Koning,
heerschond over allen. Eén God. Eén geloof. Een
doop. Te Munster 1534.
Ieder die ook maar den geringst en tegenstand
bood werd ten strengste gestraft. Moedig word
door de Wederdoopei's de verdediging van de
Honing als geneesmiddel
Honing is een zeer bijzonder sap, dat in uitgele
zen natuurlijke laboratoria wordt bereid en niet
alleen vitaminen, fermenten en enzymen bevat,
doch ook buitengewoon veel vruchten- en druiven-
auiker, nl. 35 ii 40 pet.
Reeds in den tijd van den Griek Hippocrates,
den vader der geneeskunde, werd de honing ge
bruikt bij liet bereiden van verschillende genees-
midde'en, en toen men den honing in onzen tijd
chemisch ging onderzoeken, werd hij a.h.w. op
nieuw ontdekt en in eere hersteld. Vele lever
ziekten, vergiftigingen, bloedarmoede en tal van
andere kwalen worden door honing genezen en
bij ernstige aandoeningen der urinewegen doet
honing wonderen. Bovendien doodt hij ziektekie
men en bevordert de genezing van tvonden. Dit
feit blijkt ook daaruit, dat honing nooit beschim
meld raakt; hij was reeds bekend bij de oude
Egyptenarcn, die honing gebruikten bij het bal-
Bomen van hun lijken.
Een honingkuur waarbij men bijv. vier weken
achtereen een on6 honing per dag of iets .minder
gebruikt, bevordert ten zeerste de stofwisseling en
do blocdvorming. Het lijkt veel, doch als men deze
hoeveelheid honing in den loop van den dag ge
bruikt om boterhammen te besmeren, koffie en
thee zoet te maken en e<m weinig te snoepv'n,
komt men al een heel eind op streek. In den
winter heeft honing nog het bijzondere voordeel,
dat hij door zijn licht-vertecrbaarheid eerder dan
eonig ander voedingsmiddel in het bloed komt en
het lichaam verwarmt. Verder kan men de kin
deren een schoteltje honing voorzetten om van te
snoepen, liever dan dat zij allerlei snoepgoed
eten, dat óf duur óf schadelijk is.
Waur_ de bovengenoemde goede eigenschappen
van den honing voor een groot deel afhankelijk
zijn van zijn gehalte aan vruchten- en druiven-
suiker, dient men er op te letten, dat men werke
lijke „bloemenboning" koopt. Er zijn n.l. imkers,
die hun bijen ook 's zomers suikerwater geven,
opdat de raten maar spoedig vol worden. Deze
suikerhoning bevat niet die waardevolle bestand
doelen, welke do bijen anders noodgedwongen uit
de bloesems moeten halen, al is het dan ook ge
garandeerd „bijenhoning".
Het al of niet hard worden, betoj* gezegd kris-
tallisceren van den honing, heeft met de voedings
waarde niets te maken. De kleur hangt af van de
planten, waarvan hij .gewonnen ie. Bladhoning is
bijna altijd lichter dan blocmenhoning. Heide-
Btaö' volgehouden en menige aanval van het bis
schoppelijk legor met succes afgeslagen.
Door onderlinge oneenigheid werd echter de
kracht van de Wederdoopers gebroken.
Knipperdolling was tot stadhouder benoemd, maar
was met dit nederig ambt niet tevreden. Hij be
klom zelf den koningstroon en verklaarde zich
zelf tot koning van liet nieuwe Sion. Jan van
Leiden was een koning naar het vleesch. II ij
zou een geestelijk koning wezen. De geheele Bijbel
moest afgeschaft worden. De geloovigen hadden te
leven naar het voorschrift der natuur en des
Gocstes.
Knipperdolling werd spoedig in de gevangenis ge
worpen, waar hijeen nieuwe openbaring
kreeg. Het viel niet meer te betwijfelen luidde
de inhoud dat Jan van Leiden de heer der
gansche aarde moest worden!
Knipperdolling kreeg, na een strafpredikatie over
zijn hoogmoed van den koning, de vrijheid terug
en werd weer 's Konings gehoorzame dienaar.
Ook buiten Munster werd door die Wederdoopers
hulp gezocht. Jan van Leidon had vooral zijn hoop
op ons land gevestigd eoi verwachtte vandaar
krachtige hulp.
Hij verzekerde het volk dat spoedig hot uur dor
bevrijding zou slaan.
Maandenlang bleef de toestand zonder veel ver
andering.
De taktiek van de troepen van don bisschop was:
de stad geheel van de buitenwereld af te sluiten,
zoodat door gebrek aan voedsel overgave volgen
moest.
De voorspelling van den Koning van Sion ging
niet in vervulling. Het beleg duurde voort en ae
ontevredenheid groeide.
Hoewel de koning en zijn hofhouding nog door
verborgen voorraden voedsel in overvloed hadden,
nam de hongorsnood bij het volk steeds schrik-
kelijker afmetingen aan, zoodat de koning zich
slechts door de uiterste gestrengheid wist te hand
haven.
Dagelijks werden menschen, die protesteerden en
de stad wilden overgeven, in het openbaar terecht
gesteld.
Toen 's konings vrouw, Elisabeth Wandscherer,
smeekte, de stad te mogen verlaten, sloeg hij haar
op het marktplein het hoofd af.
Het lot van Munster was echter beslist.
Door mededeelingen van overgebleven soldaten
uit het kamp der Wederdoopers kwam het bis-
honing is bruinachtig en taai v'ociibaar, lindebloe-
semhoning heeft een groengouden weerschijn en
acacahoning is even licht van kleur als de bloe
sems, waaruit hij verkregen is. De verschillende
eoorten van honing kunnen, ovenals zulks bij
wijn, thee en koffie het geval is, door fijnproevers
van elkaar worden onderscheiden.
De electrische verooving van
mensch en dier
Zooals men weet wordt het slachtvee op de
abattoirs vóór 't gedood wordt eerst verdoofd. Nu
zijn er voor dit verdooven verschLlende metho
den. Een van de nieuwste is echter wel de elec
trische verdooving. Hiervoor heeft men na jaren
lang zoéken een apparaat uitgevonden, dat thans
vrijwel volmaakt is. Bij de constructie hiervan is
men uitgegaan van de eigenaardigheid van de
electriciteit dat reeds bij geringe spanningen,
maar hooge stroom sterke menschen of dieren
worden gedood. Daarbij is het van groot belang,
door welke lichaamsdeelen of organen de stroom
gaat. Gaat de electrische stroom door het hart,
dan treedt onmiddellijk de dood in. Laat men
hem echter door de hersenen gaan, dan volgt
Blechts bewusteloosheid, maar het hart blijft onge
stoord kloppen. Deze laatste methode zal in de
toekomst bij de slachtdieren worden toegepast,
daar door volledig uitschakelen van het gevoel
der dieren het hart verder arbeidt, waardoor bij
het aftappen van het bloed een volkomen uit-
bloeding bereikt wordt.
Er wordt van venschi lende zijden beweerd, dat
door gebruikmaking van electrische stroom ter
verdooving de inwend'gc organen vernield wor
den. Jarenlange onderzoekingen hebben het tegen
deel bewezen. Bij de nieuwe methode zal gelijk
stroom van slechts 70 Volt worden gebruikt, die
reeds voldoende is om den bloedtocvocr naar de
hersenen eenigen tijd te onderbroken cn onmid
dellijk het betreffende d/ier „narcotiseert".
Verschillende vcrecnigingcn voor dierenbescher
ming hebben reeds lang geijverd voor de electri
sche narcose van slachtdieren. Men dient ook het
dier zooveel mogelijk pijn to besparen. De edelste
plicht der menschen is immers juist met de die
ren medelijden te hebben en zich over hen te
erbarmen.
Maar niet a'leen bij dieren moet de electrische
narcose worden aangewend. Verscheiden succes-
schoppelijk leger op de hoogte van do vordodings-
werken.
In den nacht van 25 Juni 1535 trokken de troe
pen Munster binnen.
De tegenstanders verdedigden zich alts leeuwen,
maar na een spannende worsteling moest het
kleine groepje overlevenden zich overgeven.
Rothmann schijnt in den strijd gesneuveld te
zijn. Men heeft althans nooit meer iets van hem
gehoord.
De koning was gevlucht en had zich eigens ver
sloken, doch werd ontdekt en gevangen genomen.
Ook Knipperdolling cn Krechling (de kanselier!)
werden voorloopig gevangen gezet. Vreeselijk
waren de straffen, die over de gevangen Weder
doopers werden geoefend. Vooral de drie hoofden:
Jan van Leiden, Knipperaolling en Krechling zijn
gruwelijk mishandeld.
Op het marktplein, onder de oogen van den
bisschop en het volk, werden ze met gloeiende
tangen geknepen. De tong werd hun uit den mond
getrokken cn daarna de dolk hun in het hart ge-
stooten.
De lijken werden in ijzeren kooien boven op de
Lamberlitoren geplaatst.
Een afschrikwekkend voorbeeld voor de komende
geslachten!
Aan het nieuwe Jeruzalem, het hemelsche Sion
was een einde gekomen.
volle proeven hebben uitgewezen, dat do electri
sche bedwelming zich ook bij menschen laat toe
passen. In Weencn zijn in dit opzicht proeven ge
daan, die zeer .gunstige resultaten hadden. Het
zal dan ook wel niet zoo heel lang meer duren,
dat de electrische narcose algemeen wordt inge
voerd.
Broedt de koekoek nooit self?
Ieder kent den koekoek als een vogel, wiens
wijfje in de nesten van anderen haar eieren legt
en het aan dezen overlaat of haar kroost al dan
niet het licht zal zien, al dan niet verzorgd zal
worden in zijn prille jeugd. En ieder die dat vooi
het eerst hoort vindt het onvergeeflijk in mama
koekoek, tot op het oogenblik dat een of ander
boek verzachtende omstandigheden pleit door te
zeggen, dat de vorm van haar lichaam haar niet
toelaat haar eerste moederplicht zelf te vervullen.
Intusschcn schijnt het dat dit laatste nog zoo
zeker niet is. Toen de grootvader van den be
roemden Darwin een waarneming van hem zelf
publiceerde, volgens welke een koekoek zelf zou
gebroed hebben, hield men het er algemeen voor,
dat hij den vogel had verward met een anderen,
die er sprekend op gelijkt (Caprimulgus). Maar
in 1868 vermeldde het tijdschrift der Zoölogische
Garten een dergelijke waarneming van den heer
Vicssel te Saint-Jean-sur-Sarre en later heeft'men
zeer positieve berichten omtrent een nieuw feit
ontvangen van den heer A. Muller te Gicsen in
Hessen, die met een kijker het doen en laten van
een koekoek geduldig heeft nagegaan.
Hij vond in een Dosch in een nest, dat een koe
koek juist had verlaten, drie eieren, verschillend
in kleur en ook een weinig in grootte. Toen hij
zag dat de vogel, toen hij op een afstand was
gaan staan, terug kwam en zich weer op liet nest
zette, kwam hij tot het besluit dat hij hier wer
kelijk met een broedende koekoek te doen had
cn begon hij zijn nauwkeurige waarneming.
Toen de koekoek zich een oogenblik had verwij
derd, vond hij een jongen vogel in het nest, die
vijf of zes dagen oud kon zijn. De twee andere
eieren lagen buiten het nest, het eenc onbevrucht
en bedorven, hel andere stuk. De jonge vogel was
zeer mak; hij bleef rustig, als men hem met den
vinger aanraakte. Eenige dagen later zag men
de koekoek haar jong voeren met groene rupsen;
daarna verwarmde zij het en vloog weer weg 0111
niet nieuw voedsel terug te koeren. Na 14 dngen
verliet do jonge koekoek, die reeds geheel in do
voeren stak, het nest, en werd hij nog steeds door
zijn moeder gevoed. Na 13 weken vloog hij op een
tak, die vier meters boven den grond hing, en
l#irt daarna ging hij met zijn moeder de wijde
wereld in.
287