Uw belangstelling waai-dp HET TREURSPEL VAN MUNSTER <3* door Drs. A. R. IV. M. Kok Dezer dagen meldden de bladen dat, ter herden king van het feit dat dit jaar de Wederdoop er so he gebeurtenissen te Munster 400 jaar geleden zijn, 1 October a.s. te Munster in Westfalen een ten toonstelling geopend zal worden betreffende de gebeurtenissen van 1535, voor welke allerlei ar chieven van het aanwezige hebben beschikbaar gesteld. De tentoonstelling zal een zuiver weten- 6chappelijk-historisch karakter dragen. Kaar aanleiding van dit bericht willen we het een en ander van deze merkwaardige gebeurte nissen opnieuw voor de aandacht stellen. De Wederdoopers zijn' lange jaren in verschil lende landen van Europa een groot gevaar ge weest voor de doorwerking van* de Reformato rische beginselen. Eerst traden ze rustig en vreedzaam op. Zij wiiden schapen ter slachting wezen en verdroe gen alle lijden en vervolgingen met geduld en lijdzaamheid. Later echter beschouwden zij zich als de eenig-ware geloovigen, die geroepen waren het rijk Gods op aarde te stichten en alle onge- loovigen (dus allo niet-Wederdoopers) van den aardbodem te verdelgen. Zij werden fanatieke dwepers. Vooral heigeen zich afgespeeld heeft in de oude bisschopstad Munster (toen e n plaats van pl-m. 15000 inwoners) spot met alle verbeelding. In deze stad was de bekwame Bernt Rothmann begonnen het Evangelie in gezuiverden vorm te prediken, 't Is onbegrijpelijk dat deze aanvanke lijk zoo sympathieke predikant later onder de bekoring van de leer der Wederdoopers is geko men en aan het dolzinnig spel te Munster heeft deelgenomen. Zijn vurige prediking greep de massa aan, en het leek dat in Munster een bloei ende reformatorische kerk zich zou ontwikkelen. Het gerucht, dat in Munster de beginselen der Wederdoopers vele aanhangers kregen, drong zelfs door tot ons land, en reeds in begin 1533 woonde daar eenigen tijd de man, die straks een hoofdrol zou spelen: Jan Beuckelszoon van Leioen. Rothmann liet zich begin 1534 doopen en spoe dig steeg het getal der opnieuw gedoopten tot 1400. Onder dit getal waren vooral de vrouwen sterk vertegenwoordigd. Jan van Leiden kwam zich nu opnieuw in Mun ster vestigen. Hij was een onecht kind. Zijn moeder kwam uit Munster. Vroeger was hij kleermaker geweest, daarna koopman (maar in de zaken was hij niet gelukkig geweest), later ook herbergier. Toen hij \oor de tweede maal in Munster kwam was hij 25 jaar oud. Zijn geestverwanten beweren dat hij een innemend uiterlijk heeft gehad en vooral vrouwen onder zijn bekoring kwamen. In den avond van 38 Januari 1534 verschenen plotseling de Wederdoopers gewapend op straat en trachtten de stad in hun bezit te krijgen. Ditmaal slaagde hun misdadig pogen echter niet. Zij gingen uiteen, onulat 't nog geen tijd scheen om den dorschvlocr te zuiveren! Spoedig echter zou meende men de dag des Heeren aan breken. In die dagen liepen Knipperdolling en Jan van Leiden met ontbloot hoofd en ten hemel geheven oogen als razenden de stralen der stad door, onafgebroken roepend: Boete! boete! boete! Wee! wee! wee! Doet boete en bekeert u, opdat gij niet de wraak des hemelschcn Vaders over u haalt.'" Dit zonderling gedrag werkte natuurlijk prikke lend op de zenuwen. De kleermaker George ten Berge zag de heerlijkheid f-ods in de wolken en zijn Eoniggeborcne met de banier der overwin ning in de rechterhand. De dwaaste gebaren ver gezelden zijn oproep tot boete: „God zal nu zijn dorschvloer zuiveren en het kaf met onuitblus- 6choüjk vuur verbranden. Doet boete! Doet boetef' Geen wonder «lat nuchterder geesten met angst dit schouwspel gade sloegen. Bijgeloovigen fluis terden dat Rothmann allen, die hij opnieuw doopte, een gift mengsel ingaf. 9 Februari 1534 's morgens vroeg bezetten de geloovigen", meer dan 500 man sterk, de markt en het raudhuis, waar een groot aantal wapenen geborgen wus. Spoedig stonden echter de Evangelisohen en co Roomschen, die in aantal veel grooter waren, 'Speeltafel van Jan van Leiden. 286 tegenover hen. Zij vonden 't maar raadzaam een verdrag te sluiten. De wapens zouden neergelegd worden en de overheid zou gehoorzaamd worden. Alleen in godsdienstzaken werd hun volledige vrijheid toegezegd. Hiermede was echter de rust niet teruggekeerd. Opgewonden vrouwen Liepen op het marktplein te hoop en stelden zich als waanzinnigen aan. Vele eerzame en ordelievende inwoners ergerden zich aan dit weerzinwekkend optreden en, voor de toekomst bevreesd, verlieten zij de sta«l. Daarentegen verzochten de hoofden der Weder doopers hun talrijke aanhangers uit de naburige steden en dorpen, naar Munster te komen. Rothmann schreef o.a.: „Wanneer zij verstandig wilden handelen moesten zij met hun vrouwen en kinderen tot hem komen, zijn heilig Jeruzalem en Sion zien en daarin den tempel van Salomo en den waren godsdienst met uitbanning van alle bijgeloof weder met hem oprichten; behalve den hemclschen schat zouden ze voldoende aardsch bezit ontvangen." Velen gaven aan deze oproep gehoor, niet alleen uit de onmiddellijke omgeving maar ook uit meer verwijderde streken, zelfs uit Holland en Fries land. De gevolgen bleven niet uit. Munster kreeg een regeering uit Wcderdooperd bestaande. Knipperdolling werd burgemeester. Nu begon een waar schrikbewind. Kloosters en kerken werden geplunderd. Zelfs de prachtige Dom bleef niet gespaard. Altaren wer den omvergeworpen, de kunstige klok, een me«s- tersluk van techniek, werd met hamers en beitels bewerkt, orgel en beelden werden vernield en de beschilderde veiisters stukgegooid. Ook de biblio theek, die kostbare handschriften en werken bevatte, werd totaal vernietigd. De „goddeloozen" moesten de stad verlaten. Jan Matthijsz. dcelac dit bevel als de wil van zijn hemelschen Vader mede. „Door don omgang niet de goddeloozen wordt het volk Gods bezoe deld. Weg dus met deze zonen van Ezau! Drzc plaats, deze heilige plaats, dit huis, deze erfenis behoort aan de kinderen Jakobs en de echte Israëlieten." Een grootc uittocht had plaats. Zelfs kinderen en grijsaards, zieken en zwakken moesten de stad verlaten. De leegstaande kloos ters en woningen kwamen goed te pas om de toegestroomde vreemdelingen te herliergen. De bezittingen van de verdreven burgers vielen na tuurlijk den Wederdoopers in handen. Zeven mannen werden gekozen, die als diakenen tot taak hadden uit den voorraad den bchoeftigen mede te deelen. Alle oppositie werd krachtig onderdrukt. Een smid Hubert Rüscher waagde 't het profeetschap van den ex-bakker uil Haarlem in twijfel te trekken en noemde Jan Matthijsz. laf en leugen achtig. De boosdoener moest uit 't midden der ware Israëlieten worden weggedaan. De gehoele ge meente werd op het domplein samengeroepen. Jan van Leiden stootte den smid z'n zwaard in 't lichaam en Matthijsz. joeg hem een kogel door den rug. De menigte zong liederen ter eere Gods. Nu durfde niemand meer tegenstand bicden. Goud en zilver en alle sieraden moesten ingeleverd worden. Alle boekon (behalve de Bijbel!) werden op bevel van den profeet op 't domplein bijeen gebracht en verbrand. Ondertusschen had de verdreven bisschop een leger op de been weten te brengen en het beleg voor Munster geslagen. Knipperdolling wekte in een vurige toespraak de bevolking op de stad tot 't uiterste te verdedigen. De vestingwerken worden versterkt. Jong en oud, man en vrouw moest meehelpen. Bovendien werd de hulp van buiten verwacht. Niet 't minst uit de Nederlanden, waar inderdaad een gioot getal „bondgenooten" zich verzamelde om naar Munster af te reizen en den vijand te verjagen. Jan Matthijsz. beschouwde zich echter als een tweede Simson en meende met geringe manschap pen te kunnen volstaan. Met enkele bondgenoo ten trok hij de poort uit, den vijand tegemoet. Spoe«lig moesten zij het onderspit delven. Het lichaam van den grooten profeet werd in stukken gehouwen. Hiermede was echter aan de jammerlijke Munster- tragedie nog geen einde gekomen. Jan Beuckelszoon van Leiden stond gereed om in de plaats van den gevallen profeet te treden. II ij zou van nu voortaan de eerste rol vervullen. De smadelijke dood van Matthijsz. was volgens hem te verklaren uit den hoogmoed van den pro feet. Hij had God verlaten en was daarom in de handen van den vijand overgeleverd. Reeds een week tevoren aldus Jan van Leiden had God hem een openbaring geschonken, waarin het tragische einde van den profeet werd voorzegd en tevens hem het bevel werd gegevende ver- lnten weduwe (een bizondor schoone vrouw) te huwen. Van af dit oogenblik is Jan Beuckelszoon allecn- hecrschcr. Rothmann en de andere predikanten waren zijn gehoorzame Instrumenten. Jan van Leiden. Een geweldige indruk maakte het wandelen van den profeet door de stadsstraten en zijn luide boetegeroep: „Bekeert ul bekeert u! Het gericht is nabij-" Dan ontvangt de profeet nieuwe „openbaring". In het nieuwe Israël moest een nieuwe grondwet ingevoerd worden. Hij koos 12 mannen, die geheel naar zijn pijpen dansten. Deze mannen moesten als de oudsten van de twaalf stammen Israels het volk regeeren. Knippendolling beh«x>rde niet tot deze twaalven. Hij werd scherprechter. Het 1ste artikel van de nieuwe grondwet luidde: Al wat de Heilige Schift gebiedt of verbiedt moet iedere Israëliet nakomen. Indien niet, dan wordt hij onverbiddelijk gestraft. Eigenaardig was artikel 27: De oudsten hebben door Gods genade zorg te dragen, dat het gewone volk geen schade lijdc zoovaak brei en brood noo- dig zal zijn. Nu werd ook spoedig de veelwijverij ingevoerd. De aanleiding daartoe was dat een soldaat den profeet op echtbreuk betrapte! Jan van Leiden pleegde met zijn vrienden raad en vond in liet voorbeeld van de aartsvaders vol doenden grond voor de leer, dat veelwijverij voor den man geoorloofd is. Van nu voortaari" mocht de man meerdere vrou wen nemen (de vrouw mocht echter maar één man nemen). Overigens blever de huwelijkswet ten gelijk en echtbreuk werd zelfs met de dood straf bedreigd. Drie dagen lung werd deze nieuwe leer in de kerken besproken en verdedigd. Toch protesteerden zei s vele Wederdoopers met alle kracht, vooial toen de nieuwe wet aanleiding gaf tot weerzinwekkende tooneelen van ontucht. De smid Heinrich Mollcnhecke verzamelde twee honderd man rond zich, maakte zich van het raadhuis investor en zette den profeet, Knipper dolling, Rolhmunn en anueren gevangen. Ilct heimelijk doel van Mollcnhecke en zijn mannen was, een eind te maken aan de schrikkelijke wan toestanden en den bisschop door de poort tot do stad toe te laten. De aanhangers van de veelwijverij, die veel meer in aantal wuron, dwongon echter de tegenstanders zich over te geven. De moesten werden doodge schoten of door den beul Knipperdolling onthoofd. Zoo was de stem van de betere elementen tot zwijgen gebracht cn de stad overgegeven in han den van dwaze heethoofden. Een tijdperk van de grofste zedeloosheid brak nu aan, waarin zelfs jonge meisjes aan de wellust der mannen ten offer vielen. De eerbare vrouwen, die aan dit dolzinnig leven niet wcnschtcn deel te nemen, werden in een klooster gevangen gezet en soms gruwelijk gestraft. Maar de toeslanu zou nog erger worden. Een nieuwe profeet Johann Dusentschner stond op, die den volke verkondigde een openbaring te hebben ontvungen dat Jan van Leiden, de heilige man en profeet Gods, tot koning over den gciieo- len aardljodem moest worden uitgeroepen. Hij moest den troon en de plaats van zijn vader David innemen en heersclien over alle keizers, koningen, vorsten en hcerschers in de wereld. Alles was natuurlijk een doorgestoken kaart. Do nieuwe profeet gaf aan Jan het zwaard der ge rechtigheid en alle heerschappij, zalfde hem in don naam Gods en riep hem voor het aangezicht van het gehoele volk tol koning over het nieuwe Sion uit. De koning viel ter aarde cn smeekte God om hulp en ondersteuning, opdat hij het volk Gods in ge rechtigheid zou rogoerm. Koninklijke pracht en praal spreidde de vroegere kleermaker rond zich. Buitengewoon kostbaar en schitterend waren de kronen, de scepter en gouden halsketting. Van goud was de schede, waarin zijn zwaard rustte, van goud waren de sporen, gouden met odelstee- non bezette ringen droeg hij aan de vingers. Ko ninklijk moest ook zijn klceding wezen, terwijl zijn hofhouding eveneons in de prachtigste gewa den zich aan het volk vertoonde. Moor dan 15 dochtcren uit de burgers koos hij zich tot vrouw. Als Koningin trad evenwel op Divara, de weduwe van Jan Matthijsz., een vrouw van knap uiterlijk met fonkelende oogen en slatigen gang. Zij had haar eigen hofhouding. Driemaal in de week trad de Koning, gezeten op een troon, die op 't marktplein was opgericht, als rechter op. Hij liet munten slaan met het inschrift: Het Woord is vlcesch geworden en woont in ons. Wie niet geboren is uit water en Geest kan het Koninkrijk Gods niet binnengaan. Eén Koning, heerschond over allen. Eén God. Eén geloof. Een doop. Te Munster 1534. Ieder die ook maar den geringst en tegenstand bood werd ten strengste gestraft. Moedig word door de Wederdoopei's de verdediging van de Honing als geneesmiddel Honing is een zeer bijzonder sap, dat in uitgele zen natuurlijke laboratoria wordt bereid en niet alleen vitaminen, fermenten en enzymen bevat, doch ook buitengewoon veel vruchten- en druiven- auiker, nl. 35 ii 40 pet. Reeds in den tijd van den Griek Hippocrates, den vader der geneeskunde, werd de honing ge bruikt bij liet bereiden van verschillende genees- midde'en, en toen men den honing in onzen tijd chemisch ging onderzoeken, werd hij a.h.w. op nieuw ontdekt en in eere hersteld. Vele lever ziekten, vergiftigingen, bloedarmoede en tal van andere kwalen worden door honing genezen en bij ernstige aandoeningen der urinewegen doet honing wonderen. Bovendien doodt hij ziektekie men en bevordert de genezing van tvonden. Dit feit blijkt ook daaruit, dat honing nooit beschim meld raakt; hij was reeds bekend bij de oude Egyptenarcn, die honing gebruikten bij het bal- Bomen van hun lijken. Een honingkuur waarbij men bijv. vier weken achtereen een on6 honing per dag of iets .minder gebruikt, bevordert ten zeerste de stofwisseling en do blocdvorming. Het lijkt veel, doch als men deze hoeveelheid honing in den loop van den dag ge bruikt om boterhammen te besmeren, koffie en thee zoet te maken en e<m weinig te snoepv'n, komt men al een heel eind op streek. In den winter heeft honing nog het bijzondere voordeel, dat hij door zijn licht-vertecrbaarheid eerder dan eonig ander voedingsmiddel in het bloed komt en het lichaam verwarmt. Verder kan men de kin deren een schoteltje honing voorzetten om van te snoepen, liever dan dat zij allerlei snoepgoed eten, dat óf duur óf schadelijk is. Waur_ de bovengenoemde goede eigenschappen van den honing voor een groot deel afhankelijk zijn van zijn gehalte aan vruchten- en druiven- suiker, dient men er op te letten, dat men werke lijke „bloemenboning" koopt. Er zijn n.l. imkers, die hun bijen ook 's zomers suikerwater geven, opdat de raten maar spoedig vol worden. Deze suikerhoning bevat niet die waardevolle bestand doelen, welke do bijen anders noodgedwongen uit de bloesems moeten halen, al is het dan ook ge garandeerd „bijenhoning". Het al of niet hard worden, betoj* gezegd kris- tallisceren van den honing, heeft met de voedings waarde niets te maken. De kleur hangt af van de planten, waarvan hij .gewonnen ie. Bladhoning is bijna altijd lichter dan blocmenhoning. Heide- Btaö' volgehouden en menige aanval van het bis schoppelijk legor met succes afgeslagen. Door onderlinge oneenigheid werd echter de kracht van de Wederdoopers gebroken. Knipperdolling was tot stadhouder benoemd, maar was met dit nederig ambt niet tevreden. Hij be klom zelf den koningstroon en verklaarde zich zelf tot koning van liet nieuwe Sion. Jan van Leiden was een koning naar het vleesch. II ij zou een geestelijk koning wezen. De geheele Bijbel moest afgeschaft worden. De geloovigen hadden te leven naar het voorschrift der natuur en des Gocstes. Knipperdolling werd spoedig in de gevangenis ge worpen, waar hijeen nieuwe openbaring kreeg. Het viel niet meer te betwijfelen luidde de inhoud dat Jan van Leiden de heer der gansche aarde moest worden! Knipperdolling kreeg, na een strafpredikatie over zijn hoogmoed van den koning, de vrijheid terug en werd weer 's Konings gehoorzame dienaar. Ook buiten Munster werd door die Wederdoopers hulp gezocht. Jan van Leidon had vooral zijn hoop op ons land gevestigd eoi verwachtte vandaar krachtige hulp. Hij verzekerde het volk dat spoedig hot uur dor bevrijding zou slaan. Maandenlang bleef de toestand zonder veel ver andering. De taktiek van de troepen van don bisschop was: de stad geheel van de buitenwereld af te sluiten, zoodat door gebrek aan voedsel overgave volgen moest. De voorspelling van den Koning van Sion ging niet in vervulling. Het beleg duurde voort en ae ontevredenheid groeide. Hoewel de koning en zijn hofhouding nog door verborgen voorraden voedsel in overvloed hadden, nam de hongorsnood bij het volk steeds schrik- kelijker afmetingen aan, zoodat de koning zich slechts door de uiterste gestrengheid wist te hand haven. Dagelijks werden menschen, die protesteerden en de stad wilden overgeven, in het openbaar terecht gesteld. Toen 's konings vrouw, Elisabeth Wandscherer, smeekte, de stad te mogen verlaten, sloeg hij haar op het marktplein het hoofd af. Het lot van Munster was echter beslist. Door mededeelingen van overgebleven soldaten uit het kamp der Wederdoopers kwam het bis- honing is bruinachtig en taai v'ociibaar, lindebloe- semhoning heeft een groengouden weerschijn en acacahoning is even licht van kleur als de bloe sems, waaruit hij verkregen is. De verschillende eoorten van honing kunnen, ovenals zulks bij wijn, thee en koffie het geval is, door fijnproevers van elkaar worden onderscheiden. De electrische verooving van mensch en dier Zooals men weet wordt het slachtvee op de abattoirs vóór 't gedood wordt eerst verdoofd. Nu zijn er voor dit verdooven verschLlende metho den. Een van de nieuwste is echter wel de elec trische verdooving. Hiervoor heeft men na jaren lang zoéken een apparaat uitgevonden, dat thans vrijwel volmaakt is. Bij de constructie hiervan is men uitgegaan van de eigenaardigheid van de electriciteit dat reeds bij geringe spanningen, maar hooge stroom sterke menschen of dieren worden gedood. Daarbij is het van groot belang, door welke lichaamsdeelen of organen de stroom gaat. Gaat de electrische stroom door het hart, dan treedt onmiddellijk de dood in. Laat men hem echter door de hersenen gaan, dan volgt Blechts bewusteloosheid, maar het hart blijft onge stoord kloppen. Deze laatste methode zal in de toekomst bij de slachtdieren worden toegepast, daar door volledig uitschakelen van het gevoel der dieren het hart verder arbeidt, waardoor bij het aftappen van het bloed een volkomen uit- bloeding bereikt wordt. Er wordt van venschi lende zijden beweerd, dat door gebruikmaking van electrische stroom ter verdooving de inwend'gc organen vernield wor den. Jarenlange onderzoekingen hebben het tegen deel bewezen. Bij de nieuwe methode zal gelijk stroom van slechts 70 Volt worden gebruikt, die reeds voldoende is om den bloedtocvocr naar de hersenen eenigen tijd te onderbroken cn onmid dellijk het betreffende d/ier „narcotiseert". Verschillende vcrecnigingcn voor dierenbescher ming hebben reeds lang geijverd voor de electri sche narcose van slachtdieren. Men dient ook het dier zooveel mogelijk pijn to besparen. De edelste plicht der menschen is immers juist met de die ren medelijden te hebben en zich over hen te erbarmen. Maar niet a'leen bij dieren moet de electrische narcose worden aangewend. Verscheiden succes- schoppelijk leger op de hoogte van do vordodings- werken. In den nacht van 25 Juni 1535 trokken de troe pen Munster binnen. De tegenstanders verdedigden zich alts leeuwen, maar na een spannende worsteling moest het kleine groepje overlevenden zich overgeven. Rothmann schijnt in den strijd gesneuveld te zijn. Men heeft althans nooit meer iets van hem gehoord. De koning was gevlucht en had zich eigens ver sloken, doch werd ontdekt en gevangen genomen. Ook Knipperdolling cn Krechling (de kanselier!) werden voorloopig gevangen gezet. Vreeselijk waren de straffen, die over de gevangen Weder doopers werden geoefend. Vooral de drie hoofden: Jan van Leiden, Knipperaolling en Krechling zijn gruwelijk mishandeld. Op het marktplein, onder de oogen van den bisschop en het volk, werden ze met gloeiende tangen geknepen. De tong werd hun uit den mond getrokken cn daarna de dolk hun in het hart ge- stooten. De lijken werden in ijzeren kooien boven op de Lamberlitoren geplaatst. Een afschrikwekkend voorbeeld voor de komende geslachten! Aan het nieuwe Jeruzalem, het hemelsche Sion was een einde gekomen. volle proeven hebben uitgewezen, dat do electri sche bedwelming zich ook bij menschen laat toe passen. In Weencn zijn in dit opzicht proeven ge daan, die zeer .gunstige resultaten hadden. Het zal dan ook wel niet zoo heel lang meer duren, dat de electrische narcose algemeen wordt inge voerd. Broedt de koekoek nooit self? Ieder kent den koekoek als een vogel, wiens wijfje in de nesten van anderen haar eieren legt en het aan dezen overlaat of haar kroost al dan niet het licht zal zien, al dan niet verzorgd zal worden in zijn prille jeugd. En ieder die dat vooi het eerst hoort vindt het onvergeeflijk in mama koekoek, tot op het oogenblik dat een of ander boek verzachtende omstandigheden pleit door te zeggen, dat de vorm van haar lichaam haar niet toelaat haar eerste moederplicht zelf te vervullen. Intusschcn schijnt het dat dit laatste nog zoo zeker niet is. Toen de grootvader van den be roemden Darwin een waarneming van hem zelf publiceerde, volgens welke een koekoek zelf zou gebroed hebben, hield men het er algemeen voor, dat hij den vogel had verward met een anderen, die er sprekend op gelijkt (Caprimulgus). Maar in 1868 vermeldde het tijdschrift der Zoölogische Garten een dergelijke waarneming van den heer Vicssel te Saint-Jean-sur-Sarre en later heeft'men zeer positieve berichten omtrent een nieuw feit ontvangen van den heer A. Muller te Gicsen in Hessen, die met een kijker het doen en laten van een koekoek geduldig heeft nagegaan. Hij vond in een Dosch in een nest, dat een koe koek juist had verlaten, drie eieren, verschillend in kleur en ook een weinig in grootte. Toen hij zag dat de vogel, toen hij op een afstand was gaan staan, terug kwam en zich weer op liet nest zette, kwam hij tot het besluit dat hij hier wer kelijk met een broedende koekoek te doen had cn begon hij zijn nauwkeurige waarneming. Toen de koekoek zich een oogenblik had verwij derd, vond hij een jongen vogel in het nest, die vijf of zes dagen oud kon zijn. De twee andere eieren lagen buiten het nest, het eenc onbevrucht en bedorven, hel andere stuk. De jonge vogel was zeer mak; hij bleef rustig, als men hem met den vinger aanraakte. Eenige dagen later zag men de koekoek haar jong voeren met groene rupsen; daarna verwarmde zij het en vloog weer weg 0111 niet nieuw voedsel terug te koeren. Na 14 dngen verliet do jonge koekoek, die reeds geheel in do voeren stak, het nest, en werd hij nog steeds door zijn moeder gevoed. Na 13 weken vloog hij op een tak, die vier meters boven den grond hing, en l#irt daarna ging hij met zijn moeder de wijde wereld in. 287

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 16