B u iveulaiid scKOvei^leJiH
Donderdagavond.
Do regentijd is geëindigd, zeggen we tegen
elkander, en tegelijk gaan we niet onze kragen
omhoog langs de straat, en niet zoo heel lang
zaam ook, want het giet! Toch zijn wc niet
niet ons zelf in tegenspraak, dat is slechts schijn
baar. Want we bedoelen natuurlijk; in Abessinië.
We zijn tegenwoordig zóó vertuid van dat land,
waar we vroeger nauwlijks een gedachte voor
over hadden, als zateii we met z'n allen in die
©ene befaamde Commissie van Vijf, u weet wel,
dat Volkenbondsorgaan, speciaal in het leven ge
roepen om het Abessijnsche conflict op te lossen.
Ken gemakkelijke taak hadden de lieercn niet,
want tusschen Negus en Duce gaapt een kloof,
die eigenlijk niet met normale middelen te over
bruggen is. Wat de Romeinsche machthebber wil,
het is deze week overduidelijk gebleken uit de
woorden van zijn Genec-fschen vertegenwoordiger,
Baron Aloisi, is feitelijk niet meer of minder,
dan dat Abessinië zichzelf tot Italiaansche kolo
nie verklaart.
J)e heer Aloisi formuleerde nl. de volgende,
later als niet officieel bestempelde eischer*
Ook de "Abessijnsche „Koning "der Koningen" is,
ondanks zijn doorluclite titel, in zijn geliefden
donkeren omslagmantel een ecnigszins ondoor
grondelijke figuur. Bij zijn schijnbaar zoo glas
heldere, rustige verklaringen vraagt men zich
onwillekeurig af wat er in werkelijkheid om
gaat achter het hooge voorhoofd van dezen
Üost-Afrikaanschen monarch. Is diep in zijn over
tuiging, de Volkenbond het reëele Instituut, waar
voor hij het zegt te houden, of...... speelt hij met
andere machten mede in het oude spel van to
doen alsof, daar dit nu eenmaal, tot op heden,
de voornaamste regel blijkt van het internatio
nale politieke spel?
Hoe het ook zij, heden ontving het Volkenbonds
secretariaat weer eens een telegram van hem,
met de mededeeling, dat zijn troepen de order
hebben, zich op een afstand van 30 K.M. van do
grens verwijderd te houden, zulks om te voorko
men dat zijn tegenstanders uit een mogelijk in
cident een voorwendsel tot een aanval zouden
maken. Twijfel, wie bij het uitbreken der vijan-
De krachtverdeeling in dc Middcllandsche Zee
I. Het Abessijnsche leger moot worden ontwa
pend ,en bij reorganisatie ondor Italiaansche
controle worden gesteld;
II. Abessinië moet aan Italië een gebiedstrooTc
afstaan, welke de beide koloniën van dit land,
Eritrea en Somaliland, verbindt;
III. Alleen een kleine kern van het Abessijnsche
rijk, rond de hoofdstad, blijft onder autoriteit
van den Negus;
IV. Italië krijgt het recht, een spoorweg te bou
wen en te beboeren van de Abessijnsche hoofd-
stad naar een zeehaven in Somililand, en de/e
haven zal dan aan den Negus worden afgestaan.
De Negus verkeert dus zoo ongeveer in het ge
val van een reiziger, die de keus wordt gelaten:
je geld of je leven. Vermoedelijk zal hij trachten,
zooveel mogelijk van beide te behouden, en
tenslotte is er inuuers ook nog een Volkenbond!
Kon beetje sneu is het intusschen voor de vijf
Commissic-heeren, die met hun voorstellen aan
heide partijen net zoo ongeveer gereed waren, dat
hun hecle werk nu eigenlijk voor de papiermand
bestemd is. Want dat er Aan hun bemiddelings
pogingen, die zij nu weer hebben overgedragen aan
den Volkenbondsraad, veel terecht komt, gcloo-
von zij ook zelf niet meer.
Behalve de Volkenbond is er bovendien nog 7.00-
jets als een machtige Engelsche vloot in de Oude
Wereld-zee, die in staat is zelfs een 7.00 oorlogs
zuchtig land als Italië momenteel is, nog een
zeker '.'Ozag in te boezemen.
De Franschc premier Lnval hoeft 'n die vloot
ook wel aard'gheid, al zou hij ze voorloopig liever
wat op non-actief willen houden, als appeltje
togen den dorst. Bijvoorbeeld als Marianne in de
toekomst weer eens een kleine burenruzie met
den Duitschen Michel mocht hebben.
Jloe hij dat klaar moet spelen, vrienden lo
blijven met zijn eigen medeministers, met Brit-
tannië, niet den Volkenbond, en met het dwarse
Italië, dat is zijn speciale probleem.
Maar tocli ook weer niet van hem alleen. Want
Genève, en heel de wereldpers, zou er ook graag
het hare van welen. Het komt immers zoo wat
hierop neer: blijft Italië recalcitrant, en moet het,
desnoods met do wapens, namens den Volken
bond, worden gestraft, zal Frankrijk dan ook
daarvoor stemmen?
Zoo is Pierre Lava 1, al hoeft hij er fysiek
niets van, nog steeds 7.00'n beetje do huidige
Europeesche sfinx, en 't geheim van zijn politiek
in dit opzicht is kostbaar. liet kan om menscher.-
ievens gaan, om een strijd op grootc schaal, in
het bekken van de Middellandsche Zee, dat roeds
tooneel van zoo ontelbare volken-worstelingen
geweest ia.
delijkhcden de aanvaller is, zou op deze wijze
zijn uitgesloten.
In ditzelfde telegram herinnert de Negus aan zijn
verzoek, om een commissie van onpartijdige
waarnemens naar zijn land te zendon, die bij een
aanval de verantwoordelijkheid daarvoor zouden
moeten bepalen.
Tot het zenden van zulk een commissie schijnt
de Volkenbondsraad intusschen maar niet te kun
nen besluiten, hetgeen te meer merkwaardig is,
daar naar verluidt te Genève als voornaamste
argument tegen zulk een maatregel geldt, dat
Aloisi er een sterk tegenstander van is!
Zou het den Negus dan kwalijk zijn te nemen,
zoo hij de heimelijke gewaarwording heeft, niet
tegen een werkelijk en tastbaar instituut, doch
tegen de ongrijpbare schim van een vervluchti
gend ideaal het woord te richten?
<5*
De Engelsche heer Arthur Henderson Is In
tusschen ernstig ziek, hij heeft naar men zegt
zelfs dezer dagen een operatie moeten ondergaan.
Zooals men weet is hij de voorzitter der Ontwape
ningsconferentie, die er nog steeds is of niet is,
dat is eigenlijk een beetje lastig uit to maken.
Wij willen met peen van beid© patiënten een
loopje nemen, daarvoor zijn ze er beiden t©
erg aan toe, maar hun gelijktijdige ongesteldheid
is, gezien de toestand van de wereld waarin wi|
leven, bijna symbolisch.
De Vereenigde Staten hebben verklaard, dat zij,
ongeacht "wat anderen op dit gebied doen, zeven
nieuwe oorlogsschepen op stapel zullen zetten,
met een maximum tonnage van 33.000 ton. Boven
dien heeft de chef van don Amerikaanschei staf
©en vijf-jaren-verlanglijstje, waarop 800 militaire
vliegtuigen per jaar staan. s
Brittannië heeft, volgens de „Feoplc", een plan
netje dat over zes jaar zou moeten worden ver-
dec ld, en in dien tijd de bewapening van de
Engelsche vloot voor een waarde van 200 milliocn
pond sterling zou moeten verhoogen. De „een
heden", die men daarvoor wil bouwen, noemen
we maar liever niet op, de lectuur zou eentonig
worden.
Want zelfs Griekenland is gaan praten over
nieuwe defensie-middelen, en houdt voorloopig
maar vast zijn uitgediende lichting op de been.
Voegt men daarbij de sterke voorliefde, die ver
schillende Europeesche landen voor militair©
schouwspelen aan den dag leggen, denk slechts
aan de Engelsche, Franschc, Duitsche, Russische
manoeuvres, dan schijnt er, buiten de netelig©
Abessijnsche affaire, ook verder nog genoeg con
flicten-stof op onze oude aarde te zijn.
<7
Tragedies van anderen aard zijn er ook steeds te
over. Terloops willen we bier vermelden, dat er
de laatste week weer heel wat verkeersongeluk
ken plaats vonden. Bijzonder tragisch was het
treinongeluk bij Dresden, waarbij een twaalftal
schoolkinderen, die een dagje uit zouden, het
slachtoffer werden. Doch ook dc treinramp, waar
door een 200-taJ Chincesche soldaten den dood
vonden, en een evengroot aantal werden gewond,
moet in dit verband niet worden over het hoofd!
Om de lijst te voltooien is er nog het ongeluk,
dat een van manoeuvres terugkeerend Duitsch
vliegtoestel overkwam. De ramp werd eerst stil
gehouden, maar later werd bekend, dat hier
zeven mannen in de kracht van hun leven waren
verongelukt.
Ter zee kent men eveneens zijn rampspoeden. Aan
de kust van de Vereenigde Staten, in de omge
ving van Halifax, dreof dezer dagen een reddings
boot aan waarin zich zes dooden bevonden, en
éën man, die zóó was uitgeput, dat hij bij het
relaas van zijn wederwaardigheden stierf.
Slachtoffers van een schipbreuk, die wie weet
voor hoe langen tijd aan weer en water waren
prijs gegeven.
<5*
Een bericht dat ©enigszins komisch aandoet is
dat van den diefstal van een twaalftal Hongaar-
sche konijntjes. Doch het geval krijgt een gevaar
lijke bijsmaak door de bijzonderheid dat het proef
dieren uit een ziekenhuis waren, geënt met cho-
lera-bacillen.
De dieven zijn gewaarschuwd; het boutje zou
hun al heel erg slecht kunnen bekomen.
Een dergelijk houtje, smakelijk maar gevaarlijk,
lijkt ons het Memelgcbiod, en wel voor de Litau-
schc regeering. Zij zou zich daarvan gaarne nog
beter meester maken, dan zij het in 1923 reeds
deed, toen zij dit land door vrijscharen liet in
nemen. Toen heeft de Parijsche Gezanten-confe
rentie er een soort van autonoom gebied van .ge
maakt. Maar mogen wij de persberichten gcloo-
ven, dan is Litauen er thans opnieuw, en ditmaal
met sluwere methoden aan bezig, zich van Memel
meester te maken, namelijk door het onder zeer
verdachte omstandigheden houden van verkie
zingen.
Als de lezer zijn Zondagsblad inderdaad op den
Zondag doorleest, is juist het pleit in vollen gang.
De Regeering van Abessinië. Een officicelc foto van dc ministers van het
land van den Negus. Van linies naar rechtsv Keniazmatch Takte Markot,
minister van verkeerswezen; Betalen Ghcla Sahle Tsedalou, minister van
onderwijs, Fitaurart Tafessa Hapte Mikacl, minister van publieke werken,
'J'saJiafi Tizaz Halte Wolde Roufc, groot zegelbewaarder, Betalen Gheta
Herouy Wolde Sellassle, minister van buitenl. zaken,; Afenegus Alnafe,
minister van justitie; Reiljirond Fik re Selassie Katania, min. van financiën;
en Ligaba Katania Mikacl, keizerlijk kamerheer.
282
VACANTIE-HERINNERING
WIE DOET ER MEE?
Taqsr huet
j [rond
Ruiter
te paard.
OPLOSSING
Van de Rebus in het vorige nummer:
Z^ h u/t e. e. r) t
1 Wy «y» a.t 't la-i-ye. »a» Da
Ray-tl,. E»
0 -, c« - a.a »v nocb
f k c r i i
j, rr> r1
l
-j9-
j j j I 1 h' f
-4»-j
1 T
-f.
,i .rTr—v
J T
Twee fijne knutselwerkjes, die je alleen en 00K
wel met broer of zus kunt maken. Je moet da
tekeningetjes maar eens goed bekijken, dan zie
jo wel wat je nodig hebt. Het lij'f van den jager
is een aardappel en dat van het paard een klos.
Voor benen en poten kunnen lucifers di'enst
doen. En zo ga je maar door; jo ziet zelf wel
wat je gebruiken kunt. Aan deze twee werkjes
kun je avonden lang werken. En je zal eens zien
wat een plezier je zulk een karweitje geeft.
hl,. U
bi 0.
-Noa.
oyi- Laisi
p
il**», Wy
/V" T"
f
\u 11
V
J>
r€. ✓«n. on
.re *»!-/• 1
Dvn a«>»
Ja .Uj U
1» 1
Wij zijn uit 't landje van Oranje;
Wij sparen ons geen lijf of goed,
Om Neerlands gronden te beschermen,
Al kost het ons ook 't edelst bloed.
Zoo lang het Hollands harte
Nog klopt van stille trouw
Wie is het, ja, wie is het,
Die ons belagen zou?
Wij zijn uit 't landje van Oranje,
Die eenmaal offerde zijn bloed.
Wij willen hem ten voorbeeld nemen,
In liefd' en trouw en heldenmoed.
Wij willen 't kost') ijk erfdeel
Dat hij voor ons herwon,
Beschutten en beschermen
Bij d' oud' Oranjezon.
Wij zijn uit 't landje van Oranje,
Van Wilhclmina van Nassau.
Wij zweren U, 0 Koninginne,
Wij zweren U voor altijd trouw.
En mocht er soms een vijand
Uw troon bestormen gaan
Uw volk zal nimmer wijken,
Maar om Uw troon gaan staan!
GRAPJES
Uit welk bekend sprookje is dit een plaatje?
Je hebt er allemaal wel eens van gehoord,
't Ie maar een sprookje en dus niet echt gebeurd.
Maar toch luisteren dc kinderen er altijd gretig
Misschien wil Moeder er wel eens van vertellen.
Iemand moest getuigenis afleggen in een jacht-
zaak.
„lleb je gezien, dat de man schoot?" vroeg ce
president.
„Neen, edelachtbare, maar ik heb het gehoord."
„Die verklaring is niet voldoende", klonk het
ernstig; „begeef u naar uw plaats." De getuige
deed 'het, maar zodra hij zich had omg keerd,
begon hij luid te lachen.
De president, verontwaardigd over dit oneerbie
dige, gedrag, riep den man terug en vroeg hem,
hoe hij het durfde wagen hier te lachen.
„Heeft u mij zien lachen, edelachtbare?" riep
met een grappige blik. Zelfs het O.M. had moeite
zich goca te houden.
„Ik heb een pak voor iedere dag van de weck."
„Nee, toch?"
„Jawel, dit is het!"
„Ik ben tegenwoordig wel gesjochten, maar er
was toch eens een tijd, dat ik in mijn eigen rijtuig
„Dat geloof ik wel, en je moeder duwde, niet
„Wat een aardig liedje zing je daar aldoor.
Kees. Jammer, dat jc de woorden niet kent."1
„Ja, jammer hè?"
„Ja, want aid je dan ook nog de wijs zou kén
nen, zou het, geloof ik, wel een leuk liedje zijn.n
2911