Beschouwingen over de Kabinetscrisis
GOUD EN V
UR
c
VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1935
VIERDE BLAD PAG.
CONFLICTEN ALS DEZE
DIENEN VERMEDEN
Bij devaluatie moet de Regeering
de leiding hebben
Ook de Vrijheidsbond neemt loyaal
standpunt in
Jhr Sar de Geer
Vergadering van 26 September
De heer De Geer (chr. hist.) begon met
Wikele opmerkingen over de kabinetscrisis.
De crisis scheen
hem een vergis
sing. Er was geen
reëel conflict zich
uitend in 'n Ka
mer-votum.
Wel waren er
enkele moeilijk
heden met een
bepaalde fractie.
Maar dat is vroe
ger wel gebeurd
zonder dat een
crisis ontstond, 't
Is te hopen, dat
betgeen gebeurd
is, zich niet zal
lerhalen. Er is
,ets scheef ge
trokken. Men kan
zeggen, dat dege
nen, die moeilijkheden hadden, over en
weer een steek hebben laten vallen.
De minister-president vroeg in Juli ach
terwege laten van ondermijnende critiek en
een ondubbelzinnige uitspraak. Dat was
niet juist. De Regeering had kunnen wach
ten op een votum. Maar aan de andere zijde
is de lapsus der Regeering te veel ausge-
nfltzt. Men had kunnen zeggen, dat hot
6temmen over het Bezuinigingsontwerp als
een votum zou zijn te beschouwen. Nu
werd door de eisch van dr Colijn min of
meer een crisis geforceerd. Dat was een
onregelmatigheid, waardoor ook de oplos
sing eenigszins een abnormaal verloop ge
had heeft. We moeten vooral niet gaan
meenen, dat het in andere gevallen ook zoo
kan gaan. De Kamer moet niet gaan den
ken: de spijs wordt niet zoo heet gegeten,
als ze wordt opgediend, later komt het wel
weer in de plooi.
Van een nieuw kabinet kan moeilijk
sprake zijn, blijkbaar is het de bedoe
ling geweest de formatie zoo gaaf moge
lijk te behouden. Het gebeurde is
tot niets nut geweest en heeft
uit staatsrechtelijk oogpunt
slechts schade gedaan. Ook
economisch heeft ze ons ge
schaad. Onze goudvoorraad
•is verminderd en de dalende
rentestandaard is weer omge
zet in renteverhooging. Daar
om is het beter conflicten van deze
aard in de toekomst te voorkomen. Wil
men weer in de oude toestand komen,
dan moet ook niet door onredelijke
maatregelen het crediet worden onder
mijnd. De Regeering toont, dat te be
seffen. Men heeft deze dagen gespro
ken van consekwente deflatie in geheel
verschillende zin. Voor dr Colijn leidt
ze tot devaluatie; mr Aalberse zegt, dat
ze komt, indien we niet consekwente
deflatie toepassen.
Op dit punt is de heer De Geer het eens
met den minister-president. Devaluïst be
hoeft echter geen consekwente deflatie na
te streven; komt ze langs die weg, dan is
het op de slechtste, niet te beheerschen
wijze.
Bij de keus tusschen consekwente defla
tie en devaluatie, kiest de heer Dc Geer nog
steeds het laatste. Het is een pijnlijke, maar
deskundig uit te voeren operatie.
Het andere staat gelijk met het toebren
gen in het wilde weg van een aantal ruwe
Bij deflatie wordt men opgejaagd van 't
een naar het ander, want elke crediteur is
op zijn beurt debiteur.
Consekwente deflatie zou een ketting-
reeks van geforceerde wanbetalingen
veroorzaken. Bij dalende rentestand
moet men in dit natuurlijke gezond-
1 heidsproces niet ingrijpen en bepaalde
dingen aan grijpen, om ze te dwingen
mee te dalen. Er is groot verschil tus-
schen hypotheek en credietgeving. Want
t maakt men beleggingen door hypotheek
onzeker, dan gaat het crediet andere
wegen uit.
4 Wat de devaluatie betreft,
vaart de heer De Geer volko-
men op het kompas der Regee-
ring. Moet het tot devaluatie
komen, dan zullen we zelf.het
mom:ent daarvoor moeten kie
zen. De leiding behoort in deze
zaak volstrekt bij de Regee
ring te zijn. Zij alleen kan op
het aangewezen oogenblik en
met vaste hand ingrijpen. De
pijnlijke operatie behoort te
geschieden door de beste chi
rurg, met steriele hulpmidde
len, de beste omgeving en zon
der onrustige toeschouwers.
De heer De Geer zal de Regeering
gaarne steunen bij het vervollen met
moed en opgewektheid van haar oude,
maar telkens nieuwe taak.
De heer van den Tempel (s.d.) be
sprak de voorgenomen salarisverlaging. Zijn
opinie is niet veranderd.
Bij het beoordeelen van zijn motie moet
de Kamer bedenken,
dat de bezoldigingen
reeds herhaaldelijk
zijn verlaagd en dat
de tegenzin tegen
zulke maatregelen
groeit. Practisch
schakelt de regeering
het georganiseerd
overleg uit; zij maakt
de salarissen tot
sluitpost der begroo
ting.
De Minister van
Binnenlandsche Za
ken zond een circu
laire over de salaris
verlaging aan de ge
it. d. Tempel
meentebesturen eer nog met het georgani
seerd overleg was gesproken; in die circu
laire staat reeds de feitelijke beslissing der
regeering. Op deze wijze maakt de regee
ring van het georganiseerd overleg een ca-
ricatuur. Op dit punt moet een uitspraak
der Kamer worden gevraagd.
Dr Bierema (lib.) kan ook moeilijk dit
Kabinet als een nieuw Kabinet beschouwen.
Het aspect van het algemeen regeeringsbe-
leid is alleen hier en daar wat verlegd als
gevolg van de veranderde omstandigheden.
Na het optreden van het nieuwe Kabinet
was het conflict van Juli latent blijven be
staan Het is jammer dat toen niet een ver
klaring is afgelegd, waardoor de spanningen
werden weggenomen. Dat de Regeerin.g ten
aanzien van het ingrijpen in civielrechtelijke
verhoudingen voorzichtigheid zal betrachten,
was met instemming vernomen. Het vaste
lasten ontwerp heeft onzekerheid gebracht
en het crediet ondermijnd.
Komt er geen radicale verbetering in onze
rentestandaard dan zal alleen daardoor
reeds het vastelasten-ontwerp onuitvoerbaar
worden. De Minister-President heeft thans
erkend, dat het beter achterwege ware ge
bleven.
De instelling van het departement van
Landbouw heeft instemming.
De industrialisatie, die ook gevaren heeft,
moet gepaard gaan met verruiming van den
afzet. Een uitgesproken stelsel
van autarchie zou voor ons volk
geen winst zijn. Vermindering
van import schept gevaren voor
den export. Het .gevaar ontstaat dan, dat.
we slechts verschuiving van werkloosheid
krijgen. Nuchterheid is in deze dingen noodig
Dat in onze handelspolitiek contingen-
teeringen zullen worden vervangen door ver
hoogde rechten aan ae grens, zal ook niet
zonder moeilijkheden blijken. Contingentee-
ringen hebben inderdaad geleid tot verstar
ring.
Bij ©dn nieuw stelsel moeten echter de
rechten bij voortschrijding van de aanpas
sing stelselmatig worden verlaagd. Ook de
monopolieheffingen voor den landbouw,
waaraan een ambtenarij is verbonden, waar
in bijna niemand meer de weg weet, zullen
moeten worden vervangen door een stelsel
van comnenseerende tijdelijke invoerrechten
aan de grens.
Dat is het mindere kwaad dan wat nu
Een groot deel van ons crediet is in
de afgeloopen maanden verloren ge
gaan. Het geld is enorm duur. Het be
drijfsleven betaalt 7 k 7^ pet voor
crediet, het dubbele van wat het was
voor de crisis van Juli. De Regeering
moest voor haar schatkistbiljetten 5^
pet. betalen. De vrees bestaat, dat op
den duur de Staat deze biljetten slechts
bij particuliere banken zal kunnen on
derbrengen, indien deze ze bij de
Nederlandsche Bank zullen kunnen be-
leenen.
Het vaste lasten-ontwerp en ook de mil-
lioenen-nota vormen een demonstratie van
de waarheid, dat de Staat in den chaos on
mogelijk orde kan scheppen.
Er zijn weer belastingverhoogingen voorge
steld. Wc spannen echter daarmede de paar
den achter den wagen.
Het was beter geweest het bezuinigings
ontwerp dadelijk af te doen.
De gevolgen voor den gang van zaken in
Juli hebben zich over een groot deel van
Europa verspreid. Er is nog niet veel ver
anderd. Twijfel ontstaat of het wel gelukken
zal die in de toekomst te verkrijgen. Daar
om is het noodig verder ingrijpend te be
zuinigen.
Tegenoverdit Kabinetzal
de houding der liberalen
even loyaal zijn nis tegen-
o ve r het vo r ig e.
De heer J o e k e s (v.d.) was van mee
ning, dat het parlementair bij ons onge
bruikelijk is om vertrouwen te vragen van
een bepaalde partij. Het is de gewoonte
een stemming af te wachten. De opdracht
aan den heer Aalberse tot vorming
een parlementair kabinet, op zoo breed mo
gelijke basis is mislukt. Zij moest misluk
ken. En voorzoover de v.d. daarvoor de
verantwoordelijkheid dragen, dragen zij die
met volle overtuiging. Het was, reeds in
financieel opzicht, onmogelijk om met de
s.d. tot vruchtbare samenwerking te komen
Wat zij wilden was in strijd met 's lands
belang. De zes punten van den heer Aal
berse waren niet principieel, maar zeer re
latief en golden de vorm en omvang van
sociaal-economische maatregelen, waarmede
de regeering bezig was. Een deel van het
voorgestelde was door de Kamer nog niet
behandeld.
Bij het streven naar de conse
kwente deflatie van den heer
Aalberse zou de devalutie niet
te keeren zijn geweest, al wilden
noch de heer Aalberse noch de
heer Albarda die. Daarom was een
parlementair kabinet Aalberse onmogelijk.
De financieels politiek der s.d. voor hun
grootsche plannen was een der grootste
hinderpalen.
De heer Albarda: „Wat weet u daar
van? Neem kennis van ons belangrijk
werk, dat komen zal!"
De heer J o e k e s: „Zoover is het geko
men, dat een voorzitter van een grootc
partij deze vraag stelt. Alsof hij het alleen
maar weet! Practisch schoot er na de mis
lukking van den heer Aalberse weinig
over dan om he. kabinet te handhaven en
te zoeken naar betere samenwerking. Doel
van het sociaal-economisch beleid moest
zijn: herstel van het evenwicht tusschen
productiekosten en prijzen. Met spoed moet
deze harmonie worden verkregen.
Bij de pogingen tot industrialisatie moe
ten ongezonde experimenten worden voor
komen. Met genoegen is gezien, dat aan de
bestrijding van de jeugdwerkloosheid bij
zondere aandacht zal worden geschonken.
De vrijzinnig-democraten zullen al het mo
gelijke doen om de samenwerking met het
kabinet vruchtbaar te doen zijn.
De heer Sneevliet (r.s.a.p.) zag
"schen dit en het vorige kabinet weinig ver
andering. De oud-kapitein van het Indische
leger rook in Juli verzetslieden en bestorm
de toen de benting. Noch van de plannen
van minister Gelissen, noch van die der
soc.-dem. is voor de arbeidersklasse iets
goeds te verwachten.
De Katholieke fractie met haar halfslach
tige politiek schijnt in het politieke leven
een permanent element van twijfel te zul
len zijn.
Conflicten als te Tilburg zullen in de toe
komst wel meer voorkomen, nu de politiek
van afbraak wordt voortgezet
Zij heeft bijgedragen tot ontspanning, al
zijn er nog wel bezwaren overgebleven.
In Juli heeft de heer Schouten ge
wezen op bestaande misverstanden.
Rede van den heer Schouten
De heer Schouten (a.r.) constateerde
dat de rede van den heer Aalberse blijk gaf
van tegemoetkomendheid en toenadering.
J. SCHOUTEN
Hij is in zijn meening van toen nog
versterkt en verschilt met den heer
Alberse over de schuldvraag, over het
karakter van het vragen van vertrou
wen en over de beteekenis van de
verklaring van het kabinet. Het heeft
echter weinig nut daarop thans diep
in te gaan.
De Regeering kan haar taak niet behoor
lijk verrichten, indien haar autoriteit voort
durend wordt ondermijnd en er gebrek "OT»
medewerking is. Dat was de beteekenis
wat de minister-president op 19 Juli zeide:
Zoo gezien is er in het vragen van vertrou
wen niets onrustbarends en niets afkeurens
waardigs.
Deze rede moest niet in puur staatsrech
telijken zin worden beschouwd; dat was in
strijd met de sfeer, waarin het debat plaats
had, en met de bedoeling van de rede.
De crisis had inderdaad niet moeten ko
men. Maar om andere redenen dan daar
voor reeds zijn aangegeven door de heeren
Aalberse en De Geer.
De oplossing van de crisis in den
geest van de opdracht aan den heer
Aalberse was niet mogelijk. Om te kun
ncn komen tot vorming van een par
lementair kabinet is er te veel ver
deeldheid en te veel verschil van in
zicht in ingrijpende vraagstukken.
Een formatie, waaraan soc.-dem. en
anti>rev, zouden moeten meewerken
staat buiten de werkelijkheid. De be
staande verschillen zijn principieel en
practisch niet te overbruggen.
Dit geldt voor de vorming van een parle
mentair en een extra-parlementair kabinet.
De verschillen, die bestaan, zijn niet te
overbruggen. We behoeven slechts de woor
den: gezag en defensie te noemen en te den
ken aan de verhouding tusschen rijk en ge
meenten, aan de economische en financieel©
politiek om dat duidelijk te maken. Zelfs
vandaag willen de soc.-dem. nog 'n finan
cieel© politiek voeren, waarvoor de anti
rev. geen medewerking willen verleenen.
Het plan van den trbeid kan in deze dis
cussie niet worden besproken. We weten
tot nu toe alleen hoe de soc.-dem. geld
willen uitgeven, niet hoe ze het willen ont
vangen.
Ook de formatie van een kabinet uit de
5 partijen was niet mogelijk. Bevredigde zij
ons, dan deed zij het anderen niet. Ook
ten aanzien van een extra-parlementair ka
binet zou geen oplossing ons bevredigd
hebben, die in het regeeringsbeleid belang
rijke veranderingen zou hebben gebracht.
Wij begeeren geen verwijdering ten aan
zien van de Katholieken. Dat de Katholieken
ze ook niet te onzen aanzien willen, valt te
waardeeren. Het gebeurde moge aan deze
verhouding geen schade hebben toegebracht.
Een kabinet met soc.-dem.
ware een gevaar voor ons
land.
Voor wie in de Chr. beginselen een hech
ten grondslag zien voor ons volksleven, be
hoeft dit geen nader betoog.
De verklaring tot regeeringsbereidheid der
soc.-dem. heeft weinig zin en wordt telkens
weer te niet gedaan door wat na zoo'n ver
klaring volgt.
Op allerlei concrete onderwerpen, die bij
het vaste lasten-ontwerp of de begroot ing
aan de orde zullen komen, wilde de heer
Schouten niet vooruitloopen.
Een enkele uitzondering werd gemaakt.
Een nadere voorziening
ten aanzien van executies is
in hooge mate noodig. Onre
delijke executies behooren
te worden voorkomen. Er be
hoort daartoe een objectie
ve beoordeelingsinstantie
te komen.
Het ware gewenscht in Nederland één
front te vormen voor de zekerheid van onze
muntpariteit. Aantasten van hoofdsommen
of vaste lasten is een gevaarlijk onderne
men. Voor alles moet handhaving van de
rechtszekerheid worden nagestreefd.
Het nadeel van aantasting daarvan zal
grooter zijn dan de te verwachten voordeelen
Er zijn vanmiddag -~ b.v. ten aan
zien van eventueele devaluatie ook
weer klanken gehoord, die aan ons
volk de noodzakelijke zekerheid roo-
ven. B.v. toen gesproken werd ov?r de
meest sierlijke wijze om eventueel een
devaluatie zich te doen voltrekken.
De moreele kracht van ons volk wordt te
midden van zijn moeilijkheden telkens door
de onzekerheid geschaad, die uitkomt in
vragen als: zullen we het houden?
De anti-rev. stellen zich achter de Regee
ring en werken met haar saam. Ook bij de
monetaire politiek zullen zij haar den meest
mogelijken steun geven; die steun is noo
dg om de devaluatie, die een ramp is, te
keeren en om de moeilijkheden van dezen
tijd te dragen en te overwinnen en om de
zedelijke kracht van ons volk te versterken.
Verdere sprekers
De heer Westerman (Nat Herstel) her
innerde er aan dat Lasalle eens over Bis
marck zei: Zelfs als we geweerschoten met
hem moesten wisselen, zouden we moeten
erkennen dat hij een kerel is. Dat geldt
voor den heer Westerman ook voor Dr.
Colijn.
Hij is voor overleg toegankelijk. Maar
substantieel is zijn rede van Dinsdag van
denzelfden inhoud gelijk als die van Juli.
Ze was alleen wat vriendelijker dan toen:
meer honig en minder azijn. Men vraagt
zich af: waarom toch in Juli al die moei
lijkheden?
Wat de heer Colijn over industrialisatie
zei, was duidelijk; hij slikte de lepel met
moeite. (Vreugde.) Hij ziet de industria
lisatie nog steeds als een middel onder de
vele, die in dezen tijd noodig zijn, maar
niet als een maatregel, die onmisbaar is om
ons economisch leven een nieuwe structuur
te geven.
Industrialisatie behoort essentieel onder
deel der nationale economie te worden. Met
eetlepel industrialisatie kunnen we
niet volstaan. Van krachtig ingrijpen moet
men op dit gebied niet afkeerig zijn.
Als de Regeering zegt, dat om devaluatie
te voorkomen beleggers niet in de vreemde
valuta moeten vluchten, dan is dat een
uiting van onmacht. Noodig zijn waarbor
gen om het afvloeien van goud te voorko
men; discontopolitiek is daartoe alleen niet
voldoende. De 530 millioen aan goud, die
we nog hebben, vormen onze laatste reser
ve. Van wat verdween, zullen we weinig
meer terugzien. Wat we nog hebben, heb
ben we dringend noodig.
De heer Westerman ziet in het kabinet
niet de menschen, die onze nationale eco
nomische politiek er weer bovenop zullen
helpen. Dat beteekent echter niet, dat hij
zijn stem zal onthouden aan het tot vrij
onschuldigde verhoudingen teruggebrachte
bezuinigingsontwerp.
De heer de Visser (comm.)' was van
meening, dat de sociaal-economische poli
tiek van het kabinet-Colijn steeds grooter
verzet vindt in het land. Den invloed van
verzet heeft ook de Kath. fractie onder
gaan. Zij heeft de pose aangenomen, dat
zij weerstand bood tegen de afbraakpoli-
tiek. Er was geen misverstand, maar een
sociale noodzaak voor de Katholieken
op te treden zooals ze gedaan hebben. Met
het raffinement aan geslepen politici eigen
heeft zij in schijn verzet geboden, r
van harte ging het niet. Aan Dr. Colijn is
daarom nu venveten dat hij om vertrou
wen vroeg.
Toen het misliep met de kabinetsforma
tie werd als excuus aangevoerd, dat men
over onvoldoende sterkte beschikte.
De Regeering echter, die werk en
welvaart zou brengen en democrati
sche rechten handhaven, zou hebben
kunnen rekenen op den steun der
communisten. Dat .vergat de heer
Aalberse.
Er is met Het kabinet niets veranderd.
Dr. Colijn heeft de overwinningppalm al
binnen gesleept. Hij krijgt 't 77-millioenen-
plan aan bezuinigingen ook nog. Sociale
afbraak en aantasting van rechten gaan
door. De bourgeoisie blijft blind voor den
maatschappelijken nood.
De rede van den heer Aalberse was één
groote uitvlucht uit de moeilijkheden,
waarin de R.K. zitten.
Er moet een productieve welvaartspoli-
tiek worden gevoerd om de moeilijkheden
te verlichten, al zijn ze niet geheel weg te
nemen.
Met kracht blijven de communisten 'de
politiek der Regeering bestrijden. Noodig
is daartegen een eenheidsfront van alle
arbeiders.
Nieuwe verkiezingen, weg met 'deze Re
geering, moet de leuze zijn. De zegepraal
aan de massal
De heer v. Houten (C.D.U.)" vond de
vraag der Regeering om klaarheid een
delijke vraag. Een eind maken aan de on
rust was noodig en ook de tweeslachtig
heid in de houding van een bepaalde par
tij behoorde te worden opgehelderd.
Het kabinet heeft daaraan voorloopig
wel het zijne gedaan.
Veel is er intusschen niet veranderd.
Dr. Colijn moge een paar punten van den
heer Aalberse kunnen onderschrijven, de
rest liet hij liggen.
Consekwente deflatie noemde hij een
dwaasheid in Juli en nu opnieuw. De Re
geering heeft niets meer gegeven dan reeds
was toegezegd. Dat wil dus zeggen, dat de
Kath. fractie heeft gecapituleerd, hoewel
de toestand van gewapenden vrede is blij
ven bestaan. Men leze slechts de Katho
lieke pera.
De positie der Kath. fractie is verzwakt,
omdat ze voor een nieuwe formatie niet
gereed was. Zelfs een kabinet uit twee
fracties had in de Kamer steun voor een
positieve welvaartspolitiek kunnen vinden.
Wat beteekent voor Mr. Aalberse „conse
kwente deflatie"? Ook verlaging van loo-
nen en salarissen? Verlaging van alle vas
te lasten op gelijke wijze ontmoet onover
komelijk bezwaar. Niet echter de aantas
ting van hoofdsommen.
De Regeering kan in haar stelsel niet
slagen. Steeds meerderen gaan dat geloo-
ven en nemen aan, dat het toch tot deva
luatie zal komen. Gestemd zal worden voor
de motie-v. d. Tempel. Gevraagd werd ech
ter of, indien voor 1 Jan. devaluatie komt,
de salarisverlaging achterwege zal blijven?
De vraag werd voorts gesteld of het ka
binet in het streven van minister Gelissen
geloof heeft.
De eenzijdige aanpassing zal, vooral na
de rede van den heer de Geer, wel blijven,
al wordt het verzet er tegen grooter.
De heer A rts (R.K.D.P.) laakte het op
treden van den heer Aalberse, die een rood
zwart kabinet niet wilde vormen. Verande-
\ZGJV
TELEFUNKEN geven
muziek ais nooit tevoren I
Een serie radiotoestellen, apart van
uiterlijk, subliem van weergave.
Prijzen van f. 106.- af.
^TEIEFUNKEH
ring is in de regeeringspolitiek niet geko
men. Deze regeijring moet zoo gauw moge
lijk verdwijnen.
De heer Vervoorn (Plattel.) was van
meening, dat de debatten nog weinig
nieuws over de kabinetscrisis hebben ge
bracht.
Ondanks allerlei fantastische plannen
zal er moeten worden bezuinigd.
De steun aan de tuinders is nog onvol
doende.
De Regeering aan het woord.
Het woord was daarna aan den minis
ter van Koloniën.
Dr. Colijn merkte op, dat over het be
zuinigingsontwerp weinig gesproken is. I.j
zijn rede zal hij in hoofdzaak hebben ta
handelen over de crisis.
Twee vragen wil hij echter nu beant
woorden.
Defensie en Koloniën blijven niet onder
één minister.
Waarom nog geen titularis is benoemd
aan Defensie?
Briand, die uit Genève eens plotseling
was weggeroepen om een kabinet te vor
men, antwoordde eens op de belangstellen
de vraag bij zijn terugkeer hoe het gegaan
was: net als altijd. Zooveel portefeuilles
voor die partij en zooveel voor die. Op do
opmerking, dat er toch nog een plaats open
was, gaf hij ten bescheid: die is voor den
tijd.
De minister zou dat ook hier willen zeg
gen. De tijd is een der beste collega's ia
het kabinet.
Heden zal de minister zijn rede .voort
zetten.
WERKLOOSHEIDS.
SUBSIDIEFONDS
IN 1934
Hoe het tekort gedekt wordt
Ingediend is de ontwerpbegrooting voor het
werkloosheidssubsidiefonds voor 1936. Aan
de toelichting wordt het volgende ontleend:
Reeds eerder werd medegedeeld dat voor
1936 moest worden gerekend op een nadeelig
saldo van het fonds van ruim f 14 millioen,
zulks met inachtneming van een Rijksbij
drage van f 46 millioen en onder handhaving
van de subsidieschaal 1935.
Voor dit tekort is dekking gevonden door
eenerzijds de bijdrage van het Rijk met f 7
millioen te verhoogen (waarvoor enkele
nieuwe belastingen zullen worden ingevoerd,
gelijk in de Millioenen-Nota is medegedeeld)
en anderzijds de uitgaven wegens bijdragen
aan de gemeenten met 7 millioen te ver
lagen.
De gewone dienst geeft nu te zien in
ontvangsten en uitgaven f 105,820,000,
de kapitaaldienst f 22.800,000.
Ten laste van het fonds worden aan da
daarvoor in aanmerking komende gemeen
ten de volgende bijdragen verleend:
le. een bijdrage in de uitgaven wegens
kosten van steunuitkeeringen aan werkloozen
en die van arbeidsloonen, betaald bij werk
verschaffing aan werkloozen (gewone en
extra bijdragen);
2e. een bijdrage aan gemeenten, die werk
loosheidsuitgaven als onder le. bedoeld, ge
daan in 1934, niet of niet ten volle hebben
kunnen dekken (bijdragen in over 1934 uit-
gestooten bedragen);
3e. een bijdrage aan gemeenten, die ten ge
volge van de inperking van haar belasting
gebied, ingevolge de bepalingen der voor
melde wet moeilijkheid ondervinden.
Deze bijdragen worden berekend en vast
gesteld volgens regelen, bij algemeenen maat
regel van bestuur te stellen. In de ontwerp
begrooting van uitgaven zijn terzake van de
hierbedoelde bijdragen de volgende posten
opgenomen:
a. gewone en extra bijdragen in
de kosten van werkloosheids
zorg 99,610,000
b. bijdragen in de uitgestooten
bedragen n 2,210,000
c. belastingbijdragen 2,500,000
EEN AMERIKAANSCHE
GESCHIEDENIS
door Paul Hutchens
HOOFDSTUK I
„Goedenmorgen, Betty!"
Stilte.
„Ik zei: Goedenmorgen, Bettyl*' (Met na
druk).
.Weer stilte diepe stilte.
„Waarom praat je niet tegen mij?" klonk
het op bevelende toon.
Betty sloeg haar van tranen vochtige
oogen op naar het gezicht van haar stief-
yacer en zei langzaam:
„Ik wil vanmorgen liever niet met u
spreken."'
„En waarom niet?" Zijn stem klonk bar-
scher en bevelender dan ooit.
Weer zweeg Betty. Dan, als 't ware over
mand door een niéuwe aanval van smart,
keerde ze zich om, en vluchtte snikkend
weg uit de eetkamer, naar boven, waar ze
haar gezicht in haar kussen begroef, dat a'
nat was door de tranen van een slapeloozen
nacht.
Nooit te voren in haar heele leven had
Betty Dreanard zulk een verschrikkelijke
zielsangst gevoeld als nu nu die angst
haar geluk voor goed vernietigd scheen to
hebben. En nooit te voren had ze zooveel
reden gehad voor droefheid.
De gelukkige dagen van haar jeugd
waren gekomen en gegaan, hadden zich
snel tot weken, maanden en jaren aaneen-
gerijd.
Toen was op een dag, dat de zon vgn haar
meisjesgeluk wel het vrooüjkst scheen,
plotseling aan de horizon een donkere wolk
opgekomen. Andere wolken verschenen sn
voorspelden een opkomenden storm, een
storm, die een donkere, sombere lucht
dreigde achtnr te laten, waarin wel nooit
meer de zon zou schijnen.
Angstig had Betty 't gadegeslagen en ge
wacht. Moe kon haar moeder, haar eigen
lieve moeder, zoo blind zijn om met d i c o
man te trouwen! Zijn gezicht was zoo
wreed, de lijnen boven z'n mond waren zoo
hardvochtig en cynisch, z'n oogen waren
zoo begeerig en spraken van zu'ke ver
schrikkelijke dingen, dingen, die deden
blijken de verdorvenheid van den man, van
zijn leven en zijn gedachten. Maar moeder
had zich daar geen rekenschap van gegeven
Bovendien had ze dringend geld noodig. Het
geld dat. John Dreanard lang geleden na
gelaten had was al lang ipgeraakt. Er
scheen geen andere uitweg te zijn. Bettv
moest haar kans hebben, en dat had die
man beloofd. In 't vervolg zouden ze ner
gens gebrek aan hebben.
Betty vroeg zich nu af wat haar eigen
vader denken zou, als hij di wist. Zouden
zij die heengingen zich degenen die achter
bleven herinneren? Betty had hem niet ers
goed gekend, ze was zoo jong, toen hij stierf.
Maar dit wist, ze zeker: ze had heel veel
van hem gehouden. Haar eenige duidelijke
herinnering aan hem was uit den tijd dat
hij met haar speelde en stoeide en haar op
z'n sterke schouders optilde en naar bin
nendroeg.
Maar de storm was gekomen. Hun nieuwe
huis in Michigan Avenue was volmaakt in
orde. Maar het was geen tehuis. Moeder
was daar, maar zij was niet meer dezelfde
moeder. Diepe lijnen van zorg hadden zich
op haar gezicht gegroefd. Zij scheen door
smart verteerd te worden, hoewel haar ge
zicht, bij alle droefheid die er zich op af-
teekende, nog liever werd.
Die dagen waren langzaam voorbijgegaan.
Ze rijden zich aaneen tot weken en maan
den, totdat een heel jaar voorbij gegaan
was ©en lang hart-brekend jaar. En toen
had vier dagen geleden het gebroken
hart opgehouden te k'oppen. Maar vier
dagen geleden! Wat zou Moeder nu denkeft.
als ze de diepte van Betty's smart kende?
Een uur was voorbijgegaan na haar
vlucht naar boven, voor Betty opstond van
het bed. Ze keek in de spiegel. Ja, dit was
hetzelfde droeve gezicht, alleen lag er nu
een vreemde, vastbesloten uitdrukking op.
Zij moest den moed niet opgeven, zelfs
niet nu Moeder heengegaan was. Donkere
wolken konden de zon niet altijd verbergen
Men vindt z'n geluk niet door er op te
wachten. Betty voelde, dat Jj het moest
vinden, door er naar te zoeken.
A's ze alleen maar wis: wat deze dag
haar brengen zou! Maar misschien is het
leven beter te dragen, omdat „God den
sleutel naar al het onbekende houdt". Deze
woorden kwamen plotseling als een onver
wachte troost in haar op, en haar lippen
moesten ze uitspreken:
God houdt den sleutel naar al het on
bekende,
Daarom kan ik vertrouwen.
(„Doe ik dat?" dacht ze.)
Wanneer andere handen dien s'eutel
hielden.
Of Hij hem in de mijne legde,
Dan was er reeïen om bezorgd te zijn.
Betty glimlachte.
Ze keek uit het raam. Ja, de zon scheen
daar buiten. Misschien zou die ook in haar
leven weer schijnen
Weer spraken haar lipper de woorden
van dat lied uit, en als door een plotseling
besluit om op Dengene te vertrouwen, Die
dien sleutel hield, ging zij naar haar gar
derobe en haa'de een klein bruin koffertje
te voorschijn. Haastig pakte ze er een paar
dingen in, de dingen die ze voor een
week-end-uitstapje noodig gehad zou heb
ben. Na nog een laatste blik over al de
prachtige kleeren, die daar hingen, zette ze
een kleine bruine hoed op. Met het koffer
tje ir. haar hand ging re zachtjes naar
beneden.
Ze was er zeker van dat ze nu niet bang
hoefde te zijn dat ze haar stiefvader zon
ontmoeten, want om dezen tijd was hij
gewoonlijk buitenshui. Opeens dacht ze er
aan, dat ze een briefje achter moest laten,
om hem te vertellen, dat ze weggegaan was
omdat ze 't niet verdragen kon nog lange:
bij hem te zijn.
Toen Moeder er nog was, was het al erg
genoeg, maar nuPas vier dagen ge
leden? Waarom, o waarom? Ze moest hem
niet vertellen, waar ze heen ging. Trouwens
dat kon ze niet, want dat wist ze zelf niet
Ze moest alleen maar zien weg te komen,
ergens heen, 't gaf niet waarheen! O, wat
zou het een opluchting zijn om verlost te
zijn van dien loerenden blik!
Op het bureautje in haar kamer liet zij
een brief achter en was in een paar minu
ten weei beneden.
Beneden aan de trap bleef ze staan, als
versteend. Daar stond hij, starend naar
haar! Zonder er aan te denken, dat het
wel onmogelijk zou zijn om aan hem te
ontsnappen, rende ze de hal door naar de
eetkamer en daar doorheen naar de keuken
waar ze de deur sloot en op slot deed. Met
angst kloppend in haar keel, en iedere
zenuw trillend, riep ze:
„U kan hier niet binnenkomen."
Zijn stem, veranderd als alleen Jaird
Barloman dat kon, kwam vleiend lief door
de deur:
„Maar Bettv, lieve kind, ik zal je geen
kwaad doen. Doe de deur open. alsjeblieft;
jp begrijpt me alleen niet, dat is alles."
„U hoeft geen „lieve kind" tegen me te
zeggen!" gaf ze terug, nog hijgend naar
adem na haar haastige vlucht. „Ik begrijp
U best, Jaird Barloman, maar al te best."
Haar hand' hield nog de sleutel vast,
waarmee ze net de deur op slot gedaan had,
en terwijl haar hart zich verhief tot haar
nieuwe Bron van kracht, om weer om hulp
te smeeken, viel de sleutel uit haar vingers
op de vloer. En weer hoorde ze in haar ziel
die troostwoorden, die enkele oogenblikken
tevoren in haar kamer tot haar gekomen
waren: „De sleutel tot al het onbekende".
Weer klonk die vleiende stem aan de an«
dere kant van de deur:
„Als je me alleen maar de kans wou ge«
ven om 't uit te leggen, Betty! Ik weet ze
ker, dat je me dan niet zoo zou behandelen
als je nu doet!"
Maar Betty luisterde niet naar zijn woor
den. Wanhopig zon ze op een plan, waar
door ze kon ontsnappen. Als ze door de
keuken ging en vluchtte, zou hij haar ach
terna komen en haar terug brengen. Moe
der had eens geprobeerd te vluchten, en 't
was haar mislukt, volkomen en voorgoed!
Neen, ze moest hier blijven tot er hulp
kwam als er ooit hulp zou komen.
„God houdt de sleutel". Ja, en Hij zou
spoedig de deur naar haar eigen onbekende
toekomst voor haar openen. Ze moest op
Hem vertrouwen; dat was haar eenige hoop.
Durfde ze dat? Misschien
Daar hoorde ze 'n geluid of een sleutel
omgedraaid werd. Verschrikt keerde ze zich
om naar de deur. Maar het geluid kwam
van de andere kant van 't vertrek! Iemand
deed de buitendeur van 't slot! Waarom
had ze daar niet aan gedacht? Maar nu
was het te laat. Hij had haar in de val
gekregen!
(Wordt vervolgd