De weermacht wordt versterkt M.s. Minna op de Noordzee vergaan MAANDAG 23 SEPTEMBER 1935 DERDE BLAD PAG. 9 Begrooting van Defensie voor 1936 Nieuwe lokalen voor den gasdienst De begrootinc van Defpnsie voor 1936 wordt aangeboden met een eindcijfer, dat iets lager is dan dat van 1935. Dit resultaat is slechts mogelijk geworden, doordat sommige volstrekt onvermijde lijke voorzieningen niet op deze begroo ting zijn gebracht. In verband met den gewijzigden internationalen toestand zal echter deze opzet niet kunnen wor den gehandhaafd en zal verhooging van de voor de defensie aangevraagde gel den noodzakelijk zijn. De voorstellen hiertoe zullen, voor zoover de weer macht in Nederland betreft, zoo spoe dig mogelijk aan de Kamer bekend worden gemaakt. De regeering moet haar standpunt in deze nog bepalen en wel in het bijzonder omtrent de vraag of het in verband met den zorge- lijken toestand van 's lands financiën en met de noodzakelijkheid van spoe dige verbetering van den toestand van het materieel der ■weermacht niet ge- wenscht is, hiervoor een fonds te stich ten, waardoor de gewone middelen in de eerstvolgende jaren aanzienlijk min der zullen worden belast en het benoo- digde in korten tijd verkregen wordt. Met betrekking tot voorzieningen in de maritieme defensie, voornamelijk ten be hoeve van Ned.-Indië, is het overleg met de Indische regeering nog gaande, waardoor de desbetreffende voorstellen eerst op een later tijdstip zullen kunnen worden aan hangig gemaakt. In een overzicht van de bedragen voor aanbouw van materieel der zeemacht, op deze begrooling uitgetrokken, komt voor den flottieljeleider 1931 voor: bouwsom i 2.500.000, artilleriepiaterieel f900.000, tor- pedomateriecl f 263.200, en inventarisgoede ren f226.000, totaal f3.SS9.200, voor de On derzeeboot O 16: bouwsom f 477.000 en in ventarisgoederen f 9000, totaal f486.000; voorts 4 mijn vegers: bouwsom f 1.960.000. artilleriematerieel f84.000 en inventaris goederen f237.000, totaal f2.281.000; en voor den politiekruiser Jan van Brakel artille- riemateriaal: f 42.000; totaal-gen. f 6.698.200. Reorganisatie der zeemacht Met betrekking tot het personeel der zee macht wordt medegedeeld, dat een defini tieve organisatie van dit personeel nog niet volledig werd vastgesteld; wel werd over gegaan tot wijziging van onderdeelen. Zoo werd door invoering van de kwaliteit van maat bereikt, dat schepelingen niet op te jeugdigen leeftijd met gezag worden be kleed. Voorts werd eenige uitbreiding ge geven aan het stelsel van bevordering bij keuze. De tekorten onder het beroepsperso- neel werden zooveel mogelijk aangevul* De aan de herhalingsoefeningen vers bonden kosten worden, geraamd of i 1.016.290. Aangezien wéaer iroepenoeremngen om der de commandant van het veldlegei zullen worden gehouden en de henluw lingslichtingen aan die oefeningen deel*, nemen, is f28.000 meer moeten worden uitgetrokken dan voor 1935, Het eindcijfer van den gewonen dienst van de ontwerp-begrooting van 't depar tement van Defensie voor 193G bedraagt f 87.646.126. Voor 1935 werd voor dien dienst toegestaan fC7.712.505, zoodat minder wordt aangevraagd f66.379. Wat den kapitaaldicnst betreft, wordt voor 193G aangevraagd f323.000 en werd voor 1935 toegestaan f287.000, derhalve meer f36.000 Het eindcijfer van de ontwerp-begroo ting voor 1936 ls dus f 30.379 lager dan dat van de begrooting 1935. Aan den uitgewerkten en toelichtenden siaat, behoorende bij de Defensiebegrooting wordt het volgende ontleend: De bestaande kortegolfzendcr in Amster dam vertoont ernstige ouderdomsgebreken. Voor vernieuwing van dezen zender is f20.000 uitgetrokken. Nieuwe lokalen voor den gasdienst In verband met de invoering van een nieuw voorschrift voor het onderzoek van naadlooze stalen cylinders is het noodig de voor dat onderzoek te gebruiken installa ties uit te breiden. Mede als gevolg daarvan zal moeten worden overgegaan tot bouw en inrichting van nieuwe lokalen voor den gasdienst. Tevens moet de zuurstofvoorzie ning van den onderzeedienst en van den gasdienst worden uitgebreid. Een en ander zal naar raming een uitgave van f36.000 vorderen. Ter verbetering der oeverwerken op het vliegkamp De Mok wordt een slottermijn van f 15.000 aangevraagd. Als tweede termijn voor den aanleg van een verwarmingsinstallatic in de hangars en werkplaatsen op 'het vliegkamp De Mok wordt een som van f 10.000 noodig geacht. Op artikel 29 is f 100.00C uitgetrokken voor den bouw van een kazernement voor de brigade grenadiers en jagers te Den Haag (eerste gedeelte). Het barakkenkamp Waals dorp voldoet langzamerhand niet meer aan redelijke cischcn, zoodat het bouwen van een nieuwe kazerne urgent geworden is. Legerplaats Harskamp Voor bouw van een steenen loglesbarak in de legerplaats bij Harskamp is f90.000 uitgetrokken. Daar deze legerplaats ook in de wintermaanden moet worden betrok ken en het niet mogelijk is, de manschap pen alsdan in tenten te legeren, ls een an der onderkomen voor de troepen noodzalte- üjk. Van artikel 47 (personeelsuitgaven voor het niet elders genoemde personeel der landmacht) is het geraamde beloop voor 1936 f 16.601.906; in '35 is f 15.768.543 toegestaan. De opheffing van het voor oefeningsinstituut van den Vrijwilligen Landstorm, welke per 1 Jan. 1936 zal plaats hebben, heeft ten gevolge, dat 't getal dienstplichtigen, dat gelijktijdig voor eerste oefeningen voor eerste op leiding in werkelijken dienst zal ver blijven, belangrijk grooter zal zijn, dan voorheen het geval was. Ten einde een normaal verloop dier eerste opleiding te waarborgen, is het noodzakelijk, het (in vredestijd) bij de Korpsen beschik bare kader uit te breiden. POSTCHEQUE- EN GIRODIENST De heer J. Lazonder gaat heen als Directeur Hij was meer dan 45 jaar bij de P.T.T. werkzaam 'Naar wij vernemen is aan den heer J. Lazonder, directeur van den Postcheque- en Girodienst met ingang van 1 November a.s. eervol ontslag verleend, en is hij benoemd tot Com mandeur in de Orde .van Oranje Nas- De heer Lazonder zal worden opge volgd door den tegenwoordigen onder directeur, den heer S. J. H. Wesse- De heer J. Lazonder, 'de aftredende Directeur van den Postcheque- en Girodienst was meer dan 45 jaar werkzaam bij het be drijf der P. T. T. Geboren op 25 October 1870, werd hij in 1889 surnumerair bij het post kantoor te Schoonhoven, vanwaar hij naar Harderwijk werd overgeplaatst. Van 1891 tot 1910 was hij als commies werkzaam bij het Hoofdbestuur in den Haag; waarna hij van 1910 tot 1911 chef was van verschillende af- deelingen van het hoofdpostkantoor te 's-Gravenhage. In 1911 werd hij benoemd tot Directeur van het postkantoor te Waspik, waarna in 1913 zijn overplaatsing volgde naar Zevenbergen, waar hij tot 1916 bleef. Van 1916 tot 1918 was hij hoofdcommies bij het postkantoor te Utrecht en van 1918 tot 1920 directeur van het postkantoor te Leer- sum. Na van 1920 tot 1921 werkzaam te zijn ge weest als inspecteur in algemeenen dienst bij het hoofdbestuur der P. T. T. te 's-Gra venhage, werd hij in 1921 benoemd tot Di recteur van het postkantoor te Botterdam. In 1924 werd hij Directeur van den Post cheque en Girodienst hetgeen hij tot nu toe is gebleven. In den loop der jaren bekleedde de heer Lazonder verschillende belangrijke functies. Van 1919 tot 1922 was hij voorzitter van de postale Commissie van beroep, tusschen 1919 en 1924 was hij voorzitter of lid van ver scheidene reorganisatie- en examen-commis sies en van 1929 tot nu toe voorzitter van ie Commissie van overleg bij het Staatsbedrijf der P. T. T. Zeer verdienstelijk heeft de heer Lazonder zich gemaakt in 1924, toen hij aan het hoofd van een bedrijf kwam te staan, dat vrijwel geheel was vastgeloopen. Het gelukte hem een drastische reorganisatie tot stand te brengen en de postcheque- en girodienst er weer bovenop te brengen. Het vertrouwen in den dienst was spoedig hersteld en thans neemt van jaar tot jaar de dienst in betee- kenis toe gelijk ook uit het jaarverslag, dat dezer dagen werd gepubliceerd, is ge bleken. Ons land mag zich thans verheugen in een bloeiend postcheque- en girobedrijf, waar door het betalingsverkeer belangrijk is ver eenvoudigd. De dienst telt thans 266.000 reke ninghouders. Als bewijs voor het algemeen gebruik, dat men van den girodienst maakt, moge dienen, dat ten centraal girokantore meermalen dagelijks ruim 300.000 boekingen moeten worden verricht. De heer Lazonder verlaat het bedrijf we gens het bereiken van den pensioengerech- De opvolger van den heer Lazonder De heer Wesselink werd in 1879 te Joure geboren. In 1897 ying hij zijn loopbaan bij Het inwendige van het Zaterdag door den heer Mr. Berger, bur gemeester van Venlo aldaar ge opende Sportfond- senbad. In 20 minuten gekapseisd en gezonken Bemanning door Russisch schip gered Rotterdam, 23 September. Het motorschip „Minna" van de Scheepvaart en Handelmij. S. Simons, metende 500 ton, is gister op de Noordzee plotseling gekapseisd en binnen 20 minuten in de diepte ver dwenen. De uit 7 koppen bestaande bemanning is door het Russische s.s. „Len Sovjet" gered en te Rotterdam aangebracht Behouden thuis. Het was een dankbaar groepje schepelin gen, dat vannacht om half vier op het bu reau van de rivierpolitie werd ontvangen, want ter nauwernood waren de mannen aan den dood ontsnapt. Rustig vertelde kapitein G. de Ruyter uit Scheveningen van de ramp, waardoor de „Minna" reeds na z'n vijfde reis naar den bodem der zee verdween. „We waren, zoo zeide hij, Vrijdagmiddag om half twaalf van Brighton Ferry bij Swansea vertakken met een lading van 475 ton anthraciet aan boord. Om twaalf uur waren we buiten en alles had een re gelmatig verloop tot Zondagmiddag 1 uur. De Westelijke bries was opgeloopen tot wat wij dan noemen een sterke West-Zuid- Westelijke bries en er stond dan ook een aardig stukje zee, maar dat is niets bijzon ders! Om half een passeerden we Sandetta- vuurschip en nog ging alles goed tot 1 uur toe. Een paar minuten later bemerkten we op de brug, dat het schip naar bakboord ging overhellen en in snel tempo begon de boot te kapseizen. Ik heb de machine gestopt om te kijken, of het schip zich misschien dan nog zou rechten, maar de „Minna" maakte steeds meer slagzij en de toestand werd critiek. Ik had de boot nog bakboord bij kunnen draaien, zoodat we aan de lij zijde, aan bakboord een boot konden strij- Nog steeds bleef de slagzij vermeerderen en ik gaf orders om het schip te verlaten. Dat alles had zich in tien minuten af- er natuurlijk niet geweest, evenmin als onze lijfgoederen. De fiksels en de ventilatoren stonden al onder water, want de slagzij bedroeg al meer dan 80 graden, toen we nog net in de sloep konden springen. Te voren had ik nog de noodvlag op kunnen laten zetten en ge lukkig zagen we al gauw de Rus aan ko men stoomen. Met de „Minna" was het gauw gedaan. Tien minuten nadat we de eerste gewaar wording van slagzij hadden opgedaan, lag de mast al gelijk met het water en nog een paar minuten later sloeg het schip plotse ling om, terwijl het drie minuten later in do diepte verdween." „Liep u in de sloep direct gevaar?" „Dat nu niet. Er stond wel een aardige zee, maar toch niet zoo, dat we direct in nood verkeerden. Maar zonder de Rus zou den wc er toch slecht aan toe zijn geweest, want het bootje ging natuurlijk wel te keer." „Had de Rus u gauw te pakken?" „Het duurde maar kort. Toen werden we aan boord gebracht en ook de sloep werd opgepikt. Aan boord van de „Len Sovjet" zijn we goed onthaald en het heeft ons aan niets ontbroken." „Maar aan de kapitein hebben we het te danken, dat we hier zitten", viel de jong ste matroos hier in, „hij was de eenige, die z'n positieven bij elkaar hield. Wij waren allemaal even zenuwachtig." „Wat denkt u van de oorzaak van de ramp?" vroegen we nog. „Tja, de lading is gaan werken en daar schijnt de boot niet tegen te hebben gekund, zei ons de kapitein. De fijne an thraciet verschuift natuurlijk gemakkelijk, maar de zee was er toch niet naar, dat dit onder normale omstandigheden tot kapsei zen behoefde te leiden. Maar dat moeten de bouwers van de boot maar weten". De geredde bemanning. De bemanning, die op zoo gelukkige wijze werd gered, bestond uit zeven koppen, n.I. G. de Ruyter te Scheveningen, kapitein; G. Pols, Rotterdam, 1ste stuurman; F. Grol, Vlaardingen, 1ste machinist; C. Dorsch, Amsterdam, 2de machinist; D. Verhagen, Rotterdam, kok; N. de Heijer, Schevenin gen, matroos, en M. Pluggc, Scheveningen, matroos. De „Minna". Het m.s. „Minna" was eerst kort geleden in de vaart gekomen. Het mat 500 ton en was bestemd voor de vaart op Engeland. Het schip had twee reizen met ijzer en drie met kolen gemaakt en is op de vijfde reis vergaan. den PTT-dienst aan als klerk. Hij bekwaam de zich voor de hoogere rangen en werd in 1906 tot commies benoemd. Achtereenvolgens was hij directeur van de Post- en Telegraaf kantoren te Balk, Geertruidenberg en Bos koop. In 1924 werd hij onder-directeur van den postcheque- en girodienst om den directeur Lazonder bij te staan in het tot stand bren gen van de reorganisatie van den toenmaals ontwrichten dienst. De Regeering erkende de verdiensten van den heer Wesselink, in het bijzonder op het gebied van organisatie, door hem in 192S te benoemen tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. ^Verhoogde heffing op oliën en vetten Naar wij vernemen heeft de Minister van Landbouw en Visscherii de thans geldende heffing op vetten en oliën met Ingang van 22 September a.s. verhoogd van 24 cp 30 cent per kilogram. Deze maatregel heeft ten doel de genoemde heffing, die in ver houding beduidend lager was dan overeen komt met die op andere vetartikelen (bo ter en margarine), daarmede meer in over eenstemming te brengen, en daardoor de opgetreden verbruiksverschuivingen te doen ophouden. Niettegenstaande de verhoogde heffing zal de detailprijs van spijsolie in fleseh geen verandering behoeven tc on dergaan. Officieele Berichten p. T. T. Eervol ontslag ls verleend aan den referen daris der P.T.T.. J. G. M. J. Langeraan. als •"--rteur van het PTT-kantoor te Den Helder. hil) A. de Bruyne te Zuid-Beyerland in de prov. Zeeland: a. tot dijkgraaf van den Noord-Kraaüertpolder G. de Jagrer te 's Heer Arendskerke; b. tot dijkgraaf van het water schap Baarland P. van Wingen M.zn te Oude- lande; c. tot gezworene van den van Alstein- polder, P. J. Boënne te Graauw en Langendani; d. tot gezworene van den Oostpolder (Krabbcn- du'ke), J. Adam te Krabbendijke in de prov. Utrecht en Noord-Holland: tot hoogheemraad van het hoogheemraadschap van Diemerdük, mr dr B. v der Morsch Nieuwe Zwaluwe Polder, Groote brand te Wormer 75.000.— schade In den nacht van Zaterdag op Zon dag is een deel van de N.V. Gerkens Olieraffinecrderij aan den Ringdijk te Wormer door brand vernield. Te circa half twaalf ontdekte een mon teur bezig met het installeeren van en kele nieuwe machinerieën, dat brand was uitgebroken in het als opslagplaats dienst doende pakhuis „De Herder". Hij waarschuwde de brandweer, doch in middels stond het van hout gebouwde, 4 ver diepingen hooge pand, dat gevuld was met uiterst brandbare grondstoffen voor de naastliggende raffineerderij „De Mol", zooals cacaoboter, ti-aan en andere mechanische vetten en oliesoorten, reeds in lichte laaie. De vrijwillige brandweer te Wormer was spoedig ter plaatse. I Weldra sloten zich hierbij aan 3 auto-spui ten van het Gemeentelijk Vrijwillig Brand weercorps te Wormerveer en de autospuit der gemeente Oost-Knollendam, zoodat bin nen het kwartier meerdere duizenden liters water per minuut in den vuurhaard werden geworpen. Door via eenige schuitjes, liggende in do Zaan. aan welks oever het fabriekencom- plex gelegen is eenige slangen aan te voeren kon hel vuur van alle kanten worden aan getast. Na verloop van ongeveer en half uur be hoefde voor verdere uitbreiding niet meer gevreesd te worden en bleek, dat de brand muur, welke de raffineerderij „De Mol" van het pakhuis „De Herder" scheidt, zich goed had gehouden en de eigenlijke fabriek waaraan men juist door verbouwing en ver dere mechaniseering uitbreiding had gege ven vrijwel niet had geleden. De vermoedelijke oorzaak De vermoedelijke oorzaak van den brand meent men te moeten wijten aan de omstan dighcid, dat in den middag bij het pakhuis met een laschapparaat werkzaamheden zijn verricht. Afspringende vonken zouoen onder het Pakhuis zijn geraakt en de vette vloer hebben doen smeulen, waarna tenslotte de vrij sterke Oostenwind het onheil verder bewerkte. De schade aan de gebouwen en grond stoffen beloopt minstens 75.000. o.m. gingen eenig duizenden kilogram zam DINSDAG 24 SEPTEMBER HILVERSUM 301 M. .KRO. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12.00 Godsd. half uur. 12.15 Schlagermuziek en Gram.pl, 2.00 Vrouwenuur. 3.00 Gram.pl. 3.10 Or kestconcert. 4.15 Gram.pl. 5.00 Kinder koor. 5.30 Gram.pl. en orkestconcert. 7.15 concert en lezing. 7.35 Gram.pl. (Om 8.00 bericht). 8.20 Causerie. 8.30 Populair concert en lezing. 9.45 Gram.pL 10.00 or kest-concert. 10.30 Berichten. Gram.pL 10.40 orkestconcert. 11.3012.00 Gr.pL HILVERSUM 1875 M. A.VRO. 8.00 Gram.pL 9.00 Ensemble Lismonde. 10.00 Morgen wijding. 30.15 Gram.pl. 10.30 Ensemble Lismonde. 11.00 mevr. R. LotgeringHil- lebrand: Keukentermen. 11.30 Gram.pL 12.30 Cantabilé-orkest o.l.v. E. Beeckman Gram.pl. 2.15 Grampl. 2.30 Bennny Vre- den (liedjes en imitaties'- m.m.v. Mies Spruit (piano). 3.00 Gram.pl. 3.104.00 de AVRO-Decibels o.lv. Eddy Meenlc, 4 30 Radio-Kinderkoorzang o.l.v. J. HameL 5.05 Voor kleine Kinderen. 5.35 Kovac3 Lajos en zijn orkest. 7 00 mevr. M. Kete laarv Gogh: 10 jaar Zonnestraal-col lecte. 7.15 Gram.pl. 7.30 dr. J. v. Essen: Stem en persoonlijkheid. 8.00 Berichten, 8.10 Gram.pl. 8.50 5de episode van „De blauwe smaragd", van L. Willink. Lei ding K. Kleyn. 9.15 Omroeporkest o.l.v, N. Gerharz, m.m.v. W. Strienz (bas-bari ton) en L. Walker (gitaar). 10.20 Cause rie Gustav Czopp. 10.30 Vervolg Omroep orkest. 11.00 Berichten. 11.10 Gram.pL 11.15—12.00 De AVRO-Decibels o.l.v, Ed dy Meenk. DROITWICH 1500 M. 10.35—10.50 Morgen wijding. 11.05 Causerie. 11.20 OrgelspeL 11.50 voor de scholen. 12.10 Gram.pL 12.35 orkest. 1.20 orkest m.m.v. piano solist. 2.25 voor de scholen. 3.10 Gram.pL 3.55 voor de scholen. 4.20 Causerie. 4.40 Strijkkwartet. 5.35 Het Cedric Sharpe Sextet. 6.20 Berichte;.. 6.50 concert. 7.15 en 7.50 Lezingen. 8.10 orkest. 9.00 operet te. 10.00 Berichten. 10.30 Reportage uit Boedapest. 11.00 Het Bridgewater Harp- Kwintet. 11.35 orkest. KALUNDBORG 1261 M. 12.20—2.20 Concert 3.205.20 orkest. 6.056.35 Gram.pl. 8.20 operamuziek. 8.55 pianorecital. 9.20 hoor spel. 10.45 Fransche muziek. KTULEN 456 M. 6.50 concert. 12.20 Omroep orkest, -koor en solisten. 2.35 Gram.pL 4.20 pianorecital. 5.20 omroeporkest en -kleinorkest. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.- pl. 12.50 Salonorkest. 1.502.20, 5.20, 6.35 en 7.35 Gram.pl. 8.20 Omroeporkest. 10.30 11.20 Gram.pl. 484 M.: 12.20 Gram.pL 12.50 Omroeporkest. 1.502.20 Gram.pL 5.20 Salonorkest. 6.20 Gr.pl. 6.50 en 7.35 Salonorkest. 8.20 Symphonieconcert 10.30 —11.20 Gram.pl. DEUTSCHLANSENDER 1571 M. 8.35 Rijks zending: „Das schnellere Schiff", spel met muziek. 9.20 „Der betrogene Kadi", opera van Gluck. 10.20 Berichten. 10.50 Gitaar- en pianorecital. 11.05 Weerbericht. 11.20— 12.20 Berl. Philh. Orkest. cacaoboter verloren. Deze schade wordt door verzekering op beurspolis gedekt Zeer waarschijnlijk zal het bedrijf in korten tijd weer op den ouden voet kunnen worden voortgezet Jongen valt van negen meter hoogte Hoe de wind zijn val brak Toen de 18rjarige arbeider J. Paasse, uit Hans weert, enkele werkzaamheden moest verrichten aan de nieuwe brug te Vlake, werd hij door den sterken wind van zijn standplaats gedrukt, met het gevolg, dat .hij in een diept© van ongeveer 9 meter is gestort. Vlak boven den grond kwam P. met zijn arm op een verhooging terecht, tengevolge waarvan deze arm brak. Verder liep P. geen letsel op, doch de ter plaatse ontboden geneesheer achtte over brenging naar het ziekenhuis te Goes nood zakelijk. Het is wel heel opmerkelijk, dat bij een val van een dergelijke hoogte de ver wondingen bij het breken van een arm zijn gebleven. Echter heeft in dezen ook de ster ke wind nog invloed ten goede gehad P had tijdens zijn val bemerkt en ook om standers viel dit op dat hij betrekkelijk langzaam naar omlaag viel. Waarschijnlijk had de wind ter plaatse een sterke opwaart- sclie beweging. Doodelijke auto-ongelukken Te Ellecom (GId.) is de 19-jarlge A. van Breukelen uit Doesburg door een vrachtauto overreden. In het ziekenhuis te veip is het meisje overleden. FEUILLETON WAAROM NELIS VAN DER WAEL; HIELP JEANNE MARIE „Neen, ik zie hem nog niet, maar we moe ten er nu toch wel gauw zijn. „Het is zoo ver", klaagt het kleine kereltje. „We moeten tóch loopen tot de molen", zegt de oudste, en dan weer terug, langs de vaart aan de overkantofals we óver de vaart kondendat zou nader zijn „Over het ijs?" vraagt de kleinste. „Ja, over het ijs. D'r gingen van middag al kinderen over. Het ijs is sterk genoeg. Groote menschen kan liet nog niet dragen, daarom mag er nog niet op de vaart wor den gereden, maar wij zijn niet zoo zwaar... wij kunnen wel over het ijs.....," ^,0, ja/ ik durf best." „Maar i k ben een beetj'e bang." „Hoef je anders heelemaal niet te wezen, als je maar precies doet, wat ik zeg." Twee kleine jongens midden op de groote, lireede, toegevroren vaart. In liet donker. Het dunne ijs kraakt onder hun voeten. „Ik ben zoo bang", fluistert de kleinste. „Als je je maar goed an me vasthoudt", zegt de oudste. „Ben jij niet bang?" vraagt de kleinste dan weer. „Ik bang, o, neer hoor, heelemaal niet.^. pas opneehier nietdaar zoohuil nou maar niet en hou me maar goed vast...M we zijn zóó aan de over kant Maar dicht langs de kant, waar de kin deren héén willen, is kort te voren nog een schuit door het ijs heengebroken. Daar is het ijs al héél dun. Op sommige plaatsen hebben de schotsen zich over het open water verspreid en zijn daar nu weer vast gevroren. Als het maar niet zoo donker was, mis schien zouden de kinderen dan gemakkelij ker over kunnen stappen van de eene schots op de andere en zóó aan de overkant komen. Nu tasten zij in het duister over het kra kende ijs. Wanneer zullen zij op de veilige weg zijn? En teruggaan durven ze óók niet „Houd me nou goed vast en zet je voeten precies, waar i k heb gestaanja dat is een groote stapverder nog nenvoorzichtigniet neerzetten verder „Ik kan niet zoo ver, ik ben zoo bang". „Het móétvérdertoe danvér der stappen Een kreet snijdt door de stilte heen. „Help...... help....„ o, help^^*- In de verte autolichten. Al dichter en dichter bij. Wat een gang heeft die wagen op de stille landweg. Zeker negentig, hónderd kilometers per Veel en veel te snel..«.. gevéarlijk snel Maar de chaufeur heeft ook zoo'n haast... oponthoud gehad. Hóórt hij daar wat? Even zijn vaart wat verminderen en goed luisteren, Tachtigzéventigzéstig kilometers. Boven het geronk van de motor en het geraas der wielen hóórt hij toch iets Daar staat de wagen stil. „Helphelpo, help Kinderen op het ijs? In het donker? Kin deren in nood? De chauffeur staat al op de weg. Uit de auto neemt hij snel een keuken- trapje, dat hij verderop, in het dorp, moet thuisbezorgen voor zijn patrooner mocht eens een kind door het brooze ijs zijn heen- gezakt „Help, o, help Hij snelt naar de waterkant, mèt het trapje. „Waar bén Je dan, waar zijn Jullie?" roept hij. „Hierhiero, help dan toch mijn broertjeverdrinkt Nog maar een oogenblik en het trapje ligt vlak op het ijs. „Ga er op liggen", roept de man, „en houdt je broertje .vast, laat hem niet los, dan is lnj verloren..." en zijn hart bidt: „Heere, redt dat kind, ik dank U dat ik juist nu hier mag zijn: ik dank U .voor dat oponthoud in de Een druipend nat jongetje staat even later op de weg en een bevend snikkend, iets grooter broertje, naast hem. De chauffeur wikkelt het drenkelingetje in zijn eigen overjas. Dan ruimt hij een plaatsje in bij de emmers en de teilen, die liij bren gen moet in het dorp verderop. En dan zet hij zich weer aan het stuur, het nog steeds huilende grootere broertje zit naast hem. Bij de molen, waar ook de brug is, houdt hij stil. De molenaar is een vriend van hem. Daar zal hij de kinderen achterlaten. Daar zal het natte keretje droge kleeren vin den en warmte... Het ls laat op de avond. In het kleine woonvertrekje van het molenhuis, ligt een kleine jongen in de warme bedstee. Verder zijn daar nog de molenaar en zijn vrouw, de dokter en de ouders van het kind. „Kan hij nog beter worden dokter?" vraagt de vader ,met een vreemde stem. „Nog weinig van te zeggen", antwoordt deze. „Als het longontsteking wordt, zullen we moeten afwachten... maar hij kan beter worden, zeker." „Niet vervoeren nog", zegt hij dan verder, „morgen ko mik terug, dan kan ik mogelijk iets méér zeggen .Goeden avond saam". „Goeden avond dokter", groeten de aanwe zigen zacht terug. „Het had anders niet veel gescheeld", zoo vertelt de molenaarsvrouw, als de dokter weg is, „z'n broertje kon hem bijna niet meer houden, zei Smit; het was. dat hij in de stad was opgehouden, iets met z'n auto, meen ik, anders was hij al lang voorbij geweest, toen het gebeurde". Smit... Smit... in de stad opgehouden... iets met zn' auto „Was het dan... eh... Smit... Dirk Smit, die mijn jongen redde?" vraagt de vader ontdaan. „O, wist U dat nog niet?" antwoordt de molenaarsche. „Ik dacht, dat ik dat al had verteld, ja, inderdaad, het is Dirk Sniit. Om dat hij ons kende bracht hij de kinderen hier." Het loopt tegen middernacht. Twee menschen op de stille weg langs de vaart, waar het nu stiller is dan ooit. Het vrics.t dat het kraakt, maar die beiden voelen geen kou. Graag waren ze bij hun kind gebleven, i die nacht. Maar het kón niet. De molenaar kon ze niet herbergen in zijn kleine woning, met de beste wil niet Maar morgen vroeg kunnen ze terug komen. Spreken doen ze niet veel onderweg, om dat ze zooveel te denken hebben. Doch eindelijk bewegen zich toch de lipoen van den man. „En tóch was het niet Dirk Smit. die ons kind redde", zegt hij ontroerd, „het was de „En het was ook niet om van mijn gezeur af te zijn, dat jij Dirk ten laatste toch maar bent gaan helpen." „Gods had was ln dat alles", erkent Nelis nu ootmoedig. „Hij was het, die mij tegen kwam, in Zijn liefde....als ik nog vijf minuten had ge wacht, dan was het te laat geweestik wilde met, maar ik móéstdat deed God". „We zien er in, dat Hij ons nog niet heeft losgelaten ,al is dit van vandaag wel een ernstige waarschuwing", antwoordt juffrouw van der Wael. „En dat weet Hij ook van al dat andere, de zorgen, de werkloosheid... dan is ook ddt m Zijn hand zegt Nelis en het is hem alsof hJj nu pas echt verstaét, wat hij toch 'eigen lijk al zoo lang gewét en heeft. „Ja, en ook daarvoor zal Hij zorgen", zegt de vrouw nog, „als wij maar beginnen met het begin: eerst Gods Koninkrijk en Zijn ge rechtigheid, dan volgt al het andere óók op Gods tijd; zóó leert ons het Woord" Kort daarna gaat tusschen de vele kerkgan gers ook een man met een kleinen jongen. Moeder as thuis bij het zieke broertje, dat intusschen al weer aardig aan het opknap pen ls. In de kerk buigt straks een man ootmoe dig het hoofd en dankt den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, die immers ook aan hém en zijn huis heeft willen den ken. toen Hij Zijn Zoon gaf aan een verloren wereld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9