De weermacht wordt versterkt
M.s. Minna op de Noordzee vergaan
MAANDAG 23 SEPTEMBER 1935
DERDE BLAD PAG. 9
Begrooting van Defensie
voor 1936
Nieuwe lokalen voor den gasdienst
De begrootinc van Defpnsie voor 1936
wordt aangeboden met een eindcijfer,
dat iets lager is dan dat van 1935. Dit
resultaat is slechts mogelijk geworden,
doordat sommige volstrekt onvermijde
lijke voorzieningen niet op deze begroo
ting zijn gebracht. In verband met den
gewijzigden internationalen toestand
zal echter deze opzet niet kunnen wor
den gehandhaafd en zal verhooging van
de voor de defensie aangevraagde gel
den noodzakelijk zijn. De voorstellen
hiertoe zullen, voor zoover de weer
macht in Nederland betreft, zoo spoe
dig mogelijk aan de Kamer bekend
worden gemaakt. De regeering moet
haar standpunt in deze nog bepalen en
wel in het bijzonder omtrent de vraag
of het in verband met den zorge-
lijken toestand van 's lands financiën
en met de noodzakelijkheid van spoe
dige verbetering van den toestand van
het materieel der ■weermacht niet ge-
wenscht is, hiervoor een fonds te stich
ten, waardoor de gewone middelen in
de eerstvolgende jaren aanzienlijk min
der zullen worden belast en het benoo-
digde in korten tijd verkregen wordt.
Met betrekking tot voorzieningen in de
maritieme defensie, voornamelijk ten be
hoeve van Ned.-Indië, is het overleg met de
Indische regeering nog gaande, waardoor
de desbetreffende voorstellen eerst op een
later tijdstip zullen kunnen worden aan
hangig gemaakt.
In een overzicht van de bedragen voor
aanbouw van materieel der zeemacht, op
deze begrooling uitgetrokken, komt voor
den flottieljeleider 1931 voor: bouwsom
i 2.500.000, artilleriepiaterieel f900.000, tor-
pedomateriecl f 263.200, en inventarisgoede
ren f226.000, totaal f3.SS9.200, voor de On
derzeeboot O 16: bouwsom f 477.000 en in
ventarisgoederen f 9000, totaal f486.000;
voorts 4 mijn vegers: bouwsom f 1.960.000.
artilleriematerieel f84.000 en inventaris
goederen f237.000, totaal f2.281.000; en voor
den politiekruiser Jan van Brakel artille-
riemateriaal: f 42.000; totaal-gen. f 6.698.200.
Reorganisatie der zeemacht
Met betrekking tot het personeel der zee
macht wordt medegedeeld, dat een defini
tieve organisatie van dit personeel nog niet
volledig werd vastgesteld; wel werd over
gegaan tot wijziging van onderdeelen. Zoo
werd door invoering van de kwaliteit van
maat bereikt, dat schepelingen niet op te
jeugdigen leeftijd met gezag worden be
kleed. Voorts werd eenige uitbreiding ge
geven aan het stelsel van bevordering bij
keuze. De tekorten onder het beroepsperso-
neel werden zooveel mogelijk aangevul*
De aan de herhalingsoefeningen vers
bonden kosten worden, geraamd of
i 1.016.290.
Aangezien wéaer iroepenoeremngen om
der de commandant van het veldlegei
zullen worden gehouden en de henluw
lingslichtingen aan die oefeningen deel*,
nemen, is f28.000 meer moeten worden
uitgetrokken dan voor 1935,
Het eindcijfer van den gewonen dienst
van de ontwerp-begrooting van 't depar
tement van Defensie voor 193G bedraagt
f 87.646.126. Voor 1935 werd voor dien
dienst toegestaan fC7.712.505, zoodat
minder wordt aangevraagd f66.379.
Wat den kapitaaldicnst betreft, wordt
voor 193G aangevraagd f323.000 en werd
voor 1935 toegestaan f287.000, derhalve
meer f36.000
Het eindcijfer van de ontwerp-begroo
ting voor 1936 ls dus f 30.379 lager dan
dat van de begrooting 1935.
Aan den uitgewerkten en toelichtenden
siaat, behoorende bij de Defensiebegrooting
wordt het volgende ontleend:
De bestaande kortegolfzendcr in Amster
dam vertoont ernstige ouderdomsgebreken.
Voor vernieuwing van dezen zender is
f20.000 uitgetrokken.
Nieuwe lokalen voor den gasdienst
In verband met de invoering van een
nieuw voorschrift voor het onderzoek van
naadlooze stalen cylinders is het noodig de
voor dat onderzoek te gebruiken installa
ties uit te breiden. Mede als gevolg daarvan
zal moeten worden overgegaan tot bouw en
inrichting van nieuwe lokalen voor den
gasdienst. Tevens moet de zuurstofvoorzie
ning van den onderzeedienst en van den
gasdienst worden uitgebreid. Een en ander
zal naar raming een uitgave van f36.000
vorderen.
Ter verbetering der oeverwerken op het
vliegkamp De Mok wordt een slottermijn
van f 15.000 aangevraagd.
Als tweede termijn voor den aanleg van
een verwarmingsinstallatic in de hangars
en werkplaatsen op 'het vliegkamp De Mok
wordt een som van f 10.000 noodig geacht.
Op artikel 29 is f 100.00C uitgetrokken
voor den bouw van een kazernement voor
de brigade grenadiers en jagers te Den Haag
(eerste gedeelte). Het barakkenkamp Waals
dorp voldoet langzamerhand niet meer aan
redelijke cischcn, zoodat het bouwen van
een nieuwe kazerne urgent geworden is.
Legerplaats Harskamp
Voor bouw van een steenen loglesbarak
in de legerplaats bij Harskamp is f90.000
uitgetrokken. Daar deze legerplaats ook in
de wintermaanden moet worden betrok
ken en het niet mogelijk is, de manschap
pen alsdan in tenten te legeren, ls een an
der onderkomen voor de troepen noodzalte-
üjk.
Van artikel 47 (personeelsuitgaven
voor het niet elders genoemde personeel
der landmacht) is het geraamde beloop
voor 1936 f 16.601.906; in '35 is f 15.768.543
toegestaan. De opheffing van het voor
oefeningsinstituut van den Vrijwilligen
Landstorm, welke per 1 Jan. 1936 zal
plaats hebben, heeft ten gevolge, dat 't
getal dienstplichtigen, dat gelijktijdig
voor eerste oefeningen voor eerste op
leiding in werkelijken dienst zal ver
blijven, belangrijk grooter zal zijn, dan
voorheen het geval was. Ten einde een
normaal verloop dier eerste opleiding
te waarborgen, is het noodzakelijk, het
(in vredestijd) bij de Korpsen beschik
bare kader uit te breiden.
POSTCHEQUE- EN GIRODIENST
De heer J. Lazonder gaat heen
als Directeur
Hij was meer dan 45 jaar bij de
P.T.T. werkzaam
'Naar wij vernemen is aan den heer
J. Lazonder, directeur van den
Postcheque- en Girodienst met ingang
van 1 November a.s. eervol ontslag
verleend, en is hij benoemd tot Com
mandeur in de Orde .van Oranje Nas-
De heer Lazonder zal worden opge
volgd door den tegenwoordigen onder
directeur, den heer S. J. H. Wesse-
De heer J. Lazonder, 'de aftredende
Directeur van den Postcheque- en Girodienst
was meer dan 45 jaar werkzaam bij het be
drijf der P. T. T. Geboren op 25 October 1870,
werd hij in 1889 surnumerair bij het post
kantoor te Schoonhoven, vanwaar hij naar
Harderwijk werd overgeplaatst. Van 1891 tot
1910 was hij als commies werkzaam bij het
Hoofdbestuur in den Haag; waarna hij van
1910 tot 1911 chef was van verschillende af-
deelingen van het hoofdpostkantoor te
's-Gravenhage. In 1911 werd hij benoemd tot
Directeur van het postkantoor te Waspik,
waarna in 1913 zijn overplaatsing volgde
naar Zevenbergen, waar hij tot 1916 bleef.
Van 1916 tot 1918 was hij hoofdcommies bij
het postkantoor te Utrecht en van 1918 tot
1920 directeur van het postkantoor te Leer-
sum.
Na van 1920 tot 1921 werkzaam te zijn ge
weest als inspecteur in algemeenen dienst
bij het hoofdbestuur der P. T. T. te 's-Gra
venhage, werd hij in 1921 benoemd tot Di
recteur van het postkantoor te Botterdam.
In 1924 werd hij Directeur van den Post
cheque en Girodienst hetgeen hij tot nu toe
is gebleven.
In den loop der jaren bekleedde de heer
Lazonder verschillende belangrijke functies.
Van 1919 tot 1922 was hij voorzitter van de
postale Commissie van beroep, tusschen 1919
en 1924 was hij voorzitter of lid van ver
scheidene reorganisatie- en examen-commis
sies en van 1929 tot nu toe voorzitter van ie
Commissie van overleg bij het Staatsbedrijf
der P. T. T.
Zeer verdienstelijk heeft de heer Lazonder
zich gemaakt in 1924, toen hij aan het hoofd
van een bedrijf kwam te staan, dat vrijwel
geheel was vastgeloopen. Het gelukte hem
een drastische reorganisatie tot stand te
brengen en de postcheque- en girodienst er
weer bovenop te brengen. Het vertrouwen in
den dienst was spoedig hersteld en thans
neemt van jaar tot jaar de dienst in betee-
kenis toe gelijk ook uit het jaarverslag, dat
dezer dagen werd gepubliceerd, is ge
bleken.
Ons land mag zich thans verheugen in een
bloeiend postcheque- en girobedrijf, waar
door het betalingsverkeer belangrijk is ver
eenvoudigd. De dienst telt thans 266.000 reke
ninghouders. Als bewijs voor het algemeen
gebruik, dat men van den girodienst maakt,
moge dienen, dat ten centraal girokantore
meermalen dagelijks ruim 300.000 boekingen
moeten worden verricht.
De heer Lazonder verlaat het bedrijf we
gens het bereiken van den pensioengerech-
De opvolger van den heer Lazonder
De heer Wesselink werd in 1879 te Joure
geboren. In 1897 ying hij zijn loopbaan bij
Het inwendige
van het Zaterdag
door den heer
Mr. Berger, bur
gemeester van
Venlo aldaar ge
opende Sportfond-
senbad.
In 20 minuten gekapseisd
en gezonken
Bemanning door Russisch
schip gered
Rotterdam, 23 September.
Het motorschip „Minna" van de
Scheepvaart en Handelmij. S. Simons,
metende 500 ton, is gister op de
Noordzee plotseling gekapseisd en
binnen 20 minuten in de diepte ver
dwenen. De uit 7 koppen bestaande
bemanning is door het Russische s.s.
„Len Sovjet" gered en te Rotterdam
aangebracht
Behouden thuis.
Het was een dankbaar groepje schepelin
gen, dat vannacht om half vier op het bu
reau van de rivierpolitie werd ontvangen,
want ter nauwernood waren de mannen
aan den dood ontsnapt.
Rustig vertelde kapitein G. de Ruyter uit
Scheveningen van de ramp, waardoor de
„Minna" reeds na z'n vijfde reis naar den
bodem der zee verdween.
„We waren, zoo zeide hij, Vrijdagmiddag
om half twaalf van Brighton Ferry bij
Swansea vertakken met een lading van
475 ton anthraciet aan boord. Om twaalf
uur waren we buiten en alles had een re
gelmatig verloop tot Zondagmiddag 1 uur.
De Westelijke bries was opgeloopen tot
wat wij dan noemen een sterke West-Zuid-
Westelijke bries en er stond dan ook een
aardig stukje zee, maar dat is niets bijzon
ders! Om half een passeerden we Sandetta-
vuurschip en nog ging alles goed tot 1 uur
toe.
Een paar minuten later bemerkten we op
de brug, dat het schip naar bakboord ging
overhellen en in snel tempo begon de boot
te kapseizen. Ik heb de machine gestopt
om te kijken, of het schip zich misschien
dan nog zou rechten, maar de „Minna"
maakte steeds meer slagzij en de toestand
werd critiek. Ik had de boot nog bakboord
bij kunnen draaien, zoodat we aan de lij
zijde, aan bakboord een boot konden strij-
Nog steeds bleef de slagzij vermeerderen
en ik gaf orders om het schip te verlaten.
Dat alles had zich in tien minuten af-
er natuurlijk niet geweest, evenmin als
onze lijfgoederen.
De fiksels en de ventilatoren stonden al
onder water, want de slagzij bedroeg al
meer dan 80 graden, toen we nog net in de
sloep konden springen. Te voren had ik nog
de noodvlag op kunnen laten zetten en ge
lukkig zagen we al gauw de Rus aan ko
men stoomen.
Met de „Minna" was het gauw gedaan.
Tien minuten nadat we de eerste gewaar
wording van slagzij hadden opgedaan, lag
de mast al gelijk met het water en nog een
paar minuten later sloeg het schip plotse
ling om, terwijl het drie minuten later in
do diepte verdween."
„Liep u in de sloep direct gevaar?"
„Dat nu niet. Er stond wel een aardige
zee, maar toch niet zoo, dat we direct in
nood verkeerden. Maar zonder de Rus zou
den wc er toch slecht aan toe zijn geweest,
want het bootje ging natuurlijk wel te
keer."
„Had de Rus u gauw te pakken?"
„Het duurde maar kort. Toen werden
we aan boord gebracht en ook de sloep
werd opgepikt. Aan boord van de „Len
Sovjet" zijn we goed onthaald en het heeft
ons aan niets ontbroken."
„Maar aan de kapitein hebben we het
te danken, dat we hier zitten", viel de jong
ste matroos hier in, „hij was de eenige, die
z'n positieven bij elkaar hield. Wij waren
allemaal even zenuwachtig."
„Wat denkt u van de oorzaak van de
ramp?" vroegen we nog.
„Tja, de lading is gaan werken en
daar schijnt de boot niet tegen te hebben
gekund, zei ons de kapitein. De fijne an
thraciet verschuift natuurlijk gemakkelijk,
maar de zee was er toch niet naar, dat dit
onder normale omstandigheden tot kapsei
zen behoefde te leiden. Maar dat moeten
de bouwers van de boot maar weten".
De geredde bemanning.
De bemanning, die op zoo gelukkige
wijze werd gered, bestond uit zeven koppen,
n.I. G. de Ruyter te Scheveningen, kapitein;
G. Pols, Rotterdam, 1ste stuurman; F. Grol,
Vlaardingen, 1ste machinist; C. Dorsch,
Amsterdam, 2de machinist; D. Verhagen,
Rotterdam, kok; N. de Heijer, Schevenin
gen, matroos, en M. Pluggc, Scheveningen,
matroos.
De „Minna".
Het m.s. „Minna" was eerst kort geleden
in de vaart gekomen. Het mat 500 ton en
was bestemd voor de vaart op Engeland.
Het schip had twee reizen met ijzer en drie
met kolen gemaakt en is op de vijfde reis
vergaan.
den PTT-dienst aan als klerk. Hij bekwaam
de zich voor de hoogere rangen en werd in
1906 tot commies benoemd. Achtereenvolgens
was hij directeur van de Post- en Telegraaf
kantoren te Balk, Geertruidenberg en Bos
koop.
In 1924 werd hij onder-directeur van den
postcheque- en girodienst om den directeur
Lazonder bij te staan in het tot stand bren
gen van de reorganisatie van den toenmaals
ontwrichten dienst.
De Regeering erkende de verdiensten van
den heer Wesselink, in het bijzonder op het
gebied van organisatie, door hem in 192S
te benoemen tot officier in de Orde van
Oranje-Nassau.
^Verhoogde heffing op oliën
en vetten
Naar wij vernemen heeft de Minister van
Landbouw en Visscherii de thans geldende
heffing op vetten en oliën met Ingang van
22 September a.s. verhoogd van 24 cp 30
cent per kilogram. Deze maatregel heeft
ten doel de genoemde heffing, die in ver
houding beduidend lager was dan overeen
komt met die op andere vetartikelen (bo
ter en margarine), daarmede meer in over
eenstemming te brengen, en daardoor de
opgetreden verbruiksverschuivingen te doen
ophouden. Niettegenstaande de verhoogde
heffing zal de detailprijs van spijsolie in
fleseh geen verandering behoeven tc on
dergaan.
Officieele Berichten
p. T. T.
Eervol ontslag ls verleend aan den referen
daris der P.T.T.. J. G. M. J. Langeraan. als
•"--rteur van het PTT-kantoor te Den Helder.
hil) A. de Bruyne te Zuid-Beyerland
in de prov. Zeeland: a. tot dijkgraaf van den
Noord-Kraaüertpolder G. de Jagrer te 's Heer
Arendskerke; b. tot dijkgraaf van het water
schap Baarland P. van Wingen M.zn te Oude-
lande; c. tot gezworene van den van Alstein-
polder, P. J. Boënne te Graauw en Langendani;
d. tot gezworene van den Oostpolder (Krabbcn-
du'ke), J. Adam te Krabbendijke
in de prov. Utrecht en Noord-Holland: tot
hoogheemraad van het hoogheemraadschap van
Diemerdük, mr dr B. v der Morsch
Nieuwe Zwaluwe Polder,
Groote brand te Wormer
75.000.— schade
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag is een deel van de N.V. Gerkens
Olieraffinecrderij aan den Ringdijk te
Wormer door brand vernield.
Te circa half twaalf ontdekte een mon
teur bezig met het installeeren van en
kele nieuwe machinerieën, dat brand was
uitgebroken in het als opslagplaats dienst
doende pakhuis „De Herder".
Hij waarschuwde de brandweer, doch in
middels stond het van hout gebouwde, 4 ver
diepingen hooge pand, dat gevuld was met
uiterst brandbare grondstoffen voor de
naastliggende raffineerderij „De Mol", zooals
cacaoboter, ti-aan en andere mechanische
vetten en oliesoorten, reeds in lichte laaie.
De vrijwillige brandweer te Wormer was
spoedig ter plaatse.
I Weldra sloten zich hierbij aan 3 auto-spui
ten van het Gemeentelijk Vrijwillig Brand
weercorps te Wormerveer en de autospuit
der gemeente Oost-Knollendam, zoodat bin
nen het kwartier meerdere duizenden liters
water per minuut in den vuurhaard werden
geworpen.
Door via eenige schuitjes, liggende in do
Zaan. aan welks oever het fabriekencom-
plex gelegen is eenige slangen aan te voeren
kon hel vuur van alle kanten worden aan
getast.
Na verloop van ongeveer en half uur be
hoefde voor verdere uitbreiding niet meer
gevreesd te worden en bleek, dat de brand
muur, welke de raffineerderij „De Mol" van
het pakhuis „De Herder" scheidt, zich goed
had gehouden en de eigenlijke fabriek
waaraan men juist door verbouwing en ver
dere mechaniseering uitbreiding had gege
ven vrijwel niet had geleden.
De vermoedelijke oorzaak
De vermoedelijke oorzaak van den brand
meent men te moeten wijten aan de omstan
dighcid, dat in den middag bij het pakhuis
met een laschapparaat werkzaamheden zijn
verricht. Afspringende vonken zouoen onder
het Pakhuis zijn geraakt en de vette vloer
hebben doen smeulen, waarna tenslotte de
vrij sterke Oostenwind het onheil verder
bewerkte.
De schade aan de gebouwen en grond
stoffen beloopt minstens 75.000.
o.m. gingen eenig duizenden kilogram
zam
DINSDAG 24 SEPTEMBER
HILVERSUM 301 M. .KRO. 8.00—9.15 en
10.00 Gram.pl. 11.30—12.00 Godsd. half
uur. 12.15 Schlagermuziek en Gram.pl,
2.00 Vrouwenuur. 3.00 Gram.pl. 3.10 Or
kestconcert. 4.15 Gram.pl. 5.00 Kinder
koor. 5.30 Gram.pl. en orkestconcert. 7.15
concert en lezing. 7.35 Gram.pl. (Om 8.00
bericht). 8.20 Causerie. 8.30 Populair
concert en lezing. 9.45 Gram.pL 10.00 or
kest-concert. 10.30 Berichten. Gram.pL
10.40 orkestconcert. 11.3012.00 Gr.pL
HILVERSUM 1875 M. A.VRO. 8.00 Gram.pL
9.00 Ensemble Lismonde. 10.00 Morgen
wijding. 30.15 Gram.pl. 10.30 Ensemble
Lismonde. 11.00 mevr. R. LotgeringHil-
lebrand: Keukentermen. 11.30 Gram.pL
12.30 Cantabilé-orkest o.l.v. E. Beeckman
Gram.pl. 2.15 Grampl. 2.30 Bennny Vre-
den (liedjes en imitaties'- m.m.v. Mies
Spruit (piano). 3.00 Gram.pl. 3.104.00 de
AVRO-Decibels o.lv. Eddy Meenlc, 4 30
Radio-Kinderkoorzang o.l.v. J. HameL
5.05 Voor kleine Kinderen. 5.35 Kovac3
Lajos en zijn orkest. 7 00 mevr. M. Kete
laarv Gogh: 10 jaar Zonnestraal-col
lecte. 7.15 Gram.pl. 7.30 dr. J. v. Essen:
Stem en persoonlijkheid. 8.00 Berichten,
8.10 Gram.pl. 8.50 5de episode van „De
blauwe smaragd", van L. Willink. Lei
ding K. Kleyn. 9.15 Omroeporkest o.l.v,
N. Gerharz, m.m.v. W. Strienz (bas-bari
ton) en L. Walker (gitaar). 10.20 Cause
rie Gustav Czopp. 10.30 Vervolg Omroep
orkest. 11.00 Berichten. 11.10 Gram.pL
11.15—12.00 De AVRO-Decibels o.l.v, Ed
dy Meenk.
DROITWICH 1500 M. 10.35—10.50 Morgen
wijding. 11.05 Causerie. 11.20 OrgelspeL
11.50 voor de scholen. 12.10 Gram.pL
12.35 orkest. 1.20 orkest m.m.v. piano
solist. 2.25 voor de scholen. 3.10 Gram.pL
3.55 voor de scholen. 4.20 Causerie. 4.40
Strijkkwartet. 5.35 Het Cedric Sharpe
Sextet. 6.20 Berichte;.. 6.50 concert. 7.15
en 7.50 Lezingen. 8.10 orkest. 9.00 operet
te. 10.00 Berichten. 10.30 Reportage uit
Boedapest. 11.00 Het Bridgewater Harp-
Kwintet. 11.35 orkest.
KALUNDBORG 1261 M. 12.20—2.20 Concert
3.205.20 orkest. 6.056.35 Gram.pl. 8.20
operamuziek. 8.55 pianorecital. 9.20 hoor
spel. 10.45 Fransche muziek.
KTULEN 456 M. 6.50 concert. 12.20 Omroep
orkest, -koor en solisten. 2.35 Gram.pL
4.20 pianorecital. 5.20 omroeporkest en
-kleinorkest.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.-
pl. 12.50 Salonorkest. 1.502.20, 5.20, 6.35
en 7.35 Gram.pl. 8.20 Omroeporkest. 10.30
11.20 Gram.pl. 484 M.: 12.20 Gram.pL
12.50 Omroeporkest. 1.502.20 Gram.pL
5.20 Salonorkest. 6.20 Gr.pl. 6.50 en 7.35
Salonorkest. 8.20 Symphonieconcert 10.30
—11.20 Gram.pl.
DEUTSCHLANSENDER 1571 M. 8.35 Rijks
zending: „Das schnellere Schiff", spel met
muziek. 9.20 „Der betrogene Kadi", opera
van Gluck. 10.20 Berichten. 10.50 Gitaar-
en pianorecital. 11.05 Weerbericht. 11.20—
12.20 Berl. Philh. Orkest.
cacaoboter verloren. Deze schade wordt
door verzekering op beurspolis gedekt
Zeer waarschijnlijk zal het bedrijf in
korten tijd weer op den ouden voet
kunnen worden voortgezet
Jongen valt van negen
meter hoogte
Hoe de wind zijn val brak
Toen de 18rjarige arbeider J. Paasse, uit
Hans weert, enkele werkzaamheden
moest verrichten aan de nieuwe brug te
Vlake, werd hij door den sterken wind van
zijn standplaats gedrukt, met het gevolg,
dat .hij in een diept© van ongeveer 9 meter
is gestort. Vlak boven den grond kwam P.
met zijn arm op een verhooging terecht,
tengevolge waarvan deze arm brak.
Verder liep P. geen letsel op, doch de ter
plaatse ontboden geneesheer achtte over
brenging naar het ziekenhuis te Goes nood
zakelijk. Het is wel heel opmerkelijk, dat
bij een val van een dergelijke hoogte de ver
wondingen bij het breken van een arm zijn
gebleven. Echter heeft in dezen ook de ster
ke wind nog invloed ten goede gehad P
had tijdens zijn val bemerkt en ook om
standers viel dit op dat hij betrekkelijk
langzaam naar omlaag viel. Waarschijnlijk
had de wind ter plaatse een sterke opwaart-
sclie beweging.
Doodelijke auto-ongelukken
Te Ellecom (GId.) is de 19-jarlge A.
van Breukelen uit Doesburg door een
vrachtauto overreden. In het ziekenhuis te
veip is het meisje overleden.
FEUILLETON
WAAROM NELIS
VAN DER WAEL; HIELP
JEANNE MARIE
„Neen, ik zie hem nog niet, maar we moe
ten er nu toch wel gauw zijn.
„Het is zoo ver", klaagt het kleine kereltje.
„We moeten tóch loopen tot de molen",
zegt de oudste, en dan weer terug, langs
de vaart aan de overkantofals we
óver de vaart kondendat zou nader
zijn
„Over het ijs?" vraagt de kleinste.
„Ja, over het ijs. D'r gingen van middag
al kinderen over. Het ijs is sterk genoeg.
Groote menschen kan liet nog niet dragen,
daarom mag er nog niet op de vaart wor
den gereden, maar wij zijn niet zoo zwaar...
wij kunnen wel over het ijs.....,"
^,0, ja/ ik durf best."
„Maar i k ben een beetj'e bang."
„Hoef je anders heelemaal niet te wezen,
als je maar precies doet, wat ik zeg."
Twee kleine jongens midden op de groote,
lireede, toegevroren vaart.
In liet donker.
Het dunne ijs kraakt onder hun voeten.
„Ik ben zoo bang", fluistert de kleinste.
„Als je je maar goed an me vasthoudt",
zegt de oudste.
„Ben jij niet bang?" vraagt de kleinste
dan weer.
„Ik bang, o, neer hoor, heelemaal niet.^.
pas opneehier nietdaar
zoohuil nou maar niet en hou me maar
goed vast...M we zijn zóó aan de over
kant
Maar dicht langs de kant, waar de kin
deren héén willen, is kort te voren nog een
schuit door het ijs heengebroken. Daar is
het ijs al héél dun.
Op sommige plaatsen hebben de schotsen
zich over het open water verspreid en zijn
daar nu weer vast gevroren.
Als het maar niet zoo donker was, mis
schien zouden de kinderen dan gemakkelij
ker over kunnen stappen van de eene schots
op de andere en zóó aan de overkant komen.
Nu tasten zij in het duister over het kra
kende ijs.
Wanneer zullen zij op de veilige weg zijn?
En teruggaan durven ze óók niet
„Houd me nou goed vast en zet je voeten
precies, waar i k heb gestaanja
dat is een groote stapverder nog
nenvoorzichtigniet neerzetten
verder
„Ik kan niet zoo ver, ik ben zoo bang".
„Het móétvérdertoe danvér
der stappen
Een kreet snijdt door de stilte heen.
„Help...... help....„ o, help^^*-
In de verte autolichten.
Al dichter en dichter bij.
Wat een gang heeft die wagen op de stille
landweg.
Zeker negentig, hónderd kilometers per
Veel en veel te snel..«.. gevéarlijk snel
Maar de chaufeur heeft ook zoo'n haast...
oponthoud gehad.
Hóórt hij daar wat?
Even zijn vaart wat verminderen en goed
luisteren,
Tachtigzéventigzéstig kilometers.
Boven het geronk van de motor en het
geraas der wielen hóórt hij toch iets
Daar staat de wagen stil.
„Helphelpo, help
Kinderen op het ijs? In het donker? Kin
deren in nood?
De chauffeur staat al op de weg.
Uit de auto neemt hij snel een keuken-
trapje, dat hij verderop, in het dorp, moet
thuisbezorgen voor zijn patrooner mocht
eens een kind door het brooze ijs zijn heen-
gezakt
„Help, o, help
Hij snelt naar de waterkant, mèt het
trapje.
„Waar bén Je dan, waar zijn Jullie?"
roept hij.
„Hierhiero, help dan toch
mijn broertjeverdrinkt
Nog maar een oogenblik en het trapje ligt
vlak op het ijs.
„Ga er op liggen", roept de man, „en houdt
je broertje .vast, laat hem niet los, dan is lnj
verloren..." en zijn hart bidt: „Heere, redt
dat kind, ik dank U dat ik juist nu hier mag
zijn: ik dank U .voor dat oponthoud in de
Een druipend nat jongetje staat even later
op de weg en een bevend snikkend, iets
grooter broertje, naast hem.
De chauffeur wikkelt het drenkelingetje in
zijn eigen overjas. Dan ruimt hij een plaatsje
in bij de emmers en de teilen, die liij bren
gen moet in het dorp verderop.
En dan zet hij zich weer aan het stuur, het
nog steeds huilende grootere broertje zit
naast hem.
Bij de molen, waar ook de brug is, houdt
hij stil.
De molenaar is een vriend van hem.
Daar zal hij de kinderen achterlaten.
Daar zal het natte keretje droge kleeren vin
den en warmte...
Het ls laat op de avond. In het kleine
woonvertrekje van het molenhuis, ligt een
kleine jongen in de warme bedstee. Verder
zijn daar nog de molenaar en zijn vrouw, de
dokter en de ouders van het kind.
„Kan hij nog beter worden dokter?" vraagt
de vader ,met een vreemde stem.
„Nog weinig van te zeggen", antwoordt
deze. „Als het longontsteking wordt, zullen
we moeten afwachten... maar hij kan beter
worden, zeker."
„Niet vervoeren nog", zegt hij dan verder,
„morgen ko mik terug, dan kan ik mogelijk
iets méér zeggen .Goeden avond saam".
„Goeden avond dokter", groeten de aanwe
zigen zacht terug.
„Het had anders niet veel gescheeld", zoo
vertelt de molenaarsvrouw, als de dokter
weg is, „z'n broertje kon hem bijna niet meer
houden, zei Smit; het was. dat hij in de stad
was opgehouden, iets met z'n auto, meen ik,
anders was hij al lang voorbij geweest, toen
het gebeurde".
Smit... Smit... in de stad opgehouden...
iets met zn' auto
„Was het dan... eh... Smit... Dirk Smit,
die mijn jongen redde?" vraagt de vader
ontdaan.
„O, wist U dat nog niet?" antwoordt de
molenaarsche. „Ik dacht, dat ik dat al had
verteld, ja, inderdaad, het is Dirk Sniit. Om
dat hij ons kende bracht hij de kinderen
hier."
Het loopt tegen middernacht.
Twee menschen op de stille weg langs de
vaart, waar het nu stiller is dan ooit.
Het vrics.t dat het kraakt, maar die beiden
voelen geen kou.
Graag waren ze bij hun kind gebleven, i
die nacht.
Maar het kón niet.
De molenaar kon ze niet herbergen in zijn
kleine woning, met de beste wil niet
Maar morgen vroeg kunnen ze terug
komen.
Spreken doen ze niet veel onderweg, om
dat ze zooveel te denken hebben.
Doch eindelijk bewegen zich toch de lipoen
van den man.
„En tóch was het niet Dirk Smit. die ons
kind redde", zegt hij ontroerd, „het was de
„En het was ook niet om van mijn gezeur
af te zijn, dat jij Dirk ten laatste toch maar
bent gaan helpen."
„Gods had was ln dat alles", erkent Nelis
nu ootmoedig.
„Hij was het, die mij tegen kwam, in Zijn
liefde....als ik nog vijf minuten had ge
wacht, dan was het te laat geweestik
wilde met, maar ik móéstdat deed God".
„We zien er in, dat Hij ons nog niet heeft
losgelaten ,al is dit van vandaag wel een
ernstige waarschuwing", antwoordt juffrouw
van der Wael.
„En dat weet Hij ook van al dat andere,
de zorgen, de werkloosheid... dan is ook ddt
m Zijn hand zegt Nelis en het is hem alsof
hJj nu pas echt verstaét, wat hij toch 'eigen
lijk al zoo lang gewét en heeft.
„Ja, en ook daarvoor zal Hij zorgen", zegt
de vrouw nog, „als wij maar beginnen met
het begin: eerst Gods Koninkrijk en Zijn ge
rechtigheid, dan volgt al het andere óók op
Gods tijd; zóó leert ons het Woord"
Kort daarna gaat tusschen de vele kerkgan
gers ook een man met een kleinen jongen.
Moeder as thuis bij het zieke broertje, dat
intusschen al weer aardig aan het opknap
pen ls.
In de kerk buigt straks een man ootmoe
dig het hoofd en dankt den God en Vader
van onzen Heere Jezus Christus, die immers
ook aan hém en zijn huis heeft willen den
ken. toen Hij Zijn Zoon gaf aan een verloren
wereld.