ren zoo in bekoring kunnen brengen ,Is een zecc
merkwaardig waterbewoner: de tureluu r.
„'t Zijn zoo zeldzaam ranke fijngelijnde vogels
©p de helroodc stelten en de roodc snavel m» t
zwarte punt. Zonder geruisch, maar snel en rhythi
misch slaan ze de vleugels als ze komen aanzet*
ten, remmen als ze met de gestrekte pooten bijna
de grond raken en komen deftig, met een lichte
aarzeling neerHun melodieuze roep „tureluut-
tureluut" klinkt uitgelaten over de hei. Met haar
bezorgde lokroepjes houdt moeder de kleintjes bij
elkaar, en ze kennen de waarschuwing voor 't
nabije gevaar, want dan zakken zo door do
knieën, strekken de hals rechtuit en drukken het
kopje tegen de grond en zijn in hun bonte, vlek
kige pakje volkomen één met de bodem"'.
Is het slimheid van dit diertje als zij zich bij
gevaar schijnbaar in zwijm laat vallen, of is het
een gevolg van werkelijke schrik? Een feit is
echter, dat, om de aandacht voor de kleintjes af
te wenden, zij deze manoeuvre uitvoert, zoo dik
wijls als noodig is om plotseling met een juich
kreet* snel op te stijgen als zij het gevaar heeft
pfgewend.
Deze „truc" passen meerdere vogels toe.Een
ander, aardig vogeltje is de karakict. Zo wordt
niet moe om van zonsopgang tot zonsondergang
baar eigen naam uit te roepen.
Ondanks grootc beweeglijkheid is het toch een
rustig vogeltje, want men kan het heel dicht
naderen.
Een van onze mooiste, „meest interessante en
5n Europa zeldzame vogel, waar we heusch trotsch
op mogen zijn, is onze beroemde Lepelaar, die,
al zingt het oude kinderrijmpje het, nog lang geen
ooievaar is!
In ons beroemde Naardcrmeer vinden wij jaar
lijks nog wel een 150 tot 200 nesten. Verder moe
ten we ze in heel Europa nergens meer zoeken
dan in het Donaudal en in Spanje. Ze zijn al vroeg
aan de huiselijke zorgen en hebben heel wat to
stellen met de opvoeding van hun kroost; dat zo
met een heerlijk breipapje groot brengen".
Voor zichzelf lepelen ze met hun brcede belt
tvischjes en schaaldicrtjes op.
Roofvogels. De raaf op uitsterven^
Ècn merkwaardige vogel onder de roofvogels is
'de raaf. Het moet een vogel zijn met haast men-
schelijke eigenschappen. Op 't gebied van huwe
lijkstrouw kan deze zwarte, sombere vogel menig
mensch nog beschaamd maken. Waar trouw het
kenmerk van dit beest is, denken wij onwillekeu
rig aan de geschiedenis van Elia. Hoe God deze
.vogel uitkoos om Elia, als hij zich verbergen
moest aan de beek Krith, brood en vlcesch te be
zorgen.
i,en de raven brachten hem des morgens
brood en vlecsch, desgelijks brood en vleesch
des avonds
Dn raaf is een van onze vroegste broedvogcls. In
Februari zien wij hen al bezig hun nest te bou
wen of het oude te repareeren.
't Is een stevig zwaar houten bouwsel met een
middellijn van 6065 c.M. Naar binnen wordt het
steeds zachter en gevoerd met gras en schapen
wol. „Eenmaal een paartje gevormd zal men zo
altijd samen zien".
Wondere verhalen zijn in omloop over deze
vogel. Ze moeten de eksters zelfs overtreffen in
het leeren praten. De kunst van imitoeren is hun
toevertrouwd. Men heeft zelfs opgemerkt, ciat zij
het lachen van een mcnsch en het geluid vpn een
zaag nabootsen.
.1Zijn na drie weken de eieren uitgekomen,
dan tooncn de jongen een ongelooflijk onverzadig-
haren eetlust en de ouders dragen met weerga-
looze ijver het voedsel aan, vanaf wormen en in
secten, eieren, jonge en oude vogels, muizen, rat
ten, mollen, oesters, meeuwen, letterlijk het
vlcesch van alle vogels, van hazen, konijnen en
Jammeren. Met zijn zware savel van 8 c.M. lang
is hij een der geweldigste roovers
Zc worden echter steeds zeldzamer in ons land
©n daarbuiten.
Een prachtige roofvogel is ook de visch-
arend. Majestueus is zijn voorkomen en uit do
felle oogen spreekt een vastheid van wil.
Prof. ar. W. Hegge heeft een prachtfilm ge
maakt van „Pandion, de vischarend". Uit dezo
film zijn de hier geplaatste foto's. Deze zijn met
ontzaglijk veel moeite genomen. In twee den-
nenboomen van dertig meter hoog werd in de eeno
boom een filmcamera verborgen ingebouwd, ter-
Jonge vlscliarcndenreeds uitgevlog ent komen op de nog niet vergelen etenstijden lenig op liet nest
■wijl zich in de ana'ére boom het oude nest van eciï
Vischarend bevond.
Het verfilmen gaat snel, doch om een film to
maken als deze, waarin opgenomen is de komst
van de vogels, het uitbroeden van hun eieren en
het opgroeien, heeft meer dan een half jaar ge
duurd en is met een geauld en opoffering ver
richt welke onze diepe bewondering afdwingt. Het
is zeer interessant de beschrijving te lezen welko
moeilijkheden overwonnen moesten worden. Ook
deze vogelfamilie wordt bedreigd met uitroeiing.
Wat zijn wij menschen toch dikwijls-klein in onze
handelingen.
Het lied der vogelen
Ten slotte willen wij nog iets aanhalen over
Onze zangvogels. Is in hun duizendvoudig liea de
nachtegaal, die kleine onaanzienlijke vogel, do
meesterzanger, ook de niet veel grooterc maar
kleurrijkere roodstaart weet zich te handhaven
in dit veelstemmig koor. Hij is de vroegste zan
ger onder de vogels.
„Een vroegeling uit de zangertjes-familie is do
sylviïdae. Met de fitis, die begin April aankomt,
.vormt hij haast een tweeling.
Ze hebben aan beginnelingen in de vogelstudio
al wat hoofdbrekens gekost, even groot, even geel
groen, roepen beide hun lokroep: „oe-iet-oe-iet"
en sluiten hun pretentielooze liedje met „tjif-tjef",
maar de fitis is groener op de rug, lichter geel
van onder, 6terk naar wit. Zijn liedje, dat bij do
inzet veel weg heeft van een vinkenslag, is in do
middenmoot traag en weemoedig".
'Als op zomeravonden zoo goed als alle vogels
Zwijgen, hooien wij nog de weemoedige róep van
do tortel.'
„Dat zachte toer-toer, zonder eenige hartstocht
©f onrust voorgedragen, versmelt in 't groote
zomergeluid, dat de som is van het gonzen der
insecten en het ruischen der bladeren".
Als ook deze vogel zwijgt wordt ons oor nog
pijnlijk getroffen door het snerpend gesjirp van
de krekel. Hoewel niet behoorend tot het rijk der
.vogels is het toch belangwekkend nog even to
onderzoeken hoe dit zwarte beestje zijn onaange
naam, wel honderd meter ver te hooren gesjirp to
[voorschijn brengt. De veldkrekel bezit namelijk
een klankbord aan de buikzijde en daaronder een
trommelvlies. „De vleugels zijn voorzien van
131138 tandjes. De vleugel strijkt 68 maal per
seconde heen en weer en daar beide vleugels ge
lijktijdig bewegen staat dit gelijk met 32 maal per
seconde over stilstaande tandjes gaan. Aantal tril
lingen 131 X 32 4192, en zoekt go met de stem
vork de toon, dan zal die c 5 blijken te zijn."
Nu hebben wij nog niets verteld van de vclo
weidevogels, doch wij raden aan het prncht bock
van Jan Vriends: Dier en Plant van dichtbij be
keken, zelf ter hand te nemen. Het verschaft u
uren van genot en dankbaarheid tegenover den
Grootcn Schepper en Onderhouder der natuur en
dierenwereld.
A. de B.
Naar aanleiding van: Dier en Plant van dicht
bij bekeken. Door Jan Vriends (met circa 100 foto
illustraties). Uitgave Anaries Blitz, Amsterdam.
Jliuis na lange reis
260
de.dingen^..
ons zijn
door
G. SEVENSMA—THEMMEN
Weekend-idylle
Als j'e er met den sneltrein voorbij jaagt en do
viefheid hebt op het juiste moment uit te kijken,
lijkt de naam „Boschvilladorp" nog wel wat
weidsch voor het groepje landhuisjes, dat er ver
spreid ligt op de vlakte. Want zoo, van de hoogte
van den Spoordijk af gezien, is het nog echt een
vlakte hei met het prille groen van heel jonge
aaanplant, in de verte omzoomd door het donker
van ouder hout. Maar als je er tusschen wan
delt, hoo anders wordt het dan alles! Dan blijken
do larixen reeds manshoogte te hebben, zoodat jo
er verstoppertje achter kunt spelen en het buur
huis op enkele honderden meters afstand ligt al
veilig aan zijn slaapkamervcnsters verscholen in
liet groen.
Het is een idylle voor weekend-huisjes, dit ver
geten stuk hei ergens in Noord-Drenle, in do
buurt van den grootcn spoorweg en do stads-
mcnschcn, die op hun tocht om een plekje te vin
den, waar de herrie hen niet bereiken kon, hier
belandden, hebben een goeden speurzin gehad.
Het landschap ligt er ongerept. Geen leelijkc mas
ten voor dc leiding van het licht, geen radio-
slaken. Hei, bloeiende hei langs de blinkend-witte
wegen en tusschen het paars het vele jonge groen
van nieuw naaldhout.
Do Nederlandsclie Heide Maatschappij zorgde
voor dc beplanting; uit den kuil, waaruit men liet
zand groef voor de ophooging der wegen, werd!
een vijver, waarin de kinderen nu zonder gevaar
kunnen baden en zwemmen. En als je er tegen
dc helling zit, verborgen in liet groen, dan is er
alleen do wijde hemel boven je hoofd en van liet
verblijf der menschen merk jo niets dan in do
verte bier en daar een veilig, breed rietdak, dat
schijnt te rusten op de hei,
Want dat hebben zc bijna allen, deze week-end-
liuisjes. Er is een zekere eenheid bewaard geble
ven, omdat het plan voor de meeste ontworpen
wordt door dcnzelfden architect, natuurlijk weer
met aanpassing aan ieders bizondcrc wenschcn en
verlangens. Maar zc zijn geen cliché's van elkaar
geworden, geen lukraak neergezet ding, met do
hoop op een voordeeligc verkoop, zo zijn serieus,
in opdracht, gebouwd. En zooals er suamhoorig-
hcid is in de verspreide huizen, zoo is er ook
.saamliooriglicid in liet leven en werken. Want er
is mogelijkheid voor gezamenlijk werken, voor
practisch werken, een voordeel voor stadsmeix-
sclicn, die altijd met hun neus in dc boeken zit
ten. Er worden proeven genomen met nieuwe
aanplantingen, er moeten paadjes aangelegd wor
den op ieders terrein als verbindingen met de groo
terc wegen en last not least er moest aan
waterbouwkunde gedaan worden. Dc vijver had'
n.l. een paar uitmondingen, die overbrugd moes
ten worden en onder leiding van den man der
practijk, den architect, zijn ze overbrugd. Niet
maar zoo-zoo, neen, keurig zijn ze geworden, dezo
donkere rustieke bruggetjes, dc „verbindingen"
van bet eiland met den vasten wal. Het heeft
training gekost, ook wat zelfopoffering, als het
zulk heerlijk weer voor de jongens was om een
tocht op de fiets te maken en de discipline dan
cisclitc: eerst vanmorgen werken dc middag is
voor ontspanning, maar dc bruggen zijn klaar
gekomen en met alle plechtigheid „ingewijd". Ge
vaar voor het onttrekken van werk aan do werk
verschaffing e.d. bestond hier niet, daarvoor zijn
dc projecten tc klein, juist groot genoog voOr stu-
decrcndc menschen, die in hun vacantio eens
practisch werk moeten doen.
Dat practische werk bestaat ook wel eens in het
bestrijden van gevaren. Een enkele keer gebeurt
het namelijk, dat ccn adder zich waagt te ver-
toonen in de nabijheid van de menschclijkc wonin
gen, één keer bracht het giftige slangetje zelfs do
hang naar gezelligheid zoover, dat het voor een
keukenstoep lag. Maar die amicaliteit ging tocli
tc ver. Want er dansen bloote kleutorvoetjcs door
flc hei en daarom is waakzaamheid geboden. Het
was een spannend moment: er werden hulptroepen
bij do buurhuizen gerequireerd en de diverso
huisvaders, die in het dagelijksche leven anders
heter overweg konden met doceercn dan met het
hantceren van ccn schop, togen er nu strijdlus
tig, gewapend met dat vervaarlijk instrument op
fff, ora have en goed tegen den hrutalcn indrin
ger te verdedigen. Die was door de nadering, der
aanrukkende bestrijders al zop geïntimideerd, dat
hij in een opening naast dc stoep een goed heen
komen naar henedon had gezocht. Geen nood
met krijgsmansbcleid werden de zoden afgesto
ken en daar lag liet ondier, ineengerold, be
ducht voor zijn veiligheid. Even werd het oog ge
hooid door de mooie teekening op den rug, maai*
veiligheid voor alles, een schop op den kopf
dc giftige tong spitst in een laatste woede-uit
barsting omhoog dan ligt het dier verslagen,
dc kop van den romp gescheiden en de kinderen
mogen voorzichtig even komen kijken naar het
kleine beest, dat zoo dreigend kan zijn, dat na
zijn dood zelfs die dreiging houdt in den kop,
<lie zijn giftig vermogen dan nog een tijdlang be
evaart.
Na liet gevaar schijnt do zon weer even stra
lend en liet beleefde evenement is een nieuw ac
cent in dc vacanticvrcugd. Want vreugd zingt
óver dc heide, den ganschen langen zonnedag. Je
staat en luistert dc wereld is zoo wijd hier en
dc licmol zoo hoog en er is in de stilte een
muziek, waarop je gedachten meedeinen. Je geelt
je er misschien in het geheel geen rekenschap
van, wat het geluid is, dat je omvangt, zoo hoort
het hij de bloeiende hei en de klare, zonnige
sfeer, tot liet plotseling tot je doordringt; de bijen
deze zingende zonnigheid is het werklied der
bijen. Het schijnt 's morgens geboren te worden
met het opstaan van de zon en als de laatste
glansen verbleekcn aan den westerhemel, kan het
bijna nog niet ter ruste gaan, liet deint nog na,
als de schaduwen dc blinkende wegen gaan dek
ken.
En dan sta je in den avond, onder Gods hemel.
Oneindig. En over de wereld gaat het leven en
«Ie smart en het maakt je klein, dat je nog tot
«Ie begenadigden behoort, die temidden van vreugd
mogen wonen.
Van uit het Zuiden nadert een dof gedreun, dat.
Steeds dieper indringt in de stilte, die over do
heide kuift. Dat geluid is de verbinding met het
drukke leven in de verte, waar huizen zich stape
len als torens, waar spattende lichtreclames het
stille stcrrclicht uitdagen en do mensch de be
schutting tegen zich zelf zoekt in het vele gc-
sliffcr van voeten tezamen over het asfalt en het
stemmcngcroes in den valschen schijn van twee
kleurig licht.
Het dreunen vervult de lucht, het rolt over de
beide, een stampend denderen resonneert op de
rails. Hij nadert, de bode uit het wereldleven, nog
een oogenblik, dan snelt hij voorbij over den hoo-
gen dijk, een lange, vurige slang, die voorbij
glijdt langs den donkeren hemel, naar de stad
in do verte.
Lief en leed in de
Rijkswerkverschaffing
door
J. H. HEMMERS
HANS, DE VROOLIJKE
Het is eon opvallend feit hoe tal van menschen
ver boven cn. anderszijds ver beneden hun geeste*
lijke-aanleg-stand-^czcn en -zijn leven.
Menschen'die door en uit allerlei .overwegin
gen altijd weer probceren zicli anders voor tc doen
dan dat zc in weikclijklieid zijn.
Menschen die er dikwijls een soort sport van
maken of behagen In schoppen een ieder waar
mede /.e in aanraking komen een indruk hij to
brengen en mede te geven, die in geen enkel op-
zicht overeen stemt met hetgeen er in hun bin
nenste leeft en woelt, of door dikke woorden te
gebruiken datgene trachten te verbergen, dat hun
als lood op de ziel weegt..
Terwijl zich daarnaast nog ©en catagorie be
vindt, die door overmatig en uitbundig vroolijk te
zijn, de schijn op zicli wcnschen te laden, dat
heel het leven met. al zijn wisselvalligheid hen
niet deert, niettegenstaande zij haast onder den
levenslast bezwijken.
Tragische figuren, achter wier gullen lach en
spontaneïteit, meestal een dikke weggedrongen
truan verborgen ligt.
Een lach, die het leed niet kan wegvagen, efl
oen traan die in geen enkel opzicht in staat is,
het steeds grooter wordende vuur van onrust, ver
twijfeling en onzekerheid, tc doovcn.
Een spel, dat helaas maar al tc veel, hoewel het
'fegen vleesch en bloed ingaat, gespeeld wordt, en
Vooral daar tot uiting lconit, waar men gedwongen
is een tijd lang, mot anderen samen te leven eni
.te wonen.
Wat kunnen zulken soms vreemd doen en wellc
'een moeite getroosten zij ziah niet, om toch maar
,tc voorkomen, dat anderen een blik in hun ziele-
leven slaan.
En dat alles voortspruitcn-l uit liet feit, dat za
hiet een opgekropt gemoed rondloopcn en toch o
Zoo graag van dezen last zouden bevrijd willen
zijn, als valscho schaamte hen er niet van weer
hield eens openlijk met hun moeilijkheden voos
het front te treden.
Tot een van deze menschen behoorde een zekero
Hans, die bekend stond onder zijn collega's als
iemand, die onuitputtelijk was in het tappen van
moppen cn grappen. Zoodat, als Hans yoor een
enkele keer 's avonds of Zondags niet thuis was,
het kamp wel uitgestorven scheen.
En als Vrijdagmiddag om de veertien dagen da
autobussen kwamen, om do mannen voor ecnigo
dagen huiswaarts te voeren, dan trachtte ieder
clubje op liaar beurt, Hans bij lien in den wagen
te doen plaats nemen. Want al viel liet moeilijk
Ue menschen in de bus te beschreeuwen, de ver
schillende gezichten, d>c Hans kon trekken waren
meer dan voldoende, om van een prettige reis
Verzekerd te zijn
Maar hoe origineel Hans ook kon doen, tocli
lag er bij tijden cn oogcnblikkcn zulk een uit
drukking in zijn trouwe bruine oogen, dat men
geen al te grootc menschcnkenner behoefde tc zijn,
om te begrijpen, dat al die vroolijkheid slechts
S c h ij n was.
En toch, hoe zeer wij op den duur van dit allea
Ook doordrongen waren, leed iedere poging, om
hem eens aan liet praten te krijgen, schipbreuk,
omdat hij steeds, door allerlei grappen, zulks
iwecr onmogelijk wist te maken.
En bleef Hans soms in gebreke, met een kwink
slag de dans te ontspringen, dan waren liet zijn
ikeetgoiiooUm, die onmiddellijk gereed stonden,
hem uit liet nauw te helpen, met dc mededceling:
dat liet boter aan tic galg gesmeerd was, om te
probeeren met Hons een verstandig woord te be
spreken. Zoo bleef Hans' leven een gesloten boek
ep de cenigc hoop, dat er nog eens ccn bladzijde
van open geslagen zou worden, lag hierin, dat hij
bij liet weggaan, langer dan noodig was, onze
band vasthield en dan op zoo'n echte vertrouwe
lijke manier kon zeggen„Dag Ilcmmcrs, wel
.thuis."
Doch des tc grooter was onze teleurstelling, als
we hem dan des Zondagavonds omringd dooi*
allerlei vrienden, waarvoor hij als clown moest
spelen, kort voor de aanvang van dc wijdings*
dienst de weg naar liet dorp zagen opgaan.
Een gang, die, achteraf beschouwd, door zijn
Vrienden steeds weer op touw gezet werd, om te
.voorkomen, dat hij even als vroeger reeds eenige
malen was gebeurd, aan do deur van dc cantine
zou blijven staan, om te luisteren, naar hetgeen
daar binnen gezegd werd.
Want na zoo'n luisterbui was Hans altijd an
ders dan gewoonlijk en duurde het meestal
©enige dagen, alvorens hij weer de oude was.
Zulks nam echter niet weg, dat wie Hans de
laatste tijd van zijn verblijf in het kamp opmerk,
fcaani gadesloeg, met één oogopslag kon waar
nemen, dat. er inwendig iets 'bezig was zich ia
hem te voltrekken.
llans werd toegankelijker, liet lachen cn plezier
maken ging hem niet zoo goed meer af als voor
been.
En toen hij dan ook op ccn zekere Zondag, niet
tegenstaande zijn kameraden hem trachtten mee
tc troonen naar dc muziek in het dorp, tegen
alles in, toch de wijdingsdienst binnenstapte,bleef
.er geen twijfel meer over, dat I-Ians zoekende was.
Zoo word Hans steeds ernstiger cn stiller, tot
ïiiet geringe spijt cn verwondering van zijn
kameraden, die maar niet konden begrijpen, hoe
het mogelijk was, dat liij zoo opeens veranderd
was.
En hun verbazing steeg ten top, toen Hans de
laatste Zondag, dat hij in het kamp verblijf zou
houden, inplaats er een bonten avond van te
maken, zooals hij vroeger beloofd had, andermaal
paar de wijdinpsdienst ging.
Onopgemerkt had hij zicli ook ditmaal in do
Cantinc neergezet, niemand bad hem ooit gemist,
evenmin viel thans zijn aanwezigheid do .vela
bezoekei-s op.
Evennis do vorige keer zat hij ook nu achter,
öati, in elkander gedoken, slechts af en toe het'
hoofd eens oprichtende als or iets gezegd werd,
idat hem bijzonder interesseerde.
Een interesse, die in grootc belangstelling over»
Dc koning der dieren met zijn gemalin.
sloeg, toen wij op een 'zeker oogenblik in onze
toespraak de opmerking maakten, dat. evenals
het adres van den biddenden Saulus in Damaskus
bij God in den hemel bekend was, ook het adres
.van een biddend dienstmeisje op haar zolder
kamertje, zoogoed als de verzuchtingen in liet
kamp of elders geslaakt, gehooid en bekend zijn
bij Hem, Wiens oogen de gansche aarde door-
loopen en voor Wien niets verborgen is, wat niet
zal ontdekt worden.
Hans blijft een en al aandacht cn als de dienst'
ïs afgcloopen, blijkt hij niet de minste behoefte
te hebben om naar zijn keet terug te gaan.
Rustig zet hij zich dan ook ergens bij een
ïafoltje in de eantine neer, waarbij het ons oj>
.valt, hoc geheel anders zijn houding thans is,
.vergeleken bij voontieen. Dc spottende trek om
Zijn mond is verdwenen, cn de schampere lach,
Zingende visschen
De uitdrukking: zoo stom als een visch, is niet
geheel juist. Het mag waar zijn, dat 't overgroote
deel der visschen er niet aan denkt den. tenoren
concurrentie aan te doen, tocli zijn er enkelen, die
in staat zijn geluiden voort te brengen, waarvan
bet nut zoo goed als onbekend is.
Prayer vertelt, dat hij op zekeren nacht op de
Pontiak de grootste rivier aan de Westkust
van Borneo, zeer duidelijk muziek hoorde; soms
kwam zc uit dc diepte net als de zang tier sirenen,
soms klonk zc als liet gedreun van zware orgels,
soms zacht cn harmonieus als een Aeolus-harp.
Duikcra hoorden die muziek voel duidelijker en in
boorlingen beweerden, dat ze voortkwam van vis
schen. Humboldt heeft trouwens hetzelfde feit ge
constateerd.
Le Mesle schrijft in zijn; „Reis naar Ivambods-
Ja" liet volgende hierover;
Elk der uitvoerders geeft slechts één toon, lang
en diep, als uit een blaasinstrument. Dit vormt
een werkelijk buitengewoon ensemble, waarin,
ieder een enkele wijs uitvoert op venschilleHdeii
toon. Do klanken komen overal te voorschijn:
voor, achter, langszij van het schip cn het water
geeft aan die tonen een eigenaardigen klank. De
oorzaak van die melancholische melodie is een
visch met een dikken platten kop, in den vorm
van een korhaan en die vaak 1 meter tot. 1.50 ilang
■wordt. Do iiijxjorlingen noemen liem „Kaakerd";
hij is groen en gevlekt, niet. zilveren schubben op
den huik en korte haarbosjes op de snuit. Als
hij uit liet viscliwater wordt gehaald, laat bij een
tamelijk sterk geluid hooren, en dat veroorzaakt
wordt door uit «le zwemblaas ontsnappende lucht
dio dc visch naar willekeur kan samentrekken of
ontspannen. Er zijn nog meer visschen, die kun
nen zingen, maar hun identiteit is minder goed
bekend. De zonnevisch of St. Pietersvisoli vestigt
'dc aandacht op zijn tegenwoordigheid als het eb
is, door een klokkend geluid, dat hem den bijnaam
heeft gegeven van „watereend". Eén hoornvisch'
laat klagende melancholische geluidjes hooren net
als 't schuren van een rijtuig-rad. Zelfs do
„tonijn" is in staat zijn kop uit liet water te ste
ken om klanken te laten hooren, die niet slecht
herinneren aan die van een huilend kind.
De kleur der oogen
Wanneer beide ouders dezelfde kleur van oogen
hebben, zoo volgen hen daarin, volgens de nieuw
ste statistische gegevens, 88 procent der kinderen.
Zijn dc oogen der ouders van verschillende kleuc
zoo volgen 60 procent der kinderen de vaders en
Slechts 40 procent de moeders.
2611