Doorzitten Naar Noorwegen en Schotland IL MET DEN LANDMETER OP STAP ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1935 DERDE BLAD PAG. 9 Met de „Veendam" uit varen De jubileumreis van de N.C.R.V. Van koude tochtenHol land sche zang in Noor- sche Kerken, enthousias me aan boord, sneeuwbal len met aardbeien, bier, dat limonade, en öl, dat bier was, en van ontroe rende afscheiden. Ja vi elsker dette landet, som dct stiger frem. Zoo zongen ons 'de in Noorsche klecdcr- dracht gestoken bediensters te Kj-endal toe. Het klonk over het koude Locnvann wee moedig, droefgeestig, zooals het land daar, ,daór vooral, weemoedig, droefgeestig is. En toch schoon, zooals de bewoners en bewoon sters schoon zijn. Natuurschoon. De meisjes hier, zei me een piepjong officier van de „Veendam", hebben geen hulpmiddelen noodig, uiterlijk en wezen alles is natuurlijke schoonheid. Die droefgeestigheid, die weemoed móet wel het karakter der fjorden bewoners zijn. De wolken hangen daar zoo laag op de.steil boven de •dalen uitstekende bergtoppen. Een enkele zonnestraal, die doordrong door de waterdamp, gevormd door honderden neerstortende watervallen, deed echter een jubel ontstaan, die het hoogtepunt vond in de helle kleu ren der gevormde regenbogen. Die zonnestraal weerkaatst op de natte., gladde, kale rotsen, pijnde zelfs de u oogen. - We hadden de licht groenachtig blauwe 'Kjcndalgletscher gezien en op ijs geknabbeld, na van steen op steen te hebben moeten springen waarbij enkele dames een tui meling in het ijswater maakten; hooge hak- kenwee om de ijsmassa, die langzaam, voor ons onmerkbaar, dieper afzakte en af smolt, te bereiken. 't Was een koude tocht geweest, die ein digde met heel sterke koffie, die veel sui ker vroeg, er was gelukkig op gerekend, - en veel melk. Heel vette geitenmelk was dat. De geiten en de koeien graasden tus- schen de bosschen op de berghellingen. De .vaart over het 14 K.M. lange bergmeer, het Loenvann, was op de terugreis buitenge woon koud. Maar het uitzicht was overwel digend. De wandeling van Vassenden, waar we uit de boot stapten om te voet of per stolkjaere naar Loen te gaan, deed ons weer goed. Kort voor het doel van onze terugtocht zagen we in de hoogte een oud Noorsch kerkje. De pastor1 wachtte ons op. Hij had gehoord, dat een Hollandsche Chris telijke Reisvereeniging voor de helft naar Kjendal gegaan was (de andere helft was een geheel andere kant uitgegaan, naar de Brixdalbrae) en hij stelde het zeer op prijs, dat deze zijn kerkje eens bezichtigden. Het dateerde uit de 16e eeuw, geloof ik. Wij hebben een kijkje-genomen en in het Noorsch kerkje, waar een model van een Noorsch oorlogsschip, zwaar met kanonnen bewapend, van de zoldering afhing kerk en vrede in het Hollandsch gezongen, dat God, die op de bergen en dalen, ja overal is, een vaste burcht is voor de Zijnen. Ons bezoek heeft de collectebus geen kwaad gedaan. - Koud kwamen we aan boord van de Veendam, in zwaar beladen sloepen er heen gebracht onder veel leut en gezang. De zorg zame stewards hadden gezorgd dat de hut ten verwarmd waren. Het als altijd rijk Voorziene menu werd alle eer aangedaan en vergeten was alle koude, 't Was een heel pret- .tige stemming die er heerschte en die overging in uitbundig gejuich, toen medegedeeld werd dat een opgevan gen bericht luidde: H. M. heeft Dr, Colijn de vorming van een nieuw ka binet. opgedragen. Toen kende het enthousiasme geen grenzen. En nau welijks even bedaard laaide het weer op, toen de algemeene leider, de heer II. v. d. Tol het door ons reeds de vorige week vermeldde telegram aan Dr. Colijn voorlas. liet waren ontroerende oogenblik- ken daar in het verre Noorden bij het stampen van de machines van de „Veendam", die reeds weer de an kers had gelicht, om naar het Geiran- gerfjord te varen. In menig oog glin sterde zelfs een traan, al geneerde men zich ook een beetje .voor de medepassagiers. Den volgenden morgen passeerden we de bekende waterval de „Zeven Zusters", 't Wa ren er maar vijf volgens enkelen, doch een ander merkte op, dat er zeker twee ge trouwd waren. Toen we in Merok aankwa men werd door velen een tocht gemaakt naar de Djt.«psvandshütte, de geweldige, 1000 M. hoog gelegen gletschcr, die echter in de nevelen verscljolen lag en bleef. Som migen hebben de tocht te voet gedaan, heen en terug (hulde voor hun prestatie!), ande ren deden een reis te voet de andere per auto, heel veel gingen heen en terug per auto. Maar hoe men ook de tocht maakte, 't was een koude reis en duizelingwekkend vaak, als men de weg, vier, vijf keer tel kens lager beneden zich zag en men tel kens liet diepe dal al dieper zag wegzakken. Gedachten aan het ongeluk met de Gaai kwamen boven. Alles woeste natuur daarboven. Plots kletste een sneeuwbal onze open De „zeven zusiers 'fv' De weg naar Djüpsvandshiitta ~W auto binnen. T Was 30 Juli. Do laplander met zijn rendier en de lap landershut voor de toeristen daar hèen gebracht pasten daar wel, doch waren al te opvallend neergezet en pasten dus niet. Op de terugreis kochten we een doosje glanzend roode aarbeien van de inboorlingen. Ze leken heel lekker, doch waren wel wat zuur. Zoo pas had ik een sneeuwbal in mijn mouw gekregen, nu at ik een zomer vrucht, Land van tegenstellingen, ITct eerste en eenigste vliegtuig, dat we opmerkten op onze reis was den volgendón dag, toen we aan de kade te Molde lagen er rechts van ons een watervliegtuig daal de, door slechts weinigen opgemerkt Men had het te druk om onder stralende zonne schijn eren aan wal te gaan en het uiterst propere stadje te bezoeken. De winkels wer den bestormd om souvenirs te koopen. Velen spoedden zich naar het kerkje en be wonderden het altaardoek door Alex Ender geschilderd: Christus' opstanding. Holland sche kerkliederen ruischten dooj> de gewel ven. Dit stadje herinnert aan den bekenden Noorschen schrijver Kiclland, die hier ge boren werd en werkte, aan Björnsterue Björnson, die hier zijn jeugd doorbracht. Ook Aandalsnes, waar we later op den dag kwamen, is wonderschoon en proper. Wc beklommen daar een beng tot aan een klein, keurig net restaurantje. De warmte on de klim hadden roe cieistig gemaakt en 'k had trek in bier en mompelde tegen de juffrouw zooicts van bier, beer, bière, doch kreeg limonade voor mijn dochter, dat ze bear noemen. Dit was jodbear, aardbeien- limonade, buitengewoon lekker. Ik kreeg een flesch in de gaten, waarvan de inhoud op bier geleek, 'k Waagde het er op dit aan te wijzen als wat ik begeerde cn:t was bier: landöl heette het hier. Een Noorsche dame, die ons ontmoette en een bos rozen droeg, bood. spontaan.mijn dochtertje een drietal rozen als'hulde .aan de Ollanders. De plantengroei is ovéral, waar ik was, als in ons land: 'k heb geen bloem óf plant gezien, die ik niet kende. Het park in Aalesund, waar wc de vol- gende dag waren, was heel mooi, de steile klim naar de Aksla loonde de moeite. Maai de plaats viel niet mee. Misschien, dat we te veel verwachting koesterden, door een den vorigen avond naast ons bord in het Hollandsch geschreven prospectus over Aalesund dat ons het welkom aldaar had toegeroepen. i Het afscheid was als in Molde. Honderden serpentines kringelden om laag, honderden Noren op de kade zagen de bedrijvigheid der Hollandsche toeristen en Hollandsche zeelui met Noorsche gelaten heid aan. Maar toen de „Veendam" losraakte en het gevormde zangkoor onder leiding van den heer F. C. van Dorp het Noorsch volkslied zong ontblootten zich de hoofden en was een kletterend applaus van de wal een be wijs van dank, die overging in hulde, toen het Wilhelmus werd aangeheven, de hoof den opnieuw ontbloot werden en het hoera geroep hel opklonk. Langzaam verdwenen 'de ons nawuivende Noren uit ons gezicht; de „Veendam" meerderde vaart. Dit was ons afscheid van Noorwegen, Nu ging het naar Schotland. Maar nog lang voeren we tusschen de skjeren door, nog heel lang, zoolang het avond was cn die duurt heel lang, want die Noorsche avond lost zich op in de Noorsche morgen. Donker wordt het niet. Dat merkten we vooral een avond eerder, toen we om Jialf een 's nachts voor in de top van de boot staande te babbelen nr konden lezen zonder hulp van kunstlicht. Een wonder mooi land lag achter ons. Niet om er te leven en te werken. -Een land voor de Noren, om lief te heb ben omdat het doet denken aan „den Saga- nat, som soenker drömme paa vor jord", den sagennacht, die droomen weeft om hun BINNENLAND. In afwachting Tot de derde Dinsdag in September1 Onder het opschrift: Rust tot den derden Dinsdag, schrijft de „Maasbode" o.m., dat men, wanneer men alles rustig beschouwd, een serieuze mogelijkheid, dat dit Kabinet met een program zal komen, waarop ook de katholieke fractie tot samenwerking met dit -Kabinet zou kunnen besluiten, niet uit gesloten kan achten. Integendeel, het heeft er zelfs, wat het te verwachten program betreft, allen schijn van, dat deze mogelijkheid zeer reëel aan wezig is. Prof. Aalberse vond in zijn onderhoud met dr Colijn, nadat deze zijn opdracht in beraad had gehouden, voldoende aan leiding tot de suggestie, mr Goseling, voorzitter vanUiet partijbestuur-en be* plist gekant tggen het tot nu toe gevoer de beleid, in het te yormen Kabinet op te nemen. Een dergelijke suggestie kon natuur lijk alleen zin hebben, zelfs alleen moge lijk zijn, wanneer uit de besprekingen gebleken was, dat dr Colijn met een pro gram zou komen, dat aan een vooraan staand persoon uit de oppositie het toe treden tot het Kabinet mogelijk maakte. Het program, waarmede het Kabinet naar voren zal treden, zal in ieder geval de beslissende factor moeten zijn, waar op al of niet tot samenwerking zal wor den besloten, daar het tot heden gevoer de beleid ook de beslissende factor was yoor het verbreken der samenwerking. Tegenover deze factor zullen andero motieven of elementen, die ongetwijfeld ook ter sprake zijn gekomen in de bij eenkomst der fractie, „ter bespreking van den politiekcn toestand, ingetreden 'door de ambtsaanvaarding van de leden van het extra-parlementaire kabinet- Colijn in zijn huidige samenstelling" moeilijk van doorslaan den invloed kunnen zijn. Legt het Kabinet op de beslissende 'derde Dinsdag door zijn program een basis ,voor samenwerking, dan zal de katholieke fractie ongetwijfeld deze sa menwerking niet weigeren, ook al is deze voor haar werkelijk niet gemakke lijk gemaakt. Wij hopen, dat thans tot de gewichtige dag in September een weldadige en broodnoodige rustperiode zal intreden, welke zoo noodig kan worden besteed, om alle misverstand uit den weg te rui men, dat de te nemen beslissing of de aan te nemen houding op ongewenschte wijze zou kunnen beïnvloeden. Tot zoover de M a a s b o d e. Het heeft ons werkelijk verbaasd, dat een deel der R.K. pers dis merkwaardige sug gestie van mr Aalberse blijkbaar geheel het hoofd ziet of er, zooals bv. d e T ij d, conclusies aan verbindt, welke wei nig vleiend voor Minister van Schaik zijn. Dit blad schreef toch: Dat de formateur in de overhaaste op lossing der crisis een ernstige misvat ting heeft begaan door het onmogelijk maken van een vertrouwensman der R.K. fractie op een post van ver trouwen in 't Kabinet, is na onze desbetreffende mededeelingen wel onbe twistbaar. Het is duidelijk, dat het ad vies van mr Aalberse, om mr Goseling tot Minister van Justitie te benoemen, een ernstige poging was, om de ge- wensehtc brug te slaan. Immers heeft dit departement met de juridische regeling der maatregelen te maken, welke voor de door mr Aalberse verlangde econo mische voorzieningen noodzakelijk zijn. Op den formateur kwam de verant woordelijkheid voorde samenstelling van het nieuwe Kabinet neer. Toen hij een maal do portefeuille van Justitie had aangeboden, ware het plicht geweest deze te handhaven, indien over het aller voornaamste, het ï-egeeringsprogram, een accoord ware te bereiken. Niet de func tionaris van Justitie onder het oude Ka binet, dat zijn ontslag had aangeboden, maar de formateur, die een nieuw ging vormen, was aansprakelijk voor den gang der formatie en haar resultaat. Als men zóó schrijft, vergroot men do breuk en bevordert men de samenwerking niet. Wie van een verarming spreekt, begrijpt er niets van .aldus de Maasbode, of mis leidt zijn lezers. Misschien, zoo voert de Ned. hiertegen aan, wil de Maasbode van ons aanne men, dat met betrekking tot onzen meden werker noch het oen noch het ander het geval is. Dat hij het niet begrijpt, daarvan de Maasbode wil dit wel op ons gezag ge- looven kan geen sprake zijn, daar hij een man van het vak is en dus alleszins deskundig. En evenmin is er aanleiding om te den ken aan een poging tot misleiding van onze lezers. Wij begTijpen trouwens niet hoe de Maasbode deze mogelijkheid ook zelfs maar heeft kunnen veronderstellen. Want het spreekt natuurlijk vanzelf, dat onzo medewerker niets anders bedoeld heeft dan dat onze goudvoorraad tengevolge van de crisis met 130 millioen is verminderd. Dit valt toch, dunkt ons, niet te ontkennen. En evenmin valt te ontkennen, dat dit, wan neer men althans prijs stelt op handhaving; van de muntpariteit, geenszins een onver» sohillige zaak is. Want uit een oogpunt van: handhaving van de muntpariteit hebben wij er niet zoo bijzonder veel aan, dat tegen» over het goud, dat is afgevloeid, een tegen» waarde staat, zoodat het verlies geen vecv aiming van de volksgemeenschap beteefcerut, En de Maasbode weet natuurlijk even» goed als iieider ander, dat de goudafvloeiing op (jen oogenblik zoo groot kan worden, da£ de devaluatie een feit is geworden, De goudafvloeiïng Niet begrijpen of misleiding?, In het nummer van Zaterdag jl. plaatste de Nederlander een bijdrage van een medewerker, waarin aan het slot werd be toogd, dat in geval van herhaling van d< botsing tusschen Tweede Kamer en Kabinet niemand zal kunnen trachten zich te ver ontschuldigen met een beroep op zijn wetendheid, daar men thans precies weet wat een crisis in het parlement kost.... ƒ130 millioen goud. De Maasbode is hierover gevallen. Het blad noemt deze uitdrukking misleidend. Er is natuurlijk geen sprake van, dat ons volk tengevolge van de Ka binetscrisis met dit bedrag verarmd is. Weliswaar is een bedrag van 130 millioen aan goud afgevloeid, maar dat goud is, zooals vanzelf spreekt, niet om niet afgegeven, doeh ver- ko,cht. Dat wil zeggen, dat in anderen vorm do volle waarde er voor in de plaats is gekomen. Deze molen, vervaardigd door den hêfcr li Hagendijk, Dordtsche Straatweg 481 te Rot» terdam is de getrouwe nabootsing van eerl gesloopte watermolen, die eens te IJssel- monde stond en waarop de heer Hagendijic molenaar was. De vervaardiger (die mert links op de foto ziet) heeft er ongeveer twee jaar aan gewerkt De molen is 1.30 M. hoog en vervaardigd uit de origineele materialen. Er waren ruim 5000 steentjes voor noodig, gezaagd uit ge» wone gebakken steen. Het dak is van riet* Dit prachtige miniatuur functioneert ails ectf gewone watermolen. Stuk/oopen, Zonnebrand^ Doos 30en 60ct. Bij Apoth.en Drogisten VIII (Slot) Ziezoo, meneer Vat, de politie heeft me weer vrij Maar waar is meneer Hoek nu gebleven? Als hij maar niet aan het landmeten is! j Hoe bedoelt U dat? Wel, als iemand vroeger niet al te stevig op zijn beenen liep, omdat hij te veel gedronken had, zei men: hij is aan het landmeten! Uw voorgangers hadden geen goeden naam op dat gebied! Dat heb ik wel meer gehoord, er zal wel wat van waar zijn. Er werd wel beweerd, dat er meer waren, die een kurke- ïrekker dan die een duimstok bij zich hadden. Kom, kom, meneer Vat, dat was de oude tijd, dat is nu ftlles heel anders. Kijk dat vliegtuig eens precies over het dorp komen. Hoe is zijn naam? PH OTO, dat is van de K.L.M. Dat is ook al aan het landmeten, meneer Vat'. Dat zou je niet zeggen, het vliegt nog mooi recht en slin gert niet. Neen, zoo bedoel ik het niet; het is werkelijk aan het land meten om kaarten te maken voor den nieuwen Rijksweg, aie .door het dorp komt. Ik heb het hier al meer gezien; maar meent U dat? Is dat [vliegtuig aan het meten? Ja, maar niet zooals wij het deze dagen gedaan hebben. Het werk van dat vliegtuig is, luchtfoto's van het terrein te maken. Wanneer men met het vliegtuig hoven het te meten terrein komt, maakt men, in rechte lijn vliegend, voortdurend foto's met een recht naar beneden gericht fototoestel. Legt men die foto's aan elkaar, dan ziet men hierop een strook van het terrein. U begrijpt, dat het fototoestel aan hooge eischen moet Voldoen, want men vliegt op een hoogte van meer dan 1000 M. Een sloot van 4 M. heeft dan op de foto een breedte van ongeveer Vz mM.iAls U zoo'n luchtfoto ziet, lijkt ze al een kaart van het .terrein. Toch valt er nog heel wat werk te doen voor er een pchte en voldoend nauwkeurige kaart van is gemaakt. Wat is nu beter, een kaart uit zulke luchtfoto's of een ge hoon gemeten kaart? Dat hangt geheel van 'het terrein af en van de eischen die men stelt. In een stad is een gewone meting op haar plaats, in een gebied met veel water en moeilijk toegankelijke punten Wint de meting uit de lucht, de luchtfotogrammetric, het. i Ook daar is dus concurrentie? Neen, meneer Vat, ook hier streven we naar samenwerking: .Ieder daar aan het werk, waar hij het doelmatigst werken kan! i "i .VII stond in ons blad van 1 Aygu^tus, Kijk, daar is meneer Hoek alweer. We dachten al, dat U wegge spoeld was! Neen, ik ben even naar het hotel geweest, ik had-mijn-zak doek vergeten. Heeft U daar zoo lang naar moeten zoeken? 1Ja, ik kon hem nergens vinden en toen heb ik er een van juffrouw Mientje gekregen. Zoo, zoo! Maar nu moeten we opschieten! De arbeiders hebben ondertusschen den steen op zijn plaats gezet. Laten we dus vast de hoeken gaan meten. Vanmiddag zullen we dan heel voorzichtig een beter plaatsje voor de buis opzoeken. Kijk, meneer Vat, we zetten een driepoot boven den steen en nu halen we den theodoliet uit dit kastje. Hij wordt boven op den driepoot gezet en wel zoo, dat hij precies midden boven het punt staat, op den mil limeter nauwkeu rig. U ziet, de the odoliet bestaat uit een kijker, die alle richtingen uit kan draaien en verder ziet U hier een horizontalen rand, verdeeld in gra den en onderdee. len van graden, waarop de draaiin- len daarvan waar op wc de draaiin gen van den kij ker kunnen aflezen We richten den kij ker bijv. op een punt A en lezen op den rand den stand van den kijker af; dan richten we op B en lezen weer den rand af. Het verschil van die twee aflezingen is dus de hoek tusschen de richting naar A en die naar B. Dat is in principe dus nogal eenvoudig, maar om zuivere uitkomsten te krijgen} moeten we allerlei voorzorgen bij de opstelling van het instru ment in acht nemen en onze waarnemingen vele malen herhalen. Mag ik er ook' eens door kijken?, Zeker, meneer Vat. Ik zie nog niets. Laat ik even iets vooi: JJ instellen. Ik zal U in gindsch dorp Dij wordt haven op den driepoot gezet op.de klok laten kijken. Maar U moet niet schrikken, want U, zult dien toren op zijn kop zien staan. Ja inderdaad, hoe is het mogelijk, de techniek gaat wel heel ver! Als ik me goed herinner, meet U nu eerst hoeken, om te constateeren, of de torenspits op dezelfde, plaats staat als de •vroegere en wat gaat U dan verder doen? We kiezen dan in het dorp overal punten, waar we Kad- stecnen zetten, die we door meetlijnen verbinden, zoodat we als het ware een spinneweb van lijnen door het dorp hebben. Van die lijnen meten we de lengten en op de punten de hoeken tus schen de richtingen naar het voorafgaande en volgende punt. Op enkele punten zullen we op verschillende torens in den om trek richten. U weet nog wel, we hebben dat dien avond met Kees immers bekeken. We hebben dan genoeg gegevens om van al die Kad-steenen de coördinaten te berekenen, dat wil dus zeggen, dat we dan van iederen steen precies zijn plaats op de kaart van Nederland ken nen. Vervolgens gaat meneer Hoek aan die meetlijnen alles op meten wat hij voor zijn kaart noodig heeft. Zijn dan tenslotte alle gegevens verzameld, dan trekt hij zich op zijn kantoor terug en heeft meer dan de handen .vol met berekenen en met bet maken .van de kaart. Nu, dat kan ïk mij voorstellen!' Laten we nu eerst maar eens gaan eten, 'dan kunnen meneer Hoek en ik vanmiddag probeeren, den verloren tijd in te halen, ïk geloof niet, dat U er veel aan zult hebben, meneer Vat; U kunt vanmiddag dus beter Uw welverdiende rust. gaan genieten! Nu moet ik toch vanavond eens een partijtje biljarten met meneer Hoek; die wil het graag leeren, zei hij vanmiddag. Net was hij nog hier. Waar zit hij nu? Hij zal naar zijn kamer zijn gegaan. Hoek, is dat het jongmensch, dat hier In het dorp aan liet landmeten is! Maar, meneer Vat, dien kwam ik juist op den achterweg tegen met Uw dochter Mientje! Hoera, Vat, nu hebben we door, waarom jij aan liet land meten geslagen bent: om een schoonvader te worden, die ver stand van het vak heeft! Maar laten we je eerst feliciteeren met het geluk van je dochter man! Meneer de notaris, zou U niet de feestredenaar willen zijn? Neen, heeren, spreken is niet mijn fort, mijn werk is maar schrijven. Ja, ja, dat komt later hij de huwelijksvoorwaarden wel, maar nu moet U iets zeggen! Nu vooruit dan maar! Meneer Vat, ik wil U dan uit naam van de sociëteit „Vrouwenverdriet" gelukwenschen met de aan staande verloving van Uw dochter Mientje. Behalve die geluk wenschen voor de beide jonge menschcn, past ons een woord van waardeering voor de wijze, waarop U hier een inzicht heeft trachten te krijgen in hel werk van den landmeter, want Uw dochter zal niet alleen trouwen met de persoon van Hoek (zoo heet het jongmensch immers?)^ maai; de bezwaren van zón vuile schoenen, zijn-natte jassen, zijn Iaat thuiskomen, moeten tocfi ook wel overwogen worden! We vertrouwen, dat U tot de over» tuiging zijt gekomen, dat het beroep van landmeter een oudij eerbaar beroep is, dat op vele wijzen dienstbaar is aan de Maat» schappij, waartoe ik in Uw herinnering roep het vastleggen van de eigendomsgrenzen, waarop 't zoo belangrijke hypotheekwezen berust, het werk voor de grondbelasting, voor de ruilverkaveling, voor aanleg van wegen, enz., enz. We zijn overtuigd, dat het landmetersberoep cr een is, waaraan Uw schoonzoon met lust en opgewektheid zijn krachten zal geven, en daarom lijkt er mij alle reden toe, deze avond als een waren feestavond met een flesch wijn te vervolgen! (Applaus), In de woolijke gelagkamer Waarde lezers, U zult U misschien afvragen, of deze heeren dien avond niet wat voorbarig waren in hun conclusies uit het feit, dat Hoek en Mientje Vat samen op den achterweg liepen. Moest Mientje mis schien een boodschap voor haar moeder doen, waarbij Hoek haar vergezelde? We zullen hierop, niet verder ingaan, we zul len U ook niet beschrijven het binnenkomen van het jongmensch in de vroolijke gelagkamer, waar een feest mede te zijner eere was aangericht, waarvan hij onwetend was. Laten wij U tot slot vertellen, dat die landmeter Piket nog vele jaren zal logeeren bij Vat in „De Roskam" en dat óe oude lieer Vat dan niets liever zal doen clan maar steeds weer vertel len over de jongelui, die wel .ver. weg wonen, maar het zoo goed hebben samen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9