BINNENLAND.
Naar Noorwegen en Schotland
WOENSDAG 7 AUGUSTUS 1935
TWEEDE BLAD PAG. 5'
De burgemeester van Albury
Bezocht het Gooi
De burgemeester van AJbury
Waugh hebben gister hun reis met mej. Lunsingh
Tonckens van de K.L.M. voortgezet.
Zij bezochten eerst generaal Snijders te Hilver
sum, bij wien zij tegen twaalf uur aankwamen
Generaal Snijders gaf hun als aandenken een
portret van zich zelf in uniform en mevrouw
Snijders gaf een model in zilver van een Oud-
Hollandsche sjees.
In Hamdorff te Laren is de koffiemaaltijd ge
bruikt
De heer Waugh liet ons een lijst zien van hon
derden schoolkinderen die hem hebben geschreven
naar aanleiding van zijn hulp aan de Uiver en
voor wie hij een souvenir (een boemerang) heeft
meegebracht. Zijn tocht door ons land gaat dan
ook voornamlijk langs de adressen van zijn vriend
jes. Hij geeft aan de raadhuizen de souvenirs af.
Gister stonden Hilversum, Doorn en Utrecht op
bet programma.
Na dc koffiemaaltijd kwamen de burgemeester
van Laren en mevrouw van Nispen tot Sevenaer
bun opwachting maken en het gezelschap begaf
rich naar dc kunstzaal van Hamdorff waar de
Gooische schildersverecniging op hetoogenblik
exposeerde. Burgemeester Waugh maakte vlijtig
notities. Hij vertelde ons dat hij tijdelijk ook jour
nalist is, want hij heeft met vele plaatselijke en
met eenige groote bladen van Sydney en Mel
bourne contracten voor reisbrieven afgesloten Na
de bezichtiging van de tentoonstelling is een te
genbezoek gebracht aan burgemeester van Nispen
tot Sevenaer. die den tocht naar Doorn en Utrecht
beeft meegemaakt.
POSTZEGELS VOOR PRINSES JULIANA
Namens den Wereldbond voor Vrouwenkies
recht en gelijk staatsburgerschap heeft mej. Rosa
Manus, vice-presidente van dezen bond, aan
H. K. H. Prinse Juliana de serie vrouwenpostze
gels aangeboden, welke in Turkije zijn uitgegeven
ter gelegenheid van het onlangs te Istanboel ge
houden Xlle congres. De zegels zijn aangebracht
in een fraai geteekend omslag. Het heeft H. K H.
behaagd dit geschenk, waarvoor Zij Haar erken
telijkheid heeft betuigd, te aanvaarden.
BOOTTREIN S.S. „J. P. COEN"
De speciale trein in aansluiting op het s.s. „J.
P Coen" zal Zaterdagmorgen 10 Augustus a.s.
om 10.20 uur van Genua vertrekken.
Aankomst Zondagmorgen 11 Augustus om 7.18
«ur te Zevenaar. om 8.14 uur te Arnhem, or
uur te Utrecht, om 10 uur te Den Haag S.S.,
9.47 uur te Amsterdam W.P., om 10.02 te Am
sterdam C.S. en om 10.33 uur te Rotterdam-Maas.
Officieele Berichten
a aan jhr M. W.
Éerensberg uit zijn betrekking
■van consul der Nederlanden to Aken en is al:
zoodanig benoemd, buiten bezwaar van 's land:
schatkist jhr H. F. W. von Pelser Berensberg
vice-consul der Nederlanden aldaar. Het res
sort van het consulaat omvat het rcgeerlngS'
Te~Puerto Llmon (Costa Rica) is een vice-
disti
Nederlanden opgericht i
heer R. E. Alvarado Brcnes benoemd tot vice-
consul der Nederlanden aldaar, buiten bezwaai
van 's lands schatkist. Aan den heer Alvaradc
moet in de Engelsche of Spaansche taal wor
den seachreven.
GEEN AUDIëNTIE
De gewone audiëntie, van den minister var
Onderwijs, zal op Maandag 12, 19 en 26 Aug.
e.k. niet plaa'ts hebben.
LANDMACHT
Met Ingang van 1 Sept. is aan don luit.-kol.
G J HutJbregtsi
gade een eervol
leend. Benoemd is tot res.-2e luit.
diensten bü het Vrjjw. Landsftormkoi
dient de vrijwillig korp. mr P J T Scheefhals
van genoemd korps. Aan (Jfen
F Zwarts van het 6e reg. inf. 1
uit den mil. dienst verleend tsenoema is
res.-le-lult. bij zijn tegenwoordig lcorps de
2-lult. O Ferreri van het korps luchtdoelai
lerie. Benoemd Is tot res.-le-lult. voor spec,
diensten b(j het 2e
s.-le-luit I
eervol ontslag
veldartillerie de
ontslag' uit zUn tegenwoordige betrekking. Op
hun verzoek is een eervol ontslag verleer-1"'*
den mil. dienst aan de res.-kapiteins dr J
tenga van het 18e reg. lnf. cn \V A Dc
Met de „Veendam" uit varen
De jubileumreis van de N.C.R.V.
Van disciplinezeeziekte en
interkerkelijkheid aan boord.
Ja, vi elsker dette land et.
Het is tegenwoordig de tijd, dat men op
stap gaat, dat men zijn vacant ie elders
doorbrengt. Liefst in het buitenland, want
dat staat nu eenmaal op het program van
ieder, die wat mee wil praten.
Wie is tegenwoordig al niet in het bui
tenland geweest.
In alle rangen en standen praat men van
de Ardennen, van den Rijn, den Ilare, Pa
rijs, Londen, Zwitserland en Italië. En men
gaat vergelijken, wat niet te vergelijken is.
Vindt de Harz mooier dan dc Alpen, Lon
den fijner dan Parijs, de Sambre mooier
dan de Rijn.
Het buitenland bezoeken en natuurschoon
zien is het vacantiegenot geworden.
Men ging tot v°or kort meestal naar het
Zuiden, hoogstens naar het Westen, naar
Engeland, doch de laatste jaren is daarin
cenige verandering gekomen en gaat men
ook Schotland, Denemarken, Finland, Noor
wegen en zelfs Rusland in zijn reispro
gramma's opnemen.
Ook de Nederlandsche Christelijke
Reisvereeniging heeft dit jaar in sa
menwerking met de Holland-Amerika
Lijn een reis georganiseerd naar de
noordelijke landen en daarbij twee
landen weten te combineeren, Noor-
wegén en Schotland. Dit is wel een
prestatie geweest, een krachtproef, die
gelukt is, al was het nog beter gelukt,
wanneer de reis in omgekeerde volg
orde gemaakt was en eerst Schotland
en daarna Noorwegen was bezocht.
Maar daar niet van. het betere is al
tijd de vijand van het goede.
Deze reis is geslaagd. De bijna 700 tocht-
genooten van ons zullen dat met ons eens
zijn. En ze zullen het ook met ons eens
zijn, als we beweren dat dit naast het
krachtig werk van de N.C.R.V. te danken
is aan de hulp van de IIolland-Amerikaliin
en aan het optreden van liet personeel van
de „Veendam", dat op één uitzondering na
en dan ook maar één, (meer hoorden wij
niet) alles deed om 'net den passagiers zoo
aangenaam en prettig mogelijk te maken.
Wij hebben niets anders dan lof voor het
ongeveer 250 man sterk zijnde personeel,
dat met een voorkomendheid en geduld als
nauwelijks denkbaar is ons heeft bediend,
geholpen, verzorgd en vertroeteld. Die ons
een rustig gevoel van veiligheid gaven als
we voeren, want alles liep als gesmeerd.
Met rustige, kalme zekerheid ging alles
wat de vaart betrof steeds zoo, dat we niet
eens eenig besef kregen van wat er eigen
lijk wel gepresteerd werd door hen, die ons
eel genot bezorgden door ons naar het
sagen rijke Noorwegen en het historierijké
Schotland tc leiden.
Wij hadden gelegenheid meer dan
eens wat nader met de bemanning
kennis te maken en allen roemden
hun kapitein P. Lagaai, die we in
zijn optreden zagen als de man die
zich geheel en al bewust is, dat hij
verantwoordelijk is voor zijn schip,
zijn passagiers en zijn bemanning en
dat toch niet laat mei-ken. Daar is
aan boord die discipline, die gevoeld
wordt, als niet met sterke hand opge
legd en die dus niet knelt al wordt
ze dan ook misschien sterker uitge
oefend, dan in vele gevallen, waarin
ze als ondraaglijk gevoeld zou wor
den. Rustige rust en zin voor gezonde
humor kenmerken den kapitein en
typeeren de geheele bemanning.
En de keuken, wij zijn nu toch met het
personeel bezig, die was prima in orde.
Overdadig zou men het zelfs kunnen noe
men. De chef-hofmeester J. Scheffer weet
zijn gasten te onthalen op de lekkerste spij
zen, in de meest passende combinatie en
opgediend op de rustige wijze en de han
digheid, die alleen goed geschoold perso
neel eigen is. Als hij met zijn lachende
veldheersblik de tafels en de bedienden
overziet, dan typeert zijn geheele persoon
liet menu van de „Veendam": welgedaan
heid, apetijtelijkheid, welverzorgdheid. En
zijn hofmeester^ staan hun chef daarbij
trouw terzijde. Er wordt voor de passagiers
gezorgd, inderdaad.
Maar op deze „Veendam"-eigenschappen
komen we nog wel eens terug.
Toen Vrijdag de Wilhelminakade van ons
losraakte en de honderden belangstellenden
in de vaderlandsche avond terugzakten, de
loods ons de Waterweg uitvoerde, was het
aan het dek een eikaar ontmoeten van ve
len die elkaar in korter en langer tijd niet
gezien hadden, met al dc uitroepen van blij
herkennen en verbazing aan zulk elkan
der weerzien verbonden.
Zelf ontdekten we kennissen, die reeds 12
jaren uit onze gezichtskring zoo goed als
verdwenen waren, in elk geval we hadden
elkaar na een gemeenschappelijke Harz-
reis niet meer gesproken. En voor velen
waren bet verrassingen elkaar eens weer te
zien. Maar de Veendam is groot en de reis-
genooten zijn vele. 't Viel niet mee om
elkaar na een eerste begroeting nog eens
weer tc vinden. Soms gelukte het, soms
lukte het in dagen niet. Tot men op eens
weer tegenover elkaar stond. Maar ook
nieuwe vriendschapsbanden werden gelegd.
Ook wel, voor zoover we na konden gaan,
van zeer intiemen aard,
Maar de eerste dagen waren er toch heel
Het Nordfjord met Olde
De „Veendam"
wat betrokken gezichten. Want dc zee deed
zoo raar. Of, liever, de zee niet, doch de
„Veendam", die nu eens de kop in dc wol
ken stak en daarna kalmweg een duik in
de diepte scheen te willen nemen. En bij
zulke rythmische bewegingen gaat bij som
migen en van onze reizigers zelfs bij zeer
velen de maag protestceren door tegenover
gestelde bewegingen uit te voeren, wat het
hart weer noopt ook a^erechtsche toeren te
maken en het bloed uit het gezicht terug
te halen, zoodat een vaalbleek ontstaat, met
daarin oogen als van een schelvisch op het
droge. In meerdere gevallen gaat dit ge
paard met allerlei ongeorticuleerde gelui
den, onaesthetische lichaamsbewegingen en
onpasselijke handelingen.
De stewards en stewardessen hadden het
heel druk de sporen van deze ongepaste
onpasselijkheden uit te wisschen, en nooit,
nooit, op een uitzondering na (waarop we
in het begin van dit artikel doelden), was
het hun te veel om te helpen, om te verzor
gen, om te steunen, om raad te geven, om
schoon te poetsen, af te wasschen, bij tc
staan, naar kooi te brengen, beschuitjes en
wat fruit aan te dragen, al maar door, al
maar door.
Zondag was het wel erg; de anders zoo
volle eetzalen waren zeer gedund, aan ta
fels voor zes personen zat er maar een het
menu af te werken, want al waren niet
allen zeeziek voor velen was de eetlus1
totaal vergaan na hun reis van de hut of
over het dek naar de eetzaal. Men had te
veel gezien.
't Was anders een heel interkerkelijk ge
zelschap, dat die Zondag bijeen kwam in de
lounge om te luisteren naar de korte predi
katie van Ds. M. G. Gerritsen, Nederl. Herv
predikant te Amersfoort, die om het groot
aantal belangstellenden en de beperkte
ruimte zoowel om 10 uur als om 11 uur ge
houden werd. De tweede Zondag werd twee
keer in de stampvolle lounge gesproken
door Ds. W. M. F. Lindeboom, Geref. pred.
te Serooskerke (Zeeland).
Daar was iets moois in, dat Christe
lijk Gereformeerde professor en pre
dikanten met hun Gereformeerde en
Hervormde collega's en de emeriti-
predikanten der onderscheiden kerk
genootschappen samen onder het ge
hoor zaten van een collega uit een
andere kerk, samen het woord beluis
terden dat uit het Woord ter beluis
tering werd gegeven, samen de liede
ren aanhieven ter eere van Hem, die
werelden schiep en ze waren, die een
pad had in de groote wateren, en
wiens voetstappen niet bekend wer
den, die leven geeft, overal waar Hij
komt.
Alles wat verdeelde was voor een
wijle weg ach maar voor een wijle!
Dat eene groote dorp daar op de
groote zee een zwak- doch schoon
beeld van de Una Sancta.
Velen konden het dien eersten Zondag
daar onder de Noorsche kust niet opmer
ken, vele anderen wel.
ROFFELRIJMEN.
Maar het majestueuze van Gods schep
ping werd de daaropvolgende Maandag wel
door allen gevoeld, want we waren inmid
dels in rustig water gekomen, de duizenden
skeren, kleine rotseilandjes, onder goed ge
leide van de Noorsche loods doorgekomen
(het moeten er in totaal zoo'n 150 duizend
zijn die voor de Noorsche kust liggen, tel
maar na) cn voor anker gegaan tusschen
steil omhoog rijzende bergen bij Olden aan
het eind van het Noordfjord. In de hoogte
blonk de sneeuw, de toppen der bergen wa
ren omhuifd met wolken als met rookgor
dijnen. Sommigen meenden inderdaad met
vulkanen die in werking waren te doen te
hebben.
Stil lag het schip, de zeeziekte was
verdwenen.
Stil waren de menschen aan boord.
Ieder kwam onder de beklemming
van het schoone en tegelijk droefgees
tige, het machtige en verkillende, het
giootsche cn neerdrukkende, het woes
te grauw der luchten en het stille
groen der wateren, de meetlooze hoog
te der in de wolken piekende bergen
en de peillooze diepte der droomend
daar liggende fjorden, het sombere
donker der kleffe bergwanden, waar
overal de watervallen bij neer
schuimden, de heldere witte en
roode kleuren der verstrooid liggende
huisjes, en de kleurige kleeding der
langs de nog verafliggende oever zich
GEEN OFFER
Fruitten toonstelling: gehouden.
Viertal dagen fruit en bloemen,
Viertal dagen geur en kleur,
Viertal smakelijke dagen
Staan in 't Westland voor de deur.
't Buitenland kan niet meer koopen,
't Heeft geen „boter bij de visch",
Dat is voor ons vruchtbaar Westland
'n Treurige geschiedenis.
Daarom werpen zich de kweekers
Vechtende met hand en tand
Tegen crisis en malaise,
Op de markt van Nederland.
Daarom stellen zij hun bloemen
En hun fruit, zoo fijn, zoo schoon,
In de fijnste kwaliteiten
En in overvloed ten toon.
Dat moet iedereen waardeerep.
Die'de energie waardeert
Van het dapper vechtend Westland
Dat zich zoo volhardend weert.
Dat moet ieder vaderlander
Die van fruit en bloemen houdt
Sporen om het volk te steunen
Dat die heerlijkheid verbouwt.
Het is wezenlijk geen offer
Naar het Westland op te gaan
Om bij al die heerlijkheden
Stom verwonderd stil te staan.
't Is een feest om te aanschouwen
Wat het Westland presenteert,
Hoe het zich met overtuiging
Tegen de malaise keert.
Nadruk verbodenLEO LENS.
bewegende bevolking.
Slechts fluisterend spraken de mon
den. Wie hier zijn vacantieleut als
anders luchtte in heldere lach of
vroolijke praat werd aangezien als
iemand, die oen vloek uitte. Fluiste
rend, onduidelijk spraken de monden,
helder en klaar spraken de oogen: -
machtig mooi!!
En wij kunnen ons indenken, dat da
Noor, maar ook hij alleen, in zijn volkslied
van zijn land zingt:
Ja, vi elsker dette landet, somdet stiger
frem.
Ja wij houden van dit land, zooals het
steigert omhoog.
De heer E. Vernède, Burgemeester van Voorschoten, vierde gister zijn 40-jarig
ambtsjubileum. De schooljeugd had in de feestviering een flink aandeel en
juichte het edelachtbaar echtpaar harte lijk toe.
MET DEN LANDMETER OP STAP
t vu
«- Morgen, meneer Piket, U is alweer vroeg uit de veeren!
Ja, maar we moeten nog even wachten; aanstonds komt
hier die civiel-landmeter, waarvan ik U sprak; die gaat ook mee
meten.
Het wordt langzamerhand een heel leger, dat U meeneemt!
Ik geloof, dat ik al iemand in de gang hoor.
Ha, daar is meneer Hoek al. Meneer Vat, meneer Hoek,
civiel-landmeter.
Kan ik hier logeeren?
Zeker, meneer; mijn vrouw zal U de kamer laten zien;
wilt U even met haar meegaan?Die meneer is heelemaal
niet het type van een ambtenaar!
Neen, dat is hij immers ook niet! Zooals ik U gisteren al
yerteld heb, zijn die civiel-landmeters in Wageningen opgeleid,
evenals wij, maar konden door de crisis geen plaats bij het
Kadaster krijgen. Ze zijn niet bij de pakken neer gaan zitten,
maar hebben zich als particuliere landmeters gevestigd en doen
nu verschillende werkzaamheden, zooals het uitzetten van uit
breidingsplannen voor gemeentebesturen, het opmaken van
wegenleggers volgens de Wegenwet, het maken van rooilijnen-
kaarten en dergelijke. Waar nu hun gunstig gezinde ambte
naren zijn, doen ze hun metingen in overleg met het Kadaster,
dat zoo mogelijk hun gegevens overneemt na behoorlijke con
trole. U ziet ook hier: samenwerking zit in de lucht, en ik
geloof wel, dat er mogelijkheden in zitten, die vroeger niet be
stonden.
Daar is meneer Hoek weer; zullen we nu gaan?
Ja. We gaan beginnen met een paar vaste punten te kie-
zen bij den toren.
Gaan we nu weer in het dorp meten?
Ja, dat heb ik vergeten U te vertellen; we hadden het gis
terenavond ook zoo druk met die Rijksdriehoeksmeting! U weet,
dat de leerfabriek hier, een bloeiend bestaan heeft en dat het
Gemeentebestuur wil trachten, hier meer industrieën te vesti
gen. Met den vooruitzienden blik, die de Gemeentebesturen eigen
is heeft men besloten, een uitbreidingsplan vast te stellen cn
tevens de kromme wegen door het dorp te normaliseeren en te
verbroeden, althans voorloopig den grond daarvoor aan te
koopen. De Gemeente-opzichter Van der Kade is begonnen met
zoo'n wegcnplan op een copie van de kadastrale kaart te teeke
nen, maar ik heb hem dat ten sterkste afgeraden. De schaal van
de kadastrale kaart is daarvoor te klein en bovendien is die kaart
honderd jaar geleden niet gemaakt voor een dergelijk gebruik
en er ous niet nauwkeurig genoeg voor. Dikwijls blijkt het pa
pier van die oude kaarten aanmerkelijk gekrompen te zijn. Met
die verkeerde handelwijze gebeurt het heel gemakkelijk, dat
voor den te verbreeden weg een stukje van een perceel lijkt noo-
dig te zijn, terwijl dit in werkelijkheid in het geheel niet het
geval is. Er kan dan bijv. ten onrechte een bouwverbod op dat
perceel komen te rusten. Verder zijn niet-kadastraal deskundigen
u *1 yi stond is ons blad van 6 Augustus*
in den regel gewend, met flinke dikke lijnen op zoo'n kaart te
teekenen, als nu later die lijn van de kaart op het terrein moet
worden uitgezet, passen zij van de kaart de ligging uit, die de
lijn op het terrein moet hebben; maar omdat die lijn zoo dik
geteekend is en óat uitpassen meestal met heel ruwe hulpmid
delen gebeurt, een timmermansduimstok bijv., is de ligging van
de lijn op het terrein niet op eenige meters nauwkeurig te be
palen. De lijn wordt dan maar uitgezet zooals het toevallig het
beste uitkomt, en de betrokken eigenaren worden dus wat hun
nieuwe grenzen betreft aan het bloote toeval overgeleverd.
Langzamerhand gaan enkele Gemeentebesturen dan ook wel
inzien, dat van een uitbreidingsplan niet alleen een nauwkeurige
kaart geteekend moet- worden, maar ook, dat de toekomstige
grenslijnen in scherp berekende maten vastgesteld moeten
liggen.
Tenslotte heeft nu ook het Gemeentebestuur van Maasburg de
zaak flink aangepakt en een civiel-landmeter, meneer Hoek dus,
opgedragen, een nieuwe kaart op schaal 1 a 1000 van de Gemeen
tewegen te maken en de nieuwe rooilijnen te berekenen ten op
zichte van een technischen grondslag. Daar het tevens een ka
dastraal belang is, heeft het Kadaster samenwerking toegezegd;
zoo zullen wij aan meneer Hoek uit ons archief alle gegevens
verstrekken betreffende de kadastrale grenzen, waarmee hij te
maken krijgt. We hebben immers al eens gezien, meneer Vat,
dat we nooit klakkeloos kunnen aannemen, dat een aanwezige
afscheiding werkelijk de grens voorstelt!
Nu, het lijkt mij werkelijk prachtig! Ik heb altijd gedacht,
dat ambtenaren erg behoudend waren, maar ik krijg nu toch
wel den indruk, dat er een vooruitstrevende geest heerscht.
Och, crisisnoodzaak, meneer Vat! Maar hier zijn we bij den
toren. Van der Kade zou hier ook om half negen zijn, maar ik
zie hem weer niet. Hij is wel meer te laat. Ik zal Pinnema maar
meteen naar het Raadhuis sturen, want van de tien keer, dat hij
zou kómen, heb ik hem tien keer moeten laten halen. Hij zal het
wel nooit leeren, zijn afspraak niet te vergeten. Van zijn colle
ga's in andere gemeenten zijn we dat niet gewend en ondervin
den wij zelfs niet anders dan loyale medewerking.
Meneer Hock, we moeten ons werk bij den toren nog wat
uitbreiden, want do spits is eenige jaren geleden afgebrand en
nu door een nieuwe vervangen; we moeten du3 opnieuw cen-
treeren; daarmee bedoel ik, meneer Vat, dat we eerst eens
moeten nagaan, hoeveel de plaats van de nieuwe spits afwijkt
van die van de oude.
Dat begrijp ik niet: deze spits is precies gelijk aan de vorige.
Ja, mceneer Vat, dat is wel mogelijk, maar enkele centi
meters verschil kan er toch wel inzitten en nu hebben we in
den toren een paar koperen boutjes, waarvan precies de plaats
ten opzichte van de oude spits bekend is. Die boutjes, „vastleg
gingen" noemen wij ze, gebruiken we nu om de nieuwe spits te
vergelijken met de oude. Kijk, daar zit er één. een paar meter
boven den grond, en boven, op den trans, moet er nog een zijn.
Ha, daar is meneer Van der Kade al. Ik had U hier op het
terrein verwacht. Zoo was toch, meen ik, de afspraak?
Ja, maar ik had het totaal vergeten.
Nu, laten we dan eens zien; ik wilde hier een steen plaat
sen en daar op den hoek van den weg een eindje gasbuis in den
grond slaan; dat is maai: een hulppunt om .van daaruit op de
spits van den toren te kumien richten. Laten we eerst maar
die buis er in slaan; het is ondertusschen al 10 uur geworden!
Kleiprikker, neem je hamer en doe je best maar eens!Nou,
wil hij niet verder zakken?
Neen meneer, ik denk, dat we op een steen zitten.
Wacht dan eens even. Meneer Van der Kade, kunnen hier
Sla maar gerust doorL
geen buizen of kabels liggen, waar we op stuiten?
Neen meneer, die liggen veel meer naar het midden van
den weg; sla maar gerust door, het zal wel puin zijn.
Hij zakt nog niet hard, meneer!
Dan maar wat harder slaan; je moet door dat puin heen!.....3
'Pas op!Houd op!...... Het is al te laat!
Lieve menschen, wat gebeurt ei- nu, meneer Piket?
Op zij! als je éroge voeten wilt houfaen. Kleiprikker heeft
een waterleidingbuis doorgeslagen! Waar is Van der Kade? Die
is er nooit, als je hem hebben moet! Pinnema, loop jij zoo hard
als je kunt naar het Raadhuis en laten ze de waterleiding af
sluiten. Ha, daar is de veldwachter ook al!
Wat is hier aan de hand? Hebben jullie dat gedaan? Meneer
de landmeter, gaat U maar eens met me mee naar het Ge
meentehuis om U bij den burgemeester te verantwoordenover
wat U hier heeft aangericht!
Ja, waarde heer, ik ga direct mee, maar zorg nu maar
eerst, dat de leiding afgesloten wordt, anders staat straks je
heele dorpsstraat blank.
Meneer dc burgemeester, de veldwachter heeft me gevraagd,
naar U toe te komen, omdat
Ja meneer, ik hoor, dat U de waterleiding ernstig heeft
beschadigd en dat het aan het vlugge ingrijpen van den ge
meente-opzichter is te danken, dat erger is .voorkomen. Door
maar raak of mis een ijzeren buis in den grond te slaan, heeff
U zich aan grove onvoorzichtigheid schuldig gemaakt. U, of
andere de Staat, zal de schade, aan leiding en straat toegebracht,
dienen te betalen.
Meneer de burgemeester, de fout schuilt alleen bij de Ge
meente. We hebben aan de bevoegde autoriteit gevraagd, of op
de plaats, waar we een buis wilden slaan, kabels of leidingen
aanwezig waren en daarop een ontkennend antwoord ontvangen,
Maar wist Van der Kade dan niet, dat daar een buis van
de waterleiding lag?
^een> en om u de waarheid te zeggen, ik begreep uit deö
opzichter, dat hij hoegenaamd nieits weet van den loop van gas.
en waterleidingbuizen, daar ter plaatse althans.
Ja, het is waar, die leidingen zijn door een particuliere
maatschappij gelegd en een opgave van de juiste plaats heeffc
men ons niet verschaft.
Maar heeft U daar dan geen kaart van?.
Neen, daar weet ik niet van.
Heeft U hier geen straatvoorwerpenkaart?
^een, we hebben hier alleen de gewone copieën van de
Kadasterkaarten; meer weet ik er niet van.
Ja, dat gemis wreekt zich hier dan geducht, maar ik stap
nu maar weer op, want ik houd U maar van het werk en Lf
heeft wel gezien, dat dit ongeluk buiten mijn schuld is gebeurd.
Neen, blijft U nog even zitten; U sprak zoo even over een
straatvoorwerpenkaart. Wat verstaat U daar eigenlijk onder?
^at *s ecn haart op groote schaal, waarop zijn aangeduid
alle straatvoorwerpen, zoowel boven als onder den grond aan
wezig, dus kabels, leidingen, riolen, tramrails, boomen, lantaarn
palen, enz. In iedere straat zijn al die voorwerpen vastgemeten
aan een meetlijn, die liefst dezelfde is als die van het Kadaster
en dan dus tot onzen technischen grondslag behoort. Die meet
lijn en de maten komen ook op die kaart voor. Als U zoo'n
kaart voor Uw Gemeente had, dan zou men, als er bijv. een
nieuwe kabel gelegd moet worden, daarop direct kunnen zien,
waar die gelegd kan worden en dat niet alleen, maar na enkele
minuten rekenen weet men ook precies, hoe' lang die kabel moet
zijn. Onnoodig meten en opbreken van de straat wordt dus
voorkomen. Op zoo'n kaart zouden wij ook direct kunnen zien
waar wij buizen of steenen in de straat kunnen zetten zonder
op onzichtbare en kwetsbare leidingen te stuiten.
Ja, ik begrijp er het nut van, maar is dat nu een utopie of
bestaan er werkelijk al van die kaarten?
Het zou eens nader bestudeerd moeten worden, of voor een
gemeente als de Uwe, het nut van het opmaken van een straat
voorwerpenkaart opweegt tegen de kosten daarvan, die echter
werkelijk met zoo hoog zullen zijn, als U dat werkje ook aan
meneer Hoek, den civiel-landmeter, opdraagt. In groote steden
echter, met haar ontzettend net van kabels en buizen cn tram
rails, waar telkens de straat wordt opgebroken, dan voor dit
en dan voor dat, is zoo'n kaart van de straatvoorwerpen van
onberekenbaar nut. In ons land zijn er inderdaad reeds hier en
daar voorbeelden van aan te wijzen en in het Tijdschrift voor
Kadaster en Landmeetkunde, jaargang 193-i, vindt U een leven
dige beschrijving van de straatvoorwerpenkaarten, die tc Bazel
zijn gemaakt en daar Leitungskataster heeten.
Meneer Piket, ik dank U voor Uw-uiteenzetting; wij zulleif
het bij onze uitbreidingsplannen eens overwegen.