BINNENLAND. Naar Noorwegen en Schotland WOENSDAG 7 AUGUSTUS 1935 TWEEDE BLAD PAG. 5' De burgemeester van Albury Bezocht het Gooi De burgemeester van AJbury Waugh hebben gister hun reis met mej. Lunsingh Tonckens van de K.L.M. voortgezet. Zij bezochten eerst generaal Snijders te Hilver sum, bij wien zij tegen twaalf uur aankwamen Generaal Snijders gaf hun als aandenken een portret van zich zelf in uniform en mevrouw Snijders gaf een model in zilver van een Oud- Hollandsche sjees. In Hamdorff te Laren is de koffiemaaltijd ge bruikt De heer Waugh liet ons een lijst zien van hon derden schoolkinderen die hem hebben geschreven naar aanleiding van zijn hulp aan de Uiver en voor wie hij een souvenir (een boemerang) heeft meegebracht. Zijn tocht door ons land gaat dan ook voornamlijk langs de adressen van zijn vriend jes. Hij geeft aan de raadhuizen de souvenirs af. Gister stonden Hilversum, Doorn en Utrecht op bet programma. Na dc koffiemaaltijd kwamen de burgemeester van Laren en mevrouw van Nispen tot Sevenaer bun opwachting maken en het gezelschap begaf rich naar dc kunstzaal van Hamdorff waar de Gooische schildersverecniging op hetoogenblik exposeerde. Burgemeester Waugh maakte vlijtig notities. Hij vertelde ons dat hij tijdelijk ook jour nalist is, want hij heeft met vele plaatselijke en met eenige groote bladen van Sydney en Mel bourne contracten voor reisbrieven afgesloten Na de bezichtiging van de tentoonstelling is een te genbezoek gebracht aan burgemeester van Nispen tot Sevenaer. die den tocht naar Doorn en Utrecht beeft meegemaakt. POSTZEGELS VOOR PRINSES JULIANA Namens den Wereldbond voor Vrouwenkies recht en gelijk staatsburgerschap heeft mej. Rosa Manus, vice-presidente van dezen bond, aan H. K. H. Prinse Juliana de serie vrouwenpostze gels aangeboden, welke in Turkije zijn uitgegeven ter gelegenheid van het onlangs te Istanboel ge houden Xlle congres. De zegels zijn aangebracht in een fraai geteekend omslag. Het heeft H. K H. behaagd dit geschenk, waarvoor Zij Haar erken telijkheid heeft betuigd, te aanvaarden. BOOTTREIN S.S. „J. P. COEN" De speciale trein in aansluiting op het s.s. „J. P Coen" zal Zaterdagmorgen 10 Augustus a.s. om 10.20 uur van Genua vertrekken. Aankomst Zondagmorgen 11 Augustus om 7.18 «ur te Zevenaar. om 8.14 uur te Arnhem, or uur te Utrecht, om 10 uur te Den Haag S.S., 9.47 uur te Amsterdam W.P., om 10.02 te Am sterdam C.S. en om 10.33 uur te Rotterdam-Maas. Officieele Berichten a aan jhr M. W. Éerensberg uit zijn betrekking ■van consul der Nederlanden to Aken en is al: zoodanig benoemd, buiten bezwaar van 's land: schatkist jhr H. F. W. von Pelser Berensberg vice-consul der Nederlanden aldaar. Het res sort van het consulaat omvat het rcgeerlngS' Te~Puerto Llmon (Costa Rica) is een vice- disti Nederlanden opgericht i heer R. E. Alvarado Brcnes benoemd tot vice- consul der Nederlanden aldaar, buiten bezwaai van 's lands schatkist. Aan den heer Alvaradc moet in de Engelsche of Spaansche taal wor den seachreven. GEEN AUDIëNTIE De gewone audiëntie, van den minister var Onderwijs, zal op Maandag 12, 19 en 26 Aug. e.k. niet plaa'ts hebben. LANDMACHT Met Ingang van 1 Sept. is aan don luit.-kol. G J HutJbregtsi gade een eervol leend. Benoemd is tot res.-2e luit. diensten bü het Vrjjw. Landsftormkoi dient de vrijwillig korp. mr P J T Scheefhals van genoemd korps. Aan (Jfen F Zwarts van het 6e reg. inf. 1 uit den mil. dienst verleend tsenoema is res.-le-lult. bij zijn tegenwoordig lcorps de 2-lult. O Ferreri van het korps luchtdoelai lerie. Benoemd Is tot res.-le-lult. voor spec, diensten b(j het 2e s.-le-luit I eervol ontslag veldartillerie de ontslag' uit zUn tegenwoordige betrekking. Op hun verzoek is een eervol ontslag verleer-1"'* den mil. dienst aan de res.-kapiteins dr J tenga van het 18e reg. lnf. cn \V A Dc Met de „Veendam" uit varen De jubileumreis van de N.C.R.V. Van disciplinezeeziekte en interkerkelijkheid aan boord. Ja, vi elsker dette land et. Het is tegenwoordig de tijd, dat men op stap gaat, dat men zijn vacant ie elders doorbrengt. Liefst in het buitenland, want dat staat nu eenmaal op het program van ieder, die wat mee wil praten. Wie is tegenwoordig al niet in het bui tenland geweest. In alle rangen en standen praat men van de Ardennen, van den Rijn, den Ilare, Pa rijs, Londen, Zwitserland en Italië. En men gaat vergelijken, wat niet te vergelijken is. Vindt de Harz mooier dan dc Alpen, Lon den fijner dan Parijs, de Sambre mooier dan de Rijn. Het buitenland bezoeken en natuurschoon zien is het vacantiegenot geworden. Men ging tot v°or kort meestal naar het Zuiden, hoogstens naar het Westen, naar Engeland, doch de laatste jaren is daarin cenige verandering gekomen en gaat men ook Schotland, Denemarken, Finland, Noor wegen en zelfs Rusland in zijn reispro gramma's opnemen. Ook de Nederlandsche Christelijke Reisvereeniging heeft dit jaar in sa menwerking met de Holland-Amerika Lijn een reis georganiseerd naar de noordelijke landen en daarbij twee landen weten te combineeren, Noor- wegén en Schotland. Dit is wel een prestatie geweest, een krachtproef, die gelukt is, al was het nog beter gelukt, wanneer de reis in omgekeerde volg orde gemaakt was en eerst Schotland en daarna Noorwegen was bezocht. Maar daar niet van. het betere is al tijd de vijand van het goede. Deze reis is geslaagd. De bijna 700 tocht- genooten van ons zullen dat met ons eens zijn. En ze zullen het ook met ons eens zijn, als we beweren dat dit naast het krachtig werk van de N.C.R.V. te danken is aan de hulp van de IIolland-Amerikaliin en aan het optreden van liet personeel van de „Veendam", dat op één uitzondering na en dan ook maar één, (meer hoorden wij niet) alles deed om 'net den passagiers zoo aangenaam en prettig mogelijk te maken. Wij hebben niets anders dan lof voor het ongeveer 250 man sterk zijnde personeel, dat met een voorkomendheid en geduld als nauwelijks denkbaar is ons heeft bediend, geholpen, verzorgd en vertroeteld. Die ons een rustig gevoel van veiligheid gaven als we voeren, want alles liep als gesmeerd. Met rustige, kalme zekerheid ging alles wat de vaart betrof steeds zoo, dat we niet eens eenig besef kregen van wat er eigen lijk wel gepresteerd werd door hen, die ons eel genot bezorgden door ons naar het sagen rijke Noorwegen en het historierijké Schotland tc leiden. Wij hadden gelegenheid meer dan eens wat nader met de bemanning kennis te maken en allen roemden hun kapitein P. Lagaai, die we in zijn optreden zagen als de man die zich geheel en al bewust is, dat hij verantwoordelijk is voor zijn schip, zijn passagiers en zijn bemanning en dat toch niet laat mei-ken. Daar is aan boord die discipline, die gevoeld wordt, als niet met sterke hand opge legd en die dus niet knelt al wordt ze dan ook misschien sterker uitge oefend, dan in vele gevallen, waarin ze als ondraaglijk gevoeld zou wor den. Rustige rust en zin voor gezonde humor kenmerken den kapitein en typeeren de geheele bemanning. En de keuken, wij zijn nu toch met het personeel bezig, die was prima in orde. Overdadig zou men het zelfs kunnen noe men. De chef-hofmeester J. Scheffer weet zijn gasten te onthalen op de lekkerste spij zen, in de meest passende combinatie en opgediend op de rustige wijze en de han digheid, die alleen goed geschoold perso neel eigen is. Als hij met zijn lachende veldheersblik de tafels en de bedienden overziet, dan typeert zijn geheele persoon liet menu van de „Veendam": welgedaan heid, apetijtelijkheid, welverzorgdheid. En zijn hofmeester^ staan hun chef daarbij trouw terzijde. Er wordt voor de passagiers gezorgd, inderdaad. Maar op deze „Veendam"-eigenschappen komen we nog wel eens terug. Toen Vrijdag de Wilhelminakade van ons losraakte en de honderden belangstellenden in de vaderlandsche avond terugzakten, de loods ons de Waterweg uitvoerde, was het aan het dek een eikaar ontmoeten van ve len die elkaar in korter en langer tijd niet gezien hadden, met al dc uitroepen van blij herkennen en verbazing aan zulk elkan der weerzien verbonden. Zelf ontdekten we kennissen, die reeds 12 jaren uit onze gezichtskring zoo goed als verdwenen waren, in elk geval we hadden elkaar na een gemeenschappelijke Harz- reis niet meer gesproken. En voor velen waren bet verrassingen elkaar eens weer te zien. Maar de Veendam is groot en de reis- genooten zijn vele. 't Viel niet mee om elkaar na een eerste begroeting nog eens weer tc vinden. Soms gelukte het, soms lukte het in dagen niet. Tot men op eens weer tegenover elkaar stond. Maar ook nieuwe vriendschapsbanden werden gelegd. Ook wel, voor zoover we na konden gaan, van zeer intiemen aard, Maar de eerste dagen waren er toch heel Het Nordfjord met Olde De „Veendam" wat betrokken gezichten. Want dc zee deed zoo raar. Of, liever, de zee niet, doch de „Veendam", die nu eens de kop in dc wol ken stak en daarna kalmweg een duik in de diepte scheen te willen nemen. En bij zulke rythmische bewegingen gaat bij som migen en van onze reizigers zelfs bij zeer velen de maag protestceren door tegenover gestelde bewegingen uit te voeren, wat het hart weer noopt ook a^erechtsche toeren te maken en het bloed uit het gezicht terug te halen, zoodat een vaalbleek ontstaat, met daarin oogen als van een schelvisch op het droge. In meerdere gevallen gaat dit ge paard met allerlei ongeorticuleerde gelui den, onaesthetische lichaamsbewegingen en onpasselijke handelingen. De stewards en stewardessen hadden het heel druk de sporen van deze ongepaste onpasselijkheden uit te wisschen, en nooit, nooit, op een uitzondering na (waarop we in het begin van dit artikel doelden), was het hun te veel om te helpen, om te verzor gen, om te steunen, om raad te geven, om schoon te poetsen, af te wasschen, bij tc staan, naar kooi te brengen, beschuitjes en wat fruit aan te dragen, al maar door, al maar door. Zondag was het wel erg; de anders zoo volle eetzalen waren zeer gedund, aan ta fels voor zes personen zat er maar een het menu af te werken, want al waren niet allen zeeziek voor velen was de eetlus1 totaal vergaan na hun reis van de hut of over het dek naar de eetzaal. Men had te veel gezien. 't Was anders een heel interkerkelijk ge zelschap, dat die Zondag bijeen kwam in de lounge om te luisteren naar de korte predi katie van Ds. M. G. Gerritsen, Nederl. Herv predikant te Amersfoort, die om het groot aantal belangstellenden en de beperkte ruimte zoowel om 10 uur als om 11 uur ge houden werd. De tweede Zondag werd twee keer in de stampvolle lounge gesproken door Ds. W. M. F. Lindeboom, Geref. pred. te Serooskerke (Zeeland). Daar was iets moois in, dat Christe lijk Gereformeerde professor en pre dikanten met hun Gereformeerde en Hervormde collega's en de emeriti- predikanten der onderscheiden kerk genootschappen samen onder het ge hoor zaten van een collega uit een andere kerk, samen het woord beluis terden dat uit het Woord ter beluis tering werd gegeven, samen de liede ren aanhieven ter eere van Hem, die werelden schiep en ze waren, die een pad had in de groote wateren, en wiens voetstappen niet bekend wer den, die leven geeft, overal waar Hij komt. Alles wat verdeelde was voor een wijle weg ach maar voor een wijle! Dat eene groote dorp daar op de groote zee een zwak- doch schoon beeld van de Una Sancta. Velen konden het dien eersten Zondag daar onder de Noorsche kust niet opmer ken, vele anderen wel. ROFFELRIJMEN. Maar het majestueuze van Gods schep ping werd de daaropvolgende Maandag wel door allen gevoeld, want we waren inmid dels in rustig water gekomen, de duizenden skeren, kleine rotseilandjes, onder goed ge leide van de Noorsche loods doorgekomen (het moeten er in totaal zoo'n 150 duizend zijn die voor de Noorsche kust liggen, tel maar na) cn voor anker gegaan tusschen steil omhoog rijzende bergen bij Olden aan het eind van het Noordfjord. In de hoogte blonk de sneeuw, de toppen der bergen wa ren omhuifd met wolken als met rookgor dijnen. Sommigen meenden inderdaad met vulkanen die in werking waren te doen te hebben. Stil lag het schip, de zeeziekte was verdwenen. Stil waren de menschen aan boord. Ieder kwam onder de beklemming van het schoone en tegelijk droefgees tige, het machtige en verkillende, het giootsche cn neerdrukkende, het woes te grauw der luchten en het stille groen der wateren, de meetlooze hoog te der in de wolken piekende bergen en de peillooze diepte der droomend daar liggende fjorden, het sombere donker der kleffe bergwanden, waar overal de watervallen bij neer schuimden, de heldere witte en roode kleuren der verstrooid liggende huisjes, en de kleurige kleeding der langs de nog verafliggende oever zich GEEN OFFER Fruitten toonstelling: gehouden. Viertal dagen fruit en bloemen, Viertal dagen geur en kleur, Viertal smakelijke dagen Staan in 't Westland voor de deur. 't Buitenland kan niet meer koopen, 't Heeft geen „boter bij de visch", Dat is voor ons vruchtbaar Westland 'n Treurige geschiedenis. Daarom werpen zich de kweekers Vechtende met hand en tand Tegen crisis en malaise, Op de markt van Nederland. Daarom stellen zij hun bloemen En hun fruit, zoo fijn, zoo schoon, In de fijnste kwaliteiten En in overvloed ten toon. Dat moet iedereen waardeerep. Die'de energie waardeert Van het dapper vechtend Westland Dat zich zoo volhardend weert. Dat moet ieder vaderlander Die van fruit en bloemen houdt Sporen om het volk te steunen Dat die heerlijkheid verbouwt. Het is wezenlijk geen offer Naar het Westland op te gaan Om bij al die heerlijkheden Stom verwonderd stil te staan. 't Is een feest om te aanschouwen Wat het Westland presenteert, Hoe het zich met overtuiging Tegen de malaise keert. Nadruk verbodenLEO LENS. bewegende bevolking. Slechts fluisterend spraken de mon den. Wie hier zijn vacantieleut als anders luchtte in heldere lach of vroolijke praat werd aangezien als iemand, die oen vloek uitte. Fluiste rend, onduidelijk spraken de monden, helder en klaar spraken de oogen: - machtig mooi!! En wij kunnen ons indenken, dat da Noor, maar ook hij alleen, in zijn volkslied van zijn land zingt: Ja, vi elsker dette landet, somdet stiger frem. Ja wij houden van dit land, zooals het steigert omhoog. De heer E. Vernède, Burgemeester van Voorschoten, vierde gister zijn 40-jarig ambtsjubileum. De schooljeugd had in de feestviering een flink aandeel en juichte het edelachtbaar echtpaar harte lijk toe. MET DEN LANDMETER OP STAP t vu «- Morgen, meneer Piket, U is alweer vroeg uit de veeren! Ja, maar we moeten nog even wachten; aanstonds komt hier die civiel-landmeter, waarvan ik U sprak; die gaat ook mee meten. Het wordt langzamerhand een heel leger, dat U meeneemt! Ik geloof, dat ik al iemand in de gang hoor. Ha, daar is meneer Hoek al. Meneer Vat, meneer Hoek, civiel-landmeter. Kan ik hier logeeren? Zeker, meneer; mijn vrouw zal U de kamer laten zien; wilt U even met haar meegaan?Die meneer is heelemaal niet het type van een ambtenaar! Neen, dat is hij immers ook niet! Zooals ik U gisteren al yerteld heb, zijn die civiel-landmeters in Wageningen opgeleid, evenals wij, maar konden door de crisis geen plaats bij het Kadaster krijgen. Ze zijn niet bij de pakken neer gaan zitten, maar hebben zich als particuliere landmeters gevestigd en doen nu verschillende werkzaamheden, zooals het uitzetten van uit breidingsplannen voor gemeentebesturen, het opmaken van wegenleggers volgens de Wegenwet, het maken van rooilijnen- kaarten en dergelijke. Waar nu hun gunstig gezinde ambte naren zijn, doen ze hun metingen in overleg met het Kadaster, dat zoo mogelijk hun gegevens overneemt na behoorlijke con trole. U ziet ook hier: samenwerking zit in de lucht, en ik geloof wel, dat er mogelijkheden in zitten, die vroeger niet be stonden. Daar is meneer Hoek weer; zullen we nu gaan? Ja. We gaan beginnen met een paar vaste punten te kie- zen bij den toren. Gaan we nu weer in het dorp meten? Ja, dat heb ik vergeten U te vertellen; we hadden het gis terenavond ook zoo druk met die Rijksdriehoeksmeting! U weet, dat de leerfabriek hier, een bloeiend bestaan heeft en dat het Gemeentebestuur wil trachten, hier meer industrieën te vesti gen. Met den vooruitzienden blik, die de Gemeentebesturen eigen is heeft men besloten, een uitbreidingsplan vast te stellen cn tevens de kromme wegen door het dorp te normaliseeren en te verbroeden, althans voorloopig den grond daarvoor aan te koopen. De Gemeente-opzichter Van der Kade is begonnen met zoo'n wegcnplan op een copie van de kadastrale kaart te teeke nen, maar ik heb hem dat ten sterkste afgeraden. De schaal van de kadastrale kaart is daarvoor te klein en bovendien is die kaart honderd jaar geleden niet gemaakt voor een dergelijk gebruik en er ous niet nauwkeurig genoeg voor. Dikwijls blijkt het pa pier van die oude kaarten aanmerkelijk gekrompen te zijn. Met die verkeerde handelwijze gebeurt het heel gemakkelijk, dat voor den te verbreeden weg een stukje van een perceel lijkt noo- dig te zijn, terwijl dit in werkelijkheid in het geheel niet het geval is. Er kan dan bijv. ten onrechte een bouwverbod op dat perceel komen te rusten. Verder zijn niet-kadastraal deskundigen u *1 yi stond is ons blad van 6 Augustus* in den regel gewend, met flinke dikke lijnen op zoo'n kaart te teekenen, als nu later die lijn van de kaart op het terrein moet worden uitgezet, passen zij van de kaart de ligging uit, die de lijn op het terrein moet hebben; maar omdat die lijn zoo dik geteekend is en óat uitpassen meestal met heel ruwe hulpmid delen gebeurt, een timmermansduimstok bijv., is de ligging van de lijn op het terrein niet op eenige meters nauwkeurig te be palen. De lijn wordt dan maar uitgezet zooals het toevallig het beste uitkomt, en de betrokken eigenaren worden dus wat hun nieuwe grenzen betreft aan het bloote toeval overgeleverd. Langzamerhand gaan enkele Gemeentebesturen dan ook wel inzien, dat van een uitbreidingsplan niet alleen een nauwkeurige kaart geteekend moet- worden, maar ook, dat de toekomstige grenslijnen in scherp berekende maten vastgesteld moeten liggen. Tenslotte heeft nu ook het Gemeentebestuur van Maasburg de zaak flink aangepakt en een civiel-landmeter, meneer Hoek dus, opgedragen, een nieuwe kaart op schaal 1 a 1000 van de Gemeen tewegen te maken en de nieuwe rooilijnen te berekenen ten op zichte van een technischen grondslag. Daar het tevens een ka dastraal belang is, heeft het Kadaster samenwerking toegezegd; zoo zullen wij aan meneer Hoek uit ons archief alle gegevens verstrekken betreffende de kadastrale grenzen, waarmee hij te maken krijgt. We hebben immers al eens gezien, meneer Vat, dat we nooit klakkeloos kunnen aannemen, dat een aanwezige afscheiding werkelijk de grens voorstelt! Nu, het lijkt mij werkelijk prachtig! Ik heb altijd gedacht, dat ambtenaren erg behoudend waren, maar ik krijg nu toch wel den indruk, dat er een vooruitstrevende geest heerscht. Och, crisisnoodzaak, meneer Vat! Maar hier zijn we bij den toren. Van der Kade zou hier ook om half negen zijn, maar ik zie hem weer niet. Hij is wel meer te laat. Ik zal Pinnema maar meteen naar het Raadhuis sturen, want van de tien keer, dat hij zou kómen, heb ik hem tien keer moeten laten halen. Hij zal het wel nooit leeren, zijn afspraak niet te vergeten. Van zijn colle ga's in andere gemeenten zijn we dat niet gewend en ondervin den wij zelfs niet anders dan loyale medewerking. Meneer Hock, we moeten ons werk bij den toren nog wat uitbreiden, want do spits is eenige jaren geleden afgebrand en nu door een nieuwe vervangen; we moeten du3 opnieuw cen- treeren; daarmee bedoel ik, meneer Vat, dat we eerst eens moeten nagaan, hoeveel de plaats van de nieuwe spits afwijkt van die van de oude. Dat begrijp ik niet: deze spits is precies gelijk aan de vorige. Ja, mceneer Vat, dat is wel mogelijk, maar enkele centi meters verschil kan er toch wel inzitten en nu hebben we in den toren een paar koperen boutjes, waarvan precies de plaats ten opzichte van de oude spits bekend is. Die boutjes, „vastleg gingen" noemen wij ze, gebruiken we nu om de nieuwe spits te vergelijken met de oude. Kijk, daar zit er één. een paar meter boven den grond, en boven, op den trans, moet er nog een zijn. Ha, daar is meneer Van der Kade al. Ik had U hier op het terrein verwacht. Zoo was toch, meen ik, de afspraak? Ja, maar ik had het totaal vergeten. Nu, laten we dan eens zien; ik wilde hier een steen plaat sen en daar op den hoek van den weg een eindje gasbuis in den grond slaan; dat is maai: een hulppunt om .van daaruit op de spits van den toren te kumien richten. Laten we eerst maar die buis er in slaan; het is ondertusschen al 10 uur geworden! Kleiprikker, neem je hamer en doe je best maar eens!Nou, wil hij niet verder zakken? Neen meneer, ik denk, dat we op een steen zitten. Wacht dan eens even. Meneer Van der Kade, kunnen hier Sla maar gerust doorL geen buizen of kabels liggen, waar we op stuiten? Neen meneer, die liggen veel meer naar het midden van den weg; sla maar gerust door, het zal wel puin zijn. Hij zakt nog niet hard, meneer! Dan maar wat harder slaan; je moet door dat puin heen!.....3 'Pas op!Houd op!...... Het is al te laat! Lieve menschen, wat gebeurt ei- nu, meneer Piket? Op zij! als je éroge voeten wilt houfaen. Kleiprikker heeft een waterleidingbuis doorgeslagen! Waar is Van der Kade? Die is er nooit, als je hem hebben moet! Pinnema, loop jij zoo hard als je kunt naar het Raadhuis en laten ze de waterleiding af sluiten. Ha, daar is de veldwachter ook al! Wat is hier aan de hand? Hebben jullie dat gedaan? Meneer de landmeter, gaat U maar eens met me mee naar het Ge meentehuis om U bij den burgemeester te verantwoordenover wat U hier heeft aangericht! Ja, waarde heer, ik ga direct mee, maar zorg nu maar eerst, dat de leiding afgesloten wordt, anders staat straks je heele dorpsstraat blank. Meneer dc burgemeester, de veldwachter heeft me gevraagd, naar U toe te komen, omdat Ja meneer, ik hoor, dat U de waterleiding ernstig heeft beschadigd en dat het aan het vlugge ingrijpen van den ge meente-opzichter is te danken, dat erger is .voorkomen. Door maar raak of mis een ijzeren buis in den grond te slaan, heeff U zich aan grove onvoorzichtigheid schuldig gemaakt. U, of andere de Staat, zal de schade, aan leiding en straat toegebracht, dienen te betalen. Meneer de burgemeester, de fout schuilt alleen bij de Ge meente. We hebben aan de bevoegde autoriteit gevraagd, of op de plaats, waar we een buis wilden slaan, kabels of leidingen aanwezig waren en daarop een ontkennend antwoord ontvangen, Maar wist Van der Kade dan niet, dat daar een buis van de waterleiding lag? ^een> en om u de waarheid te zeggen, ik begreep uit deö opzichter, dat hij hoegenaamd nieits weet van den loop van gas. en waterleidingbuizen, daar ter plaatse althans. Ja, het is waar, die leidingen zijn door een particuliere maatschappij gelegd en een opgave van de juiste plaats heeffc men ons niet verschaft. Maar heeft U daar dan geen kaart van?. Neen, daar weet ik niet van. Heeft U hier geen straatvoorwerpenkaart? ^een, we hebben hier alleen de gewone copieën van de Kadasterkaarten; meer weet ik er niet van. Ja, dat gemis wreekt zich hier dan geducht, maar ik stap nu maar weer op, want ik houd U maar van het werk en Lf heeft wel gezien, dat dit ongeluk buiten mijn schuld is gebeurd. Neen, blijft U nog even zitten; U sprak zoo even over een straatvoorwerpenkaart. Wat verstaat U daar eigenlijk onder? ^at *s ecn haart op groote schaal, waarop zijn aangeduid alle straatvoorwerpen, zoowel boven als onder den grond aan wezig, dus kabels, leidingen, riolen, tramrails, boomen, lantaarn palen, enz. In iedere straat zijn al die voorwerpen vastgemeten aan een meetlijn, die liefst dezelfde is als die van het Kadaster en dan dus tot onzen technischen grondslag behoort. Die meet lijn en de maten komen ook op die kaart voor. Als U zoo'n kaart voor Uw Gemeente had, dan zou men, als er bijv. een nieuwe kabel gelegd moet worden, daarop direct kunnen zien, waar die gelegd kan worden en dat niet alleen, maar na enkele minuten rekenen weet men ook precies, hoe' lang die kabel moet zijn. Onnoodig meten en opbreken van de straat wordt dus voorkomen. Op zoo'n kaart zouden wij ook direct kunnen zien waar wij buizen of steenen in de straat kunnen zetten zonder op onzichtbare en kwetsbare leidingen te stuiten. Ja, ik begrijp er het nut van, maar is dat nu een utopie of bestaan er werkelijk al van die kaarten? Het zou eens nader bestudeerd moeten worden, of voor een gemeente als de Uwe, het nut van het opmaken van een straat voorwerpenkaart opweegt tegen de kosten daarvan, die echter werkelijk met zoo hoog zullen zijn, als U dat werkje ook aan meneer Hoek, den civiel-landmeter, opdraagt. In groote steden echter, met haar ontzettend net van kabels en buizen cn tram rails, waar telkens de straat wordt opgebroken, dan voor dit en dan voor dat, is zoo'n kaart van de straatvoorwerpen van onberekenbaar nut. In ons land zijn er inderdaad reeds hier en daar voorbeelden van aan te wijzen en in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, jaargang 193-i, vindt U een leven dige beschrijving van de straatvoorwerpenkaarten, die tc Bazel zijn gemaakt en daar Leitungskataster heeten. Meneer Piket, ik dank U voor Uw-uiteenzetting; wij zulleif het bij onze uitbreidingsplannen eens overwegen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5