Conferentie voor Inw. Zending BINNENLAND. Met de „Hertog Hendrik" op reis Zoo'n erge Hoofdpijn? AKKERTJES VRIJDAG 26 JULI 1935 TWEEDE BLAD PAG. 5 „Het Koninkrijk Gods en onze christelijke arbeid" Hemmen, Woensdagavond De middag van deze conferentiedag heb ben vele leden dér conferentie benut, om bij dit prachtig zomenveder een uitstapje te maken naar Zetten, ter bezichtiging van de Hteldringgestichten. De avond samenkomst der conferentie kon ln de open lucht plaats hebben. Het gehoor plaatste zich in de prachtige voortuin van net kasteel, terwijl de katheder werd ge plaatst op de blauwe stoep van de huis ingang. Daar dr Lammerts van Bueren verhin derd was, werd deze samenkomst geleid door Ds, Groene weg, die, nadat gezon gen was het: „Lof zij den Heer, den almach tigen Koning der eere", een kort openings woord sprak Gebedsgenezing Vervolgens was het woord aan D s P. Visser, Ned. Herv. pred. te Amsterdam, die sa>rak over het onderwerp: Gebedsge nezing. Wie over dit onderwerp spreekt, aldus spr., moet beginnen het nader te precisee ren. Want voor ieder Christen zal genezing gebedsgenezing zijn, omdat hij zijn ziekte in het gebed voor Gtd zal brengen, aan vaardende den medicus en zijn medicamen ten als uit Gods hand. Maar het woord „ge bedsgenezing" heeft de beteekcnis gekregen van genezing op het gebed, zonder aan vaarding van medische hulp, en dit dan toegepast als methode. Men spreekt ook wel van geloofsgenezing, maar waar in die be naming toch eigenlijik wordt uitgedrukt, dat het gebruiken van geneesmiddelen ongeloof of kïeingeloof zou zijn, is zij naar spr. oor deel te verwerpen. Komende tot de behandeling van zijn on derwerp wees spr. op het doen van Jezus tegenover dood en ziekte. Wanneer wij daarop letten, dan treft 't ons, dat Hij niet met zenuwachtige haast alle sterfhuizen is langsgesneld, noch ook, dat Hij getraoht heeft alle zieken op te sporen. Hij heeft in de <lrie jaren van zijn openlijk optreden, naar het N. T. getuigenis, drie dooden op gewekt en vele zieken genezen. Dat is groot! Maar we kunnen toch ook vragen: waarom zoovele dooden en zoovele zieken niet? Het antwoord op die vraag kan dneLedig lijn: in de eerste plaats is de diepste nood van den mensch zijn zon d enood. Wat zou het een mensah baten of hij naar 't lichaam genezen werd, doch schade leed aan zijn Ten tweede: de wonderen van Jezus be doelen niet allereerst te troosten dege nen aan wie ze werden verricht, maar be doelen allereerst in de door zonde en dood Verwrongen en bedorven situatie van deze wereld, in een bepaalde situatie te open baren en te doen doorbreken de realiteit yan het Godsrijk, dat eenmaal komen zal. In de derde plaats: Jezus heeft dikwijls geweigerd een teeken te doen, omdat raen- scben met een aardsch gezinden blik en dat zijn we van nature allen, er n i e t door geleid worden naar de beteekende zaak, niet_naar datgene, waar het teeken heen- wijst, doch bij het tastbare van het teeken blijven staan, zoo'dat het dan niet het geloo- vemzonder-zien (en dat ia toch het echte). bewerkt,1 maar in den weg staat. Vandaar dat Jezus maar in een beperkt aantal ge- Vallen wonderen deed waaraan nog toege voegd kan worden, dat Hij ze meestal ver- ridhtte daar waar Hij geloof vond. In den tegenwoordigen tijd trekt 't on derwerp ge)>edsgenezing weer zeer de aan dacht, vooral door hetgeen er te Möttlingcn geschiedt; spr. wijst er op, dat ook te Mött- lingen wordt gezegd, overeenkomstig de H. Schrift: de verhouding met God in Christus is de alles 'beheerschende en de zonde-nood van den mensch is zijn grootste nood. Daar na, zij het ook in verband hiermee, kan pas ajan de orde komen de kwestie van ziekte en lijden. Velen ontvingen er een zegen. Anderen deed deze beweging niets. Was dat een gevolg van hun ongeloof Dat is moge lijk. Maar men wachte er zich toch wel Voor, dat dan maar zoo zonder meer vast te stellen. Erkend zij de mogelijkheid, aldus spr., <da.t God machtig is als het Hem behaagt aan een pers*# in of aan bepaalde personen het charisma der gezondmaking te ver- leenen. Maar als wij lezen over veel, dat gebeds genezing genoemd wordt, dan mag toch wel telkens eens de vraag worden gesteld of degenen, die er over spreken of schrij ven, wel voldoende rekenen met de psychi sche mogelijkheden, die God in den mensch heeft gelegd en die, als ze door een bepaal de psychische stoot gemobiliseerd worden, de genezing activeeren kiunnen van een ziektegeval, dat al jaren geleden vastge- loopen was, of zich in ongunstige richting ontwikkelde. En al noemt men dergelijke genezingen dan gebedsgenezing, men realiseere zich wel het nuchtere feit, dat ze van de aan wezigheid van Christus op de plaats, waar ze gewerkt worden, even veel of even wei nig zeggen als de zeer werkelijk voorko mende genezingen te Lourdes iets zeggen van de niaebt van Maria. Echter zij ten volle cikend, aldus spr., dat een verstoorde verhouding met God ook lichamelijk kan inwerken; en dat herstel van die verhoudingen lichamelijk een zegen kan brengen, gelijk spr. weet van een zeer nerveus persoon, die zich in de handen van Christus stelde en toen weer een regelmati- gen hartslag kreeg. Geloof is een machtig middel tegen vrees en nervositeit. Ook zal een waarachtig Christelijke sfeer van liefde en gebed, van blijdschap en gezang voor ieder, die lijden moet, een zegen zijn, licha melijk en geestelijk: een zegen, die nog versterkt zal worden door een zeer directe, psychologisoh-intuitief juiste zielszorg. God is machtig ook in dezen tijd wonde- ren te doen leven. Maar als er zoo'n be langstelling is voor gebedsgenezing, dan stelle men zich, aldus besloot spr., toch eens in ernst de vraag of die belangstelling wel van anderen aard is als het verlangen dat de mensehen in Jezus' dagen naar een teeken hadden. En rekent men dan wel ge noeg met het woord der Schrift: wij wan delen door geloof en niet door aan schouwen? De gedachtenwisseling Op deze rede volgde een geanimeerde ge dachtenwisseling. Daarop wees Ds Os kamp erop dat bewegingen als Möttlin- gen en de Groepsboweging toch eigenlijk voor Christenen niets bijzonders moesten zijn, doch dat deze bewegingen kritiek oefe nen op het kerkelijk gemeentelijk leven. Daarom moeten ze maar niet zoo veroor deeld worden, maar zij moeten ertoe drij ven de rijke zegeningen, die vlak bij in het kerkelijk gemeentelijk leven gegeven zijn, meer te waardeeren. Me>t Ds Visser gelooft spr., dat ziekte veel te veel negatief wordt beschouwd en dat zij veel meer positief moet worden beschouwd. Dr Blaauw gaf Ds Visser toe, dat men tegenover bewegingen als deze niet anders dan kritisch moet zijn. Doch als wij gecon fronteerd worden met de Heilige Schrift, dan kunnen wij toch dat alles weer begrij pen en verklaren. Spr. gelooft echter niet, dat de „teekenen, die den geloovigen zul len volgen" beoerkt zijn zeer bijzonder tot den eersten tijd na Christus' hemelvaart. De spanning in het geoed van eenerzijds de onderwerping en anderzijds de zekere toe zegging der gebedsverhooring is er altijd nog. Doch deze dingen kan men exegetisch noch theoretisch oplossen. Ds O. G. Heldring zeide te geloovcn, dat in Mötüingen aan sommigen gegeven is de positie, waarin zij koninklijk en pries terlijk kunnen optreden en dat de gave der gezondmaking weer opnieuw is geschonken. Spr .begrijpt de voorzichtigheid,, waarioe Ds Visser heeft gemaand, doch spr. zou willen zeggen: Laten wij heel blijde zijn, dat deze verschijnselen er zijn en laten wij bidden, dat als God het wil, ze zich "ook elders zul len openbaren. Ds. Groene we g? alhoewel Ds. Visser toegewend, dat men van deze dingen geep systeem moet maken, wees er toch op, ddt in de H. Schrift toch ook heel sterke geval len van gebedsverhooring zijn gegeven. In Mottingen durft men de woorden-;.vö,*i ;:eenzlamingj. isolatie van het, chr. jeugdwerk, TIhmA.ur voor dé Volle 100 voor" serieus «-lot -/A-w -/.iin oio-anisaties Chrisftus voor dé voilé 100 voor serieus; te nemen; Daar vVaagt men- 't er mee ert de wonderen gebeuren. En 't is toch zoo als een schrijver misschien iets te sterk heeft gezegd: In Mottingen zien wij toch een stukje van het Koninkrijk, waar wij allen naar hunkeren Ook spr. meent., dat men niet het recht heeft te zeggen, dat de „teekenen" tot den eersten tijd na Christus zijn beperkt. Een der oorzaken, waarom zij niet voorkomen is ongetwijfeld gelegen in de verdeeldheid der geloovigen en 't is zoo als iemand heeft gezegd n.l. dat de fout van het gemeentelijk leven is, dat er geen wonderen meer voorkomen. Ds. Visser, hierna de sprekers nog. kort beantwoordende, onderstreepte nog eens, dat hij wel gelooft in teekenen en ge bedsverhooring. Maar als ergens, dan moet. nHen hier in nobelen zin kritisch zijn. En onze houding moet zijn: Wij wandelen dooi' geloof en niet door aanschouwen. Spr. heeft echter gemaand tot voorzich tigheid, omdat hij vreest, dat de menschen hun geloof zullen gaan bouwen op allerlei, dat zij als wonder zien, doch dat ligt cp het terrein der psychologie. Voorts wees spr. er nog op, dat ook de Heiland zelf wel geaarzeld heeft teekenen te doen. Den slotte zegt spr., dat bewegingen als deze zeer zeker de Kerk iets te zeggen heb ben. Als men alleen maar eens let op de arbeidskracht, die wordt ontwikkeld en de zielszorg, die wordt betracht. Maar al past de schuchterheid van het „Verderf het niet. mogelijk is er een zegen in", toch is noodig een nobel kritische houding, omdat er 't ge vaar is van hét bouwen van het geloof op datgene, wat niet de grond van het geloof kan zijn. Nadat Ds. Groeneweg0s. Visser dank OP 'T ETIKET Ixad gebracht voor zijn rede en nog beslo ten was een telegram te zenden aan Jhr. M. O. T.v. Lennep, werd deze avond- samenkomst., die eerst laat eindigde, beslo ten met het zingen van het „Dankt, dankt nu allen Gód". Hemmen, Donderdagmiddag De Conferentiedag van heden, welke weer door het mooie zomerweder werd begun stigd, opende met een korte godsdienstoefe ning in de:kapel, waarin voorging Dr P. Blaauw, die sprak over Saulus' vraag op den weg naar Damascus: „Wat wilt Gij, dat ik doen zal?" en daarbij erop wees, dat ons leven, moet staan iu het teeken van liet ant woord op Christus' kruis. Christelijk jeugdwerk In de morgensamenkomst der Conferentie, welke in de bibliotheek in 't Kasteel plaats had, sprak, vervolgens m r N. Stufkeiis, over t onderwerp ..Christelijk Jeugdwerk". liet „christelijk" jeugdwerk, aldus spr., heeft zijn grondvormen ontvangen in een tijd, toen er van secularisatie geen sprake was en de ;kerkelijke cultuur nog vrij gaaf was. En daarbij is het verbonden met heit Reveil, waarvan het de drang heeft om voor jonge menschen wat te doen. Het eigen kerkelijke type is veelal volkomen aan vaard. Nu 'lis echter het geheele leven ver anderd en iedere historische beweging, die gebonden is aan de vormen van haar eer sten tijd, vAn haar ontstaan, heeft 't groote gevaar afwijzend' te staan tegenover alles, vvat- dnarbuiten is. En het eigenlijk volko men in dep vollen stroom Van het leven staan, vindt zij niet gemakkelijk meer terug. En dan ontstaat het geprikkeld staan van "de"Jeugd tegenover dat oude, dat histori sche, Spr. lichtte dit nader toe door erop te wijzen, hoe heit chr. jeugdwerk 't element ontspanning en gezelligheid heeft opgeno men niet in volle overgave, doch aïs lus- sehenvorm, als zooiets voor „na de pauze". Dit heeft, geleid tot de eigenaardige ver dat zeer zéker zijn massale organisaties heeft; doelt aanzijn lor heeft overgelaten dien grootén gröeienden stroom van jonge menschen,die'geen verband meer hebben met'de Kerk én die verward zijn in dé so cial? en économische tegenstellingen en 'voor velen waarvan het Christendom is een bepöald politiek Streven. Is dift. icnlatiR van liet chr. jeugdwerk zonder meer een historisch lot, of is in dat hardnekkig vasthouden aan eigen vormen niet een lpslaten van onze pretentie, van de gedachte van het uitgaan, omdat wij ge zonden zijn? aldus spr. Spr. wees er vervolgens op hoe door de voortgaande mechanisatie bij de jeugd steeds sterker is geworden het verlangen naar ontspanning van het lichaam door sport en ontspanning van den geest door 't zich verplaatsen in andere werelden, in de prikkelende sfeer van bioscopen e.d. Doch dan is er nog iets anders. Een groot deel der opgroeiende jeugd weet niet meer liet in het Christ-ndom, in het Evan gelie, om gaat en dat -wordt door de isolatie van het chr. jeugdw-erk bevorderd. De pre tentie van Keik te zijn, hebben wij eigen lijk laten varen en hebben niet meer ver staan de groote opdracht van het gezonden jn, van het apostolaat. Als dit weer wordt verstaan, dan kan oók de plicht verstaan worden om offers te brengen, ook het offer van het- loslaten van het „christelijk". Wij moeten den moed heb ben om weer uit te gaan naar buiten cn met tevreden in eigen vórmen, zich als een open deur te stellen in den stroom van jonge menschen, die nu langs ons heen gaat een christelijk werk, dat misschien dan niet ond<r dien naam verschijnt, al ge schiedt het door organisaties van christe nen. En wat het Chr. Jeugdwerk zelf be treft, natuurlijk moet hier niet het roer volkomen worden omgeworpen, al zal hier ook bevrediging voor de behoefte aan ont spanning moeten worden geschonken. Maar daarbij zal men die jonge menschen er op moeten wijzen, dat er daarbuiten is een wereld van jonge menschen, waarvoor ook zij verantwoordelijk zijn. Zoo moet aldus besloot;spr. over ons Chr. jeugdwerk gaan het' oordeel van Liet Evangelie en moeten -wij weer verstaan het geroepen zijn tot het apostolaat., ook als een roepen Gods om onze gehoorzaam heid. De gedachtenwisseling. Mr, Stufkens volgde Ds. Hoogenraad vroeg hoe men, als men dan de jonge menschen door de ont spanning bereikt, moet komen tot het spre ken over het hoogere. De heer v. d. Win d vroeg, of als in een vereeniging zijn ouderen, die aan de óurie normen vasthouden en jongeren, die het verlangen van de jeugd wel verstaan, de jongeren dan in piëteit de ouderen moeten trachten te overtuigen, of dat zij moeten doorzetten. Ds. Boeke zeide te vreezen, dat men te veel tegemoet komt aan het verlangen naar ontspanning. Doch hoe komt men tot dat andere, dat hoogere. Voorts wees spr. op de noodzakelijkheid om ue activiteit der jon geren, die zich op 't oogenblik veelal in de Kerk openbaart, in gang te zetten voor de andere jeugd. Mr. de Graaf meende ook, dat vaak veel te veel wordt geluisterd naar de br hoeftcn en verlangens van de jeugd en me daarin en daardoor de jeugcl ook de eigen jeugd bederft. Voorts meende spr. dat Mr. Stufkens te optimistisch is ten aan zien van het gevaar der wereldgezindheid van de Christenen zelf. Mr. Stufkens» de sprekersbeantwoor dende, zeide tot den heer v. d. Wind, dat z. i. in zulk een geval de jongeren moete doorzetten. Er kan niet langer worden ge wacht Wat de andere vragen betreft, verduide lijkte spr. nog, dat z. i. ontspanning en sport niet maar is een betrekkelijk werk, dat maar verricht moet worden om zoo aar die jonge pienseften ook „een goed woord' fe kunnen kwijtratyn, Néeji, men moet die fo*tspajming;.iiT'.'een zuivocé steel» bieden en Miet bieden daarvan aan die jeugd zien als e<*n cisch Gods het biedien van de beker koud water die tot ons komt,: evenals de eisch om te getuigen en te prediken. Daar de tijd voorde morgen samenkomst reeds ver verstreken was, moest de voor zitter, Dr. Lammerts van Bueren verdere discussie voorkomen, en de samen komst sluiten.. ROFFELR1JM ZIE DE ZONZIJ Wanneer 't in Holland zomer is En overal de rozen Getrokken door de zomerzon In vrijheid staan te "blozen, Dan pleegt men onze jongelui ln zalen op te sluiten Teneinde hunne hersenen Volslagen uit te buiten. Daar zit de bloem van Nederland, De toekomsthoop, te zweeten En in benauwenis der ziel Z'n wijsheid uit te meten. Geprangd door zeergeleerde en Zeerhooggeleerde heeren Die met verwonderlijke tact De jeugd examineeren Al ligt er niet voor elk die slaagt Een fijne baan te wachten, Wie slaagt mag hartlijk dankbaar zijn En zich gelukkig achten. Maar wie, trots al zijn ijveren, Gedropen en geslagen. Meent dat de schande van die ramp Beslist niet is te dragen, Hij zitte niet in zak en asch Alsof het rijke leven, De toekomst en de maatschappij Hem niets meer heeft te geven; Het staalt de spieren als de mensch Ook tégen stroom leert roeien; Door tegenslag zal moed en kracht En lust en ijver groeien. Wie, wachtend op Gods zegen, trouw Zich aan zijn werk blijft geven Mag vast vertrouwen dat hem God Een weg baant door het leven. (Nadruk verboden) LEO LENS Sloopers-glijbaan bij het afnemen van de pannen van het te sloopen huizenblok aan den Coolsimjel te Rotterdam. Zoo blijven de pannen heel. Voortschrijdende industrialisatie In een artikel over de rede van den Landvoogd bij de Opening van de Volks raad. schrijft de Indische Banier o.a: het volgende: Naar het ons voorkomt wordt te groote nadruk gelegd op de beteckenis van de op richting van de zeep- en rubberbandenfa- briekcn. De Rfegeeniig mag wel. dadelijk door haar arbeidsinspectie laten controleeren welke arbeidsloonen daarin worden uitbe taald. Als de gegevens, welke ons dienaan gaande bereikten, waar zijn, dan is zulke controle volkomen gerechtvaardigd. Het is met deze bedrijven al geen goud wat er blinkt. Hoeveel kleine zeepfabriekjes zullen het leven erbij, hebben ingeschoten door de oprichting van deze fabriek? De. voortschrijdende industrialisatie zi we niet als gewenscht, armeer zij zich hoofdzaak ontwikkelt in de richting van Westersche bedrijven. Versterking van het klein-bedrijf achten we ook om sociale redenen vooralsnog in veel opzichten meer verkieselijk. XI') Voor Bergen,.12 Juli 1935 Li den morgen vele bezoeken van schepe lingen gehad, zooals iederen dag. Daarbij wordt dan een deel van het eigenlijke werk gedaan der. geestelijke verzorging. Je hoort hierover het minst, hoewel het van mij het meest vraagt. Hiér uiten zooveel ouderen en jongeren, officieren zoowel als manschappen, die in een persoonlijk gesprek zich eens uit spreken en aan wien men kan trachten goe den raad -r dat is het Evangelie te geven voor de meest uiteenloopendc vrageh en kwesties. Toen zoo een goed deel van den morgen verloopcn was, heb ik een tweetal bezoeken afgelegd aan den wal, die ik wel de moeite waard vind U te' vertellen. Het waren be zoeken, die de uiterste tegenstelling vormen. Het eerste was in gezelschap van den offi cier van gezondheid, die meermalen officiee- le en semi-officieele bezoeken doet, waarbij ik hem vergezelde, naar het eenige lepro zenhuis in Noorwegen, dat gevestigd is in Bergen. Noorwegen is een van de weinige landen van Europa, waar nog lepra of me- laatschheid voorkomt. Die vreeselijke ziekte, waarvaai lk in den Bijbel zoo dikwijls had gelezen, heb ik met. eigen oogen gezien. Onze commandant vond het na een ont moeting met den consul gepast, dat wij de dokter en ik dus een bezoek brachten aan deze gelukkig, gansch eenige inrich ting in Noorwegen. Belangstelling van de Nederlandsche natie, ook voor de ellende van een ander volk, is een goede zaak, die ook een onderdeel uitmaakt van wat we „vlagvertoon" noemen. Zoo werden we door den consul, den heer Kroeplin, gebracht naar het complex ge bouwen, dat leprozerie heet, en aan den ge neesheer-directeur voorgesteld. Na eenige al gemeen® inlichtingen, beiden als de direc teur in witte jassen gekleed, declen we met hem de ronde, van afdeeling tot afdeeling. Ach, wat is dat een vreeselijke ziekte 1 Bij de een die gevolgen, bij den ander weer an dere. Wij bezochten alle patiënten, een voor een. Gelukkig zijn het er niet veel meer. De stichting is veel en veel grooter dan voor het getal lijders noodig is. Voor ongeveer een halve eeuw waren er nog pl.m. 3000 in Noorwegen en was het groote gebouwen complex veel te klein. Nu zijn er nog maar 28. En toen vertelde de dokter mij wat an ders, wat ik trouwens al vermoed had uit X stond in ons-blad van 23 Jtilïs hetgeen ik zag aan de wand der kamers der melaatschen. De lijders zijn alle menschen, die him houvast hebben in het geloof in Jezus Christus. Er hingen Noorsche teksten aan de wand, die ik wel niet heelemaal be greep, maar waarvan ik de quintéssens toch wel door had. Menigeen zegt: „Deze stak kers, die door het lot misdeeld zijn, zullen toch wel de laatsten zijn, om nog te geloo vcn in de vaderhand Gods!" En nu zagen we juist het tegendeel: „Kamer na kamer zon der bitterheid, bij menigeen een glans van hooger vreugde, die men nimmer verwachten zou". Het heeft ons diep getroffen in dit melaatschenhuis de kracht van het geloof in de Majesteit van het Evangelie zoo klaar bewezen te zien. De directeur zelf verheugde zich erin, ons dit expres te kunnen aanwijzen. In deze staats-inrichting werd op geen enkele wijze geweerd, maar wel bevorderd, dat de pa tiënten hun Bijbel, die we telkens zagen liggen en hun wandtekst en Christelijke Scheurkalender toch behielden en gebruik ten. We eindigden dit ontroerend bezoek met de wensch, dat deze stichting en liet werk binnen afzienbaren tijd geheel over bodig zou zijn, ook in Noorwegen. De mees te lijders kwamen van de kusten, uit de visschersdorpen, waar, vooral in de vorige eeuw, de hygiënische toestanden heel wat te wenschen overlieten. In Molde hadden we dat ook al bemerkt, door het groot getal T.B.C.-lijders in het sanatorium, cn we hoor den dat er vele sanatoria waren in dit schoon e land. Nauwelijks was dit bezoek gebracht (dat intusschcn op hoogen prijs werd gesteld) of ik moest met den commandant en eenige officieren naar den consul om daar de lunch te gebruiken. Ik behoef U niet te zeggen welk een overgang. Bij den consul alles even chique en luxueus. Er werden goede woor den van weerszijden gesproken. Onze com mandant wees op de beteekenis van de klei ne naties voor het bevorderen van vrede en vriendschap onder de volkeren en sprak zijn vreugde over uit, dot in deze bewogen tijden in Holland algemeen begeerd wordt het bevorderen van vredes- cn volkenbonds- gedachte, welk zelfde verschijnsel ook op gemerkt wordt in Noorwegen. Bijzonder hartelijk was het onthaal bij den Consul en verrijkt met wel zeer uiteenloopende bele vingen, keerden we in den namiddag naar ons schip terug, om daar het werk weer op te vatten. Een ander werk dan aan den wal, maar een werk, dat in zijn kern doet denken wat wc inzonderheid in de leprozerie hadden gezien: „Vertellen, dat het Evangelie alleen, de heelkracht bezit tegen alle nooden, zoo wel inaiviilueele als nationale". Ds. P. PRINS Binnen een kwartier kunt Ge die vergeten xijn en U als her boren voelen door één of twee ?/»s recept van Apotheker Dumont Officieele Berichten WATERSCHAPPEN Bij KB. - Zuid-Holland: a. tot hoogheemraad van het hoogtieenvraad- soh.ap van Delfland, W C. J. J. Baron van Voorat tot Voorst, te 's-Gravenhaêre; b tot hoogheemraad van het hoogheemraad ec.hap x an Putten, L van der Linde Azn. te SpijkenAase-: e tot heemraad van den polder De Oude en Nieuwe Uitslag van Putten. J. F Hoorweg te SpiJkentsf*e, In de provincie Zeeland: a. tot dijkgraaf van den Suzannapolder OValcheren) A. J. Klompe. te Nieuw- en St. b.tot :V<jf>r®itter van Het bestuur der water keering vim don Culamite-uzen Oost-BeveJafld* polder. L.' Kranenburg te Wilhelminadorp c. tot dijkgraaf van den Willempolder N.- Bevelamd), A I. Jan se te Wiaseikerke d. tot dijkgraaf van het watenschap Gouwe veer en Zelke, J. H. Koopman te Zlerikzeo: e. tot gfzworene van het waterschap Gouwe* veer- en feelke, J. J. StoLs te Nieuwer kerk: f. tot gezworene van den Kruispolder R. A» land polder. Chr. Janse polder. P. Nieuwenhu» dekenskerke." H^Jasp' uiterlijk tot het eind» waarin hij zeventig j; j. tot gezowrene van Beveland). M. H van C. Salomé, tot g02 ieuw-Olzende* ,n den Koudepolder. Bi rschep G roede ri ana-Johanna .van der Linde, te Dreischor; d van het bestuur der waierkeenting laimiteuze polderj Oud-Kempens-hof- Moggersilnl, C, Donst A.Hzn., te Ingediend is een wetsontwerp inzake wij ziging cn aanvulling van de bepalingen betreffende de zeden in het Wetboek van Strafrecht ter betere bescherming van min derjarigen. Blijkens de toelichting bestrijkt het ont werp twee onderwerpen: A. bestrijding van ontucht met minder jarigen; B. bescherming van de jeugd tegen voor de eerbaarheid aanstootelijke en zinnenprik kelende geschriften, enz. AMBTENAREN IN STEMBUREAUX. Verlof met behoud van loon. De regeering heeft beslist dat voortaan- aan ambtenaren en arbeidscontractanten voor het zititng nemen in een stembureau buitengewoon verlof kan worden verleend met behoud van bezoldiging of loon. Besluit tot instelling. In de vergadering van de Provinciale Sta ten van Noord-Holland is besloten over 'e gaan tot instelling van een economisch- technologischen diens!, waarvoor Gedepu teerde Staten een erediet van f 10.000 voor het jaar 1935 hebben ter beschikking ge steld. Gedep. Staten zullen nader overwegen het vraagstuk van industrie-financiering. De N.S.B.-fractie stemde tegen. DE AMSTERDAMSCHE WESTERTOREN Moet geregeld geobserveerd worden. Het Amsterdaipsche verslag van Bouw en Woningtoezicht meldt aangaande den Westertoren: B en W hebben goedgevonden, dat een kleine commissie het vraagstuk van even- tueele bouwvalligheid van den Westertoren en van de Westerkerk in studie nam. De commissie kwam nog in hetverslagjaar (1934) met haar werkzaamheden gereed. Zij bestond uit twee architecten van de kerkge bouwen der Ned. Herv. gemeente en uit ambtenaren van Publieke Werken en van het Bouw- en Woningtoezicht. De conclusie van het rapport der commissie is. dat zich geen gevaar voordoet, doch dat geregelde observatie noodig is. HERZIENING INVOERRECHTEN. Commissie van voorbereiding ontbonden De Minister van Financiën heeft de com missie ter voorbereiding van een technische herziening van het tarief der invoerrechten ontbonden, onder dankbetuiging voor den verrichten arbeid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5