Conferentie voor Inw. Zending
BINNENLAND.
Met de „Hertog Hendrik" op reis
Zoo'n erge Hoofdpijn?
AKKERTJES
VRIJDAG 26 JULI 1935
TWEEDE BLAD PAG. 5
„Het Koninkrijk Gods en onze
christelijke arbeid"
Hemmen, Woensdagavond
De middag van deze conferentiedag heb
ben vele leden dér conferentie benut, om
bij dit prachtig zomenveder een uitstapje
te maken naar Zetten, ter bezichtiging van
de Hteldringgestichten.
De avond samenkomst der conferentie kon
ln de open lucht plaats hebben. Het gehoor
plaatste zich in de prachtige voortuin van
net kasteel, terwijl de katheder werd ge
plaatst op de blauwe stoep van de huis
ingang.
Daar dr Lammerts van Bueren verhin
derd was, werd deze samenkomst geleid
door Ds, Groene weg, die, nadat gezon
gen was het: „Lof zij den Heer, den almach
tigen Koning der eere", een kort openings
woord sprak
Gebedsgenezing
Vervolgens was het woord aan D s P.
Visser, Ned. Herv. pred. te Amsterdam,
die sa>rak over het onderwerp: Gebedsge
nezing.
Wie over dit onderwerp spreekt, aldus
spr., moet beginnen het nader te precisee
ren. Want voor ieder Christen zal genezing
gebedsgenezing zijn, omdat hij zijn ziekte
in het gebed voor Gtd zal brengen, aan
vaardende den medicus en zijn medicamen
ten als uit Gods hand. Maar het woord „ge
bedsgenezing" heeft de beteekcnis gekregen
van genezing op het gebed, zonder aan
vaarding van medische hulp, en dit dan
toegepast als methode. Men spreekt ook wel
van geloofsgenezing, maar waar in die be
naming toch eigenlijik wordt uitgedrukt, dat
het gebruiken van geneesmiddelen ongeloof
of kïeingeloof zou zijn, is zij naar spr. oor
deel te verwerpen.
Komende tot de behandeling van zijn on
derwerp wees spr. op het doen van Jezus
tegenover dood en ziekte. Wanneer wij
daarop letten, dan treft 't ons, dat Hij niet
met zenuwachtige haast alle sterfhuizen is
langsgesneld, noch ook, dat Hij getraoht
heeft alle zieken op te sporen. Hij heeft in
de <lrie jaren van zijn openlijk optreden,
naar het N. T. getuigenis, drie dooden op
gewekt en vele zieken genezen. Dat is groot!
Maar we kunnen toch ook vragen: waarom
zoovele dooden en zoovele zieken niet?
Het antwoord op die vraag kan dneLedig
lijn: in de eerste plaats is de diepste nood
van den mensch zijn zon d enood. Wat zou
het een mensah baten of hij naar 't lichaam
genezen werd, doch schade leed aan zijn
Ten tweede: de wonderen van Jezus be
doelen niet allereerst te troosten dege
nen aan wie ze werden verricht, maar be
doelen allereerst in de door zonde en dood
Verwrongen en bedorven situatie van deze
wereld, in een bepaalde situatie te open
baren en te doen doorbreken de realiteit
yan het Godsrijk, dat eenmaal komen zal.
In de derde plaats: Jezus heeft dikwijls
geweigerd een teeken te doen, omdat raen-
scben met een aardsch gezinden blik en
dat zijn we van nature allen, er n i e t door
geleid worden naar de beteekende zaak,
niet_naar datgene, waar het teeken heen-
wijst, doch bij het tastbare van het teeken
blijven staan, zoo'dat het dan niet het geloo-
vemzonder-zien (en dat ia toch het echte).
bewerkt,1 maar in den weg staat. Vandaar
dat Jezus maar in een beperkt aantal ge-
Vallen wonderen deed waaraan nog toege
voegd kan worden, dat Hij ze meestal ver-
ridhtte daar waar Hij geloof vond.
In den tegenwoordigen tijd trekt 't on
derwerp ge)>edsgenezing weer zeer de aan
dacht, vooral door hetgeen er te Möttlingcn
geschiedt; spr. wijst er op, dat ook te Mött-
lingen wordt gezegd, overeenkomstig de H.
Schrift: de verhouding met God in Christus
is de alles 'beheerschende en de zonde-nood
van den mensch is zijn grootste nood. Daar
na, zij het ook in verband hiermee, kan pas
ajan de orde komen de kwestie van ziekte
en lijden. Velen ontvingen er een zegen.
Anderen deed deze beweging niets. Was dat
een gevolg van hun ongeloof Dat is moge
lijk. Maar men wachte er zich toch wel
Voor, dat dan maar zoo zonder meer vast
te stellen.
Erkend zij de mogelijkheid, aldus spr.,
<da.t God machtig is als het Hem behaagt
aan een pers*# in of aan bepaalde personen
het charisma der gezondmaking te ver-
leenen.
Maar als wij lezen over veel, dat gebeds
genezing genoemd wordt, dan mag toch
wel telkens eens de vraag worden gesteld
of degenen, die er over spreken of schrij
ven, wel voldoende rekenen met de psychi
sche mogelijkheden, die God in den mensch
heeft gelegd en die, als ze door een bepaal
de psychische stoot gemobiliseerd worden,
de genezing activeeren kiunnen van een
ziektegeval, dat al jaren geleden vastge-
loopen was, of zich in ongunstige richting
ontwikkelde.
En al noemt men dergelijke genezingen
dan gebedsgenezing, men realiseere zich
wel het nuchtere feit, dat ze van de aan
wezigheid van Christus op de plaats, waar
ze gewerkt worden, even veel of even wei
nig zeggen als de zeer werkelijk voorko
mende genezingen te Lourdes iets zeggen
van de niaebt van Maria.
Echter zij ten volle cikend, aldus spr.,
dat een verstoorde verhouding met God ook
lichamelijk kan inwerken; en dat herstel
van die verhoudingen lichamelijk een zegen
kan brengen, gelijk spr. weet van een zeer
nerveus persoon, die zich in de handen van
Christus stelde en toen weer een regelmati-
gen hartslag kreeg. Geloof is een machtig
middel tegen vrees en nervositeit. Ook zal
een waarachtig Christelijke sfeer van liefde
en gebed, van blijdschap en gezang voor
ieder, die lijden moet, een zegen zijn, licha
melijk en geestelijk: een zegen, die nog
versterkt zal worden door een zeer directe,
psychologisoh-intuitief juiste zielszorg.
God is machtig ook in dezen tijd wonde-
ren te doen leven. Maar als er zoo'n be
langstelling is voor gebedsgenezing, dan
stelle men zich, aldus besloot spr., toch
eens in ernst de vraag of die belangstelling
wel van anderen aard is als het verlangen
dat de mensehen in Jezus' dagen naar een
teeken hadden. En rekent men dan wel ge
noeg met het woord der Schrift: wij wan
delen door geloof en niet door aan
schouwen?
De gedachtenwisseling
Op deze rede volgde een geanimeerde ge
dachtenwisseling. Daarop wees Ds Os
kamp erop dat bewegingen als Möttlin-
gen en de Groepsboweging toch eigenlijk
voor Christenen niets bijzonders moesten
zijn, doch dat deze bewegingen kritiek oefe
nen op het kerkelijk gemeentelijk leven.
Daarom moeten ze maar niet zoo veroor
deeld worden, maar zij moeten ertoe drij
ven de rijke zegeningen, die vlak bij in het
kerkelijk gemeentelijk leven gegeven zijn,
meer te waardeeren. Me>t Ds Visser gelooft
spr., dat ziekte veel te veel negatief wordt
beschouwd en dat zij veel meer positief
moet worden beschouwd.
Dr Blaauw gaf Ds Visser toe, dat men
tegenover bewegingen als deze niet anders
dan kritisch moet zijn. Doch als wij gecon
fronteerd worden met de Heilige Schrift,
dan kunnen wij toch dat alles weer begrij
pen en verklaren. Spr. gelooft echter niet,
dat de „teekenen, die den geloovigen zul
len volgen" beoerkt zijn zeer bijzonder tot
den eersten tijd na Christus' hemelvaart.
De spanning in het geoed van eenerzijds de
onderwerping en anderzijds de zekere toe
zegging der gebedsverhooring is er altijd
nog. Doch deze dingen kan men exegetisch
noch theoretisch oplossen.
Ds O. G. Heldring zeide te geloovcn,
dat in Mötüingen aan sommigen gegeven
is de positie, waarin zij koninklijk en pries
terlijk kunnen optreden en dat de gave der
gezondmaking weer opnieuw is geschonken.
Spr .begrijpt de voorzichtigheid,, waarioe Ds
Visser heeft gemaand, doch spr. zou willen
zeggen: Laten wij heel blijde zijn, dat deze
verschijnselen er zijn en laten wij bidden,
dat als God het wil, ze zich "ook elders zul
len openbaren.
Ds. Groene we g? alhoewel Ds. Visser
toegewend, dat men van deze dingen geep
systeem moet maken, wees er toch op, ddt
in de H. Schrift toch ook heel sterke geval
len van gebedsverhooring zijn gegeven. In
Mottingen durft men de woorden-;.vö,*i ;:eenzlamingj. isolatie van het, chr. jeugdwerk,
TIhmA.ur voor dé Volle 100 voor" serieus «-lot -/A-w -/.iin oio-anisaties
Chrisftus voor dé voilé 100 voor serieus;
te nemen; Daar vVaagt men- 't er mee ert
de wonderen gebeuren. En 't is toch zoo
als een schrijver misschien iets te sterk
heeft gezegd: In Mottingen zien wij toch
een stukje van het Koninkrijk, waar wij
allen naar hunkeren
Ook spr. meent., dat men niet het recht
heeft te zeggen, dat de „teekenen" tot den
eersten tijd na Christus zijn beperkt. Een
der oorzaken, waarom zij niet
voorkomen is ongetwijfeld gelegen in de
verdeeldheid der geloovigen en 't is zoo
als iemand heeft gezegd n.l. dat de fout
van het gemeentelijk leven is, dat er geen
wonderen meer voorkomen.
Ds. Visser, hierna de sprekers nog.
kort beantwoordende, onderstreepte nog
eens, dat hij wel gelooft in teekenen en ge
bedsverhooring. Maar als ergens, dan moet.
nHen hier in nobelen zin kritisch zijn. En
onze houding moet zijn: Wij wandelen dooi'
geloof en niet door aanschouwen.
Spr. heeft echter gemaand tot voorzich
tigheid, omdat hij vreest, dat de menschen
hun geloof zullen gaan bouwen op allerlei,
dat zij als wonder zien, doch dat ligt cp
het terrein der psychologie.
Voorts wees spr. er nog op, dat ook de
Heiland zelf wel geaarzeld heeft teekenen
te doen.
Den slotte zegt spr., dat bewegingen als
deze zeer zeker de Kerk iets te zeggen heb
ben. Als men alleen maar eens let op de
arbeidskracht, die wordt ontwikkeld en de
zielszorg, die wordt betracht. Maar al past
de schuchterheid van het „Verderf het niet.
mogelijk is er een zegen in", toch is noodig
een nobel kritische houding, omdat er 't ge
vaar is van hét bouwen van het geloof op
datgene, wat niet de grond van het geloof
kan zijn.
Nadat Ds. Groeneweg0s. Visser dank
OP 'T ETIKET
Ixad gebracht voor zijn rede en nog beslo
ten was een telegram te zenden aan Jhr.
M. O. T.v. Lennep, werd deze avond-
samenkomst., die eerst laat eindigde, beslo
ten met het zingen van het „Dankt, dankt
nu allen Gód".
Hemmen, Donderdagmiddag
De Conferentiedag van heden, welke weer
door het mooie zomerweder werd begun
stigd, opende met een korte godsdienstoefe
ning in de:kapel, waarin voorging Dr P.
Blaauw, die sprak over Saulus' vraag op
den weg naar Damascus: „Wat wilt Gij, dat
ik doen zal?" en daarbij erop wees, dat ons
leven, moet staan iu het teeken van liet ant
woord op Christus' kruis.
Christelijk jeugdwerk
In de morgensamenkomst der Conferentie,
welke in de bibliotheek in 't Kasteel plaats
had, sprak, vervolgens m r N. Stufkeiis,
over t onderwerp ..Christelijk Jeugdwerk".
liet „christelijk" jeugdwerk, aldus spr.,
heeft zijn grondvormen ontvangen in een
tijd, toen er van secularisatie geen sprake
was en de ;kerkelijke cultuur nog vrij gaaf
was. En daarbij is het verbonden met heit
Reveil, waarvan het de drang heeft om voor
jonge menschen wat te doen. Het eigen
kerkelijke type is veelal volkomen aan
vaard. Nu 'lis echter het geheele leven ver
anderd en iedere historische beweging, die
gebonden is aan de vormen van haar eer
sten tijd, vAn haar ontstaan, heeft 't groote
gevaar afwijzend' te staan tegenover alles,
vvat- dnarbuiten is. En het eigenlijk volko
men in dep vollen stroom Van het leven
staan, vindt zij niet gemakkelijk meer terug.
En dan ontstaat het geprikkeld staan van
"de"Jeugd tegenover dat oude, dat histori
sche, Spr. lichtte dit nader toe door erop
te wijzen, hoe heit chr. jeugdwerk 't element
ontspanning en gezelligheid heeft opgeno
men niet in volle overgave, doch aïs lus-
sehenvorm, als zooiets voor „na de pauze".
Dit heeft, geleid tot de eigenaardige ver
dat zeer zéker zijn massale organisaties
heeft; doelt aanzijn lor heeft overgelaten
dien grootén gröeienden stroom van jonge
menschen,die'geen verband meer hebben
met'de Kerk én die verward zijn in dé so
cial? en économische tegenstellingen en
'voor velen waarvan het Christendom is een
bepöald politiek Streven.
Is dift. icnlatiR van liet chr. jeugdwerk
zonder meer een historisch lot, of is in dat
hardnekkig vasthouden aan eigen vormen
niet een lpslaten van onze pretentie, van
de gedachte van het uitgaan, omdat wij ge
zonden zijn? aldus spr.
Spr. wees er vervolgens op hoe door de
voortgaande mechanisatie bij de jeugd
steeds sterker is geworden het verlangen
naar ontspanning van het lichaam door
sport en ontspanning van den geest door 't
zich verplaatsen in andere werelden, in de
prikkelende sfeer van bioscopen e.d.
Doch dan is er nog iets anders. Een groot
deel der opgroeiende jeugd weet niet meer
liet in het Christ-ndom, in het Evan
gelie, om gaat en dat -wordt door de isolatie
van het chr. jeugdw-erk bevorderd. De pre
tentie van Keik te zijn, hebben wij eigen
lijk laten varen en hebben niet meer ver
staan de groote opdracht van het gezonden
jn, van het apostolaat.
Als dit weer wordt verstaan, dan kan oók
de plicht verstaan worden om offers te
brengen, ook het offer van het- loslaten van
het „christelijk". Wij moeten den moed heb
ben om weer uit te gaan naar buiten cn
met tevreden in eigen vórmen, zich als een
open deur te stellen in den stroom van
jonge menschen, die nu langs ons heen gaat
een christelijk werk, dat misschien dan
niet ond<r dien naam verschijnt, al ge
schiedt het door organisaties van christe
nen. En wat het Chr. Jeugdwerk zelf be
treft, natuurlijk moet hier niet het roer
volkomen worden omgeworpen, al zal hier
ook bevrediging voor de behoefte aan ont
spanning moeten worden geschonken. Maar
daarbij zal men die jonge menschen er op
moeten wijzen, dat er daarbuiten is een
wereld van jonge menschen, waarvoor ook
zij verantwoordelijk zijn.
Zoo moet aldus besloot;spr. over
ons Chr. jeugdwerk gaan het' oordeel van
Liet Evangelie en moeten -wij weer verstaan
het geroepen zijn tot het apostolaat., ook
als een roepen Gods om onze gehoorzaam
heid.
De gedachtenwisseling.
Mr, Stufkens volgde
Ds. Hoogenraad vroeg hoe men, als
men dan de jonge menschen door de ont
spanning bereikt, moet komen tot het spre
ken over het hoogere.
De heer v. d. Win d vroeg, of als in een
vereeniging zijn ouderen, die aan de óurie
normen vasthouden en jongeren, die het
verlangen van de jeugd wel verstaan, de
jongeren dan in piëteit de ouderen moeten
trachten te overtuigen, of dat zij moeten
doorzetten.
Ds. Boeke zeide te vreezen, dat men te
veel tegemoet komt aan het verlangen naar
ontspanning. Doch hoe komt men tot dat
andere, dat hoogere. Voorts wees spr. op de
noodzakelijkheid om ue activiteit der jon
geren, die zich op 't oogenblik veelal in de
Kerk openbaart, in gang te zetten voor de
andere jeugd.
Mr. de Graaf meende ook, dat vaak
veel te veel wordt geluisterd naar de br
hoeftcn en verlangens van de jeugd en me
daarin en daardoor de jeugcl ook de
eigen jeugd bederft. Voorts meende spr.
dat Mr. Stufkens te optimistisch is ten aan
zien van het gevaar der wereldgezindheid
van de Christenen zelf.
Mr. Stufkens» de sprekersbeantwoor
dende, zeide tot den heer v. d. Wind, dat
z. i. in zulk een geval de jongeren moete
doorzetten. Er kan niet langer worden ge
wacht
Wat de andere vragen betreft, verduide
lijkte spr. nog, dat z. i. ontspanning en
sport niet maar is een betrekkelijk werk,
dat maar verricht moet worden om zoo aar
die jonge pienseften ook „een goed woord'
fe kunnen kwijtratyn, Néeji, men moet die
fo*tspajming;.iiT'.'een zuivocé steel» bieden en
Miet bieden daarvan aan die jeugd zien als
e<*n cisch Gods het biedien van de beker
koud water die tot ons komt,: evenals de
eisch om te getuigen en te prediken.
Daar de tijd voorde morgen samenkomst
reeds ver verstreken was, moest de voor
zitter, Dr. Lammerts van Bueren
verdere discussie voorkomen, en de samen
komst sluiten..
ROFFELR1JM
ZIE DE ZONZIJ
Wanneer 't in Holland zomer is
En overal de rozen
Getrokken door de zomerzon
In vrijheid staan te "blozen,
Dan pleegt men onze jongelui
ln zalen op te sluiten
Teneinde hunne hersenen
Volslagen uit te buiten.
Daar zit de bloem van Nederland,
De toekomsthoop, te zweeten
En in benauwenis der ziel
Z'n wijsheid uit te meten.
Geprangd door zeergeleerde en
Zeerhooggeleerde heeren
Die met verwonderlijke tact
De jeugd examineeren
Al ligt er niet voor elk die slaagt
Een fijne baan te wachten,
Wie slaagt mag hartlijk dankbaar zijn
En zich gelukkig achten.
Maar wie, trots al zijn ijveren,
Gedropen en geslagen.
Meent dat de schande van die ramp
Beslist niet is te dragen,
Hij zitte niet in zak en asch
Alsof het rijke leven,
De toekomst en de maatschappij
Hem niets meer heeft te geven;
Het staalt de spieren als de mensch
Ook tégen stroom leert roeien;
Door tegenslag zal moed en kracht
En lust en ijver groeien.
Wie, wachtend op Gods zegen, trouw
Zich aan zijn werk blijft geven
Mag vast vertrouwen dat hem God
Een weg baant door het leven.
(Nadruk verboden) LEO LENS
Sloopers-glijbaan bij het afnemen van de
pannen van het te sloopen huizenblok aan
den Coolsimjel te Rotterdam. Zoo blijven
de pannen heel.
Voortschrijdende industrialisatie
In een artikel over de rede van den
Landvoogd bij de Opening van de Volks
raad. schrijft de Indische Banier o.a: het
volgende:
Naar het ons voorkomt wordt te groote
nadruk gelegd op de beteckenis van de op
richting van de zeep- en rubberbandenfa-
briekcn. De Rfegeeniig mag wel. dadelijk
door haar arbeidsinspectie laten controleeren
welke arbeidsloonen daarin worden uitbe
taald. Als de gegevens, welke ons dienaan
gaande bereikten, waar zijn, dan is zulke
controle volkomen gerechtvaardigd.
Het is met deze bedrijven al geen goud
wat er blinkt. Hoeveel kleine zeepfabriekjes
zullen het leven erbij, hebben ingeschoten
door de oprichting van deze fabriek?
De. voortschrijdende industrialisatie zi
we niet als gewenscht, armeer zij zich
hoofdzaak ontwikkelt in de richting van
Westersche bedrijven. Versterking van het
klein-bedrijf achten we ook om sociale
redenen vooralsnog in veel opzichten
meer verkieselijk.
XI')
Voor Bergen,.12 Juli 1935
Li den morgen vele bezoeken van schepe
lingen gehad, zooals iederen dag. Daarbij
wordt dan een deel van het eigenlijke werk
gedaan der. geestelijke verzorging. Je hoort
hierover het minst, hoewel het van mij het
meest vraagt. Hiér uiten zooveel ouderen en
jongeren, officieren zoowel als manschappen,
die in een persoonlijk gesprek zich eens uit
spreken en aan wien men kan trachten goe
den raad -r dat is het Evangelie te geven
voor de meest uiteenloopendc vrageh en
kwesties.
Toen zoo een goed deel van den morgen
verloopcn was, heb ik een tweetal bezoeken
afgelegd aan den wal, die ik wel de moeite
waard vind U te' vertellen. Het waren be
zoeken, die de uiterste tegenstelling vormen.
Het eerste was in gezelschap van den offi
cier van gezondheid, die meermalen officiee-
le en semi-officieele bezoeken doet, waarbij
ik hem vergezelde, naar het eenige lepro
zenhuis in Noorwegen, dat gevestigd is in
Bergen. Noorwegen is een van de weinige
landen van Europa, waar nog lepra of me-
laatschheid voorkomt. Die vreeselijke ziekte,
waarvaai lk in den Bijbel zoo dikwijls had
gelezen, heb ik met. eigen oogen gezien.
Onze commandant vond het na een ont
moeting met den consul gepast, dat wij
de dokter en ik dus een bezoek brachten
aan deze gelukkig, gansch eenige inrich
ting in Noorwegen. Belangstelling van de
Nederlandsche natie, ook voor de ellende
van een ander volk, is een goede zaak, die
ook een onderdeel uitmaakt van wat we
„vlagvertoon" noemen.
Zoo werden we door den consul, den heer
Kroeplin, gebracht naar het complex ge
bouwen, dat leprozerie heet, en aan den ge
neesheer-directeur voorgesteld. Na eenige al
gemeen® inlichtingen, beiden als de direc
teur in witte jassen gekleed, declen we met
hem de ronde, van afdeeling tot afdeeling.
Ach, wat is dat een vreeselijke ziekte 1 Bij
de een die gevolgen, bij den ander weer an
dere. Wij bezochten alle patiënten, een voor
een. Gelukkig zijn het er niet veel meer. De
stichting is veel en veel grooter dan voor
het getal lijders noodig is. Voor ongeveer
een halve eeuw waren er nog pl.m. 3000 in
Noorwegen en was het groote gebouwen
complex veel te klein. Nu zijn er nog maar
28. En toen vertelde de dokter mij wat an
ders, wat ik trouwens al vermoed had uit
X stond in ons-blad van 23 Jtilïs
hetgeen ik zag aan de wand der kamers der
melaatschen. De lijders zijn alle menschen,
die him houvast hebben in het geloof in
Jezus Christus. Er hingen Noorsche teksten
aan de wand, die ik wel niet heelemaal be
greep, maar waarvan ik de quintéssens toch
wel door had. Menigeen zegt: „Deze stak
kers, die door het lot misdeeld zijn, zullen
toch wel de laatsten zijn, om nog te geloo
vcn in de vaderhand Gods!" En nu zagen we
juist het tegendeel: „Kamer na kamer zon
der bitterheid, bij menigeen een glans van
hooger vreugde, die men nimmer verwachten
zou". Het heeft ons diep getroffen in dit
melaatschenhuis de kracht van het geloof
in de Majesteit van het Evangelie zoo klaar
bewezen te zien.
De directeur zelf verheugde zich erin, ons
dit expres te kunnen aanwijzen. In deze
staats-inrichting werd op geen enkele wijze
geweerd, maar wel bevorderd, dat de pa
tiënten hun Bijbel, die we telkens zagen
liggen en hun wandtekst en Christelijke
Scheurkalender toch behielden en gebruik
ten. We eindigden dit ontroerend bezoek
met de wensch, dat deze stichting en liet
werk binnen afzienbaren tijd geheel over
bodig zou zijn, ook in Noorwegen. De mees
te lijders kwamen van de kusten, uit de
visschersdorpen, waar, vooral in de vorige
eeuw, de hygiënische toestanden heel wat te
wenschen overlieten. In Molde hadden we
dat ook al bemerkt, door het groot getal
T.B.C.-lijders in het sanatorium, cn we hoor
den dat er vele sanatoria waren in dit
schoon e land.
Nauwelijks was dit bezoek gebracht (dat
intusschcn op hoogen prijs werd gesteld) of
ik moest met den commandant en eenige
officieren naar den consul om daar de lunch
te gebruiken. Ik behoef U niet te zeggen
welk een overgang. Bij den consul alles even
chique en luxueus. Er werden goede woor
den van weerszijden gesproken. Onze com
mandant wees op de beteekenis van de klei
ne naties voor het bevorderen van vrede en
vriendschap onder de volkeren en sprak
zijn vreugde over uit, dot in deze bewogen
tijden in Holland algemeen begeerd wordt
het bevorderen van vredes- cn volkenbonds-
gedachte, welk zelfde verschijnsel ook op
gemerkt wordt in Noorwegen. Bijzonder
hartelijk was het onthaal bij den Consul en
verrijkt met wel zeer uiteenloopende bele
vingen, keerden we in den namiddag naar
ons schip terug, om daar het werk weer op
te vatten.
Een ander werk dan aan den wal, maar
een werk, dat in zijn kern doet denken
wat wc inzonderheid in de leprozerie hadden
gezien: „Vertellen, dat het Evangelie alleen,
de heelkracht bezit tegen alle nooden, zoo
wel inaiviilueele als nationale".
Ds. P. PRINS
Binnen een kwartier kunt Ge
die vergeten xijn en U als her
boren voelen door één of twee
?/»s recept van Apotheker Dumont
Officieele Berichten
WATERSCHAPPEN
Bij KB.
- Zuid-Holland:
a. tot hoogheemraad van het hoogtieenvraad-
soh.ap van Delfland, W C. J. J. Baron van
Voorat tot Voorst, te 's-Gravenhaêre;
b tot hoogheemraad van het hoogheemraad
ec.hap x an Putten, L van der Linde Azn. te
SpijkenAase-:
e tot heemraad van den polder De Oude en
Nieuwe Uitslag van Putten. J. F Hoorweg te
SpiJkentsf*e,
In de provincie Zeeland:
a. tot dijkgraaf van den Suzannapolder
OValcheren) A. J. Klompe. te Nieuw- en St.
b.tot :V<jf>r®itter van Het bestuur der water
keering vim don Culamite-uzen Oost-BeveJafld*
polder. L.' Kranenburg te Wilhelminadorp
c. tot dijkgraaf van den Willempolder N.-
Bevelamd), A I. Jan se te Wiaseikerke
d. tot dijkgraaf van het watenschap Gouwe
veer en Zelke, J. H. Koopman te Zlerikzeo:
e. tot gfzworene van het waterschap Gouwe*
veer- en feelke, J. J. StoLs te Nieuwer kerk:
f. tot gezworene van den Kruispolder R. A»
land polder. Chr. Janse
polder. P. Nieuwenhu»
dekenskerke." H^Jasp'
uiterlijk tot het eind»
waarin hij zeventig j;
j. tot gezowrene van
Beveland). M. H van
C. Salomé,
tot g02
ieuw-Olzende*
,n den Koudepolder. Bi
rschep G roede
ri ana-Johanna
.van der Linde, te Dreischor;
d van het bestuur der waierkeenting
laimiteuze polderj Oud-Kempens-hof-
Moggersilnl, C, Donst A.Hzn., te
Ingediend is een wetsontwerp inzake wij
ziging cn aanvulling van de bepalingen
betreffende de zeden in het Wetboek van
Strafrecht ter betere bescherming van min
derjarigen.
Blijkens de toelichting bestrijkt het ont
werp twee onderwerpen:
A. bestrijding van ontucht met minder
jarigen;
B. bescherming van de jeugd tegen voor
de eerbaarheid aanstootelijke en zinnenprik
kelende geschriften, enz.
AMBTENAREN IN STEMBUREAUX.
Verlof met behoud van loon.
De regeering heeft beslist dat voortaan-
aan ambtenaren en arbeidscontractanten
voor het zititng nemen in een stembureau
buitengewoon verlof kan worden verleend
met behoud van bezoldiging of loon.
Besluit tot instelling.
In de vergadering van de Provinciale Sta
ten van Noord-Holland is besloten over 'e
gaan tot instelling van een economisch-
technologischen diens!, waarvoor Gedepu
teerde Staten een erediet van f 10.000 voor
het jaar 1935 hebben ter beschikking ge
steld.
Gedep. Staten zullen nader overwegen het
vraagstuk van industrie-financiering.
De N.S.B.-fractie stemde tegen.
DE AMSTERDAMSCHE WESTERTOREN
Moet geregeld geobserveerd worden.
Het Amsterdaipsche verslag van Bouw
en Woningtoezicht meldt aangaande den
Westertoren:
B en W hebben goedgevonden, dat een
kleine commissie het vraagstuk van even-
tueele bouwvalligheid van den Westertoren
en van de Westerkerk in studie nam. De
commissie kwam nog in hetverslagjaar
(1934) met haar werkzaamheden gereed. Zij
bestond uit twee architecten van de kerkge
bouwen der Ned. Herv. gemeente en uit
ambtenaren van Publieke Werken en van
het Bouw- en Woningtoezicht. De conclusie
van het rapport der commissie is. dat zich
geen gevaar voordoet, doch dat geregelde
observatie noodig is.
HERZIENING INVOERRECHTEN.
Commissie van voorbereiding ontbonden
De Minister van Financiën heeft de com
missie ter voorbereiding van een technische
herziening van het tarief der invoerrechten
ontbonden, onder dankbetuiging voor den
verrichten arbeid.