Het Evangelie onder de schippers
DINSDAG 9 JULI 1935
DERDE BLAD PAG 9
Kerknieuws.
NED. HERV. KERK
Beroepen: Te Goedereede, H. H. van
Ameide te Groot-Ammers
Bedankt: Voor Oosterzee-Echten. H. Boiten
te St. Anna Parochie.
GEREF. KERKEN
Beroepen: Te Opeiode (Gron.), cand. F.
van Dijk te Haaksbergen.
Aangenomen: Naar Enschedé. I. de Wolff
te Mussel. Naar 2e Exloënncod, cand. J. v.
Bruggen te Ermelo.
GHR. GEREF. KERK
Tweetal: Te Naarden-Bussum. cand. M.
Baan te Maassluis en W. Heerma te Aalsmeer.
Beroepen: Te Werkendam, cand. M. Baan
te Maassluis.
AFSCHEID, EVESTIGING, INTREDE
Zondag jl. is oand. J. J. H. van d er
Ree bevestigd als predikant van die Ned.
Herv. Gemeente te M ij n s h e e r e n 1 a n d
dioor Ds J. H. H. van Beem van Rotterdam-
•.Vreevvijik. Töksit Joh. 16 en 7. Aan de hand
oplegging werd deelgenomen door Ds E. D.
G. v. d. Horst van Heinenoord. Toegezongen
>verd Psalm 134 3.
Des namiddag deed Ds J. J. H. v. d. Ree
zijn intrede, sprekende over Hand. 10 20. Na
de preek volgden de bekende toespraken. Aan
liet einde van den dienst werd de nieuwe
predikaait toegesproken door den bungamees-
ter (Mr A. de long), Ds J. K. F. Mantz van
Charlois, Cand. B. Baks, de heer Windt
(hoofd der Ghr. School) en door den consu
lent Ds v. d. Horst Toegezongen werd Psalm
20 1. In beide diensten was het kerkgebouw
overvol. Mede aanwezig was Ds Lazonder
yam Westmaas.
Ds J. M. S met hl a ge nam Zondag af
scheid van de Ned. Herv. Gemeente te
Appelscha, wegens vertrek naar Sittard.
Zijn tekst was Jes. 40 8. Hij werd ter-gespro
ken door den consulent Ds Christoffels, Ds
Bouwers uit Ilooger-Smilde, en door de Evan
gelisten Dikkerboonx en Beien. Toegezongen
jverd Psalm 134 3.
De vacature, ontstaan in de Ned. Herv.
Kerk te Siddeburen, door het overlijden
yan Ds B. J. Audier, werd Zondag U. tot
vreugde der gemeente weer vervuld. Ds A.
1de Vries van Vlagtwedde bevestigde zijn broe
rier met een treffende rede over de taak van
den Evangeliedienaar n.a.v. dte eerste verzen
yan Jesaja 42.
*s Namiddags deed Ds S. de Vries, ge
komen van Nieu w-Amsterdam, zijn in
trede, sprekende over het woord betreffende
den kamerling: Hij reisde zijn weg met büdjd-
Bdhap.
De nieuwe predikant werd namens de ge
meente hartelijk welkom gëheelen door Ds
Siega van Schildwolde en namens de Evan
gelisatie te Tjuchem door dien heer La Brijn.
Groot was de belangstelling in beide beur
ten. Opgemerkt werden o.a. verschillend!*
predikanten uit ring en classis en vele vrien
den uit Ni euw -Amsterdam.
Cand. Js. J. Ket C.Mzn., werd Zoodag-
morgen als predikant van de Ned. Herv. Kerk te
Giethoorn bevestigd door den consulent Ds.
IJ. Hoekstra, te Wanneperveen met een predi
cate over Lucas 10 16a.
Ds middags deed Ds Ket zijn intrede met een
prediking over Matth. 5:6. Hij werd toegespro
ken door Ds. D. J. F. Westeniburg, van Blokzijl,
namens het Glass. Bestuur van Kampen; door Ds.
W. F Dankbaar, van Kiuinre, camens de ring,
door den heer P. J. Mackaay namens de Amster-
damsche vereenlging van Hervormde^ Jongeren en
namens de theologenclub ,,Septlmum" te U-rech.,
door den heer Venema, directeur der Geref.
Kweekschool te Amsterdam namens de familie en
door Ds. Hoekstra, als consulent. Een. dameskoor
eong een toepasselijk lied. 's Morgens was toege
zongen Gezang 96 (gew.).
Zondag had de bevestiging en intrede plaats
van Caod. W. L. Speelman als predikant der
Ned. Herv. Gemeente Piershii.
De bevestiger. Ds Van Willigen van der
Veen van Rhoon, had als tekst gekozen 2 Tim.
4 vers 2a: „Predik het Woord."
Toegezongen werd Ps. 134:2. en na het uit
spreken van den zegen Ps. 1343
's Middags deed Ds. Speelman zijn intrede met
els tekst Hand. 1033b: „Wij zijn dan allen nu
hier tegenwoordig voor God, om te hooren al het
geen u van God bevolen is." Naar aanleiding van
deze woorden dringt Ds. Speelman aan op de
zoo zeer gewenschte eenheid en samenwerking
lusschen Herder en Leeraar en Gemeente.
Na de predicatie ridht Ds. Speelman zich
het bijzonder to; zijn ouders, die beide aamve
waren, tot den Kerkeraad. de heeren Kerkvoog
den, den koster, de orgarjste, de Kerkelijke
eenigingen en wel in 't bijzonder tot de Meisjes-
vereeniging „Wees Getrouw" tot Burgemeester
en Wethouders, tot het Hoofd der O. L. School,
den heer Markestein. tot zijn bevestiger Ds Van
(Willigen van der Veen. tot den consulent Ds.
Jonkers, tot Ds. Smit, emeritus-predikant te
Apeldoorn, tot Ds. Hoekert van Voorburg en ten
Elotte nogmaals tot zijn Gemeente in 't algemeen.
Hierna werd de nieuwe predikant toegesproken
door Ds. Smit, door Ds. Roakott van Hendrik-
Ido-Ambacht, door Ds Hoekert van Voorburg
en door Ds. Jonkers van Goudswaard als con
sulent dezer Gemeente en als praetor van
n
Aan boord van „De Adelaar".
„Meneer, is u van de Adelaar?"
Een zongebruinde scheepsjongen stelt
mij, terwijl ik landrotsche pogingen doe om
op het dek van een Rijnaak over te
nu ja, laten we maar zeggen: springen,
deze gewetensvraag. Zeker ben ik niet van
de Adelaar, maar ik sta er vandaag toch
ook weer niet los genoeg van, om te dur
ven zeggen: nee. Ik zeg dus: ja (voel me
al zoo ongeveer Geosaan) en krijg vervol
gens drie boeken in handen, die „terug
van lezen" zijn. Ik ga weer aan boord van
onze boot en praai den kok-bibliothecaris
ter fine van advies.
En daar schuift hij me even een rijtje
deurtjes open onder de kajuitbank: de
schippers-bibliotheek. Meer dan 800 boeken,
ter beschikking (gratis) van menschen, die
veel in deze bewolkte dagen helaas veel
te veel tijd tot lezien hebben. En er' dan
ook een dankbaar gebruik van maken
Geen misbruik, dat meet er dadelijk bij
gezegd worden. Want wij zouden zoo den
ken: een kwade belegging, boeken leenen
aan schippers, die dan toch in elk geval
alles behalve vasten bodem onder zich heb
ben. Niets ervan; de knaap, die zijn drie
boeken terugbracht, had ze een half
jaar geleden ontvangen. Hij had al eens
uitgekeken naar de Adelaar, maar 't duur
de lang en zie nu lag daar de boeken-
boot naast zijn schip. Nu, "t kwam in orde
en hij vertrok met drie frissche boeken.
Dat is dus al één van de werkzaamheden
van G.E.O.S., en onze lezers kunnen niet
beter doen dan ervoor zorgen, dat die va
rende bibliotheek op peil blijft. Kijk er uw
boekenkast maar eens op na; daar zijn er
allicht, tusschen, die in u w kast even nuttig
zijn als een leeg schip op wacht naar
vracht. En dan maar niet aarzelen: vlug
een stuk of wat ingepakt en verzonden
naar Ds. J. V e r s t e e g t te Nieuw-
Loosd recht
De hoofdmoot van het G.E.O.S.-prograin
is uiteraard het bezoeken der schippers en
hun gezinnen. Evenals op den vasten wal
het huisbezoek tot de meest belangrijke
onderdeelen van het Evangelisatiewerk is
te achten, is het dat ook te water. „De Ade
laar" kient ten deze geen uitzonderingen:
van de grooste Rijnaak tot het kleinste
binnenschip worden gepraaid.
Hoe de ontvangst is?
Wel, evenals aan den wal. In dit opzicht
wedervaart Paulus te water eenerlei als
Paulus te land: onverschilligheid, onkunde,
haat, belangstelling, honger vooral hon
ger, bewust èn onbewust. Wanneer men in
staat zou zijn, den omvang en den diep
gang van dien honger naar het brood des
levens in maat of gewicht of getal vast te
leggen, wel, dan cirkelde niet één Adelaar,
doch een gansche zwerm Adelaars over de
Rotterdamsche wateren. Jaarlijks komen en
gaan uit de Rotterdamsche havens 193.0CO
binnenschepen, een cijfer, dat wel meer dan
voldoende belicht, welk een bescheiden fi
guur onze reddingsark maakt in deze we
reld van geestelijke armoede.
Is er veel overeenkomst met den vasten
wal, het G.E.O.S.-werk moet in enkele op
zichten gansch anders georiënteerd zijn.
We laten nu terzijde de „toevallige" samen
loop, dat Ds Versteegt vakverwant is aan
de schipperswereld en daardoor vele deuren
en harten gemakkelijker openen kan. Wat
inzonderheid dit werk bepaalt, zijn twee
groote o n k u p d e van het uiteraard
slecht geschoolde schippersvolk, en de
groote stoffelijke nood uit oorzaak van
factoren van uiteenloopenden aard: de
den crisistijd, die vooral de binnenschip-
perij zoo pijnlijk treft.
I stond in ons blad van 2 Juli.
Daarom moet „De Adelaar", zonder het
systeem „via de maag naar het hart" tc
bewonderen, menigmaal met de stukken
aantoonen, dat het goed begrepen wordt:
„Jullie hebt mooi praten, maar m'n maag
rammelt'1 om dan echter niet te verzui
men de keerzijde: „De mensch zal bij brood
alleen niet leven".
Zie, wij liggen bij Kralingen langszij van
een kolenschipper. Geen groot, geen klein
schip. Bij het roefgat zit de schippersvrouw,
schijnbaar Hollands welvaren, in wezen
zwak, vaak ziek: zenuwen.
De aangeboden tractatcn begroet zij met
een overmoedige lach en een zeer duidelijk
hoofdgebaar: „Allemaal kletspraat. Wat
koop ik ervoor? Tien gulden in een week,
meneer, dat 's alles. In de week brood en
broodpap, 's Zondags warm eten met spek
Op zulk een uitval volgt geen preek,
zelfs geen tekst, maar:
„Moeder, heb je een plat bord voor me?"
Even aarzelend, dan lachend, met die
zelfde lach van lichtzinnig er-zich-overheen-
zetten, maar nü gemengd met iets van
vat zullen we noü eten?"
Hot bord wordt gehaald en de dominee
_aat er mee naar z'n boot en hij komt
terug met een vol bord en een stuk papier
erover, waarin vetvlekken den inhoud ver
raden.
„Asjeblieft moeder. En bidt je nou ook
voor je eten?"
„Ben ik allang vergeten
„Maar je bijbel dan?"
„Héb ik niet."
„Kun je krijgen!"
„Geen centen.'
„Dan krijg je d'r een van mij. En lees er
dan in. Je hebt het zoo noodig. God heeft je
er wat in te zeggen..."
„God!"
De toon, waarop dit woord wordt uitge
sproken, verraadt de hopeloosheid van dit
geval. Hopeloos? Maar immers nooit, zoo
lang God genadetijd geeft? En do afspraak-
luidt „We komen nog wel eens aanleggen.
Eet smakelijk. En vergeet niet: God dien
je den rug toegekeerd hebt, houdt nóg niet
schip aan 't praten was mét den schippei
over den Godsdienst, kwam ook diens zoon
toeluisteren. Deze jongeman had echter zijn
ooren gesloten voor de stem van het Evan
gelie, zoodat hij, op een vraag van Ds. Ver
steeg!, zei*
„God? Ik ben God nog nooit tegengeko
men. Die bestaat eenvoudig niet. Als die
bestond, moest ik het weten."
De dominee ging er niet op in, dot.b
sprak ernstig met den vader door en de
jongen bleef luisteren. Dan, na langen tijd
verneemt hij, dat de jongen, getroffen door
het gesprek dat Ds. V. met zijn vader had.
tot openlijke terugkeer op de oude paden
was gekomen en begeerd had, belijdenis te
doen. Dit is geschied en na het onderzoek
naar zijn kennis der Waarheid hadden de
betrokken broeders getuigd, nimmer een
zóó helder en vast geloofsgetuigenis te heb
ben gehoord.
G.E-O.S.' werk. Of beter: Gods werk. Maar
door middel van het namens ons uit
gestrooide zaad. Dat geelt verplichtingen!
Aan G.E.O.S.!
Een merkwaardig maar ook bescha
mend intermezzo van den vaartocht met De
Adelaar moet ik hier nog even vertellen.
In da dekhut van een Rijnaak troffen we
de schippersvrouw aan, kousen stoppende.
Er werd haar een boekje overhandigd,
waarin eenige psalmen met plaatjes:
„Die kent u zeker wel?"
„Jawel."
„Zeker uit de kerk? Gaat u er vaak
„Nu, dat houdt niet over. Ik ben er zeker
in geen half jaar geweest,"
„Dat 's niet zoo mooi, juffrouw. En hoe
komt dat zoo?"
„Wel, ziet u, m'n man is Gereformeerd
en ik ben Hervormd. Nu ging ik met m'n
man mee naar zijn kerk, maar dat heb ik
niet vol kunnen houden."
„Hoe dat zoo?"
„Zal ik u zeggen. Als we 's morgens uit
de kerk kwamen, gingen we bij m'n mans
familie koffie drinken. En dan werd er al
tijd, zóó uit de kerk, over allerlei gewone
dingen gepraat en nooit over de preek. En
dat vond ik zóó naar, dat ik op den duur
zei: ik ga niet meer mee naar m'n mans
kerk."
Ds. Versteegt, die al evenmin als zijn gast
kon ontkennen, dat deze vrouw een bescha
mende les had gegeven aan velen, is niet
in gebreke gebleven, haar onder het oog te
brengen, dat het door haar aangewende
„geneesmiddel" erger dan de kwaal was.
Wat niet wegneemt, dat men, ook op het
water, leerzame ontmoetingen hebben kan.
Begrafenis Prof. Dr. D. Plooy
Op Zorgvlied te Amsterdam
Op Zorgvlied te Amsterdam is gistermid
dag ter ruste gelegd het stoffelijk overschot
Prof. Dr D. Plooy, hoogleeraar aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht en buitengewoon
hoogleeraar aan de Amsterdamsche univer
siteit, aan beide academies in de theologische
faculteit.
Uit den zeer breeden kring van professo-
n, predikanten, studenten en andere be
langstellenden heeft in de eerste plaats Prof.
Dr H. T h. O b b i n k, van Utrecht, het woord
gevoerd, die gewaagde van den diepen
indruk, dien het plotseling heengaan van
den ontslapene heeft gewekt. Den deg te vo
ren had hij nog geëxamineerd. Spr. schetste
<S* groote beteekenis van den overledene aan
de Utrechtsche Universiteit, diie door diit heen
gaan .ernstig is getroffen. Ook de nagedach
tenis van Prof. Plooy, besloot de hoogleeraar,
l1 in zegening blijven.
Hierna heeft. Prof. Dr H. A. van Ba
voor de Amsterdamsohe Universiteit getuigd
de breedie. plaats, die Prof. Plooy ook
hier innam. Zijn theologische studiën geven
het bewijs hiervan. Bij zijn heengaan worden
wij, zed spr., indachtig de broosheid van het
leven, maar ook bepaald bij het perspectief
van het leven na dit leven.
Medeleven uit Leiden
Namens de Ned. Herv. Gemeente te Leiden,
dd.e Prof. Plooy vóór zijn professoraat 13 ja
ren als predikant heeft gediend, heeft Dr J.
W. Groot Enzerink een gevoelvol woord
gesproken, waarbij deze spr. zich in het bij
zonder tot mevrouw Plooy en de kinderen
riohtte cn hen wees op de heerlijkheid, die
thans het deel is van den man en vader, dden
zij zoo lief hadden. Moge dit alleen u troost
geven, eindigd spr.
De heer G. Lans sprak nog namens die
theologisch)* studenten te Utrecht, de heer
J. van Leeuwen namens gelijke groep te
Amsterdam. Ds J. W. Goedhart was de
laatste spreker in de aula. Aan het graf heeft
na de teraardebestelling die oudste zoon dank
gebracht voor de groote belangstelling.
De begrafenisplechtigheid werd o.m. bij
gewoond door deputaties van hoogleeraren
aan de Universiteiten van Utrecht en Am
sterdam, van de Koninklijke Akademie van
Wetenschappen, van kerkeradon van de
Ned. Herv. Gemeenten te Leiden en Amster
dam, studeiitenvereenigingen, vertegenwoor
digers van het Ned. Bijbelgenootschap. Ook
merkten wij op wethouder Rustige, alsmede
Staatsraad Mr Dr J. Schokking, voorneen
predikant te Leiden.
DE „ADELAAR"
Ring Oud-Beijerland, die de Gemeente verzocht
den nieuwen predikan; staande Psalm 121 vers
4 toe te zingen.
ZENDING EN PHILANTHROPE
ZUIDER ZENDINGSFEEST
Woensdag 17 Juld a.s. zal in het Mastbosch
teBreda het 55e Z ui der Zendiingsfeest wor
den gehouden. Den avond te a-oren zal Ds E.
Emmen uit Breda op het terrein bij regen
in die Ned-. Herv. Kerk te Ginneken een
wijdingsure leiden.
Op den Zenddngsd'ag zelve Avordit het ope
ningswoord gesproken door Ds G. van Dijk
uit Breda. Vervolgens spreken: Ds W. Reus
uit West-Kapelle over „W ij hebben de zen
ding noodig"; Zendeling A. J. de Neef van
Nieuw-Guinea over „Onze Papotesche \roor-
gangers"; Ds A. T. W. de Kluis uit Vlissimgen
over „Zending en jeugd"; Zendingsdirector
Ds K. J. Brouwer uit Oegstgeest over „Wie
zal het keeren" en de heer J. van Bellegihetm,
Evangelist der stads- en iands-evamgelisatie
He» Brussel over „Het evangelie in Vlaande
ren". i
Schoolnieuws.
PROMOTIE Dr D. NAUTA
Bij de 5 Juli plaats gehad hebbende promotie
van Dr. D. Nauta, Geref. pred. te Woubrugge
aan de V.U. te Amsterdam, heeft de promoven
dus ook een 20-tal stellingen verdedigd. Wij
drukken er eenige van af.
Bij de beoefening der Vaderlandsche Kerkge
schiedenis zal meer dan tot dusver het geval is
geweest, met de betrekkingen tot de kerken en
de toestanden in het buitenland moeten gerekend
worden.
Aan een meerdere vergadering komt, naar Ge
reformeerd kerkrecht, de bevoegdheid toe, om
een Dienaar des Woords, ook zonder dat dit door
de plaatselijke kerk, aan welke hij verbonden is,
wordt verzócht, in zijn ambt te schorsen
De onderscheiding van een historisch en een
normatief gezag bij de Heilige Schrift is zakelijk
gerechtvaardigd.
Het Chiliasme miskent de bedoelingen Gods met
het volk Israël.
De noodleugen Is onder alle omstandigheden
met de wet des Heeren in strijd.
Het gebruik van het „Onze Vader" als besluit
van het vrije gebed en van het formuliergebed
is in strijd me; de strekking van dit volmaakte
gebed.
RIJKSUNIVERSITEIT TE UTRECHT
Bfj beschikking van den Minister van On
derwijs a.i., is mej. dr. A. Roes, te Heem
stede, toegelaten als privaatdocente in de fa
culteit der letteren en wijsbegeerte aan de
Rijksuniversiteit te Utrecht, om onderwijs te
geven in de archaeologie, met uitzondering
van de klassieke archaeologie.
onderwijsbenoemingen
Benoemd te Eindhoven aan de Chr. school
aan de Bezemstraat, mej. C. Visser te
Zwolle.
Mej. E. C. de Visser te Vrouwepolder E
benoemd tot onderwijzeres aan de bijzondere
6chool, uitgaande van de Geref. Gemeente te
Aagtekerke.
Benoemd tot hoofd der Chr. Nat. School te
Wythmen bij Zwolle de heer G. E. van N
onderwijzeres aan deze school, zulks in de
vacature J. Klynscra, aan wien wegens het be
reiken van den pensioengerechtigden leeftijd,
eervol ontslag is verleend.
HOOGERE THEOL. SCHOOL BUITENZORG
na een jaar is het geleden, dat (op 9 Augus
tus) door den Gouv.-Geoeraai tte Buitenzorg de
Hoogere Theo]. School werd geopend. Hoewel ei
dus nog niet veel kan gezegd worden van de
blijvende beteekenis der oprichting, werd ic de ver
gadering vao curatoren èn bestuur toch met dank-
baarheid teruggezien op de afgelegde eerste étappe*
Id de bespreking over het verrichte werk, v
aan ook de twee docenten, Dr. Ph. Muller Krüger
en J. H. de Groot deelnamen trad het groote
belang van het onderhouden der landstaal als
middel tot binding aan het eigen volk, aan
dag. Naast lessen in de Maleisdhe taal, die
alle leerlingen verplicht zijn, werd les gegeven
in het Chineesch, het Soendaneesch en het Ba-
taksch. Tijdens de groote vacantie, die de leer
lingen in hun eigen land doorbrengen is hun op
gedragen een opstel te maken over een bepaald,
voor ieder verschillend onderwerp, waarvan de
bestudeering hen noodzakelijk in nauw contact
moet brengen met het vol-k.
De 19 leerlingen (5 Ambonneezen, 4 Minahas-
sers, 4 Chjneezen, 3 Bataks, 1 Timorees, 1 Soen-
danees, 1 Indo-Europeaan) woonden tezamen
met de beide docenten in het internaat, dat onder
leiding stond vaa den heer en mevrouAv de Groot.
Het onderwijs viel uiteen in twee deelen: ele
mentaire ajgemeene en voorbereidende theologi
sche vakken. Onder de eerste worden genoemd:
behalve de Inlandsche en Chinee?che talen: Ne-
derlandsch. Engelsch, Duitsch, Geschiedenis (spe
ciaal in verband met het Joodsche volk), land
en volkenkunde, natuurkennis, muziek en gym
nastiek. Als voorbereidende theologische vakken
zijn aangewezen: kennis van het oude en h
nieuwe Testament, inleiding in het theologisch
in het Avijsgeerig denken.
AFVLOEIING VAN LEERKRACHTEN
De hoofdbesturen der Ver. van Chr. on-
denvijzers(essen) en van de Unie van Chr.
onderwijzers, hebben aan de besturen dor
bij hen aangesloten scholen de volgende
regeling inzake de afvloeiing van leer
krachten voorgesteld:
1 Zij die zulks Avenschen; 2 Gehmvde
vrouwen, tenzij kost winster van een gezin;
3 Zij, die op den datum van ontslag 40 of
meer voor pensioen geldende dienstjaren
hebben, waarbij ongehuwde, die niet eenig
kostwinner zijn voor de overige en in beide
groepen oudere in leeftijd voor de jongere
gaan; 4 Zij, die op den datum van ontslag
nog geen 35 jaar zijn en niet zes maanden
of langer gehuwd zijn of eenig inwonend
kostwinner, te beginnen met hen. die de
minste dienstjaren in totaal hebben; 5 De
overige, op den dag van ontslag beneden
35 jaar; volgorde binnen deze groep als iu
groep 4; 6 Zij, die op den datum van ont
slag 35 jaar of ouder zijn, nog niet zes
maanden of langer gehuwd zijn of eenig
kostwinner zijn; te beginnen met hen, die
WOENSDAG 10 JULI
HUIZEN 301 M. - NCR V-uk zending. 800
Schriftlezng en meditatie. 8.15—9.30 Gram.
pl. 10.30 Morgendienst olv. Ds. D Tom.
11.00-12 00 Ensemble v. d. Horst. 12.15 Gr.
pl. 12.45 Vervolg ensemble v. d Horst. 1.45
Gram.pl. 2.00 Enkrateia-kwartiertje. 300 Chr.
lectuur. 3.30—3.45 Gram.pl 4.00 Het Haag-
sche Trio en gram.pl. 5.00 Kinderuur. 6.00
Causerie Prof L. v d. Horst. 6.10 Gram.pl.
6.30 Afgestaan. 7.00 Ned Chr Persbureau.
715 Reportage. 7.30 Landbouwhalfuur. 8.00
Berichten 8.05 NCRV-orkest oh/. P. v. d.
Hurk. 9.00 Causerie Prof. J. W Geels. 9.30
..Lobgesang" van Mendelssohn, mmv. solisten,
het NCRV-orkest en de Kon. Utr. Vereen,
voor Kerkgezang olv. J. Wagenaar. 10.35 Be
richten. 10.40—12.00 Gram .muziek.
HILVERSUM 1875 M. - VAR A-uitzending.
10.00 vm. VPRO. 8.00 Orgelspel C. Steyn,
8.30 Gram.pl. 9,30 P J Kers: Onze keuken.
10.00 Morgenwijding 10.15 Voor arb. in de
ccotinubedr.: Mr. H. O. Drilsma (lezing),
Vara-tocoee] olv. W. v. Cappellen en gram.
pl. 12.00 De Zonnekloppers olv. C. Steyn.
12.45 Gram.pl. 1.00—1.45 Orvitropia olv J.
v. d .Horst. 2.00 De Flierefluiters olv E. Wa
lls. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Vara-orkest
olv. H. de Groot 6.30 Sportuitzendiog. 6.45
Srtijkorkest olv. E. WaHs. 7.10 Ir. L. S. P
Schepper spreekt over stadsuitbreiding. 7.30
Schalmei olv P. Renes. 7.50 ,Bi) deo ver-
keersdokter8.00 Herh. SOS-ber. Nieuwsbe
richten en Vara-varia. 8.15 Dubbel X olv. C.
SteyD mmv. Jenny Lee (zang). 8.45 ..De jacht
in de aacht", spel van F. v. Duin. MmvVara-
tocoeel olv. W. v. Cappellen. 9.35 Gram.pl.
10.15 Vara-orkest olv. P. Tiggers mmv Joh
Jong (orgel). 11.00—12.00 Gram.pl.
OROITWICH 1500 M. - 10 35-10 50 Morgen
wijding. 11.20 Gram.pl. 11.50 Orgelspel Q.
MacLean 12.35 Trocadero-Cinema-orkest olv.
A. v. Dam. 1.35 Orgelconcert H. Dawson.
2.20 Het Schotsche Studio-orkest. 3.10 Piano
recital T Marshall. 3.35 Sted. orkes; Bourne
mouth olv. R. Austin mmv. B. Marr (viool).
5.05 Gram.pl. 5.35 BBC-dansorkest olv. H.
Hall. 6.20 Berichten. 6.50 Orgelspel R. Dixon.
7.20 BBC-Northern-orkest olv. Morrison. 8.20
„Cable Ship", actueel hoorspel 8.50 Handel-
concert mmv. solisten, koor en strijkorkest olv.
Boyd Neel. 9.50 Berichten. 10.20 Nieuws uit
Amerika. 10.35 Het ParkingtoD-kwintet. 11.20
Nieuws uit Amerika. 1035 Het Parkington-
kwintet 11.20—12.20 Roy Fox en zijn band.
RADIO PARIS 1648 M. - 7 20 eo 8 20 Gram.pL
1235 Orkestcoocert oh/. Touche. 8.20 Zang.
9.05 Radio-tooneel. Hierna: Dansmuziek.
KALUNDBORG 1261 M. - 12.20-2.20 Concert
uit rest. „Wivex". 3.505.50 Omroeporkest
olv, Reesen. 8.20 Reportage. 9.20 Duitsche lie
deren. 10.3011.20 Omroeporkest olv. Johao
Hye-Knudsen.
KEULEN 456 M. 6 35 Orgelconcert. 11.10
Zang en piaoo. 12.20 Concert uit Breslau.
2.35 Gram.pl. 4.20 Piano-recital. 5.20 Orkest-
concert mmv. o.a. Grete Keiler. 7.20 Concert
uit München. 8.35 Zang. 9.05 Militair cco-
cert. 10.50—12.20 Populair orkestconcert.
)ME 421 M. 9.00 Radiotocoeel. 9.50 Sym-
BRUSSEL 322 en 484 M. - 484 M.» 12.20
en 1.302.20 Gram.pl. 5.20 Salon-orkest. 6.35
en 7.35 Gram.pl 8.20 Gulden-Sporendag-pro-
grarnma. 10.30—11.20 Trioconcert. 484 Ms
12.20 Gram.pl. 12.50 Salonorkest. 1.50-2.20
en 5.20 Gram.pl. 6.50 Reportage. 7.35 Gram.pl.
8.20 Omroeporkest olv. Gason. 10.30—11.20
Dansmuziek.
DEUTSTHLANDSF-NDER 1571 Meter.
8.35 Rijkszending: Singende Jugend. 9.05 Voor
dracht. 9.20 Blaasccncert uit Stettin. 10.20
Berichten. 10.50 Cello- en pianorecital. 11.05
Weerbericht. 11.20—12.20 Dansmuziek olv.
Rob. Gaden.
de minste dienstjaren in totaal hebben; 7
De overigen: zij, die de minste dienstjaren
aan de school hebben het eerst.
Beide hoofdbesturen vragen aan de com
missies van beroep zich hij hun beslissingen
door deze regelen te laten leiden en aan do
regeering in art. 91a l.o.wet 19:10 te bepalen,
dat het opnemen van een afvloeiingsrege
ling in iedere akte van benoeming ver
plicht is. Aan onderwijzers, die tegen ont
slag, gegeven volgens deze regeling, in be
roep zouden gaan, Avordt vanwege de ver-
eenigingen geen rechtskundigen bijstand
verleend.
(Zie voor Examens blz. 3)
Kunst en Letteren.
CORNELIE VAN ZANTEN 80 JAAR
Op 2 Augustus zal de bekende zangpaeda-
goge Cornelie van Zanten haar tachtigste
verjaardag vieren.
FEUILLETON
TOEN MOEDER WAS
HEENGEGAAN
Een klein nichtje bij zeven neven
(25
Jawel mevrouw, iik helb het hem twee
maal gegeven."
„Heeft Ursula het dan vergeten?"
„De jongeheer Avilde het alleen uit mijn
handen nemen."
„En hoe smaakte het beschuitje, mijn
kind? Vanavond krijg je er nog een, als
het je geen kwaad doet."
Al sprekende opende tante de kast en zag
(Jat de beschuit verdwenen was.
„Rosalie, je hebt hem er toch geen twee
gegeven? Je weet dat hij niet te veel op
eens mag eten."
„Neen, mevrouw, neen" antwoordde de
kamenier onverschrokken. „Ik dacht dat u
het wel goed zou vinden, als ik er haar
één gaf."
Zij wees met den vinger naar mij en
voegde er bij: „Zij had er zoo 'n trek in."
„Dat moet je niet doen", zei tante, „die
beschuitjes zijn voor zieken en niet voor
gezonde menschen. Ik begrijp niet hoe
Ursula er om kon vragen."
Tante keek mij boos aan. Ik was zoo
Verwonderd en overbluft, dat ik eerst
'dacht het verkeerd begrepen te hebben.
Het duurde eenige oogenblikken A'oordat ik
Uitriep: „Maar dat is niet waarl" toen tante
juist de kamer verliet
Rosalie keek mij scherp aan en zei: „Als
je er één Avoord van aan mevrouw zegt,
dan zal ik haar eens vertellen waar je
zonder haar toestemming heengaat! .te
dacht zeker, dat ik het niet wist. Overigens
zou mevrouw je toch niet gelooven."
Piet lachte en zei met een ondeugend
gezicht.: „Zij heeft do beschuit opgegeten,
zij weet het. best."
Ik kan niet zeggen Avat er op dat oogen-
blik m mij omging. Ik was buiten mijzelf
van woede, van haat en dorst naar wraak.
Als ik nog één oogenblik langer in Rosa
lie's tegenwoordigheid gebleven Avas, zou ik
haar, geloof ik, een klap gegeven hebben.
Gelukkig vluchtte ik bijtijds naar mijn
kamer. Ik Avierp mij op mijn bed, drukte
mijn gelaat in de kussens om mijn snikken
te smoren en herhaalde Avel honderdmaal:
„Moeder! moeder!" Avaarop ik eindelijk in
;?a£ p vieL
Toen ik ontAvaakte Avas het reeds donker.
Eerst dacht ik, dat ik zoo benauwd ge
droomd had, maar langzamerhand kAvam
mij alles duidelijk voor den geest. Het Avas
de eerste keer, dat ik iemand zoo had
hooren liegen en Avas er dus geheel van
in de war. Ik ging op den rand van mijn
bed zitten en schreide, wel niet zoo hevig
als straks, maar ik gevoelde mij zeer ont
moedigd, verlaten en beangst Tegen de
onrechtvaardigheid, waarvan ik het slacht
offer was, gevoelde ik geen kracht mij te
verzetten.
Thérèse kwam binnen en zag mij mede
lijdend aan.
„Je moet je dat zoo niet aantrekken",
zei ze, „het is toch geen misdaad als
een beschuitje opeet dat men je gege\'en
heeft... Rosalie heeft mij alles verteld."
Nadat ik Thérèse gezegd had wat er ge
beurd was, was zij even verontwaardigd als
ik.
,Het verwonderde mij al, dat zij zoo
goedgunstig was, die brutale meid. Zij is
tot alles in staat... Het is ongehoord, me
vrouw moet het weten."
,Och! Thérèse, zij zeggen dat men mij
niet gelooven zou, en er was niemand an
ders bij."
„Arm kind, men moet wel een slecht
karakter hebben om iemand zooveel ver
driet te kunnen aandoen. O! die slechte,
slechte meid."
„Zij eten, maar zonder zich om je te
bekommeren", hernam zij, na een oogenblik
zwijgens. „Maar je kunt toch niet tot
morgen zonder et«en blijven. Wil je met mij
naar beneden gaan?"
„O neen, ik avü niemand zien. De ge
dachte alleen Rosalie te ontmoeten, doet
mij reeds beven."
„Wel, dan zal ik je hier iets brengen.
Mevrouw gaat vanavond naar een partij,
maar morgen moet je haar alles A'ertellen.
O! die slechte Rosalie. Hoe durft zij mij
nog aanzien. Ik begrijp niet hoe het mo
gelijk is, dat iemand zóó slecht kan zijn."
Rosalie was de eenige persoon van Avie
Thérèse niet hield.
Nadat ik 's nachts heerlijk geslapen had
ging ik den a'olgenden morgen vrij Avat
kalmer naar beneden. Tante was alleen in
de eetzaal. Ik ping naar haar toe en zei:
„Tante, ik Avilde u iets zeggen."
Zij richtte haar koele blikken op mij, die
mij als het ware versteenden,, en stotterend
ging ik voort: „Ik heb die beschuit niet
genomen."
„Ik weet wel dat Rosalie je die gegeven
heeft maar jij hebt er om gevraagd. Ik ben
ook niet boos, omdat je dat beschuitje op-,
gegeten hebt, want dat beteekent niets;
maar het was zelfzuchtig en dat hindert
xruj."
„Maar ik heb de beschuit noch gevraagd
noch opgegeten, tante."
Zij keek mij met een verachtelijken blik
aan en zei: „Ursula, je bezjt reeds zooveel
ondeugden, voeg er de leugen ten minste
met bij."
„.Maar tante."
„Je behoeft het niet langer te ontkennen.
Piet en Rosalia beiden hebben gezien dat
jij het opat en waarom heb je mij dan de
waarheid niet dadelijk gezegd? Je moest
zeker eerst tijd hebben om een leugentje te
bedenken."
Tante stond op en keak mij nog boozer
aan. Ik hield haar bij haar japon terug,
want de verontA\*aardiging gaf mij moed.
„Ik heb nog nooit gejokt", riep ik uit.
„Avaarom zou ik het dan nu doen? O! het
is niet rechtA-aardig om mij te verdenken,
zonder dat ik mij verontschuldigen mag."
„Waarlijk juffertje! nu Avord je nog
brutaal ook... Zelfzucht, gulzigheid, onop
rechtheid en brutaliteit, Avaarlijk je bezit
móóie hoedanigheden!"
Hierop maakte tante zich van mij los en
verliet de kamer.
Een oogenhlikje later kwam Herminp
binnen om mij les te geA*en; zij zag mijn
beschreid gelaat en vroeg of ik ongesteld
was. Haar stem klonk zoo zacht en vrien
delijk bij die eenvoudige vraag, dat ik mijn
tranen niet kon bedwingen; zij legde haa
hand in de mijne en keek mij aan, hetgeen
zij zelden deed, zeggende: „Wat scheelt er
aan, arm kind?"
Ik had zoo 'n behoefte aan liefde en ver
troosting, dat die weinige woorden mijn
tong losmaakten en ik mijn hart geheel
voor haar uitstortte. Ik vertelde haar alles
wat er den vorigen avond gebeurd was; zij
luisterde aandachtig en ik zag dat zij mij
geloofde, wat mij onuitsprekelijk veel goed
deed.
„Ik heb nooit gejokt", zei ik tot haar.
„Moeder behoefde er mij nooit voor te
waarschuwen, want waarom zou ik ook
jokken? Als ik ondeugend geweest was,
sprak moeder zoo liefderijk met mij, dat ik
begon te schreien over het verdriet dat ik
haar had aangedaan en dan vergaf zij mij.
Nooit voegde zij mij een hard woord toe.
O! hoe geheel anders was het door haar
beknord te worden. Als u eens Avist hoe
goed zij was!" Juffrouw Hermine hield mijn
handen nog steeds vast en ik vlijde mij
tegen haar aan.
«Arm kind!" zei zij nog eens.
Er sprak zooveel zachtheid uit die woor
den en in haar oogen, die zij steeds op mij
gevestigd hield, las iets dat mij aan moeder
deed denkon.
„Wat moet ik wel doen, opdat tante mij
gelooven .1?" vroeg ik.
Zij dacht even na en zei toen: „Voor het
oogenblik kunnen wij niets doen., maar als
Piet beter is, zal ik hem dwingen aan zijn
moeder de Avaarheid te zeggen."
„Maar dat kan nog wel zoo lang duren."
„Je moet geduld hebben."
Julfrouw Hermine keek mij" bij die woor
den met een droevig lachje aan. Ik begreep
dat zij ook geduld moest hebben en vc.-i
verdriet had zonder zich er over te bekla
gen. Ik drukte een kus op haar hand, maar
zij trok die spoedig terug, terwijl zij een
hooge kleur kreeg. Zou zij boos zijn?...
„Wij hebben al veel tijd verpraat", zei ze
„laten wij nu spoedig aan het Averk gaan."
Nooit had ik met zoovee) lust geloerd als
dien dag; ik gevoelde mij niet meer ver
laten en wenschte dat de les wel den ga-
heelen dag mocht duren, maar hoe spoedig
was het uur om!... En toch bleef de juf-,
frouAv nog Avat langer om den verloren tijd,
zooals zij zich uitdrukte, in te balen, ter
wijl ik juist meende dat Avij onzen tijd zoo
goed besteed hadden. Toen tante binnen
kwam, vond zij ons nog aan het werk.
„Het is reeds meer dan tijd de les te
eindigen" zei zij. „hebt u niet gezien hoe
laat het al is? Ik houd er van dat een
ondenvijzeres mij den tijd geeft, die mij
toekomt, doch ook niet meer."
Blozend ston juffrouw Hermine op. Ge-
Avoonlijk zeer bleek, kreeg zij altoos bij de
minste aanleiding een kleur.
Tante voegde er nog bij: „Ik moet u nog
een enkel woordje over mijn nichtje spre
ken. Tk heb de treurige ontdekking (zerlnnn
dat zij wel eens iokt: wees dus voorzi- Mig
juffrouw, om ingeval zij u tracht te he-
dnegen u niet door haar te 'aten 'onnen."
„Ik gelnoF'. zei iuffrouw Hernrine.
Zij hielp op. want wat zou ze zeggen» Ik
k ek baar snieekond aan... Indien zij mij
vertrouwde, zou zij mij dan niet ver-
dedigen?
(Wordt vervolgd)