rcdIOij
Chr. Handeldrijvenden en
Industrieele Middenstand
De Levensloop van Pleter Peuter
l'T
WOENSDAG 3 JULI 1935
DERDE BLAD PAG. 9
Uit de Pers.
Over verantwoordelijkheid
Op de volgende wijze spreekt De Stan
daard duidelijk uit, hoe naar haar mee
ning de last der verantwoordelijkheid thans
rust op de sociaal-democraten, betreffende
het samenstellen der Colleges van Burge
meesters en Wethouders in enkele groote
gemeenten.
Dezelfde gronden worden aangevoerd, al*
wij deden, toen wij ditzelfde betoogden ten
opzichte van Rotterdam. De sociaal-demo
craten kunnen thans in beide steden hun
regeeringskunst toonen. De welvaart heb
ben zij in een doosje. De kiezers, die hen
Volgden, wachten op de daad.
Geen crisis meer, zei de heer Ter Laan
in den Rotterdamschen Raad.
Daar hebben de roode kiezers recht op.
De Standaard schrijft dan:
Sociaal-Democraten en Communisten
beschikken in Amsterdam en in enkele
andere plaatsen over de meerderheid in
den Gemeenteraad.
Wat zullen zij doen?
De Communisten in Amsterdam stel
den reeds een soort program op, dat zij
aan de Sociaal-Democraten ter overwe
ging aanboden.
Als laatstgenoemden willen, dan kan
er volgens de Tribune heel wat ge
beuren. De loonen van het gemeenteper-
soneel kunnen verhoogd worden. De „on-
derwijsverslechteringen" kunnen onge
daan gemaakt worden. Het bekende werk
verruimingsplan-De Miranda kan uitge
voerd worden.
Er blijft een kleine moeilijkheid. De
Sociaal-Democraten en Communisten leg
gen in September niet, een groot aantal
anillioencn. op tafel.
Wat de belastingheffing betreft, is er
weinig ruimte meer. Men kan eventueel
.voor de gemeentefondsbelasting overgaan
naar de 3e klasse, hetgeen vooral voor
de minder gesitueerden niet zonder be
denking zou zijn. Men kan ook de Perso
neel© belasting nog wat hooger opvoeren.
Maar dan is het ook uit. En deze verhoo-
gingen zouden voor de gemeente stellig
schadelijke gevolgen hebben.
Men kan ook schuld maken en de toe-
komst in gevaar brengen.
Gelukkig zijn er nog toezicht houdende
colleges, die waken! Anders zou het er
,voor Amsterdam en andere steden heel
donker uitzien.
Intusschen moeten de Sociaal-Democra
ten nu toonen, wat zij kunnen. De ver
antwoordelijkheid rust in de eerste plaats
op hen.
Onze Anti-revolutionaire mannen zijn
overal in de groote steden verre in de
minderheid. Zij kunnen ook bij de vor
ming van de colleges van Burgemeester
en Wethouders rustig toezien. Zij hebben
steeds getoond, dat zij verantwoordelijk
heid willen en kunnen dragen. Maar zij
behoeven geen mede-verantwoordelijkheid
op zich te nemen voor de daden van een
college, waarin zij weinig invloed zouaen
kunnen oefenen. Een college, dat boven
dien telkens weer gevaar zou loopen een
meerderheid van Sociaal-Democraten en
.Communisten tegenover zich te vinden.
De verantwoordelijkheid moet ten volle
gedragen worden door degenen, die zoo
vele kiezers door hun optreden bij de
stembus voor hun\ politiek hebben ge
wonnen.
De toezichthoudende colleges komen
voor een buitengewoon moeilijke taak te
staan. Ook de ontwikkeling van het ge
meentelijk leven zal. door den gang van
zaken geschaad worden.
Maar dat alles is niet onze schuld.
Wij hebben genoeg gewaarschuwd.
WORDT HET NATIONAAL
CRISISCOMITE OPGEHEVEN?
Aantal .giften sterk gedaald
Voor de zooveelste maal lezen we in de
Tel., dat dn de betrokken kringen ernstig
overwogen wordt het Nationaal Crisis Co
mité over eenige maanden op te heffen. Het
bestuur heeft sedert lang moeten constatee-
ren, dat het aantal giften zoowel in omvang
als in aantal dalende was, waardoor aan
de talrijke aanvragen om hulp niet meer
kan worden voldaan. Bovendien is het van
imeening, dat de opzet van het Nationaal
Crisis-Comité als een instelling van tijdelij-
ken aard niet meer overéénkomt met. de ont
wikkeling van de crisis, waarvan de duur
danger is dan men bij de aanvang heeft
vermoed.
Dit is niets nieuws.
Herhaaldelijk is reeds van de zijde van het
N.C.C. verklaard, dat de kwestie van ophef
fing telkens weer onder de oogen wordt ge
zien, piet alleen om financieele redenen,
maar omdat de abnormaal lange duur der
crisis er toe leiden moet, dat ten slotte het
werk van het N.C.C. overgaat naar bestaan
de overheidsorganen.
Jaarvergadering en congres
te Groningen
Gister is te Groningen de zeventiende
jaarvergadering van de Vereen, voor den
Chr. Handeldrijvenden en Industrieelen
Middenstand begonnen, terwijl heden het
Congres dier organisatie zal plaats vinden.
Gistermiddag ving de jaarvergadering
aan met een huishoudelijke zitting, die niet
voor de pers toegankelijk was.
De voorzitter, de heer W. G. Scheeres,
te Den Haag, hield in deze zitting een ope
ningsrede waarin hij
den leden een wel
kom in Groningen
toeriep en er op
wees, dat velen zich
nog de heerlijke da
gen herinneren, die
de Vereeniging er in
1921 doorbracht.
Spr. wees er op,
dat de organisatie
besloot tot het beëin
digen van de tegen
woordige bestaans
vorm van de Vereen,
en besloot over te
gaan tot den vorm
van een bond. Spr. bracht in dit verband
woorden van dank aan de commissie van
voorbereiding.
Met een citaat ontleend aan een meditatie
van Dr. Kuyper uit 1895, betoogde spr., dat
voor alle eeuwen de stem van den Hemel-
schen vader de menschen vermaant: Zijt dan
niet bezorgd tegen den morgen; want de
morgen zal voor het zijne zorgen, elke dag
heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad.
Dc vergadering ging daarna over tot be
spreking van de punten der agenda.
De Congreszitting
Gstermiddag ving het congres aan.
De Bondsvoorzitter, de heer W. G.
Scheeres te Den Haag, opende het
samenzijn, nadat gezonp-en was Psalm 68 10
en gelezen Je.saja 40 2631.
Na de verwelkoming van de gasten, o. w.
de vertegenwoordigers der regeering zoowel
Ijier te lande als in België, wees spr. er
W. G. Scheeres
op, dat sedert 1921, toen ook te Gro
ningen werd vergaderd, een groot verschil
van de conjunctuur is waar te nemen. Toen
schijnwelvaart en nu de dagen van neerge
ploft te zijn, om Dr. Colijns woorden te ge
bruiken, in een geheel andere wereld mot
zijn harde realiteit van strijd om bestaan
ol beter gezegd met zijn strijd om niet ten
onder te gaan.
Zij wier zakenleven beide perioden om
spannen,hebben naar waarheid de be-
teekenis geleerd van Asafs bede: Rijkdom
noch armoede geef mij die.
En als wij om ons staren, dan is daar
naast werkloosheid voor velen voor ande
ren het moeten werken voor bijna geen loon.
Beide zijn als striemende geesels over ons
zuchtend volk, waaronder ook in niet ge
ringe mate de middenstand bittere tijden
doorleeft, zoowel de handeldrijvende als de
industrieele middenstander en bovendien
zien beide groepen zich belaagd door vele
ouder en nieuwe vijanden, aanrukkend in
zwellende formatie van; belagende omstan
digheden, crisismaatregelen, veldwinnende
vooroordeelen.
In dit verband besprak de heer Scheeres
de „Nieuwe 'vrienden van den Middenstand"
waarover Prof. Diepenhorst zou spreken,
en hij stelde de vraag of dit misschien Prof.
Gelissen, de nieuwe minister van Econ. Za
ken zou zijn. Van Minister Verschuur baden
wij, aldus spr., groote vriendschapsverwach
tingen voor den middenstand.
Zijn opvolger Minister Steenberghe ver
rijkte met zijn „vestigingseischein" de rij van
voor de middenstand belangrijke wetsont
werpen met nog een exemplaar.
Zouden onder de Nieuwe Vrienden ook
gerekend worden, of zouden het soms zijn, de
nog maar steeds niet uit de parlementaire
molen willende komen wettelijke regelingen
betreffenae uitverkoopen, afbetalingsstelsel,
cadeaustelsel? Prof. Diepenhorst zal ons het
koord doorknippen, en het doek, dat de
beeldengalerij nog voor ons oog bedekt, zal
vallen.
Toch wilde spr. enkele Nieuwe Vijanden
signaleeren, die op 't vizier moeten genomen
worden. Nieuwe vijanden, althans belagers
van den middenstand, worden door ons, al
dus spr., zeer zeker geacht: De inkoop en
distributie door de Vereen, van Ned. Ge
meenten ter hand genomen, De enorme uit
breiding van de werkingsfeer van het Werk.
tuigenbureau van de diverse landbouworga
nisaties. (De Chr. Boeren- en Tuindershond
en de R.K. Landbouworgansaties doen hier
aan niet mee.)
Voorts allen, die geweldig meeroepen in
hot koor dergenen die beweren, dat de klein-
handelprijzen omlaag moeten doch zelve
uit eigen baat mede oorzaak blijven, dat de
vaste lasten voor den middenstand op het
hooge peil blijven, dateerend uit den hoog
conjunct uurtij d.
Denk ook aan de hooge rente-premiën en
belastingen, die op de zaken drukken, als
ook aan de veldwinnende mentaliteit om te
koopen van hen, die langs de deur gaan
en werkjes laten verrichten door lieden bui
ten de vakpatroons om.
Altemaal factoren die hun funeste ont
wrichtende invloed doen gelden en het den
Middenstand steeds moeilijker maken en
meer en meer belemmeren in zijn functie van
nuttig distributie apperaat en Centraal Bu
reau van goederen en arbeidskracht.
En voeg daarbij nog de ontstellende en
ongestoorde aanwas van het grootwinkel en
filiaalbedrijf en nog is de lijst van nieuwe
belagers niet compleet.
Tegen dezen stroom vermag de enkeling
niets en is alleen door middel van krachtige
organisatie een dam op te werpen en een
open oor en oog te bepleiten en te bevorde
ren bij de overheid, opdat niet de redden
de hand kome als het te laat is.
Maar daarnaast wil spr. den middenstand
toeroepen: Zoek toch vooral niet uw heil in
zuchten en klagen. Steun niet al te zeer op
de Overheidskrukken. Doorzoek of er een
schadelijke weg is in uw nering of hantee
ring. En trek dagelijks de lessen, die de
practijk des levens biedt.
Spr. hoopte, dat men van hier mocht gaan
met het gebed tot God om Zijn slaande hand
van ons te kunnen wenden en de bede om
kracht om in deze moeilijke lijden staande te
kunnen blijven. Maar naast het gebed ook
het arbeinen, als ware rentmeesters, we
tende, dat uit 's werelds duist're wolken
een licht der lichten is opgegaan en deze
Vredevorst aLeen kan gebieden den vrede op
aard en in mijn ziel.
Daarna verklaarde spr. het Congres voor
geopano.
Wijdingssamenkomst
Hedenmorgen ving een wijdingssamen
komst aan onder leiding van Ds. H. W. t e
Winkel, die sprak over het onderwerp:
Wat voorop moet staan.
Daarna werden in huishoudelijke zitting
de vraagpunten der afdeelingen behandeld,
waarna een toesspraak volgde van den heer
Ir. A. van C a 11 i e, vertegenwoordiger van
de Belgische Middenstand.
Prof. Mr. P. A. Diepenhorst te Am
sterdam, hield vervolgenis een rede over:
„Nieuwe vrienden van den Middenstand".
We komen hierop morgen breeder terug.
NEDERL. SLAGERSBOND
44ste Congres te Arnhem
Krachtige, doelbewuste
maatregelen gevraagd
In „Musis Sacrum' 'te Arnhem werd van
daag gehouden het 44ste congres van den
Ned. Slagershond.
De vice-voorzitter, de heer E. Weiraa van
Leeuwarden, zeide in zijn openingswoord
o.m., dat uit het werk van bondsbestuur en
^bureau wel gebleken is dat trots teleurstel
ling en tegenheden een krachtige doorge
zette actie en een openlijke gerechtvaardig
de eerlijke critiek toch wel in staat zijn iets
te bereiken.
Dat, is b.v. gebleken toen eind Oct. '34 de
crisisheffing op het rundvleesch tot op de
helft werd verlaagd. Dat is opnieuw geble
ken hij de Crisis var kenswet. De herziening
van het Baconcontract is er het resultaat van
geweest, door de goedkoopere uitvoering der
wet kon de heffing van 9 tot 6 cent per kg.
terug worden gebraoht Dat is opnieuw ge
bleken uit het rapport-Beumer. En nogmaals,
dat is gebleken op 6 Augustus '34 toen de
heffing op vet en reuzel van 35 tot 24 ets.
werd verlaagd.
De slagersstand wacht met spanning op
spoedige afdoende voorziening in de gebre
ken van de Vleeschkeuringswet. In den
goeden tijd werd dit nog zoo ernstig niet
gevoeld, maar thans drukt alles dubbel
zwaar.
En niet slechts door de leemten t.a.v. de
vleeschkeuring, maar ook in ander opzicht
wordt de toestand ernstig. Wanneer er niet
spoedig verandering komt, dan wordt het
zakendoen onmogelijk gemaakt. Want de
noodtoestand eischt dagelij ks slachtoffers in
ons bedrijf.
Het huidige tijdstip vraagt ingrijpende
maatregelen op het gebied van de maat
schappelijke herordening. Het vraagt naar
onze meening „geen beloften" maar daden,
maatregelen, krachtig en doelbewust.
Jaarverslag
Het Jaarverslag vangt aan met een
woord van afscheid van den Bondsvoorzitter
den heer W. Schaab te Nijmegen, die na 16
jaren deze functie te hebben vervuld, op 2
Juli het voorzitterschap neerlegt.
Het Adviesbureau van den Bond en de
verschillende instellingen (Overlijdensfonds,
collectieve verzekeringen, de J. A. Schon-
thalerstichting, de ziekte-risicovereenging
„De Samenwerking" waarvan de Ned. Sla
gershond mede-oprichter is) zijn wederom
voor de leden van den Bond van groot nut
gebleken. Uit het overlijdensfonds vondèn
in het verslagjaar 18 uitkeeringen van f 100
plaats.
Per 1 Juni 1935 telde de Ned. Slagershond
3355 leden, verspreid over 110 afdeelingen,
en 89 persoonlijke leden, totaal dus 3444
leden. Zelfs dit crisisjaar werd nog een, iij
het kleine, ledenwinst geboekt, n.l. van 38
leden.
Afscheid van den Bondsvoorzitter
In een gisteravond gehouden samenkomst
heeft, de Bond afscheid genomen van zijn
voorzitter, den heer Willem Schaab
uit Nijmegen, die den Bond 16 jaar met
groote toewijding heeft gediend. Hem werd
een schilderij van het Bondsbestuur aange
boden en het geschilderd portret van zijn
kleinzoontje. Beide geschenken gingen van
een oorkonde vergezeld.
DE STEUN AAN DE
SCHEEPVAART
Voorloopig verslag van de
Tweede Kamer
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer inzake het wetsontwerp tot toeken
ning van rentelooze voorschotten ten be
hoeve van de scheepvaart, is het volgende
ontleend:
Het ontwerp vond algemeen instem
ming. Echter werd er van verschillende zij
den op gewezen, dat de hulp, welke thans
aan de scheepvaart geboden zal worden,
geenszins afdoende zal zijn. In dit verband
zou men gaarne worden ingelicht over de
vraag, hoe de regeering zich de verdere
steunverleening aan de scheepvaart voor
stelt
Verscheidene leden betreurden ern
stig dat de kleine zeescheepvaart niet
voor steun in aanmerking zal komen.
Zij dringen er op aan, de kustvaart
niet van de steunverleening uit te
sluiten, al zal zij wellicht volgens an
dere maatstaven moeten worden ge
steund dan de groote zeescheepvaart.
Vele leden wenschten te worden inge
licht omtrent het standpunt der regeering
met betrekking tot het passagiersvervoer op
Noord- en Zuid-Amerika. Het standpunt, dat
de regeering in dezen schijnt in te nemen,
er op neerkomende, dat het groote passa
giersvervoer van en naar dit werelddeel zou
moeten worden prijsgegeven, omdat de Ne-
derlandsche reederijen toch niet zouden kun
nen concurreeren tegen de sterk gesubsidi
eerde buitenlandsche concurrenten, konden
verscheidene dezer leden geenszins deelen.
Zij zcuden het noodlottig achten, in
dien de Nederlandsche scheepvaart op
Noord- en Zuid-Amerika zich voortaan
tot de vrachtvaart zou moeten beper
ken. Deze leden zouden het veeleer toe
juichen, indien de regeering er toe
kon besluiten, den bouw van een twee
de schip van het type Statendam mo
gelijk te maken. In ieder geval dron
gen zij er krachtig op aan, dat in deze
aangelegenheid nu met den grootsten
spoed een beslissing zal worden ge
nomen.
De Kon. Hoil. Lloyd
Welke plannen heeft de regeering, zoo
werd gevraagd, ten aanzien van den Kon.
Holl. Lloyd? Betreurd werd, dat het passa
giersvervoer is opgeofferd. Zal het mogelijk
zijn, zoo werd gevraagd, althans de vracht
vaart in den tegenwoordigen omvang in
stand te houden? Sommige leden zouden
gaarne vernemen, of het initiatief tot het
aanvragen van surséance van de revering
is uitgegaan. Wat zullen de gevolgen van
deze surséance zijn voor het personeel en de
gepensionneerden? Waarom dezen aan hun
lot overgelaten?
Deze laatste vragen gaven een aan
tal leden aanleiding te betoogen, dat
het hoog tijd wordt wettelijke maatre
gelen te nemen, opdat de bezittingen
van aan ondernemingen verbonden
pensioenfondsen niet met de activa
van die ondernemingen zelve ver
mengd worden. Zij drongen er op aan
een zoodanige regeling te treffen, dat
dergelijke fondsen voortaan rechtsper
soonlijkheid en een eigen beheer* krij
gen, waarbij ook aan het personeel in
vloed wordt toegekend.
G pepermunt
DONDERDAG 4 JULI
HUIZEN 301 M. - 8.00-9.15 KRO. 10.00
NCRV. 11.00 KRO. 2.00 NCRV. 8.00-9.15
en 10.00 Gram.pl. 10.15 Morgendienst olv. Ds.
G W. v Deth. 10.45 Gram.pl. 11.30-12.00
Godsd. halfuur. 12.15 Orkestccocer,t en gram
pl. 2.00 Handu-erkcursus. 3.003.45 Zang
door A. Goettsoh (sopraan). A. d. vleugel:
mevr. W. GoudaDen Hertog. 4.00 Bijbelle
zing Ds. E. J. H. v. Leeuwen, mmv. bariton en
orgel. 5.00 Handenarbeid voor- de jeugd 5.30
Orgelspel S. P. Visser. 6 30 Gram.p. 6.43 Cau
sene A. Stapelkamp. 700 Politieber. 7.15 Re
portage. 7.30 Jouro. weekoverzicht door C.
A. Crayé 8.00 Vaz Dias. 8.05 Haarl. Orkest
vereniging olv. M. Adam, mmv. C. Luitje;
(piano). 9.00 W. A. Kruijsdijk: Gevaren var
den weg. 9.30 Vervólg concert (Om 9.55 Be
richten. 10.30—11.30 Gram.pl.
HILVERSUM 1875 M. AVRO-uitzending.
8.00 Gram.pl .9.00 Ensemble Francis Keth.
10 00 Morgenwijding. 10.15 Gram.pl. 11.00
Knipcursus mevr. I. de Leeuwvan Rees.
11.45 Gram.pl. 12.30 Jetty Cantor en haar or
kest. In de pauze: gram.pl. 2.00—3.45 Omroeip
orkest olv N. Treep mmv. E. Veen (piano)
en gram.pl. 4.00 Voor zieken en ouden var
dagen. 4.30 Gram.pl. 5.00 Voor groote kinde
ren. 5.30 The Continental Five en gram.pl.
6 30 Sportpraatje H. Hollander. 7.00 Omroep
orkest olv N. Treep. 7.25 „Botsingen
8.00 Berichten. S.05 Omroeporkest olv. N.
Treep. 830 „AVRO-Ruiters attentie!". Be
kendmaking der winnaars van AVRO s slip-
jacht door R. de Clercq. Mmv. Kovacs Lajos'
orkest. 9.30 Disco-nieuws. 10.00 Vervolg v?~
830. 10.45 Gram pl. 11.00 Berichten. 11.10-
12.00 De AVRO-Decibels olv. Eddy Meenk.
Het Rutland Square en New Victoria-orkest
olv N. Austin. 1.05 Gram.pl. 1.40 Speeches
aan het noenmaal van de Empire Parliamen
tary Association. 2 10 Pattisons salon-orkest.
3.20 Vesper. 4.10 H. Darewski en zijn orkest.
5.05 Orgelconcert T. W. North. 535 E. Pi-
ni's tango-orkest. 6.20 Berichten. 6.50 Het
Parkington-kwlotet. 7.35 BBC- dansorkest.
olv. H. Hall. 7.35 Radio-tocneel. 8.20
..L'Amour des trois oranges", van S. Proko-
fiew olv. Alb. Coates 9.50 Berichten. 10.20
Kerkdienst. 10.35 BBC-theater-orkest olv. A.
Wood 11.35—12.20 Het Casani Club-orkest
olv. Charlie Kunz.
RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en 8 20 Gram.pL
12.35 Kamermuziek olv. Doyen. 5.05 Radio-
tooneel. 9.05 Nat. orkest olv. Inghelbrecht
mmv, Raugelkoor. Hierna dansmuziek
KALUNDBORG 1261 M. 12.20—2.20 Ccncert
uit rest. „Ritz". 3.00 4 50 Reportage. 635—1
6.55 Piano-recital. 8.20 Trio-ccncert. 9.00—4
2.20 Dansmuziek voor de jongeren.
KEULEN 456 M. 6 35 Concert. 12 20 Omroep.
orkest en solisten. 2 35 Gram.pl. 4.20 Guitaar-
spel. 5.20 Omroepkleinorkest. 8.30 Militair
concert. 10.50 Dansmuziek. 11.20 Ccncert uit
München mmv. pianosolist. 11.45—12 20
Dansmuziek.
BRUSSEL 322 en 484 M. - 322 M.« 12 20
Gram.pl. 12.50 Salonorkest. 1.50—2.20 en 5 20
Gram.pl. 6.50 Zang. 7.35 Gram.pl. 8.20 Vo
caal concert. 10.30— 11.20 Gram.pl 484 M:
12.20 Gram pl. 1.30-2.20 dito. 5.2Ö Orgelcon
cert. 6.20 Gram.pl. 6.50 Salonorkest. 7.35 dito.
8.20 Omroeporkest olv. Gason. 10 30—11.20
Dansmuziek.
Dé l 'TSCH LAND SENDER 1571 Me<er.
8.30 „Hein Godenwind, der Admiral von
Moskitcnien". hoorspel. 9.40 Volksdansen.
10.20 Berichten. 1030 Orgelspel. 1100 Weer
bericht. 11.20 Concert uit München. 11.45—*
12.00 Robert Gadens dansorkest.
Land- en Tuinbouw.
Zesde landbouwweek
Ruim driehonderd deelnemers
De zesde landbouwweek wordt thans te
Wageningen gehouden en geniet veel be
langstelling. Ruim 300 deelnemers hebben
zich laten inschrijven.
Bij de opening wees de voorzitter, de heer
T. A. C. Schoevers er op, hoe het co
mité gemeend heeft ook dit jaar weer een
Landbouwweek te moeten houden, opdat
wij, als de crisis eens over is, het beste pro
duct tegen den laagsten prijs op de wereld
markt kunnen brengen. Het groot aantal
deelnemers bewijst, dat de commissie in de
zen juist gezien heeft.
Spr. herhaalde wat prof. dr. Grijns Vrij
dag ji.1. bij zijn afscheid heeft gezegd, en
herinnerde voorts aan de woorden van twee
andere groote Nederlanders n.l. J.Pzn. Coen
„Dispereert. niet", en Maarten Harpertszn.
Tromp: „Couragie, 't za] waarachtig wel
gaan". Met den wensch dat de landbouwer
niet zal dispereeren, en dat de landbouw
in de naaste toekomst waarachtig wel gaan
zou verklaart spr. de Landbouwweek ge
opend.
Hierna werd de z.g.
Zuiveldag
gehouden. Als eerste spreker trad op de
heer W. N. Blink te Leeuwarden. Hij be
handelde: De beteekenis van de veehouderij
en de zuivelbereiding voor den Nederland-
schen landbouw.
Gewezen werd op het feit, dat van den
Nederlandschen cultuurgrond co. 600.000
H.A. overwegend door akkerbouw wordt in
genomen en ca. 1.700.000 H.A. of driekwart,
waar de veehouderij de bedrijfsinkomsteu
geeft.
Daar de export zeer beperkt is, moet ae
verhouding thans beschouwd worden als
producent van voedsel voor eigen land en
wel van eiwitten en vetten. De akkerbouw
levert de noodige koolhydraten. Samen
kunnen ze in de bestaande behoefte voor
zien. Daarom is in deze tijden beperking
van de invoer aan te bevelen.
Tweede spreker was de heer J. A. G e-
1 u k, die handelde over: „Maatregelen
tot bevordering van den afzet van melk- en
zuivelproducten".
Spr. wees op de groote teruggang van
den zuivelexport, die in de laatste vijf jaar
met 145 millioen terugliep. Exportvergroo-
ting is thans niet denkbaar. Wel moet gelet
worden op vergrooting van binnenlandsch
verbruik.
Omgerekend per jaar en per hoofd der
bevolking verbruikt Nederland 357V£ K.G.
melk terwijl van 15 andere ons omringende
landen dit cijfer is 460y2 K.G. Als het melk-
verbruik tot dit gemiddelde werd opgevoerd
was dat 824 millioen K.G. per jaar, dat is
meer dan de melk van 210.000 koeien, die
de laatste twee jaren afgeslacht zijn.
De boterprijs'is te hoog. Beteugeling van!
de margarinefabricage zou boterverkoop
vergrooten. Gewezen werd op de propagan
da voor het melkbrood.
Bij de bespreking bleek, dat meerderen
de verlaging van den boterprijs noodig ach
ten, terwijl het margarinemenggebod van
25% algemeen afgekeurd werd.
Maar dan 0 wee, wat 'n ongeluk!
Heel d'auto verdwijnt opeens met 'n ruk-
Pictei trapte op de gaspedaal
En heel het geval ging aan den haal!
De bestuurder slaat
Met z'n neus op straat:
Hilda roept. „Help!"
Ze weet geen raad!
De auto toert oen paar keer rond,
Vliegt dan rechtuit, en schiet terstond.
Met veel gckiaak en veel geknal,
De bakkerij in van Van Hal
Bij m'n leven,
Dat zal wat geven!
'k Zit er nu al
Van te beven!
(Wordt Vrijdag 1.
FEUILLETON
TOEN MOEDER WAS
HEENGEGAAN
een klein nichtje bij zeven neven
Zij ging de plaats over, zonder eenmaal
op te zien. De portierster, die bezig was met
vegen, ging niet voor haar uit den weg;
het dunne manteltje, dat haar tengere leden
omsloot, kon haar onmogelijk tegen de gure
koude beschutten. Waar zou zij wel heen
gaan? Zeker andere kinderen les geven,
even ondeugend als Piet Niet alleen buiten
zou ze kou lijden, maar zelfs nog in de ver
warmde kamers, waar een koele ontvangst
het hart versteent.
Haar met mijn gedachten volgende, her
innerde ik mij eensklaps dat haar moeder
thuis op haar wachtte; terwijl ik mijn boe
ken bij elkander pakte om ze mee naar
mijn kamer te nemen, dacht ik bij mijzelf:
ze is toch nog de gelukkigste van ous
beiden.
Dien middag was mijn vooruitzicht niet
heel prettig, want ik moest nicht Amelia
een bezoek brengen. Ik beefde al toen ik
er maar aan dacht en ging naar Thérèse
om mij wat moed te laten inspreken, want
zij beschouwde alles altijd va,n de beste
zijde.
„Daar doe je goed aan, om die arme
dame eens te bezoeken... Zij is altijd alleen
nooit komt er iemand bij haar... Het is wel
treurig, als men niemand op de weield
heeft om lief te hebben."
„Maar zij is ook zoo... zoo...".
Ik zocht naar een woord, dat niet al te
hard klonk, want Thérèse's goedhartigheid
maakte mij beschaamd.
I ,,'t Is waar, zij is niet beminnelijk", zei
Thérèse, „maar hoe zou zij dat ook kunnen
zijn, als niemand haar liefheeft? En bedenk
eens, hoe eenzaam zij het daar bovsn moei
hebben!... Zij heeft niet eens een meid oin
haar te bedienen... zij gunt zichzelf mets;
zij leeft van het afval van anderen."
„Afval!" herhaalde ik verwonderd.
„Ja, dat zegt men zoo, als men zoo van
de genade afhangt. Soms vraagt mevrouw
haar ten eten en dan kan ze ten minste
haar hart eens ophalen."
„Maar waarom leeft zij zoo?"
Sommigen beweren dat zij zoo gierig is,
maar ik zeg dat zij geen geld heeft o:u
anders te kunnen leven, want waarom zou
zij zich dan zoo bekrimpen'' Met Nieuw
jaarsdag heeft zij Rosalie, Willem en mij,
ieder een tienstuiverstukje gegeven. Rosalie
weigerde het aan te nemen, maar ik niet
en zei: „Dank u wel, juffrouw, ik zal het
in den spaarpot van Frans doen Waarom
zou men zoo '11 kleinigheid niet aannemen?
Het kost haar misschien veel meer. tien
stuivers te geven dan aan een ander tien
gulden. Wees nu maar heel lief tegen haar
kind, en bedenk dat iemand, die niemcr.d
in de wereld heeft om lief te hebben, zeer
te beklagen is."
Dit bevestigde ik uit den grond vin mijn
hart en Thérèse begreep mij en knikte mij
vriendelijk toe: meer kon zij niet. doen,
want zij was druk bezig met het doeg van
de pudding te kneden, maar haar glimlach
was mij voldoende.
„Daar wordt gescheld" zei zij, .,en Willem
is heel boven, wat zal ik nu doen?"
„Ik zal wel even opendoen", riep ik en
snelde naar voren. Het was Anna, die mij
een pakje brieven overgaf en zei: „Het
kind daar ginder spreekt iederen dag over
u... Zij vraagt mij telkens, of die lieve
jongejuffrouw nog niet eens terugkomt."
„Welk kind?"
,.,Och! dat kleine zieke meisje hier over,
wier vogeltje bijna door uw kat opgegeten
was."
Toen vrouw Anna over de kat sprak,
keek zij mij niet zeer vriendelijk aan en
voegde er bii: „Wanneer ik den gantchen
dag niets te doen had, liet ik mij niet zoo
lang bidden om een arm verlaten kind
eens op te zoeken."
Ondanks de niet zeer beleefden verm,
waarmee zij haar verzoek deed, verheugde
het mij toch dat er iemand was, die naar
mij verlangde, en die ik een weinig genoe
gen kon verschaffen.
Ik wist, daj wanneer oom en tante uit
waren, de brieven altijd op een tafeltje
werden geleg&l terwijl ik dit deed viel er
een op den gk>nd en ik haastte mij dien
op te rapen. R»t adres was met groote,
ronde, onduidelijke letters geschreven,
maar toch leesbaar, want ik zag dadelijk,
dat mijn naam er op stond. Die brief was
dus voor mij... Het eerst wat ik deed. was
nag.r Thérèse gaan om haar deelgenoot van
mijn geluk te maken; zij scheen bijna even
verheugd als ik.
„Kom, ga daar nu bij het raam zitten,
dan kun je je brief op je gemak lezen en
mij er later het een en ander uit vertel
len. Het is prettig een brief te krijgen
waarnaar men zoo verlangd heeft... Ik weet
nog hoe gelukkig ik was toen Frans bi;
zijn min was en mij schreef dat hij gezond
en sterk was en al begon te loopen."
Het was de eerste maal dat ik een brief
kreeg. Er was geen couvert om. maar op
ouderwetsche manier toegevouwen en met
een ouwel toegemaakt; ik moest hem aus
zeer voorzichtig openen om hem niet te
scheuren. Thérèse wees mij een lade. waar
in een schaar lag en ik ging op de piaats
zitten, die zij mij had aangewezen, om
rustig te kunnen genieten.
Nauwelijks had ik boven aan de eerste
bladzijde het woord „Wilgenhof" gelcaen,
of de tranen benevelden mijn gezicht en ik
moest ze eerst goed afvegen, om liet vol
gende te kunnen lezen:
Lieve Ursula,
Ik neem de pen op, 0111 je te doen
weten dat je ons lang op tijding van je
laat wachten. Zij zijn erg bedroefd, dat
je weg zijt, en oom is sedert je vertrek
lang zoo vroolijk niet meer. Je bent nu
pas drie dagen weg en het schijnt ons
wel drie maanden toe. De kat troost
zich nog al en neemt je plaats in den
leuningstoel in: waar ze bijna den ge-
heelen dag ligt te slapen, maar Castor
zoekt je overal en schijnt al blaffend te
vragen waar je ben. De kippen leggen
geen eieren meer of misschien weet ik
ze niet zoo goed te vinden als lij.
We hopen, dat je een goede reis gehad
hebt. Schrijf ons nu spoedig, want wij
missen je erg. Groet al die heeien en
dames van ons.
Vaarwel, mijn lieve Ursula, in gedoch
ten geven we je een hartelijkon kus.
Je tante,
A. Rebel.
P.S. Hierbij zend ik je hot laatste
bloempje van den heester vlak voor ons
raam. Wij bidden den goeden God dage
lijks, dat Hij je bescherme en zegenc en
je steeds meer op je moeder doe ge
lijken Nogmaals, vaarwel mijn snoesje.
Dit laatste woord was verscheiden malen
doorgeschrapt en op verschillende manie
ren geschreven, maar eindelijk gaf de goeie
tante Rebel toch de voorkeur aan de spel
ling, die ik hier weergeef. In drukte een
kus op dat woord, want het was als hoorde
ik het mij opnieuw door die vrienriel.jke
stem toefluisteren. Daarop begon ik te
schreien, alsof mijn hart zou breken en
Thérèse vroeg mij verschrikt of ik slechte
tijding ontvangen had.
„O! neen, neen, ik ben zoo gelukkig rret
dien briet. maar schreien moet ik, anders
stik ik nog."
Toen ik eindelijk wat bedaarde, las ik
Thérèse den brief voor, en vertelde haar
opnieuw van „Wilgenhof", van oom en
tante Rebel, van Castor, mijn kippen, mijn
bloemen, die kleine, stille, vriendelijke
omgeving, waar ik mij zoo gelukkig had
gevoeld. Driemaal las ik mijn brief over en
deed hem toen in mijn laschje bij moeders
portret en zei aan Thérèse, dat ik *«nte
wilde antwoorden maar ik had t-apier
noch enveloppen. Thérèse bezat ze ook
niet en ik moest dus wel wachten totdat
tante thuiskwam. 1
„Vergeet de visite bij je nicht Amelia
niet", zei Therèsa.
1 Die had ik geheel en al vergeten en ik ver
onderstel dat ik niet heel vroolnk keek,
toen Thérèse er mij aan herinnerd o.
HOOFDSTUK X
onaangename ervaringen
Tegen mijn zin moest ik wel besluiten
dat bezoek af te leggen. Therèse wees mij
den weg, opende mijzelf de deur en wachti
te. totdat ik de plaats over was. In hot
voorbijgaan wierp ik een blik op Anna's
kamertje, vlak tegenover de keuken en de
keukentrap, die op het nauwste gedeelte
van de plaats uitkwam; ik moest de
woning van den portier voorbij om de
trap te bereiken die naar nicht Amelia's
vertrek leidde. De portier, die tevens kleer
maker was, keek mij eens aan. ik groette
hem beleefd en zei: „Goeden morgen, mijn
heer", wat hem veel pleizier scheen te doen
althans hij zei tot ziin vrouw die mij ook
opnam: „Die jongejuffrouw weet neg eens
hoe het behoort."
„Zij is ten minste beleefder dan die kwa
jongens van den dokter", zei zijn vrouw.
.Mijnheer Albert is wel beleefd zei de
tnan, „en wat den jongeheer Paui omgaat
hij is wel wat ondeugend, maai- herinner
ie eens, wat hij voor mij ;°doan hee't toen
ik ziek was; ik ben overtuigd dat hij een
goed hart heeft."
'(Wordt vervolgd)