or Onze Vrouwen WEKELIJKSCHE B IJ L A G E Stoom-Wasch- en Strijkinrichting „AURORA" W. SPIERENBURG C.Wzn, UTRECHT KONINGSWEG 56 - Telef. 11165 Postrekening No. 43430 Opgericht 1856 Geheel naar de eischen des tijds ingericht Wascht uitsluitend met nortonwater VRAAGT TARIEVEN „Er is een grens aan de voorzorg die de menscii in zijn leven neemt; en de borizon van die grens is zijn verlroura op God". HAAR EN HAARVERZORGING Een specialist aan het woord Merkwaardig is het, dat de laatste jaren 'de klachten over haaruitval en andere haar ziekten zoo zijn toegenomen. Lette men vroeger weinig op zijn 'hoofdtooi, gaven vooral de vrouwen er minder om, hoe haar kapsels eruit zagen, ofis er inderdaad een vrij algemeene achteruitgang van hel hoofdhaar te bespeuren? Wie iets van cultuurgeschiedenis afweet, en speciaal van de historie der mode, zal aanstonds de veronderstelling, dat eertijds de dames minder om heur haar gaven dan thans, moeten verwerpen. Wij roepen daar toe slechts in de herinnering, welke kost bare en zeer bewerkelijke kapsels gedragen werden in de tijden der laatste Fransdhe koningen. Welk een dolzinnige verspilling, welk een teugellooze fantasie traden daarbij aan den dag! Zouden de klachten over het haar dan wellicht hun grond hebben in de heden- daagsche haarmodes, speciaal die, waarbij het haar kort wordt gedragen? Er is onge twijfeld voor deze laatste veronderstelling iets te zeggen. Wie 't haar „bobbed" draagt, „shingled" of „permanent waved" welk een massa bastaard-woorden en vreemde uitdrukkingen zijn er toch in onze lieve Ne- derlandsche taal in omloop die gaat zich ook in den regel aan allerlei kunstbewer kingen övergeven, om het kapsel goed in den geest van zulk een stijl verzorgd te houden. En dat het meerendeel dezer haar- Verfraaiingen nie^ tevens verbeteringen voor het haar zelf beteekencn, daarover zal men het vrij algemeen eens zijn. Houden wij er tenslotte rekening mede, dat zenuwleven en gezondheid van het haar zeer nauw met elkander verband houden, dan begrijpen wij, dat ook onze gejachte samenleving hier een ernstig woord mee te spreken heeft Haar-klachten zijn er dus in voldoende mate aanwezig, om het onderwerp voor heel veel menschen belangrijk te maken. Maar waar vindt men een betrouwbaar antwoord op de vraag, hoe men zijn haar het best onderhouden, of in zijn eertijds zoo mooien Vorm weer terugkrijgen kan? Onwillekeurig denk je hier aan den kaal- hoofdigen man, die geschoren werd, en ter wijl de barbier hem inzeepte, wist deze met zoo n klem van argumenten voor de toepas sing van een nieuw liaarmiddel te pleiten, dat de kale na zich afgedroogd te hebben zijn beurs trok en dit middel resoluut kocht. Maar wat ziet hij hij het verlaten van den winkel? Op de toonbank ligt een boek met den suggestieven titel: „Hoe moet ik haarmiddelen verkoopen?" Bij den aanblik daarvan voorvoelde de kooper, dat alle ar gumenten. waarmee men hem overtuigd had, waardeloos waren geweest en natuur lijk, de uitkomsten gaven hem tenslotte gelijk! Nu ligt hier vóór ons een boek, dat ons Vertrouwen inboezemt. Het heet: „Hoe moet ik mijn haar wasschen en verzorgen?" cn is geschreven door dr P. H. van der Hoog. (Uitg. Nijgh en Van Ditmar NV, Rotterdam) Schrijver, een dermatoloog, geeft hier be langrijke beschouwingen over de huid en haar functies, het haarwasschen, haaruitval hij vrouwen, haarkrullen en onduleeren, oogharen en wenkbrauwen, enz enz. Een enkele belangrijke bladzijde willen wij hier ter kennismaking overnemen: „De manieren, waarop men tegenwoordig het haar kan beschadigen, zijn tallooze, en als zoodanig kennen wij de haarw asschin- gen, frictions, shampooings, het haardrogen, het onduleeren, friseeren en tenslotte de permanente frisuur, de zgn. permanent hairwaving. Verder heeft men al de ont- kleuringsmiddelen en haarkleurmiddelen, wier werking blijvend is, maar die, doordat het haar voortdurend groeit, ieder oogen- blik weer bijgewerkt moeten worden. Ik moet beginnen met op te merken, dat sommige van deze bewerkingen op zichzelf niet zoo schadelijk zijn, maar ze worden 't, doordat ze voortdurend herhaald worden. Een enkele verkeerde behandeling zal zoo erg veel kwaad niet doen. Men merkt de aangelichte schade niet zoo direct en meent dat men safe is, en door de herhaling van het kwaad ontstaat de blijvende beschadi ging. In de eenste plaats de haarwassching. De zeep, die hiervoor gebruikt wordt is alca- lisch en alle alcalische stoffen lossen, wan neer ze maar sterk genoeg zijn, het haar op. Hierin zit nu de moeilijkheid. Gebruiken we bijna neutrale zeepen, dan schuimen ze slecht, vooral als wij hard water gebruiken. Het haar lijkt dan vettig, omdat het bedekt is gebleven met zeep. Aangezien het water de zeep doet stollen in plaats van ze op te lossen, kan men die door spoelen er niet meer uit krijgen. De haren plakken aan elkaar in slierten en als wij den kam en den borstel er doorheen halen, worden die bedekt met een vuilwitte vettige massa, die zeep is. Om dit onaangename verschijnsel op te heffen doet men gewoonlijk een paar kris talletjes soda in het water en de zeep zal daardoor beter schuimen en oplossen. Wan neer men dat eenmaal gedaan heeft, ziet men er niet andem dan de vocrdeelen van. Het wassdhen is goed en snel geschied. De haren zijn droog en hebben toch hun glans behouden. Maar men bemerkt later, dat het haar begint af te breken, en na het kappen zult gij tallooze van de afgebroken haren op den peignoir kunnen zien liggen. Natuur lijk denken de kappers en hun cliënten dan het eerst aan een haarziekte, omdat zij oor zaak en gevolg niet uit elkaar kunnen houden Men begint meestal mei het gestel tie sdhuld te geven, denkt aan algemeene lichaamszwakte of bloedarmoede, denkt, dat het haar daardoor niet meer groeit, en komt bij den dokter om een ijzerpraeparaat te vragen of een haarwassching, die den groei van het haar bevordert. Die groei heeft in werkelijkheid nooit op gehouden. Ieder haar groeit 8—11 m.M. per maand. Alleen is het afbreken, het korter worden, sneller gegaan dan de groei. En wanneer men dan de eindpunten van de haren beschouwt, zult ge zien, hoe die afs kleine penseeltjes, kwastjes, uit elkaar ge rafeld zijn. En niet dat alleen. Op een klei non afstand van het uiteinde vertoont het haar een klein grijs knobbeltje, ter hoogte waarvan het haar een lichte knikking vi toont. Dat. is de plaats waar het over eenige dagen geheel zal afbreken. De kappers en hun diépten weten niet, dat die haren niet ziek, maar alleen be schadigd zijn en dal die beschadiging van henzelf is uitgegaan. Want zooals ik reeds gezegd heb: alle sterkte alcalische stoffen lossen het haar op. En in de doseering, waarvan in de praktijk wordt gebruik maakt, beitsen zij alleen het haar, zonder het geheel op te lossen". Na deze uiteenzetting, hoe men het haar n e t moet wasschen, geeft dr v. d. H o o de methode aan, waarop men het wel moet doen en ihet waschmiddel, dat men daartoe het best kan gebruiken. Wie hierin belang mocht stellen, raden wij aan, hel boekje zelf ter hand te nemen en 't rustig door te werken. Het loont de moeite, eens goed na te gaan, wat deze specialist over het onderwerp zoo al te berde brengt Met zijn beschouwingen moge men het al niet overal eens zijn (zooals bijvoorbeeld met de krasse uithpraak, dat onze huid een deel van onze ziel is!), hij weet onderhoudend en vaak geestig te vertellen over een onder werp, dat de belangstelling waard is. Voor één ding willen wij echter nadruk kelijk waarschuwen. Schaf dit boekje niet aan in de gemakkelijke veronderstelling: op bladzij zóó- en zóóveel zal ik precies ver meld vinden, wat er met lrdjn haar aan de hand is en wat ik eraan doen moet. Zoo eenvoudig is de zaak niet. Maar rustige lec tuur zal u veel inzicht verschaffen in het heele vraagstuk en daaruit zult u ongetwij feld toch te zijner tijd weer uw voordeel kunnen doen! ONDERHOUD VAN HEERENKLEEDING Een heerencostuum, dat eens een goede beurt moet hebben, moet allereerst voorzich tig worden uitgeklopt, om het stoi eruit te krijgen. Heeft men dit gedaan, dan borstelt men het nog eens na en vervolgens begint de zoek naar vlekken e.d. Die worden elk afzonderlijk behandeld, al naar hun aard, voordat men het costuum verder reinigt. Vermeng voorts acht deelen water met één deel ammonia, spreid de kleedingstukken uit op een schoon tafellaken en borstel ze dan langzaam, streek voor streek, met een tamelijk harde, in deze vloeistof gedc borstel, totdat de stof gelijkmatig vochtig is. Men kan "het mengsel wat krachtiger ma ken voor de behandeling van de kraag en van de onderkanten van de mouwen, omdat de stof daar in den regel het allervuilst is. Vooral de kraag moet men goed vochtig maken en borstelen. Is dit alles gebeurd, dan begint het strij ken. Men moet hiervoor zware én zeer heete ijzers hebben. Men neemt eerst de pantalon, legt de pijpen, naad op naad, heel glad op de strijkplank, met een vochtige, doch niet te natten doek erover heen en strijkt dan langzaam, waarbij men goed moet aandruk ken. Door de pantalon zoo té leggen, ont- STOOMWASSCHERIJ Ttl.BOMBEKE OOSTMAASLAAN 93 Telefoon 52545 NIET DUURDER, WEL BETER! staan ook de strijkvouwen, die er zeer zorg vuldig in gelegd moeten worden. Nadat men de pijpen aan weerszijden heeft drooggestreken, begint men aan het boveneinde van de pantalon, dat eveneens onder den doek gestreken wordt. De jas is echter niet zoo eenvoudig te be handelen. Hiervan strijkt men ook de ver schillende deelen, streek voor streek. De mopwen moet men dubbelvouwen bij den binnennaad. De koppen van de mouwen en ook de schouders kan men het best op de mouwenstrijkplank behandelen. De kraag moet men zooals hij liggen moet. dus omgeslagen en heel stevig strijken, zoo dat de omslag, ook aan de revers, heel goed uitkomt. Men moet dit ook doen aan de rechte zijde van het kleedingstuk, met be hulp van een natten doek. Na de revers wordt de voorste rand, die met linnen k gevoerd, nogmaals heel krachtig gestreken. Bij het strijken van de zakken heeft méh niet alleen ie letten op de klepjes, maar op de ingesneden randen, die er onder zijn en die even glad moeten zijn als het boven deel. Vervolgens hangt men de kloeren op kapstokjes. Zij mogèn niet in gebruik wor den genomen, zoolang zij nog vochtig zijn. Schoonmaken van heeremkleeding is dus een „heele aanpak", en eischt veel zorg en accuratesse. Maar, men spaart er aardig wat mee uit, en ze fleuren er aanmerkelijk van op. Peterselie mag men nooit met een spijs mee laten koken. Men hakt ze fijn en strooit ze er op het laatste oogenblik doorheen. Door koken verliest het den geur en ook ziet het .er minder smakelijk uit. HANDWERKEN EEN GEHAAKT KINDERMUTSJE Het hierbij afgebeelde mutsje is vervaar digd van witte Artsilkfil en blauwe Astra- kan-frotté. Het bestaat uit twee cirkels, welke ver bonden zijn door een rechten reep. Afme ting van de cirkels is 11 c.M. middellijn en v. d. reep 1533 c.M. Wil men nu weten of de muts niet te groot of te klein is, dan knipt men eerst deze maten van papier na, en zet het in elkaar. Moet het nu grooter of kleiner zijn, dan is dit het beste te verande ren in den rechten reep, door dien b.v. kor ter en smaller, of langer en breeder te ma ken. De cirkels laat men ongewijzigd. De cirkel is geheel van vaste steken; door de steken in enkele toeren op een bijzondere manier op te nemen, krijgt men het effect, alsof er met den kettingsteek op gewerkt is. Opzetten met wit en haakpen no. 3. 4 ste ken en verbinden tot een rondje. Ie toer wit, 6 st. in 't gaatje. 2e toer wit, 12 st... 3e toer wit, 15 st, 4e toer wit, 18 st, dezen toer slui ten met blauw een halve v., daarna 2 lossen voor de verhooging van den toer (dit voort aan bij iederen toer doen). 5e toer blauw ,om beurten 1 v. st, 1 lange v. st. (d.i. insteken in Öen 2en toer en als 1 v. st haken). 6e toer blauw, om den anderen st, één st. meerderen. 7e toer en Se toer wit, v. st 9e toer blauw. Dit is de toer, waardoor de kettingsteek gevormd wordt. Stcccte van achter naar voren insteken, daarna met de haakpen vóór om den witten st. heen naar achteren steken, daarna gewoon een vasten steek haken. (We zien nu, dat de boven kant van den vorigen witten toer de ket tingsteken vormt.) In dezen toer nooit meerderen. 10e toer blauw, v. st. 11e toer wit als 9e toer. 12e toer wit, v. st. 13e toer blauw als 9e toer. 14e-15e toer blauw, v. st. Daarna 2en cirkel haken, zorg dat ze goed vlak worden. Voor den rechten reep begin nen we aan den achterkant met wit zeer ols 24 st. op te zetten, en werken in heen en teruggaande toeren. Ie toer blauw, in den lOen st. en 14en st één st meerderen. 2e toer blauw, boven de meerderingen weer meerderen. 3e toer blauw, weer 2 st meerderen. 4e toer wit als 9e toer van den cirkel. 5e toer wit, v. st. 6e toer blauw als 4e toer. 7e toer wit, in dezen toer 2 st. meerderen. Se-12e toer wit, 1 losse en 1 v. st 13e toer wit, v. st 14e toer blauw als 4e toer. 15e toer wit, v. st weer 2 st meerderen. 16-46e toer wit, 1 losse en 1 v. fet. 47e toer wit, v. st 4Se toer blauw als de ie toer. 49e toer wit, v. st. 59e-54e toer wit, 1 losse en 1 v. st. 55e toer wit, v. st. 56e toer blauw als 4e toer. 57e-59e toer wit, v. 6t. 60e toer blauw, om beurten 1 v., 1 lange v. st, ove-r 2 toeren heen insteken. 61e toer blauw, v. ,st. 62e toer wit als 4e toer. 63e toer wit, v. st, 64e toer blauw als 4e toer. 65e-66e toer blauw, v. st. Wc halen nu de zijkanten van den reep iets in, totdat de lengte iets minder dan 2/3 omtrek van de cirkel heeft en naaien de cirkels aan den reep vast. Zorg dus iets méér dan 1/3 deel van den cirkel vrij te laten. Aan deze muts zetten we een paar lintjes voor het vastmaken of een Landje, gehaakt van 2 rijen v. st. aan binnenkant met druk ker dicht en anderen kant vastgenaaid. GEHAAKT WOLLEN GARNITUUR 40 gram fijne witte wol (Flora of Anda- louse), een liaaknaald Inox no. 2 of been daarmee gelijk. Opzetten 85 kettingsteken plus 3 voor het eerste stokje. Ie toer: in elke steek 1 stokje, 3 in de mid delste steek. 2e toer: hete werk keeren, 3 kst. voor het eerste stokje, 1 kst-, 1 oversl-, 1 stokje, 1 kst., 1 oversl., 1 stokje, 3 kst-, 1 stokje in dezelfde steek (altijd in de dubbele lus der stokjes steken; kst. is kettingsteek). 3e toer: het werk keeren. Evenals de 2de toer, doch nu de 2 stokjes gescheiden door 3 kst. in het gaatje der voorgaande toer. Op het middelste stokje worden nu 5 sL in een steek gehaakt voor de vorming der punt. 4c tot 8e toer geheel op deze wijze voort zetten- Alleen dient aandacht gegeven aan het patroon voor de punt. Dit is voor de 4e toer een moesje van 5 stokjes vóór en één na het onderliggende moesje. Op het moesje 1 stokje, 3 kst, 1 stokje. 5e toer, 3 moesjes op de voorgaanden. 6e toer, evenals de 5e, doch nu 5 moesjes, één ervoor en één erachter. 7e toer als de 6e. Se toer, als de 7e doch nu 7 moesjes. 9e toer. Van 't begin af de geheele toe-' werken met 't zelfde moesje waarmee het middengedeelte gewerkt werd. Dit dient als afsluittoer van de zijkanten, draad afhech ten. 10e toer- Nu alleen op de 7 middensohulp- jes voortgaan, 1 stokje, 3 moesjes op de eerste drie der 7 middelsten. dan 7X1 k st., 1 st. op de volgende steken, 1 kett., 3 moes jes, 1 stokje. 11e toer. Als de 10e, doch op het middel ste stokje een moesje, draad afhechten. 12e toer. Een moesje inspringen, 2 moesjes 7X1 kett., 1 stokje op de vorige stokjes, dan 7 stokjes op de 5 voorgaande (in de middel ste dus 3) 4 X 1 kett., 1 stokje, en weer 2 moesjes. 13e toer. Als de 12e, doch 9 stokjse op de 7. 14e toer- Weer een moesje inspringen. Nu één moesje 4X1 kett. 1 stokje en 13 stok jes op de vorige 9, dus 5 in de middelste steek 4 X 1 kst. 1 stokje, 1 moes. 15e toer. Als dè 14e, de 13 stokjes worden nu 17. 16e toer. Geheel moesjes, één op de vorige moes, éen op het midden en twee er tus- schen in. Hiermede is het kraagje voltooid. Man chetten kunnen op dezelfde wijze erbij ge werkt worden, deze eindigen dan met de 9e toer- WAAR ONS OOG OP VIEL... Zijn vrouw en kinderen verkocht. Wie veel kranten leest, komt soms zonder linge berichten tegen. Zoo vonden wij dezer dagen een bericht uit den Balkan, dat een schril licht werpt op primitieve toestanden. In het Zuiden van Zuid-Slavië zou name lijk een man zijn echtgenoote en zijn zes kinderen aan een anderen man hebben ver kocht Voor haar huwelijk was de vrouw, waar om het ging, Miliza heette zij, het mooiste meisje van haar dorp en van het heele dal geweest. Een arme boerenjongen, Svetozar Mladovitsj, hield heel veel van haar, doch Miliza's oudere wilden slechts een rijken schoonzoon hebben. Zij hadden den welge- stelden boer Dragutin Markovitsj uitgekozen en in den herfst van 1919, toen de oogst bin nen was, werden Miliza en Dragutin Mar- kovistj in den echt vereenigd. Miliza is nooit erg gelukkig met haarman geworden. Dragutin was een ruwe kerel, die zich weinig om zijn bedrijf bekommerde en den heelen dag in de herberg zat. Ten slotte werkte hij in het geheel niet meer, was voortdurend dronken en maakte groote schulden. Intusschen had Mladovitsj zich er aardig bovenop gewerkt en was eigenaar van een flinke boerderij geworden. Zijn jeugdliefde had hij nooit vergeten en het deed hem ver driet, dat Miliza niet gelukkig was. Op een zekeren dag kwam Miliza met roodgeweende oogen bij hem. Zij kon het niet meer uithouden. Dragutin sloeg en mishandelde haar en de kinderen, was bijna nooit nuchter meer, stapelde schulden op schulden ,kon zijn belastingen niet meer betalen en vaak was er zelfs niet eens ge noeg te eten. Svetozar beloofde haar te zul len helpen. Den volgen-den dag stapte hij naar de kreeg toe waar Dragutin zat en sprak een poos met hem. Toen hij weg was sloeg Dragutin met de vuist op tafel: Zoo'n dwaas, maar hij moet het zelf weten! Den Zondag daarop zaten Svetozar en Dragutin weer bij elkaar, thans met den dorpsrechter en de twee oudste boeren er bij. Svetozar dicteerde den rechter, die aan vankelijk het hoofd geschud had, een koop- acte, volgens welke Dragutin Markovitsj zijn echtgenoote en zes kinderen voor twee duizend dinaren, tweehonderd kilo tarwe meel, vijf stukken gerookt spek en vijf liter slibowïtz aan Svetozar Mladovitsj verkocht. Verder verklaarde Dragutin zich bereid zijn huwelijk door eigen schuld te laten ontbin den en er niets op tegen te (hebben, dat Miliza de wettige echtgenoote van Svetozar zou worden. Denzelfden dag nog bewoog zich een eigenaardige oprecht van Dragutins huis naar dat Svetozar» Dragutin liep voorop, met een pak kleeren over den schouder: dat waren de kleedingstukken van Miliza en van een paar van de kinderen. Achter hem aan gingën Miliza en de zes kinderen. Sve tozar stond in zijn beste pak voor zijn huis. op den stoet te wachten. Toen hij Dragutin had betaald ging deze onmiddellijk naar de kroeg. Svetozar en Miliza zijn nu. eindelijk ver eenigd en ook de kinderen zijn tevreden met hun nieuwen vader, dien zij veel aar diger vinden dan "hun éigen. Tot zoover dit krantenbericht. Wij zullen er maar geen commentaar aan toevoegen1 ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON Ditmaal zijn het een paar stufeken lingerie, waarvan we het patroon leveren. No. 553: keurig model voor een onderjurk. De rok bestaat uit vier banen, die n-aar on deren toe iets klokkend uitloopen. Dit model is zeer aangesloten en kan on der de meest aansluitende japonnen gedra gen worden. Als materiaal kicze men crêpe de chine of batist. Benoodigd materiaal: 2.50 Meter van 70 c.M. breedte. No. 554: bijpassend nachthemd van het zelfde materiaal als de onderjurk. De coupe is gracieus en vrouwelijk, vooral door de breede kraag, de korte wijde mouwtjes en de gestrikte ceintuur. Benoodigd materiaal: 4.50 Meter van 70 c-M. breedte. Deze patronen zijn tegen de prijs van 38 cent per stuk te verkrijgen bij de „Afdee- ling Knippatronen" van Uitgeversmaat schappij „De Mijlpaal", postbox 175 te Am sterdam. Bij deze prijs wordt echter nog 6 cent extra gerekend voor porto-kosten. Toezending zal geschieden na ontvangst van het verschuldigde bedrag, dat kan wor den voldaan in postzegels, per postwissel of per postgiro 41632. Aan de lezeressen wordt vriendelijk ver zocht bij bestelling van één der patronen duidelijk het verlangde nummer en tevens de gewenschte maat' op te geven, d.w.z. ho ven-, heup-, taillewijdte enz. Gelieve verder naam en adres duidelijk te. vermelden; men voorkomt daardoor onnoo- dige vertraging in de opsturing. E WEG NAAR 'T HART WORTELTJES MET PEULEN: (6 pers.) 1 K.g. worteltjes, 1 K.g. peulen, half ons boter .suiker en zout. Laat de peulen gaarkoken in zooveel ter dat ze half onderstaan, en zout, c.a. 1 uur, doe er de worteltjes bij, cn laat ze v der samen gaar"koken. Stoof alles nog ev met de boter en suiker, en dien ze op met gehakte peterselie. RöD-GRöD (6 pers.): 1 L. vocht, bestaande uuit 4 deelen bes sensap en één deel water, 1 ons griesmeel, 2 ons basterdsuiker, 1 ons amandelen, stuk je pijpkaneel. Breng bessensap en water heel langzaam aan de kook en laat een stukje pijp-kaneel meetrekken, meng de griesmeel met de sui ker .strooi ze in het vocht, zoodra dit kookt, erwijder het stukje pijpkaneel. Pel de amandelen, maa] of hak ze fijn en doe ze de puddingsmassa, zoodra deze zoo dik mogelijk is ingekookt doch neem hiervoor de pan van het vuur. Doe de massa in een omgespoelde puddingvorm en geef er koude vanillevla bij. HANGOP (6 pers): 5 L. karnemelk, beschuit, bruine suiker, kaneel. Hang een vergiet in een groote pan, leg een schoone witte doek in het vergiet en giet hierop de karnemelk bij gedeelten; het dunne vocht loopt door het vergiet in de pan, terwijl het dikke van de karnemelk in de doek achter blijft; schep dit telkens even uit .zoodat de rest beter doorloopt; dien de hang-op met droge beschuit en bruine- suiker en kaneel. TUINBOONEN MET SPEK (6 pers.): 3 K.G. tuinboonen, 3 ons doorregen rookspek, eetl. fijngehakt boonenkruid, mayzena. Wasch het spek en kook het gaar in 4 d.L. water. Kook in dit vocht de tuinboon- tjes gaar, bind het nat met aangemengde mavzena, en presenteer de tuinboontjes in dit vocht met doorgeroerd boonenkruid, en afzonderlijk het spek. GERASPTE AARDAPPELKOEKJES Rauwe aardappels, liefst een groot soort, Delftsche slaolie, Delfrite of Delfia. Rasp met behulp van een grove rasp de •auwe aardappels fijn. Laat in de koekepan de slaolie of het vet (een flink bodempje) heet worden, (Delfia echter niet dampend heet), spreid er het aardappelraspel als eenige zeer dunne koekjes in uit en bak die aan weerskanten bruin en door en door knappend. GESMOORDE AARDAPPELS Schil de aardappels, laat ze als het een klein soort is ,in hun geheel of snijd ze, als ze grooter zijn, in vierdepartjes. Maak in een ijzeren potje een bodempje slaolie of Delfrite dampend heet, doe er de aardappels in en schud ze op een flnik vuur zoo lang rond, tot zich om de stukjes een lichtbruin huidje heeft gevormd. Voeg dan bij de aardappels een scheutje water en wat zout, dek de pan dicht en laat het'gerecht verder gaar worden, van tijd tot tijd de pan schuddende om vastplakken aan de bodem te voorkomen. Schud voor hét op doen wat fijngehakte peterselie door de aard appels. GORT MET KARNEMELK (6 pers.): 2 L. karnemelk, anderhalf ons gort, theel. zout. Wasch de gort zorgvuldig tot het wa- Laat MORAAL Uw slager zijn Eerste kwaliteit - Lage prijzen, die zich aansluiten aan de tijdsomstandigheden. Vraagt prijscourant. Vergelekt kwaliteit en prijs. Pluvierstraat 273-DEN HAAG-Tel.554297 ZONDAG: Rollade, worteltjes met peulen, röd-gröd. MAANDAG: Rollade, spinazie, hangop, DINSDAG: Tuinboonen met spek, vanillevla WOENSDAG: Gebakken eieren, gemengde sla, geraspte aardappelkoekjes, watergruel DONDERDAG: Gestoofde visch, andijvie, gesmoorde aardappels, iruit. VRIJDAG: Kerrysoep, postelein, gehakt. ZATERDAG: Runderlapje, bloemkool, gort met karnemelk. ter helder blijft, laat ze een nacht in ruim water weeken, zet ze op met dit weekwa- ter en het zout ,en kook ze, heel langzaam gaar, (c.a. twee en een half uur), giet 't over gebleven .vocht wég en voeg steeds roerende karnemelk bij; laat de massa nog een uurtje koken, en roer er af en toe in. Geef de pap met suiker of stroop.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 8