kcJOil
Bloembollensaneeringsplan-1935
Vereeniging Kerkopbouw
ZATERDAG 15 JUNI 1935
DERDE BLAD PAG 9
Aan belanghebbenden een
belangrijk deel der uitvoering
Minimum-prijzen gehandhaafd
Teeltbeperking verder
voortgezet
Zooals wc gisteren reeds in het kort mede
deelden heeft de Minister van Economische.
Zaken de regeling vastgesteld voor l>et
Bloembollensaneeringspian 1935. Deze rege
ling wijkt belangrijk af van die van het
Bloembollensaneeringsplan 1934, voorname
lijk in dier voege, dal bij het nieuwe plan
aan een nieuw op te richten organisatie
be anghebbenden een belangrijk deel dei-
uitvoering zal worden toevertrouwd en tot
taak zal hebben een fonds te vormen, dal
noodig is om de financieering van hi
nieuwe plan te verzekeren.
Het plan 1935 berust voorts o.a. op c
navolgende grondslagen:
Door „het vak" wordt een Stichting
of andere rechtspersoon in het leven
geroepen, welke ten doel heeft als ver
tegenwoordigster van de bloembollen-
belanghebbenden, de uitvoering ter
hand te nemen van den opkoop en be
taling, als hieronder omschreven, van
een eventueel surplus aan bloembol
len en daarvoor een fonds te vormen.
In een algemeenen maatregel van bestuur
worden bepalingen opgenomen, waarin o.m
voorkomt, dat door de Nederlandsche Sier
teeltcentrale alleen dan aan exporteurs een
exportvergunning zal worden uitgereikt, in
dien zij bij de aanvrage tot export overleg-
gen;
a. een bewijs, dat zij aan den onder lo
bedoelde rechtspersoon hebben betaald of ten
genoege van deze Stichting zekerheid heb
ben gesteld voor een bedrag vormende een
^bepaald percentage van de exportnota'6 her
rekend tegen de wettelijk voorgeschreven
minimum exportprijzen.
b. een bewijs, dat zij aan den kweeker,
waarvan zij de partij kochten, hebben be
taald een door den Minister voor ieder soort
enz. te bepalen minimumprijs, echter alleen
voor die bloembollen, die aan exportkwali
teiten voldoen.
Ter toelichting van het onder a vermelde
moge er de aandacht op gevestigd worden,
dat de betaling of zekerheidsstelling zal
berusten geheel op een vrijwillig te treffen
overeenkomst tusschen den rechtspersoon en
de exporteure.
Aan de Nederlandsche Sierteeltcentrale
behoeft slechts het bewijs te worden over
gelegd. dat aan de vrijwillig gesloten over
eenkomst is voldaan.
De minimumprijzen in het binnen
land zullen gehandhaafd blijven, ech
ter alleen voor die bloembollen, welke
aan exportikwaliteit voldoen. De be
staande prijzen zullen hier en daar een
verhooging of verlaging ondergaan in
verband met de ervaringen van het
vorige jaar en de te verwachten markt
positie. Deze zullen nader als volgt
worden bepaald:
H y a c i n t h e n: 19 c.m. en op f 6., 18-19
e.m. fö; 17-18 c.m. f4.25; 16-17 c.m. f3,50;
1516 c.M. f3; 14-15 cjn. f2.50; 13-14 c.m. f2;
V roege tu lpen: zift 12 en op f 1.50,
id. 11-12 f 1.30; id. 10-11 f 1.
Darwin en alle andere late
t ti 1 p e n: zift 12 en op f 1.20; id. 11-12 f 1;
id. 10-11 f075. Alles per 100.
Narcissen: voor grove soorten fO.ll
per k g. voor fijne f0.13 per k.g.
Teneinde de exporteurs in staat te stellen
over het betalen van het hiervoren ver
melde percentage aan den nieuwen rechts
persoon met deze een overeenkomst te slui
ten, zal in een algemeenen maatregel van
bestuur een bepaling worden opgenomen,
dat alleen aan die kweekers een teeltvergun
ning wordt gegeven, die een overeenkomst
gesloten hebben met de exporteurs waarbij
zij deze machtigen een door den onder lo
bedoelden rechtspersoon, onder goedkeuring
van den Minister, te bepalen percentage van
de verkoopnota's van voor export bestemde
bloembollen, van de nota's af te trekken,
liet vak heeft gemeend,, dat dit percentage
15 zou moeten zijn, waarmede de Minister
bereids verklaard heeft zich te kunnen ver
eenigen.
De export- en de gewone roebelasting van
de Nederlandsche Sierteeltcentralo blijven
gehandhaafd, evenals vanzelfsprekend de
kweekers aansprakelijk blijven voor de
thans vervallen, voor den afkoop bestemde
heffingsbedragen aan de Nederlandsche
Sierteejtcentrale verschuldigd.
Ten aanzien van de inlevering en reser-
[veering zal het navolgende worden bepaald,:
a. Hyacinthen: I Oogst 1935. Verplich
te reserveering van 6 halve H.L. leverbaar
in de maten van 15 cM. en hooger per 100
It. R.
II Plantgoed 1935. Verplichte reserveering
voor eventueele inlevering van 3 halve H.L.
ivan de maten 13 en 14 c.M. per 100 R.R.
b. Tulpen: Hier zal een samenvoeging
plaats hebben van de ondergroepen vroegc-
en late tulpen.
c. Narcissen: Er zal 2Vfc K.G. per R.R.
in Augustus gereserveerd worden tot steun
aan den marktprijs. In September en volgen
de maanden zal regelmatig worden nage
gaan of deze reserve geheel dan wel gedeel
telijk een definitieve inlevering zal worden
In verband met de vermoedelijke
verminderde afzetmogelijkheid zal de
teeltbeperking in vergelijking met het
plan 1934 verder vv orden voortgezet
en wel:
a. Hyacinthen: de beteelbare opper
vlakte zal wederom met 10 pet. wor
den ingekrompen.
b. Tulpen: de totaal beteelbare op
pervlakte van tulpen zal wederom met
10 pcL worden ingekrompen.
c. Narcissen: de totaal beteelbare
oppervlakte van narcissen zal niet
worden ingekrompen, noch uitge
breid.
Uit het fonds, dat door den rechtspersoon,
onder lo bedoeld, wordt gevormd, doet deze
een uitkeering voor do inlevering van het
surplus tot een dusdanig percentage van
den minimumprijs, als mogelijk zal zijn en
ten hoogste 85 pet. voor eerste kwaliteit en
60 pet. voor tweede kwaliteit onder aftrek
van de kosten van vernietiging. Mocht
een overschot zijn. dan wijst de Minister de
bestemming daarvoor aan, daarbij rekening
houdende zoowel met. de belangen van da
kweekers, als met die der exporteurs-kwee
kers.
De financiering van den afkoop van het
surplus voor wat betrejt het Bloembollen
saneeringsplan 1934 zal plaats hebben
uit het door het vak zelf in de nieuwe Stich
ting gevormde fonds
Aangezien de verschuldigde heffingen
voor den afkoop van het oude surplus onvol
doende binnenkomen, hebben de vertegen
woordigers van het vak in de Nederland
sche Sierteeltcentrale zich bereid verklaard
met alle hem ten dienste staande middelen
de incasseering der heffingen te zullen be
vorderen en door middel van de vakpers der
kweekers en exporteurs georganiseerden
duidelijk te maken, dat op korten termijn al
les moet worden aangezuiverd en dat met
de meeste gestrengheid tegen die leden za.
worden opgetreden, die onwillig blijken tc
zijn hun verplichtingen tegenover de Ne
derlandsche Sierteeltcentrale na te komen.
Nieuwe teelt en exportvergunningen zul
len alleen aan hen worden gegeven, die al
hun verplichtingen tegenover de Nederland
sche Sierteeltcentrale zijn nagekomen.
In verband met de over dit
plan met het vakbereikte
overeenstemming heeft de
Minister opdracht gegeven
over te gaan tot de uitbetar
ling van dc nog resteerende
40 pet. der steungelden.
Algemeene Ledenvergadering
te Utrecht
Over de naaste toekomst
der Kerk
In het gebouw van de Vriendenkring
„Oudwijk" te Utrecht hield de Vereeniging
„Kerkopbouw'' gisteren haar algemeene
ledenvergadering, welke zeer goed bezocht
was.
Openingswoord
Prof. D r. A. M. Brouwer hield daar
bij de volgende openingsrede:
Het zij mij vergund, bij het begin van
deze ledenvergadering een enkel woord te
spreken over wat „Kerkopbouw" geduren&e
de laatste maanden heeft trachten te doen.
Van groot belang was de indiening van
het reorganisatie-ontwerp bij de Synode.
Dit ontwerp had zich, wat de uitwerking
van oe presbyteriaal-synodale gedachte be
treft, aangesloten bij het in 1930 verworpen
ontwerp, en had daarbij eenige andere ge
dachten in de organisatie onzer kerk wil
len brengen, als het oecumenisch besef, de
zendingsgedachte, de belijdenis niet als ju-
riddsoh statuut, maar als uitspraak van het
kerkelijk bewustzijn op een bepaald punt
van haar ontwikkeling, de onderlinge ver
antwoordelijkheid en bijstand in het insti
tuut van kerkvisitatie, de erkenning van
een binnen bepaalde grenzen noodzakelijke
differentiatie tot uitdrukking gebracht in
huis- of hulpgemeenten.
De taak van Kerkopbouw
Men heeft de opmerking gemaakt, dat dit
te veel in eens was. Maar het vormde een
samenhangend geheel, dat zich stelde tegen
over het bestaande stelsel van besturen en
de negentiende-eeuvvsche armelijke opvat
ting van wa kerk is. Toen de Synode be
sloot aan dit voorstel een afzonderlijke ver
gadering te wijden, was het lot feitelijk be
slist: het zou een eervolle begrafenis wor
den en aan de kerk werd geen gelegenheid
geboden zich over dit voorstel uit te spre
ken. Men moet niet zeggen: dat is in 1930
ook niet gebeurd en dus kan het in 1935
evenmin gebeuren. Want tot op zekere
hoogte was ons voorstel een amendement
op het vroegere, en men kan dus daarvoor
pleiten, dat de kerk niet als een onmondige
geheel buiten dit voorstel zou worden ge
houden. Door dit toch te doen, heeft de Sy
node opnieuw veel van haar invloed inge
boet. „Kerkopbouw" kwam, voor de vraag
te staan: wat moet er nu gebeuren? De
reorganisatie-voorstellen waren ten slotte
maar een deel van haar program. Met ver
andering der bestuursinrichting moest ge
paard gaan een duidelijk begrip van wat
„Kerk" beteakent, wat „eeredienst" moet
zijn, wat de dienst der theologische weten
schap voor het belijden der kerk behoort te
wezen, hoe de opleiding der predikanten
nauw met de taak der kerk samenhangt,
hoe de gemeenteleden zelf tot kerkelijke
werkzaamheid moeten worden gebracht,
welke plaats de kerk in het volksleven en
tegenover de overheid behoort in te nemen,
op welke wijze zij zich over de vraagstuk
ken van dezen tijd heeft uit te spreken, hoe
zij de innerlijke tegenstellingen moet over
winnen. In dit alles ligt, behalve de reor
ganisatie-voorstellen, nog een belangrijke
arbeid voor „Kerkopbouw" te verrichten.
Zou zij zich nu hierop terugtrekken en oe
reorganisatie-arbeid laten varen?
Wij meenden, dat dit niet geoorloofd zou
zijn. Het was toch ook wel te begrijpen,
dat niet dadelijk een meerderheid in de Sy
node te vinden zou zijn, die de reorganisatie
zou willen aanvaarden en zelfs zou abdicee-
ren. Er bleek daar binnen en daar buiten
nog veel misverstand te hecrschen omtrent
onze bedoelingen. Zoo was het als vanzelf
aangewezen, om de commissie voor reorga
nisatie der kerkelijke bestuursinrichting te
verzoeken, haar arbeid nog niet als geëin
digd te beschouwen en te trachten onze
beginselen meer ingang te doen vinden.
Het orgaan der vereeniging
Dit besluit wees in de richting van een
uitbouw van ons blad en van de andere
publicities. Dit is de reden waarom ae re
dactie van het blad zich in het bijzonder
beijverd heeft den inhoud geheel te doen
beantwoorden aan wat ik zooeven als ooel
van „Kerkopbouw" aangaf. Aan dit doel
moet meer bekendheid worden gegeven ook
door de lezerskring te vergrooten. Daarom
trachten wij door agenten en vertegenwoor
digers leoen of lezers te winnen. Het is al
een belangrijk resultaat, dat wij in dezen
moeilijken tijd geen leden en geen lezers
verliezen, maar langzaam aan winnen. Hier
zou ik gaarne een beroep op uw aller me
dewerking willen doen.
Samenspreking met Kerkherstel
Intussohen was door ons moderamen de
wenschelijkheid' uitgesproken van samen
spreking met „Kerkherstel" en zoo mogelijk
met radioaal-vrijzinnigen. „Kerkherstel"
kwam ook met een voorstel in dien geest,
o.a. om bij de komende Synode weer, en
nu gezamenlijk een poging tot reorganisatie
te doen. Dit laatste achtten wij minder ge-
wensoht, maar een samenspreking kwam
ons noodzakelijk voor. Helaas heeft zij nog
niet kunnen plaats hebben. Het zal nu wel
September worden vóór dit .gebeurt, 't Heeft
misschien deze goede zijde, dat de bespre
kingen niet overhaast behoeven te worden
en de aan de orde te stellen punten van
alle kanten overwogen kunnen worden, voor
het tot een eventueele gemeenschappelijke
actie komt.
Binnen de vereeniging zelf is de vraag
naar de Christologie aan, de orde gesteld,
om ons duidelijk te maken in hoever en
waarin verschilpunten bestaan. De bespre
king is nog niet tot een einde gekomen, al
hopen wij wel, dat in dit najaar volkomen
helderheid zal zijn bereikt.
„Kerkopbouw" heeft, zooals uit. dit alles
blijkt, nog een gewichtige taak te vervullen.
Zij doet daarbij een beroep op de leden, om
elk opzicht steun te verleenen, opdat
onze kerk weer een krachtige, waarachtig
levende gemeenschap moge worden.
Nadat een besloten huishoudelijke verga
dering was gehouden, sprak des middags
Ds. O. Noordmans, uit Laren, over het on
derwerp:
De naaste toekomst der kerk
Moeilijk kan ontkend worden dat de kerk
i de tegenwoordige wereld is. Het blijkt
uit twee vragen die zich bij de menschen
van dezen tijd opdringen.
De eerste vraag is: Wat zou God zeggen
van wat er nu gebeurt; en de tweede vraag
is: Wat zou God te zeggen hebben met wat
er nu gebeurt. Beide zijn kerkelijke vragen.
Mat de eerste vraag betreft, mogen wij het
blijvende in het Woord Gods niet uit het
oog verliezen. De continuïteit, de successie
en de traditie, waarop Rome zoo stork den
nadruk lojit. zijn niet onchristelijk. Wij
wonschen niet in animisme terug te vallen
W ij belijden den II. Geest, die woont in de
kerk. Rome's fout is, dal het de continuï
teit te natuurlijk opvat. Het Te Deum is
een zang van engelen en martelaren. Dc
kerk is ook kerker; conferentie, maar ook
concentratiekamp. De duur der kerk wordt
door de praedestinatie gedragen.
Dc tweede vraag schijnt ons uit de moei
lijkheid te helpen. Zij geeft aanleiding om
over dc geschiedenis te philosofeeren of te
profeteeren. Maar de kerk is apostolisch,
niet profetisch. De 19de eeuwsche theologie
gaf gesaeculariseerde profetie; cultuurphilo-
sofie. Maar de komst van Gods Koninkrijk
is een verborgenheid. De kerk heeft zich te
houden aan het geopenbaarde. Verstandig
praten over het leven is altijd preeken.
De vraag naar de kerk krijgt daardoor een
groote spanwijdte. Ze geeft, aanleiding tot
de vraag: „Wat nu?" in verband met kerk
inrichting. Maar als een recente publicatie
„Christelijk Paeificisme nu".aan de orde
stelt, dan is dat. evenzeer een kerkelijke
vraag. De toekomst «Ier kerk betreft de toe
komst der wereld. Er is tweeërlei levens-
rhythme. Het eene wordt aangegeven door
„brood en spelen", liet andere door „.bidden
en vasten". Met welk rhythmc zullen wij
naar het einde gaan?
Geest en organisatie
Mag de reorganisatie der kerk in dit groo
te verband genoemd worden? Het gaat toch
om wedergeboorte? Met zoo'n opmerking
zou vroeger de zaak afgedaan zijn geweest.
Maar Geest en organisatie sluiten elkaar
niet uit. Er is schaduw van kerk in ae
groote bewegingen van onzen tijd. Ze produ-
ceeren geest door organisatie. Dat kan en
wil de kerk niet; ook individueel niet Chris
tus en Hitier zijn twee en Christus en
Künkel zijn twee. Maar de H. Geest kent
ook organisatie; een algemeene kerk en in
dividueel een ordo solutis
Een nieuwe organisatie mag geen improvi
satie zijn. De kerk zij conservatief. Haar
achterlijkheid is soms gemaskeerde eeuwig
heid. Maar wel gaat het oordeel over veel
onecht conservatisme. Het eerst denk ik aan
een zeker synodaal conservatisme. Het is
moeilijk hier geen satyre te schrijven, maar
Spr. zal het niet doen. De naaste toekomst
zal er mee afrekenen. Duren heeft op deze
wereld een grens.
Partij-conservatisme
Daarnaast valt allerlei partij-conservatis
me in het oog. Het Verbond voor Kerkher
stel ondervindt last van de Confessioneele
Vereeniging. In de Vereeniging van Vrijzin
nig Hervormden komt een groep op voor de
19de eeuwsche suprematie van de school in
de kerk. Binnen de ethische groep is de al
oude gehechtheid aan het idealisme nog in
het geweer tegen de eischen die het Woord
in de kerk meebrengt.
Een stuk van dit. conservatisme van alle
gading zal vanzelf wegvallen. Als de duur
der kerkvormen nog geen eeuwigheid is,
hoeveel te minder die der part ij vormen. Al
lereerst zal de invloed der school in de
kerk teruggaan in de naaste toekomst. De
„ruige gemeenschap". (Aalders) zal meer op
den voorgrond komen. De christologie is de
deur, waardoor de historische wetenschap
in de vorige eeuw zoo hinderlijk in de kerk
orong. Dc beslissingen der naaste toekomst
liggen elders.
De ware Cultuur
Ook zal de kerk in de naaste toekomst
niet gebaat zijn met het aanbrengen van
cultureele en sociale schotjes. Spreker heeft
nooit een house-part ij bijgewoond, maar hij
hoort, dat alle standen daar elkaar ont
moeten in het Woord des Geestes. Dit lijkt
hem veel meer in overeenstemming met
het Evangelie. Geest en cultuur hebben
beide den eenvoud tot grens, ook al blij
ven ze gescheiden door de wedergeboorte.
Spr. weet van een cultuur, die cultuur
mag heeten. Haar factoren zijn een tot na
tuur geworden classicisme, een ridderlijk
heid zonder galanterie, een volkomen tot
rust gekomen romantiek. Ze gelukt een
enkele maal den Franschen geest. Vinet
wist er van en verwarde haar soms met
christendom. Bij ons een Groen van Prin-
sterer. Deze cultuur is schaarsch geworden.
Deze geesten begeeren bedoelde schotjes
niet.
Te minder reden is er ze aan te bren-
n voor anderen, die de cultuur zoeken
in wat druk gedoe, een hautaincn toon en
wat kwinkslagen over geestelijke dingen.
De kerk der naaste toekomst kan geen
aparte plaats inruimen voor dansende, whis-
tende, filmende gereformeerden. Voor man
nen die geheel oog en vrouwen die geheel
oor worden.
Zoo worden wij naar de confessie gedron
gen. De school en de cultuur zullen de
kerk der naaste toekomst haar vorm niet
geven. Worden wij dan allemaal met el
kaar weer confessioneel? Waarom niet?
Wat kan de kerk anders dan belijden?
Maar dit belijden is geen sinecure. Wij
zullen met elkaar toch een vorm moeten
zoeken in de richting van ons verworpen
ontwerp. De apostolische geloofsbelijdenis
het Te Deum moeten ingezet worden te-
de goden dezer eeuw. En daarvoor is
de oi-ganisatie die wij nu hebben niet wel
geschapen. Ze heeft geen mond en geen
handen.
ZONDAG 16 JUNI
BLOEMENDAAL, 245,9 M. Uitzending uit
Geref. Kerk. Voorganger Ds Joh. G Brussaard.
10 uur tekst 1 Thejfal. 519: nam. 5 uur:
Heidelb. Cat. Zondag 7: „H«t Geloof".
HUIZEN 1875 M. 8.30 KRO. 9.30 NCRV. 12.15
KRO 5.00 NCRV 7.45-11.00 KRO. 8 30 Mor
genwijding. 9 30 Gewijde muziek (gr. pl.)
10.15 Orgelspel H. F. Bos. 10.30 Kerkdienst
uit de Ned. Herv. Kerk ('Domkerk) te Utrecht.
Spr.: Prof. Dr. G. v. d. Leeuw, mmv H. F.
Bos (orgel). Hierna: Orgelspel. 12.15 Orkest
concert en lezing. 1.20 Schlagermuziek. 2.00
Causerie. 2.30 Koorconcert en gram.pl. 3.30
KRO-PHOHI-programma. 4.30 Ziekenhalfuur.
5.00 Jeruzalemkerkkoor o.l.v. W. v. Laar,
m.m v. G. Matter (sopraan) en J. H. G. Bley
(orgel) 5.50 Kerkdienst uit de Zuidwljk-
kapel, A'dam. Spr.: Ds. J. J Buskes. Org.: J.
H. G. Bey. Hierna: Gewijde mozicik. 7.45
Sportnieuws. 7.50 Causerie. 8.10 Vaz Dias.
8.15 Orkestcoocert. 8.30 Concert. 9.00 Orkest
concert m.m v. solisten. 9.45 Reportage. 10.05
Orkestconcert. 10.35 Vaz Dias 10.40 Epiloog
11.00-11.30 Causerie.
HILVERSUM 301 M. - 8.55 VARA. 12.00
AVRO. 5.00 VARA. 6.00 VPRO. 8.00 AVRO.
8.55 Gram pl. 9.30 Orgelspel. 10.00 Gram.pl.
en Pianosoli. 10.30 Schaakpraatje. 10.50 Or
kest. 1130 Orkest, 12.00 Klokkenspel en uur
slag van het Raadhuis te Eiindhoven. 12.05
Omroeporkest. 2.00 Boekbespreking 2.30 Boe-
dapester Trio. 3.00 Residentie-orkest. 4.30 Gr.
platen. 5.45 Vaz Dias. Gram.pl. 6 00 Boekbe
spreking, 6 45 Wijdingsdienst uit de Studio
Spr.: Dr. A. v. Iterson. M m.v. S Ankersmit
(zang) en Mevr. Paris—Koene (piano). 8.00
Vaz Dias. 9 30 Omroeporkest.
DROITWICH. 1500 M. - 12.50 Orkest. 1.50
Solistenconcert 2.35 BBC-Militair-Orkest.
3.20 Gram.pJ. 3.50 Octet. 4.50 Voor de kin
deren. 5.10 en 5.30 Lezingen. 5.50 Strijk
kwartet. 7 05 Lezing. 7.35 Concert. 8.20 Kerk
dienst. 8.35 Religieuze causerie. 9.05 Liefda-
digheidsoproep. 9.10 Berichten.
RADIO PARIS 1648 M. - 7.20 en 8.20 Gram.pl.
11.35 Orgelspel. 12.25 Grain.pl. 12.35 Orkest-
concert. 2.50 Zang 8.20 Zang.
KEULEN 456 M. - 9.35 Orkest. 10 50 Con
cert. 11.20 Orgel- en koorconcert. 12.00 Con
cert. 12.20 Militair concert. 1.20 en 2.50 Con
cert 835 Orkest.
BRUSSEL 322 eti 484 M. 322 M.: 10.20 Gram.
platen. 11.20 Salonorkest. 12 20 Gram.platen.
12.50 Omroeporkest. 1.50—2.20 Gram.pl. 5 20
Concert. 6.20 Omroeporkest. 7.35 Gram.pl.
8 20 Salonorkest. 9.20 Orkest. 10.30—12.20
Concert 484 M.: 10.20 Gram.pl. 11.20 Om
roeporkest. 12.20 Gram.pl. 12.50 Salonorkest.
1 50—2.20 Gram.pl. 5.20 Concert. 6.20 Piano
recital. Grain.pl. 8.20 Concert. 10.3012.20
MAANDAG 17 JUNI
HUIZEN 1875 M. - NCR V-uitzending. 8.00
Schriftlezing en meditatie. 8.15—9.30 Gram.
platen_ 10.30 Morgendienst olv Ds. A. C. Die-
deriks. 11.00 Chr. Lectuur. 11 3012.00 en
12.15 Gram.pl. 12.30 A'damsch Salonorkest
olv Kiekens en Gram.pl. 2.00 Orgelspel R.
Parker. 2.45 Wenken voor de keuken. 3.15
3.45 Gram.pl. 4.00 Bijbellezing Ds. W. Faber
mmv sopraan en orgel 5.00 Gram.pl. 530 N.
Oortman—Haije (alt) en J. van Dijk (piano).
6.30 Vragenhalfuur. 7.00 Ned. Ghr. Pers
bureau. 7.15 Causerie H. v. d. Tol. 7.30 Vra
genhalfuur 8.00 Vaz Dias. 8.05 Gram.pl. 8.45
Causerie G. Keyzer. 9.15 Muziekcorps le
Halfreg. Huzaren Amersfoort olv M. Kleynen
Jr. (om 10.00 Vaz Dias). 10.30—12.00 Gram.
muziek.
HILVERSUM 301 M. Alg. programma, ver-
zorgd door de AVRO. 8.00 Gram.pl. 9 00 En-
hemble Carel Alberts. 10.00 Morgenwijding.
10.15 Gram.pl. 1030 Vervolg Ensemble Carel
Alberts.1100 Orgelconcert P. v. Egmond Jr.,
m.m.v. Nita van Os—Pool (zang). 12.00 De
Minstreels en Gram.pl. 2.00 Pianospel G.
Bunk, Gram.pl. en Zang door H Merx (a. d.
vleugel: E. Veen). 3 00—4.00 Concert door
het Omroeporkest o.l.v. N. Treep. 4 15 Gr
platen. 4.30 Max Tak: De City-Films, 5.30
Renova-kwintet. 6.20 Gr.platen 6.35 AVRO-
Decibels o.l.v. Eddy Meenk. 7.30 Kamermu
ziek door de Société Beige de Musique de
Chambre. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Omroeporkest
ol.v. A, v. Raalte, m.m.v. H. Bosmans (pia
no) 9.00 Koos Koen: Valschheid in klank.
9.35 Fransche chansons door Liesje v. d. Poll.
m.m.v. Kovacs Lajos. 10.00 Orcuspraatje door
Mr. H. M Merkelbach. 10.20 Kovacs Lajos
zijn orkest. 11.00 Vaz Dias. 11.10—12.00 Gr.
DROITWICH 1500 M. - 1035-10 50 Morgei
genwijding 11.20 Gram.pl. 1130 Voor de
scholen. 12.05 Orgelconcert P. J. Mansfield.
12.35 Gram.pl. 1.20 BBC-Variété-orkest olv
K. Kelley mmv L. Mussi (tenor). 2 25 Voor
de scholen. 3.10 Gram.pl. 3 55 Duitsche ies.
4.20 M^Iater (fluit) en M. Korchinska (harp)
5 00 Newhall Town-orkest olv Sibscn mmv R.
Green (conferencier). 5.35 Victor Olof-sextet.
6.45 Cricketverslag. 6.55 en 7.10 Lezingen.
7.30 Bach-concert. 7.50 Muzikale causerie.
8 20 1ste Acte ..The Yeomen of the Guard"
van Sullivan. 9.30 Pianoduetten 9.50 Berich-
N. C. R. V.
De Chr. Radio-Vereeninging
in vergadering bijeen
De verhouding tot de Nozetna
(Vervolg)
Ds. C. van der Zaal zette uiteen, wat de
plannen der „NOZEMA" (Ned. Omroep-Zcn-
der-Mij.) zijn, na eerst de geschiedenis van de
radio-omroep in ons land gememoreerd te hebben.
Vervolgens gaf Spr. een uiteenzetting van het
wetsontwerp; de N.C.R V. moet door deze wet
veel vrijheden prijs geven. Dat dc staat het groot
ste stemmenaandeel in het bestuur heeft vond
spr. ongewenscht. Niet zonder gevaar achtte spr.
de sterke positie, die P.T.T. in de „NOZEMA"
inneemt
Na een paar opmerkingen over de winstrege
ling en eventueele ontbinding der N.V. gemaakt
te hebben en herinnerd te hebben aan het sluiten
van den Huizer zender op 1 Juli a.s., eindigde Ds.
van der Zaal met de conclusie: Geheel tevreden
zijn wij over de NOZEMA" niet: maar ontevre
den mogen wij evenmin zijn. Het is de beste op-
lossT.g. die verkregen kon worden.
Het verslag van den secretaris-penningmeester^
den C. A. Keumng, memoreert o.a. de her
denking v.at: het tienjarig bestaan Hst -aar
1934 e re-ode met een grooter aan'ai leden dat:
het begon.
Het financieel verslag geeft o.a. bijzonderheden
over besteding van de reserves, een bedrag van
f 493.318.40. De winst op de Omroepgids in 1934
bedroeg f 231.105.27.
Het jaarverslag over den omroep werd uitge
bracht door den heer P. C Tolk. Het jaarverslag
geeft een overzicht van den techndschen dienst,
van den reportagedienst. van de uitzendingen en
van de taak van den omroep ten opzichte van
het gebied van zang en muziek.
De heer D. Pereboom bracht het jaarverslag
vao den propagandadienst uit. Het aantal pro
pagandisten steeg van 817 op 1 Jan. 1934 tot
1046 op 31 Dec. 1934. De actie „Leden werft
leden" bracht in een paar maanden tijds 16.000
nieuwe leden. Einde 1934 was het getal van de
ir» de NCRV georganiseerden 4000 hooger dan
begin 1934. De prov propogandisten-conferenties
zijn geslaagd, waarom voorgesteld wordt deze de
finitief in te voeren.
Enkele besluiten
In de vergadering werd aangenomen een Be
stuursvoorstel luidende: De Vereenigingsraad
machtige het Bestuur tot deelname in en mede
werking aan de „NOZEMA" overeenkomstig het
wetsontwerp van Z.Ex. Minister de Wilde.
Na korte discussie vereenigde de Vergadering
zich met de volgende voorstellen van het alge
meen Bestuur:
1. Naar aanleiding van de gehouden proef mef
de Provinciale Propagandisten-Conferenties stelt
het Algemeen Bestuur aan de Vereenigingsraad
voor, te besluiten, dat deze conferenties jaarlijks
gehouden zullen worden.
2. De Vereenigingsraad machtige het Bestuur
tot het doen vervaardigen van een nieuwe pro
pagandafilm, zoo mogelijk een geluidsfilm.
Uitvoerige discussie ontlokte het vraagpunt, of
de N.C.R.V. voort moet gaan met het voor de
microfoon laten optreden van verschillende plaat
selijke zangvereenigingen. Indien ja. hoe moet dan
de selectie plaats hebben? Saamvattend conclu
deerde de Voorzitter: dat de Vergadering er prijs
op stelt dat niet alle zangvereenigingen voor de
microfoon worden geweerd, doch dat het Bestuur
nog scherper maatregelen ral nemen om dc selectie
zoo goed mogelijk te doen zijn.
Na toelichting aanvaardde de Vereenigingsraad
het voorstel aangaande een radioblad voor blin
den. luidende:
De Vereenigingsraad machtige het Bestuur ©n<
een subsidie te verleenen van hoogstens f 1100
per jaar voor het verstrekken van programma's
in braille-schrift aan behoeftige blinden.
ten. 10.10 Lezing. 10.25 B. Crook-kwinteC
mmv K Destournel (sopraan). 11.20 Voor
dracht. 11.35—il2.20 Sydney Kyte en zijo
Band.
RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en 8 20 Gram.pL
12.35 Orkestconcert olv Touche, mmv soliste.
8.20 Orgelconcert P. ReveJ. 9.05 Gevarieerd
programma.
KALUNDBORG 1261 Meter. 12.20—2.20
Strijkorkest olv H. Andersen. 3.50—5 50 Om
roeporkest olv Reesen. 8.20 Zangvoordracht,
8.40 Omroeporkest olv Reesen. 10.35 Gram.pl
10.45 Kamermuziek. 11.15—12.50 Moderne
muziek.
KEULEN 456 M. 6.35 Orkestconcert. 12.20
Orkestconcert en solisten. 5.20 Orkestconcert.
7.20 Schrammelmuziek. 8.30 Gcvar. concert
9.30 Pianorecital. 11.10—12.20 Orkestconcert,
ROME 421 M. 9.10 „Der Zarewitsch"|
operette van Lehar. Leiding: C. Lombardo.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.t 12.20
en 1.30—2.20 Max Aitxys' orkest. 6 20 Kw
tetconcert. 7.35 Gram.pl. 8 70 Kamermuziek;
9 05 Gram.pl. 9 20 Symphonieconcert
Defauw. 484 M.: 12.20 Gram.pl. 12 5'J Om
roeporkest o.l.v. Gason 1.50—2.20, 5.20, 6 35
en 7.35 Gram.pl. 8.20 Omroeporkest olv Dou«
liez. 9.35 en 10.30-11.20 Grara.m-.ziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 Meter.
8.30 „Laszt uns singen und fröhlich i
populair concert. 930 „Die ehrlichen Faustc"
spel van J Müser. 10.20 en 11.05 Berichten
11.2012.20 Concert uit Breslau.
FEUILLETON
TOEN MOEDER WAS
HEENGEGAAN
Een klein nichtje bij zeven neven
(7
Het was zonder twijfel het kind, waarvan
Thérèse mij gesproken had. Hij had lange
blonde krullen, een aardig fijn gezichtje en
droeg een net pakje. Hij stootte zijn moeder
aan, die mij niet had zien binnenkomen en
zei: „Mama. daar is het meisje."
De toon, waarop hij sprak, verwonderde
mij een weinig.
„Wat zeg je, lieveling?" zei mevrouw
Gérard geheel verdiept in haar brieven.
„Het meisje" herhaalde liet kleine man
netje.
Tante want ik wist dat zij mijn tante
■was. hoewel dat mij niets vrijmoediger
anaakte sloeg de oogen op en zag mij
aan.
„Goeden morgen, Ursula", zei zij tot mij
met een geheel andere stem dan zoo even.
„Kom wat nader mijn kind, en zet niet
zoo 'n angstig gezicht. Piet. geef je nichtje
een kus."
Piet zag mij eenige oogenblikken niet
zeer vriendelijk aan en zei toon: „Zij is
[Veel te leelijk."
„Foei Pietl' zei zijn moeder, maar toonde
Zich volstrekt niet boos over ziju onbeleefd
heid.
„Ga zitten, kind", hernam zij.
Ik ging een weinig achteruit zitten.
Tante las steeds) door en Piet maakte van
deze gelegenheid gebruik om «.ijn tong
tegen mij uit te steken. Langzamerhand
kwam hij vlak bij mij staan.
„Heet je Ursula?" zei hij, „dat is een
leelijke naam en juist, goed voor iou. Mama
zegt dat het belachelijk geweest is om je
zoo 'n ouden vrouwennaam te geven."
Ursula was de naam mijner moeder; ik
werd rood van drift, maar sprak geen
woord. Mijn drift belette mij ten minste
te schreien, anders had ik zeker r.iijn
tranen niet kunnen weerhouden. Tk gevoel
de mij zoo eenzaam, zoo verlatenPiet
keek even naar zijn moeder die r.og zat te
lezen en toen hij zeker was, dal zij hem
niet zag, kneep hij mij. Ik keek hem ver
ontwaardigd aan, doch zou voor geen geld
der wereld den mond geopend iiebben om
mij te beklagen. Er werd aan «Je deur ge
klopt.
„Mag ik binnenkomen?" vroeg een on
vriendelijke stem, die ik nog niet gehoord
had.
Mevrouw Gérard vouwde haastig haar
brieven dicht en stak ze met een misnoegd
gelaat in haar zak.
„Kom maar binnen", zei ze. „Goeden
morgen, nicht, je bent vroeg op van
morgen."
„Als men van 's morgens vier uur af niet
meer slaapt, dat staat men vroeg op, mijn
huishouden is al lang aan kant. Het is bij
mij ook geheel wat anders als hier \/aar
alles nog in rep en roer is. Je bent er met
je drie bedienden nog slechter aan toe dan
ik,, die er geen één heb. Wie is dat kleine
meisje?O! dat is zeker Ursula. Wan
neer hen je gekomen? Ze kon toch wel aan
mij worden voorgesteld."
„Kom aan, kind, kom eens hier en kijk
mij eens goed aan... Ik ben een volle
nicht van je vader... Je kunt je dus wel de
moeite geven van mij te groeten."
Ik gehoorzaamde en keek dc volle nicht
van mijn vader aan, die mij zeer oud en
onaangenaam toescheen. Zij had een rim-,
pelig geel en hoekig gelaat, haar geheele
wezen was verdiept en verouderd, zij maak
te een merkbaar verschil met het frisch
ontloken gelaat van tante Gérard. Zij richt
te haar doordringende oogen op mij zon
der mij de hand toe te steken.
„Hoe oud ben je wel?"
„Dertien jaar."
„Dat is de onplezierigste leeftijd dien
men kan bedenken. Je heet Ursula, wat een
bespottelijke naamJe oudere radden
je wel Anialia kunnen noemen, zo-ials ik
hoct. Dat is ten minste een aaniige naam.
die zacht en lief klinkt."
Amaliaik had dien naam nog nooit
gehoord en keek mijn nicht met klimmen
de verbazing aan.
„Is dat de gewoonte in uw dorp, om de
menschen aan te zien met oogen zoo wijd
als een stalpoort? Wat voor een opvoeding
heb je toch gehad, mijn kind!"
„Och!" zei tante, „het is haar schuld niet
dat ze zoo slecht is opgevoed, het arme
kind. Zij heeft altijd te midden van boeren
lieden geleefd en niemand heeft haar goede
manieren kunnen leeren. Wij /.uilen haar
opvoeding geheel opnieuw beginnen."
„I>k hoop dat je er evenveel pleizier van
zult hebben als van je zoons, vooral van
dien lieven kleinen Piet, dat is zoo
aardige jongen."
Tante kreeg een erge kleur.
„Piet is nog maar een kind" zei ze; „men
kan niet verwachten dat zijn verstand
boven zijn leeftijd gaat."
Toen Piet die woorden zijner moeder
hoorde, maakte hij van zijn recht gebruik
om eens zeer ongemanierd te ziin en trok
een zeer leelijk gezicht tegen zijn nicht
die het juist bemerkte.
„Een alleraardigst kind", zei ze.
Willem had intusschen de dour geopend,
om Mevrouw Gérard te zegcon dat
iemand was om haar te spreken: zij ging
been met Piet en liet mij mot mijn nicht
alleen.
„Hoor eens, mijn kind", zei Le tot mij,
„ik houd niet van kinderen en van jonge
meisjes en jullie zijt beiden, of liever geen
van beiden, want men weet eigenlijk niet
wat je zijt: vleesch of visch, '.ooals men
dat noemt: maar ik zal je een goeden ad
geven. Je bent een wees, niemand houdt
van je of stelt belang in jemen heeft
je hier uit medelijden in huis trenomen.
Vergeet dat niet, neem ie in acht en wees
bescheiden. Bedenk, dat men niets reen
verplichting aan je heeft en dat alles wat
men voor je doet niets dan "voldaad is
Wees nederig, ondergeschikt en erkentelijk
Dat raad ik je ernstig aan. Je kunt mij
van tijd tot tijd eens komen bezoeken. Je
bent mij eenige beleefdheid schuldir om
dat ik een volle nicht van je vader hen. Tk
ben er zeker van, dat men je nooit over
mij gesproken heeft... Neen... niet waar?..
Dat kon ik wel vooruit denken... zoo '11
arme nicht was ook de moeite n et waard
O, die slechte menschelijke naitiur!... dit
is toch maar overal dezelfde, zoowel buiten
als in de stad. Doch kom, vaarwel, mijn
kind, indien je goed begrepen bobt wat ik
bedoel, dan hel» ik je zeker een grooten
dienst bewezen."
Nicht Amelie trok den verkleurden doek
om haar puntige schouders en verdween.
Zij kon zich gelukkig achten, het straaltje
hoop en de weinige vreugde die door
Thér'se's goedhartigheid in mij herleefd
waren, te hebben uitgedoofd en mij even
ongelukkig, ja nog bedrukter dan den
vorigen avond te hebben achtergelaten,
want hetgeen zij mij meegedeeld had, had
mijn hart als het ware versteend.
Voordat tante weer binnenkwam, vluchtte
ik de eetzaal uit en ging naar mijn kamer,
die door Thérèse in orde werd gebracht.
Zij keek mij opgeruimd aan en zei:
„Ik zal uw kamer iederen morgen in orde
maken, voordat ik naar de markt ga en
dat zal ik gaarne doen; want gij ziet er
niet ondeugend uit, dat kan men dadelijk
wel merken en ik geloof, dat wij wel goede
riendinnen zullen worden."
„Mag ik u helpen? Het is jammer, dat
mijn bed al opgemaakt is, ik had het best
zelf kunnen doen."
„Een jongejuffrouw maakt haar bed zelf
niet op" zei Thérèse beslist
Dat verwonderde mij; zeker een gevolg
an mijn slechte opvoeding, dat ik zoo on-
■etend in die dingen was, doch na mij epti
oogenhlik bedacht te hebben, hernam ik:
„Ik ben geen jongejuffrouw, ik ben maat
een wees, die hier uit medelijden wordl
opgenomen."
„Uit medelijden...", herhaalde die goede
Thérèse verwonderd, „gij zijt toch hun
nichtje!"
„Dat doet er niets toe."
„Kom! Kom! zoo moet u niet denken
mijn lieveling. U is hier bij goede men
schen die veel van u houden. Als u pleiziei
hebt om mij te helpen, doe het Jan maar."
Terwijl wij samen de kamer in ordt
maakten, stond Thérèse's mond geen oogen
blik stil. In het begin sloeg ik er weinig
acht op, want de woorden van nicht Amalia
suisden mij steeds in de ooren, totdat em
delijk de telkens herhaalde naam van
Frans mijn aandacht trok en ik vroeg:
„Maar wie is dan toch die Frans?"
„Franswel, dat is mijn ïongen, een
schat van een kind, mooi, vlug en zoo
schalks... Zondag, komt hij... Laat een<
zien, het is nu Vrijdag, over twee dager
kunt u hem zien. Hij komt iederen Zonrtaa
vroeg mogelijk. Dat is mijn gelukkigsft
dag. Hij woont bij een mijner zustere, die
hem hier brengt en dan 's avonds weer
terughaalt. Hij houdt wel veel "an haar,
rnaar huilt toch altijd, als hij weer wej
moet. Het is zoo 'n lief kind, mijn Frans
iedereen bederft hem. Zondag zult 11 hem
en kepaa]{i p]eizier in hem hebben."
(Wordt vervolgd)