rtriOH Vereen, van Chr. Onderwijzers enz. Een vierweeksche speurtocht door Amerika DINSDAG 11 JUNI 1935 DERDE BLAD PAG. 9 De 82ste algemeene vergadering heden aangevangen te Leeuwarden Wijdingssamenkomst T ento onstelling Referaat van Mr. Dr. J. Donner De Vereeniging van Chr. Onderwijzers en onderwijzeressen, in Nederland en de Over zeesche Bezittingen, in de wandeling -de „Groote" genaamd, die der traditie getrouw steeds in de Pinkstenveok haar wapen schouw pleegt te houden, komt deze dagen in Frieslands hoofdstad bijeen. De afgevaardigden, die reeds oj) den Twee den Pinksterdag te Leeuwarden arriveerden kwamen gisteravond samen in een wijdir.gs- uur in de Koepelkerk Voorgangers waren DivG: Gei*brandy, Ne.l. Herv. predikant en Ds. J. M u 1 der, Geref. predikant ie Leen warden. De heer B. I. Makkes v. d Dcyl be speelde het orgel. Na den dienst vond een begroctingssamenkomst plaats in een van de lokalen der kerk. Hedenmorgen wérden verschillende uit stapjes gemaakt. Het hoofdbestuur Werd om 11 officieel ten stadlhvize ontvangen door het college van B. en VV. Aan de jaarvergadering is ook nu weer een tentoonstelling van leermiddelen ver bonden, waarop een IS-tal uitgevers expo- seeren. De tentoonstelling werd hedenmid dag om kwart voor een door den heer A. Dijksterhuis, inspecteur L. O. in de inspectie Leeuwarden, mc* een vriendelijk woord ge opend en. mocht zich in ecu geanimeerd be zoek verheugen. De eerste zitting Te 2 uur ving hedenmiddag de eerste zit ting aan. De voorzitter, de lieer J. Hob ma, van Utrecht, deed zingen Ps. 138 1 en 2 en ging voor in gebed, waarna de secretaris, de heer P. v. Aalten, van Arnhem, Spreuken ■4 las. Vervolgens hield de voorzitter van de re gelingscommissie, de heer J. v. d. Berg, .van Leeuwarden, een toespraak. Spr. riep de aanwezigen een hartelijk wel kom toe 111 de stad van Bogerman cn Wil lem Lodewijk. Het is thans meer dan noo- dig, aldU6 spr., dat wij 0»s allen, doordron gen van de moeite en gevaren die ons Chris lelijk onderwijs, in zijn vrijheid, bovenal, be dreigen, eendrachtig aanecasluiten, volhar dend in het bidden. Zelfovergave cn liefde zullen in bijzondere mate opnieuw worden gevraagd van de vereeniging en haar leden. De vrije Fries niet minder dan de ronde Zeeuwen, Gelrc's helden zoowel als Hollands leeuwen, zullen weer allen één moeten zijn in de verdediging van de vrijheid, van. liet Christelijk onderwijs, voor de opvoeding ,van het kind van Nederland in vrijheid naar den eisoh van Gods Woord, 't kind des verbonds te leeren de rechten des Verbonds. Friesland heeft in die worsteling des ge- loof-s altijd krachtig meegestreden, 't Is dé afdeeling Leeuwarden een eere, dat zij in haar midden nog heeft die kloeke veteranen, van wie sommigen nog „in tenten" hebben gewoond. Spr. herdenkt wijlen O. L. Veer man, die in 1020 de-begroctingssameukoinst heeft geleid. Spr. hoopt dat de verèériipïng in Leeuwar den gQed dagen mag hebben. Tenslotte ves tigde spr. de aandacht op de tentoonstelling en vroeg hij den moed van de Iheeren uitge vers te beloonen dooi* kennismaking en be stellingen. 1 De openingsrede Hierna hield de voorzitter, de heer J. Hobma, zijn openingsrede. Spr. ving aan met het citeeren van ecnige Friesche versregels, die hij terstond daarna in het Ncderlar.dsch herhaalde en zong ver volgens de roem van Friesland, waaraan voorafging de verklaring niet-chauvinis-f, te rijn al waagde hij het te beginnen niet iets speciaal Friesdh. Probeer, zoo zei hij, bessen sap te nauw op te sluiten: het kostelijk nat perst de sponne uit. Er is op Frieschen bo dem een stuk schoolgeschiedenis afgespeeld, dat nog wel eens opzettelijk naar voren mag worden gebracht; misschien heeft het ook ons iets te zeggen voor onze tijd, voor de schoolstrijd in onze dagen. De strijd voor de school met den Bijbel is hier vroeg begonnen, heeft ,van weerszijden vaak een heftig ka rakter vertoond, ondersdheidt zich in sommige opzichten van dien strijd el ders, waartoe o.a aanleiding gaven het fel liberalisme, dat hier zijn krach tige bohverk had. Spr. draagt dan een gansche reeks cijfers en feiten aan tot staving van zijn betoog Tal van Friesche plaatsen en bijzonderhe den over hun aandeel in den geweldigen strijd voor het vrije christelijke onderwijs passeeren de revue. Als spr. daarna door enkele trekken te laten uitkomen de scherp te van de.n strijd teekont, doet ihij dat niet om leelijke dingen nog weer eens op te ha len, maar om toch te laten uitkomen, dat onze school met den Bijbel waard is hoog te worden gehouden, waar ze met zooveel moei te is verworven. Zelfs persoonlijke beleedi- gingen werden niet geschroomd door de te genstanders. Ook de schooljeugd zelf werd in den strijd betrokken. Ook hier liet spr. de feiten der historie spieken. Het staan op Friesehen bodem, waar de strijd zoo vroeg is begonnen en zoo krachtig is gevoerd, gaf aanleiding tot het opzettelijk oproepen van beelden uit het verloden, opdat men, aldus spr., weer terug denke aan wat begin en ooizaak van ons Christelijk onderwijs zijn geweest. Is er hier en daar vensiapping te vreezen zoo vraagt spr], is er verflau wing der grenzen? Het voorbeeld der voorgangers spore tot frissche krachts ontwikkeling aan, tot zuiver stellen der positie. Want er dreigt inderdaad gevaar, 't Woord „christelijk" is eén slagwoord geworden in elke verdedi ging van het openbaar onderwjjsi, \Vij hebben daarvoor de oogen open to houden. Juist nu er gelijkheid geldt, althans grootendeels, voor de publieke kassen Zoo licht komt men ertoe om te sluimeren, mpcr te letten op hetgeen men heeft verkregen als erfenis der vaderen, dan op 't zoeken naar steeds breeder perspectieven- Onze jonge ren moeten den schoolstrijd kennen; niet omdat oorlogsjaartallen zoo stich telijk zijn, maar omdat zoo licht ver geten wordt, wat de tegenstander ver mag, als hij weer, naar z'n begeerte, vethpogde invloed ontvangt. En hij is er nog, en hij rust niet. De menschen, die spr. in zijn rede heeft gadegeslagen, behoorden voor 'J meeren- deel tot de eenvoudigen in den lande, tot de gewone burgers. Elders, b.v. in Den Haag en Utrecht, stonden ook meermalen edellieden op de bres. In Friesland bijna uitsluitend de zeer gewone burgerstand, maar die het ant woord wisten te geven, dat de Koudumers gereed 'hadden op de vraag van Ds. J. Bij zitter: „Zult gij nimmer- rusten, totdat, on der biddend opzien tot God van bet heelal, die school u geschonken is?". Hun antwoord zij 't onze: „Ja, dat is ons vaste voornemen!". Spr. brengt op dezen toogdag in Fries lands hoofdstad een woord van dank en bril de aan de stoere Friesche voorgangers. Hun voorbeeld, hun arbeid bemoedige en be- krachtige ons. (Applaus). De gasten Hierna verwelfom'de 'de voorzitter de hee- ren A. Dijksterhuis, Insp. L O. in de inspec tie Leeuwarden, vertegenwoordiger van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen; het Tweede Kamerlid, oud.-min. van onderwijs enz. Mr. J. Terpstra: K. Rrants van Haarlem en J. C. Ligtvoet van Wassenaar, vertegenwoordigers van Chr. Volksonderwijs: J. Th. Sohreuder en K. v. d. Kooi van Apeldoorn, resp. voorzitter en sccr. van de vereeniging voor Chr. Mulo; Mr. J. J. Hangel broek van Den Haag, secretaris van de Unie en den Schoolraad; P. Timmermans van Zuidhorn, namens het Geref. Schoolver band; N. Heukels van Ouderkerk, namens den Bond van Besturen voor Chr. Mulo; II. Muntingh van Groningen, namens het hoofd bestuur van. de Unie van Chr. Onderwijzers, beneyens tal. van predikanten en plaatse lijke autoriteiten De voorzitter deelde mede dat berichten van verhindering inkwamen van den Vlaam sclien Scholenbond; de Hoofdinsp. in de 3e hoofdinspectie te Groningen; Dr. van Voort - huysen, inspecteur buitengewoon L. O.; J. Strikwerda, van Dokkum, inspecteur Chr. Nat. Schoolonderwijs in Friesland en liet Eerste Kamerlid Mr. R. Pollema, inspecteur C.V.Ü. in Friesland. Hierna was het woord aan den oud-min. van Justitie Mr. Dr. J. Donner, lid van den Hoogen Raad, om te refereeren over „Het tuchtrecht". Referaat Mr. Dr. J. Donner Onder de onderwerpen die op het school- even betrekking hebben, neemt bet tucht Mr. Dr. J. DONNER vraagstuk een belangrijke plaats in. Natuur lijk geldt ook hier, dat naarmate het met de zaak zelf beter gesteld is, de bespreking daarvan meer op den* achtergrond kan blij ven. Tijden .waarin de klacht over tuchte loosheid luide klinkt, doen de behoefte aan behandeling meer gevoelen dan perioden, die met betrekking tot de houding der jeugd niet tot bijzondere zorg aanleiding geven. Echter ook de kracht van algemeene stroo mingen doet zich gelden. In een tijd als de ze, waarin de leuzen weerklinken, die het zouden kunnen doen schijnen, alsof het ver langen zich richt op een toestand van straf fe aaneensluiting, vertoont ook dit vr stuk nieuwe facetten. Dit laatste betreft meer den materieelen kant van het vraag stuk, ligt meer op het terrein der paedago- giek. Het is over den juridischen kant van de vraag, waarover aan spr. eenige voorlich ting werd gevraagd, meer bepaaldelijk ook over de positie van den onderwijzer naar het geldend recht. Spr. merkt op, dat in het gelheel van het tuchtvraagstuk het juridische slechts een secundaire rol speelt; het recht is veelszins vormgeving aan dingen, die naar haar inhoud van el ders moeten worden beslist. Het is slechts over een bepaalden kant van het vraagstuk dat spr. eenige verhel dering wil geven. In het woord tuchtrecht ligt reeds opgesloten, dat van 't tuchtvraagstuk meer dat gedeelte binnen den gezichts kring komt, hetwelk om het dwang matig karakter daarvan in de sfeer brengt van het recht. Het verdient, aldus referent, wel aanbeveling om het tuchtrecht in de school allereerst te zien als specimen van een algemeene categorie. Referent teekende het algemeene kader, waarbinnen het tuchtrecht van den onder wijzer van de school juridisch verloopt. Van een bespreking van de materieele vragen, van do auaestie, hoe naar de binnen dit juridisch karakter gegeven mogelijkhe den de zaak nu moet worden geregeld en toegepast, nothield referent zich. Alles in onderling verband en samenihang beschouwd geeft sterken grond voor de conclusie, dat lichamelijke kastijding, door de school zelve als tuchtmiddel ingevoerd, rechtens bestaan baar kan worden geacht. Allen twijfel zou echter slechts een wettelijke bepaling kun nen uitsluiten. Doch zelfs zulk een wettelij ke bepaling zou evenals bij het ouderlijk tuchtingsrecht niet wegnemen, dat de in achtneming van de juiste grenzen den rech ter ter beslissing in de concrete gevallen zou moeten worden gelaten. Ook indien de regeling zelve waarborg voor een juiste toe passing zou bevatten. Na de discussie over dit onderwerp werd gemeenschappelijk gezongen Gez. 11 2 en 1, waarna de vergadering geschorst werd tot den volgenden ochtend. De eerste dag werd besloten met een gemecnschappelijken maal tijd. Het gewoon en uitgebreid lager onderwijs in het jaar 1934 Concentratie en opheffing van openbare scholen In 1934 478 openbare scholen opgeheven Verdere terug gang van het aantal leerlingen bij het g. I. o. De po sitie van het R.K. g.l.o. wederom versterkt ten koste van die van het openbaar g.l.o. Komt er een kentering bij het ud.o.?. De afdeeling Onderwijsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek streeft er naar steeds eerder na het verstrijken van een kalenderjaar de voorloopige cijfers der diverse soorten van onderwijs hekend te maken. Tengevolge van dit lofwaardig streven zijn wij reeds thans in het bezit van de voorloopige cijfens omtrent de aantal len scholen, leerlingen en leerkrachten bij het" gewoon en uitgebreid lager onderwijs in het jaar 1934, dat is bijna een half jaar eerder dan de overeenkomstige cijfers ov 1933 werden bekend gemaakt. De bedoelde gegevens zijn neergelegd in no. 41 van de reeks kostelooze Mededeelingen, welke door genoemde afdeeling op ongeregelde tijden worden uitgegeven. Wij ontleenen aan deze Mededeelingen ■enkele gegevens, waarbij wij in de eerste plaats het Bewoon lager onderwijs in hét oog vatten. Hier treft ons bovenal, dat thans voor het eerst de resultaten van concentratie en op heffing van scholen zich overduidelijk in de cijfers omtrent de aantallen scholen weer spiegelen. Het gezamenlijk aantal der scho len voor gewoon lager onderwijs liep in 1934 met niet minder dan 265 terug. Het was te verwachten, dat een groot getal scholen zou zijn verdwenen. Herhaaldelijk heeft men kunnen lezen, dat nu weer deze, dan weer die school werd opgeheven of met een andere gecombineerd, doch dat het ge zamenlijk aantal 265 zou bedragen zullen slechts weinigen geweten hebben. Verleden jaar bedroeg de teruggang in het aantal scholen slechts 36. Het ligt voor de hand, dat het openbaar gewoon lager onderwijs vrijwel uitsluitend dezen teruggang op zijn debet heeft staan. Eén blik op de cijfers bevestigt, dit. Het aantal openbare' scholen voor g.l.o. vermin derde in 1934 van 3085 tot 2807, dat is met niet minder 'dan 278. Hiertegenover stond bij het Protestantsch'Christelijk onderwijs een vermeerdering van het aantal scholen van 1914 tot 1918, dat is 4 scholen meer, bij hot Roomsoli-Katholiek onderwijs een stij ging van 2375 tot 2381 dat is 6 scholen meer, terwijl ook het neutraal bijzonder onderwijs een vooruitgang van 3 scholen kon boeken (van 143 tot 146). Leiten wij nu op de aantallen leerlin nan"iröfl5taTéerên wij Wederom?"evenals leden jaar, een belangrijke terugval van het totaal aantal leerlingen der scholen voor g.l.o. Dit getal is van 1.175.753 in 1933 tot 1.148.806 in 1934 teruggeloopen. Een vermin dering met 26.947 leerlingen derhalve. In 1933 werd een afname met 23.840 leerlingen geconstateerd. Hieruit volgt, dat ditmalal een sterkere achteruitgang van het gezamèn lijk leerlingenaantal heeft plaats gevonden. De oorzaak is ditmaal echter een andere dan in vorige jaren. Nadat het leerlingen aantal in 1931 zijn maximum had bereikt, is in 1932 een bescheiden en in 1933 een flinke terugval ingetreden. In beide jaren kon echter als verklaring voor het verloop der cij fens worden aangevoerd de maatregel, waarbij de leeftijd van toelating tot de la gere school tot 6 jaar werd opgevoerd. Nu echter is de invloed van dezen maatregel nagenoeg uitgewerkt en begint een andere factor steeds sterker zijn invloed te doen gevoelen, een factor, welke in 1932 nog niét bestond en in 1933 voor het eerst in geringe mate optrad. Wij meenen de teruggang van de geboortecijfers, waarvan dc invloed zich steeds duidelijker op de schoolbevolking doet gevoelen. Het kan haast niet anders 'dan dat een zoo groote afname van het aantal leerlin gen in absoluten zin bij alle richtingen een teruggang heeft ten gevolge gehad. Bij lipt openbaar gewoon lager onderwijs daalde het leerlingental van 410.592 tot 390.403, d.i. met 20.189 of 4.9 pet.; bij het Protestantsoh- piristelijk g.l.o. van 298.707 tot 293.369, d.i. niet 5338 of 1,8 pet.: bij het Roomsch-Ka- tliolieke g.l.o. van 448.597 tot 447.392, met 1205 of 0.3 pet. en bij de neutrale bij: dcre scholen voor g.l.o. van 17.857 tot 17.642 d.i. met 215 of 1.2 pet. Uit deze verhoudings- Cijfers blijkt opnieuw gelijk in 1933 dat het. openbaar onderwijs het grootste, het Roomsch-Katholiek onderwijs het geringste aandeel in den teruggang heeft gehad. De positie van het openbaar onderwijs is in 1934 dan ook weer verzwakt, die van het Roomsch-Katholiek onderwijs weer versterkt gelijk uit onderstaande cijfers blijkt: Opcnb. Chr. R.K. neutr. 1034 34 pet. 25.5 pet. 39 pet 1,5 pet. 1933 34.9 pet. 25.4 pet 38.2 net 1.5 pet De verschuiving van openbaar naar bij zonder, welke reeds zoovele jaren plaats vindt, is ook ditmaal langzaam doch zeker voortgegaan en juist als in 1933 heeft 00'; thans weer het Roomsch-Katholiek onder wijs gewonnen wat het openbaar onderwijs verloor. De herhaaldelijk voorkomende bewering, dat, tengevolge vaaxiet .opheffen wan vele openbare scholen," déze instellingen leeri lingen zouden verliezen aan het bijzonder onqerwijs, vindt in de cijfers geen steun. Het.openbaar onderwijs is dit jaar niet sterker en niet minder achteruitgegaan dan in de laatste jaren, laat ons zeggen van 1930 af, het geval was. Het zou ons te ver voeren ons te dezer pladtse ook met de absolute cijfers betref fende de aantallen leerkrachten bezig te houden. Toch mag niel onvermeld blijven, dat hun gezamenlijk aantal, dat ultimo 1933 nog 35.552 bedroeg, thans tot 32.697 is te- ruggeloopen. Deze afname met 2855 leer krachten steekt scherp af bij die van 19/3; toen zij slechts 927 leerkrachten bedroeg, terwijl toen toch ook een aanzienlijk aantal leerlingen minder geteld werd dan een jaar te voren Het gevolg van den thans gecon- stateerden sterken achteruitgang is, dat hot gemiddeld aantal leerlingen per onder wijzer belangrijk is gestegen. Bij hét open baar onderwijs steeg dit gemiddelde van 31 9 tot 35; bij het Protestantsch-Christelijk onderwijs liep het op van 32.7 tot 34,1; op de Roomsch-Katholieke scholen nam het toe 35 tot 36.8, terwijl ook op de neutrale bijzondere scholen een stijging van-24.3 tot 25.7 valt waar te nemen. Voor alle scholen te zamen steeg het gemiddeld aantal leer lingen per onderwijzer van 32,9 tot 35,1 het geen een vrij belangrijk accres beteekent. In verband met het ditmaal sterk terng- geloopen aantal openbare scholen zij nog opgemerkt dat op grond daarvan het ge middeld aantaL leerlingen per openbare school voor g.l.o. steeg van 133 tot 139. Bij alle richtingen van het bijzonder onderwijs liep dit gemiddelde terug. Over het uitgebreid lager ouderwijs het volgende. Het schijnt dat wij bij het uitgebreid lager onderwijs een kentering zullen gaan zien. Do geweldige toeloop naar dezen tak van onderwijs gedurende de laatste jaren is wel iswaar nog lang niet tot stilstand gekomen en bij lange na nog niet evpnredig aan den aanwas der bevolking, doch wanneer, wij de toename-cijfers der laatste jaren eens na gaan, dan valt er toch een aanwijzing te vinden, dat wij de periode van den groot sten aanwas achter den rug hebben. In 1931 kwamen er bij het uitgebreid lager onder wijs 6090 leerlingen bij: in 1932 het top jaar 7966: in 1933 6741 en thans in 19:34, ste.eg het aantal leerlingen van 81.981 tot 86.752, d,i, met 4771 of 5.'8 pet. Een heel wat minder sterk accres dan in het vorige jaar derhalve. Percentsgewijze boekte ditmaal het R.K.- oïTÖOTwij.s met 9 pet de prootste-wirrst"; De PrótPstan tsc h-Ch risfèliïke scholen, welker accres in 1933' en 1932 veruit het grootste was geweest, gingen ditmaal slechts met 5.3 vooruit. Bij het openbaar-onderwijs be droeg de aanwas 4.7 pet. terwijl bij de neu trale bijzondere scholen een achteruitgang met 3.4 pet' valt op te merken. Met de toeneming van het aantal leer lingen is geen uitbreiding van het aantal scholen gepaard gegaan. Het aantal open bare scholen verminderde met 10, dat van hét Pro'estantsch-Christelijk u.l.o. liep met 3, dat van het neutraal bijzonder u.l.o. met •4 scholen terug. Slechts bij het Roomsch- Katholiek vjel geen vermindering, doch een stilstand waar te nemen. De gemiddelde schoolgrootte steeg bij al le richtingen en bedraagt thans voor alle scholen te zamen 111', tegen 103 in 1933. De bovenvermelde groei van het aantal leerlingen heeft slechts een aanwas van hef on de rwi j ze r séor ps met 48 tengevolge gehad. Hun totaal aantal bedraagt thans 3658. Ook hier steeg bet gemiddelde aantal leerlingen per onderwijzer. In 1933 bedroeg het 22.7, thans 23.7. Het hoogst is dit gemiddelde op de openbare scholen, waar het 24.5 bedraagt hef laagst op de neutrale bijzondere scholen, waar het slechts 19.6 beloopt. Voor nadere bijzonderheden en detaillee ringen omtrent de besproken takken van onderwijs, verwijzen wij den lezer naar de Mededeeling zelve. Zij is op aanvrage koste loos verkrijgbaar. WOENSDAG 12 JUNI HUIZEN 1875 M. - NCRV-uiriending. 8.00 Schriftlezing en meditatie. S.15—9.30 Gram.pl. 10.30 Morgendienst olv. Ds. P. N Kruyswijk. 1.00—12 00 en 12.15 Ensemble Van der Horst. 1.15 Orgelspel D. Lincy. 2 00 Middag vergadering v. d. 17den Bondsdag v. d. Bond van Ml isjesvereen. op Geref grondslag. 4 30 Gram.pl. 5.00 Kinderuur. 6.00 Gram.pl. 6-1 Causerie door Kapt W. J Hatenboer. 6.30 Afgestaan. 7.00 Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Reportage 7 30 Landbouwhalfuur. S.ÖO Vaz D:as. 8 05 Carillonconcert J. dc Zwaan. 8.45 Causerie Dr. A. v. Deursen 9.15 Mandoline- orkest „L'Estudiaotina" oJ.v. D. G. Kulk, en Gram.platen (Om 9 50 Vaz Dias). 10.30— 12.00 Gram.platen. HILVERSUM 301 M. Algemeen programma, verzorgd door de VARA. S.00 Orgelspel C. Stcy:i. S 3C Gram.pl 10.00 Morgenwijding VPRO. 1015 Voordracht H Beek. 10.35 Gram.pl 1100 RVU Mevr L. de Vries: Kn p les Kind rklecding. 11.30 Gram.pl 12.00 Orvi- tropia olv. J. v d Horst. 12.45 Dc Zonne kloppers olv. C. Steyo. 1.15—145 De Fliere fluiters olv. E Walis. 2 00 De Notenkrakers olv. D. Wins. 2.30 E Walis en zijn orkest. 3.00 Voor de kinderen. 5 30 Dubbel X-Ensem- ble olv. Cor Steyn mmv. Pat Miller (zang). 6 00 Strijkorkest olv. E. Walis. 6.30 RVU. Jhr. Drs. D. J. v. Lennep: Lezing over psy- cnotcchni' k. 7.00 S^ortuitzending 7.20 Orgel spel J. Jong. 7 30 Zang door Claude Pierre. 8 00 Hcrh SOS-Bcrichtcn. S 03 Vaz Dias. 8.10 De Fliereflu-ters olv E Walis mmv. Estb r Phihpse (zang) 9.00 Declamatie R. Numan en Gram.pl. 9.40 Orvitropia o.l.v. J. v. d. Horst. 10.30 De Zonnekloppers olv, C. Steyn. 1100 „Het toov. rbrouwsel". spel vao J. Schaap. Leiding: W. v. Cappellen. 11.30— 12.00 Gram.platen. DROITWICH 1500 M. 10 35-10 50 Morgen wijding. 11.20 Gram platen. 12.05 Orgelconcert Q Mac-Lean. 12.50 Ch. Manning's orkest. 1 50 Orgelconcert O. H. Peasgood. 2.35 Gram. platen. 3.05 Piano-recital B. Mason. 3.35 Sted. orkest Bournemouth olv. R. Austin mmv Miroslav. (viool). 5.05 Western Studio-orkest olv. F. Thomas. 5.35 M. Winnicks Band. 6.20 Berichten. 6.50 en 7.05 Lezing 7.25 Bach- concert 7.50 Trioconcert. S 20 Zang door de Mills Bros S35 Causerie. 8.50 BBC-Sympho- nic-orkest olv A. Tosc-nini. (Om 9 40 Be richten). 10.40 Het Parkiogton kwintet. 1120 12,20 Dc Grosvenor House Dance Band lov. S. Lipton. RADIO PARIS 1648 M. - 7.20 cn 8 20 Gram.pl. 12 35 Orkestconccrt olv. Touche. 8.20 Cello- recital A Frezin. 9.05 „La femme de Clau de". spel van Dumas. KALUNDBORG 1261 M. - 12 20-2 20 Concert uit Rest. „Wivex". 3 50—5.50 Omroeporkest o.l.v. Rcesen 6.05—6.35 Gram.pl. 8.20 Repor tage. 9.00 Koorconcert. 10.20 Symphome-con- ccrt olv. Mahler. 11.20—12.50 Muziek. BRUSSEL 322 en 484 M. - 322 M.: 12.20 en 1 30—2.20 Gram.pl. 5.20 Zigeunermuzi k. 6.05 Zang en pianc 6.35 Gram.pl. 6 50 Piano- rlcital. 7.35 Gram.pi. 8-20 Symphonieconcert olv And ré 10.30—1 20 Muziek 484 M.: 12 20 Gram.pl. 12.50 Omroeporkest olv. Ga- sin. 1.50—2.20 Gram.pl 5 20 Kamermuziek. 6 50 Org Icoocert 7 35 Gram.pl. 8.20 Omroep orkest oR*. Gason. 10.30—11 15 Gram.platen. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 8.35 Rijkszending: ..Die Hansa". 9 05 Populair can- cert uit Stuttgart. 10.20 en 11.05 B'richten. 11.20—12.20 Ilja Livschakoff en zijn orkest. rfósy 7-^ Caricatuur van Baldwin, de nieuwe Britsche premier, opvolger van Mac Donald. De strijd tusschen twee symbolen door Mr P. BORST xvii (siot) „Dé religie der vaderen contra de New Deal" Sterk trof mij een uitlating van Christelijke zijde in de „Chris tian Journal", van 4 October 1934. Het hoofdartikel was getiteld: De religie der vaderen contra de New Deal. Daarin las ik: Arthur M. Hydë, secretaris van Landbouw onder president Hoover, zei onlangs in een rede dat de godsdienst niet een nieuw economisch stelsel noodig heeft als door de New Deal wordt ingevoerd. De wereld heeft terugkeer tot geloof en broederschap noodig, niet een andere verdeeling van den rijkdom. De wereld heeft noodig de Old Deal van individueele vrijheid, van moreele aansprake lijkheid van den enkeling. De mensoh wordt nu van zijn geloof, eijn vrijheid, van zijn moraal en van zijn God afgetrokken. Met vrome woorden een verdediging van het oude Amerikaan sche individualisme. Maar de „Christian Journal" haalt Mr. Hyde met instemming aan en voegt aan zijn woorden toe: „God Almachtig heeft deze wereld al gedurende 6000 jaren geregeerd, en Hij is zeer wel in staat om dat te blijven' doen zonder een democratisch program van voedsel verdelging e.d." Tien argumenten pro Met dergelijke algemeenheden komen wij er natuurlijk niet Ook niet met de vroeger opgesomde negen punten van critiek. Ook al waren ze grootendeels juist, dan nog is Roosevelt niet *1 XVI stond in ons nummer vaai 5 Juni. veroordeeld. Vóór alles staat voor ons het feit, dat hij Amerika, dat in den afgrond van individualisme dreigde neer te storten, nog juist bijtijds heeft vastgegrepen. Het symbool van de vrijheid was een illusie gebleken. Dat symbool was trouwens dóór en dóór on-christelijk. Daartegenover stelde Roosevelt het symbool van den blauwen adelaar, van de faire concurrentie, van het fatsoen in het zakenleven, van de solidariteit tusschen producent consument en arbeider. En hij moge dan veel fouten maken, op zijn credit komen toch de volgende posten: 1 Het bankwezen is gesaneerd en het publieke vertrouwen herwonnen. 2 Centralisatie van maatschappelijk hulpbetoon heeft honge- rigen gespijzigd, waar locale autoriteiten tekort schoten. 3 Boeren en huiseigenaren zijn ten deele van drukkende schulden bevrijd. 4 Groote publieke werken geven aan millioenen arbeiders brood. 5 Devaluatie van de dollar versterkte de positie der boeren en steunde den export. 6 Beperking van den akkerbouw verbeterde den prijs der lan d bou w p ro du c ten 7 Controle op de beurzen gaf bescherming aan den belegger. S Landelijke regeling van minimum-loon en maximum- arbeidsduur bracht verbetering van de positie der arbeiders cn meer stabiliteit in de concurrentie tusschen dc onder nemers. 9 Kinderarbeid en nachtarbeid van vrouwen wei-den prak tisch afgeschaft. 10 Het recht om langs organisatorischen weg over arbeids voorwaarden te onderhandelen, werd ingevoerd. Roosevelt verdedigt zichzelf. President Roosevelt verdedigt zijn politiek in het voorwoord van zijn boek „On our way": „Sommigen zeggen, dat het revolu tionair is wat ik doe. Als dat beteekent: afwijkend van de tot dusver gevolgde methode, dan is het juist, maar dan is het een vreedzame revolutie. Het is fascisme, zeggen weer anderen. Neen, want onze fundamenteele, republikeinsche methoden zijn onveranderd gebleven. Het is communisme, zegt een derde. Neen, want wij dienen geen klasse, en wij willen het privaat-bezit niet opheffen. Het is geen fascisme en geen' communisme, het is de New Deal, dat is de juiste combinatie van „Square Deal" (eer lijke portie) en „New Freedom" (nieuwe vrijheid). En de hoofd zaak is dit: er is verandering gekomen in de gezindheid en het denken van het Amerikaansche volk." Het teere pant aangeroerd. Hier roert Roosevelt het teere punt aan. „Er is verandering gekomen in de gezindheid en het denken van 't Amerikaansche volk", zegt hij. Dat zijn goede klanken voor ons Christelijke menschen. Want het beginsel leert ons, dat geen verandering van economisch stelsel, geen sociale hervorming, geen nieuwe wetten en reglementen eenige beteekenis verkrijgen, wannéér zij niet gebaseerd zijn op de gezindheid, op de conscien- tie.van het volk. Ons eindoordeel. Roosevelt zegt: In Amerika is de verandering, van die gezind heid gekomen. Wij durven het hem niet na te zeggen. Wij ge- looven niet, dat een volk van 125.000.000 menschen eensklaps een andere gezindheid aanneemt. Misschien wel aan de oppervlakte, misschien wel in een tijdelijken roes, maar niet in het wezen, in de kern. En zoo komen we tot ons eindoordeel. Want als wij aan het slot de balans opmaken, dan zijn wij er niet met de hierboven aangehaalde negen punten-c 0 n t r a te vergelijken met de tien punten-pro. Dan moeten wij verder zien. Dan moe ten wij de heroïsche actie van Roosevelt zien in het licht van den strijd om do twee symbolen. Het symbool van de vrijheid en van de gebondenheid, het oude Vrijheidsbeeld en de nieuwe Blauwe Adelaar. Gebaseerd op de voorafgaande hoofdstukken. Eerst hebben wij uitvoerig gesproken over de vraag of Amerika was een Christelijke staat. Wij moeten constateeren dat het Christelijk beginsel in vele opzichten zijn klem op de consciëntie van het Amerikaansche volk had verloren. Dat is jammer, want Juist de Christelijke solidariteit geeft een oplossing voor de juiste en gemeenschap. Maar we hebben in vogelvlucht Amerika gezien, zooals het was. Een mengsel van volkeren .Angelsaksisch en Protestant van oorsprong, maar bijna overrompeld door Latijnsche en Slavische rassen, met liet negervraagstuk als onverteerbaar blok. Een volk van corruptie, waar iedere wettelijke maatregel nieuwe corrup tie-mogelijkheden schept. Waar elk sociaal idealisme, men denke aan het alcoholverbod, de kiem in zich bergt van grooter verderf. Ondanks mogelijke tijdelijke mislukking een gelukkig keerpunt. Een land van individualisme, dat de georganiseerde maat schappij der middeleeuwen nooit heeft gekend, dat alleen maar gevoed is door den vrijen pioniersgeest, dat in wezen vreemd staat tegenover elke natuurlijke ordening der maatschappij. Een land dus, waar alle voorwaarden aanwezig zijn om elke sociale ordening te doen mislukken. Maar waar toch een kracht wordt ontplooid en activiteit wordt getoond, die onze bewondering wekken. Misschien verandert de .gezindheid" daar sneller dan in oude cultuurlanden. Energie is er genoeg. De ban is nu ge broken. Het faillissement van het „rugged individualism" werd uitgesproken. In dagen van voorspoed merk je het zoo niet, maar als de zon achter de wolken verdwijnt, wordt die oude' vrijheidsleer tot een wreedc ontgoocheling. Roosevelts poliliek zal misschien ten deele mislukken. De afbraak van het derde hoofdstuk der codes is er een voorteeken van. Maar Roosevelts werk was noodig. Want nergens was de Kaïns-moraal: „Ben ik mijns broeders hoeder" verder doorgewoekerd dan juist in dit land. En elk streven in Amerika, hoe groot of hoe klein ook, dat zich verzet tegen dezen onchristclijkcn vorm van „vrijheid", moet ons sympathiek zijn. Zooals wij dan ook dankbaar zijn, dat ons vaderland, met zijn Christelijke traditie, zijn historischen groei en betrekkelijke zuiverheid van het publieke leven een betere kans biedt, voor ordening der maatschappij dan van Amerika in lange generaties is te wachten. Dat was dc practische les. die ik op mijn Amerikaansche reis heb geleerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9