'n Barstende Hoofdpijn BINNENLAND. ZATERDAG 8 JUNI 1935 TWEEDE BEAD PAG. 5 Een van de roeiploegen, die deelnamen aan de estafette van de Duitsche belangstelling van verscheidene Berlijners de Gotzkowski-brug. HET ANTI-REV. BEGINSEL IN DE BAAD Wanneer men zich ook van Anti- 16 tevolutionaire zijde weder opmaakt om leel te nemen aan de Raadsverkiezin- Is ;en en tracht invloed uit te oefenen op Ie samenstelling van de nieuwe Ge- neenteraad, ligt in deze feiten reeds -enigermate de uitspraak verborgen, lat men de Christelijke beginselen ook ienscht toe te passen op het terrein an het gemeentelijk beleid. Eenigermate. Want men zou wellicht n- inder erkenning van deze verkiezings- erschijnselen met eenige spitsvondig- leid de stelling kunnen verdedigen, dat aen wel invloed van het Christelijk olksdeel in de gemeentepolitiek be leert, maar dat dit nog niet insluit er- enning van het recht van bestaan tf- ener Christelijkeeener Anti-Revolu- ;h ionaire gemeentepolitiek. Natuurlijk is het op zichzelf juist, dat Ie voorstanders der Christelijke begin- d. elen aanspraak hebben om zich te doen elden in de vertegenwoordigende col eges. De tijd is voorbij, dat men Chris- usbelijders alleen reeds op de enkele jrond van hun Christen zijn uit de ipenbare lichamen uitbande en hun lke invloed op het regeer- en bestuurs- ieleid ontzegde. Wij kennen geen weederangs-burgerschap, toegekend op rond van gebleken levensovertuiging, n daarom komt het de rechtsche groe- len toe naar evenredigheid hun invloed i de publieke colleges te doen gelden. Is daarmee nu ook de strekking van e Christelijke beginselen uitgeput? Daar zijn er die, voor zooveel de laad betreft, zulks willen doen geloo- 'en. De Raad, zoo oordeelt meer dan en, handelt uitsluitend over vraag- tukken van practische aard, houdt zich Jezig met materieéle kwesties. Hij gaat iver het onderhoud van wegen en plei- len, over verkeersvraagstukken en olkshuisvestingsaangelegenheden, over lelastingen en financiën in de ruimste in, altegader besognes, die buiten uw evensovertuiging om gaan. Kortom, de laad verkeert in de neutrale zóne, voor oepassing van leidende beginselen laat ijn terrein geen ruimte. Is deze voorstelling juist? Wie vraagt naar de beteekenis der Christelijke beginselen in het algemeen, al hierop een ontkennend antwoord noeten geven. Daar is niet een gebied, faar de Christelijke levensovertuiging «et, en een ander, waar zij wel toepas ing moet vinden. Het Christendom is 'an algemeene waardij voor heel het even, voor iedere levensopenbaring Hetzij wij leven, wij leven den Heere." leel ons leven dient te §taan ia bet teeken der beleving van ons beginsel. En deze algemeenheid der Christelijke levensovertuiging brengt mee, dat zij ook toepassing moet erlangen in de gemeenteraad. Trouwens, wie afdaalt in de onder- deelen van het gemeentebeleid komt dra tot de gevolgtrekking, dat de diep ste levensbeginselen daarvan niet los zijn. Denk eens even aan het oogen- schijnlijk kille vraagstuk der gemeente- financiën, dat in deze dagen in zoo sterke mate op de voorgrond staat en een materieéle aangelegenheid lijkt van de eerste orde, die zich door geen hoo- ger beginsel beroeren laat. Zou het vraagstuk van de behartiging der finan- cieele belangen der gemeente door geen principieele motieven worden be- heerscht? „De ouderling, die zijn huis wel regeert", zegt de Schrift, „zal dub bele eere waardig geacht worden". Die zelfde Bijbel roept altoos weer op om in het minste getrouw te zijn. En zou dan hij, die geroepen wordt om deel te nemen aan het bestuur der gemeente, welke in de financieele druk geplaatst wordt voor het feit om vérstrekkende geldelijke maatregelen te treffen, deze verantwoordelijke taak niet aan zijn beginsel hebben te toetsen? De vraag stellen is haar beantwoorden. Zóó de kwestie gesteld is er ruimte voor Anti-Revolutionaire gemeentepoli tiek. En de zaak komt ten slotte veeleer aldus te staan, dat er geen enkel onder deel aanwijsbaar is, dat ontkomt aan dei klemmende eisch der goddelijke ordi nantie. De Overheid, ook de gemeentelijke Overheid is Gods dienaresse. Zij weet, dat zij niet in eigen kracht haar moeite volle taak volbrengen kan en zal dan ook behoefte hebben om, waar dit prac- tisch mogelijk is, van die afhankelijk heid van den Almachtige te getuigen. Vandaar het publieke ambtsgebed, van daar ook dat het soms met name in een begrootingsrede, wanneer de groote lijnen worden uitgestippeld op zijn plaats kan zijn er op te wijzen, hoe men zijn hulp alleen van den levenden God verwacht. Van groote beteekenis voor onze sa menleving zijn de Christeijke zeden, die uit kracht van het beginsel, in de weg van historie en traditie, in ons volks leven tot uiting kwamen. In de gemeen telijke samenleving kon de Raad op verschillend gebied geroepen worden maatregelen te treffen tot behoud der Christelijke grondslagen van ons volks leven. Zoo kunnen verordeningen wor den vastgesteld in het belang der open bare zedelijkheid; men denke aan be teugeling of verbod van openbare ver makelijkheden, bestrijding van drank misbruik. van het dansgevaar, bescher ming de* gublieke eerbaarheid {met Ouden en gébrékkigen vertrekken per auto of bus van het Nenijto-terrein te Rotterdam voor hun dagje uit Links: De aankomst van H.M. de Koningin voor het défilé op den Landstormdag te Barnevéld. Vaast H.M. generaal Duymaer van Twist, daar- ichter de ministers Deckers en De Wilde. Na een ongelukkigen wedstrijd keert de „Endeavour" met een gebroken mast terug. Gedurende dezen wed strijd viel de stewart van het yacht „Astra" over boord en verdronk. name iri deze tijd tegen de excessen van het strand- en badleven). Wat betreft de Zondag, die in ons vaderland helaas al meer in aanzien verliest, heeft de gemeentelijke Over heid tot taak de Zondagsrust naar ver mogen te beschermen, de Zondagsvrede te bevorderen. In de eerste plaats voor haar eigen bedrijven en diensten, ten aanzien waaraan haar positie is die van een vader in zijn gezin, maar verder zal zij maatregelen kunnen treffen waar zij optreedt in het openbare leven. Als voorbeelden kunnen worden genoemd verordeningen op dé winkelsluiting, voorschriften met betrekking tot open bare vermakelijkheden of ten aanzien van het geopend zijn van café's af her bergen op de Zondag. Het is niet moeilijk deze opsomming verder voort te zetten. Spreekt ge over het onderwijsvraagstuk, dan denkt ge aan een loyale toepassing der Lager- onderwijswet 1920, aan de mogelijkheid van doorvoering der financieele gelijk stelling voor het bewaarschoolonder- wijs, wellicht aan een oplossing, waar bij deze tak van onderwijs uitsluitend in handen is van het particulier initia tief. Wat de financiën aangaat, het salari- eeringsvraagstuk, het belastingstelsel dient aan de normen der Christelijke beginselen getoetst. En ieder, die geroe pen wordt om de financiën der gemeen te mede te beheeren, zal in het besef dienen te staan van zijn volle, zijn zware verantwoordelijkheid. Wie het nauw met zijn beginsel neemt, zal zich niet wagen aan allerhande roekelooze financieele experimenten, hij zal ook niet speculeeren op de volksgunst, op de waan van de dag, maar zich er van bewust zijn, dat hij van zijn gemeente lijke taakvervulling rekenschap heeft af te leggen tegenover God Almachtig. Wij zijn ons bewust uit de beginsel- vragen, die rijzen op gemeentelijk ge bied, slechts hier en daar een greep te hebben gedaan. Beginselpolitiek be perkt zich niet tot een bepaald om schreven codex van gevallen, die moe ten worden toegepast, maar de Chris telijke levensovertuiging vraagt bele ving over de geheele linie. Wanneer dan ook in het opschrift van dit artikel werd gewaagd van twee begrippen, het Anti-Revolutionaire be ginsel en de gemeenteraad, gaat het daarbij allerminst om twee grootheden, die zich naast elkaar niet verdragen De Anti-Revolutionaire beginselen heb ben hun rijke waarde voor het gemeen telijke leven, gelijk de ervaring geluk kig in menige plaats kan getuigen. Moge de uitslag der Raadsverkiezin gen zoodanig zijn, dat aan de toepas sing der Christelijke beginselen in de naaste toekomst een zoo groot moge-^ die U kwelt en belet te werken? Neem een "AKKERTJE" en binnen een kwartier voelt Ge de hoofdpijn wegtrekken als mist voor de zon. Heb steeds AKKER-CACHETS in huis, vannacht kunnen zij te pas komen bij Hoofdpijn, Kiespijn, Zenuwpijn, Spier pijn. Slechts 52 cent per 12 stuks. Overall lijke ruimte wordt gelaten, opdat de gemeentelijke samenleving voor onzen Koning worde behouden en gewonnen. Na het Koninklijk bezoek aan Den Helder Een dankbetuiging De schout bij nacht, commandant der ma rine te Willemsoord heeft het navolgende ter kennis gebracht aan de schepen en in richtingen te Willemsoord onder zijn bevel: „Hare Majesteit heeft mij Hoogstdezelver tevredenheid betuigd over de houding van het marinepersoneel bij Haar bezoek aan de Marine te Den Helder op den voormiddag van 4 Juni jl." De burgemeester van Den Helder maakt bekend, dat Hare Majesteit hem heeft ver zocht aan de burgerij Hoogstdezelver dank over te brengen voor de geestdriftige en hartelijke ontvangst bij aankomst en verblij f HJff, DE KONINGIN SCHENKT EEN GIFT AAN „DE JOODSCHE INVALIDE" De Vereeniging „De Joodsche Invalide" heeft van den Particulier-Secretaris van H. M. de Koningin bericht ontvangen, dat H.M. als blijk van bare belangstelling in het streven der Joodsche Invalide, een gift aan deze instelling zal schenken. ENVELOPPEN INDIE-VLUCHT VAN 12 JUNI Een enveloppe in oranje-blanje-bleu, wel ke op alle kantoren der K.L.M. en bij agent schappen gratis te verkrijgen is, zal de her innering levendig houden aan de opening van de tweemaal wekelijkschen dienst AmsterdamBatavia v.v. op 12 Juni a.s. Bovenaan de enveloppe is in oranje een Douglas-vliegtuig afgebeeld, waaromheen in een krans de woorden staan „ter her innering aan de eerste vlucht van den twee- maal wekelijkschen dienst Amsterdam— Batavia v.v. 12 Juni 1935". Links op de enveloppe bevindt zich in blauw de aan duiding per luchtpost, by airmail. waar- oadic ia oranje het embleem, dec K.L.M. Jongens in soorten Maar geen jongens van Jan de Wit Het woord „jongens" is in onze taal een zeer onbepaald begrip. Het aantal „jongens soorten" is daardoor legio geworden. Er zijn loop- en liftjongens; jongen wil nu eens zeggen, dat het kind geen meisje is, voorts dat de knaap geen man is; en dan weer dat een meisje „een jongen" heeft, hij zij IS of 2S jaar; een leerling bij een ambacht ambacht heet jongen, maar de laagste knecht op een oliemolen ook, al is hij zestig jaar oud; bij Elia en David was het trou wens niet anders en de inlandsche bediende heet ook jongen, ongeacht zijn leeftijd; dan zijn er goede jongens, gladde jongens en zware jongens, die allemaal bejaarde menschen kunnen zijn; bovendien spre ken moeders soms van de jongens, daar mee zoowel de meisjes als dejongens bedoelend; tenslotte spreekt men van de toffe jongens van het zooveelste regiment en sprak men vroeger ook van „jongens van Jan de Wit" en men dacht dan aan „stoere jongiens, ferme knapen"; vooral ook aan de dappere bemanning onzer zee bodems. Zoo gebeurde het dezer dagen, dat in ons blad sprake was van de „jongens" van de K 18, die naar een Phohi-uitzending hadden kunnen luisteren. Dit bericht nu deed een onzer lezers schrijven: Wordt het nu eindelijk niet eens tijd, dat men ophoudt over „jongens" en „jantjes" te spreken en te schrijven, wan neer men het heeft over zeevarenden (marine of koopvaardij)? Nog wel zooals in het onderhavige geval waar men van hoog tot laag in rang daarbij betrekt. Zoowel de laagsten in rang als de lioogsten zijn „vakmenschen", die de één door mindere de andere door meerdere soms zeer moeilijke studie, hun doel hebben bereikt en in geen enkel opzicht bij de menschen aan de wal ten achter staan. Trouwens, wanneer men het heeft over gestudeerden aan de wal, spreekt men toch ook niet van .jongens". Deftig sprekend, zouden we willen zeggen: de pracmisse, waarvan de lezer uitgaat, is onjuist en dus is de conclusie ook juist. Immers, indien men hierbij onderscheid maakt tusschen superieuren en minderen, tusschen gestudeerden en ongeschoolden, dan is de betiteling uit een booze; want dan legt men er iets minderwaardigs in. We lieten hierboven echter zien, dat er „jongens in soorten" zijn en dat de aandui ding met „jongen" op zich zelf niets min denvaardigs of kleineerends inhoudt en ook niet over de leeftijd beslist. De „jongens" van profeten en koningen waren niet allen dienstbaren, doch vaak ook vertrouwens- menschen en iets vertrouwelijks zit er ook in als we van „onze jongens" bij de marine spreken. „Onze jongens", die recht hebben op onze sympathie. Wie dat over 't hoofd ziet, kan bezwaar maken tegen de uitdrukking; wij deelen dat thans nog niet. De schrijver deelt ons echter mee, dat op 12 Juni dit onderwerp ter sprake komt in een radio-rede, welke een zeevarende voor de N.C.R.V. hoopt te hou den. We hopen naar die uiteenzetting, als 't kan, naarstig te luisteren en misschien plaatsen we dan „jongens en jantjes" onver- wij ld op de index. Deviezen-processen Koophandel en levenswandel Scherp oordeelt de r.k. „Tijd" over de de viezen-processen in Duitschland tegen ver scheiden kloosterlingen, waarbij dingen zijn onthuld, welke men met de beste wil van de wereld niet kan goedpraten. oCl Het blad herinnert aan de artikelen, die het in de loop van de tijd geschreven heeft in verband met het planten van de r.k. vlag op financieele instellingen en het voortkrui- en van onbevoegden met geestelijke hulp naar verantwoordelijke posten en vervolgt dan: „De treurige processen, die thans weer in Duitschland vrome kloosterlingen in zoo onverdedigbare houding laten zien, zijn geen op zich-zelf staande teekeniugen van een niet tot in alle onderdeelen gezonde katholieke levenshouding. Men denke maar aan het Hanze-kerkhof, het faillissement van zekere Levensverzekeringsmaatschappij, de Belgische Boerenbond, de risico's van heilige gemeenschappen, die mystiek in za ken steken, het kerkelijk bijeenbrengen van millioenen door leeken zonder verdere con trole hunnerzijds enz. Wij zwijgen maar van andere decadente dingen, die onder ons J voorkomen hadden kunnen worden, indien 'C een gezonde collectieve meening van intelli gente geestelijken en leeken tijdig onze openbare meening mocht verlichten, b.v. in de romantische geloofssentimentaliteit, die van het Tabernakel wegliep naar Beaiiraing om tusschen ongeloof en bijgeloof de waar heid te tarten, het smoren van de kritiok of 1 adviezen van leeken, enz." Het is goed als de fouten in eigen kring A niet goedgepraat worden. De Nijverheidsraad over de aanbestedingen Te veel plaatselijke protectie De Nijverheidsraad heeft ter kennis van den Minister van Binnenl. Zaken gebracht, dat Gemeenten hoe langer hoe meer er toe over gaan om in bestekken voor aan bestedingen van werken of bij het plaat sen van orders voorwaarden le stellen waardoor plaatselijke belangen worden be voordeeld. Zoo wordt in sommige gevallen voorgeschreven, om de bij de uitvoering van de werken benoodigde materialen van in de gemeente wonende handclaai-s of fabrikan ten te betrekken of om het werk met plaat selijke arbeidskrachten uit te voeren. Ook komt het voor, dat het mededingen aan orders wordt beperkt tot in de gemeente gevestigde ondernemingen. Van een en ander verwacht de Raad een prijsverhoogende werking, terwijl daar door voorts in menig geval een ongunstige invloed zal worden uitgeoefend op bestaan de commercieele verhoudingen en verdere ontwrichting van liet bedrijfsleven in de hand zal worden gewerkt. Op grond van een en ander is de Raad tot de conclusie gekomen, dat een dergelijke plaatselijke protectie in strijd is met het algemeen belang en met het belang van de Nederlandsche nijverheid in haar geheel en daarom heeft hij den Minister verzocht den invloed, welke deze op de gemeentebestu ren kan doen gelden, te willen gebruiken om te voorkomen, dat de gemeenten voort gaan de door den Raad aangegeven prak tijken uit te oefenen, v Dr E. J. Beumer, die be noemd werd tot lid en voorzitter van de generale comm. Zuiderzee-steunwet hoofdstad naar Kielpasseert onder. Daladier en Delbos op de binnenplaats van het departement van Marineomsingeld door. persfoto grafen en filmoperateurs.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5