Chr. Arbeiders in de bedrijven van r Voedings- en Genotmiddelen TWEEDE BLAD PAG.S^ verrassend krachtig werkt bij rheumatic k Aspirin ind verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes van de geschillen 'die werden behandeld en de toestand van de verschillende bedrijven waarin de bond leden telt. Het verslag van den penningmeester, den heer J. Otten van Rotterdam, geeft als eind cijfer van de winst- en verliesrekening f 79.006.46 en van de balans f 202.802,12. De winst en verliesrekening van de werkloo zenkas sluit met een cijfer van 71.373. Deze, kas had op 31 December j.L een vermogen van 19.S69.90. De verslagen werden goedgekeurd alsook het bondsbeleid. Ook het beleid van de re dactie van het orgaan „De Bazuin" werd goedgekeurd en de aftredende leden van de commissie van redactie herkozen. (De vergadering duurt voort) „Nederland Weerbaar" Congres in Den Haag Het Centraal Comité tot waarschuwing tegen Eenzijdige Ontwapening zal op 18 en 19 Oct. een congres Nederland Weerbaar houden. Dit heeft ten doel om bij het Nederlandsche volk het besef te verlevendigen, dat een voor haar 'taak berekende weermacht, zoowel voor het Rijk in Europa, als voor de Overzeesche Gewesten, vooralsnog onmisbaar is en dat achterstand op dit gebied dn de ure des gevaars niet meer zal kunnen worden ingehaald. Door aldus de weerbaarheids gedachte te versterken, wil het congres bij het Nederlandsche volk de bereidwilligheid verhoogen tot het brengen van persoonlijke en geldelijke offers in het belang van 's Lands onafhankelijk heid en van den wereldvrede Er is een comité van aanbeveling gevormd en een speciaal congresbestuur. Dit laatste dat ons, vergeleken bij het aanbevelingscomité, wat eenzij dig samengesteld lijkt bestaat uit de heeren: dr. J. C. Eringaard (voorzitter C. G.), prof. J. E. de Quay (voorzitter van het Comité van Nationale Veiligheid), H. M. van Bemmelen (onder-voorzit ter C. Cde leden van het C. C. J. P. Boots, J, M. van Gogh, J. C. Kielstra, P. C. Labrijn, P. W. Pieters, S. Prins Dzn-, O. J. Siersema, mr. O. Ver,- doorn, jhr. C. A. L. van der Wijck en den len secr.-penningmeester v. g. C. C. H. M. Luchsinger, die in het Congresbestuur dezelfde functie vervult. Nadere gegeven zullen alsnog worden bekend gemaakt. Inlichtingen kunnen, liefst schriftelijk, worden ingewonnen bij het secretariaat dat tot nader bericht is gevestigd Obrechtstraat 363 te 's-Gravenhage, telefoon 337475. Postgironummer van den penningmeester van het Centraal Comité 164060 's-Gravenhage. JEUGDHERBERG Men verzoekt ons mede te deelen, dat de nieuwe jeugdherberg te Arcen (L.) wegen* verbouwingswerkzaamheden eerst op 25 Mei a.s. .voor trekkers zal worden openge steld „Hij liet een gedicht of een stuk proza; niet los voor hij alles besproken had, wat er aan was op te merken en dat was ver bluffend veel. Hij ging nooit over tot eenige algemeenheid voor hij tot het wezen van het betreffende werk was doorgedrongen, het essentieele zoo scherp had geformuleerd, dat het voor altijd in het bewustzijn werd vast gelegd. Hij behandelde nooit iets zonder het uitvoerig met citaten te bewijzen". Sluimerende krachten wekte hij op zijn! practicum, waar elk op beurt een verhan deling leverde en deze door professor èn medestudenten werd getoetst. Welk een ge legenheid ontsluit een leermeester daarmee zich zelf voor vruchtdragende invloed op de levensvorming zijner studenten! Verwey, rijk begaafd als geleerde, als organisator, als dichter heeft zich zelf een carrière, een invloedssfeer geschapen. Hij heeft dat gekund omdat hij een eigen weg koos en hield, omdat hij meer dan een "halve eeuw niets anders heeft gedaan dan gebouwd aan eigen wezen, de taak en opgaaf heeft; vervuld, welke hem werden opgelegd, „Nooit hunkerde in verlaten drang, Nooit vruchtloos om een uitweg heeg." Paul Dukas overleden Op ruim 69-jarigen leeftijd i6 de Fransche componist Paul Dukas overleden. Hij was een bekend muziekleeraar te Parijs en ge noot een reputatie als muziekcriticus. Hoe wel hij verscheidene zeer goede orkeststuk ken gemaakt heeft, is één daarvan zeer be kend geworden, nl. „l'Apprenti Sorcier". De zeer talentvolle Fransche componiste Lili Boulanger. die reeds op 24-jarigen leeftijd is gestorven, behoorde tot zijn leerlingen. Mr. J. VAN SCHEVICHAVEN t Te Den Haag is in den ouderdom van 6S jaar overleden mr. dr. J. van Schevichaven, de man, die als schrijver onder het pseudo niem „Ivans", tientallen detective-romans schreef, waarin hij zijn Geoffry Gill liet op tieden in allerlei gevaren, verwikkelingen eni situaties. Tot de meest bekende behooren: De man: uit Frankrijk, Het Verloren Spoor, Het Broe ken Spook, De vlammende Pyramide, Het Geheim van den Koepel, De Boschgeest, Het Spinneweb, en vele andere. De overledene die in 18S8 aan de Amster- damsehe Universiteit promoveerde op een proefschrift: „Wettelijk karakter van het contract van levensverzekering" tot doctor m de rechtswetenschap, was in verschillende hoedanigheden tenslotte als directeur bij levensverzekeringsmaatschappijen werk- zaam. Daarna was hij directeur vau het Bu reau Colonial International te Den Haag en het laatst secretaris van het Crisis in- en uitvoerbureau. HET HUIS VAN JOHAN DE WITT Het Huis van Johan de Witt aan den Kneuterdijk te Den Haag zal, nu de kunst handel Dorus Herman er niet meer in is vermoedelijk worden ingericht als een z.g* „Casino d'hiver". Het historischeg ebouw zal dan evenwel in zijn tegenwoordigen staat blijven en er zullen geen ingrijpende veran deringen aan geyof of lokaliteiten wordeü aangebrachi. r! Spahis uit Marokko, die thans te Brussel vertoeven, brengen een groet aan den Onbekenden Soldaat. KUNST EN LETTEREN ALBERT VERWEY Bij zijn afscheid als professor Algemeene vergadering op „Woudschoten" Openingsrede van den lieer A. Hanemaaijer Vandaag en morgen wordt op „Woudscho- len" te Zeist de elfde algemeene Bondsver gadering gehouden van den Ned. Centralen Bond van Chr. Arbeiders(sters) in de be dril ven voor Voedings- en Genotmiddelen. Hedenmiddag werd de vergadering ge opend met een rede van den Bondsvoorzit ter, den heer A. Hanemaaij e'r, van Rot terdam, In de twee jaren na onze vorige algemeene Vergadering, zegt spr., heeft het bedrijfs leven de ongunst der economische verhou dingen in steeds sterker toenemende mate Ondervonden. Het getal deri werkloozen is gestegen en heeft in de afgeloopen jaren een ongekend hoog percentage bereikt Er zijn zwaarder getroffen bedrijven, het moet erkend, dat de invloed der orga nisatie beschuttend en beschermend ge werkt heeft, waar door te snelle en diepe neergang kan tvorden voorkomen. Ook in deze mag Öankbaar worden er kend, dat de zeer schadelijke gevolgen konden worden ge temperd en veel be houden kan worden, wat in 't verleden A. Hanemaaijer tmet zorg en strijd Was opgebouwd en verkregen. Ten aanzien van het ledental kan niet als Vorige malen van een nog steeds sterk op gaande lijn worden gesproken, toch mogen Wij nog gewagen van een vooruitgang over deze twee jaren van 3059 tot 3149 leden. Waar over het algemeen reeds in dat tijd- Vak een meer of minder sterke teruggang in de getallen der georganiseerd en kan wor den waargenomen, moge dit tot tevreden heid stemmen. Maar mag dit in geen geval aanleiding zijn om niet met alle kracht te pogen voor teruggang te walcen en voor vermeerdering Van het getal alle krachten in te spannen. Het getal der afdeelingen nam slechts ma tig toe. Die stabiele positie van Uw Bond, zegt Bpr., getuigt van een goed organisatiebesef. Houdt dat in elk uwer af deeling levendig en wakkert dit aan. Financieel vertoont uw Bond ook zijn sta biliteit, het verslag van den penningmeester kan daarvan niet anders dan een goede in druk geven. Het bondsvermogen klom van f 1S6.000.tot. f 202.000.niettegenstaande een aderlating van het bondsinkomen over deze twee jaren van niet minder dan J 10.500.is toegepast, welke aan de \Verk- Dit was mogelijk omdat de financieels vrij sterke basis van deze Bond dit kon toe laten en waardoor het mogelijk werd ge maakt, zonder te groote verzwaring der las ten de Werkloozenkas aan baar taak ten volle te doen beantwoorden. Op dit congres zullen beslissingen van u worden gevraagd, welke voor het bondsleven van groote beteekenis kunnen zijn. Spr. wijst voornamelijk op twee punten. De in stelling van het fonds voor uitkeering aan oude leden en de beslissingen welke van u worden gevraagd in verband met de bepa lingen van de Werkloozenkas. Deze voorstellen acht spr. van groote en vérstrekkende beteekenis. Zij zijn een be wijs van de ontwikkeling van den Bond en mogelijk door de goede financieele positie waarin deze thans nog verkeert. Zij zullen van het bondsvermogen een zeer groot offer vragen. Maar een offer het doel waard. Moge de beslissing hierover ook in de toe komst rijke vrucht afwerpen en aan het doel kunnen beantwoorden. Ook de ordeningsgedachte zal op dit con gres de aandacht vragen. Moge het onze belangstelling hebben en aanleiding zijn om duidelijker en klaarder ons daarover te oriënteeren. Maar bovenal, zegt spr., laat ons congres de beteekenis hebben van een bijeen zijn van allen die dragers zijn van idealen om voort te gaan trouw aan de historie van onzen Bond. Om in eendracht te ontvangen bezieling, kracht en liefde om het werk ook in de toekomst voort te zetten. Tot verhef fing, geestelijk., en stoffelijk, van het leven van den arbeid. Om hier te samen als Christus-belijders, bevestigd en geschraagd te worden in hét verstaan van onze taak en roeping in den tijd waarin wij worden geplaatst. Van tweeën een, óf de opbouw van het maatschappelijke leven zal staan onder de invloed van onze Christelijke wereld- en levensbeschouwing, öf er zal komen een opbouw van het maatschappelijk leven, waarin voor de beteekenis van die Christe lijke levens- en wereldbeschouwing geen plaats meer zal zijn. Spare God ons volks leven voor dit laatste en geve Hij ons ge trouwheid om wakend en werkend op te treden. Mogen deze congresdagen ons in dit be wustzijn sterken, dan worden hier onze handen gesterkt, onze moed verlevendigd, onze getrouwheid gefundeerd, ons geloofs vertrouwen bevestigd. Dan zullen wij, Gods knechten, bouwend werken en God zal onzer handen werk zege nen, indien vrij in biddend vertrouwen ons onderwerpen aan Zijn wil. Jaarverslagen. Hierna kwamen de j'aarverslagen, bereids in druk verschenen, aan de orde, alsook het bestuursbeleid. Aan het verslag van den secr., den heer J. Z. Kannegieter van Rotter dam, ontleenen we dat de bond op 31 Dec. 1934 totaal 3149 leden telde. Er werden 441 leden af- en 436 leden ingeschreven. Het ver el.ag geeft een, oyerzickt y&n het jeufiweck Toen November 1924 de benoeming los kwam van Albert Verwey tot professor in de Nederlandsche Letterkunde te Leiden, werd deze benoeming door sommigen ontvangen „met gemeiigde gevoelens". Het was speciaal de N.R.C., waarin bezwa ren werden naar voren gebracht, vooral ontleend aan fouten en vergissingen door Verwey in verschillende studies over histo rische diohter-figuren gemaakt. Het grootste bezwaar gold Verwey's standpunt: „zijn literaire studiën zijn altijd min of meer ver kapte orationes pro domo, evenals zijn ge dichten", en: „de theoreticus, de criticus Verwey vermag nooit objectief te zijn"» De vraag komt op, nu Verwey na een tienjarig hoogleeraarschap, de Leid- sche Universiteit verlaat, of de vrees van de N.R.C. uit 1924 gewettigd gebleken is? M.a.w. heeft het onderwijs van Verwey iets bereikt? Heeft het aan zijn doel beant woord? Heeft het bevrediging en voldoening geschonken aan den leermeester en aan de discipelen? De scheidende hoogleeraar heeft zich over zijn Leidsche tijd zéér gunstig uitgelaten. Hij noemde ze een gelukkige tijd. En dat hoeft ook eigenlijk niet te verwonderen. Verwey is heel zijn leven een ernstig wer ker geweest. Met alle toewijding legde hij zich van jongs af toe op de beoefening der literatuur. Zijn gedicht Persephone da teert reeds van 1S83. Met Kloos, Van Eeden e.a. richtte hij in 1885 De-Nieuwe Gids op en regelmatig als de kloknaald tikt, zond hij zijn bijdragon in, poëzie, maar niet minder studies. Opmerkelijk daarbij was het, dat daaronder reeds in die eerste jaargang van het tijdschrift der Tachtigers van Ver wey een opstel verscheen over een literair- historisch onderwerp: Toen de Gids werd opgericht. De daaruit blijkende belangstelling voor het verleden werd niet weinig versterkt, toen de jonge dichter in 1890 trouwde met een dochter van den bekenden literair- historicus Johannes van Vloten, waardoor hij de beschikking kreeg over diens biblio theek. Het resultaat van zijn onderzoekin gen vinden wij in zijn aparte studiën, als „Het Leven van Potgieter", „Inleiding tot Vondel", „Hendrick Laurensz. Spieghel", in bloemlezingen als: „Bloemlezing uit Neder landsche dichters", „Gedichten van Jonker Jan van der Noot" enz. In al dat werk zit een speciaal paedago- gisch element, wat evenmin ontbreekt in de gansohe rij opstellen, die zijn tien deelen Proza vormen. Verwey schreef niet voor zijn eigen genoegen, hij heeft zoo treffend gezegd, wat hij zich voelde: „Ik ben een didhter en der Schoonheid Alles wat schoon is, is me een vreugd altijd, Mijn hart is menschlijk, maar of ik lach of lijd, Mijn lachen en mijn leed zijn beide schoon. Ik heb de macht dat ik wat schoon is toon Aaa frndren, dooï-de taal die ik belijd.", Albert Verwey Wie die macht heeft, wil ze ook gebruiken. Venvey is daartoe in de gelegenheid ge weest. Hij heeft zich ,die gelegenheid zelf geschapen door .zijn tijdschrift De Bewe ging, dat volgens Anton van Duinkerken een drievoudige beteekenis heeft gehad: Het, heeft een eigen dichterschool in 't leven geroepen en daardoor de grondslag gelegd voor de vernieuwing van de Nederlandsche dichtkunst (Gutteling, van Eyck, Uvldert, Gossaert, Van der Leeuw, Prins, Thomson, Bloem). Het heeft Verwey een plaats gege ven, van waaruit hij met gezag over ver leden en contemporaine letterkunde spreken Het heeft de Nederlandsche visie ver breed door aandacht te schenken aan de „dichters in Europa". Door De Beweging was Verwey reeds docent, vóór hij professor was. Zijn hoog leeraarschap bracht de bekroning van zijn leven en streven, van zijn studie en voor lichting van zijn schrijven en spreken en het heeft hem het gevoel gegeven, dat hij iets opbouwde voor onze nationale geschied beoefening. Hij zei ervan: „Met alle studen ten heb ik rustig kunnen samenwerken: zij hadden geen twijfel aan mij en ik liet op mijn beurt hen rustig uitkomen". Is dat eigenlijk niet het geheim van echte onderwijskunst, dat men de leerlingen laat „uitkomen"? hen aan het werk zet, hen doet gevoelen, dat de studie niet ligt boven hun kunnen, aan de mogelijkheden vrij baan geeft De docent, die dat geheim niet verstaat, nivelleert, geeft allen leerlingen hetzelfde en eischt van allen hetzelfde. De vakman spe cialiseert en brengt de speciale talenten tot ontplooiing. Het is hierop vooral, waarop door oud leerlingen van Verwey gewezen wordt, gelijk bijv. door Dr. Maria H. de Haan in U t r. Dagblad. Verwey (aldus schetst Dr. de Haan de toestand) wekte, wat sliep en deed herleven, wat bezig was te sterven. Was het onderwijs Van Kalff saai en te abstract, had het zijn verband verloren met het levende kunstwerk zelf, Verwey bepaalde zich vóór allea tot het literair^ wprk ze>\L De koning en koningin van Engeland gedurende hun tocht van negen mij len door het Zuiden van Londen Meer dan 'n kwart gedeelte van het Londensche politiecorps zorgde voor, afzetting van de wegen. Admiraalzeilen door de Harderwijker visschers ter gelegenheid van de opening van de jachthaven door den Commissaris der Koningin. Het hijschen van de vlag bij de ope ning van de reeks ruiterkampen te Eerbeek in het kampeer centrum Coldenhove Cadetten van de opleidingsschepen Worcester ëji Conway aan het oefenen voor hun jaartijkschen wedstrijd op de Theems. Op den achtergrond de Worcester. De „Maxim Gorki", het Sovjet-propaganda vliegtuig, dat verongelukte by welke ramp 48 personen werden gedood.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5