ZATERDAG 20 APRIL 1935 VIERDE BLAD PAG.W Brussels Wereldtentoonstelling Een wereld die in wording is Mooie toekomstbeloften Op uitnoodiging van het Uitvoerend Co mité, dat te Brussel de Algemccne Wereld tentoonstelling 1935 voorbereidt, heeft de Nederlandsche pers in de afgeloopen week een bezoek gebracht aan de Belgische hoofd, stad, om eens in oogenschouw te nemen hoe ginds met man en macht gewerkt wordt aan de uitvoering van grootsche plannen, welke ln de komende maanden de aandacht der gehecle wereld op België zullen samentrek ken. Zooals men weet is Brussel heel mooi gelegen op een heuvelachtigen bodem, die schilderachtige vergezichten biedt. Het ter rein der expositie, de zoogenaamde Osseg- hem-Wijk, bij het Koninklijk Park van La ken, heeft eveneens een zeer geacciden teerd karakter. Het loopt glooiend op en op het hoogste punt, rond een zeer uitgestrekt plein, domineeren hier de groote tentoon stellingspaleizen, een indrukwekkend com plex, dat van duurzame materialen is opge trokken, en dat de bestemming heeft, ook na sluiting der wereldtentoonstelling, een rol te spelen in het Brusselsche leven. Im mers zullen zij dan de hallen van het Jubel- .park vervangen, en voor de Brusselsche Jaarbeurs en voor periodieke tentoonstellin gen een idealë gelegenheid bieden. Van de grootte van deze drie in modernen geest opgetrokken gebouwen krijgt men eeni- gen indruk, zoo men weet, dat de Middenhal S7 M. breed is, 31 M. hoog, en een lengte heeft van 150 M. De strenge, opgaande lij nen van het front van dit gebouw en de opstapeling van zijn galerijen spreken van een veelheid, die tot eenheid werd bedwon gen. Prof. J. van Neck, de bouwheer van dit moderne monument van glas en licht, heeft met dit grootsche bouwwerk, dat heel het 110 II.A. groote terrein domineert, zijn stempel op deze tentoonstelling gedrukt. Ook de beide andere Hallen, links en rechts van dit centrale paleis gelegen, met een front breedte van elk 65 M., ondersteunen den indruk van soberheid en kracht, welke hier werd bereikt. Ze zijn omringd door grasvel den cn bloembedden, die reeds thans een fleurige noot bieden, en die tusschen de strenge statigheid dezer grootsche complexen vriendelijk en kleurig aandoen. Staat men hier op dit hoogste punt, dan overziet men niet alleen het tentoonstellings terrein, met zijn langs de hellingen ver spreide 140 paleizen en paviljoenen, die door liun verschillend niveau stuk voor stuk in het oog vallen, maar men heeft eveneens bij helder weer een omvattenden blik op de stad en de voorsteden. Ontzaglijk veel arbeid heeft men moeten verrichten, om de Osseghemhoogte voor de wereldtentoonstelling geschikt te maken. Niet minder dan vijftienhonderd duizend kubieke meter grond moest worden verzet, SOOO meter wegen werden aangelegd, om van de aanleg van beplantingen, riolen, gas, water, electriciteit enz. maar te zwijgen. Geen wonder dat de terreinen, toen wij ze bezochten, nog een zeer chaotischen aanblik boden. Juist door het heuvelachtige karak ter van den bodem, waardoor heel het ter rein voor den blik openligt, kreeg men bij ons bezoek nog zeer sterk den indruk, dat men nog stond voor een wereld in wording. Overal werd nog met een koortsachtigen ijver gebouwd aan het optrekken der pa viljoenen, die zich in verschillende stadia van afbouw aan het oog vertoonden, som mige nog als een skeletwerk tegen de lucht staande, andere in uiterste omtrekken ge reed, weer andere wier uiterlijk door beeldhouwer en decorateur reeds bezig was den finishing touch te verkrijgen. Overbodig, hier op te merken, dat de inwendige inrich ting nog geheel en al haar beslag moest krij gen, zoodat nog slechts te gissen viel, hoe de aanblik zal wezen, als eenipaal de geheele organisatie zal zijn voltooid. Nu was het nog een af- en aanrijden van zware vrachtauto's over den roodachtigen, van regen doorweek ten grond, door de eindelooze transporten met diepe voren doorwoeld. Ons eigen paviljoen maakte reeds thans een goeden indruk. Ir. D. Roosenburg, van Den Haag, die het ontwierp, maakte het, met zijn rustige vlakken, en zijn slanken, veertig meter hoogen toren, tot een goed specimen van hedendaagsche Nederlandsche bouwkunst. Het bestaat uit ijzerconstructie, bekleed met een nieuw materiaal, namelijk platen van geperste houtwol, die zich zeer goed voor decoratieve sier leenen, waarvan Charles Eyck, Joop Nicolas en Prof. Herman Rosse dan ook een goed gebruik hebben gemaakt, al zal over het al of niet geslaagde van hun wandschilderingen ver moedelijk wel eenig verschil van meening bestaan. De hoofdzaal bestaat uit drie afdeelingen die op verschillend niveau zijn gelegen, daar men van het geaccidenteerde terrein zeer handig partij heeft getrokken. Binnentreden de ziet men die drie afdeelingen, oploopend in elkanders verlengde liggen. door personeel in landelijke kleederdrachten, hetgeen door de buitcnlandsche bezoekers pittoresk en interessant zal worden gevon den, doch o. i. niet een juistcn kijk op ons Nederlanders zal bevorderen. Hebben wij niet reeds te lang als boeren en boerin nen op klompen te boek gestaan? Het is nog niet doenlijk, thans meer in bijzonderheden een denkbeeld te geven, wat de Brusselsche tentoonstelling alles aan te bieden heeft. Daarvoor verkeert alles nog te zeer in een stadium van voorbereiding. Wel kunnen wij nu reeds zeggen, dat bijvoor beeld het Congo-paviljoen er zeer exotisch uitziet, ongeveer in dezelfde stijl, als de Congo-inzending op de Koloniale Tentoon stelling te Parijs. Het Paleis van Overzeesch Frankrijk, met zijn ongenaakbare blanke beschikbaar. De prijs bedraagt 10 cent voor 8 stuks. In de distributielokalen: Hemsterhuisstr. 154, Wilhelmina van Pruisenstraat 58, Schepradstraat 3; Hasebroekstraat 125, Fisherstraat 100, van Swindenstraat 10 a cn Duinstraat 57 kan éénmaal per week te gelijk met liet afhalen van groenten, voor 10 cent een bon worden gekocht, tegen in levering waarvan wekelijks op Maandag, Woensdag of "Vrijdag tusschen 9Vó en 4 uur in het distributielokaal Hemsterhuisstraat 154 acht haringen kunnen worden afgehaald. Cursus voor luchtbescherming Op 3 en 4 Mei in Den Haag De studievereeniging voor luchtbescher ming heeft op 3 en 4 Mei a.s. in het gebouw van het Kon. Instituut voor Ingenieurs geor ganiseerd een cursus voor luchtbescherming. Nadat de voorzitter der Studievereeniging, de heer P. L. de Gaay Fortman, burgemees ter van Dordrecht, zal een aantal sprekers verschillende onderwerpen bespreken. Het eerst is aan de orde het onderwerp: luchtaanvallen, inleider le luit.-waarnemer P. L. de Broekert van de Luchtvaartafdee- ling Soesterberg; vervolgens wordt behan deld het onderwerp: Luchtverdediging en Luchtbescherming, inleider: majoor der Luchtdoelartillerie A. J. Maas. Volgende on derwerpen voor Vrijdag zijn: Inrichting van gemeentelijke luchtbeschermingsdiensten, inleider: Kapt. inf. J. H. v. Riesen, werk zaam op het Bureau Luchtverdediging en Luchtbescherming van den Generalen Staf, en: Organisatie van een luchtbeschermings dienst, inleider: Jhr. ir. C. v. Holthe, bedrijfs ingenieur bij de Staatsmijnen, te Heerlen. Ten slotte zullen één of meer films vertoond worden. Den volgenden dag, 4 Mei, zijn aan de Brisantbommen en de bescherming daar tegen door de inrichting van schuilplaatsen door kapt. der Genie A. Burgdorffer; Brandbommen, uitwerking en bestrijding, door ir. J. W. Menser Bourgognion, adj.- dir. Gasfabrieken, Nijmegen; Gifgassen en bescherming daartegen, ii« leider ir. A. J. der Weduwen, technoloog bij het Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen, Zaandam. De majoor van den Generalen Staf, hoofd van het bureau Luchtverdediging en Lucht bescherming, A. J. Schimmel, zal een slot beschouwing geven. Des middags heeft bezichtiging plaats van de schuilplaats tegen luchtaanvallen, Groo te Markstraat 63-65 te 's-Gravenhage, met toelichting van den heer A. K. v. Leeuwen, architect B. N. A. De Douglassen voor de K.N.I.L.M Antwoord aan het Kamerlid Westerman Op de vragen van het Kamerlid Wes ter m a n, inzake het aanschaffen van Dou- glas-vliegtuigen voor de K.N.I.L.M., heeft de Minister van Koloniën o.m. geantwoord: De K.N.I.L.M. heeft, na zorgvuldig onder zoek van hetgeen de Nederlandsche indu strie kon aanbieden of in uitzicht stellen, de mogelijkheid van deelneming dier in dustrie aan de vernieuwing harer luchtvloot, zooveel doenlijk opengehouden, door haar be stelling in de Vereenigde Staten van Ame rika van het op korten termijn benoodigd materieel tot het uiterste te beperken. Zij acht het niet verantwoord, waar nog te weinig uitzicht bestaat, dat de Douglas- 'jtoestellen hier te lande vervaardigd worden, Iden aanvang van de voorgenomen vernieu- 'wing van haar luchtvloot voor onbepaalden tijd op te schorten en kan evenmin het risi co, verbonden aan een nieuw type van groo- ter snelheid, dat niet eerst zijn bruikbaarheid ten volle bewezen heeft, aanvaarden. De K.L.M. en West-Indië De K.L.M-piloten Crijnsen en Dill en de boordwerktuigkundige De Hartogh zijn thans per boot naar West-Indië vertrokken; de werktuigkundige Stolk, die de reis met de Snip in December naar de West mede- maakt?. komt weder naar Holland terug. Er is sprake, met het oog op uitbreiding van de diensten in West-Indië, de F18 vliegtui gen, de Oehoe en de Pelikaan resp. in Juni en December daarheen te zenden. Tevens ligt het in de bedoeling aldaar ge bruik te maken van de bekende tweemoto- rige Sikorsky amphibie-vliegtuigen, in sa menwerking met de Pan American Airways. De souvenirs voor de stad Albury Zullen worden tentoongesteld Het Alburv Comité te Amsterdam, destijds opgericht ter aanbieding van een blijvend Uiver-souvenir aan de stad Albury, heeft ge meend, ondanks de inmiddels plaats gevon den Uiver-ramp, toch nog zulk een blijk van waardeering te moeten schenken. Daartoe heeft het comité in overleg met den burgemeester van Albury, den heer A. Waugh. twee voorwerpen van Nederlandsche kunstnijverheid laten vervaardigen. De Kon. Fabriek van gouden en zilveren werken, Gerritsen en van Kempen te Zeist, heeft een groote bronzen plaquette gemaakt, met toe- passelijken tekst, die in een der muren van WILDE AUTOBUSDIENSTEN Hooge Raad eischt streng ingrijpen Mild vonnis van Gerechtshof vernietigd De Hooge Raad heeft Woensdag ar rest gewezen in de zaak van den Staat der Nederlanden tegen A. P. Verdoorn. De heer Verdoorn heeft zich verzet tegen een maatregel, genomen door ambtenaren op het Rijkstoezicht op de Spoorwegen door in kort geding te gaan bij den President der recht bank te 's Gravenhage. De betrokken ambtenaren, optredende krachtens art. 13 lid 3 der wet op de Open bare Vervoermiddelen, wilden V. beletten, een autobusdienst zonder vergunning in werking te houden. Zij hielden een autobus aan en lieten de bus naar een andere plaats brengen. De president der rechtbank achtte de inbeslagneming ongeoorloofd en gaf de bus weer vrij. In hooger beroep heeft het Ge rechtshof te 's Gravenhage dit vonnis be vestigd. De advocaat-generaal b.d. Hoogen Raad mr. Wijnveldt, concludeerde tot vernietiging van dit arrest en terugwijzing der zaak. De Hooge Raad heeft thans overwogen, dat art. 13 der Wet Openbare Vervoermiddelen, aan de Overheid de bevoegdheid toeken nende om het zonder vergunning in werking brengen of houden van een autobusdienst te beletten, zonder daarbij aan te geven, op welke wijze dit beletten zal mogen geschie den, aan de Overheid het recht geeft, ter bereiking van dat doel die maatregelen toe te passen, welke als redelijk zijn te beschou- De door het Hof aangevoerde omstandig heid dat wel verboden is het zonder ver gunning in werking brengen en houden van een autobusdienst, doch niet het houden van autobussen, waarmede men zoodanige dien sten uitoefent, brengt nog geenszins mede zegt de Hooge Raad dat een maatregel als in dezen genomen, niet zou kunnen zijn een redelijk middel om aan een verbodeD autobusdienst een einde te maken. Ten slotte zegt de Hooge Raad, dat, nu derhalve de grond, waarop het Hof, zonder verder onderzoek heeft aangenomen, dat de Overheid in dezen de haar bij de \yet toe gekende bevoegdheid heeft overschreden, niet juist is, de bestreden beslissing niet kan worden gehandhaafd. De Hooge Raad heeft alzoo het arrest vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te 's Gravenhage ten einde met inachtneming van deze uitspraak, ver der te worden behandeld en beslist. het gemeentehuis van Albury zal worden in gemetseld. Een duplicaat van deze plaquette is aan de K.L.M. aangeboden. De N.V. As. Bonnebakker Azn. te Amster dam heeft een tot in de kleinste details ge trouw model van de Uiver in zilver, dat eveneens voor het stadhuis van Albury be stemd is, vervaardigd. I De plaquette wordt dezer dagen naar Australië verzonden. De zilveren Uiver blijft voorloopig hier, teneinde aan den heer Waugh, die te kennen heeft gegeven om streeks Juni van dit jaar ons land te willen bezoeken, persoonlijk te kunnen worden overhandigd. Met de directie der K.L.M. is een regeling gemaakt dank zij welke de bronzen gedenk plaat en het zilveren Uiver-model achtereen volgens op haar kantoren te Amsterdam, Den Haag en Roterdam gedurende ten min ste een week voor het publiek zullen worden tentoongesteld. BATAVIA—AMSTERDAM IN 5 DAGEN Na een zeer voorspoedige reis is gisteren avond om tien minuten over zeven op Schip hol aangekomen de ..Oehoe", die, zooals men weet, Zondag in verband met een motor defect van de „Pelikaan" plotseling uit Ba tavia is vertrokken en die den tocht naar het moederland in vijf dagen tijds heeft volbracht. In vier dagen tijds heeft de „Oehoe" den afstand CalcuttaAmsterdam afgelegd, een zeer fraaie prestatie, die intusschen verge makkelijkt werd door de gunstige weersge steldheid. Land- en Tuinbouw. Sla-export naar Duitschland stopgezet HET BETALIN GSCONTIN GENT UITGEPUT Gisteren heeft de Venlosche veilingvereen. van regeeringswege mededeeling ontvangen, dat met ingang van 22 April geen uitvoer- machtigingen naar Duitschland voor sla (en ook voor spinazie of witlof) meer mogen wor den afgegeven, daar het betalingscontingent voor deze producten is uitgeput. Op eigen risico mag nog wel geëxporteerd worden, doch dat is natuurlijk veel te riskant wat de betaling betreft. Het meest worden de Limburgsche tuinders getroffen. Déze hebben zich reeds telegrafisch tot den minister gewend om etopzettóng va» de sla-uitvoer ongedaan te maken. Bloemkweekers crediet- beschikking Een kwart millioen credieten voor bloemkweekers Blijkens beschikking van den Minister van Econ. Zaken wordt uit het landbouw crisisfonds voor credietverleening aan door de stichting Nederlandsche sierteeltcentrale erkende bloemkweekers een crediet beschik baar gesteld van 250.000 gulden. Bepaald is, dat aan niemand crediet zal worden toege kend, indien niet komt vast te staan, dat de verlangde hulp niet of niet op redelijke voorwaarden bij anderen is te verkrijgen en dat het bedrijf goed wordt beheerd door bloemkweekers, die. door buitengewone oeco- nomische omstandigheden gebrek aan kas middelen hebben. Voorts zal de administra tie zoodanig moeten worden gevoerd, dat de controle op de aanwending van de cre dieten vanwege de stichting en den crisis- accountantsdienst mogelijk zal zijn. Deze credieten zullen behoudens in bijzon dere gevalen ter beoordeeling van den mi nister niet meer dan 4000 gulden bedragen. Vorderingen voor geleverde Zuivelproducten aan Duitschland Verefieningscertificaat De leiding van het Crisis Uitvoer Bureau deelt in aansluiting op het van de zijde van het Nederlandsch Clearing Instituut gepu bliceerde inzake vereffening van vorderin gen wegens uitvoer van Zuivelproducten naar Duitschland mede, dat vereffen ingscer- tificaten alleen geldigheid zullen hebben, wanneer ten genoege van dit Bureau wordt bewezen, dat de uitvoer van de daarin ver melde goederen naar Duitschland daadwer kelijk plaats heeft. Aangezien volgens publicatie van het Nederlandsch Clearing Instituut de betref fende regeling op 1 April jl. in werking is getreden, zullen alsnog vereffeningscertifi caten moeten worden aangevraagd voor zendingen, welke hebben plaats gehad tus schen 1 April en heden. Voor de in de publicatie van het Neder landsch Clearing Instituut genoemde goede ren is de uitreiking van vereffeningscerti ficaten door het Crisis-Uitvoer-Bureau ge delegeerd aan het Crisis Zuivel Bureau, Laan van Meerdervoort 84, 's Gravenhage. Aanvragen voor vcrcffeningscertificaten en verzoeken om inlichtingen dienen voor de betreffende goederen te worden gericht aan genoemden gedelegeerde. De Boskoopsche bloemententoonstelling Zeer druk bezoek Blijft geopend tot 1 Mei Minister Marchant heeft gisteren met zijn echtgenoote een particulier bezoek aan de Flora te Boskoop gebracht. De tentoonsteling is gisteren zeer druk bezocht. Zooals we reeds meldden blijft deze schit terende tentoonstelling geopend tot 1 Mei aanstaande. PROEFTUIN Z.H. GLASDISTRICT Blijkens het jaarverslag van den Proeftuin Z.H. Glasdistrict, gevestigd te Naaldwijk, is ten spijt van de crisis de proeftuin in het afgeloopen jaar vooruit gegaan, en hebben de wortels van deze noodzakelijk voor den tuinbouw blijkende instelling zich steviger dan ooit vastgeplant in den bodem van het Z.H. Glasdistrict. Het ledental nam o.a. aanzienlijk toe, niet minder dan 161 leden sloten zich in het afge loopen jaar aan. Toch staan er nog een groot aantal kweekers naast de vereeniging. Hoe vooruitstrevend de Westlandsche tuin der ook is, hierin schiet hij tekort, en het slagwoord dat wetenschap en practijk de hand moeten reiken om tot het gewenschte doel te komen, schijnt hij nog te betwijfelen. Het aantal leden is in het afgeloopen jaar gestegen van 2173 tot 2334. Van den Kring veilingen Rotterdam, Berkel, Loosduinen enz. waren hiervan 1506 en van den Bond West land 708 leden aangesloten. In het afgeloopen jaar werd de Tuin be zocht door een groot aantal excursisten ter wijl ook de tuinders meer dan vroeger van den Voorlichtingsdienst gebruik maken. Vooral in den zomer waren en zijn er inte ressante proeven te zien, waaruit de kwee kers hun nut kunnen trekken. Tal van proeven zijn in het afgeloopen jaar genomen, o.a. ook voor het Meteorolo gisch Instituut. Door de bouw van een betonnen druiven- kas werd in het afgeloopen jaar de moge lijkheid geschapen verschillende proeven te nemen met Afrikaansche druivensoorten ten behoeve van de Nederlandsche cultures. i «TT p» - nm lis A Het Ned. Paviljoen op de Brusselsche Algemeene Wereldtentoonstelling 1935, dat op 30 April a.s. door Minister Steen berghe officieel zal worden geopend torens met kanteelen en zijn Arabische sfeer belooft eveneens een eerste klas attrac tie te worden. En dan willen wij nog de aandacht vestigen op het Paleis der Voe dingswaren, alwaar men verschillende be drijven in werking zal kunnen zien, iets wat altijd buitengewoon interessant is. Op de Brusselsche Wereldtentoonstelling zullen o.a. ook Frankrijk met zijn koloniën, Italië, Letland, Tsjecho-Slowakije, Luxem burg, Engeland, Noorwegen, Zweden, Brazi lië, Polen, Denemarken, Chili, Joego-Slavië; Hongarije, Oostenrijk, Roemenië, Zwitser land, Turkije, Bulgarije, Portugal, Finland, Albanië en Griekenland tegenwoordig zijn. Ook in dezen zin kunnen wij hier dus in derdaad spreken van een wereld in wor ding, een bonte, rijk geschakeerde eenheid. Tenslotte willen wij nog vermelden over Oud-Brussel. Dat is inderdaad iéts heel bij zonders, een zeer getrouwe reconstructie van het Brussel der 18e eeuw, met zijn pleintjes en straatjes, zijn grachtjes en trapgeveltjes; een geheele miniatuurstad, welke een opper vlakte beslaat van bijna vier hectaren. Van de gelegenheid, dn de Nederland sche journalisten de Belgis, ie hoofdstad be zochten, is door den Belgischen Joumalis- tenbond gebruik gemaakt, hun in het Pers huis een diner aan te bieden. De voorzitter van den Belgischen Joumalistenbond, de heer J. Hoste, heeft aan den disch vrien delijke woorden gewijd aan de relaties tus schen de beide landen; de heer Raymond Vaxelaer e voerde het woord als onder voorzitter van het Tentoonsitellingscomité. Namens de Nederlandsche collega's heeft daarop de heer Burger voor de gastvrije ontvangst dank gezegd. Onder de aanwezigen bevonden zich o.a. Mr H. van Romburgh, consul-generaal der Nederlanden; de heer K. Ooms. chef van persdienst van het Ministerie van Bin- nenlandsche Zaken en Dr. Jhr. van der Berkhof f. Den volgenden dag werd nog een rondrit door de stad gemaakt, waarbij o.a. een be zoek werd gebracht aan hot fraaie stadhuis en aan het kloeke gebouw der Nederland sche legatie. In de eerste afdeeling vindt men de in zendingen van het departement van Econo mische Zaken, alsmede een zeer belangrijke inzending van het departement van Water staat, bestaande uit modellen van de groote Nederlandsche waterwegen en van de Zui derzeewerken, waarvoor ongetwijfeld groote belangstelling zal bestaan. De havens van Rotterdam, Amsterdam, Dordrecht en Vlis- singen en Schiphol zullen hier eveneens exposeeren. Verder zullen de steenkolenin- dustrie, de Koninklijke Nederlandsche Zout- industrie, de Hoogovens enz. collectief ver tegenwoordigd zijn; eveneens vindt men hier de werken van de Nederlandsche Maatschap pij der Haveninrichtingen, en een collectieve inzending van de badplaatsen aan de Noord- :ee. De middenzaal is toegevallen aan den Nederlandschen landbouw, tevens zal, om een vijver, hier een permanente tentoonstel ling van Nederlandsche planten en bloemen te bewonderen zijn. De beschikbare ruimte daarvoor is weliswaar niet zeer groot, maar men zal de inzendingen steeds ververschen, en steeds een keurcollecte van het allermooi ste aan het publiek bieden. De derde afdeeling der hoofdzaal toont overzeesch Nederland, zoowel in diorama's als in statistieken. Verder zijn in deze zaaJ nog vertegenwoordigd de K.L.M. met zijn Indië-dienst en de Posterijen. Er is een ca bine opgesteld, van waaruit het mogelijk zal zijn met Indië de telefoneeren. De groote wandschilderingen die Herman Rosse, Joop Nicolas en Charles Eyck langs de wanden dezer zaal zullen aanbrengen zullen ook ongetwijfeld de bewondering der bezoekers gaande maken. Ook de kunstbedrijven zullen waarde volle inzendingen toonen, welke te vinden zullen zijn in den Eeresalon, alwaar zich 'ook de conterfeitsels van de Nederlandsche Nobelprijswinnaars zullen bevinden. Een geheel afzonderlijke zaal is gewijd aan de Nederlandsche industrie. Scheen het eerst, dat deze zich geheel afzijdig zou hou den, thans is de deelneming van dien aard, dat wij er op zullen kunnen rekenen, dat ook de Nederlandsche nijverheid op waardige wijze vertegenwoordigd zal zijn. Tenslotte vinden wij naast ons hoofdpa- viljoen nog een geheel apart annex, een Nederlandsche hoeve, waarin de zuivelin dustrie den scepter zal zwaaien. Men zal er proefjes kunnen verkrijgen van het beste, dat onzen bodem oplevert, en in den leegen hooiberg zal men een aardig landelijk zit je vinden. De bediening zal plaats hebben Goedkoope haring voor ondersteunden Met ingang van 24 April a.s. zal ten be hoeve van de ondersteunden, die voor rund- vleesch iiï blik in aanmerking komen, ook goedkoope haring verkrijgbaar worden ge steld. Per gezin zijn 8 haringen per week SAAMGEBRACHT (10 Hola moest hem volgen op al zijn tochten en hij verliet haar dan alleen, wanneer hij met het zwaard in de hand, op zijn vijan den losging. Dan evenwel zorgde uj op de teede'ste wijze, voor haar veilighili, en hij pl etste een genoegzame wacht rot haar beveiliging voor haar tent, tefnvijl een be-, jamde \rouw haar oppaste en diende. Ock thans was. zij zoo goed bewaakt ge veest, en toch had zij, bij het einde van den strijd, al haar wachters weten te ver schalken en zij was naar het slagveld ge sneld, gedreven door een natuurlijke goed aardigheid, en in de hoop een gewonde te kunnen bijstaan en helpen. Spoedig had zij er een gevonden, 't Was wel een Frank, maar het was dezelfde jongeling, dien zij voor weinige dagen bij haar vader had gezien en die haar toen zooveel belangstelling had ingeboezemd. Nauwelijks heeft zij hein herkend of zij meent hem te moeten helpen. Met haar sluier stolpt zij het bloed en verbindt zij de wonde en om hem des te beter tot het bewustzijn te kunnen terugbrengen, brengt zij hem, met inspanning van al haar krach ten, in het midden an eenig kreupelhout cn de IJsel, die dicht in de nahijheid stroomt, verschaft haar water om zijn dorst I te lesschcn. Dit alles heeft zij thans gedaan. Angel- bert is er reeds door verkwikt. Hij heeft zijn bewustzijn teruggekregen, voelt zelfs de pijn van zijn wond niet meer, en blijft toch nog' met het hoofd in Hola's schoot rusten, terwijl zij hem, op eenvoudigen toon vertelt, wie zij is en wat zij voor hem heeft gedaan. „Ik dank u, Hola!" zegt nu Angelbert. Gij hebt mij mogelijk het leven behouden en ik zou mij verheugen, lief meisje, als ik u dat eenmaal vergelden kon." „O dat behoeft niet!" antwoordde zij met kinderlijken eenvoud. „Mijn vader is rijk genoeg om zijn Hola alles te s-henken wat zij noodig heeft. Ik ben slechts blij, dat gij u beter gevoelt." „Dit verhoogt uw edelmoedigheid. Ik had die nooit bij een Saksisch meisje verwacht, wier vader zulk een hevig vervolger van de Christenen is." „Zoo? Waarom zouden de Saksische meisjes of vrouwen minder goed dan de I-rankische zijn? Of zijn er onder u geen goede vrouwen en meisjes?" „Wel zeker!" was het antwoord van Angelbert, die op dit oogenblik aan Bertha dacht, en dus kracht en nadruk legde op ziin woorden, „wel zeker!" „O! Verbaal mij dan iets van uw vrou wen en meisjes! Zijn ze schoon en goed? Hebt gij ook nog een moeder of zuster?" „Neen, Hola! Mijn moeder is dood. lane i t-(is dood. Ik kan mij haar slechts flauw herinneren. En een zuster heb ik niet." ..Arme Franken jongen! Woondet gij hier dan zou ik uw zuster zijn. Maar dan moest gij niet meer tegen mijn vader strijden." „Als ik uw broeder was, zou ik dit zeker niet doen. En thans doe ik het alleen tot bescherming en voortplanting van het Christelijk geloof." „Maar het bevreemdt mij, dat gij het Saksisch verstaat. De Franken spreken toch anders." „Als kind heb ik wel onder de Saksen verkeerd. Ik verloor namelijk vroeg mijn vader en mijn moeder. Een vroom man, een priester, heeft mij toen opgevoed. Zijn plicht riep hem, om onder uw volk onzen godsdienst te prediken. Hij voerde mij toen met zich mede en vandaar, dat ik uw taal eei. weinig ken, die ik daarenooven bij den Koning aan het Hof, waar zich ook vele Saksen bevinden, heb onderhouden. „O! dan zijt gij toch geen vijand van ons volk. Zie! dan moest gij onder ons komen wonen, dan zou ik voor u een zuster zijn". „Goed meisje! Ik zou u gaarne mijn zuster noemen. Maar ik zou onder uw vrik niet passen, want ik ben een Christen". „Ik wil ook wel een Christen worden, als mijn vader dit wil. Want er zijn zoowel onder u goede menschen als onder ons „Zeker, Hola! Maar uw vader is 'a vijand der Christenen en zal zoo gemakkelijk niet tot ons overgaan". „Ja, mijn vader 1" herhaa'de Hola, en scheen tot nadenken te vervallen. „Maar mijn vader is toch wel goed" ging zij ua eenige oogenblikken zwijgens voort. „Dat geloof ik wel, Hola! Ik heb hem zelfs met belangstelling gadegeslagen, toen hij onlangs van zijn zoon sprak dien hij ver loren heeft En ik wenschte wel voor hem twee dingen, dat hij namelijk zijn zoon terugvond en dat hij Christen werd". „Als gij veel van mijn vader houdh dan wil ik ook recht veel van u houden Maar dan moet gij niet dikwijls tegen mijn vader over zijn zoon spreken. Want dan wordt hij droevig en woest, en hij doet op allen zijn toorn neerkomen." „Ik zal mogelijk uw vader niet meer spreken; maar „Waar wilt gij dan heen, Angelbert? Ja! zoo heet gij, hebt gij mij verteld. Waar wilt gij dan heen?" vroeg zij droevig. „De Koning wacht mij. Maar", voegde hij er haastig bij, toen hij zag dat haar gelaat een droevige uitdrukking aannam., „ik zal u toch niet vergeten; en als het eenmaal vrede is tusschen mijn Koning en uw vader dan kom ik tot u terug." .Ach! Ik wenschte, dat het reeds vrede „Die zal wellicht spoedig tot stand kun nen komen, zeker can, wanneer uw vader besluiten kon, het Christelijk geloof te om helzen." „Dan wenschte ik, dat mijn vader slechts dacht zooals ik." „Zijt gij dan niet zoo aan uw goden ge hecht, Hola." „Neen! Drie jaren geleden was mijn vader ook in den strijd, en toen werden wij dik wijls door een uwer priesters bezocht Hij was een goed man en sprak mij dikwijls over wat de Christenen leeren." „En hebt gij dat nog onthouden, Hola?" „Ja, die priester heeft mij ook leeren bidden." „En wat leerde bij u te bidden?" „Ik heb het nog onthouden" en nu be gon Hola in het oud-Saksiscn het „Onze Vader" op te zeggen: „Feader ure, thu the eart on hcofenn. "i thin nama ghehalgod. To cume thin rike. Gewurthe thin willa on earthan swa, ?wa on eofonmn. Urne dea ghamlican hlaf svIp us to drag, and forgyf us ure gyltas. swa swa we forgesath urum gyltendum und negeleadde thu us on cort nunge dealys us of yfte. So thlue". „Is dat gebed niet goed, Hola?" vroeg Angelbert, die zijn vreugde over deze ont dekking nauwelijks kon bedwingen. „Wel zeker!" antwoordde het meisje vruolijk. „Ik zeg het daarom uog wel eens op." „O! dat is goed. Hola! Ik bid het ook. Ik heb het altijd iu de Frankische taal op gezegd, Maar nu zal ik het ook in de Sak sische taal bidden, dan bidden wij samen." „Dat verheugt mij en ik wil het dan weer gedurig opzeggen." „Maar weet gij wel..Hola! wie die Vader is, dien gij daar noemt?" „Dat heeft mij die Driester ook gezegd. Maar dat ben ik vergeten." „Die Vader is de groote God, die alles gemaakt heeft." „Ja, nu herinner ik het mij. Dat is Thor, waarvan mijn moeder dikwijls sprak." „Neen Hola! Thor of Odin zijn geen goden Er is slechts één God. Dien kunnen wij niet zien. Uw goden kunnen ook niets doen; maar onze God heeft de aarde en den hemel gemaakt. Uw goden kunnen ons niet helpen, maar onze God is onze Vader." „Zoo? Ik dacht wel eens, ais mijn gebed mij in de gedachten kwam, aan mijn vader." „O, gij zijt gelukkig, dat gij bil het noe men van den vadernaam u nn? hier op aarde tot iemand kunt wenden, die uw vader wil zijn. Maar als ?ij ook eenmaal dat voorrecht moet missen, dan kunt gij u nog met de gedachte aan den Hemelschen Vader verblijden, wanneer cü 6lechts onzen godsdienst wilde! aannemen en u den Hei-, ligen Doop liet toedienen", zei Angelbert met aandoening. „Hoe kan uw godsdienst u dan bedroefd maken?' vroeg Hola, die de aandoeningen van den jongeling zag. „Mijn godsdienst maakt mij ook niet bedroefd", antwoordde Angelbert. „Men kan ook door hoop of blijdschap aangedaan worden." Dat begreep het meisje niet en zy bleef dus op Angel be rts gezegde het stilzwijgen bewaren, terwijl zij haar oog nu eens op Angelbert. dan weer naar boven sloeg, Angelbert volgde haar bewegingen en zij hadden dus beiden even spoedig opgemerkt dat de lucht een purperen gloed had aan genomen, zoodat het schijnsel der maan daarbij kwijnde, en het was hun tusschen- beiden, alsof zij een verward geluid van onderscheiden stemmen vernamen. ■"^yatJs dat?" vroeg Angelbert, zich op richtende. „Het is, alsof god Lodin op zijn zonne wagen verschijnt", antwoordde het meisje, „van wien mijn moeder mij dikwijls sprak en die in haar vaderland werd vereerd." „Neen Hola!" antwoordde Angelbert die met de godenleer der Saksen en Noorman nen niet onbekend was. „De zon is repds ondergegaan en die gloed moet dus iets anders wezen Hoor welk >en gedmUrh' Tk verneem du'delïjk he« g»-rooi van men- schen, Stil. meisje, hier!" Tndeidiad hoorden zij in de verte bij herhaling den naam van Hola roepen. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 11