$limw Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden 3n Omstreken De wijziging van de Kieswet Dag en naam Vermorst Dw stem niet! Anti-Rev. Candidaat Abonnementsprijs: Per kwartaal in Leiden en in plaatsen waar een agenlschap gevestigd is 235 Franco per post 2.35 portokosten Per week0.18 Voor het Buitenland bij wekelijksche zending430 Bij dagelijksche zending530 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/i et niet afzonderlijk verkrijgbar Bureau: Breesfrrat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 No. 5453 DINSDAG 16 APRIL 1935 15e Jaargang abbertrntiepripen: Van I tot 5 regels f 1.17'/» Elke regel meer0.22'/a ftgezonden Mededeelingen van 1-5 regels 2.30 Elke regel meer045 Handelsadvertentiën per regel 0.17'/» Bij contract belangrijke korting Voor het bevragen aan '1 bureau 'V wordf berekend 0.10 DE KASTIJDING De brandweer was bezig een brand te blusschen, maar werd onophoudelijk en op kwaadaardige wijze gehinderd door de lieve straatjeugd, die geen middel onbeproefd liot om de harde werkers met woord en daad te hinderen. Eindelijk was net geduld der zwoegende mannen ten einde. Plotseling greep ied' ,van hen een rakker bij zijn kraag en gal hem een geduchte aframmeling. Doch toen had men de poppen aan het dansen. Do bengels liepen gillend de straat in en schreeuwden het iedereen toe, dat ze door die booze brandweer mishandeld wa ren. Velen geloofden het en scholden toen ook op de brandweer. Menschen, die hinde ren, hebben meer rechten dan mannen, die houwen De brandweer is de nationale regeering Van het kabinet-Colijn, dat zich inspant om uit de economische vuurbrand der wereld nog voor ons volk te redden, wat mogelijk is. S.G.P., C.D.U., H.G.S. en N.S.B. zijn ae straatbengels, de verstoorders, de roekeloo- zen, die onbeheerscht en redeloos de regen ring aanvallen en in de uitvoering van haar taak bemoeilijken. Wee echter regeering of onze pers als deze een enkele maal aan deze dolle drij vers een kastijding toedienen. Dan spelen ze met tooneel spelers talent voor martelaar, belasterde en onnoozele onschuld. Do historie kent echter geen ware marte laren, die in schelden en schimpen heil zochten en de onnoozele onschuld was nim mer geoefend in misleiding en DISCUSSIE ONMOGELIJK Wie het laatste verkiezingsnummer van de H.G.S. gelezen heeft, valt ons onmiddel lijk bij als we zeggen: hier is discussie on mogelijk. De redactie schaamt zich blijkbaar zelf een beetje, dat ze niets anders dan nega tieve bestrijdingen vooral van mede christenen levert; want ze zegt, dat ze hot ditmaal eens met tegenstellingen zal doen, alsof er ooit iets positiefs in het Weekblad stond. Welnu, slechts enkele regels druks zijn noodig om aan te toonen, wa»arom de H.G.S. niet stemt opS.D.A.P., C.D.U., Communist, liberaal, Herv. anti-re v. en S.G.P. Echtoi, meer aandacht wordt besteed aan de meest bestreden „tegenstanders", waarbij de anti- rev. partij weer de grootste portie krijgt. Doch dit niet alleen. A.R. en C.H. worden ook bestreden om geen erger woord te gebruiken in de artikeltjes, welke aan andere partijen gewijd zijn. Waarom geen N.S.B., vraagt het blad. En het antwoord luidt: Omdat de N.S.B. wel de christelijke godsdienst als cultuurgoed waardeert, daarentegen het wezen der ware Kerk niet onderscheidt, waardoor zij ook over eenkomstig de a.r. staatkunde, de Kerk verwijst naar een van het staatkundig leven gescheiden terrein. Omdat de N.S.B. met de ax gemeen heeft de onmondigverklaring van Gods Woord, met de Unie de verloochening van de kracht des Evangelies en ten slot te met Rome de tyrannieke onderdruk king van Gods Kerk. Wanneer men dan nog weet, dat de H. G. S. als leuze aanheft: „Tegen de Afscheiding het Verbond der Genade"; dan reageert men niet meer op zooveel misbruik van het hei lige, doch men komt tot de slosom: Hier is discussie onmogelijk. Alleen rijst de vraag hoe deze partij zich yoorstelt ooit te verkrijgen, wat zij 't eerste noodig acht: een Protestantsche Grondwet; wanneer zij vóór en bovenal de belijdenis der protestanten met de grootste felheid CIJFERSPEL Een verkiezingskrant van de S.G.P. toornt heftig tegen de smaad, welke vooral van onze zijde, over het hoofd van het kamerlid Kersten c.s. wordt uitgegoten. Deze mag in dat blad wel met gespatieerde hoofdletters zeggen dat „de regeeringsmaatregelen het stempel dragen van de strijd tegen don Al machtige"; maar dat hij het niet zoo nauw met de waarheid neemt, mag niemand be weren. Het zij zoo: wij blijven altijd sober in onze oordeelvellingen. Maar daarom mogen we wel wijzen op het cijferspel, dat dit Ka merlid met de blikken vleesch speelt. We knippen uit zijn eigen dagblad deze drie zinnen: 1. „In de rede te-Utrecht (voor elk nog verkrijgbaar) staat woordelijk te lezen: Millioenen blikken vleesch zijn bedorven. Bij duizenden tegelijk werden zij ver brand". 2. In de Tweede Kamer heeft Ds. Ker sten gezegd: „Tal van blikken zijn be dorven; de blikken bliezen op. Daarbij zijn duizenden blikken vleesch vernie tigd". 3. „Ik kom met kracht tegen de af- afslachting van vee op. Zij worde beëin digd. Geen dag kan het wachten. Het oordeel is geveld over een product, waar van een deel is vernietigd, waarvan 11 piillioen bussen onverkocht bleef in een Men lette op dit verschik Eerst is er sprake van millioenen blikken, welke bedorven zijn. In de Kamer durft de heer Kersten dat blijkbaar niet te herhalen; dan zijn het „tal van blikken". In Utrecht zegt hij, dat duizende blikken verbrand zijn; in de Kamer heet het, dat duizende zijn vernietigd; en later volgt er: „een deel is vernietigd". Voorts neemt de heer Kersten het den minister hoogst kwalijk, dat deze de fijne onderscheiding tusschen „bedorven" en „vernietigd" niet direct snapte, doch deze begrippen aanvankelijk door elkaar gebruikte. Later gaf de minister echter de opmerkingen zeer juist weer en sprak tegen dat „duizende blikken zijn verbrand". Er zijn n.L 1600 bussen bij een brand in Rotterdam beschadigd en voorts zijn 12000 van de bijna 10.000.000 niet voor d. consumptie geschikt geacht, al waren ze niet alle door de keuringsdiensten keurd; dat is dus l1/» per 1000. Zoo ziet men, dat het alles cijfer- en woordenspel van den heer Kersten is, als hij spreekt van millioenen blikken bedor ven vléesch. Waar zijn die geweest en waar zijn ze gebleven? Wanneer we zeggen, dat men voor z i c h t i g moet zijn met de voorlichting van de S.G.P., spreken we dan kwaad vau deze partij en haar leiders? „WANT HIJ IS ONTE VREDEN" Een N.S.B.'er, een ambtelijk gesprek voe rend met een wethouder van een onzer groote gemeenten, hoorde (onbedoeld), wat de wethouder telefonisch antwoord ie aan iemand, die blijkbaar ontevreden was over maatregelen of voorschriften van he meentebestuur. En deze N.S.B.'er was zoo brutaal om den wethouder te vragen met wie hij gesproken had. De magistraat liep daar natuurlijk niet in; antwoordde dat meneer daar niets mee te maken had, doch informeerde ook, waarom hij er zoon be lang in stelde. En toen kwam het antwoord, waarin méér opgesloten ligt dan in alle brochures en verkiezingBkranten der N.SJ3.; het luid de n.L: „Ik wilde dezen man opzoeken en lid van onze partijmaken, want hij is on tevredenl" Ziedaar de werfkracht en het succes der N.S.B.: wie ontevreden is, hoort hij ons. Doch deze grondslag is voos. WOORDEN EN DADEN De Chr. Democratische Unie, in de prac- tijk verlengstuk der SJ).A.P. de redevoe ringen van haar Kamerlid v. Houten be staan veelal uit 90 napraterij der soc.- democraten en 10 krantenknipsels en uit het verband gerukte citaten van anti-rev. voormannen heeft zich ook tot het kie zersvolk gewend. Geen woorden, maar daden! staat er ho ven het pamflet. Maar, helaas, de kiezers krijgen alleen woorden. Wat de daden be treft bestaat aan de C.D.U. geen behoefte en kan haar werk gerust aan de soc.-den». worden overgelaten. Haar dikke woorden en holle leuzen zijn volslagen waardeloos en beloven bovendien dingen, die een volstrek te illusie mogen worden genoemd. Het pamflet, dat we bedoelen is een ty pisch voorbeeld van politieke onkunde. Bovendien en dat is erger gaat het zich aan onjuistheden in den vorm van ver dachtmakingen te buiten. Beweerd wordt, dat het provinciaal be stuur „maar ai te vaak" heeft ingegrepen met de bedoeling den loonstandaard te ver lagen en verschillende sociale maatregelen, óok wel werkverruiming, te belemmeren" Men 'moet maar durvenl De loonstandaard daalde allerwege omdat de levensstandaard daalde. Aan onvermij delijke aanpassingsmaatregelen hebben daarom alle partijen in alle landen mede gewerkt. De C.D.U. wil echter ijzer met han den gaan breken! Zij steekt in dit opzicht zelfs de S.DAP. de loef af. En wat de werkverruiming aangaat, men iag zeggen, dat in geen land ter wereld ondanks de crisis de sociale instellingen dermate intact zijn gebleven als in ons land, dat met zijn honderden millioenen aan uit gaven voor sociale en crisisvoorzieningen bovenaan staat. Zeker is ook geen enkel us werkverruimingsplan afgewezen. Dat we met de werkverruiming den Duit- schen weg moeten opgaan, zal toch wel niet bedoeling zijn. Dan gaan we een zekere debacle tegemoet. Door de regeering is alles gedaan om de belangen der sociaal zwakkeren te dienen. Ware dat sinds 1929 ten koste van honder den millioenen niet geschied, we hadden reeds lang voor den chaos gestaan. Dat niet alle nood kon worden weggenomen, ontkent niemand. Maar dat zou zelfs ver gaan bo ven de macht van de C.D.U., ook al toont ze zich over de kosten van haar wenschen geen seconde te bekommeren. Zij speelt een- oudig met tientallen millioenen bij met sprongen terugloopende belastingen. Een duidelijk bewijs daarvoor is haar, vooral in het noordon des lands pleiten voor het premievrij staatspensioen. Zoo iets kost 'n slordige 70 A SO millioen. Blijvend, wel te verstaan. Dergelijke politieke propaganda is niet ernstig te nemen en heeft te meer heel veel van kiezersbedrog, omdat de leider der C. D. U. nog voor betrekkelijk korten tijd het stelsel van staatspensioneering veroordeelde, wijl dit opkomt uit de socialistische levens- en wereldbeschouwing, terwijl juist de so ciale wetten van Talma voortspruiten uit het christelijk beginsel. En het geval wordt nog mooier, als zich herinnert, dat de soc.-dem. zoo sterke voorstanders van verzekering door fonds vorming geworden zijn, dat ze voor enkele dagen stemden tegen het voorstel der Re geering om voor 1935 de rijksbijdrage aan het Invaliditeitsfonds op te schorten. Aan staatspensionneering denkt in den lande geen enkel ernstig sociaal politicus meer. Haar kans is sinds lang en voor goed voorbij. Alleen de heer v. Houten en de zijnen maken den menschen wijs, dat zij dat nu eens eventjes zouden gaan veran deren! Het ware belachelijk, indien we hier niet stonden voor hoogst onverantwoordelijk politiek gedoe. SUGGESTIEVE, MAAR VAL- SCHE RECLAME Een keurig verzorgde verkiezingsplaat aan geld heeft de N.S.B. geen gebrek - vertelt met enkele woorden, wat de N.S.B. wil. Natuurlijk zijn het niets dan woorden. De partij, welke het meest op het praten in do openbare colleges schimpt, verkóópt de meeste praatjes. De N.S.B. wil trouw aan Oranje, Vader landsliefde, en behoorlijke landsverdediging; werk en brood voor allen;ja, dat wil iedereen wel; doch de vraag is: hoe verkrij gen we al dat moois en goeds. Op die vraag blijft bij de N.S.B. elk antwoord uit Dal "hooren we later, als men de macht heeft en „anderen bij het nekvel kan pakken". Wat we op de plaat zien is niets dan cri- tiek: vernietiging levensmiddelen, oproer in de Jordaan, autobussen aan de ketting, „anarchie in de taai"; bonzen, die biniien1 zijn, werkloosheid, roode terreur, ambten a ren ontslagen, slechte woningen, ondergaan de middenstand, ontslagen militairen, ver roeste schepen, leege fabrieken, schippers zonder werk enz. enz.. Die feiten zijn voor een groot deel juist; maar de conclusie, welke de kiezer moei trekken is naar twee zijden onjuist De suggestie van de plaat is, dat de regee ring de schuld is van dit alles. Dit is tuurlijk gruwzame misleiding. De regeering is even onschuldig als de N.S.B. en doet al het mogelijke om de economische depressie zoo veel mogelijk te verzachten. In de tweede plaats moet de onnoozeb kiezer gelooven: Stem N.S.B. en 't komt in orde. Ook dat is gruwzame misleiding. Met on beschaamde duidelijkheid leert Duitschlam. ons, dat de machthebbers aan het werk- looze, hongerige volk niet denken als ze met duizende marken smijten om zich in walgelijke weelde te baden, zooals geen vorst zich zou veroorloven. Waar is nu de macht van den soberon Hitler, die op 30 Juni 1934 dronkenschap en brasserij tegen ging? Hier kan men nog ongestraft critiek oefe nen op een rijke bonzenmaaltijd; als straks de N.S.B.-bonzen Görings voorbeeld volgen, is critiek verboden. Dat is een verschil van beteekenis. ONS PRODUCTIE-APPARAAT Dat ons productie-apparaat thans te groot is, is niemands persoonlijke schuld. Hierop werkt de algemeene wereldsituatie in. In Duitschland de vrienden van de N.S.B.' dat onze uitvoer er heen tot een mini mum heeft gereduceerd, is het niet anders.; Ook daar klagen landbouw en industrie steen en beep. Tal van fabrieken staan ge heel of gedeeltelijk stil en vervallen. Hon derdduizenden en millioenen zijn er duur zaam van het arbeidsproces uitgeschakeld Het land is zoo arm, dat het b.v. onze agra rische producten niet meer behoorlijk kan betalen. Gevolg: een teveel bij het produ- ceerende land, dat met den besten wil niet alles kan consumeeren. De N.S.B., de heeren van de ordening, durft ook van gedwongen lidmaatschap te spreken in verband met de crisisorganisa- ies. Die organisaties zijn onmisbaar om een behoorlijke steunregeling mogelijk te ma ken. Is daarin iets abnormaals? Wie echte gewetensbezwaren heeft, kan bovendien vrij gesteld worden. Het is wel buitengewoon zonderling, dat een nat. socialist spreekt over „gedwongen lidmaatschap op straffe van broodroof", zoo niet erger. Hij zie eens naar zijn naaste geestelijke familie over onze oostergrenzen. Daar heerscht een afzichtelijke sociale dwang en wordt de geestelijke vrijheid ver heid vernietigd. Ten onzent zijn duidelijke, objectieve eco- Een uiteenzetting van de wijze waarop nu de zetels worden verdeeld Hoe het nieuwe stelsel voor de iteraadsverki zou werken De belangrijkste wijziging in de Kieswet, van 1933 betreft hier art, 100. Daarvan is alleen het eerste lid gebleven, nl.: Even zoovele malen als de kiesdeeler is beg re jen in het stemcijfer eener lijst, wordt aam die lijst een der te vervullen plaatsen toegekend Voor de uitslagberekening begint men dus vast te stellen de kiesdeeler, d.i. het aantal uitgebrachte geldige stemmen ge deeld door het aantal te verdeelen plaatsen. Deze kiesdeeler gaat men daarna deelen op het totaal der op een bepaalde lijst uitge brachte stemmen, waarna er een overschot blijft. Dit is de z.g. eerste verdeeling. Bij de nu volgende verdeelLng onder de overschotten is van invloed de wijziging van 1933, want de wet maakt nu onder scheid en zegt: wanneer 19 of meer plaat sen te vervullen zijn, gebruiken we artikel 100b en indien het aantal te vervullen plaat sen minder dan 19 bedraagt art. 100c. Voor de Provinciale Staten, waar méér dan 19 zetels te bezetten zijn, geldt dus art. 100b, waarin beslist wordt naar het stelse] der grootste gemiddelden De wijziging bestaat dus o.m hierin, dat de verdeeling, naar de grootste overschotten vervallen is De vroegere derde verdeeling (stelsel van de grootste gemiddelden) die slechts enkele malen toepassing vond, is nö regel geworden. Wat wordt dus nu gedaan? Het aantal reeds bij eerste verdeeling toegekende zetels wordt voorloopig met één verhoogd. Dit aan tal wordt dan gedeeld p het totaal der op die lijst uitgebrachte stemmen. Die lijst, welke dan het grootste gemiddelde geeft, krijgt de eerste overschot-zetel. Zijn er méér overschöt-zetels, dan wordt dezelfde methode gevolgd. Zelfs kan dus nu een lijst welke reeds één overschotzetel ge kregen heeft, er nog één krijgen. Ook kan het voorkomen, dat een lijst, welke vroe ger geen overschot-zetel zou krijgen, om dat toen de bepaling gold, dat na toeken ning eener plaats een gemiddeld aantal at.fimmp.ri van minstens 75 pet van den kies deeler per toegekende plaats vereischt was,, nü wèl een zetel toegewezen krijgt. De invloed op de Gemeenteraden Onze lezers, die op grond van de uitsla gen van de Statenverkiezing de kansen g becijferen voor de Gemeenteraad, dienen er mee te rekenen, dat bovenstaande methode geldt voor gemeenteraden met 19 of meer leden. Voor kleinere gemeenteraden geldt art. 100c. Hierin wordt de oude metho de toegepast, waarbij echter een kleine wij ziging opvalt. Vroeger kwamen bij de ver deeling naar de grootste overschotten niet in aanmerking lijsten, die per toegeken de plaats minder dan 75 pet van den kiesdeeler hadden behaald. Nu zijn van die verdeeling uitgesloten de lijsten met stemcijfer, dat lager is dan 75 pet van den kiesdeeler. De methode bij de tweede verdeeling toe gepast, wordt genoemd die der grootste overschotten. Zijn er daarna nog zetels te verdeelen dan wordt voor de nog overblij vende gerekend met het stelsel der grootste gemiddelden. Bij deze derde verdeeling ko men lijsten met een stemmenaantal minder dan 75 pet van den kiesdeeler wèl in aan merking. Was het vroeger zóó, dat bij een tweede verdeeling voor bv. twee zetels vereischt was 150 pet van den kiesdeeler te hebben (75 pet per zetel) nu is dat niet meer ver eischt Wij meenden goed te doen op deze wijzi gingen nog even de aandacht te vestigen. Een voorbeeld uit de praktijk Wanneer bij de Raadsverkiezing in 1931 bovenstaande wijzigingen reeds van kracht waren geweest, zou bv. de samenstelling van dea Raad te Schiedam anders zijn geweest. De R.K. en de S.D.A.P. zouden dau ieder 1 zetel meer hebben gehad ten koste van de V.B. en de Communisten. De bereke ning is te ingewikkeld om hier neer te schrijven, maar ieder Schiedammer kan die narekenen. Voor een kleinere plaats nemen we bv. Schoonhoven. Hier zijn 11 raadsleden, dus geldt art 100c. Na de eerste verdeeling moesten nog drie zetels bezet worden. De „wilde", de R.K. en de C.H. hadden i overschotten van 146, 182 4/11 en 827/11 stemmen. Toch kregen de C.H. geen zetel er hij, omdat per toegekende zetel zij geen 75 pet van den kiesdeeler haalden (kies deeler was 193 7/11 en aantal stemmen 276). Ook de V.D. (overschot 38 7/11, totaal-stem men 231) kregen deze zetel niet, evenmin als de SD.AP. (overschot 298/11, stemmen 417), omdat voor hen hetzelfde gold. De A.R. met een overschot van slechts 221/11 ging met de buit strijken. Onder de nu vigeerende wet zou de C.H. de zetel wèl krijgen. nomische redenen aanwijsbaar, waarom een bepaalde vorm voor de crisisorganisaties noodig was. De overheid moest de beschik king hebben over bedrijfsgegevens van alle belanghebbenden bij de steunregelingen. Dat is niets bijzonders. Abnormaal is echter wat het nat-socialisme in het klassieke land van de staatsdwang heeft gedaan. De Ne- derlandsche aanbidders van de allerafschu- welijkste dwangvormen geneeren zich ech ter blijkbaar voor niets. Men zij gewaar schuwd tegen dezulken. GEEN BUIGEN VOOR ROODE TERREUR Een andere ongemotiveerde beschuldiging der N.S.B. luidt, dat het huidige gezag buigt voor roode straatterreur. Blijkbaar wordt er op gespeculeerd, dat vergeten zijn de te Am sterdam en elders als slachtoffers van revo lutionair optreden gevallenen. Dat optochten van N.S.B. en S.D.A.P. aan het gezag der overheid onderworpen zijn, weet iedereen en ook, dat de Amsterdam- sche rood-zwarte landdag-optocht behoorlijk door de overheid beschermd is. Ook bij vechterijen is zij op haar post, al m dat niet beteekenen, dat ze eiken laffon overval kon verhinderen. Dat is voor onze politie even onmogelijk als zulks in Duitsch land is. VEELZEGGENDE CIJFERS Het kan in verband met velerlei critiek nuttig zijn eens de aandacht te vestigen op wat in ons land aan werkverschaffing en steun wordt uitgegeven. Het zijn respecta bele cijfers. In 1933 gaven Rijk en gemeenten voor dit doel 123 millioen uit en in 1934 rond 111 millioen. Verder keerden in 1933 de werklozenkas sen 27 millioen uit, waarvan 16.3 millioen ten laste van het Rijk kwam. Voor 1934 was dat cijfer f 13.2 millioen bij een totaal-uit- keering van f 21.3 millioen. Ten behoeve van het cultureele werk voor werkloozen is in 1932—1934 f 1.700.000 uit gegeven. Door of door bemiddeling van het Natio naal Crisiscomité is tot 1 Jan. 1935 een be drag besteed van f 7.200.000. Voor hulp ii natura is bovendien f 4.500.000 heschikbaai Voor den winter 1934—1935 is voor bijzon dere hulp f 2 millioen gevoteerd. Dat is alles bij elkaar f 16.96 per hoofd der bevolking. Maar daarmee zijn we er nog niet YVerkJooze Nederlanders in het buitenland ontvangen ook nog f 3 millioen en boven dat alles is door de organen van armenzorg in 1932 uitgegeven rond 111 millioen tegen rond 101 millioen in 1931. De preciese cijfers na 1932 zijn nog niet bekend, maar zullen zeker om de 100 millioen zich bewegen. Ons dunkt, dat hier commentaar over bodig is en ook zonder dat allerlei onjuist heden zijn weerlegd. FINANCIëN EN STAATSSCHULD Omtrent den toestand onzer financiën en onze staatsschuld wordt in de N.S-B.-lectuur in listigen vorm een voorstelling gege die de onwetenden er toe brengen kan om het zittend kabinet er verantwoordelijk voor te stellen. «p Onze financieel-economische positie van nu heeft echter tfiet het optreden van het kabinet-Colijn niets te maken. Het strijdt met alle kracht tegen achteruitgang, tnaar de internationale oorzaken die op dit punt werken, la&n niets onaangetast. Geen enkel bewind is daartegen opgewassen. Het i juist Dr Colijn geweest', die tot het uiterste toe de landen gewaarschuwd heeft voor een beleid, dat tot steeds grooter wereldontred- dering heeft geleid. Indien iemand, dan heeft hij zich niets te verwijten en zeker past een critiek als deze niet van de rijde van hen, die zelf slechts financieele dwaas heden op elkaar weten te stapelen en be- hooren tot een beweging, die Duitschland tot aan de insolventie gebracht heeft en tot een zich vergrijpen aan anderer eigendom. Het is sinds twee jaren achteruit gehold. Alle reserves zijn opgeteerd en het moet thans grootendeels leven van wat het we derrechtelijk anderen, die de rechthebben den zijn, onthoudt. Zelfs is reeds met vol ledige staking van betaling gedreigd. Bovendien lijdt dit land onder een schrik barend groote en toenemende werkloosheid. De officieel e cijfers er over zijn reeds zeer ernstig, maar moeten'volkomen onbetrouw baar worden geacht Zij zijn er op ingericht om den waren toestand te verbergen. We denken in dit verband ook aan de steunregeling der Duitsche werkloozen. Ont stellend laag zijn er de steunuitkeeringen: Wij stemmen niet op personen, maar op dragers van beginselen. Dat wil zeg gen: wanneer de Kiesvereenigingeb onzer partij, al of niet geheel conform aan ons verlangen, de candidaten heb ben gesteld, dan vragen we niet meer* wie er op de lijst staat, doch wij kiezen' voor het beginsel. Echter, het lijstenstelsel zooals we da€ thans hebben, brengt licht verwarring* Niemand behoeft zich te schamen, als hij ootmoedig erkent: ik kan de Iijsfj van mijn partij moeilijk vinden; het zyn voor mij onbekende namen en onbeken de menschen. Daarom geven we hieronder de nameiï van de lijsttrekkers, voorzoover onza lezers er belang bij hebben. Men raadpege de oproepingskaart eni zoeke de naam op van den eersten candidaat onzer lijst en voor die naam make men op het stembiljet het hokje rood. Vergissen is menschelijk, doch vooral bij de stembus niet wenschelijk. WOENSDAG 17 APRIL In ZUID-HOLLAND: No. 1 v. Liist 10 Kieskring Rotterdam: J. Schouten. Kieskring 's-Gravenhage: Jhr. Mr. J* M- M- van Asch van Wijck* Kieskring Leiden: W. Warnaar. Kieskring Gouda: 0. J. Hoogendyk. Kieskring Delft: Mr. G. van Baren. Kieskring Dordrecht: J. A, J. Jansen l Manenschijm Kieskring Ridderkerk: J.C.Diepenhorst; het maximum is belangrijk lager dan feiï onzent het minimum. Ook de loonen zijn hl de nationaal-socia* listisch bestuurde landen veel lager dan bij, ons. En voor welke doeleinden er de pu* blieke financiën misbruikt worden heeft dei walgelijke weelde bij zoo schrijnende ar* moede van de massa der bevolking ge* toond, die ten toon gespreid is bij het hu* welijk van den Pruisischen minister-presi- Dat is corruptie en tienmaal erger dan enkele cumulatiegevallen, waarover de N. S« B. hier te lande zoo gaarne struikelt. Dat is N. S. B.-practijk, die de beteekenis van groote woorden in het helderste licht staat. Ook het spreken over het bedrag den staatsschuld mist allen zin. Een deel van die staatsschuld dateert uit de mobilisatie* jaren en voorts staan tegenover schulden van het Rijk, de provinciën en de gemeen ten, enorm© bezitsobjecten. Een groot deel van de publieke schuld is aangegaan voor productieve doeleinden. Men denke maac eens aan de Wieringermeerdrooglegging, aan den aanleg van wegen, kanalen, sporen, aan productiebedrijven, havens, enz., enz. Wat men van N. S. B. ook aanpakt, het is alles even inferieur en volslagen bedriegerij van het groote onkundige deel des volks. Nog steeds zijn er Kiezers, die hun stembiljet waardeloos maken, door onjuist te stemmen. Het eenige wat ge moogt doen is: één hokje VOOR de naam van een candidaat met het roode potlood, dat in het stemhokje hangt, rood maken. Voegt er niets aan toe. Elke nadere aanduiding maakt Uw stembiljet ongeldig. Vergist ge u, vraagt dan aan den voorzitter van het stem bureau een nieuw stembiljet. Maakt rood het hokje VOOR den naam van den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1