$limw
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden 3n Omstreken
De wijziging van de Kieswet
Dag en naam
Vermorst Dw stem niet!
Anti-Rev. Candidaat
Abonnementsprijs:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agenlschap gevestigd is 235
Franco per post 2.35 portokosten
Per week0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche
zending430
Bij dagelijksche zending530
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/i et
niet afzonderlijk verkrijgbar
Bureau: Breesfrrat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
No. 5453 DINSDAG 16 APRIL 1935 15e Jaargang
abbertrntiepripen:
Van I tot 5 regels f 1.17'/»
Elke regel meer0.22'/a
ftgezonden Mededeelingen
van 1-5 regels 2.30
Elke regel meer045
Handelsadvertentiën per regel 0.17'/»
Bij contract belangrijke korting
Voor het bevragen aan '1 bureau
'V wordf berekend 0.10
DE KASTIJDING
De brandweer was bezig een brand te
blusschen, maar werd onophoudelijk en op
kwaadaardige wijze gehinderd door de lieve
straatjeugd, die geen middel onbeproefd liot
om de harde werkers met woord en daad
te hinderen.
Eindelijk was net geduld der zwoegende
mannen ten einde. Plotseling greep ied'
,van hen een rakker bij zijn kraag en gal
hem een geduchte aframmeling.
Doch toen had men de poppen aan het
dansen. Do bengels liepen gillend de straat
in en schreeuwden het iedereen toe, dat ze
door die booze brandweer mishandeld wa
ren. Velen geloofden het en scholden toen
ook op de brandweer. Menschen, die hinde
ren, hebben meer rechten dan mannen, die
houwen
De brandweer is de nationale regeering
Van het kabinet-Colijn, dat zich inspant om
uit de economische vuurbrand der wereld
nog voor ons volk te redden, wat mogelijk
is. S.G.P., C.D.U., H.G.S. en N.S.B. zijn ae
straatbengels, de verstoorders, de roekeloo-
zen, die onbeheerscht en redeloos de regen
ring aanvallen en in de uitvoering van haar
taak bemoeilijken.
Wee echter regeering of onze pers als
deze een enkele maal aan deze dolle drij
vers een kastijding toedienen. Dan spelen
ze met tooneel spelers talent voor martelaar,
belasterde en onnoozele onschuld.
Do historie kent echter geen ware marte
laren, die in schelden en schimpen heil
zochten en de onnoozele onschuld was nim
mer geoefend in misleiding en
DISCUSSIE ONMOGELIJK
Wie het laatste verkiezingsnummer van
de H.G.S. gelezen heeft, valt ons onmiddel
lijk bij als we zeggen: hier is discussie on
mogelijk.
De redactie schaamt zich blijkbaar zelf
een beetje, dat ze niets anders dan nega
tieve bestrijdingen vooral van mede
christenen levert; want ze zegt, dat ze hot
ditmaal eens met tegenstellingen
zal doen, alsof er ooit iets positiefs in het
Weekblad stond.
Welnu, slechts enkele regels druks zijn
noodig om aan te toonen, wa»arom de H.G.S.
niet stemt opS.D.A.P., C.D.U., Communist,
liberaal, Herv. anti-re v. en S.G.P. Echtoi,
meer aandacht wordt besteed aan de meest
bestreden „tegenstanders", waarbij de anti-
rev. partij weer de grootste portie krijgt.
Doch dit niet alleen. A.R. en C.H. worden
ook bestreden om geen erger woord te
gebruiken in de artikeltjes, welke aan
andere partijen gewijd zijn.
Waarom geen N.S.B., vraagt het blad. En
het antwoord luidt:
Omdat de N.S.B. wel de christelijke
godsdienst als cultuurgoed waardeert,
daarentegen het wezen der ware Kerk
niet onderscheidt, waardoor zij ook over
eenkomstig de a.r. staatkunde, de Kerk
verwijst naar een van het staatkundig
leven gescheiden terrein.
Omdat de N.S.B. met de ax gemeen
heeft de onmondigverklaring van Gods
Woord, met de Unie de verloochening
van de kracht des Evangelies en ten slot
te met Rome de tyrannieke onderdruk
king van Gods Kerk.
Wanneer men dan nog weet, dat de H. G.
S. als leuze aanheft: „Tegen de Afscheiding
het Verbond der Genade"; dan reageert men
niet meer op zooveel misbruik van het hei
lige, doch men komt tot de slosom: Hier is
discussie onmogelijk.
Alleen rijst de vraag hoe deze partij zich
yoorstelt ooit te verkrijgen, wat zij 't eerste
noodig acht: een Protestantsche Grondwet;
wanneer zij vóór en bovenal de belijdenis
der protestanten met de grootste felheid
CIJFERSPEL
Een verkiezingskrant van de S.G.P. toornt
heftig tegen de smaad, welke vooral van
onze zijde, over het hoofd van het kamerlid
Kersten c.s. wordt uitgegoten. Deze mag in
dat blad wel met gespatieerde hoofdletters
zeggen dat „de regeeringsmaatregelen het
stempel dragen van de strijd tegen don Al
machtige"; maar dat hij het niet zoo nauw
met de waarheid neemt, mag niemand be
weren.
Het zij zoo: wij blijven altijd sober in
onze oordeelvellingen. Maar daarom mogen
we wel wijzen op het cijferspel, dat dit Ka
merlid met de blikken vleesch speelt.
We knippen uit zijn eigen dagblad deze
drie zinnen:
1. „In de rede te-Utrecht (voor elk nog
verkrijgbaar) staat woordelijk te lezen:
Millioenen blikken vleesch zijn bedorven.
Bij duizenden tegelijk werden zij ver
brand".
2. In de Tweede Kamer heeft Ds. Ker
sten gezegd: „Tal van blikken zijn be
dorven; de blikken bliezen op. Daarbij
zijn duizenden blikken vleesch vernie
tigd".
3. „Ik kom met kracht tegen de af-
afslachting van vee op. Zij worde beëin
digd. Geen dag kan het wachten. Het
oordeel is geveld over een product, waar
van een deel is vernietigd, waarvan 11
piillioen bussen onverkocht bleef in een
Men lette op dit verschik Eerst is er
sprake van millioenen blikken, welke
bedorven zijn. In de Kamer durft de heer
Kersten dat blijkbaar niet te herhalen; dan
zijn het „tal van blikken".
In Utrecht zegt hij, dat duizende
blikken verbrand zijn; in de Kamer heet
het, dat duizende zijn vernietigd; en later
volgt er: „een deel is vernietigd".
Voorts neemt de heer Kersten het den
minister hoogst kwalijk, dat deze de fijne
onderscheiding tusschen „bedorven" en
„vernietigd" niet direct snapte, doch deze
begrippen aanvankelijk door elkaar
gebruikte. Later gaf de minister echter de
opmerkingen zeer juist weer en sprak tegen
dat „duizende blikken zijn verbrand".
Er zijn n.L 1600 bussen bij een brand
in Rotterdam beschadigd en voorts zijn
12000 van de bijna 10.000.000 niet voor d.
consumptie geschikt geacht, al waren ze
niet alle door de keuringsdiensten
keurd; dat is dus l1/» per 1000.
Zoo ziet men, dat het alles cijfer- en
woordenspel van den heer Kersten is, als hij
spreekt van millioenen blikken bedor
ven vléesch. Waar zijn die geweest en waar
zijn ze gebleven?
Wanneer we zeggen, dat men voor
z i c h t i g moet zijn met de voorlichting
van de S.G.P., spreken we dan kwaad vau
deze partij en haar leiders?
„WANT HIJ IS ONTE
VREDEN"
Een N.S.B.'er, een ambtelijk gesprek voe
rend met een wethouder van een onzer
groote gemeenten, hoorde (onbedoeld), wat
de wethouder telefonisch antwoord ie aan
iemand, die blijkbaar ontevreden was over
maatregelen of voorschriften van he
meentebestuur. En deze N.S.B.'er was zoo
brutaal om den wethouder te vragen met
wie hij gesproken had. De magistraat liep
daar natuurlijk niet in; antwoordde dat
meneer daar niets mee te maken had, doch
informeerde ook, waarom hij er zoon be
lang in stelde.
En toen kwam het antwoord, waarin
méér opgesloten ligt dan in alle brochures
en verkiezingBkranten der N.SJ3.; het luid
de n.L: „Ik wilde dezen man opzoeken en
lid van onze partijmaken, want hij is on
tevredenl"
Ziedaar de werfkracht en het succes der
N.S.B.: wie ontevreden is, hoort hij
ons. Doch deze grondslag is voos.
WOORDEN EN DADEN
De Chr. Democratische Unie, in de prac-
tijk verlengstuk der SJ).A.P. de redevoe
ringen van haar Kamerlid v. Houten be
staan veelal uit 90 napraterij der soc.-
democraten en 10 krantenknipsels en uit
het verband gerukte citaten van anti-rev.
voormannen heeft zich ook tot het kie
zersvolk gewend.
Geen woorden, maar daden! staat er ho
ven het pamflet. Maar, helaas, de kiezers
krijgen alleen woorden. Wat de daden be
treft bestaat aan de C.D.U. geen behoefte en
kan haar werk gerust aan de soc.-den».
worden overgelaten. Haar dikke woorden en
holle leuzen zijn volslagen waardeloos en
beloven bovendien dingen, die een volstrek
te illusie mogen worden genoemd.
Het pamflet, dat we bedoelen is een ty
pisch voorbeeld van politieke onkunde.
Bovendien en dat is erger gaat het
zich aan onjuistheden in den vorm van ver
dachtmakingen te buiten.
Beweerd wordt, dat het provinciaal be
stuur „maar ai te vaak" heeft ingegrepen
met de bedoeling den loonstandaard te ver
lagen en verschillende sociale maatregelen,
óok wel werkverruiming, te belemmeren"
Men 'moet maar durvenl
De loonstandaard daalde allerwege omdat
de levensstandaard daalde. Aan onvermij
delijke aanpassingsmaatregelen hebben
daarom alle partijen in alle landen mede
gewerkt. De C.D.U. wil echter ijzer met han
den gaan breken! Zij steekt in dit opzicht
zelfs de S.DAP. de loef af.
En wat de werkverruiming aangaat, men
iag zeggen, dat in geen land ter wereld
ondanks de crisis de sociale instellingen
dermate intact zijn gebleven als in ons land,
dat met zijn honderden millioenen aan uit
gaven voor sociale en crisisvoorzieningen
bovenaan staat. Zeker is ook geen enkel
us werkverruimingsplan afgewezen.
Dat we met de werkverruiming den Duit-
schen weg moeten opgaan, zal toch wel niet
bedoeling zijn. Dan gaan we een zekere
debacle tegemoet.
Door de regeering is alles gedaan om de
belangen der sociaal zwakkeren te dienen.
Ware dat sinds 1929 ten koste van honder
den millioenen niet geschied, we hadden
reeds lang voor den chaos gestaan. Dat niet
alle nood kon worden weggenomen, ontkent
niemand. Maar dat zou zelfs ver gaan bo
ven de macht van de C.D.U., ook al toont
ze zich over de kosten van haar wenschen
geen seconde te bekommeren. Zij speelt een-
oudig met tientallen millioenen bij met
sprongen terugloopende belastingen.
Een duidelijk bewijs daarvoor is haar,
vooral in het noordon des lands pleiten
voor het premievrij staatspensioen. Zoo iets
kost 'n slordige 70 A SO millioen. Blijvend,
wel te verstaan.
Dergelijke politieke propaganda is niet
ernstig te nemen en heeft te meer heel veel
van kiezersbedrog, omdat de leider der C.
D. U. nog voor betrekkelijk korten tijd het
stelsel van staatspensioneering veroordeelde,
wijl dit opkomt uit de socialistische levens-
en wereldbeschouwing, terwijl juist de so
ciale wetten van Talma voortspruiten uit
het christelijk beginsel.
En het geval wordt nog mooier, als
zich herinnert, dat de soc.-dem. zoo sterke
voorstanders van verzekering door fonds
vorming geworden zijn, dat ze voor enkele
dagen stemden tegen het voorstel der Re
geering om voor 1935 de rijksbijdrage aan
het Invaliditeitsfonds op te schorten.
Aan staatspensionneering denkt in den
lande geen enkel ernstig sociaal politicus
meer. Haar kans is sinds lang en voor goed
voorbij. Alleen de heer v. Houten en de
zijnen maken den menschen wijs, dat zij
dat nu eens eventjes zouden gaan veran
deren!
Het ware belachelijk, indien we hier niet
stonden voor hoogst onverantwoordelijk
politiek gedoe.
SUGGESTIEVE, MAAR VAL-
SCHE RECLAME
Een keurig verzorgde verkiezingsplaat
aan geld heeft de N.S.B. geen gebrek -
vertelt met enkele woorden, wat de N.S.B.
wil. Natuurlijk zijn het niets dan woorden.
De partij, welke het meest op het praten
in do openbare colleges schimpt, verkóópt
de meeste praatjes.
De N.S.B. wil trouw aan Oranje, Vader
landsliefde, en behoorlijke landsverdediging;
werk en brood voor allen;ja, dat wil
iedereen wel; doch de vraag is: hoe verkrij
gen we al dat moois en goeds. Op die vraag
blijft bij de N.S.B. elk antwoord uit Dal
"hooren we later, als men de macht heeft en
„anderen bij het nekvel kan pakken".
Wat we op de plaat zien is niets dan cri-
tiek: vernietiging levensmiddelen, oproer in
de Jordaan, autobussen aan de ketting,
„anarchie in de taai"; bonzen, die biniien1
zijn, werkloosheid, roode terreur, ambten a
ren ontslagen, slechte woningen, ondergaan
de middenstand, ontslagen militairen, ver
roeste schepen, leege fabrieken, schippers
zonder werk enz. enz..
Die feiten zijn voor een groot deel juist;
maar de conclusie, welke de kiezer moei
trekken is naar twee zijden onjuist
De suggestie van de plaat is, dat de regee
ring de schuld is van dit alles. Dit is
tuurlijk gruwzame misleiding. De regeering
is even onschuldig als de N.S.B. en doet al
het mogelijke om de economische depressie
zoo veel mogelijk te verzachten.
In de tweede plaats moet de onnoozeb
kiezer gelooven: Stem N.S.B. en 't komt in
orde.
Ook dat is gruwzame misleiding. Met on
beschaamde duidelijkheid leert Duitschlam.
ons, dat de machthebbers aan het werk-
looze, hongerige volk niet denken als ze
met duizende marken smijten om zich in
walgelijke weelde te baden, zooals geen
vorst zich zou veroorloven.
Waar is nu de macht van den soberon
Hitler, die op 30 Juni 1934 dronkenschap en
brasserij tegen ging?
Hier kan men nog ongestraft critiek oefe
nen op een rijke bonzenmaaltijd; als straks
de N.S.B.-bonzen Görings voorbeeld volgen,
is critiek verboden.
Dat is een verschil van beteekenis.
ONS PRODUCTIE-APPARAAT
Dat ons productie-apparaat thans te groot
is, is niemands persoonlijke schuld. Hierop
werkt de algemeene wereldsituatie in. In
Duitschland de vrienden van de N.S.B.'
dat onze uitvoer er heen tot een mini
mum heeft gereduceerd, is het niet anders.;
Ook daar klagen landbouw en industrie
steen en beep. Tal van fabrieken staan ge
heel of gedeeltelijk stil en vervallen. Hon
derdduizenden en millioenen zijn er duur
zaam van het arbeidsproces uitgeschakeld
Het land is zoo arm, dat het b.v. onze agra
rische producten niet meer behoorlijk kan
betalen. Gevolg: een teveel bij het produ-
ceerende land, dat met den besten wil niet
alles kan consumeeren.
De N.S.B., de heeren van de ordening,
durft ook van gedwongen lidmaatschap te
spreken in verband met de crisisorganisa-
ies. Die organisaties zijn onmisbaar om een
behoorlijke steunregeling mogelijk te ma
ken. Is daarin iets abnormaals? Wie echte
gewetensbezwaren heeft, kan bovendien vrij
gesteld worden.
Het is wel buitengewoon zonderling, dat
een nat. socialist spreekt over „gedwongen
lidmaatschap op straffe van broodroof", zoo
niet erger. Hij zie eens naar zijn naaste
geestelijke familie over onze oostergrenzen.
Daar heerscht een afzichtelijke sociale
dwang en wordt de geestelijke vrijheid ver
heid vernietigd.
Ten onzent zijn duidelijke, objectieve eco-
Een uiteenzetting van de wijze
waarop nu de zetels worden
verdeeld
Hoe het nieuwe stelsel voor de
iteraadsverki
zou werken
De belangrijkste wijziging in de Kieswet,
van 1933 betreft hier art, 100. Daarvan is
alleen het eerste lid gebleven, nl.: Even
zoovele malen als de kiesdeeler is beg re jen
in het stemcijfer eener lijst, wordt aam die
lijst een der te vervullen plaatsen toegekend
Voor de uitslagberekening begint men
dus vast te stellen de kiesdeeler, d.i. het
aantal uitgebrachte geldige stemmen ge
deeld door het aantal te verdeelen plaatsen.
Deze kiesdeeler gaat men daarna deelen op
het totaal der op een bepaalde lijst uitge
brachte stemmen, waarna er een overschot
blijft.
Dit is de z.g. eerste verdeeling.
Bij de nu volgende verdeelLng onder de
overschotten is van invloed de wijziging
van 1933, want de wet maakt nu onder
scheid en zegt: wanneer 19 of meer plaat
sen te vervullen zijn, gebruiken we artikel
100b en indien het aantal te vervullen plaat
sen minder dan 19 bedraagt art. 100c.
Voor de Provinciale Staten, waar
méér dan 19 zetels te bezetten zijn, geldt dus
art. 100b, waarin beslist wordt naar het
stelse] der grootste gemiddelden
De wijziging bestaat dus o.m hierin, dat
de verdeeling, naar de grootste overschotten
vervallen is De vroegere derde verdeeling
(stelsel van de grootste gemiddelden) die
slechts enkele malen toepassing vond, is
nö regel geworden.
Wat wordt dus nu gedaan? Het aantal
reeds bij eerste verdeeling toegekende zetels
wordt voorloopig met één verhoogd. Dit aan
tal wordt dan gedeeld p het totaal der op
die lijst uitgebrachte stemmen. Die lijst,
welke dan het grootste gemiddelde geeft,
krijgt de eerste overschot-zetel.
Zijn er méér overschöt-zetels, dan wordt
dezelfde methode gevolgd. Zelfs kan dus nu
een lijst welke reeds één overschotzetel ge
kregen heeft, er nog één krijgen. Ook kan
het voorkomen, dat een lijst, welke vroe
ger geen overschot-zetel zou krijgen, om
dat toen de bepaling gold, dat na toeken
ning eener plaats een gemiddeld aantal
at.fimmp.ri van minstens 75 pet van den kies
deeler per toegekende plaats vereischt was,,
nü wèl een zetel toegewezen krijgt.
De invloed op de Gemeenteraden
Onze lezers, die op grond van de uitsla
gen van de Statenverkiezing de kansen g
becijferen voor de Gemeenteraad, dienen er
mee te rekenen, dat bovenstaande methode
geldt voor gemeenteraden met 19
of meer leden.
Voor kleinere gemeenteraden
geldt art. 100c. Hierin wordt de oude metho
de toegepast, waarbij echter een kleine wij
ziging opvalt. Vroeger kwamen bij de ver
deeling naar de grootste overschotten niet
in aanmerking lijsten, die per toegeken
de plaats minder dan 75 pet van den
kiesdeeler hadden behaald. Nu zijn van die
verdeeling uitgesloten de lijsten met
stemcijfer, dat lager is dan 75 pet van den
kiesdeeler.
De methode bij de tweede verdeeling toe
gepast, wordt genoemd die der grootste
overschotten. Zijn er daarna nog zetels te
verdeelen dan wordt voor de nog overblij
vende gerekend met het stelsel der grootste
gemiddelden. Bij deze derde verdeeling ko
men lijsten met een stemmenaantal minder
dan 75 pet van den kiesdeeler wèl in aan
merking.
Was het vroeger zóó, dat bij een tweede
verdeeling voor bv. twee zetels vereischt
was 150 pet van den kiesdeeler te hebben
(75 pet per zetel) nu is dat niet meer ver
eischt
Wij meenden goed te doen op deze wijzi
gingen nog even de aandacht te vestigen.
Een voorbeeld uit de praktijk
Wanneer bij de Raadsverkiezing in 1931
bovenstaande wijzigingen reeds van kracht
waren geweest, zou bv. de samenstelling
van dea Raad te Schiedam anders zijn
geweest. De R.K. en de S.D.A.P. zouden dau
ieder 1 zetel meer hebben gehad ten koste
van de V.B. en de Communisten. De bereke
ning is te ingewikkeld om hier neer te
schrijven, maar ieder Schiedammer kan die
narekenen.
Voor een kleinere plaats nemen we bv.
Schoonhoven. Hier zijn 11 raadsleden,
dus geldt art 100c. Na de eerste verdeeling
moesten nog drie zetels bezet worden. De
„wilde", de R.K. en de C.H. hadden i
overschotten van 146, 182 4/11 en 827/11
stemmen. Toch kregen de C.H. geen zetel
er hij, omdat per toegekende zetel zij geen
75 pet van den kiesdeeler haalden (kies
deeler was 193 7/11 en aantal stemmen 276).
Ook de V.D. (overschot 38 7/11, totaal-stem
men 231) kregen deze zetel niet, evenmin
als de SD.AP. (overschot 298/11, stemmen
417), omdat voor hen hetzelfde gold. De A.R.
met een overschot van slechts 221/11 ging
met de buit strijken.
Onder de nu vigeerende wet zou de C.H.
de zetel wèl krijgen.
nomische redenen aanwijsbaar, waarom een
bepaalde vorm voor de crisisorganisaties
noodig was. De overheid moest de beschik
king hebben over bedrijfsgegevens van alle
belanghebbenden bij de steunregelingen.
Dat is niets bijzonders. Abnormaal is echter
wat het nat-socialisme in het klassieke land
van de staatsdwang heeft gedaan. De Ne-
derlandsche aanbidders van de allerafschu-
welijkste dwangvormen geneeren zich ech
ter blijkbaar voor niets. Men zij gewaar
schuwd tegen dezulken.
GEEN BUIGEN VOOR ROODE
TERREUR
Een andere ongemotiveerde beschuldiging
der N.S.B. luidt, dat het huidige gezag buigt
voor roode straatterreur. Blijkbaar wordt er
op gespeculeerd, dat vergeten zijn de te Am
sterdam en elders als slachtoffers van revo
lutionair optreden gevallenen.
Dat optochten van N.S.B. en S.D.A.P. aan
het gezag der overheid onderworpen zijn,
weet iedereen en ook, dat de Amsterdam-
sche rood-zwarte landdag-optocht behoorlijk
door de overheid beschermd is.
Ook bij vechterijen is zij op haar post, al
m dat niet beteekenen, dat ze eiken laffon
overval kon verhinderen. Dat is voor onze
politie even onmogelijk als zulks in Duitsch
land is.
VEELZEGGENDE CIJFERS
Het kan in verband met velerlei critiek
nuttig zijn eens de aandacht te vestigen op
wat in ons land aan werkverschaffing en
steun wordt uitgegeven. Het zijn respecta
bele cijfers.
In 1933 gaven Rijk en gemeenten voor dit
doel 123 millioen uit en in 1934 rond 111
millioen.
Verder keerden in 1933 de werklozenkas
sen 27 millioen uit, waarvan 16.3 millioen
ten laste van het Rijk kwam. Voor 1934 was
dat cijfer f 13.2 millioen bij een totaal-uit-
keering van f 21.3 millioen.
Ten behoeve van het cultureele werk voor
werkloozen is in 1932—1934 f 1.700.000 uit
gegeven.
Door of door bemiddeling van het Natio
naal Crisiscomité is tot 1 Jan. 1935 een be
drag besteed van f 7.200.000. Voor hulp ii
natura is bovendien f 4.500.000 heschikbaai
Voor den winter 1934—1935 is voor bijzon
dere hulp f 2 millioen gevoteerd.
Dat is alles bij elkaar f 16.96 per hoofd
der bevolking.
Maar daarmee zijn we er nog niet
YVerkJooze Nederlanders in het buitenland
ontvangen ook nog f 3 millioen en boven
dat alles is door de organen van armenzorg
in 1932 uitgegeven rond 111 millioen tegen
rond 101 millioen in 1931. De preciese cijfers
na 1932 zijn nog niet bekend, maar zullen
zeker om de 100 millioen zich bewegen.
Ons dunkt, dat hier commentaar over
bodig is en ook zonder dat allerlei onjuist
heden zijn weerlegd.
FINANCIëN EN STAATSSCHULD
Omtrent den toestand onzer financiën en
onze staatsschuld wordt in de N.S-B.-lectuur
in listigen vorm een voorstelling gege
die de onwetenden er toe brengen kan om
het zittend kabinet er verantwoordelijk voor
te stellen. «p
Onze financieel-economische positie van
nu heeft echter tfiet het optreden van het
kabinet-Colijn niets te maken. Het strijdt
met alle kracht tegen achteruitgang, tnaar
de internationale oorzaken die op dit punt
werken, la&n niets onaangetast. Geen enkel
bewind is daartegen opgewassen. Het i
juist Dr Colijn geweest', die tot het uiterste
toe de landen gewaarschuwd heeft voor een
beleid, dat tot steeds grooter wereldontred-
dering heeft geleid. Indien iemand, dan
heeft hij zich niets te verwijten en zeker
past een critiek als deze niet van de rijde
van hen, die zelf slechts financieele dwaas
heden op elkaar weten te stapelen en be-
hooren tot een beweging, die Duitschland
tot aan de insolventie gebracht heeft en tot
een zich vergrijpen aan anderer eigendom.
Het is sinds twee jaren achteruit gehold.
Alle reserves zijn opgeteerd en het moet
thans grootendeels leven van wat het we
derrechtelijk anderen, die de rechthebben
den zijn, onthoudt. Zelfs is reeds met vol
ledige staking van betaling gedreigd.
Bovendien lijdt dit land onder een schrik
barend groote en toenemende werkloosheid.
De officieel e cijfers er over zijn reeds zeer
ernstig, maar moeten'volkomen onbetrouw
baar worden geacht Zij zijn er op ingericht
om den waren toestand te verbergen.
We denken in dit verband ook aan de
steunregeling der Duitsche werkloozen. Ont
stellend laag zijn er de steunuitkeeringen:
Wij stemmen niet op personen, maar op
dragers van beginselen. Dat wil zeg
gen: wanneer de Kiesvereenigingeb
onzer partij, al of niet geheel conform
aan ons verlangen, de candidaten heb
ben gesteld, dan vragen we niet meer*
wie er op de lijst staat, doch wij kiezen'
voor het beginsel.
Echter, het lijstenstelsel zooals we da€
thans hebben, brengt licht verwarring*
Niemand behoeft zich te schamen, als
hij ootmoedig erkent: ik kan de Iijsfj
van mijn partij moeilijk vinden; het zyn
voor mij onbekende namen en onbeken
de menschen.
Daarom geven we hieronder de nameiï
van de lijsttrekkers, voorzoover onza
lezers er belang bij hebben.
Men raadpege de oproepingskaart eni
zoeke de naam op van den eersten
candidaat onzer lijst en voor die naam
make men op het stembiljet het hokje
rood.
Vergissen is menschelijk, doch vooral
bij de stembus niet wenschelijk.
WOENSDAG 17 APRIL
In ZUID-HOLLAND: No. 1 v. Liist 10
Kieskring Rotterdam: J. Schouten.
Kieskring 's-Gravenhage: Jhr. Mr. J*
M- M- van Asch van Wijck*
Kieskring Leiden: W. Warnaar.
Kieskring Gouda: 0. J. Hoogendyk.
Kieskring Delft: Mr. G. van Baren.
Kieskring Dordrecht: J. A, J. Jansen l
Manenschijm
Kieskring Ridderkerk: J.C.Diepenhorst;
het maximum is belangrijk lager dan feiï
onzent het minimum.
Ook de loonen zijn hl de nationaal-socia*
listisch bestuurde landen veel lager dan bij,
ons. En voor welke doeleinden er de pu*
blieke financiën misbruikt worden heeft dei
walgelijke weelde bij zoo schrijnende ar*
moede van de massa der bevolking ge*
toond, die ten toon gespreid is bij het hu*
welijk van den Pruisischen minister-presi-
Dat is corruptie en tienmaal erger dan
enkele cumulatiegevallen, waarover de N. S«
B. hier te lande zoo gaarne struikelt. Dat is
N. S. B.-practijk, die de beteekenis van
groote woorden in het helderste licht staat.
Ook het spreken over het bedrag den
staatsschuld mist allen zin. Een deel van
die staatsschuld dateert uit de mobilisatie*
jaren en voorts staan tegenover schulden
van het Rijk, de provinciën en de gemeen
ten, enorm© bezitsobjecten. Een groot deel
van de publieke schuld is aangegaan voor
productieve doeleinden. Men denke maac
eens aan de Wieringermeerdrooglegging,
aan den aanleg van wegen, kanalen, sporen,
aan productiebedrijven, havens, enz., enz.
Wat men van N. S. B. ook aanpakt, het is
alles even inferieur en volslagen bedriegerij
van het groote onkundige deel des volks.
Nog steeds zijn er Kiezers, die
hun stembiljet waardeloos maken,
door onjuist te stemmen. Het
eenige wat ge moogt doen is:
één hokje VOOR de naam van een
candidaat met het roode potlood,
dat in het stemhokje hangt, rood
maken.
Voegt er niets aan toe.
Elke nadere aanduiding maakt
Uw stembiljet ongeldig.
Vergist ge u, vraagt dan aan
den voorzitter van het stem
bureau een nieuw stembiljet.
Maakt rood het hokje VOOR den
naam van den