Comenius herdenking
Sociale Dag Studentencorps V.U.
GRATIS n pracht wrijfdoek bij PELI -WRIJFWAS
DONDERDAG 28 MAART 1935
DERDE BLAD PAG 9
Kerknieuws.
GEREF. KERKEN
Tweetal: Te Enschedé, W. de Graaf te
Ommen en P, G. Kunst te Devemer.
PREDKANTENRUIL
Ter bevordering van de oecumenische betrek
kingen is- een „ruil'ng" van predikanten tusschen
Amerika en Engeland, ingesteld. Dezen zomer zal
een rij van Amerikaansche predikanten op de
Engelsche kansels staan en omgekeerd.
Ds. G. KOENEKOOP
Naar wij vernemen is Ds. G. Koenekoop, predi
kant der Geref Kerk van 's-Gravemoer, al enkele
dagen ernstig ongesteld. De toestand van den pre
dikant, die lijdende is aan griep, was Maandag
zelfs hoogst kritiek Vandaag meende men evenwel
wear eenige hoop op hers-el te mogen hebben.
NED. HERV. KERK TE DENEKAMP
De Ned. Herv. Kerk te Denekamp herdenkt dit
jaar haar 300-jarig bestaan. De kerkvoogdij heeft
besloten ter gedegenheid vao du feit over te gaan
tot de zeer nood.ge restauratie van het kerkge
bouw. Voor dit doel is een collecte gehouden coder
de gemeenteleden en is een leenng gevraagd uit
de synodale fondsen. Verder zal door verschillen
de middeien getracht worden het benoodigde geld
bijeen te brengen.
COMITÉ PROF. Dr. KARL BARTH
Namens het comité ter bevordering van de
komst 'van prof. dr Karl Bar.h naar ons land deelt
dr. M S, S.otemaker de Bruine te Utrecht ons
mee, dat het comité op zijn oproep van vele en
zeer verschillende zijden sympa hie en steun heeft
ontvangen. Een belangrijk bedrag werd jaarlijks
toegezegd. Het Com.té dankt langs dezen weg allen
die deze zaak hebben willen steunen met hun toe
zegging. Sedert dien is echter komen vast te staan,
dat e enerzijds van een benoeming van prof. Bardi
door een offficiecle kerkelijke instantie hier te
lande geen sprake zal zijn en dat anderzijds prof.
Barth bij vertrek uit Duitschland aan een werk
kring in Zwitserland de voorkeur zou geven Daar
mee acht het com.té zijn werkzaamheid beëindigd.
REI.IQUIEEN EN HUN WAARDE
Gedurende den vastentijd zijn in de Notrc
Dame te Parijs iederen Vrijdag gedurende
anderhalf uur voor de geloovigen te bezich
tigen de doornenkroon, een groot stuk van
hel kruis en een spijker, die bij tie kruisi
ging gebruikt is. De R.K. geestelijkheid
staat voor de echtheid van deze reliquieën,
die aj zes eeuwen in het bezit van liet aarts
bisdom Paiijs zijn, in.
Maar Oatvijn heeft in zijn „Traetaat der
reliquieën" niet de stukken aangetoond dat
die echtheid maar zouzoo is. Bijvoorbeeld,
wat de restanten'van het kruis bcireft, heeft
liij de volgende bewijzen aangevoerd: „Er is
zoo'n kleine plaats niet, of zij heeft Cr (n.l.
van het kruis) wat van. niet alleen in de
kathedralen, maar ook in parochiekerken.
Eveiizoo Ls er zoo n onbeduidende abdij niet,
oi im li Iaat u er wat van zien. En in som
mige steden zijn. vrij groote stukken, zooals
In de Heilige Kapel te Parijs, te Poitiers en
tc P.onie; in deze stad is een kruis, zoo grobt
als men liet voor Jezus Christus gemaakt
lieeft. Kortom, wanneer men zou willen
bijeenbrengen alios, wat van Zijn kruis ge
vonden is, zou er een groot schip mee te
vullen zijn. Het Evangelie leert ons, dat het
kruis dooi eén man gedragen kon worden
(Mare. 15:21). Wat voor dwaasheid is het
dan toch geweest, om de wereld tc voorzien
van zooveel stukjes kruishout, dat dnt
honderd mannen ze nog niet zouden kunnen
Wat de doornenkroon betreft, moot mm
wel denken, schrijft Calvijn, ...lat do door
nen weer opnieuw zijn geplant om ten
tweeden male op te groeien, anders begrijp
ik niet. hoe zij zóó in aantal zijn toegeno
men. Men vindt in de Heilige Kapel te
Parijs een dorde gedeelte; te Rome zijn er
dri: in de Kerk van het Heilige Kruis; ook
in de kerk St. Eustatius te Rorne zijn er; te
Sienna zijn er, ik weet niet hoeveel; te
Vicence ee.n, te Bourges vijf, te Besan^on in
de kerk van den H. Johannes drie; te Mont-
Royal drie, te San Salvador in Spanje, ik
weet niet hoeveel; te Saint Jacques in Cali
che twee; te Albi, drie; te Toulouze, Mécon,
Charroux, Clérq, Saint Flour, St. Maximini,
in de abdij val la Salla. in de parocniekerk
van den H. Martines te Noyon, alle één. In
dien men een nauwkeurig onderzoek zou
kunnen instellen, zou men er nog meer dan
vier maal zooveel kunnen opsommen. On
afwijsbaar is het bedrog hier werkzaam
geweest."
Met zulke gegevens voor oogen, zal het
don bezoejjer van de Notre Dame te Parijs
geraden zijn, eenige reserve in acht te
nemen. Opmerkelijk is ook, dat Pater Borro-
meüs de Greve in zijn lezing voor F. Q. I.
te Kampen gezegd heeft, dat de echtheid
der reliquieën geen g e 1 o o f s p*u n t, doch
een zuiver historische quaestie is.
Maar indien de R.K. clerus het zoó ziet, laat
zich daarmee slecht rijmen de devotie,
waarmee de reliquieën te Parijs (evenals in
tal van andere steden) af en toe worden
vereerd en zelfs bedevaarten worden onder
nomen, om ze te kunnen bezien. Om rnaar
te zwijgen van de genezende kracht, welke
er soms aan wordt tosgeschreven. Geen
wonder, dat de R.K. clerus in de 8e eeuw-
al te kampen had met misbruik en reli-
quieënhandel.
val van den Geref. Hongaarschen predikant
Istvan Szabó die verleden jaar tot een
maand gevangenisstraf veroordeeld werd,
omdat hij naar aanleiding van een radio
voordracht op St. Stephanusdag, in welke
voordracht het Hongaarsche volk tot aan
bidding van de reliquie de „heilige rech
terhand" van St. Stephanus werd opgeroe
pen, in een prediking had gezegd, dat deze
aanbidding op afgodendienst, ja op fetisch-
dienst neerkwam.
Deze zaak diende dezer dagen voor het
hof te Debrecen in hooger beroep. Do predi
kant voerde tot zijn verdediging aan, dat
de heilige rechterhand niet een nationale
maar een Roomsch-Katholieke reliquie was,
dat de Roomsrh-Katholieken deze reliquie
tot een voorwerp van aanbidding maakten,
maar dat de Gereformeerden, wier gods
dienst dit verbiedt, zich hiertegen verzetten
moeten. Het hof veroordeelde ds. Szabó ech
ter opnieuw wegens ophitsing tegen een
andere religie dan de zijne tot een maand
gevangenisstraf, maar schortte de uitvoe
ring van deze straf op, gezien het feit, dat
de tenuitvoerlegging voor ds. Szabó's posi
tie als predikant zeer ernstige gevolgen zou
hebben.
„ARBEIDERS IN ZIJN OOGST"
Naar men ons meldt, is de eerste druk
van het geschrift, van Ds. Both over de
Buchtnan-beweging reeds uitverkocht en is
een tweede druk ter perse bij den uitgever
H. J. Paris te Amsterdam. De be
langstelling in dit onderwerp blijkt nog
steeds groot, getuige ook de vele en verschil
lende beschouwingen, welke het in de ker
kelijke pers uitlokt.
ZENDING EN PHILANTHROPE
VASTGELOOPEN
Het Zendingsbureau te Oegstgeest (postrekening
No 6074) vraag ons plaats voor het volgende;
Wat reed's eenigen tijd dreigde te gebeuren,
maar wat wij zes weken geleden nog juist zijn
entkomen. is nu gebeurd: het is met de financie
ring van het zendingswerk vastgeloopen. Dit is het
slot van een proces, dat zich over eenige jaren
heeft uitgestrekt
Het wil zieggen, dat salarissen van Europeesdie
en Ioheemsche zend^ngsarbeiders slechts voor
twee vijfde deel kunnen worden uitbetaald,
dat het met de bijdragen aan gemeenten en scholen,
dat het met de kosten voor reizen en dus voor
het eigenlijke zendingswerk evenzoo is.
Voor het binnenland is er niets.
Aan het einde van deze maand zullen er dus,
als er niet een groote verandering komt, geen
salarissen, maar ook geen ouderdom s-
en weduwenpensioen worden uitbetaald.
In tusschen wordt de toestand steeds ernstiger.
Terwijl er dagelijks f 2500 noodig is, bedragen
de inkomsten reeds weken lang per dag eemge
honderden guldens Er Is in Maart nog niet de
helft ingekomen van het bedrag, dat in 1934 in die
maand inkwam f 51.000 en ook dat waS toen reeds
slechts iets meer dan de helft van het benoodigde
Er is nu slecht f 25.000 onvangen van de f 75.000
Wij deelen deze feiten eenvoudig mee Ieder kan
zelf daaruit lezen, wat er noodig is om het vast
geloopen schip vlot te brengen.
ZENDING IN SURINAME
Aan het artikel „De Zending in Surina
me" (zie ons blad van 25 Maart j.l.) had
den wij gaarne willen toevoegen: „Wie er
meer van weten wil, leze", enz. Maar die
bron wits er niet. Doch zie: één dag na de
verschijning van ons artikel komt van de
pers van het Zeister Zendingsgenootschap
een onderhoudend geschreven boekie
„Vrienden van den Heere Jezus", waarin do
secr. van dat Genootschap, de heer P. M.
Legêne, breeder beschrijft, wat in ons arti
kel uiteraard slechts kroniekmatig kon ver
meld worden. Dit boekje is bovendien voor
zien van teekeningen van Eva Schiztz,
kortom, het is een aangename herinnering
aan het 200-jarig jubileum der Zending van
de Broedergemeente en tegelijk een uitne
mend middel ter oriënteering van een be
langwekkend stuk Zendingsgeschiedenis.
Schoolnieuws.
DOORGEZETTE BEZUINIGING.
De Gemeenteraad van O d ij k had in
Juli de stichting van een bijzondere lagere
school der Ned. Herv. Gemeente goedge
keurd. De Kroon heeft op 28 Februari hei
raadsbesluit vernietigd wegens strijd met
het bezuinigingswetje van 4 Augustus 1933.
Het schoolbestuur had bij zijn aanvrage dp
namen van 42 kinderen overgelegd; noodig
waren volgens het bezuinigingswetje ten
minste 60. Dat de openbare school te Odijk
opgeheven is, achtte de Kroon geen motief
voor een uitzondering op het wetje, daar er
op een afstand van minder dan vijf kilo-
meter lagere scholen (bijzondere) zijn.
Plechtige ure in de Groote
Kerk te Naarden
De inwijding van de
Comenius-Ka pel
Naarden is behalve om andere rede
nen ook bekend door het graf van
Comenius. Deze theoloog-opvoedkundige,
die uit Boheinen was verjaagd en de
laatste vijftien jaar van zijn leven in
Nederland woonde, is in 1670 te Naar
den begraven, in de kerk van de Waal-
sche gemeente. Door allerlei omstandig
heden is dit gebouw, dat later tot kazerne
heeft gediend ,in een toestand geraakt,
welke niet passend is voor een laatste
rustplaats. Dank zij de samenwerking
tusschen Nederlandsche en Tsjecho-Slo-
waaksohe regeeringen en de medewer
king van de bewonderaars van Come
nius in beide landen is thans het gebouw
in den toestand hersteld, welke ten tijde
van het overlijden van Comenius heeft
bestaan.
De restauratie was opgedragen aan prof.
ir. dr. Slothouwer .architect te Amsterdam
en de plechtige inwijding heeft vandaag
plaats gehad ten overstaan van talrijke
personen, die in eenigerlei betrekking staan
tot Tsjecho-Slowakije en Comenius. Om half
drie stroomde de Groote kerk vol van ge-
noodigden ,van wie wij in de eerste plaats
noemen den Minister van Onderwijs, Mr.
H. P. Marchant, den Minister van Defen
sie, mr. L. H. Deckers, die bij de overdracht
van het militaire gebouw krachtig heeft
medegewerkt
De Minister van Buitenlandsche Zaken
der Tsjecho-Slowaaksche Republiek, dr. Ed.
Benesj, heeft in een uitvoerig sympathiek
telegram van zijn verhindering mededee-
ling gedaan, evenals de onder-minister van
Buitenlandsche Zaken, de president van de
kamer van afgevaardigden, de burgemees
ter van Praag en Bratislava. Van de hooge
autoriteiten, die van hun belangstelling
blijk gaven door aanwezigheid, noemen wij
de commandant van het veldleger Jhr W.
Róell, de garnizoenscommandant van Naar
den ridder J. H. van Rappard, de eerstaan
wezend ingenieur van de genie te Amers
foort. H. li van Rooven, de voorzitter \an
Stad en Lande van Gooiland, de heer E.
Luden, de burgemeesters \an Hilversum eu
Bussum, prof. ir J. A. G. van der Steur en
dr J. Kalff van Rijksmonumentenzorg, het
voltallige bestuur van het genootschap Ne
derlandTsjecho-Slowakije én bestuur en
leden van de Comeniusvereenigingen te
Amsterdam en Naarden.
Na orgelspel sprak achtereenvolgens in
het Fransch, Duitsch en Nederlandsch bur
gemeester J. H. Boddens Hosang een
woord van welkom, waarna minister Mar
chant zijn rede hield, waarin hij er o.m. op
wees, dat deze groote patriot van de Tsje
chen een blijvende invloed onder zijn volk
uitoefent, wat hieruit blijkt, dat president
Masaryk getuigt, dat hij tijdens zijn om
zwervingen gedurende de wereldoorlog, in
Komensky's werk „Ksaft" een dagelij'ksche
verkwikking vond.
Na een overzicht te hebben gegeven van
leven en werken van deze groote Tsjech be
sloot de minister aldus:
„De Nederlandsche regeering verheugt er
zich in, dat deze groote historische figuur
van het edele Tsjechische volk in haar land
een veilige toevlucht heeft kunnen vinden in
benarde lijden. Op deze plek van het be
vriende volk vond hij zijn rustplaats. Deze
is thans de groote doode waardig. De regee
ring ziet hierin met blijdschap de vriend
schapsbanden tusschen heide volken door dit
uitwendig teeken versterkt en onverbrekelijk
vastgesnoerd."
Onmiddellijk na de rede van minister
Marchant zette het orgel het Tsjechische
volkslied in, waarna het groote gezelschap
zich naar buiten begaf en naar de kapel
wandelde. Hier heeft dr I. Kr no in het
Tsjechisch nog een korte toespraak gehou
den en prof. Slothouwer een uiteen
zetting van het bouwwerk gegeven.
Men vereenigde zich daarna op een tea ii
het oude Raadhuis.
De mythe der 20ste eeuw
Rede van Prof. Vollenhoven
In gebouw „Industrie" te Amsterdam werd
gister de „sociale dag" gehouden van het
studentèneorps aan de Vrije Universiteit.
De rector, de heer E. Diemer, zette in
zijn openingswoord uiteen, dat het dit jaar
bij het kiezen van onderwerpen voor den
socialen dag juister werd geacht, om zich
niet uitsluitend tot het maatschappelijk ter
rein te beperken, omdat hetgeen thans op het
terrein der politiek, beter wellicht in het
algemeen het terrein der wereldbeschouwin
gen, verkondigd wordt, niet minder onze
aandacht vraagt Spr. denkt hier o.a. aan
hetgeen geleerd wordt door den theoreticus
van het nationaal-socialisme, Alfr. Rosen
berg. Over diens meest bekende boek zal
Prof. Dr. D. H. Th. Vollenhoven refereeren.
Op het sociaal terrein vragen thans de
van onderscheidene kanten naar voren ge
brachte ordeningsgedachten onze belangstel
ling. I-Iierover zal Mr. G. E. van Walsum in
de middagvergadering spreken. Spr. heette
nog in het bizonder den rector-magnificus
Prof. Dr. J. Wille welkom.
Na door een korte vergelijking met Hit
ler's „Mein Kampf" op de beteekenis van
Rosenberg's boek over het nationaal-socia
lisme gewezen te hebben, zeide spr. te wil
len trachten dit werk historisch te verstaan
en principieel af te wijzen.
In het eerste deel zijner rede ging spr.
't kort de lijnen der geschiedenis in ver
band met deze beweging na. Spr. memo
reerde achtereenvolgens de positie der
Ariërs in verschillende cultuurkringen der
oudheid, de aanvaarding van het ariaan-
sche Christendom door de stammen, die la
ter het Zuiden van Europa binnendrongen,
de katholieke zending in Gallië, de late
kerstening der noordelijke stammen, het op
treden der Noren, den strijd tusschen lands-
kerkgedachte en wereldkerk, de onderwij
zing én van het Chr. geloof èn van het le
ven der Kerk als instituut door de Duitsche
mystiek, de verbinding der luthersche refor
matie met nationale factoren, de gevolgen
der reformatie voor den Duitschen stam, de
isoleering van het Noorden, den strijd orn
de eenheid van 't politieke en niet-politieke
in de cultuur onder Frederik den Grooten,
de idealen van Fichte en Höldering, de over
schatting van den staat tijdens de restaura
tie (Hegel), den strijd van Bismarck tegen
het Centrum, den invloed van mannen als
O.verbeek en dr. Lagarde, de leer van de
innerlijke „Seele" in 't uiterlijke ras, den
invloed van den oorlog en den smadelijkcn
vrede. Tegen dezen achtergrond is het te
verstaan, dat in Duitschland een beweging
ingang kon vinden, die ondanks enkele on
getwijfeld sympathieke trekken, in haar
grondgedachten diametraal tegenover het
Prof. Dr H. D. Th. Vollenhoven
Schriftuurlijk denken staat.
Ter toelichting van laatstgenoemde stel
ling merkte spr. op, dat onze bestrijding
principieel moet zijn. Zoo late men zich
door de overschatting van het staatsleven
niet er toe verleiden met minachting over
deze gave Gods te spreken. Evenmin zoeke
men zijn kracht in de verdediging van een
allerminst schriftuurlijk kosmopolitisme.
Juist wanneer men deze regels in acht
neemt, is men in staat des te duidelijker
het karakter van het nationaal-socialisme
te doorzien en op grond van heel de H.
Schrift zónder meer af te wijzen. Daartoe
vange men aan bij haar opvatting en mis
kenning van God, hemel en aarde, eersten
en tweeden Adam, de antithese, den staat
en van de verhouding tusschen de vèrschil-
lende levensverhanden.
Bij dezen strijd onderschatte men den te
genstander niet: een groot deel van ons
volk is van de H. Schrift vervreemd en nu
tegenover de bloedlooze speculatties, die
geen oog hadden voor de beteekenis van
volks- en staatsleven de groote waarde van
beide steeds meerderen duidelijk wordt, is
groei van deze beweging, ook in ons land,
allerminst uitgesloten. Aan den anderen
kant geve men zich niet over aan het denk
beeld, dat bestrijding weinig zal baten: onze
geschiedenis was reeds zeven eeuwen eeu
totaal andere.
Mits ieder trouw volhardt op zijn post,
aldus besloot spr. zal door Gods gunst
even goed mogelijk zijn thans één Neder
landsche doublure van fbtaal on-nederland-
sche toestanden te voorkomen, als dat in
1918 het geval was.
Van het referaat van Mr. G. E. van Wal
sum over „Ordening en Corporativisme"
gaven we gister reeds ïen overzicht.
Op beide referaten volgde discussie, waar
na de sprekers gelegenheid hadden, som
mige punten nog nader toe te lichten.
In een kort slotwoord sprak de rector den
wensch uit, dat deze dag er toe mocht mee
werken, dat bij de studenten meerdere be
langstelling voor sociale en politieke onder
werpen werd gevonden.
ONDERWIJSBENOEMINGEN
Tot tijdelijk hoofd van de school voor CV.O.
te O u d e m i r d u m is benoemd de heer R.
Reitsraa te Exmorra.
Mej. A. S i d i r i u s, onderwijzeres aan de Bijz.
L, S te Oude Leede-Pljnacker is tegen 1 Juni
benoemd als zoodanig te Katwijk aan Zee (hfd
de heer De Dikken).
Aan de Bijz. L. S. te Oude Lecde-Pijnacker is
als onderwijzer benoemd de heer P. Koetsier,
onderwijzer te Nieuwerkerk a. d. IJseL daarvóór
wachtgelder te Pijnacker.
Tot tijdelijk onderwijzeres aan de Dr Kuyper-
school te Ridderkerk is benoemd mej. J. C. v.
R o s s u m van Rotterdam.
Tot kweeikeling met akte aan de Bijzondere
School a. d. Kerkweg te Ridderkerk is benoemd de
heer T. Verhoeff te Oud-AIblas.
BEGRAFENIS P. C BRANDWIJK
Gistermiddag werd op de algemeene begraaf
plaats te Rijswijk teraardebesteld het stoffelijk
overschot van den heer P. C Brandwijk, in leven
hoofd van de Dr. H. Piersonschool te 's-Graven-
hage.
Vooraf was een rouwdienst gehouden in het
Gebouw voor Chr. Belangen en geleid door Ds.
J. v. d. Wiel, predikant van de Ver. tot beharti
ging der belangen van de Ned. Kerk aldaar. In
dezen dienst stond spr stil bij de vraag: „Hoe
staat gij tegenover den dood?" Zulks naar aan
leiding van Gen. 272b: „Ik weet dea dag mijns
dood niet".
Hierna spraken Ds. N. Bieshaar namens bestuur.
Peli ('n Erdal-productbrengt zonneglans en dennengeur in huis
personeel en leerlingen der school, de heer R.
Bakker namens de kerkelijke vereenigiog. de. heer
J. H. Dolman, voorzitter der Chr. U.L.O.-school
en Dr. van Vcorthuyzen, Rijks Inspecteur van het
Buüengew L. O.
Na den rouwdienst begaf de lange stoet zich
naar het kerkhof aan den Kleiweg. Aan de groeve
heeft Ds. v. d. Wiel nog een gedeelte van Rom. 8
gelezen, waarna hij de plechtigheid beëindigde met
het Onze Vader.
Machinist H. r. d. Z (1,ï
„In een vakblad las ik, dat 40% vao
de spoorwegmachinisten een vroeg*
tijdigen dood sterven tengevolge vao
hartaandoeningen.
Ondanks mijn gevorderden leeftijd,
voel ik me nog krachtig en gezond eo
mijn huisdokter is van meening, dat
ik nog jaren van mijn pensioen kan
genieten. Op zijn advies drink ik reed»
meer dan 10 jaar uitsluitend Koffie
Hag."
Koffie Hag is een keurmelange van de beste
koffiesoorten, veredeld volgens de door nieuwe
octrooien beschermde werkmethode. De toe*
passing van dit verbeterde Hagprocédé laat de
aromatische oliën tot volle ontwikkeling ko»
men. Dat is het geheim van het heerlijke aroma
en den fijnen, pittigen smaak van Koffie Hag,!
(1) Btrmjlaanc
kunt' viï<"
r glim
HOOGER- EN MIDDELBAAR ONDERWIJS*
PERSONEEL
Eischen van benoembaarheid
Namens het hoofdbestuur van de Centraid
Ned. Ambtenaarsbond verscheen een rap*
port, betreffende de eischen van benoem.*
baarheid van het niet-doceerend Hooger-j
Middelbaar- en Nijverheidsonderwijsperso-
neel en de vakopleiding van jeugdige per*
son en, bij het Hooger Onderwijs werkzaam.
Het rapport is samengesteld door den
heer M. G. V e r w e ij, en bedoelt een grond*
slag aan te geven, waarop de maatschappe*
Iijke positie van het niet-doceerend perso*
neel onzer hoogere en middelbare onderwijs
instellingen kan worden gegrondvest.
Zoo worden b.v. voor de taak van ama
nuensis, naast vakkennis van den tak
van dienst, enkele diploma's, vaardigheid in
technische vakken, alsmede eenige admini
stratieve kennis en bekendheid met de mo
derne talen aanbevolen.
Op de waarde van een goede vakoplei*
ding voor jeugdig personeel wordt sterk de
nadruk gelegd, waarbij op de beteekenis
van geregeld onderwijs en de instelling van
plaatsingsbureaux wordt gewezen.
Het rapport is verkrijgbaar bij het hoofd
bestuur van den Centralen Ned. Ambte
naarsbond te 's-Gravenhage, Laan Copes
van Cattenburch 10.
FEDERATIE-EXAMENS
De voorjaars-examens voor het loopende jaar
der Federatie-Examens (Mercurius-Diploma) zul
len plaats hébben voor Engelsch. Duitsch en
Zweedsch op Dinsdag 25 Juni. voor Fransch. Ne
derlandsch, Spaansch en Esperanto op Woensdag
26 Juni en voor Boekhouden op Woensdag en
Donderdag 26 en 27 Juni e k Aanmeldingen wor
den ingewacht vóór 1 Juni a.s.
Eet nieuwe Zusterhuis van het ziekenhuis Eudokiaaan de Bergweg te Rotterdam
zal binnenkort in gebmik worden genomen. k
FEUILLETON
EEN VREESELIJK
MISVERSTAND
Dat nog een gelukkige
oplossing vond
Naar het Engelsch
Met deerniswaardige uitdrukking op het
doodshleeke gezichtje stamelde Violet ver
wijtend:
„Je zei, dat je mij lief had, dat je mij
zelfs zoudt blijven lief hebben, al waren
mijn bloedverwanten ook misdadigers?"
Trevanion wierp haar een langen blik
toe, waarop hij zich tot den hertog wendde.
„Het spijt mij ten zeerste, dat ik heb
meegewerkt aan deze onverantwoordelijke
misleiding. Ik zou nooit geloofd hebben,
dat zulk een schijnbaar lieflijk wezen zich
kon hebben schuldig gemaakt aan zulk een
gewetenloos bedrog! Voor zoover ik er
eenig aandeel in mocht hebben, doe ik '■en
beroep op uw vergevensgezindheid. Over
mij zult u zich in geen enkel opzicht meer
tc beklagen hebben. Laat ik hier nog hij-
voegen. dat ik morgen naar Australië ver
trek en denkelijk niet zal terugkeeren."
Hij was op het punt weg te gaan. toen
Violet wankelde en zich aan den vlagge-
stok moest vasthouden, waarna zij zich tot
hem wendde met aandoenlijk-smeekenden
blik.
De hertog" nam echter het woord en ze.':
„Ik moet uw vergiffenis inroepen, zoo
wel uit naam van Lady Violet als uit d<»n
mijne, Mr. Trevanion. Het doet mij .'eed,
dat u zoowel als ik misleid zijt. Wilt u
het mijn dochter vergeven?" Dit laatste
terwijl hij hem de hand toestak.
Maar Trevanion negeerde dio en sprak
stijf en strak de enkele woorden:
„Er is -mijnerzijds geen reden voor ver
giffenis schenken waarna hij zich met
een buiging omwendde en niet eenmaal
meer een blik naar Violet had geworpen.
in het eerst volgde hij het pad door het
•bosch, zóó kalm, of hij voor zijn genoegi-n
een wandeling maakte. Hij wist, dat gedu
rende die. laatste minuten heel zijn geluk
.1 gestort was; dat al zijn toekom st-
droomen wreed verstoord waren. En tech
bleef hij oog houden voor de schoonheden
van de natuur om zich heen: het trillend
zonlicht, dat door het ritselend gebladerte
op het gras en op de lage varenplanten
viel, de eoemende insekten, die van bloem
tot bloem vlogen, om de zoete honing te
vergaren; de boschduiven, die koerden op
de hoogste takken; de koolmeesjes en de
winterkoninkjes, al die vogeltjes, die hij
zoo goed kende.
„In de natuur is het alles rust en vrede"
prevelde hij bitter. „Maar wij menschen
bederven haar schoonheid door onze on
deugden en hartstochtenI"
Plotseling stend hij stil, want hij zag Sir
Pentreath naderen.
„Wat doe je hier zoo vroeg?" riep die
verbaasd. „Wat scheelt er aan. mar'"
vroeg hij verder, toen hij de uitdrukking
zag op het gelaat van zijn vriend
„Vertel mij eens even, wist jij er
van?... Maar neen, neen! Dat kan nieL
Vergeef 't mij. Je hebt mij wel gewaar
schuwd voor die heide vrouwen, dat ee mij
misleidden..."
„Miss Rossiter moet je niet in die be
schuldiging betrekken. Zij is evenzeer ver
ontwaardigd als jij en ik, Trevanion. Luis
ter eens..."
Maar reeds ijlde Hugh hem voorbij' en
liep ademloos voort, tot hij eindelijk neer
zonk op den grasrand, die bosch en veld
scheidde, waai hij zich overgaf aan een
uitbarsting van wanhoop, zóó heftig, dat
heel zijn krachtig lichaam trilde, dat zijn
aderen zwollen, zijn oogen branddein en
dit alles, terwijl de vogels lustig kweelden,
de krekels sjirpten en de bloemen geuruen
zoodat hij tenslotte riep:
„Alles is gelukkig om mij heen; alleen 'k
niet! Het is immers niet bij mij opgeko
men, dat zij onwaar kon zijn!. Welk een
wreede samenloop van omstandigheden
heeft haar naar de hoeve gebracht? Maar
het is beter zóó, dat ik de waarheid weet,
eer ik uitgevaren ben. Nooit zal ik terug
keeren naar het land, waar zij ook ver
blijft! Zoodra ik in het bezit van de erfenis
ben, zal ik er bij Pentreath op aandringen
dat hij mijn huurcontract vernietigt; dan
zal ik mijn ouders laten overkomen en de
rest van mijn leven doorbrengen in eon
land, waar nog geen hertogen en dergelijke
aristocraten zijn!"
Veel kalmer zette hij nu zijn weg voort
Toen hij Moat Hall bereikte, pakte hij daar
zijn bagage bijeen en liet zich naar het
station brengen. lord en Lady Eaton had-
idea gaen opgewekten gast aan hem gehad
maar weinig vermoedden ze ook, in welk
een wanhopende stemming hij hun huis
verliet.
En Violet?... Toen ze hem zag gaan, kon
ze in het eerst haar oogen niet geloocen.
maar toen ze hem later tusschen de hoornen
zag verdwijnen, sprong zij op en zou hem
achterna geijld zijn, als haar vader haar
niet met kracht teruggehouden had.
„Te vergeet jezelve; je hèbt je zeker a' te
veel vergeten", zei hij, diep verontwaardigd.
„Breng geen schande over je moeder en
Jezelve. Voor mij komt het er niet zoozjer
op aan, ofschoon ik voel. dat ik nooit
meer hot hoofd zoo fier omhoog zal kun
nen dragen, als ik dit gedaan heb; dat
verzeker ik je!"
„Waarom niet. Vader? Waarmee zou ik
dan schande over u hebben gebracht?.
Door lief te heben een van de beste man-,
nen, die er ter wereld zijn? Hij voelde nu
eenmaal een antipathie tegen de .grooten
der wereld" en als ik hem had verteld, wie
ik was, dan zou ik hem verloren hebben.
En nu is hij weg! Ik zal hem nooit weer
zien! O, Vader, Vader!... Nu heb ik nie
mand meer dan u!"
In onstuimige droefheid klampte zij zich
aan hem vast en de hertog kon niet andere
dan haar teeder in de armen te sluiten.
Op dit oogenblik kon hij toch niet met
haar praten; daarvoor waren ze beidon
veel te zeer overstuur. Dus geleidde hij
haar naar huis en bracht haar door een zij
ingang naar haar kamer, waar hij haar
aan de zorgen van haar kamenier toever*
trouwde met het nadrukkelijk verzoek. <!at
ee geen melding zou maiken van Violere
„Ze had hoofdpijn na de vermoeienis
van den vorigen dag en had zeker gehoopt
dat een vroege ochtendwandeling hierin
verbetering zou brengen; maar dat heeft
niet zoo mogen zijn. Ik zal het zelf de her
togin meedeel en, opdat zij zich niet noode-
ongerust maakt."
Daarop begaf de hertog zich naar de
bibliotheek en liet Miss Rossiter daar bij
zich roepen.
HOOFDSTUK XX
Miss Rossiter zat aan het ontbijt. De
hertogin gebruikte dien maaltijd, zooals
gewoonlijk, op haar kamer. Lady Devereux
was nog niet beneden en Lord Devereux
onderhield zich met Madge, terwijl kapi
tein St. Maur juist ook had plaats genomen
aan tafel, toen een van de bedienden kwam
vragen, of Miss Rossiter zoo vriendelijk
wilde zijn even bij den hertog in de biblio
theek te kernen.
Madge vneesde al. dat die boodschap
niet veel goeds beduidde. Toen zij het ver
trek binnenging, zag ze den hertog aan
zijn schrijftafel zitten.
„Neem plaats, Madge", begon hij vrien
delijk. ,Jk weet alles en toch zou ik graag
uw lezing van dc 7aak nog eens hooren.
Vertel mij alles n luit, kind, van het he*
gin tot het eind. Ik ben niet boos op mijn
arme Violet, want ik vrees, dat zij het hart
verloren heeft aan een man, die harer
waardig is, maar die toch natuurlijk
nooit
Toen beschreef hij Trevanions houding,
nadat Violet hekend had, waarna Madgc
iicia geheel op de hoogte bracht van haar
beider avonturen in Cornwall^.
De hertog luisterde zwijgend en kon zich
nu Trevanions houding al beter verklaren.
Tegcnoyei Madge liet hij zich voor het
oogenblik niet verder uit over de onmoge
lijkheid van een verhouding tusschen de
jongelui, maar heel vriendelijk vroeg hij:
„Lieve kind, ik wilde je wel verzoeken
of je even een briefje voor mij zoudt wil-,
len geven aan Sir Richard Pentreath. Wij
wouden namelijk samen ontbijten in liet
groote priëel. Maar daar heb ik nu geen
gelegenheid voor. Misschien wil je wel de
honneurs voor mij waarnemen en als hij
dan wil, kan je hem hier bij mij brengen."
Madge voelde niet veel lust in die
opdracht, maar, daar ztj zich immers v.,or
een deel schuldig achtte aan die ongeluk
kige liefdesgeschiedenis van Violet, be
schouwde zij het als haar plicht, den hertog
anderszins zooveel mogelijk ter wille te
zijn.
„Wat zal Sir Richard wel van mij den
ken?" overlegde zij, op weg naar het
priëel. „Ik hoop tenminste niet. dat hij het
in het hoofd haalt, dat de hertog mij deze
opdracht gaf. omdat hij meende, dat mij
die aangenaam zou wezen. In ieder geval
zal ik Sir Richard wel toonen, dat dit niet
•"do is."
Pentreath, die al op en neer drentelde
voor het priëel, was niet weinig verwon
derd, toen hij haar daar rag aankomen.
„Tegen mijn wil werd mij verzocht, u te
ragen, of u meeging naar de bibliotheek"
begon zij. „Hier hebt u een briefje van den
hertog."
Wordt vervolgd)