Comenius herdenking Sociale Dag Studentencorps V.U. GRATIS n pracht wrijfdoek bij PELI -WRIJFWAS DONDERDAG 28 MAART 1935 DERDE BLAD PAG 9 Kerknieuws. GEREF. KERKEN Tweetal: Te Enschedé, W. de Graaf te Ommen en P, G. Kunst te Devemer. PREDKANTENRUIL Ter bevordering van de oecumenische betrek kingen is- een „ruil'ng" van predikanten tusschen Amerika en Engeland, ingesteld. Dezen zomer zal een rij van Amerikaansche predikanten op de Engelsche kansels staan en omgekeerd. Ds. G. KOENEKOOP Naar wij vernemen is Ds. G. Koenekoop, predi kant der Geref Kerk van 's-Gravemoer, al enkele dagen ernstig ongesteld. De toestand van den pre dikant, die lijdende is aan griep, was Maandag zelfs hoogst kritiek Vandaag meende men evenwel wear eenige hoop op hers-el te mogen hebben. NED. HERV. KERK TE DENEKAMP De Ned. Herv. Kerk te Denekamp herdenkt dit jaar haar 300-jarig bestaan. De kerkvoogdij heeft besloten ter gedegenheid vao du feit over te gaan tot de zeer nood.ge restauratie van het kerkge bouw. Voor dit doel is een collecte gehouden coder de gemeenteleden en is een leenng gevraagd uit de synodale fondsen. Verder zal door verschillen de middeien getracht worden het benoodigde geld bijeen te brengen. COMITÉ PROF. Dr. KARL BARTH Namens het comité ter bevordering van de komst 'van prof. dr Karl Bar.h naar ons land deelt dr. M S, S.otemaker de Bruine te Utrecht ons mee, dat het comité op zijn oproep van vele en zeer verschillende zijden sympa hie en steun heeft ontvangen. Een belangrijk bedrag werd jaarlijks toegezegd. Het Com.té dankt langs dezen weg allen die deze zaak hebben willen steunen met hun toe zegging. Sedert dien is echter komen vast te staan, dat e enerzijds van een benoeming van prof. Bardi door een offficiecle kerkelijke instantie hier te lande geen sprake zal zijn en dat anderzijds prof. Barth bij vertrek uit Duitschland aan een werk kring in Zwitserland de voorkeur zou geven Daar mee acht het com.té zijn werkzaamheid beëindigd. REI.IQUIEEN EN HUN WAARDE Gedurende den vastentijd zijn in de Notrc Dame te Parijs iederen Vrijdag gedurende anderhalf uur voor de geloovigen te bezich tigen de doornenkroon, een groot stuk van hel kruis en een spijker, die bij tie kruisi ging gebruikt is. De R.K. geestelijkheid staat voor de echtheid van deze reliquieën, die aj zes eeuwen in het bezit van liet aarts bisdom Paiijs zijn, in. Maar Oatvijn heeft in zijn „Traetaat der reliquieën" niet de stukken aangetoond dat die echtheid maar zouzoo is. Bijvoorbeeld, wat de restanten'van het kruis bcireft, heeft liij de volgende bewijzen aangevoerd: „Er is zoo'n kleine plaats niet, of zij heeft Cr (n.l. van het kruis) wat van. niet alleen in de kathedralen, maar ook in parochiekerken. Eveiizoo Ls er zoo n onbeduidende abdij niet, oi im li Iaat u er wat van zien. En in som mige steden zijn. vrij groote stukken, zooals In de Heilige Kapel te Parijs, te Poitiers en tc P.onie; in deze stad is een kruis, zoo grobt als men liet voor Jezus Christus gemaakt lieeft. Kortom, wanneer men zou willen bijeenbrengen alios, wat van Zijn kruis ge vonden is, zou er een groot schip mee te vullen zijn. Het Evangelie leert ons, dat het kruis dooi eén man gedragen kon worden (Mare. 15:21). Wat voor dwaasheid is het dan toch geweest, om de wereld tc voorzien van zooveel stukjes kruishout, dat dnt honderd mannen ze nog niet zouden kunnen Wat de doornenkroon betreft, moot mm wel denken, schrijft Calvijn, ...lat do door nen weer opnieuw zijn geplant om ten tweeden male op te groeien, anders begrijp ik niet. hoe zij zóó in aantal zijn toegeno men. Men vindt in de Heilige Kapel te Parijs een dorde gedeelte; te Rome zijn er dri: in de Kerk van het Heilige Kruis; ook in de kerk St. Eustatius te Rorne zijn er; te Sienna zijn er, ik weet niet hoeveel; te Vicence ee.n, te Bourges vijf, te Besan^on in de kerk van den H. Johannes drie; te Mont- Royal drie, te San Salvador in Spanje, ik weet niet hoeveel; te Saint Jacques in Cali che twee; te Albi, drie; te Toulouze, Mécon, Charroux, Clérq, Saint Flour, St. Maximini, in de abdij val la Salla. in de parocniekerk van den H. Martines te Noyon, alle één. In dien men een nauwkeurig onderzoek zou kunnen instellen, zou men er nog meer dan vier maal zooveel kunnen opsommen. On afwijsbaar is het bedrog hier werkzaam geweest." Met zulke gegevens voor oogen, zal het don bezoejjer van de Notre Dame te Parijs geraden zijn, eenige reserve in acht te nemen. Opmerkelijk is ook, dat Pater Borro- meüs de Greve in zijn lezing voor F. Q. I. te Kampen gezegd heeft, dat de echtheid der reliquieën geen g e 1 o o f s p*u n t, doch een zuiver historische quaestie is. Maar indien de R.K. clerus het zoó ziet, laat zich daarmee slecht rijmen de devotie, waarmee de reliquieën te Parijs (evenals in tal van andere steden) af en toe worden vereerd en zelfs bedevaarten worden onder nomen, om ze te kunnen bezien. Om rnaar te zwijgen van de genezende kracht, welke er soms aan wordt tosgeschreven. Geen wonder, dat de R.K. clerus in de 8e eeuw- al te kampen had met misbruik en reli- quieënhandel. val van den Geref. Hongaarschen predikant Istvan Szabó die verleden jaar tot een maand gevangenisstraf veroordeeld werd, omdat hij naar aanleiding van een radio voordracht op St. Stephanusdag, in welke voordracht het Hongaarsche volk tot aan bidding van de reliquie de „heilige rech terhand" van St. Stephanus werd opgeroe pen, in een prediking had gezegd, dat deze aanbidding op afgodendienst, ja op fetisch- dienst neerkwam. Deze zaak diende dezer dagen voor het hof te Debrecen in hooger beroep. Do predi kant voerde tot zijn verdediging aan, dat de heilige rechterhand niet een nationale maar een Roomsch-Katholieke reliquie was, dat de Roomsrh-Katholieken deze reliquie tot een voorwerp van aanbidding maakten, maar dat de Gereformeerden, wier gods dienst dit verbiedt, zich hiertegen verzetten moeten. Het hof veroordeelde ds. Szabó ech ter opnieuw wegens ophitsing tegen een andere religie dan de zijne tot een maand gevangenisstraf, maar schortte de uitvoe ring van deze straf op, gezien het feit, dat de tenuitvoerlegging voor ds. Szabó's posi tie als predikant zeer ernstige gevolgen zou hebben. „ARBEIDERS IN ZIJN OOGST" Naar men ons meldt, is de eerste druk van het geschrift, van Ds. Both over de Buchtnan-beweging reeds uitverkocht en is een tweede druk ter perse bij den uitgever H. J. Paris te Amsterdam. De be langstelling in dit onderwerp blijkt nog steeds groot, getuige ook de vele en verschil lende beschouwingen, welke het in de ker kelijke pers uitlokt. ZENDING EN PHILANTHROPE VASTGELOOPEN Het Zendingsbureau te Oegstgeest (postrekening No 6074) vraag ons plaats voor het volgende; Wat reed's eenigen tijd dreigde te gebeuren, maar wat wij zes weken geleden nog juist zijn entkomen. is nu gebeurd: het is met de financie ring van het zendingswerk vastgeloopen. Dit is het slot van een proces, dat zich over eenige jaren heeft uitgestrekt Het wil zieggen, dat salarissen van Europeesdie en Ioheemsche zend^ngsarbeiders slechts voor twee vijfde deel kunnen worden uitbetaald, dat het met de bijdragen aan gemeenten en scholen, dat het met de kosten voor reizen en dus voor het eigenlijke zendingswerk evenzoo is. Voor het binnenland is er niets. Aan het einde van deze maand zullen er dus, als er niet een groote verandering komt, geen salarissen, maar ook geen ouderdom s- en weduwenpensioen worden uitbetaald. In tusschen wordt de toestand steeds ernstiger. Terwijl er dagelijks f 2500 noodig is, bedragen de inkomsten reeds weken lang per dag eemge honderden guldens Er Is in Maart nog niet de helft ingekomen van het bedrag, dat in 1934 in die maand inkwam f 51.000 en ook dat waS toen reeds slechts iets meer dan de helft van het benoodigde Er is nu slecht f 25.000 onvangen van de f 75.000 Wij deelen deze feiten eenvoudig mee Ieder kan zelf daaruit lezen, wat er noodig is om het vast geloopen schip vlot te brengen. ZENDING IN SURINAME Aan het artikel „De Zending in Surina me" (zie ons blad van 25 Maart j.l.) had den wij gaarne willen toevoegen: „Wie er meer van weten wil, leze", enz. Maar die bron wits er niet. Doch zie: één dag na de verschijning van ons artikel komt van de pers van het Zeister Zendingsgenootschap een onderhoudend geschreven boekie „Vrienden van den Heere Jezus", waarin do secr. van dat Genootschap, de heer P. M. Legêne, breeder beschrijft, wat in ons arti kel uiteraard slechts kroniekmatig kon ver meld worden. Dit boekje is bovendien voor zien van teekeningen van Eva Schiztz, kortom, het is een aangename herinnering aan het 200-jarig jubileum der Zending van de Broedergemeente en tegelijk een uitne mend middel ter oriënteering van een be langwekkend stuk Zendingsgeschiedenis. Schoolnieuws. DOORGEZETTE BEZUINIGING. De Gemeenteraad van O d ij k had in Juli de stichting van een bijzondere lagere school der Ned. Herv. Gemeente goedge keurd. De Kroon heeft op 28 Februari hei raadsbesluit vernietigd wegens strijd met het bezuinigingswetje van 4 Augustus 1933. Het schoolbestuur had bij zijn aanvrage dp namen van 42 kinderen overgelegd; noodig waren volgens het bezuinigingswetje ten minste 60. Dat de openbare school te Odijk opgeheven is, achtte de Kroon geen motief voor een uitzondering op het wetje, daar er op een afstand van minder dan vijf kilo- meter lagere scholen (bijzondere) zijn. Plechtige ure in de Groote Kerk te Naarden De inwijding van de Comenius-Ka pel Naarden is behalve om andere rede nen ook bekend door het graf van Comenius. Deze theoloog-opvoedkundige, die uit Boheinen was verjaagd en de laatste vijftien jaar van zijn leven in Nederland woonde, is in 1670 te Naar den begraven, in de kerk van de Waal- sche gemeente. Door allerlei omstandig heden is dit gebouw, dat later tot kazerne heeft gediend ,in een toestand geraakt, welke niet passend is voor een laatste rustplaats. Dank zij de samenwerking tusschen Nederlandsche en Tsjecho-Slo- waaksohe regeeringen en de medewer king van de bewonderaars van Come nius in beide landen is thans het gebouw in den toestand hersteld, welke ten tijde van het overlijden van Comenius heeft bestaan. De restauratie was opgedragen aan prof. ir. dr. Slothouwer .architect te Amsterdam en de plechtige inwijding heeft vandaag plaats gehad ten overstaan van talrijke personen, die in eenigerlei betrekking staan tot Tsjecho-Slowakije en Comenius. Om half drie stroomde de Groote kerk vol van ge- noodigden ,van wie wij in de eerste plaats noemen den Minister van Onderwijs, Mr. H. P. Marchant, den Minister van Defen sie, mr. L. H. Deckers, die bij de overdracht van het militaire gebouw krachtig heeft medegewerkt De Minister van Buitenlandsche Zaken der Tsjecho-Slowaaksche Republiek, dr. Ed. Benesj, heeft in een uitvoerig sympathiek telegram van zijn verhindering mededee- ling gedaan, evenals de onder-minister van Buitenlandsche Zaken, de president van de kamer van afgevaardigden, de burgemees ter van Praag en Bratislava. Van de hooge autoriteiten, die van hun belangstelling blijk gaven door aanwezigheid, noemen wij de commandant van het veldleger Jhr W. Róell, de garnizoenscommandant van Naar den ridder J. H. van Rappard, de eerstaan wezend ingenieur van de genie te Amers foort. H. li van Rooven, de voorzitter \an Stad en Lande van Gooiland, de heer E. Luden, de burgemeesters \an Hilversum eu Bussum, prof. ir J. A. G. van der Steur en dr J. Kalff van Rijksmonumentenzorg, het voltallige bestuur van het genootschap Ne derlandTsjecho-Slowakije én bestuur en leden van de Comeniusvereenigingen te Amsterdam en Naarden. Na orgelspel sprak achtereenvolgens in het Fransch, Duitsch en Nederlandsch bur gemeester J. H. Boddens Hosang een woord van welkom, waarna minister Mar chant zijn rede hield, waarin hij er o.m. op wees, dat deze groote patriot van de Tsje chen een blijvende invloed onder zijn volk uitoefent, wat hieruit blijkt, dat president Masaryk getuigt, dat hij tijdens zijn om zwervingen gedurende de wereldoorlog, in Komensky's werk „Ksaft" een dagelij'ksche verkwikking vond. Na een overzicht te hebben gegeven van leven en werken van deze groote Tsjech be sloot de minister aldus: „De Nederlandsche regeering verheugt er zich in, dat deze groote historische figuur van het edele Tsjechische volk in haar land een veilige toevlucht heeft kunnen vinden in benarde lijden. Op deze plek van het be vriende volk vond hij zijn rustplaats. Deze is thans de groote doode waardig. De regee ring ziet hierin met blijdschap de vriend schapsbanden tusschen heide volken door dit uitwendig teeken versterkt en onverbrekelijk vastgesnoerd." Onmiddellijk na de rede van minister Marchant zette het orgel het Tsjechische volkslied in, waarna het groote gezelschap zich naar buiten begaf en naar de kapel wandelde. Hier heeft dr I. Kr no in het Tsjechisch nog een korte toespraak gehou den en prof. Slothouwer een uiteen zetting van het bouwwerk gegeven. Men vereenigde zich daarna op een tea ii het oude Raadhuis. De mythe der 20ste eeuw Rede van Prof. Vollenhoven In gebouw „Industrie" te Amsterdam werd gister de „sociale dag" gehouden van het studentèneorps aan de Vrije Universiteit. De rector, de heer E. Diemer, zette in zijn openingswoord uiteen, dat het dit jaar bij het kiezen van onderwerpen voor den socialen dag juister werd geacht, om zich niet uitsluitend tot het maatschappelijk ter rein te beperken, omdat hetgeen thans op het terrein der politiek, beter wellicht in het algemeen het terrein der wereldbeschouwin gen, verkondigd wordt, niet minder onze aandacht vraagt Spr. denkt hier o.a. aan hetgeen geleerd wordt door den theoreticus van het nationaal-socialisme, Alfr. Rosen berg. Over diens meest bekende boek zal Prof. Dr. D. H. Th. Vollenhoven refereeren. Op het sociaal terrein vragen thans de van onderscheidene kanten naar voren ge brachte ordeningsgedachten onze belangstel ling. I-Iierover zal Mr. G. E. van Walsum in de middagvergadering spreken. Spr. heette nog in het bizonder den rector-magnificus Prof. Dr. J. Wille welkom. Na door een korte vergelijking met Hit ler's „Mein Kampf" op de beteekenis van Rosenberg's boek over het nationaal-socia lisme gewezen te hebben, zeide spr. te wil len trachten dit werk historisch te verstaan en principieel af te wijzen. In het eerste deel zijner rede ging spr. 't kort de lijnen der geschiedenis in ver band met deze beweging na. Spr. memo reerde achtereenvolgens de positie der Ariërs in verschillende cultuurkringen der oudheid, de aanvaarding van het ariaan- sche Christendom door de stammen, die la ter het Zuiden van Europa binnendrongen, de katholieke zending in Gallië, de late kerstening der noordelijke stammen, het op treden der Noren, den strijd tusschen lands- kerkgedachte en wereldkerk, de onderwij zing én van het Chr. geloof èn van het le ven der Kerk als instituut door de Duitsche mystiek, de verbinding der luthersche refor matie met nationale factoren, de gevolgen der reformatie voor den Duitschen stam, de isoleering van het Noorden, den strijd orn de eenheid van 't politieke en niet-politieke in de cultuur onder Frederik den Grooten, de idealen van Fichte en Höldering, de over schatting van den staat tijdens de restaura tie (Hegel), den strijd van Bismarck tegen het Centrum, den invloed van mannen als O.verbeek en dr. Lagarde, de leer van de innerlijke „Seele" in 't uiterlijke ras, den invloed van den oorlog en den smadelijkcn vrede. Tegen dezen achtergrond is het te verstaan, dat in Duitschland een beweging ingang kon vinden, die ondanks enkele on getwijfeld sympathieke trekken, in haar grondgedachten diametraal tegenover het Prof. Dr H. D. Th. Vollenhoven Schriftuurlijk denken staat. Ter toelichting van laatstgenoemde stel ling merkte spr. op, dat onze bestrijding principieel moet zijn. Zoo late men zich door de overschatting van het staatsleven niet er toe verleiden met minachting over deze gave Gods te spreken. Evenmin zoeke men zijn kracht in de verdediging van een allerminst schriftuurlijk kosmopolitisme. Juist wanneer men deze regels in acht neemt, is men in staat des te duidelijker het karakter van het nationaal-socialisme te doorzien en op grond van heel de H. Schrift zónder meer af te wijzen. Daartoe vange men aan bij haar opvatting en mis kenning van God, hemel en aarde, eersten en tweeden Adam, de antithese, den staat en van de verhouding tusschen de vèrschil- lende levensverhanden. Bij dezen strijd onderschatte men den te genstander niet: een groot deel van ons volk is van de H. Schrift vervreemd en nu tegenover de bloedlooze speculatties, die geen oog hadden voor de beteekenis van volks- en staatsleven de groote waarde van beide steeds meerderen duidelijk wordt, is groei van deze beweging, ook in ons land, allerminst uitgesloten. Aan den anderen kant geve men zich niet over aan het denk beeld, dat bestrijding weinig zal baten: onze geschiedenis was reeds zeven eeuwen eeu totaal andere. Mits ieder trouw volhardt op zijn post, aldus besloot spr. zal door Gods gunst even goed mogelijk zijn thans één Neder landsche doublure van fbtaal on-nederland- sche toestanden te voorkomen, als dat in 1918 het geval was. Van het referaat van Mr. G. E. van Wal sum over „Ordening en Corporativisme" gaven we gister reeds ïen overzicht. Op beide referaten volgde discussie, waar na de sprekers gelegenheid hadden, som mige punten nog nader toe te lichten. In een kort slotwoord sprak de rector den wensch uit, dat deze dag er toe mocht mee werken, dat bij de studenten meerdere be langstelling voor sociale en politieke onder werpen werd gevonden. ONDERWIJSBENOEMINGEN Tot tijdelijk hoofd van de school voor CV.O. te O u d e m i r d u m is benoemd de heer R. Reitsraa te Exmorra. Mej. A. S i d i r i u s, onderwijzeres aan de Bijz. L, S te Oude Leede-Pljnacker is tegen 1 Juni benoemd als zoodanig te Katwijk aan Zee (hfd de heer De Dikken). Aan de Bijz. L. S. te Oude Lecde-Pijnacker is als onderwijzer benoemd de heer P. Koetsier, onderwijzer te Nieuwerkerk a. d. IJseL daarvóór wachtgelder te Pijnacker. Tot tijdelijk onderwijzeres aan de Dr Kuyper- school te Ridderkerk is benoemd mej. J. C. v. R o s s u m van Rotterdam. Tot kweeikeling met akte aan de Bijzondere School a. d. Kerkweg te Ridderkerk is benoemd de heer T. Verhoeff te Oud-AIblas. BEGRAFENIS P. C BRANDWIJK Gistermiddag werd op de algemeene begraaf plaats te Rijswijk teraardebesteld het stoffelijk overschot van den heer P. C Brandwijk, in leven hoofd van de Dr. H. Piersonschool te 's-Graven- hage. Vooraf was een rouwdienst gehouden in het Gebouw voor Chr. Belangen en geleid door Ds. J. v. d. Wiel, predikant van de Ver. tot beharti ging der belangen van de Ned. Kerk aldaar. In dezen dienst stond spr stil bij de vraag: „Hoe staat gij tegenover den dood?" Zulks naar aan leiding van Gen. 272b: „Ik weet dea dag mijns dood niet". Hierna spraken Ds. N. Bieshaar namens bestuur. Peli ('n Erdal-productbrengt zonneglans en dennengeur in huis personeel en leerlingen der school, de heer R. Bakker namens de kerkelijke vereenigiog. de. heer J. H. Dolman, voorzitter der Chr. U.L.O.-school en Dr. van Vcorthuyzen, Rijks Inspecteur van het Buüengew L. O. Na den rouwdienst begaf de lange stoet zich naar het kerkhof aan den Kleiweg. Aan de groeve heeft Ds. v. d. Wiel nog een gedeelte van Rom. 8 gelezen, waarna hij de plechtigheid beëindigde met het Onze Vader. Machinist H. r. d. Z (1,ï „In een vakblad las ik, dat 40% vao de spoorwegmachinisten een vroeg* tijdigen dood sterven tengevolge vao hartaandoeningen. Ondanks mijn gevorderden leeftijd, voel ik me nog krachtig en gezond eo mijn huisdokter is van meening, dat ik nog jaren van mijn pensioen kan genieten. Op zijn advies drink ik reed» meer dan 10 jaar uitsluitend Koffie Hag." Koffie Hag is een keurmelange van de beste koffiesoorten, veredeld volgens de door nieuwe octrooien beschermde werkmethode. De toe* passing van dit verbeterde Hagprocédé laat de aromatische oliën tot volle ontwikkeling ko» men. Dat is het geheim van het heerlijke aroma en den fijnen, pittigen smaak van Koffie Hag,! (1) Btrmjlaanc kunt' viï<" r glim HOOGER- EN MIDDELBAAR ONDERWIJS* PERSONEEL Eischen van benoembaarheid Namens het hoofdbestuur van de Centraid Ned. Ambtenaarsbond verscheen een rap* port, betreffende de eischen van benoem.* baarheid van het niet-doceerend Hooger-j Middelbaar- en Nijverheidsonderwijsperso- neel en de vakopleiding van jeugdige per* son en, bij het Hooger Onderwijs werkzaam. Het rapport is samengesteld door den heer M. G. V e r w e ij, en bedoelt een grond* slag aan te geven, waarop de maatschappe* Iijke positie van het niet-doceerend perso* neel onzer hoogere en middelbare onderwijs instellingen kan worden gegrondvest. Zoo worden b.v. voor de taak van ama nuensis, naast vakkennis van den tak van dienst, enkele diploma's, vaardigheid in technische vakken, alsmede eenige admini stratieve kennis en bekendheid met de mo derne talen aanbevolen. Op de waarde van een goede vakoplei* ding voor jeugdig personeel wordt sterk de nadruk gelegd, waarbij op de beteekenis van geregeld onderwijs en de instelling van plaatsingsbureaux wordt gewezen. Het rapport is verkrijgbaar bij het hoofd bestuur van den Centralen Ned. Ambte naarsbond te 's-Gravenhage, Laan Copes van Cattenburch 10. FEDERATIE-EXAMENS De voorjaars-examens voor het loopende jaar der Federatie-Examens (Mercurius-Diploma) zul len plaats hébben voor Engelsch. Duitsch en Zweedsch op Dinsdag 25 Juni. voor Fransch. Ne derlandsch, Spaansch en Esperanto op Woensdag 26 Juni en voor Boekhouden op Woensdag en Donderdag 26 en 27 Juni e k Aanmeldingen wor den ingewacht vóór 1 Juni a.s. Eet nieuwe Zusterhuis van het ziekenhuis Eudokiaaan de Bergweg te Rotterdam zal binnenkort in gebmik worden genomen. k FEUILLETON EEN VREESELIJK MISVERSTAND Dat nog een gelukkige oplossing vond Naar het Engelsch Met deerniswaardige uitdrukking op het doodshleeke gezichtje stamelde Violet ver wijtend: „Je zei, dat je mij lief had, dat je mij zelfs zoudt blijven lief hebben, al waren mijn bloedverwanten ook misdadigers?" Trevanion wierp haar een langen blik toe, waarop hij zich tot den hertog wendde. „Het spijt mij ten zeerste, dat ik heb meegewerkt aan deze onverantwoordelijke misleiding. Ik zou nooit geloofd hebben, dat zulk een schijnbaar lieflijk wezen zich kon hebben schuldig gemaakt aan zulk een gewetenloos bedrog! Voor zoover ik er eenig aandeel in mocht hebben, doe ik '■en beroep op uw vergevensgezindheid. Over mij zult u zich in geen enkel opzicht meer tc beklagen hebben. Laat ik hier nog hij- voegen. dat ik morgen naar Australië ver trek en denkelijk niet zal terugkeeren." Hij was op het punt weg te gaan. toen Violet wankelde en zich aan den vlagge- stok moest vasthouden, waarna zij zich tot hem wendde met aandoenlijk-smeekenden blik. De hertog" nam echter het woord en ze.': „Ik moet uw vergiffenis inroepen, zoo wel uit naam van Lady Violet als uit d<»n mijne, Mr. Trevanion. Het doet mij .'eed, dat u zoowel als ik misleid zijt. Wilt u het mijn dochter vergeven?" Dit laatste terwijl hij hem de hand toestak. Maar Trevanion negeerde dio en sprak stijf en strak de enkele woorden: „Er is -mijnerzijds geen reden voor ver giffenis schenken waarna hij zich met een buiging omwendde en niet eenmaal meer een blik naar Violet had geworpen. in het eerst volgde hij het pad door het •bosch, zóó kalm, of hij voor zijn genoegi-n een wandeling maakte. Hij wist, dat gedu rende die. laatste minuten heel zijn geluk .1 gestort was; dat al zijn toekom st- droomen wreed verstoord waren. En tech bleef hij oog houden voor de schoonheden van de natuur om zich heen: het trillend zonlicht, dat door het ritselend gebladerte op het gras en op de lage varenplanten viel, de eoemende insekten, die van bloem tot bloem vlogen, om de zoete honing te vergaren; de boschduiven, die koerden op de hoogste takken; de koolmeesjes en de winterkoninkjes, al die vogeltjes, die hij zoo goed kende. „In de natuur is het alles rust en vrede" prevelde hij bitter. „Maar wij menschen bederven haar schoonheid door onze on deugden en hartstochtenI" Plotseling stend hij stil, want hij zag Sir Pentreath naderen. „Wat doe je hier zoo vroeg?" riep die verbaasd. „Wat scheelt er aan. mar'" vroeg hij verder, toen hij de uitdrukking zag op het gelaat van zijn vriend „Vertel mij eens even, wist jij er van?... Maar neen, neen! Dat kan nieL Vergeef 't mij. Je hebt mij wel gewaar schuwd voor die heide vrouwen, dat ee mij misleidden..." „Miss Rossiter moet je niet in die be schuldiging betrekken. Zij is evenzeer ver ontwaardigd als jij en ik, Trevanion. Luis ter eens..." Maar reeds ijlde Hugh hem voorbij' en liep ademloos voort, tot hij eindelijk neer zonk op den grasrand, die bosch en veld scheidde, waai hij zich overgaf aan een uitbarsting van wanhoop, zóó heftig, dat heel zijn krachtig lichaam trilde, dat zijn aderen zwollen, zijn oogen branddein en dit alles, terwijl de vogels lustig kweelden, de krekels sjirpten en de bloemen geuruen zoodat hij tenslotte riep: „Alles is gelukkig om mij heen; alleen 'k niet! Het is immers niet bij mij opgeko men, dat zij onwaar kon zijn!. Welk een wreede samenloop van omstandigheden heeft haar naar de hoeve gebracht? Maar het is beter zóó, dat ik de waarheid weet, eer ik uitgevaren ben. Nooit zal ik terug keeren naar het land, waar zij ook ver blijft! Zoodra ik in het bezit van de erfenis ben, zal ik er bij Pentreath op aandringen dat hij mijn huurcontract vernietigt; dan zal ik mijn ouders laten overkomen en de rest van mijn leven doorbrengen in eon land, waar nog geen hertogen en dergelijke aristocraten zijn!" Veel kalmer zette hij nu zijn weg voort Toen hij Moat Hall bereikte, pakte hij daar zijn bagage bijeen en liet zich naar het station brengen. lord en Lady Eaton had- idea gaen opgewekten gast aan hem gehad maar weinig vermoedden ze ook, in welk een wanhopende stemming hij hun huis verliet. En Violet?... Toen ze hem zag gaan, kon ze in het eerst haar oogen niet geloocen. maar toen ze hem later tusschen de hoornen zag verdwijnen, sprong zij op en zou hem achterna geijld zijn, als haar vader haar niet met kracht teruggehouden had. „Te vergeet jezelve; je hèbt je zeker a' te veel vergeten", zei hij, diep verontwaardigd. „Breng geen schande over je moeder en Jezelve. Voor mij komt het er niet zoozjer op aan, ofschoon ik voel. dat ik nooit meer hot hoofd zoo fier omhoog zal kun nen dragen, als ik dit gedaan heb; dat verzeker ik je!" „Waarom niet. Vader? Waarmee zou ik dan schande over u hebben gebracht?. Door lief te heben een van de beste man-, nen, die er ter wereld zijn? Hij voelde nu eenmaal een antipathie tegen de .grooten der wereld" en als ik hem had verteld, wie ik was, dan zou ik hem verloren hebben. En nu is hij weg! Ik zal hem nooit weer zien! O, Vader, Vader!... Nu heb ik nie mand meer dan u!" In onstuimige droefheid klampte zij zich aan hem vast en de hertog kon niet andere dan haar teeder in de armen te sluiten. Op dit oogenblik kon hij toch niet met haar praten; daarvoor waren ze beidon veel te zeer overstuur. Dus geleidde hij haar naar huis en bracht haar door een zij ingang naar haar kamer, waar hij haar aan de zorgen van haar kamenier toever* trouwde met het nadrukkelijk verzoek. <!at ee geen melding zou maiken van Violere „Ze had hoofdpijn na de vermoeienis van den vorigen dag en had zeker gehoopt dat een vroege ochtendwandeling hierin verbetering zou brengen; maar dat heeft niet zoo mogen zijn. Ik zal het zelf de her togin meedeel en, opdat zij zich niet noode- ongerust maakt." Daarop begaf de hertog zich naar de bibliotheek en liet Miss Rossiter daar bij zich roepen. HOOFDSTUK XX Miss Rossiter zat aan het ontbijt. De hertogin gebruikte dien maaltijd, zooals gewoonlijk, op haar kamer. Lady Devereux was nog niet beneden en Lord Devereux onderhield zich met Madge, terwijl kapi tein St. Maur juist ook had plaats genomen aan tafel, toen een van de bedienden kwam vragen, of Miss Rossiter zoo vriendelijk wilde zijn even bij den hertog in de biblio theek te kernen. Madge vneesde al. dat die boodschap niet veel goeds beduidde. Toen zij het ver trek binnenging, zag ze den hertog aan zijn schrijftafel zitten. „Neem plaats, Madge", begon hij vrien delijk. ,Jk weet alles en toch zou ik graag uw lezing van dc 7aak nog eens hooren. Vertel mij alles n luit, kind, van het he* gin tot het eind. Ik ben niet boos op mijn arme Violet, want ik vrees, dat zij het hart verloren heeft aan een man, die harer waardig is, maar die toch natuurlijk nooit Toen beschreef hij Trevanions houding, nadat Violet hekend had, waarna Madgc iicia geheel op de hoogte bracht van haar beider avonturen in Cornwall^. De hertog luisterde zwijgend en kon zich nu Trevanions houding al beter verklaren. Tegcnoyei Madge liet hij zich voor het oogenblik niet verder uit over de onmoge lijkheid van een verhouding tusschen de jongelui, maar heel vriendelijk vroeg hij: „Lieve kind, ik wilde je wel verzoeken of je even een briefje voor mij zoudt wil-, len geven aan Sir Richard Pentreath. Wij wouden namelijk samen ontbijten in liet groote priëel. Maar daar heb ik nu geen gelegenheid voor. Misschien wil je wel de honneurs voor mij waarnemen en als hij dan wil, kan je hem hier bij mij brengen." Madge voelde niet veel lust in die opdracht, maar, daar ztj zich immers v.,or een deel schuldig achtte aan die ongeluk kige liefdesgeschiedenis van Violet, be schouwde zij het als haar plicht, den hertog anderszins zooveel mogelijk ter wille te zijn. „Wat zal Sir Richard wel van mij den ken?" overlegde zij, op weg naar het priëel. „Ik hoop tenminste niet. dat hij het in het hoofd haalt, dat de hertog mij deze opdracht gaf. omdat hij meende, dat mij die aangenaam zou wezen. In ieder geval zal ik Sir Richard wel toonen, dat dit niet •"do is." Pentreath, die al op en neer drentelde voor het priëel, was niet weinig verwon derd, toen hij haar daar rag aankomen. „Tegen mijn wil werd mij verzocht, u te ragen, of u meeging naar de bibliotheek" begon zij. „Hier hebt u een briefje van den hertog." Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9