BOTH rd dIOJj Economische Zaken 1935 Marie C. van Zeggelen WOENSDAG 6 MAART 1935 Handelspolitiek en landbouwsteun trie. In he we den v hesprak de ei Vergadering van 5 Maart 1935 Overzicht De Kamer schijnt deze weck de bcgroo- ting van Economische Zaken aan kant te willen maken. Een loffelijk voornemen, dat ons echter te staan komt op een groot aan tal redevoeringen gisteren zes in twee en een half uur die wat al te veel herinne ren ami de klanken, die pas enkele maan den geleden aan de overzijde werden ge hoord, ja zelfs voor een niet onbelangrijk deel een herhaling vormen van wat nog pas bij de aJgemwne beschouwingen in de Eer ste Kamer zelf min of meer uitvoerig is be sproken. Dat is niet de manier. Waarom deze tijdverspilling? Ministers en Kamer- loden ook, willen we aannemen hebben nog iets beters te doen dan zich zelf anderen herhalen. We hoorden weer pleiten voor steun a scheepvaart en industrie, voor een indust bank. vernamen klachten over het Wei fonds en beluisterden den aandrang om een nieuwe Statendam met regeeringssteun te bouwen. Wat moet de minister van Econ. Zaken daarop antwoorden!? Natuurlijk pre cies hetzelfde als dr Colijn drie weken ge leden deed. Bij voorbaat kan <tus gezegd, dat 't debat piet zeer vruchtbaar kan zijn. Dat geldt ook voor de beschouwingen van den heer Blomjous, die de autarkische wen- schen van het industrieele zuiden deed hooren. De heer Gelderman nam daartegen echter al aanstonds een afwerende positie in. Zijn bezwaren tegen contingenteeringcii die. door dc-n heer ter Haar werden gedeeld, waren ook allerminst nieuws. Ze zijn zelfs periodiek in den laatsten tijd. Dat de landbouwsteunpolitiek een rem- menden invloed op het aanpassingsproces uitoefent, is een opmerking, die ooik reed; eerder vernomen is, al is zij ongetwijfeld van belang. Ernstig was ook hetgeen de hoer Droogleèver Fortuyn in het midden bracht omtrent gevaren voor Rotterdams internationale graan- en fruitmarkt. Aan al deze dingen zal de Regeering ongetwijfeld haar aandacht schenken. De heer de Jong. die de zesde spreker van den middag was, stond in dep breede stil bij den nood in de binnenscheepvaart, ge lijk de heer Ter Haar het even voor hem, maar korter, gedaan had. Vandaag volgt de tweede helft der spre kers, daarna de minister. De Lintbebouwing sluit de agenda. Verslag l>e Eerste Kamer is gistermiddag begonni met de behandeling van de begrooting vs De heer DAN'Z (Yd.) betoogde, dat ve .geleken bU den landbouw niet genoeg g daan wordt om Industrie en scheepvaart, c toch belangrijke takken van ons volksbesta zijn, in stahd te houden. Te weinig wordt 1 Werkfonds voor deze doeleinden gebruikt. A de medewerking der 'vakbonden ligt de tra Sang van zaken niet. Meer soepèlheld van zijde der Regeerln; - nieuwd wordei lijk te maken: dat is tevens in hot belang va Behoefte bestaat in dit verband aan een eer trale industriebank. De Regeering verleent dat 'toe te weinig modewerking. Nu voor de indut trie het credlet niet behoorlijk functioneer dient de Regeering s aarborgt goede smaak, prima steeds voordeeliger prijzen HET SP EC IAAL-H UIS Wollen- en Zijden Stollen Dameskleeding ROTTERDAM ARNHEM :eelt Rotterdam was dien tarwe-invo feit. dat ook de beteekenis handel irompelt De beteekenis •rijwel onmogelijk is gewor- jk de bulteniandscfie handel van Rotterdam als graan door de landbouwcri- verdwtfnen, Indien ring wordt opgedaan 1 De heer TI?R HAAR (c.h.) was het ilnister eens, dat Invoer niet beperkt •orden door hooge invoerrechten. Conti Ook de t< vaak grot >ngehoord ziin. als dit schip ln het bui- nd~ zou moeten worden gebouwd. de verbinding met Zuid-Amerika mag t .gierpvorvoer niet verdwijnen. Geschiedde rel. dar. zou dat de ondergang van dezen naler dienst beteekenen. Noodig ziin nieu- ielvarer.de schepen met passagiersaccomo- evenrediffcviirac-htverdeeling behoort oolc lijnvaart te omvatten. heer blomjous (r.k.) wees op den gr-»o- invang der werkloosheid, waar doof op net S deel der bevolking zware lasten worden gelegd. Engeland heeft get: oogè rechten Dit heteekent,5 de zware uitga langer zullen r devaluatie en handelsbeweging te steunen. fekende1 dat optreden een latidel en nijverheid werden oenemende werkloosheid g;- ikomen daalde to 3 jaar met eda gaat deze daling voort. Ldsche concurrentie zooveel mogelijk risiiinaatrsgclen zijn wat in on.retg irbaind uitgegroeid, zoodat ze moeilijk en zijn. rre noodig geweest hooge invoerrechte) t. toen Bngelamds handel.spolitlok ln ge ere banen aing. Het ou'tenlauid neeft v. t willen luisteren naar Colijna waar vrijen handel is bedrogen nitgekom Alle takken vt ..--w-— samenhangend eheel. dat behot markten behouder is de werkloosheid ate gefeger Niet a.lle or prija n i bcnoodigdo airtikelei ?Td de stelling, dat i KUNST EN LETTEREN Koning Leopold van België, die in Engeland een iichte mond-operatie onderging en koningin Astrid op pad nabij (Folkestone. Wetenschap. bah» t huitonlanctecHl® peil Dó heer GELDERMAN (Lib.) wees op bezwa ren van de contdngenteering. Te geringe toewij zingen hebben plaats over te ltorte perioden. Twijfel komt op aan de doeltreffendheid onze. handelsman.trog-êilen. Elke maatregel heeft weer een terugslag elders, die hoogst onaangenaam is De aanpassing is nog steeds niet voldoende Een autarkische politiek brengt ons eo'aler niet verder. Over de conting'entearinigsbeSliss.ingen bestaat groote ontevredenheid bij Industrie en haaid-1. Br is daarbij veel overdrijving, maar dat do con tingen teering verstarrend werkt, mag wel worden aangenomen. Ook is er te weinig diffe- De landbouwsteun ls noodzakelijk, maar moet :ijn er verontrustende verschijnselen. Noodig i mvoudlglng der oriaJsinaatcgeJei tijdelijk verbod van het gebruik van machinej Ook beperking van den iaivoe-r vond ln de' heer De Jong een voorstander. B.v. vam grane: uit die landen, die'veel minder van ons afneme: dan wij van hen, zooala bv. Argentinië. Voor de binDensclilppc-rij laat de evenredig vrachtvèrdeeling nog zeer veel to wensdhen ovè- Er ia geen verbetering im den toestand gekomer De schippers hebben te weinig invloed op d verdceling der vrachten en de handel houdt gee Uit Oost-lndie BANDJIR RICHT SCHADE AAN Door het bandjirren van de rivier Tjise- dane nabij Maoek zijn honderden bouws sawahs ondergeloopen. In een ander deel van het district is de rijstaanplant door hoor ders aangetast. Begrafenis Dr. Murk Jansen Onder overweldigende belangstelling heefl gisterenmiddag op Rhijnhof te Leiden de teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk overschhot van Dr Murk Jansen, in leven directeur der Anna Kliniek en pri vaatdocent aan de Leidsche Universiteit. Toen de stoet met het stoffelijk overschot het woonhuis van den ontslapene aan de Oegstgeesterlaan had verlaten, werd eers langs de Anna-kliniek gereden, waar een krans in de lijkauto werd gelegd. Daarna trok de uit tien volgauto's bestaande stoet naar Rhijnhof. In de auto's hadden behalve de familie en naaste betrekkingen van den ontslapene o.m. plaats genomen Z.Exc. Prof. Mr P. J. M. Aalberse, Minister van Staat, lid van den Raad van Toezicht op de Anna-kliniek Mr L. Lietaert Peerbolte, directeur-generaal van de Volksgezondheid en het geheele be stuur van de Vereeniging voor Misvormden, Prof, Dr W .A. Nolen, Dr H. H. Maas, di recteur van het Acad. Ziekenhuis, Prof. i d. Scheer uit Groningen, de doctoren van de Anna-kliniek enz. Vanaf half twaalf waren de belangstellen den Rhijnhof reecis opgestroomd. Toen het stoffelijk overschot van Dr Murlc Jansen in de groeve was neergelaten, sprak 1 de heer Ir A. G. Bosman, namens de Ver. >or Misvormden. Spr. zeide, dat deze vereeniging een schep- King van Dr Jansen was en de leden van et bestuur werden zijn vrienden. Door den omgang met hem was er een groeiende vriendschap en groote waardeering voor hem ontstaan. Hij was ook een man van hooge levensopvatting, een man ook van groot verstand en bijna niet te toornen werk lust. Van blijvende waarde aan het werken van dr. Jansen, aldus spr., zal blijven de bouw van de Anna-kliniek, waarvan hij de onder nemer was. Hij slaagde, ondanks gebrek aan medewerking ook daar, waar hij deze venvacht had. Het lag voorts in zijn bedoeling aan de kliniek te verbinden een inrichting voor vakopleiding om de misvormden te hel pen zich een eigen bestaan te verwerven. Zoover is het echter niet gekomen. Anderen zullen zijn werk moeten voort zetten, maar zijn heengaan is voor velen een onherstelbaar verlies. Spr. wees er dan op, hoeveel de weduwe van di'. Jansen door zijn heengaan ver liest, doch de groote belangstelling en toe wijding van zijn-vrienden moge zoo niet een troost dan toch een reden tot berusting voor haar zijn. Het bestuur zal het zegenrijke werk van dr. Jansen voortzetten, tot hulp en steun van de lijdende menschheid, aldus besloot spr. zijn toespraak: Namens de Ned. Orthopaedisehe Ver eeniging sprak hierna dr. J. van Assen uit Rotterdam, die er op wees hoeveel de over ledene voor de Vera en voor de gebrekkigen geweest is. Daarna spraken nog prof. v. d. Scheer, uit Groningen, de heer S. Stemerding uit Voorburg en de leer K. Brants, oud-hoofd inspecteur bij het L. O. in de inspectie- Drie harer romans II Het aantal Nederlandsche romans, welke de naam van kunst verdienen en betrekking hebben op Vorsten en Vorstinnen uit het Huis van Oranje Nassau is niet heel groot. Dit mag terecht verwondering wokken. Im mers, dat deze Oranjefiguren geen geschik te persoonlijkheden zouden zijn voor roman held, zal niemand durven beweren. Het leven van een Maurits, een Willem II, een Koning Willem I, een Johan Willem Friso, om er een paar te noemen, zou zeer zeker stof te over kunnen leveren aan een romancier, die deze figuren ten volle in hun leven en streven temidden van hun tijd zou willen uitbeelden. Dat wij slechts een gering aantal histori sche romans over het Oranje Huis bezitten het rijn vooral do Prinsen Willem I en aarop zij betrekking hebben is te betreuren. Vele mensohen immers vinden geschiedenis dor en droog en ongenietbaar Het herinnert hen direct aan een droog 1 eer leesboekje van school en aan do door stane marteling van het jaartailen-leeren roeger. Er is geen beter middel, de antipathie tegen het lezen van geschiedenis af te vven- i dan de lectuur van een waarlijk boeiend bezield historisch verhaal; een verhaal, waarin het verleden tot nieuw en krachtig leven wordt gewekt; waarin niet verteld wordt over gebeurtenissen, maar waarin wij de gebeurtenissen voor ons oog zien af spelen, waarin wij de personen als men schen, als levende menschen ontmoeten, denkende, gevoelende, sprekende, hopende, vreezende, ondergaande of zegevierende- Wie verre reizen doet, kan veel verhalen. Ieder heeft ze wel ontmoet die gelukkige schepsels, die zeeën hebben bevaren en lan den bereisd en interessante gebeurtenissen en historiën konden verhalen van wat zij zelf liehben doorleefd. Zoo'n verhaal boeit, omdat het echt, levenswaar, doorleefd is. Zoo gaat het ook met den schrijver van historische romans. Hij heeft ook een verre reis gedaan; hij heeft van aangericht tot aangezioht gesiaan met de mannen en vrouwen uit het verleden, hij kent hun ge heimen, heeft hun aller leven zelf doorleefd. Dat persoonlijk element, dat zich vereenzel vigen met de beschreven figuren, geeft de hechte ondergrond, de levenswaarheid, het persoonlijk cachet aan het verhaal.. Wanneer Marie van Zeggelen een dossier ontvangt, verband houdende met een rechts zaak, en haar Plaetse aen de Veght zal gaan schrijven, dan gaat zij naai' de Veght en vertoeft daar weken lang in die omgeving, om over zich te voelen komen iets van de sfeer van het verleden. Als zij Maria van Oranje zal gaan schrijven, gaat zij naar Breda, naar Brussel, naar Dillenburg en Diez, niet alleen maar om archiefstudie te maken, maar ook daar in al die plaatsen, haar figuren in haar bizonder milieu t.e zien leven en str Zij dankt in haar Voorwoord de leden der Historische Verein te Dillenburg, die haar in de omgeving dier oude kasteelen hebben rondgeleid „en zoo het verleden levend voor mij maakten!" Een goede historische roman is het beste historisch onderricht voor de groote massa van het publiek. Bet verschijnen van M ar 1 0ran je is een gebeurtenis van beteekenis. omdat deze roman het &1 te kleine aantal Oranje-romans met een voortreffelijke ver tegenwoordiger vermeerdert; omdat deze roman vol licht werpt op een figuur, welke in het geschiedverhaal geheel in de schaduw treedt, omdat deze roman het leven van Maria van Oranje en haar grooten Vader Willem den Zwijger in al rijn heftigheid en grootschheid, maar ook in al zijn offerbe reidheid voor ons oog uitbeeldt en al zoo opnieuw een scherpe indruk geeft grootte van het offer, dat d e Oranjes niet maar alleen de Prins en zijn broedersI maar d e Oranjes aan Nederland hebben gebracht. Maria van Oranje was de dochter v Willem en zijn eerste vrouw, de Gravin van Buren, helaas al te vroeg overleden. Uit dit huwelijk van den Zwijger waren twee kin deren geboren: Maria en haai- broer Philips Willem, die in 1567, gelijk bekend is, te Leuven studeerde en daar, met schending der universitaire privileges, door Alva werd opgelicht en naar Spanje gebracht. Heel veel tater keerde Philips Willem vanuit zijn ge vangenschap terug, bewoonde het kasteel van Oranje in Frankrijk, het paleis te Brus sel en verbleef ook in de baronnie Breda. Vóór Philips Willem werd opgelicht, vóór I stond in ons blad van 4 Maart Oranje naar don Dillenburg uitweek, be zocht Philips Willem Breda, en nam daar afscheid van zijn zuster. Sterk gevoelden deze beiden, kinderen nog, hoe één band en bond, sterk en hecht, de ge meenschappelijke band aan de herinnering hun doode moeder en zij beloofden elkaar, op elkaar te zullen wachten en te gelijkertijd in het huwelijk te zullen treden. Maria volgt haar Vader naar Duitschland houdt jaren lang verblijf bij Grootmoeder Juliana van Stolberg, tot eindelijk de Prins in Nederland teruggekeerd (1572) haal bij zioli wil hebben. Daar treedt zij tenslotte in liet huwelijk met Von Hohén- lolie, nadat zij haar Vader in de moeilijkste jaren van zijn leven (1580, '81, '84) met al de kracht van haar liefdevol hart had ter zijde gestaan. Dat is in het kort de levensgang van Pruisen oudste dochter, die mede haar leven, haar belang, haar geld, haai- hart ge offerd heeft voor Neerlands vrijwording. Is het geen ontroerend gebaar van deze doch- Prins Willem aan Alva de beschik- kiug op te cischen van haar erfgoederen uit de nalatenschap van de Gravin van Buren, haar moeder, om die aan te wenden tot de rijmaking van de vaderlanclsche bodem? Deze roman is een heerlijk gedenkteeken oor de groote figuren uit de Nassaus -he kring, als Juliana van Stolberg, het zorg zame, allesbesturende middelpunt der Dil lenburggem eenschap, Prins Willem en zijn broeders; maar ook voor de gcringeren als Maria van Oranje en haar lunte Juliana. Prachtig heeft de schrijfster de eensgezind heid in offerbereidheid, welke heel Nassaufamilie bezielde, geteekend in Moey Juliana, 's Prinsen zuster, die huwen met den haar onbekenden en haar onver schilligen Koning van Denemarken. Als de Nassau's opgaan naar de bruiloft van Magdalona, Juliana's zuster, dan gaan er veel gedachten door haar hoofd. „O! den bruidegom tegemoet te gaan als Magdalena, met een hart dat liefde klopte, en straks door den man weggeleid te worden, die diezelfde liefde en hoop koesterde! Juliana boog het mooie hoofdje en zag peinzend in het dal. Toen legde een hand zich op haar schouder, het was die van den Prins, zij hoorde de woorden, die hij zocht, alleen voor haar bestemd, zeide: „Nooit, als ge niet wilt, Juliana, nooit!" Zc zag hem plotseling aan, een glans ging over haar gelaat: „Maar ik wil, Willem, vooi voor U!" Maria van Nassau biedt rijke gege vens van historische aard, boeit door zeer beheerschte en voorname verhaaltrant. Er zijn fragmenten in dit boek, we den aen v. aan de beschrijving van de terugkeer an den Prins op de Dillenburg (1567), elke behooren tot de beste, die over deze tijd zijn geschreven. Maria van On de eerste plaats natuurlijk een boek voor ons, Oranjegezinden, maar het ware wel t.e wenschen-, dat het juist zou w< gelezen door hen, die tegenover ons Vor stenhuis koel afwijzend staan! Leiden, neef van den overledene. Hierna dankte eén broer van den over ledene, de heer C. Jansen, voor de groote belangstelling. Gebruikt in Uw soepen HONIG's BOUILLONBLOKJES 6 voor 10 cent RECHTSPOSITIE-CONGRES CHR. KANTOOR- en HANDELSBEDIENDEN De Ned. Vereeniging van Chr. kantoor- èn handelsbedienden houdt haar 40ste alge- meene ledenvergadering op Vrijdag 17 en Zaterdag 18 Mei a.s. te Amsterdam. Zij verbindt daaraan een congres, dat zich zal bezighouden met. de rechtspositie der kantoor- en handelsbedienden. Als inleiders treden op de hoofdbestuursleden F. P. Fuyk- schot en H. J. Vermeulen. RUBRIEK DONDERDAG 7 MAART HUIZEN 301 M- 84)09.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO. 2.00-11.30 NCRV. 8.00-i 9.15 en 10.00 Gram.pl 10.15 Morgendienst olv. Ds. G. Ubbink. 10.45 Gram.pl. 11.30-12.00 Godsd. halfuur. 12.15 Orkestconcert en gram.pl. 2.00 Handwerkcursus. 3.00 Vrouwenhalfuur. 3.30—345 Gram.pl. 4.00 Bijbellezing door Ds. C. J. van Paassen mmv. zang en orgel_ 5.00 Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Concert door het Utrechtsche Piano-kwartet. 643 Causerie A. Stapelkamp. 7.00 Ned. Chr. Persbureau. 7.15 Gram.pl. 7.30 Journ. Weekoverzicht door C, A. Crayë. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Ned. Herv. Gem Zangkoor „Het Lied" en de Chr. Muziek- vereeniging „De Bazuin". Leiding: G. Akker man. Om 9.00 Causerie Ds. C. Koningsber ger en om 10.05 Vaz Dias. 10.30—11.30 Gra- mofooomuziek. HILVERSUM 1875 M. AVRO-uitzending. 8.00 Grara.pl. 9.00 Omroeporkest olv. Nico Treep. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gram.pl. 10.30 Vervolg Omroeporkest 11.00 Knipcursus kinderkleeding. 11.30 Ensemble Lismoode en gram.pl. 1.30 Gram.pl. 2.00 Kamermuziek door het St. Gallen-kwartct. 3.00—3.45 Naaicursus. 4.00 Voor zieken en ouden van dagen. 430 Gram.pl. 4.45 Hoorspel voor de jeugd. 5.30 Om roeporkest olv. N. Treep. 6.30 Sportpraatjc H. Hollander. 7.00 Radio Volkszang olv. P. C. Poortman. 7.30 Engeische Fred Fry. 8.00 Vai Dias. 8.05 Gram.pl. 8.15 Concertgebouw-orkest olv. Prof. Dr. W. Mengelberg mmv. C. Flescli (viool). In de pauze: Pianospel door E. Petri-. 10.30 Disco-nieuws 11.00 Vaz Dias. 11.10 12.00 Maio Marco en zijn Dansorkest. Dr-M'W1CH 1500 M. - 10.35-10.50 Marge - wijding. 11.25 Gram.pl. 11.50 Voor de scholen. 12,10 Het Rutland Square en New Victoria- orkest olv. Austin. 1.20 Grara.pl. 2.25 Voor de scholen. 3.20 Vesper. 4.10 Gram.pl. 5.05 Or gelconcert E. Morgan. 5.35 Sydney Kytc en zijn Band. 6.20 Berichten. 6.50 Hëndcl-coucert. 7,10 Dultsche les. 7.40 Gram.pl. 7.50 Lezing. 8.20 Al en Bob Harvey in bun repertoire. 835 „Ambrose Applejohn's Adventure" van W. Hackett. Muziek van R. Chignell. 9.50 Berich ten. 10.20 Korte Dienst. 10.35 De „New Aeolian Players" mmv. F. Drake (voordracht). 1135— 12.20 Het BBC-Dansorkest olv. Hcnry Hall. KALUNDBORG 1261 M. - 11.20-1.20 Concert uit rest. „Wivex". 2.45—4.05 Concert uit rest. „Ritz". 7.20 Symphonie-concert mmv. orkest en solisten olv Fr. Busch. 9.45—11.50 Dansmu- KEULEN 456 M. - 5.20 Gram.pl. 6.20 Orkes. concert. 11.20 Kamer-orkest olv. Hagestedt 3.20 Concert uit München olv. Kloss. 5-05 Vocaai Trio en solisten. 6.50 Gram.pl. 730 Omroep orkest. -mannenkoor en solisten. 10.0011.20 Omroepkleinorkest olv. Eysoldt. BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.J 12.20 Gram.pl. 12.50 Omroeporkest. 2.00—2.20 Gram.pl. 5.20 Kamermuziek. 7.35 Gram.pl. 8.20 Hoorspel. 9.20 Mahler-ccncert door orkest cn solisten. 10.4011.20 Gram.pl. 484 M.: 12.20 GraiB.pl. 12.50 Salon-orkest. 1.50—2.20 en 5.20 Gram.pl. 6.35 Omroeporkest. 735 Gram.pl. 8.20 Omroeporkest 9.35 Gram.pl. 9.50 Draaiorgelmuziek. 10.05 en 10.30—11.20 Gram.muziek. DEUTSCHEANDSENDER 157! M. 6.50 ..Der Günstling". opera van Rud. Wagncr- Regeny. Dirigent: K. Böhm. 9.05 Actueele ui: zending. 9.20 en 10.05 Berichten. 1030—1150 Dansmuziek olv. Hans Bund. HET VERHAAL VAN MIENT1E EN SAARTJE PEPERNEUT. door G. Th. ROTMAN. 55. Troosteloos liepen we het eilandje rond. Want de zon ging al onder en we wisten niet, hoe we daar vandaan moesten komenTot we opeens, in een kreekje, een prachtige, stevige roeiboot ontdekten. Dat was een uitkomstI Gauw maakten we den ketting los, waarmee hij aan den kant gemeerd lag.... 56. Maar o foei, wat 'n schrikl Daar wer den we opeens van achteren beetgepakt. Het was de eigenaar van de boot, een vis- scher, die daar op het eiland zijn nacht verblijf had opgeslagen .„Mijn boot stalen, hc?" zei hij, terwijl hij ons dreigend aan keek. „Dat zullen we je afleeren! Allo, mee naar de politiel" (Wordt Vrijdag vervolgd.) FEUILLETON EEN VREESELIJK MISVERSTAND Dat nog een gelukkige oplossing vond Naar het Engehch (7 „Ik hoop, dat ik uw vriendin toch niet Verjaagd heb?" vroeg de oude heer vriende lijk aan Violet. „O, neen", verwierp zij dit verre en bood aan. hem voor te gaan naar de zieke, toen Hugh tusschenbeide trad. „Neen, dat zal ik doen," zei hij weer met die uiterst strenge uitdrukking in de oogen. Toen ze hem even later de trap hoorde af komen dacht zij: „Nu of nooit!", stond op, toen hij binnenkwam en was op het punt, iets te zeggen, toen hij haar met een ge biedend gebaar liet zwijgen oplegde en sprak: „Ik verlang ook lot een verstaan met u te "komen. Maar niet hier. Wilt u zoo goed zijn, uw hoed op te zetten en mee in den tuin te gaan?" Ze knikte en volgde hem met fier opge richt hoofdje, maar met neergeslagen oogen. HOOFDSTUK IV Violet voelde zich wel eenigszins verlicht toen ze tenminste buiten in de open lucht was met Trevanion: daar kon Madge gepn controle meer op haar uitoefenen. Maar de gebiedende uitdrukking, die in zijn oogen te lezen stond, was haar wel een bevvijs, dat zij met een krachtigen wil zou te doen hebben. Of zij daar tegenop gewassen „Waar zullen wij heengaan?" vroeg bij ineens, toen rij het tuinhek uittraden. „Ik moet u voor mijzelven hebben, zonder dat wij bang hoeven zijn, gestoord te worden. Het moet tusschen ons tot eenverstaan komen, al zou het dan ook voor den eer sten keer en voor den laatsten keer zijn!" Ofschoon zijn stem heesch klonk van ontroering, draalde hij toch geen oogenblik inet recht op zijn doel af te gaan. „Och, bepaalt u dat maar", antwoordde zij en bleef nog even naar den ouden tuin kijken, die er zoo vredig en zoo betoove rend schoon uitzag met. die hooge flox struiken en de rein-witte lelies op haar lange stengels, in roerloozc stilte als in avondwijding. „We kunnen gaan naar de Boschjes op Pentreath Place. Daar mag ik altijd- vrij kannen. Maar we kunnen ook daar gn ds naar dien heuvel gaan?" vroeg hij, on beschrijfelijk genietend van haar moo' en tegelijk ook zoo lief gezichtje, dat door: schijnend leek als albast in bet zilverwitte licht van den opalen hemel, waaraan juist de avondster was verschenen „Naar dien heuvel met de sparren? Ja, laten wij daar naar toe gaan." „Zooals u wilt. Het geeft eigenlijk wei-, nig, of ons laatste gesprek daar zal plaats hchben of ergens anders." „Ons laatste gesprek?" herhaalde zij. „Ja. Waarschijnlijk zal het dit worried. Toch wilde ik niet van u scheiden, zonder het tegenover u uitgesproken te hebben. Al zou het mij ook mijn halve leven kosten toch moet ik het zeggen. Begrijpt u dat,>..." „U is vanavond zoo vreemd, Mr. Tre vanion", zei ze, met sterke aanvechting, om naar huis te vluchten. „Heeft u zich in eenig opzicht over Madge of over mij te beklagen? Wij hebben toch ons uiterste best gedaan?" Hij lachte en ging voort: „Zoo dadelijk, als wij den top van den heuvel bereikt hebben, zal ik u zeggen, wat ik bedoel. Ivijkj is het hier niet prach tig? En overdag vooral! Dan ben ik hier menigmaal met een boek naar toe gegaan en heb niet gelezen, maar gedroomd... Maar nooit iets, dat deze werkelijkheid is lTüCbij gekomen... Wilt u daar gaan zitten, op die oude boomwortels? Dat is een heer lijk plaatsje." Gedwee zette zij zich neer, liet den;blik weiden over het landschap, verlicht, als het werd door dé--eerste-'stralen van <\e opkomende volle maan. „Wat is het hier prachtig!" prevelde zo bijna eerbiedig. „U zegt dit op zoo droeven toon, of u er spijt, van hebt. dat u hier is", riep nij en wierp zich op het tapijt van denjte- naalden aan haar voeten. „Wees niet bant' voor mij, lieve! Dit is een verheven oogen blik in mijn bestaan. Luister, naar wat ik te zeggen heb." Zij trok de hand terug, die hij had wil len vatten, met verschrikte uitdrukking in de oogen. „Toen u beiden op de hoeve kwam, dacht ik, dat u „groote dames" waai-t, die logeerden op een van de Huizen in den omtrek. Vandaar dat ik u zoo koel ont ving... En, toch, Violet, wil je wel gekxnen dat op datzelfde oogenblik mijn ziel mt- ging naar de jouwe dat ik je toen al lief kreeg?... Wat, wend je je af?" Dit ^eggende, vatte hij haar handen in zoo vasten greep, dat zij een zachten kreet uitte. „Violet, je moet het mij hooren zeggen: Ik heb je lief! Ik heb je lief!" Die zoo vurige verklaring vervulde haer met vreugde en met .wanhoop tegelijk: er was immers een onoverkomelijke scheids muur tusschen hen? Hij een eenvoudige pachter en zij de eenige dochter van een van de eersten in den lande. „O, zeg dat toch niet!" riep zij 'op smee kenden toon. „Er kan nooit iets tusschen ons bestaan. Het is onmogelijk! Ten eencn- rnale een onmogelijkheid!" „Waarom niet?" Want dat zij hem ook lief had, daar was hij van overtuigd. „We kunnen vrienden zijn, zeker", lel >nk het weer troosteloos van haar. „Ik \o^' eerbied en bewondering voor u, Mr. Tre vanion. Maai-, r daar moet het dan ook bij blijven. Kunnen wij geen vrienden zijn?" „Neen", antwoordde hij kortaf en keek haar recht in de- oogen. „Met gevoetens zooals wij die wederkoerig koesteren, zou het dwaasheid zijn. om tot zulk een half heid over te gaan. Violet, waarom zou je niet de mijne worden? Zeg mij de reden." „Mijn vader", stamelde zij. „U-kent .le gevoelens, die u koestert jegens degeron die u .nietsdoeners" noemt, ofschoon heel rijke menschen het juist zeer druk hebben, met hun bezit te beheeren. Vader zou er nooit aan denken, u in zijn familie te willen opnemen. Als ik met zoo 'n vor stel aankwam, zou hij mij voor krankzinnig houden!" „Maar, liefste, luister nu eens: wees toch openhartig tegenover mij en tracht niet je familiezaken voor mij te verbergen. Welke hooge positie in de maatschappij je vader nu ook bekleedt, hij zal toch wel te over tuigen zijn, dat ik ook gestudeerd heb. dus dat ik een ontwikkeld man bon. en boven al, dat ik je lief heb met hart en ziel. met al den gloed en de innigheid van ecu man, die nog nooit voor eenige vrouw een dergelijk gevoelen heeft gekoesterd." „O, Hugh, dat begrijp je zoo niet. Maar toch zal het voor mij niet anders moge'ijk zijn, dan jo van een afstand lief te hebben." „Maar ik wil niet je vriend zijn; ik ver lang je tot de mijne!... Zoo noodig ben ik bereid je familie te tarten. Je bent immers meerderjarig, niet waar? En ie weet toch wei. dat man en vrouw alle andere banlen kunnen opgeven, als ze in oprechte trniw zich tot een huwelijk verbinden. Hoe zou den zij er zich tegen kunnen verzetten, als je mij wilde volgen tot aan het andere eind van de wereld? En ik geloof bast dat ik je hiertoe zou kunnen bewegen." „Ja, dat geloof ik ook. O Hugh, al was ik nooit meer voor ie, die ik nu op ret oogenblik ben. zal ik altijd hetzelfde voor Je blijven voélen: dat ik voor jou bestemd was en dat ik dan ook altijd de jouwe zal blijven!" „Er is geen enkele lieden, waarom je niet de mijne zoudt zijn, nu al!" riep hij leven* dig. „Je opvattingen zijn overdreven en. neem mij niet kwalijk, dat ik het zeg. Violet, maar ongerijmd zelfs. Waa.onv zouden jij en ik nu opgeofferd worden aan jc vaders trots? We zijn op eikaars weg gevoerd op de eigenaardigste wijze en hebben liefde voor elkaar opgevat. Nu is er toch geen redelijk wezen, Behalve dan een, die geheel verblind zou zijn door voor- oordeelen, die kan ontkennen, dat wij het recht hebben, ik zeg niet nu dadelijK. maar in de toekomst, om man en vrjuw* te worden. Dat zie je toch ook wel in, liefste?" Met een zucht antwoordde zij: „O, was ik toch maar iemand anders? Met het. grootste genoegen zou ik van iden titeit willen verwisselen met de eenvoudig ste in den lande!" „Praat er nu niet langer over, maar leg de gelofte af tegenover Hem, die ons bei den geschapen heeft, en met een stukje van de schoone wereld, die Hij ons ge schonken heeft, tot getuige, dat je eens, als de omstandigheden het toelaten, mijne zult zijn." „Ik kan makkelijk beloven, dat ik niemand anders zal trouwen,want dal zou ik nooit kunnen doen, ook al was je er niet meer... Maar om je te beloven, dai. ik jou zou trouwen... Je moet denken: ik zon iedereen tegen mij hebben, mijn vader: en als ik bet torh doordreef en ik trouw de je. dan zon mijn moeder zeker ziek worden, zoo ze. het.al niet besterven'zou..". En. o, dan zou ik toch noe liever zelf willen doodgaan!" (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 8