BOTH
rd
dIOJj
Economische Zaken 1935
Marie C. van Zeggelen
WOENSDAG 6 MAART 1935
Handelspolitiek en
landbouwsteun
trie. In he
we den v
hesprak de ei
Vergadering van 5 Maart 1935
Overzicht
De Kamer schijnt deze weck de bcgroo-
ting van Economische Zaken aan kant te
willen maken. Een loffelijk voornemen, dat
ons echter te staan komt op een groot aan
tal redevoeringen gisteren zes in twee en
een half uur die wat al te veel herinne
ren ami de klanken, die pas enkele maan
den geleden aan de overzijde werden ge
hoord, ja zelfs voor een niet onbelangrijk
deel een herhaling vormen van wat nog pas
bij de aJgemwne beschouwingen in de Eer
ste Kamer zelf min of meer uitvoerig is be
sproken. Dat is niet de manier. Waarom
deze tijdverspilling? Ministers en Kamer-
loden ook, willen we aannemen hebben
nog iets beters te doen dan zich zelf
anderen herhalen.
We hoorden weer pleiten voor steun a
scheepvaart en industrie, voor een indust
bank. vernamen klachten over het Wei
fonds en beluisterden den aandrang om een
nieuwe Statendam met regeeringssteun te
bouwen. Wat moet de minister van Econ.
Zaken daarop antwoorden!? Natuurlijk pre
cies hetzelfde als dr Colijn drie weken ge
leden deed.
Bij voorbaat kan <tus gezegd, dat 't debat
piet zeer vruchtbaar kan zijn.
Dat geldt ook voor de beschouwingen van
den heer Blomjous, die de autarkische wen-
schen van het industrieele zuiden deed
hooren. De heer Gelderman nam daartegen
echter al aanstonds een afwerende positie
in. Zijn bezwaren tegen contingenteeringcii
die. door dc-n heer ter Haar werden gedeeld,
waren ook allerminst nieuws. Ze zijn zelfs
periodiek in den laatsten tijd.
Dat de landbouwsteunpolitiek een rem-
menden invloed op het aanpassingsproces
uitoefent, is een opmerking, die ooik reed;
eerder vernomen is, al is zij ongetwijfeld
van belang. Ernstig was ook hetgeen de
hoer Droogleèver Fortuyn in het midden
bracht omtrent gevaren voor Rotterdams
internationale graan- en fruitmarkt. Aan al
deze dingen zal de Regeering ongetwijfeld
haar aandacht schenken.
De heer de Jong. die de zesde spreker van
den middag was, stond in dep breede stil
bij den nood in de binnenscheepvaart, ge
lijk de heer Ter Haar het even voor hem,
maar korter, gedaan had.
Vandaag volgt de tweede helft der spre
kers, daarna de minister. De Lintbebouwing
sluit de agenda.
Verslag
l>e Eerste Kamer is gistermiddag begonni
met de behandeling van de begrooting vs
De heer DAN'Z (Yd.) betoogde, dat ve
.geleken bU den landbouw niet genoeg g
daan wordt om Industrie en scheepvaart, c
toch belangrijke takken van ons volksbesta
zijn, in stahd te houden. Te weinig wordt 1
Werkfonds voor deze doeleinden gebruikt. A
de medewerking der 'vakbonden ligt de tra
Sang van zaken niet. Meer soepèlheld van
zijde der Regeerln; -
nieuwd wordei
lijk te maken: dat is tevens in hot belang va
Behoefte bestaat in dit verband aan een eer
trale industriebank. De Regeering verleent dat
'toe te weinig modewerking. Nu voor de indut
trie het credlet niet behoorlijk functioneer
dient de Regeering s
aarborgt
goede smaak,
prima
steeds voordeeliger prijzen
HET SP EC IAAL-H UIS
Wollen- en Zijden Stollen
Dameskleeding
ROTTERDAM ARNHEM
:eelt
Rotterdam was
dien tarwe-invo
feit. dat ook de
beteekenis
handel
irompelt
De beteekenis
•rijwel onmogelijk is gewor-
jk de bulteniandscfie handel
van Rotterdam als graan
door de landbouwcri-
verdwtfnen, Indien
ring wordt opgedaan 1
De heer TI?R HAAR (c.h.) was het
ilnister eens, dat Invoer niet beperkt
•orden door hooge invoerrechten. Conti
Ook de t<
vaak grot
>ngehoord ziin. als dit schip ln het bui-
nd~ zou moeten worden gebouwd.
de verbinding met Zuid-Amerika mag t
.gierpvorvoer niet verdwijnen. Geschiedde
rel. dar. zou dat de ondergang van dezen
naler dienst beteekenen. Noodig ziin nieu-
ielvarer.de schepen met passagiersaccomo-
evenrediffcviirac-htverdeeling behoort oolc
lijnvaart te omvatten.
heer blomjous (r.k.) wees op den gr-»o-
invang der werkloosheid, waar doof op net
S deel der bevolking zware lasten worden
gelegd.
Engeland heeft get:
oogè rechten
Dit heteekent,5
de zware uitga
langer zullen
r devaluatie en
handelsbeweging te steunen.
fekende1 dat optreden een
latidel en nijverheid werden
oenemende werkloosheid g;-
ikomen daalde to 3 jaar met
eda gaat deze daling voort.
Ldsche concurrentie zooveel mogelijk
risiiinaatrsgclen zijn wat in on.retg
irbaind uitgegroeid, zoodat ze moeilijk
en zijn.
rre noodig geweest hooge invoerrechte)
t. toen Bngelamds handel.spolitlok ln ge
ere banen aing. Het ou'tenlauid neeft v.
t willen luisteren naar Colijna waar
vrijen handel is bedrogen nitgekom
Alle takken vt ..--w-—
samenhangend
eheel. dat behot
markten behouder
is de werkloosheid ate
gefeger
Niet
a.lle or
prija n
i bcnoodigdo airtikelei
?Td de stelling, dat i
KUNST EN LETTEREN
Koning Leopold van België, die in Engeland
een iichte mond-operatie onderging en
koningin Astrid op pad nabij (Folkestone.
Wetenschap.
bah»
t huitonlanctecHl® peil
Dó heer GELDERMAN (Lib.) wees op bezwa
ren van de contdngenteering. Te geringe toewij
zingen hebben plaats over te ltorte perioden.
Twijfel komt op aan de doeltreffendheid onze.
handelsman.trog-êilen. Elke maatregel heeft weer
een terugslag elders, die hoogst onaangenaam is
De aanpassing is nog steeds niet voldoende
Een autarkische politiek brengt ons eo'aler niet
verder.
Over de conting'entearinigsbeSliss.ingen bestaat
groote ontevredenheid bij Industrie en haaid-1.
Br is daarbij veel overdrijving, maar dat do
con tingen teering verstarrend werkt, mag wel
worden aangenomen. Ook is er te weinig diffe-
De landbouwsteun ls noodzakelijk, maar moet
:ijn er verontrustende verschijnselen. Noodig i
mvoudlglng der oriaJsinaatcgeJei
tijdelijk verbod van het gebruik van machinej
Ook beperking van den iaivoe-r vond ln de'
heer De Jong een voorstander. B.v. vam grane:
uit die landen, die'veel minder van ons afneme:
dan wij van hen, zooala bv. Argentinië.
Voor de binDensclilppc-rij laat de evenredig
vrachtvèrdeeling nog zeer veel to wensdhen ovè-
Er ia geen verbetering im den toestand gekomer
De schippers hebben te weinig invloed op d
verdceling der vrachten en de handel houdt gee
Uit Oost-lndie
BANDJIR RICHT SCHADE AAN
Door het bandjirren van de rivier Tjise-
dane nabij Maoek zijn honderden bouws
sawahs ondergeloopen. In een ander deel van
het district is de rijstaanplant door hoor
ders aangetast.
Begrafenis Dr. Murk Jansen
Onder overweldigende belangstelling heefl
gisterenmiddag op Rhijnhof te Leiden
de teraardebestelling plaats gehad van het
stoffelijk overschhot van Dr Murk Jansen,
in leven directeur der Anna Kliniek en pri
vaatdocent aan de Leidsche Universiteit.
Toen de stoet met het stoffelijk overschot
het woonhuis van den ontslapene aan de
Oegstgeesterlaan had verlaten, werd eers
langs de Anna-kliniek gereden, waar een
krans in de lijkauto werd gelegd. Daarna
trok de uit tien volgauto's bestaande stoet
naar Rhijnhof.
In de auto's hadden behalve de familie
en naaste betrekkingen van den ontslapene
o.m. plaats genomen Z.Exc. Prof. Mr P. J.
M. Aalberse, Minister van Staat, lid van
den Raad van Toezicht op de Anna-kliniek
Mr L. Lietaert Peerbolte, directeur-generaal
van de Volksgezondheid en het geheele be
stuur van de Vereeniging voor Misvormden,
Prof, Dr W .A. Nolen, Dr H. H. Maas, di
recteur van het Acad. Ziekenhuis, Prof. i
d. Scheer uit Groningen, de doctoren van de
Anna-kliniek enz.
Vanaf half twaalf waren de belangstellen
den Rhijnhof reecis opgestroomd.
Toen het stoffelijk overschot van Dr Murlc
Jansen in de groeve was neergelaten, sprak 1
de heer Ir A. G. Bosman, namens de Ver.
>or Misvormden.
Spr. zeide, dat deze vereeniging een schep-
King van Dr Jansen was en de leden van
et bestuur werden zijn vrienden. Door den
omgang met hem was er een groeiende
vriendschap en groote waardeering voor
hem ontstaan. Hij was ook een man van
hooge levensopvatting, een man ook van
groot verstand en bijna niet te toornen werk
lust.
Van blijvende waarde aan het werken van
dr. Jansen, aldus spr., zal blijven de bouw
van de Anna-kliniek, waarvan hij de onder
nemer was. Hij slaagde, ondanks gebrek
aan medewerking ook daar, waar hij deze
venvacht had.
Het lag voorts in zijn bedoeling aan de
kliniek te verbinden een inrichting voor
vakopleiding om de misvormden te hel
pen zich een eigen bestaan te verwerven.
Zoover is het echter niet gekomen.
Anderen zullen zijn werk moeten voort
zetten, maar zijn heengaan is voor velen
een onherstelbaar verlies.
Spr. wees er dan op, hoeveel de weduwe
van di'. Jansen door zijn heengaan ver
liest, doch de groote belangstelling en toe
wijding van zijn-vrienden moge zoo niet
een troost dan toch een reden tot berusting
voor haar zijn.
Het bestuur zal het zegenrijke werk van
dr. Jansen voortzetten, tot hulp en steun
van de lijdende menschheid, aldus besloot
spr. zijn toespraak:
Namens de Ned. Orthopaedisehe Ver
eeniging sprak hierna dr. J. van Assen uit
Rotterdam, die er op wees hoeveel de over
ledene voor de Vera en voor de gebrekkigen
geweest is.
Daarna spraken nog prof. v. d. Scheer,
uit Groningen, de heer S. Stemerding uit
Voorburg en de leer K. Brants, oud-hoofd
inspecteur bij het L. O. in de inspectie-
Drie harer romans
II
Het aantal Nederlandsche romans, welke
de naam van kunst verdienen en betrekking
hebben op Vorsten en Vorstinnen uit het
Huis van Oranje Nassau is niet heel groot.
Dit mag terecht verwondering wokken. Im
mers, dat deze Oranjefiguren geen geschik
te persoonlijkheden zouden zijn voor roman
held, zal niemand durven beweren. Het leven
van een Maurits, een Willem II, een Koning
Willem I, een Johan Willem Friso, om er een
paar te noemen, zou zeer zeker stof te over
kunnen leveren aan een romancier, die deze
figuren ten volle in hun leven en streven
temidden van hun tijd zou willen uitbeelden.
Dat wij slechts een gering aantal histori
sche romans over het Oranje Huis bezitten
het rijn vooral do Prinsen Willem I en
aarop zij betrekking hebben is te
betreuren. Vele mensohen immers vinden
geschiedenis dor en droog en ongenietbaar
Het herinnert hen direct aan een droog 1 eer
leesboekje van school en aan do door
stane marteling van het jaartailen-leeren
roeger.
Er is geen beter middel, de antipathie
tegen het lezen van geschiedenis af te vven-
i dan de lectuur van een waarlijk boeiend
bezield historisch verhaal; een verhaal,
waarin het verleden tot nieuw en krachtig
leven wordt gewekt; waarin niet verteld
wordt over gebeurtenissen, maar waarin
wij de gebeurtenissen voor ons oog zien af
spelen, waarin wij de personen als men
schen, als levende menschen ontmoeten,
denkende, gevoelende, sprekende, hopende,
vreezende, ondergaande of zegevierende-
Wie verre reizen doet, kan veel verhalen.
Ieder heeft ze wel ontmoet die gelukkige
schepsels, die zeeën hebben bevaren en lan
den bereisd en interessante gebeurtenissen
en historiën konden verhalen van wat zij
zelf liehben doorleefd. Zoo'n verhaal boeit,
omdat het echt, levenswaar, doorleefd is.
Zoo gaat het ook met den schrijver van
historische romans. Hij heeft ook een verre
reis gedaan; hij heeft van aangericht tot
aangezioht gesiaan met de mannen en
vrouwen uit het verleden, hij kent hun ge
heimen, heeft hun aller leven zelf doorleefd.
Dat persoonlijk element, dat zich vereenzel
vigen met de beschreven figuren, geeft de
hechte ondergrond, de levenswaarheid, het
persoonlijk cachet aan het verhaal..
Wanneer Marie van Zeggelen een dossier
ontvangt, verband houdende met een rechts
zaak, en haar Plaetse aen de Veght
zal gaan schrijven, dan gaat zij naai' de
Veght en vertoeft daar weken lang in die
omgeving, om over zich te voelen komen
iets van de sfeer van het verleden.
Als zij Maria van Oranje zal gaan
schrijven, gaat zij naar Breda, naar Brussel,
naar Dillenburg en Diez, niet alleen maar
om archiefstudie te maken, maar ook
daar in al die plaatsen, haar figuren in haar
bizonder milieu t.e zien leven en str
Zij dankt in haar Voorwoord de leden
der Historische Verein te Dillenburg, die
haar in de omgeving dier oude kasteelen
hebben rondgeleid „en zoo het verleden
levend voor mij maakten!"
Een goede historische roman is het beste
historisch onderricht voor de groote massa
van het publiek.
Bet verschijnen van M ar 1
0ran je is een gebeurtenis van beteekenis.
omdat deze roman het &1 te kleine aantal
Oranje-romans met een voortreffelijke ver
tegenwoordiger vermeerdert; omdat deze
roman vol licht werpt op een figuur, welke
in het geschiedverhaal geheel in de schaduw
treedt, omdat deze roman het leven van
Maria van Oranje en haar grooten Vader
Willem den Zwijger in al rijn heftigheid en
grootschheid, maar ook in al zijn offerbe
reidheid voor ons oog uitbeeldt en al zoo
opnieuw een scherpe indruk geeft
grootte van het offer, dat d e Oranjes niet
maar alleen de Prins en zijn broedersI
maar d e Oranjes aan Nederland hebben
gebracht.
Maria van Oranje was de dochter v
Willem en zijn eerste vrouw, de Gravin van
Buren, helaas al te vroeg overleden. Uit dit
huwelijk van den Zwijger waren twee kin
deren geboren: Maria en haai- broer Philips
Willem, die in 1567, gelijk bekend is, te
Leuven studeerde en daar, met schending
der universitaire privileges, door Alva werd
opgelicht en naar Spanje gebracht. Heel veel
tater keerde Philips Willem vanuit zijn ge
vangenschap terug, bewoonde het kasteel
van Oranje in Frankrijk, het paleis te Brus
sel en verbleef ook in de baronnie
Breda.
Vóór Philips Willem werd opgelicht, vóór
I stond in ons blad van 4 Maart
Oranje naar don Dillenburg uitweek, be
zocht Philips Willem Breda, en nam daar
afscheid van zijn zuster. Sterk gevoelden
deze beiden, kinderen nog, hoe één band
en bond, sterk en hecht, de ge
meenschappelijke band aan de herinnering
hun doode moeder en zij beloofden
elkaar, op elkaar te zullen wachten en te
gelijkertijd in het huwelijk te zullen treden.
Maria volgt haar Vader naar Duitschland
houdt jaren lang verblijf bij Grootmoeder
Juliana van Stolberg, tot eindelijk de Prins
in Nederland teruggekeerd (1572) haal
bij zioli wil hebben. Daar treedt zij
tenslotte in liet huwelijk met Von Hohén-
lolie, nadat zij haar Vader in de moeilijkste
jaren van zijn leven (1580, '81, '84) met al
de kracht van haar liefdevol hart had ter
zijde gestaan.
Dat is in het kort de levensgang van
Pruisen oudste dochter, die mede haar
leven, haar belang, haar geld, haai- hart ge
offerd heeft voor Neerlands vrijwording. Is
het geen ontroerend gebaar van deze doch-
Prins Willem aan Alva de beschik-
kiug op te cischen van haar erfgoederen uit
de nalatenschap van de Gravin van Buren,
haar moeder, om die aan te wenden tot de
rijmaking van de vaderlanclsche bodem?
Deze roman is een heerlijk gedenkteeken
oor de groote figuren uit de Nassaus -he
kring, als Juliana van Stolberg, het zorg
zame, allesbesturende middelpunt der Dil
lenburggem eenschap, Prins Willem en zijn
broeders; maar ook voor de gcringeren als
Maria van Oranje en haar lunte Juliana.
Prachtig heeft de schrijfster de eensgezind
heid in offerbereidheid, welke heel
Nassaufamilie bezielde, geteekend in Moey
Juliana, 's Prinsen zuster, die huwen
met den haar onbekenden en haar onver
schilligen Koning van Denemarken.
Als de Nassau's opgaan naar de bruiloft
van Magdalona, Juliana's zuster, dan gaan
er veel gedachten door haar hoofd.
„O! den bruidegom tegemoet te gaan
als Magdalena, met een hart dat
liefde klopte, en straks door den man
weggeleid te worden, die diezelfde liefde
en hoop koesterde! Juliana boog het mooie
hoofdje en zag peinzend in het dal. Toen
legde een hand zich op haar schouder, het
was die van den Prins, zij hoorde de
woorden, die hij zocht, alleen voor haar
bestemd, zeide: „Nooit, als ge niet wilt,
Juliana, nooit!" Zc zag hem plotseling
aan, een glans ging over haar gelaat:
„Maar ik wil, Willem, vooi
voor U!"
Maria van Nassau biedt rijke gege
vens van historische aard, boeit door
zeer beheerschte en voorname verhaaltrant.
Er zijn fragmenten in dit boek, we den aen
v. aan de beschrijving van de terugkeer
an den Prins op de Dillenburg (1567),
elke behooren tot de beste, die over deze
tijd zijn geschreven. Maria van On
de eerste plaats natuurlijk een boek
voor ons, Oranjegezinden, maar het ware
wel t.e wenschen-, dat het juist zou w<
gelezen door hen, die tegenover ons Vor
stenhuis koel afwijzend staan!
Leiden, neef van den overledene.
Hierna dankte eén broer van den over
ledene, de heer C. Jansen, voor de groote
belangstelling.
Gebruikt in Uw soepen HONIG's BOUILLONBLOKJES 6 voor 10 cent
RECHTSPOSITIE-CONGRES
CHR. KANTOOR- en HANDELSBEDIENDEN
De Ned. Vereeniging van Chr. kantoor-
èn handelsbedienden houdt haar 40ste alge-
meene ledenvergadering op Vrijdag 17 en
Zaterdag 18 Mei a.s. te Amsterdam.
Zij verbindt daaraan een congres, dat zich
zal bezighouden met. de rechtspositie der
kantoor- en handelsbedienden. Als inleiders
treden op de hoofdbestuursleden F. P. Fuyk-
schot en H. J. Vermeulen.
RUBRIEK
DONDERDAG 7 MAART
HUIZEN 301 M- 84)09.15 KRO. 10.00
NCRV. 11.00 KRO. 2.00-11.30 NCRV. 8.00-i
9.15 en 10.00 Gram.pl 10.15 Morgendienst olv.
Ds. G. Ubbink. 10.45 Gram.pl. 11.30-12.00
Godsd. halfuur. 12.15 Orkestconcert en gram.pl.
2.00 Handwerkcursus. 3.00 Vrouwenhalfuur.
3.30—345 Gram.pl. 4.00 Bijbellezing door Ds.
C. J. van Paassen mmv. zang en orgel_ 5.00
Handenarbeid v. d. jeugd. 5.30 Concert door
het Utrechtsche Piano-kwartet. 643 Causerie
A. Stapelkamp. 7.00 Ned. Chr. Persbureau. 7.15
Gram.pl. 7.30 Journ. Weekoverzicht door C,
A. Crayë. 8.00 Vaz Dias. 8.05 Ned. Herv.
Gem Zangkoor „Het Lied" en de Chr. Muziek-
vereeniging „De Bazuin". Leiding: G. Akker
man. Om 9.00 Causerie Ds. C. Koningsber
ger en om 10.05 Vaz Dias. 10.30—11.30 Gra-
mofooomuziek.
HILVERSUM 1875 M. AVRO-uitzending.
8.00 Grara.pl. 9.00 Omroeporkest olv. Nico
Treep. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gram.pl.
10.30 Vervolg Omroeporkest 11.00 Knipcursus
kinderkleeding. 11.30 Ensemble Lismoode en
gram.pl. 1.30 Gram.pl. 2.00 Kamermuziek door
het St. Gallen-kwartct. 3.00—3.45 Naaicursus.
4.00 Voor zieken en ouden van dagen. 430
Gram.pl. 4.45 Hoorspel voor de jeugd. 5.30 Om
roeporkest olv. N. Treep. 6.30 Sportpraatjc H.
Hollander. 7.00 Radio Volkszang olv. P. C.
Poortman. 7.30 Engeische Fred Fry. 8.00 Vai
Dias. 8.05 Gram.pl. 8.15 Concertgebouw-orkest
olv. Prof. Dr. W. Mengelberg mmv. C. Flescli
(viool). In de pauze: Pianospel door E. Petri-.
10.30 Disco-nieuws 11.00 Vaz Dias. 11.10
12.00 Maio Marco en zijn Dansorkest.
Dr-M'W1CH 1500 M. - 10.35-10.50 Marge -
wijding. 11.25 Gram.pl. 11.50 Voor de scholen.
12,10 Het Rutland Square en New Victoria-
orkest olv. Austin. 1.20 Grara.pl. 2.25 Voor
de scholen. 3.20 Vesper. 4.10 Gram.pl. 5.05 Or
gelconcert E. Morgan. 5.35 Sydney Kytc en
zijn Band. 6.20 Berichten. 6.50 Hëndcl-coucert.
7,10 Dultsche les. 7.40 Gram.pl. 7.50 Lezing.
8.20 Al en Bob Harvey in bun repertoire. 835
„Ambrose Applejohn's Adventure" van W.
Hackett. Muziek van R. Chignell. 9.50 Berich
ten. 10.20 Korte Dienst. 10.35 De „New Aeolian
Players" mmv. F. Drake (voordracht). 1135—
12.20 Het BBC-Dansorkest olv. Hcnry Hall.
KALUNDBORG 1261 M. - 11.20-1.20 Concert
uit rest. „Wivex". 2.45—4.05 Concert uit rest.
„Ritz". 7.20 Symphonie-concert mmv. orkest en
solisten olv Fr. Busch. 9.45—11.50 Dansmu-
KEULEN 456 M. - 5.20 Gram.pl. 6.20 Orkes.
concert. 11.20 Kamer-orkest olv. Hagestedt 3.20
Concert uit München olv. Kloss. 5-05 Vocaai
Trio en solisten. 6.50 Gram.pl. 730 Omroep
orkest. -mannenkoor en solisten. 10.0011.20
Omroepkleinorkest olv. Eysoldt.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.J
12.20 Gram.pl. 12.50 Omroeporkest. 2.00—2.20
Gram.pl. 5.20 Kamermuziek. 7.35 Gram.pl. 8.20
Hoorspel. 9.20 Mahler-ccncert door orkest cn
solisten. 10.4011.20 Gram.pl. 484 M.:
12.20 GraiB.pl. 12.50 Salon-orkest. 1.50—2.20
en 5.20 Gram.pl. 6.35 Omroeporkest. 735
Gram.pl. 8.20 Omroeporkest 9.35 Gram.pl.
9.50 Draaiorgelmuziek. 10.05 en 10.30—11.20
Gram.muziek.
DEUTSCHEANDSENDER 157! M. 6.50
..Der Günstling". opera van Rud. Wagncr-
Regeny. Dirigent: K. Böhm. 9.05 Actueele ui:
zending. 9.20 en 10.05 Berichten. 1030—1150
Dansmuziek olv. Hans Bund.
HET VERHAAL VAN MIENT1E EN SAARTJE PEPERNEUT.
door G. Th. ROTMAN.
55. Troosteloos liepen we het eilandje
rond. Want de zon ging al onder en we
wisten niet, hoe we daar vandaan moesten
komenTot we opeens, in een kreekje,
een prachtige, stevige roeiboot ontdekten.
Dat was een uitkomstI Gauw maakten we
den ketting los, waarmee hij aan den kant
gemeerd lag....
56. Maar o foei, wat 'n schrikl Daar wer
den we opeens van achteren beetgepakt.
Het was de eigenaar van de boot, een vis-
scher, die daar op het eiland zijn nacht
verblijf had opgeslagen .„Mijn boot stalen,
hc?" zei hij, terwijl hij ons dreigend aan
keek. „Dat zullen we je afleeren! Allo, mee
naar de politiel"
(Wordt Vrijdag vervolgd.)
FEUILLETON
EEN VREESELIJK
MISVERSTAND
Dat nog een gelukkige
oplossing vond
Naar het Engehch
(7
„Ik hoop, dat ik uw vriendin toch niet
Verjaagd heb?" vroeg de oude heer vriende
lijk aan Violet.
„O, neen", verwierp zij dit verre en bood
aan. hem voor te gaan naar de zieke, toen
Hugh tusschenbeide trad.
„Neen, dat zal ik doen," zei hij weer
met die uiterst strenge uitdrukking in de
oogen.
Toen ze hem even later de trap hoorde af
komen dacht zij: „Nu of nooit!", stond op,
toen hij binnenkwam en was op het punt,
iets te zeggen, toen hij haar met een ge
biedend gebaar liet zwijgen oplegde en
sprak:
„Ik verlang ook lot een verstaan met u
te "komen. Maar niet hier. Wilt u zoo goed
zijn, uw hoed op te zetten en mee in den
tuin te gaan?"
Ze knikte en volgde hem met fier opge
richt hoofdje, maar met neergeslagen oogen.
HOOFDSTUK IV
Violet voelde zich wel eenigszins verlicht
toen ze tenminste buiten in de open lucht
was met Trevanion: daar kon Madge gepn
controle meer op haar uitoefenen. Maar de
gebiedende uitdrukking, die in zijn oogen
te lezen stond, was haar wel een bevvijs,
dat zij met een krachtigen wil zou te doen
hebben. Of zij daar tegenop gewassen
„Waar zullen wij heengaan?" vroeg bij
ineens, toen rij het tuinhek uittraden. „Ik
moet u voor mijzelven hebben, zonder dat
wij bang hoeven zijn, gestoord te worden.
Het moet tusschen ons tot eenverstaan
komen, al zou het dan ook voor den eer
sten keer en voor den laatsten keer zijn!"
Ofschoon zijn stem heesch klonk van
ontroering, draalde hij toch geen oogenblik
inet recht op zijn doel af te gaan.
„Och, bepaalt u dat maar", antwoordde
zij en bleef nog even naar den ouden tuin
kijken, die er zoo vredig en zoo betoove
rend schoon uitzag met. die hooge flox
struiken en de rein-witte lelies op haar
lange stengels, in roerloozc stilte als in
avondwijding.
„We kunnen gaan naar de Boschjes op
Pentreath Place. Daar mag ik altijd- vrij
kannen. Maar we kunnen ook daar gn ds
naar dien heuvel gaan?" vroeg hij, on
beschrijfelijk genietend van haar moo' en
tegelijk ook zoo lief gezichtje, dat door:
schijnend leek als albast in bet zilverwitte
licht van den opalen hemel, waaraan
juist de avondster was verschenen
„Naar dien heuvel met de sparren? Ja,
laten wij daar naar toe gaan."
„Zooals u wilt. Het geeft eigenlijk wei-,
nig, of ons laatste gesprek daar zal plaats
hchben of ergens anders."
„Ons laatste gesprek?" herhaalde zij.
„Ja. Waarschijnlijk zal het dit worried.
Toch wilde ik niet van u scheiden, zonder
het tegenover u uitgesproken te hebben.
Al zou het mij ook mijn halve leven kosten
toch moet ik het zeggen. Begrijpt u dat,>..."
„U is vanavond zoo vreemd, Mr. Tre
vanion", zei ze, met sterke aanvechting,
om naar huis te vluchten. „Heeft u zich
in eenig opzicht over Madge of over mij
te beklagen? Wij hebben toch ons uiterste
best gedaan?"
Hij lachte en ging voort:
„Zoo dadelijk, als wij den top van den
heuvel bereikt hebben, zal ik u zeggen,
wat ik bedoel. Ivijkj is het hier niet prach
tig? En overdag vooral! Dan ben ik hier
menigmaal met een boek naar toe gegaan
en heb niet gelezen, maar gedroomd...
Maar nooit iets, dat deze werkelijkheid is
lTüCbij gekomen... Wilt u daar gaan zitten,
op die oude boomwortels? Dat is een heer
lijk plaatsje."
Gedwee zette zij zich neer, liet den;blik
weiden over het landschap, verlicht, als
het werd door dé--eerste-'stralen van <\e
opkomende volle maan.
„Wat is het hier prachtig!" prevelde zo
bijna eerbiedig.
„U zegt dit op zoo droeven toon, of u
er spijt, van hebt. dat u hier is", riep nij
en wierp zich op het tapijt van denjte-
naalden aan haar voeten. „Wees niet bant'
voor mij, lieve! Dit is een verheven oogen
blik in mijn bestaan. Luister, naar wat ik
te zeggen heb."
Zij trok de hand terug, die hij had wil
len vatten, met verschrikte uitdrukking in
de oogen.
„Toen u beiden op de hoeve kwam, dacht
ik, dat u „groote dames" waai-t, die
logeerden op een van de Huizen in den
omtrek. Vandaar dat ik u zoo koel ont
ving... En, toch, Violet, wil je wel gekxnen
dat op datzelfde oogenblik mijn ziel mt-
ging naar de jouwe dat ik je toen al
lief kreeg?... Wat, wend je je af?"
Dit ^eggende, vatte hij haar handen in
zoo vasten greep, dat zij een zachten kreet
uitte.
„Violet, je moet het mij hooren zeggen:
Ik heb je lief! Ik heb je lief!"
Die zoo vurige verklaring vervulde haer
met vreugde en met .wanhoop tegelijk: er
was immers een onoverkomelijke scheids
muur tusschen hen? Hij een eenvoudige
pachter en zij de eenige dochter van een
van de eersten in den lande.
„O, zeg dat toch niet!" riep zij 'op smee
kenden toon. „Er kan nooit iets tusschen
ons bestaan. Het is onmogelijk! Ten eencn-
rnale een onmogelijkheid!"
„Waarom niet?" Want dat zij hem
ook lief had, daar was hij van overtuigd.
„We kunnen vrienden zijn, zeker", lel >nk
het weer troosteloos van haar. „Ik \o^'
eerbied en bewondering voor u, Mr. Tre
vanion. Maai-, r daar moet het dan ook
bij blijven. Kunnen wij geen vrienden
zijn?"
„Neen", antwoordde hij kortaf en keek
haar recht in de- oogen. „Met gevoetens
zooals wij die wederkoerig koesteren, zou
het dwaasheid zijn. om tot zulk een half
heid over te gaan. Violet, waarom zou je
niet de mijne worden? Zeg mij de reden."
„Mijn vader", stamelde zij. „U-kent .le
gevoelens, die u koestert jegens degeron
die u .nietsdoeners" noemt, ofschoon
heel rijke menschen het juist zeer druk
hebben, met hun bezit te beheeren. Vader
zou er nooit aan denken, u in zijn familie
te willen opnemen. Als ik met zoo 'n vor
stel aankwam, zou hij mij voor krankzinnig
houden!"
„Maar, liefste, luister nu eens: wees toch
openhartig tegenover mij en tracht niet je
familiezaken voor mij te verbergen. Welke
hooge positie in de maatschappij je vader
nu ook bekleedt, hij zal toch wel te over
tuigen zijn, dat ik ook gestudeerd heb. dus
dat ik een ontwikkeld man bon. en boven
al, dat ik je lief heb met hart en ziel.
met al den gloed en de innigheid van ecu
man, die nog nooit voor eenige vrouw een
dergelijk gevoelen heeft gekoesterd."
„O, Hugh, dat begrijp je zoo niet. Maar
toch zal het voor mij niet anders moge'ijk
zijn, dan jo van een afstand lief te
hebben."
„Maar ik wil niet je vriend zijn; ik ver
lang je tot de mijne!... Zoo noodig ben ik
bereid je familie te tarten. Je bent immers
meerderjarig, niet waar? En ie weet toch
wei. dat man en vrouw alle andere banlen
kunnen opgeven, als ze in oprechte trniw
zich tot een huwelijk verbinden. Hoe zou
den zij er zich tegen kunnen verzetten, als
je mij wilde volgen tot aan het andere
eind van de wereld? En ik geloof bast
dat ik je hiertoe zou kunnen bewegen."
„Ja, dat geloof ik ook. O Hugh, al was
ik nooit meer voor ie, die ik nu op ret
oogenblik ben. zal ik altijd hetzelfde voor
Je blijven voélen: dat ik voor jou bestemd
was en dat ik dan ook altijd de jouwe zal
blijven!"
„Er is geen enkele lieden, waarom je niet
de mijne zoudt zijn, nu al!" riep hij leven*
dig. „Je opvattingen zijn overdreven en.
neem mij niet kwalijk, dat ik het zeg.
Violet, maar ongerijmd zelfs. Waa.onv
zouden jij en ik nu opgeofferd worden aan
jc vaders trots? We zijn op eikaars weg
gevoerd op de eigenaardigste wijze en
hebben liefde voor elkaar opgevat. Nu is
er toch geen redelijk wezen, Behalve dan
een, die geheel verblind zou zijn door voor-
oordeelen, die kan ontkennen, dat wij het
recht hebben, ik zeg niet nu dadelijK.
maar in de toekomst, om man en vrjuw*
te worden. Dat zie je toch ook wel in,
liefste?"
Met een zucht antwoordde zij:
„O, was ik toch maar iemand anders?
Met het. grootste genoegen zou ik van iden
titeit willen verwisselen met de eenvoudig
ste in den lande!"
„Praat er nu niet langer over, maar leg
de gelofte af tegenover Hem, die ons bei
den geschapen heeft, en met een stukje
van de schoone wereld, die Hij ons ge
schonken heeft, tot getuige, dat je eens,
als de omstandigheden het toelaten,
mijne zult zijn."
„Ik kan makkelijk beloven, dat ik
niemand anders zal trouwen,want dal zou
ik nooit kunnen doen, ook al was je er
niet meer... Maar om je te beloven, dai. ik
jou zou trouwen... Je moet denken: ik
zon iedereen tegen mij hebben, mijn vader:
en als ik bet torh doordreef en ik trouw
de je. dan zon mijn moeder zeker ziek
worden, zoo ze. het.al niet besterven'zou..".
En. o, dan zou ik toch noe liever zelf
willen doodgaan!"
(Wordt vervolgd