Ondernemers-overeenkomsten Naar en in Zuid-Afrika DINSDAG 26 FEBRUARI 1935 TWEEDE BLAD PAG. 5 Wat het wetsontwerp inhoudt Wat er mee te bereiken valt De Tweede Kamer staat gereed een wetsontwerp van bijzondere beteeke nis in behandeling te nemen. We be doelen de verbindend en onverbindend verklaring van ondernemersovereen- komsten. Het is een niet eenvoudige en vooral in den laatsten tijd veel besproken materie. De zaak zelf vindt naast warme instemming felle critiek en sterken tegenstand. Dit laatste riiede omdat zij aan de orde komt nu we te midden van abnormale omstan digheden leven en door de bijzondere verhoudingen theorie en practijk zoo licht in onzuiver licht worden ge trokken. Wat beoogt dit wetsontwerp, waarvan de indiening plaats had in het laatst, van Juni des vorigen jaars, toen Dr. Colijn het de partement van Economische Zaken waar- Men neme van dit laatste goede nota, want zeker misbaar in een deel der pers zal men daardoor beter op haar waarde wil men onwaarde kunnen schatten. We doorzien de tactiek van de bladen, waarop wo het oog hebben, zeer wel en betreuren haar, omdat zij niet de beste sfeer schept om nieuwe en moeilijke dingen, die niet mogen worden misbruikt ten koste der volksgemeenschap, in het sociale leven oj> tc nemen. Meer zeggen we er thans nic» van, maar vatten liever kort samen hetgeen in de eerstvolgende dagen de aandacht vau parlement en volk zal bezig houden. I-Iet gaat er om den minister van econo mische zaken bevoegdheid te verleenen tot .verbindend en onverbindendverklaring van vrijwillige samenwerking in handel en nij verheid. Uitgegaan wordt van het bestaande stro ven om door samenwerking op economisch gebied zekere doeleinden te verwezenlijken, wijl ze langs den weg van individueel hai» delen niet of onvoldoende bereikbaar zijn Deze doeleinden zijn van zeer uit- ecnloopende aard en de middelen, welke men aanwendt om ze te berei ken zeer verscheiden. In vele gevallen is het oogmerk bestrijding van mis bruiken in de concurrentiestrijd of het inperken der vrije mededinging. In andere gevallen daarentegen gaat het streven in de richting van parti culiere monopolievorming, waardoor het een gevaar kan opleveren voor de economische vooruitgang en voor het consumentenbelang. Aangezien de nuttige werking ervan licht in een .schadelijke kan overslaan, is hel moeilijk in het algemeen te zeggen of 'het hierbedoelde streven bevorderd dan wel beperkt dient te worden. Slechts m concreto, wanneer bijzon dere omstandigheden van het geval in aanmerking kunnen worden geno men, schijnt deze vraag voor beant woording vatbaar. Vraagstuk actueel geworden. In de tijden van expansie van het be drijfsleven bleven vraag en antwoord op hun beloop. Door het economisch wereld gebeuren is het vraagstuk echter met groo- te kracht op ons aangestormd en de oplos sing, welke de Regeering zich voorstelt er aan te kunnen geven, ligt thans voor ons, uu, naar haar oordeel, de nood der tijden in verschillende bedrijfstakken het meeren- deel der betrokkenen bereid heeft gemaakt tot samenwerking te besluiten. liet tot stand komen van wenschelijke overeenkom sten mag niet langer afstuiten op den on wil van enkelen, die van het nut van sa menwerking niet overtuigd en niet tot het prijsgeven van eenige vrijheid bereid zijn. Bij dè bemoeiingen, welke het Departement van Economische Zaken doorloopend met tal'van bedrijfstakken heeft, kon meer dan eens worden vastgesteld, dat voor een der gelijk afzijdig blijven elke redelijke grond ontbrak, of althans, dat de bezwaren, tegen toetreding ingebracht, niet onoverkomelijk waren. Niet zelden werd van de zijde dor tot samenwerking bereidwilligen op de Re geering een beroep gedaan om het overge bleven verzet te helpen overwinnen. Krachtens de Landbouwcrisiswet beschikt de Regeering reeds over de bevoegdheid om op het door die wet bestreken gebied toe treding tot organisaties ver plichtend te stellen. Daaronder vallpn, behalve land- en tuinbouw en vis scherij, ook enkele landbouwproducten ver werkende industrieën en op den landbouw steunende handel. Op het overige gebied van handel en nijverheid zijn de voorwaar den voor vrijwillige organisatie in het alge meen gunstiger dan in de agrarische bedrijfstakken en kan dan ook met minder verstrekkende bevoegdheid worden vol- Het onderhavige wetsontwerp wil nu de mogelijkheid openen, dat vrijwillig aange gane verplichtingen tot samenwerking tus- schen personen, die een bedrijf uitoefenen in eenigen tak van handel of industrie in den ruimsten zin, onder bepaalde, bij alge- meenen maatregel van bestuur te stellen voorwaarden algemeen verbindend worden verklaard. De Regeering verwacht, dat deze bevoegdheid, waarvan zij zich voor stelt slechts gebruik te maken, wan neer andere deugdelijke middelen fa len, haar in staat zal stellen, aan het streven naar gezonde economische samenwerking de noodige steun en de gewenschte leiding te geven, in dien daartoe in de betrokken bedrijfs- kringen een ernstige wensch bestaat. Het algemeen belang. Uit den aard der zaak is bij deze zaken in slerke mate het consumenten- en het al gemeen belang betrokken. Ook daaraan hoe zou het anders kunnen? \yirdt rui me aandacht geschonken. Er zal zorgvuldig voor worden gewaakt, dat de in het alge meen belang en tot behoud van het Ncder- landsche concurrentievermogen noodige aanpassing niet wordt geschaad, integen deel, waar noodig, wordt bevorderd en dat de belangen der consumenten terdege zul len worden ontzien. Nog in ander opzicht dan hierboven werd geschetst, hebben de omstandigheden, waar onder het Nederlanrïsche bedrijfsleven \jrorkt, belangrijke verandering ondergaan. Met betrekking tot verscheiden artikelen ill. is dè toegang tot de eertijds vrije Ne derlandsche markt thans aan zekere beper king onderworpen. Dit schept voor de bin- nenlandsche producenten voorwaarden, die gunstig zijn voor pogingen tot markt- beheersching ten nadeele der consumenten. Bovendien moet aan de schadelijke wer king van reeds bestaande monopolies thans, in verband met de verminderde koop- Aan de zoo gewenschte gelijkmatige aan passing van de verschillende kosten en prij- aan een lager levensniveau kunnen monopolistische afspraken, met name in beschutte bedrijven, ernstig in den weg staan. Daarom is het van de grootste betee- s, dat de Regeering de bevoegdheid krijgt om dergelijke afspraken te door eken. Een der artikelen van dit wets ontwerp komt hieraan tegemoet. mbbS i i-a 4;. M Onrechtmatige daad. In de uit dien Raad te vormen commis sie, welke zal worden gehoord, zullen mede. een plaats verkrijgen de arbeidersorganisa ties, de bedrijfsraad indien hij bestaat de Nijverheidsraad en de Middenstands- raad. Veelzijdige voorlichting dus. Handelingen, verricht in strijd met een beding of besluit, door den Minister ver bindend verklaard of met een bepaling, door den Minister vastgelegd, vormen een onrechtmatige daad tegenover ieder per soon, die bij de naleving daarvan een rede lijk belang heeft. Handelingen, waarvan de strekking is iemand rechtens of economisch •o beperken in zijn vrijheid om datgene te verrichten, wat naar zijn aard, onder een onverbindend verklaard beding of besluit zou vallen, zijn onrechtmatig tegenover leder persoon, die bij het voortbestaan van heze vrijheid een redelijk belang heeft. Indien de omvang der door de onrecht matige handelingen geleden schade niet kan worden aangetoond, stelt de rechter een bedrag naar billijkheid vast Ook is een strafrechtelijke sanctie in het ontwerp op genomen. Hetgeen nog ter voorbereiding van het inwerkingtreden van deze wet en tot haar nadere uitvoering noodig is, wordt, voor Zoowel de .voorgestelde verbindendverkla- ■ing als de onverbindendverklaring zullen slechts betrekking kunnen hebben op be dingen en besluiten, die betrekking hebben op economische verhoudingen. Voor zaken, waarvan het doel ligt in de sociale verhou dingen van een bedrijfstak, gelden de bepa lingen van dit wetsontwerp, niet Onjuist zou dan ook de opvatting zijn, dat bij deze gelegenheid getreden zou kunnen worden op het terrein van het vraagstuk van de verbindendverklaring van collectieve ar beidsovereenkomsten. We hebben te maken met een ontwerp, dat geheel blijft in de economische sfeer; het sociale is verboden gebied. De minister van economische zaken is d? man. die de bevoegdheid erlangt tot de'ver bindendverklaring. Karteldwang eu syndi- caateischen worden in het wetsontwerp af gewezen. Geen beding of besluit wordt bin dend, tenzij zij voor de economische ver houdingen in den betreffenden bedrijfstak overwegende beteekenis hebben en het al gemeen belang er door wordt gediend. Voor elke bedrijfstak of groep van bedrijfstakken zullen in een algemeenen maatregel van bestuur telkenmale de waarborgen worden astgelegd, waaronder bindendverklaring mogelijk zal zijn- Bedingen en besluiten, die algemeen ver bindend zijn verklaard, zijn verbindend, behalve in de gevallen door den Minister uitgezonderd, voor alle personen ten aan zien van die handelingen, welke naar haar aard onder het beding of besluit zouden vallen of vallen. De Minister kan voor niet aan de nale ving van een verbindendverklaring beding of besluit, gebonden personen, ten aanzien van die handelingen, welke naar haar aar.1 onder het beding of besluit zouden vallen, voor de duur der verbindendverklaring al- wijkende bepalingen vaststellen De verbindendverklaring geschiedt voor een bepaalden tijd en kan ook gedurende dien tijd door den Minister in het algemeen belang worden opgeheven. Het wetsontwerp opent ook, gelijk gezegd, de mogelijkheid tot onverbindendverklaring van bedingen en besluiten. De minister kan, onder voorwaarden, telkens bij alge meenen maatregel van bestuur te stellen, bedingen en besluiten, welke verplichtingen inhouden, wijzigen of doen te niet gaan tusschen personen, die een bedrijf uitoefe nen in eenigen tak van handel of nijver heid in den ruimsten zin, of daarbij betrok ken zijn, onverbindend verklaren, indien deze bedingen of besluiten voor de economische verhoudingen in den betref fenden bedrijfstak van overwegende betee kenis zijn en het algemeen belang onver bindendverklaring vereischt. Aan een verbindendverklaring of onver bindendverklaring kan geen terugwer kende kracht verleend worden. Evenwel zijn overeenkomsten, te kwader trouw aan gegaan, in het vooruitzicht van een verbin dend- of onverbindendverklaring, nietig. Een algemeene maatregel van bestuur als bovenbedoeld kan eerst worden genomen, nadat de Economische Raad is gehoord. Hoe Lr. Schuschnigq te Parijs bewaakt woi kanselier rijdt, stevig geëscorteerd door mt landsche zaken zoover niet in deze wet anders is bepa»ild, bij algemeenen maatregel van bestuur ge regeld. De wet treedt in werking op een nader door de Kroon te bepalen tijdstip. Niet volmaakt; wel waardevol. De groote lijnen van het wetsontwerp zijn hierboven aangegeven. We beperken ons daartoe in dit artikel en gaan niet over tot critische of beschouwende opmerkingen, ai zou er ruime stof voor te vinden zijn Als alle werk zal ook dit product van wet gévenden arbeid wel onvolmaaktheden ver toonen en behouden. Het leven is ook zoo buitengewoon gevarieerd en ingewikkeld geworden, dat het bijna niet anders kan of leemten zullen reeds nu zijn te vinden ol alras aan den dag treden. Het voornaamste van dit voorstel is ech ter, dat het zich in voorzichtigen vorm aan 6luit aan de ontwikkeling der tijden en re kent met de eischen van het historisch ge beuren te midden waarvan we leven. Stel lig zal het volmaakte niet gegrepen zijn; nog veel zal moeten worden ervaren en geleerd. Niet met oyerdreyen verwachtingen hebben we het daarom te ontvangen en avenmin moet het in een sfeer van kunst matig verwekte tegenstellingen worden ge- horen. Het nieuwe instituut is gerióht op samenwerking, die een eisch is van der tijden nood en beantwoordt aan de godde lijke orde der menschelijke samenleving. In dien geest van samen zoeken en samen werken moge onze Tweede Kamer in de komende dagen werkzaam zijn om te ge raken tot een uitkomst, waarover èn de in diener van het wetsontwerp èn degenen, die er aan hebben gearbeid en voorts aller», die de groote principieele beteekenis er van voor onze samenleving erkennen, zich zul len kunnen verblijden. t. Le auto van den Oostenrijkschen bonds- irpoUtie, naar het ministerie van buiten- nen? Wanneer, eveneens op de fabriek, strooibiljetten der N.S.B. worden uitgedeeld en met „Volk en Vaderland" wordt gecolpor teerd? Mag men het geen ongeoorloofde pressie noemen, indien deze fascistische fa briek het terrein van werkzaamheden wordt voor de N.S.B.-propaganda? De eerste vraag beantwoorden we zon der aarzeling toestemmend. Deze vrijheids beperking aangenomen dat het waar is achten we ongeoorloofd. Wat de rest betreft, zouden we echter wil len vragen: wordt op fabrieken en kantoren geen reclame gemaakt voor de roode vak beweging? Hadden en hebben andersdenkende ar beiders he<t niet menigmaal zwaar te ver duren tusschen modern-georganiseerde ka meraden? Hier en ginds Zeer verschillend oordeel over hetzelfde onderwerp Het is reeds meermalen opgemerkt, dat de N. Rott Crt. in buitenlandsche cor respondentie vaak veel vooruitstrevender is, dan in artikelen, welke voor binnenlandsch gebruik bestemd zijn. Zoo schreef thans de Londensche corres pondent het volgende over de jongste maat regelen der Engelsche regeerLng ten opzich te van de werkloozensteun: „De regeering heeft met haar nieuwe on dersteuningsregeling een leelijk fiasco ge maakt. Het is goed dat zij dit ingezien en daarom de geheele regeling voor zoover deze voor de werkloozen nadee- lig is, heeft stopgezet. Dat vele conservatieve bladen de regee ring daarop als om strijd om haar edelmoe digheid geprezen hebben is onzinnig; er is in geen enkel opzicht sprake van edelmoe- VERBETERIXG. In het nummer van 1 Fehr. j.h heb ik het gehad over de Barendre. Usche Ambachts school. Ik bedoelde de Beijerlandsche. Dank aan den lezer die mij op deze verschrijving attent maakte. L. L. digiheid, het is zuiver een kwestie van po litieke noodzaak. Niet voor niets gaf de mi nister te kennen dat hij zelf niet geheel zeker was of de toestand door de regeering aanvankelijk niet iets gunstiger voorgesteld was dan hij is". Als hier zoo iets gebeurde, zouden „con servatieve bladen" wellicht wat anders De tollen op de rivierbruggen De Kamer van Koophandel voor de Neder- Betuwe wijst er in een adres aan de Tweede Kamer op, dat tolheffing op de bruggen bij Hedel, Zaltbommel en Yianen een looden last dreigt te leggen op het bedrijfsleven in het district dezer Kamer. Verzocht wordt derhalve, dat de Tweede Kamer aan het wetsontwerp haar goedkeu ring zal onthouden. D. Jakobs f Op 51-jarigen leeftijd Is te Meppel overle den de heer D. Jakobs, wethouder dezer ge meente en lid der C.H.U. De heer Jakobs, die ook op kerkelijk ter rein geen onbekende is, was lid van de Ge nerale Synode der Ned. Herv. Kerk en in Meppel ouderling van de Ned. Herv. Gem. Hij is de oprichter geweest en de eerste voorzitter van het Ned. Chr. Gymnastiek- verbond, waarvan hij eere-lid was. Tevens is hij hoofdbestuurslid geweest van liet Ned. Jongelingsverbond. Zijn opvolger in de gemeenteraad is 3, Troost Wzn. Een bevestiging ROFFELRIJMER. EERHERSTEL OVERBODIG In „De Vriendelijke Dokter Heb ik aan een zeldzaam feit Uit het kiespijnlij dersleven Hier een roffelt je gewijd. Het betrof een boozen dokter En een angstigen patiënt, En bezorgde mij een brief je Van een ziekenfonds-agent Die in vriendelijke woorden Zegt, dat in mijn klein gedicht Iets kleineerends voor de dokters En de ziekenfondsen ligt. Rehabilitatie vraagt hij, Maar het is zoo klaar als glas Dat bij mij van eer-aanranden In het minst geen sprake was, Immers in het stuk historie Dat ik U heb afgemaald Is. ten volle aan de waarheid De vereischte tol betaald: Het geviel zooals ik schetste! Dit uitzonderlijk geval Is bewijs, dat in den régel 't Alles anders wezen zal. Het bizonder e frappeert mij, Drijft m' een roffeltje te slaan Denkend aan het schoone spreekwoord Wien de schoen past trekke hem aan. (Nadruk verboden.) LEO LENS. In een artikel in de roode pers wordt be weerd, dat de directie van de Chamotte fa briek te Culemborg de arbeiders, die het afdeelings-bestuur van de roode vakbewe ging vormen, zonder noodzaak heeft ont slagen; dat wil zeggen: uit politieke over wegingen. De fabrieksleiding is n.l. fascis tisch. Of het waar is, kunnen wij niet beoordee- De roode pers stelt echter een paar vra gen, en wel deze: Is het geen dwangmiddel, wanneer o p d e fabriek de bazen hun ondergeschikten trachten te bewegen om een N.S.B.-verga- dering, waar Van Duyll spreekt, bij te wo- 0emonstratie van mijnwerkers te Heerlen tegen de lager wordende loonen. Door tus- schenkomst van den rijksbemidde laar is de verla ging tot 1 Aprü opgeschort. Reisbrieven van Prof. Dr. V Hepp XLV HET RASSENPROBLEEM IN ZUID-AFRIKA (Slot) Bij de geschiedenis der Zending kan ik na het voorgaande niet langer toeven. Wie hiervan meer wil weten, kan o.a, terecht bij de dissertatie van Dr. P. J. S. do Klerk ,-JKerk en Sending in Suid-Afrika." Ik bepaal mij hier tot den huidigen stand van zaken. De Wesleyaansche Zending staat het sterkst. In 1929 telde zij 735.000 bekeerlingen. Daarop volgt de Anglicaansche met 420.000. Daarna pas komen de Afrikaansche Kerken. Hierover behoeft men zich niet te verwonderen. Het ontbreekt den Afrikaanschen Kerken waarlijk niet aan zendingsliefde. Maar zij worden niet zooals de genootschappen met enorme kapitalen uit Europa gesteund. Neemt men dit in aanmerking, dan moet men een ongemeen respect hebben voor de zendingsactiviteit, welke de Ned. Geref. Kerk aan den dag legt. Ofschoon in zielental niet zooveel sterker dan de Gereformeerde Kerken in Nederland had zij volgens de opgave van 1934 over de 200 „Sendelinge" onder de naturellen. Daarbij komen dan nog over de 25 „Inboorling-leraars". Zij predikt bet evangelie niet alleen in de Unie, maar ook in andere deelen van Afrika, tot in den Soedan toe. De Medische Zending wordt door haar evenzeer behartigd. Bovendien drijft zij nog „Kompound-" en spoorwegzending. De eerste werkt onder de naturellen, die in de mijnen arbeiden. Deze huizen in .Compounds", dat zijn gebouwen met. groote zalen, waarin 40 tot 50 naturellen slapen. Gemeenten kunenen daar niet worden gesticht, omdat de bevolking steeds vlottend is. De spoorweg- 'j XLIV stond in ons blad van 25 Februari. zending brengt het evangelie aan de Kaffers, die het spoorweg net in goeden staat moeten houden en verbeteren. Op een van mijn reizen ontmoette ik een zendeling, die daarvoor was aan gewezen. Vanzelf strekt zich het werk ook tot de kleurlingen uit. Zij is reeds een tweetal „Kleurling-leraars" rijk. In 1929 stond het getal zielen der zendingsgemeenten op 274.000. Bevindt, gelijk men zich zal herinneren, haar opleidingsschool voor blanke zendelingen zich te Wellington, zij heeft, een afzon derlijk instituut voor de opleiding van naturellen-leeraars te Stofberg. Het trof mij, dat daar in 1929 het onderwijs nog uit sluitend in het Engelsch werd gegeven. Dit werd verdedigd met het argument, dat de Kaffers, die er kwamen studeeren, alleen Engelsch verstaan. Nu is het waar, dat veel Kaffers het Engelsch prefereeren boven het Afrikaansoh. Zij verkeeren in de gedachte, door het Engelsche bewind bij hen gezaaid, dat de Engelschen tot een superieur ras behooren. Ook heeft de negro- philie der Engelsohen als reactie bij de Kaffer anglophilie ge wekt, Daartegenover staat, dat een zeer groot aantal Kaffers in de Unie alleen Afrikaansoh spreken. Op bun behoeften was dan ook de Stofberg-Gedenkschool niet berekend. Protesten bleven niet uit De belofte werd gegeven, dat in 1933 de twee taligheid op deze opleidingsschool zou worden ingevoerd. Of deze ook is ingelost, zou ik niet kunnen zeggen. Van veel bescheidener omvang is de Zending van de Gerefor meerde Kerk. In haar almanak van 1934 vond ik onder het hoofd pending-Statistiek" vermeld, dat zij één zendingsleeraar cn vijf naturellen-helpers bezit, dip hun hoofdstatie te Siloara hebben. Het zielental klom nog niet tot 150. Dit geeft echter geen volledig beeld van wat er in de Geref. Kerk voor de Zen ding wordt gedaan. Naar ik vernam arbeiden de plaatselijke kerken in eigen omgeving. Evenwel deelden mij een paar van haar predikanten mee, dat proportioneel de Ned. Geref. Kerk meer activiteit betoont dan hun eigen Kerk. Zij betreurden dat zeer en hoopten, dat hierin spoedig vorandering zou komen. Van de Herv. Kerk in Transvaal staan tot mijn spijt geen gegevens te mijner beschikking. In beide kerken wordt de segregasle-gedachte sterk bepleit Haar Zending richt zich daarnaar geheel. Zij eerbiedigt de tradities en goede gewoonten harer zendingsobjecten, opdat Christus eenmaal verheerlijkt worde door alle geslacht en volk en taal en natie. Met kracht werpen zij zich ook op het onderwijs. Zij logen straffen den laster, dat de Boer naturel en kleurling het liefst dom houdt. Dit sluit niet uit, dat er hier en daar nog wel Boeren zijn, die ontwikkeling van Kaffer en kleurling een nadeel achten. Maar het Afrikaansche volk in zijn geheel mag die hou ding niet worden aangerekend. „Die Kerk beskou tot vandaag nog die skool as 'n voedster der gemeente". Eén netwerk van zendingsscholen voor naturellen breidt zich over heel de Unie uit. De Staat bewijst, de grootst mogelijke medewerking. Zij neemt alle onderwijskosten voor haar rekening. En wat nu meer in het bijzonder de kleurlingen aangaat. In de Kaapprovincie bestonden er in 1934 zeven opleidingscolleges voor kleurlingen, vier hoogere scholen en zeer veel gewone. Wijl het schoolbezoek vrijgelaten is, maken vele kleurlingen er voor hun kinderen geen gebruik van. Daarom werd het verlangen uitgesproken, dat door do Regeering voor de kleurlingen school plicht zal worden ingevoerd. Alsook, dat in alle scholen het Afrikaansch, dat bij de kleurlingen tot moedertaal is geworden, op alle scholen de voertaal zal zijn. Niettegenstaande deze intensieve zendingsactie is de nacht van hét heidendom nog niet door het licht van het christendom ver dreven. In 1921 latere cijfers zijn mij niet bekend waren in de Kaapprovincie nog 55, in de Oranje-Vrijstaat 50, in Trans vaal 75, in Natal zelfs 86 procent van de niet-blanke bevolking bevolking onkundig van den eenigen Naam, die onder den hemel is gegeven, door welken wij moeten zalig worden. Organisatie van nlet-blanken Voor enkele jaren werd gesticht de African Peoples' Organisa tion, de Organisatie van Afrikaansche volkeren. Als voorzitter fungeert een zekere Dr. Abdurahman, een Maleier. Zij bestaat, gelijk men uit den naam zal begrijpen, uit natu rellen, Kleurlingen, Aziaten, Maleiers en is op Westersche leest geschoeid. Haar pretentie leert men het best kennen uit den slagzin, welken de Amerikaansche negerbisschop Sims onlangs op een congres te Kaapstad uitsprak: „de blanken moeten leeren dat de niet-blanken de ruggegraat zijn van de oeconomischo samenstelling van Zuid-Afrika". En toen een onderwijzer op dia vergadering een pleidooi voerde voor het Afrikaansch op de Kleurlingenschool, antwoordde Dr. Abdurahman, dat wanneer hij heeft te kiezen hij zal zorgen dat zijn kinderen een Engelsche opvoeding ontvangen, omdat die van meer waarde is. De geest dezer, organisatie gaat dus wel rechtdraads tegen de segrogasie-gedachte in. Bovendien is hij de Zending weinig gunstig gezind. Op samenwerking met de Britsch-Indiërs wordt aangestuurd. Het lijdt geen twijfel of deze actie zal groeien. Wie weet of ze nog niet eens een ernstige bedreiging van de Afrikaansche cultuur zal worden. Ethiopian Isme Een ander gevaar komt van den kant van de Ethiopische be weging. Zij gaat uit van de Ethiopische Kerk. Als leuze voert zij: Afrika voor de Afrikaanders. Met Afrikaanders bedoelt zij dan de zwarte rassen. Zij vindt krachtige ondersteuning van dc Amerikaansche negerkerken. Zij neemt een vijandige houding tegenover alle blanken aan. Haar invloed mag niet worden onderschat Bij voorkeur werkt zij onder de naturellen, die reeds gekerstend ziju. Duizenden gingen reeds tot haar over. En omdat zij een laksche moraal huldigt, vindt zij onder de naturellen, die zich niet gaarne bulgen onder de tucht van het strenge christendom, veel bijval. In de omslreken van Johannesburg telt zij reeds 130 kerken. Maar ook elders heeft zij talrijke gemeenten. Het staat te vreezen, dat zij het heidendom slechts met een licht christelijk tintje zal bedekken en beschermen. Ook is het niet uitgesloten, dat haar leden op den duur een prooi van het Mohammedanisme zullen worden. Misschien zal den een of anderen dag de Regeering nog tegen haar moeten optreden. Zij richt zich in gelijke mate tegen de Engelschen als tegen de Afrikaanders en kan niet bevredigd zijn voor en aleer de blanken uit Zuid-Afrika zijn verdreven. Daarin zal ze wel niet slagen. Met dit al baart zij de Zending van allerlei richting bange zorgen. Het rassenprobleem betcekent voor haar rassenstrijd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5