Ondernemers-overeenkomsten
Naar en in Zuid-Afrika
DINSDAG 26 FEBRUARI 1935
TWEEDE BLAD PAG. 5
Wat het wetsontwerp inhoudt
Wat er mee te bereiken valt
De Tweede Kamer staat gereed een
wetsontwerp van bijzondere beteeke
nis in behandeling te nemen. We be
doelen de verbindend en onverbindend
verklaring van ondernemersovereen-
komsten. Het is een niet eenvoudige
en vooral in den laatsten tijd veel
besproken materie. De zaak zelf vindt
naast warme instemming felle critiek
en sterken tegenstand. Dit laatste
riiede omdat zij aan de orde komt nu
we te midden van abnormale omstan
digheden leven en door de bijzondere
verhoudingen theorie en practijk zoo
licht in onzuiver licht worden ge
trokken.
Wat beoogt dit wetsontwerp, waarvan de
indiening plaats had in het laatst, van Juni
des vorigen jaars, toen Dr. Colijn het de
partement van Economische Zaken waar-
Men neme van dit laatste goede nota,
want zeker misbaar in een deel der pers
zal men daardoor beter op haar waarde
wil men onwaarde kunnen schatten. We
doorzien de tactiek van de bladen, waarop
wo het oog hebben, zeer wel en betreuren
haar, omdat zij niet de beste sfeer schept
om nieuwe en moeilijke dingen, die niet
mogen worden misbruikt ten koste der
volksgemeenschap, in het sociale leven oj>
tc nemen. Meer zeggen we er thans nic»
van, maar vatten liever kort samen hetgeen
in de eerstvolgende dagen de aandacht vau
parlement en volk zal bezig houden.
I-Iet gaat er om den minister van econo
mische zaken bevoegdheid te verleenen tot
.verbindend en onverbindendverklaring van
vrijwillige samenwerking in handel en nij
verheid.
Uitgegaan wordt van het bestaande stro
ven om door samenwerking op economisch
gebied zekere doeleinden te verwezenlijken,
wijl ze langs den weg van individueel hai»
delen niet of onvoldoende bereikbaar zijn
Deze doeleinden zijn van zeer uit-
ecnloopende aard en de middelen,
welke men aanwendt om ze te berei
ken zeer verscheiden. In vele gevallen
is het oogmerk bestrijding van mis
bruiken in de concurrentiestrijd of
het inperken der vrije mededinging.
In andere gevallen daarentegen gaat
het streven in de richting van parti
culiere monopolievorming, waardoor
het een gevaar kan opleveren voor de
economische vooruitgang en voor het
consumentenbelang. Aangezien de
nuttige werking ervan licht in een
.schadelijke kan overslaan, is hel
moeilijk in het algemeen te zeggen of
'het hierbedoelde streven bevorderd
dan wel beperkt dient te worden.
Slechts m concreto, wanneer bijzon
dere omstandigheden van het geval
in aanmerking kunnen worden geno
men, schijnt deze vraag voor beant
woording vatbaar.
Vraagstuk actueel geworden.
In de tijden van expansie van het be
drijfsleven bleven vraag en antwoord op
hun beloop. Door het economisch wereld
gebeuren is het vraagstuk echter met groo-
te kracht op ons aangestormd en de oplos
sing, welke de Regeering zich voorstelt er
aan te kunnen geven, ligt thans voor ons,
uu, naar haar oordeel, de nood der tijden
in verschillende bedrijfstakken het meeren-
deel der betrokkenen bereid heeft gemaakt
tot samenwerking te besluiten. liet tot
stand komen van wenschelijke overeenkom
sten mag niet langer afstuiten op den on
wil van enkelen, die van het nut van sa
menwerking niet overtuigd en niet tot het
prijsgeven van eenige vrijheid bereid zijn.
Bij dè bemoeiingen, welke het Departement
van Economische Zaken doorloopend met
tal'van bedrijfstakken heeft, kon meer dan
eens worden vastgesteld, dat voor een der
gelijk afzijdig blijven elke redelijke grond
ontbrak, of althans, dat de bezwaren, tegen
toetreding ingebracht, niet onoverkomelijk
waren. Niet zelden werd van de zijde dor
tot samenwerking bereidwilligen op de Re
geering een beroep gedaan om het overge
bleven verzet te helpen overwinnen.
Krachtens de Landbouwcrisiswet beschikt
de Regeering reeds over de bevoegdheid om
op het door die wet bestreken gebied toe
treding tot organisaties ver
plichtend te stellen. Daaronder
vallpn, behalve land- en tuinbouw en vis
scherij, ook enkele landbouwproducten ver
werkende industrieën en op den landbouw
steunende handel. Op het overige gebied
van handel en nijverheid zijn de voorwaar
den voor vrijwillige organisatie in het alge
meen gunstiger dan in de agrarische
bedrijfstakken en kan dan ook met minder
verstrekkende bevoegdheid worden vol-
Het onderhavige wetsontwerp wil nu de
mogelijkheid openen, dat vrijwillig aange
gane verplichtingen tot samenwerking tus-
schen personen, die een bedrijf uitoefenen
in eenigen tak van handel of industrie in
den ruimsten zin, onder bepaalde, bij alge-
meenen maatregel van bestuur te stellen
voorwaarden algemeen verbindend worden
verklaard.
De Regeering verwacht, dat deze
bevoegdheid, waarvan zij zich voor
stelt slechts gebruik te maken, wan
neer andere deugdelijke middelen fa
len, haar in staat zal stellen, aan het
streven naar gezonde economische
samenwerking de noodige steun en
de gewenschte leiding te geven, in
dien daartoe in de betrokken bedrijfs-
kringen een ernstige wensch bestaat.
Het algemeen belang.
Uit den aard der zaak is bij deze zaken
in slerke mate het consumenten- en het al
gemeen belang betrokken. Ook daaraan
hoe zou het anders kunnen? \yirdt rui
me aandacht geschonken. Er zal zorgvuldig
voor worden gewaakt, dat de in het alge
meen belang en tot behoud van het Ncder-
landsche concurrentievermogen noodige
aanpassing niet wordt geschaad, integen
deel, waar noodig, wordt bevorderd en dat
de belangen der consumenten terdege zul
len worden ontzien.
Nog in ander opzicht dan hierboven werd
geschetst, hebben de omstandigheden, waar
onder het Nederlanrïsche bedrijfsleven
\jrorkt, belangrijke verandering ondergaan.
Met betrekking tot verscheiden artikelen
ill. is dè toegang tot de eertijds vrije Ne
derlandsche markt thans aan zekere beper
king onderworpen. Dit schept voor de bin-
nenlandsche producenten voorwaarden, die
gunstig zijn voor pogingen tot markt-
beheersching ten nadeele der consumenten.
Bovendien moet aan de schadelijke wer
king van reeds bestaande monopolies thans,
in verband met de verminderde koop-
Aan de zoo gewenschte gelijkmatige aan
passing van de verschillende kosten en prij-
aan een lager levensniveau kunnen
monopolistische afspraken, met name in
beschutte bedrijven, ernstig in den weg
staan. Daarom is het van de grootste betee-
s, dat de Regeering de bevoegdheid
krijgt om dergelijke afspraken te door
eken. Een der artikelen van dit wets
ontwerp komt hieraan tegemoet.
mbbS i i-a
4;. M
Onrechtmatige daad.
In de uit dien Raad te vormen commis
sie, welke zal worden gehoord, zullen mede.
een plaats verkrijgen de arbeidersorganisa
ties, de bedrijfsraad indien hij bestaat
de Nijverheidsraad en de Middenstands-
raad. Veelzijdige voorlichting dus.
Handelingen, verricht in strijd met een
beding of besluit, door den Minister ver
bindend verklaard of met een bepaling,
door den Minister vastgelegd, vormen een
onrechtmatige daad tegenover ieder per
soon, die bij de naleving daarvan een rede
lijk belang heeft. Handelingen, waarvan de
strekking is iemand rechtens of economisch
•o beperken in zijn vrijheid om datgene te
verrichten, wat naar zijn aard, onder een
onverbindend verklaard beding of besluit
zou vallen, zijn onrechtmatig tegenover
leder persoon, die bij het voortbestaan van
heze vrijheid een redelijk belang heeft.
Indien de omvang der door de onrecht
matige handelingen geleden schade niet
kan worden aangetoond, stelt de rechter
een bedrag naar billijkheid vast Ook is een
strafrechtelijke sanctie in het ontwerp op
genomen.
Hetgeen nog ter voorbereiding van het
inwerkingtreden van deze wet en tot haar
nadere uitvoering noodig is, wordt, voor
Zoowel de .voorgestelde verbindendverkla-
■ing als de onverbindendverklaring zullen
slechts betrekking kunnen hebben op be
dingen en besluiten, die betrekking hebben
op economische verhoudingen. Voor zaken,
waarvan het doel ligt in de sociale verhou
dingen van een bedrijfstak, gelden de bepa
lingen van dit wetsontwerp, niet Onjuist
zou dan ook de opvatting zijn, dat bij deze
gelegenheid getreden zou kunnen worden
op het terrein van het vraagstuk van de
verbindendverklaring van collectieve ar
beidsovereenkomsten. We hebben te maken
met een ontwerp, dat geheel blijft in de
economische sfeer; het sociale is verboden
gebied.
De minister van economische zaken is d?
man. die de bevoegdheid erlangt tot de'ver
bindendverklaring. Karteldwang eu syndi-
caateischen worden in het wetsontwerp af
gewezen. Geen beding of besluit wordt bin
dend, tenzij zij voor de economische ver
houdingen in den betreffenden bedrijfstak
overwegende beteekenis hebben en het al
gemeen belang er door wordt gediend. Voor
elke bedrijfstak of groep van bedrijfstakken
zullen in een algemeenen maatregel van
bestuur telkenmale de waarborgen worden
astgelegd, waaronder bindendverklaring
mogelijk zal zijn-
Bedingen en besluiten, die algemeen ver
bindend zijn verklaard, zijn verbindend,
behalve in de gevallen door den Minister
uitgezonderd, voor alle personen ten aan
zien van die handelingen, welke naar haar
aard onder het beding of besluit zouden
vallen of vallen.
De Minister kan voor niet aan de nale
ving van een verbindendverklaring beding
of besluit, gebonden personen, ten aanzien
van die handelingen, welke naar haar aar.1
onder het beding of besluit zouden vallen,
voor de duur der verbindendverklaring al-
wijkende bepalingen vaststellen
De verbindendverklaring geschiedt voor
een bepaalden tijd en kan ook gedurende
dien tijd door den Minister in het algemeen
belang worden opgeheven.
Het wetsontwerp opent ook, gelijk gezegd,
de mogelijkheid tot onverbindendverklaring
van bedingen en besluiten. De minister
kan, onder voorwaarden, telkens bij alge
meenen maatregel van bestuur te stellen,
bedingen en besluiten, welke verplichtingen
inhouden, wijzigen of doen te niet gaan
tusschen personen, die een bedrijf uitoefe
nen in eenigen tak van handel of nijver
heid in den ruimsten zin, of daarbij betrok
ken zijn, onverbindend verklaren,
indien deze bedingen of besluiten voor de
economische verhoudingen in den betref
fenden bedrijfstak van overwegende betee
kenis zijn en het algemeen belang onver
bindendverklaring vereischt.
Aan een verbindendverklaring of onver
bindendverklaring kan geen terugwer
kende kracht verleend worden. Evenwel
zijn overeenkomsten, te kwader trouw aan
gegaan, in het vooruitzicht van een verbin
dend- of onverbindendverklaring, nietig.
Een algemeene maatregel van bestuur als
bovenbedoeld kan eerst worden genomen,
nadat de Economische Raad is gehoord.
Hoe Lr. Schuschnigq te Parijs bewaakt woi
kanselier rijdt, stevig geëscorteerd door mt
landsche zaken
zoover niet in deze wet anders is bepa»ild,
bij algemeenen maatregel van bestuur ge
regeld.
De wet treedt in werking op een nader
door de Kroon te bepalen tijdstip.
Niet volmaakt; wel waardevol.
De groote lijnen van het wetsontwerp
zijn hierboven aangegeven. We beperken
ons daartoe in dit artikel en gaan niet over
tot critische of beschouwende opmerkingen,
ai zou er ruime stof voor te vinden zijn
Als alle werk zal ook dit product van wet
gévenden arbeid wel onvolmaaktheden ver
toonen en behouden. Het leven is ook zoo
buitengewoon gevarieerd en ingewikkeld
geworden, dat het bijna niet anders kan of
leemten zullen reeds nu zijn te vinden ol
alras aan den dag treden.
Het voornaamste van dit voorstel is ech
ter, dat het zich in voorzichtigen vorm aan
6luit aan de ontwikkeling der tijden en re
kent met de eischen van het historisch ge
beuren te midden waarvan we leven. Stel
lig zal het volmaakte niet gegrepen zijn;
nog veel zal moeten worden ervaren en
geleerd. Niet met oyerdreyen verwachtingen
hebben we het daarom te ontvangen en
avenmin moet het in een sfeer van kunst
matig verwekte tegenstellingen worden ge-
horen. Het nieuwe instituut is gerióht op
samenwerking, die een eisch is van der
tijden nood en beantwoordt aan de godde
lijke orde der menschelijke samenleving.
In dien geest van samen zoeken en samen
werken moge onze Tweede Kamer in de
komende dagen werkzaam zijn om te ge
raken tot een uitkomst, waarover èn de in
diener van het wetsontwerp èn degenen,
die er aan hebben gearbeid en voorts aller»,
die de groote principieele beteekenis er van
voor onze samenleving erkennen, zich zul
len kunnen verblijden.
t. Le auto van den Oostenrijkschen bonds-
irpoUtie, naar het ministerie van buiten-
nen? Wanneer, eveneens op de fabriek,
strooibiljetten der N.S.B. worden uitgedeeld
en met „Volk en Vaderland" wordt gecolpor
teerd? Mag men het geen ongeoorloofde
pressie noemen, indien deze fascistische fa
briek het terrein van werkzaamheden wordt
voor de N.S.B.-propaganda?
De eerste vraag beantwoorden we zon
der aarzeling toestemmend. Deze vrijheids
beperking aangenomen dat het waar is
achten we ongeoorloofd.
Wat de rest betreft, zouden we echter wil
len vragen: wordt op fabrieken en kantoren
geen reclame gemaakt voor de roode vak
beweging?
Hadden en hebben andersdenkende ar
beiders he<t niet menigmaal zwaar te ver
duren tusschen modern-georganiseerde ka
meraden?
Hier en ginds
Zeer verschillend oordeel over hetzelfde
onderwerp
Het is reeds meermalen opgemerkt, dat
de N. Rott Crt. in buitenlandsche cor
respondentie vaak veel vooruitstrevender is,
dan in artikelen, welke voor binnenlandsch
gebruik bestemd zijn.
Zoo schreef thans de Londensche corres
pondent het volgende over de jongste maat
regelen der Engelsche regeerLng ten opzich
te van de werkloozensteun:
„De regeering heeft met haar nieuwe on
dersteuningsregeling een leelijk fiasco ge
maakt. Het is goed dat zij dit ingezien en
daarom de geheele regeling voor zoover
deze voor de werkloozen nadee-
lig is, heeft stopgezet.
Dat vele conservatieve bladen de regee
ring daarop als om strijd om haar edelmoe
digheid geprezen hebben is onzinnig; er is
in geen enkel opzicht sprake van edelmoe-
VERBETERIXG.
In het nummer van 1 Fehr. j.h heb ik het
gehad over de Barendre. Usche Ambachts
school. Ik bedoelde de Beijerlandsche. Dank
aan den lezer die mij op deze verschrijving
attent maakte. L. L.
digiheid, het is zuiver een kwestie van po
litieke noodzaak. Niet voor niets gaf de mi
nister te kennen dat hij zelf niet geheel
zeker was of de toestand door de regeering
aanvankelijk niet iets gunstiger voorgesteld
was dan hij is".
Als hier zoo iets gebeurde, zouden „con
servatieve bladen" wellicht wat anders
De tollen op de rivierbruggen
De Kamer van Koophandel voor de Neder-
Betuwe wijst er in een adres aan de Tweede
Kamer op, dat tolheffing op de bruggen bij
Hedel, Zaltbommel en Yianen een looden
last dreigt te leggen op het bedrijfsleven in
het district dezer Kamer.
Verzocht wordt derhalve, dat de Tweede
Kamer aan het wetsontwerp haar goedkeu
ring zal onthouden.
D. Jakobs f
Op 51-jarigen leeftijd Is te Meppel overle
den de heer D. Jakobs, wethouder dezer ge
meente en lid der C.H.U.
De heer Jakobs, die ook op kerkelijk ter
rein geen onbekende is, was lid van de Ge
nerale Synode der Ned. Herv. Kerk en in
Meppel ouderling van de Ned. Herv. Gem.
Hij is de oprichter geweest en de eerste
voorzitter van het Ned. Chr. Gymnastiek-
verbond, waarvan hij eere-lid was. Tevens
is hij hoofdbestuurslid geweest van liet Ned.
Jongelingsverbond.
Zijn opvolger in de gemeenteraad is 3,
Troost Wzn.
Een bevestiging
ROFFELRIJMER.
EERHERSTEL OVERBODIG
In „De Vriendelijke Dokter
Heb ik aan een zeldzaam feit
Uit het kiespijnlij dersleven
Hier een roffelt je gewijd.
Het betrof een boozen dokter
En een angstigen patiënt,
En bezorgde mij een brief je
Van een ziekenfonds-agent
Die in vriendelijke woorden
Zegt, dat in mijn klein gedicht
Iets kleineerends voor de dokters
En de ziekenfondsen ligt.
Rehabilitatie vraagt hij,
Maar het is zoo klaar als glas
Dat bij mij van eer-aanranden
In het minst geen sprake was,
Immers in het stuk historie
Dat ik U heb afgemaald
Is. ten volle aan de waarheid
De vereischte tol betaald:
Het geviel zooals ik schetste!
Dit uitzonderlijk geval
Is bewijs, dat in den régel
't Alles anders wezen zal.
Het bizonder e frappeert mij,
Drijft m' een roffeltje te slaan
Denkend aan het schoone spreekwoord
Wien de schoen past trekke hem aan.
(Nadruk verboden.) LEO LENS.
In een artikel in de roode pers wordt be
weerd, dat de directie van de Chamotte fa
briek te Culemborg de arbeiders, die het
afdeelings-bestuur van de roode vakbewe
ging vormen, zonder noodzaak heeft ont
slagen; dat wil zeggen: uit politieke over
wegingen. De fabrieksleiding is n.l. fascis
tisch.
Of het waar is, kunnen wij niet beoordee-
De roode pers stelt echter een paar vra
gen, en wel deze:
Is het geen dwangmiddel, wanneer o p d e
fabriek de bazen hun ondergeschikten
trachten te bewegen om een N.S.B.-verga-
dering, waar Van Duyll spreekt, bij te wo-
0emonstratie van
mijnwerkers te
Heerlen tegen de
lager wordende
loonen. Door tus-
schenkomst van
den rijksbemidde
laar is de verla
ging tot 1 Aprü
opgeschort.
Reisbrieven van Prof. Dr. V Hepp
XLV
HET RASSENPROBLEEM IN ZUID-AFRIKA (Slot)
Bij de geschiedenis der Zending kan ik na het voorgaande
niet langer toeven. Wie hiervan meer wil weten, kan o.a, terecht
bij de dissertatie van Dr. P. J. S. do Klerk ,-JKerk en Sending
in Suid-Afrika."
Ik bepaal mij hier tot den huidigen stand van zaken.
De Wesleyaansche Zending staat het sterkst. In 1929 telde zij
735.000 bekeerlingen. Daarop volgt de Anglicaansche met 420.000.
Daarna pas komen de Afrikaansche Kerken. Hierover behoeft
men zich niet te verwonderen. Het ontbreekt den Afrikaanschen
Kerken waarlijk niet aan zendingsliefde. Maar zij worden niet
zooals de genootschappen met enorme kapitalen uit Europa
gesteund.
Neemt men dit in aanmerking, dan moet men een ongemeen
respect hebben voor de zendingsactiviteit, welke de Ned. Geref.
Kerk aan den dag legt. Ofschoon in zielental niet zooveel sterker
dan de Gereformeerde Kerken in Nederland had zij volgens de
opgave van 1934 over de 200 „Sendelinge" onder de naturellen.
Daarbij komen dan nog over de 25 „Inboorling-leraars". Zij
predikt bet evangelie niet alleen in de Unie, maar ook in andere
deelen van Afrika, tot in den Soedan toe. De Medische Zending
wordt door haar evenzeer behartigd. Bovendien drijft zij nog
„Kompound-" en spoorwegzending. De eerste werkt onder de
naturellen, die in de mijnen arbeiden. Deze huizen in
.Compounds", dat zijn gebouwen met. groote zalen, waarin 40
tot 50 naturellen slapen. Gemeenten kunenen daar niet worden
gesticht, omdat de bevolking steeds vlottend is. De spoorweg-
'j XLIV stond in ons blad van 25 Februari.
zending brengt het evangelie aan de Kaffers, die het spoorweg
net in goeden staat moeten houden en verbeteren. Op een van
mijn reizen ontmoette ik een zendeling, die daarvoor was aan
gewezen. Vanzelf strekt zich het werk ook tot de kleurlingen
uit. Zij is reeds een tweetal „Kleurling-leraars" rijk. In 1929
stond het getal zielen der zendingsgemeenten op 274.000.
Bevindt, gelijk men zich zal herinneren, haar opleidingsschool
voor blanke zendelingen zich te Wellington, zij heeft, een afzon
derlijk instituut voor de opleiding van naturellen-leeraars te
Stofberg. Het trof mij, dat daar in 1929 het onderwijs nog uit
sluitend in het Engelsch werd gegeven. Dit werd verdedigd met
het argument, dat de Kaffers, die er kwamen studeeren, alleen
Engelsch verstaan. Nu is het waar, dat veel Kaffers het
Engelsch prefereeren boven het Afrikaansoh. Zij verkeeren in
de gedachte, door het Engelsche bewind bij hen gezaaid, dat de
Engelschen tot een superieur ras behooren. Ook heeft de negro-
philie der Engelsohen als reactie bij de Kaffer anglophilie ge
wekt, Daartegenover staat, dat een zeer groot aantal Kaffers in
de Unie alleen Afrikaansoh spreken. Op bun behoeften was
dan ook de Stofberg-Gedenkschool niet berekend. Protesten
bleven niet uit De belofte werd gegeven, dat in 1933 de twee
taligheid op deze opleidingsschool zou worden ingevoerd. Of
deze ook is ingelost, zou ik niet kunnen zeggen.
Van veel bescheidener omvang is de Zending van de Gerefor
meerde Kerk. In haar almanak van 1934 vond ik onder het
hoofd pending-Statistiek" vermeld, dat zij één zendingsleeraar
cn vijf naturellen-helpers bezit, dip hun hoofdstatie te Siloara
hebben. Het zielental klom nog niet tot 150. Dit geeft echter
geen volledig beeld van wat er in de Geref. Kerk voor de Zen
ding wordt gedaan. Naar ik vernam arbeiden de plaatselijke
kerken in eigen omgeving. Evenwel deelden mij een paar van
haar predikanten mee, dat proportioneel de Ned. Geref. Kerk
meer activiteit betoont dan hun eigen Kerk. Zij betreurden dat
zeer en hoopten, dat hierin spoedig vorandering zou komen.
Van de Herv. Kerk in Transvaal staan tot mijn spijt geen
gegevens te mijner beschikking.
In beide kerken wordt de segregasle-gedachte sterk bepleit
Haar Zending richt zich daarnaar geheel. Zij eerbiedigt de
tradities en goede gewoonten harer zendingsobjecten, opdat
Christus eenmaal verheerlijkt worde door alle geslacht en volk
en taal en natie.
Met kracht werpen zij zich ook op het onderwijs. Zij logen
straffen den laster, dat de Boer naturel en kleurling het liefst
dom houdt. Dit sluit niet uit, dat er hier en daar nog wel
Boeren zijn, die ontwikkeling van Kaffer en kleurling een nadeel
achten. Maar het Afrikaansche volk in zijn geheel mag die hou
ding niet worden aangerekend. „Die Kerk beskou tot vandaag
nog die skool as 'n voedster der gemeente". Eén netwerk van
zendingsscholen voor naturellen breidt zich over heel de Unie
uit. De Staat bewijst, de grootst mogelijke medewerking. Zij
neemt alle onderwijskosten voor haar rekening.
En wat nu meer in het bijzonder de kleurlingen aangaat. In
de Kaapprovincie bestonden er in 1934 zeven opleidingscolleges
voor kleurlingen, vier hoogere scholen en zeer veel gewone. Wijl
het schoolbezoek vrijgelaten is, maken vele kleurlingen er voor
hun kinderen geen gebruik van. Daarom werd het verlangen
uitgesproken, dat door do Regeering voor de kleurlingen school
plicht zal worden ingevoerd. Alsook, dat in alle scholen het
Afrikaansch, dat bij de kleurlingen tot moedertaal is geworden,
op alle scholen de voertaal zal zijn.
Niettegenstaande deze intensieve zendingsactie is de nacht van
hét heidendom nog niet door het licht van het christendom ver
dreven. In 1921 latere cijfers zijn mij niet bekend waren
in de Kaapprovincie nog 55, in de Oranje-Vrijstaat 50, in Trans
vaal 75, in Natal zelfs 86 procent van de niet-blanke bevolking
bevolking onkundig van den eenigen Naam, die onder den
hemel is gegeven, door welken wij moeten zalig worden.
Organisatie van nlet-blanken
Voor enkele jaren werd gesticht de African Peoples' Organisa
tion, de Organisatie van Afrikaansche volkeren. Als voorzitter
fungeert een zekere Dr. Abdurahman, een Maleier.
Zij bestaat, gelijk men uit den naam zal begrijpen, uit natu
rellen, Kleurlingen, Aziaten, Maleiers en is op Westersche leest
geschoeid. Haar pretentie leert men het best kennen uit den
slagzin, welken de Amerikaansche negerbisschop Sims onlangs
op een congres te Kaapstad uitsprak: „de blanken moeten leeren
dat de niet-blanken de ruggegraat zijn van de oeconomischo
samenstelling van Zuid-Afrika". En toen een onderwijzer op dia
vergadering een pleidooi voerde voor het Afrikaansch op de
Kleurlingenschool, antwoordde Dr. Abdurahman, dat wanneer
hij heeft te kiezen hij zal zorgen dat zijn kinderen een Engelsche
opvoeding ontvangen, omdat die van meer waarde is.
De geest dezer, organisatie gaat dus wel rechtdraads tegen
de segrogasie-gedachte in. Bovendien is hij de Zending weinig
gunstig gezind. Op samenwerking met de Britsch-Indiërs wordt
aangestuurd.
Het lijdt geen twijfel of deze actie zal groeien.
Wie weet of ze nog niet eens een ernstige bedreiging van de
Afrikaansche cultuur zal worden.
Ethiopian Isme
Een ander gevaar komt van den kant van de Ethiopische be
weging. Zij gaat uit van de Ethiopische Kerk. Als leuze voert
zij: Afrika voor de Afrikaanders. Met Afrikaanders bedoelt zij
dan de zwarte rassen. Zij vindt krachtige ondersteuning van dc
Amerikaansche negerkerken. Zij neemt een vijandige houding
tegenover alle blanken aan.
Haar invloed mag niet worden onderschat Bij voorkeur werkt
zij onder de naturellen, die reeds gekerstend ziju. Duizenden
gingen reeds tot haar over. En omdat zij een laksche moraal
huldigt, vindt zij onder de naturellen, die zich niet gaarne bulgen
onder de tucht van het strenge christendom, veel bijval.
In de omslreken van Johannesburg telt zij reeds 130 kerken.
Maar ook elders heeft zij talrijke gemeenten.
Het staat te vreezen, dat zij het heidendom slechts met een
licht christelijk tintje zal bedekken en beschermen. Ook is het
niet uitgesloten, dat haar leden op den duur een prooi van het
Mohammedanisme zullen worden.
Misschien zal den een of anderen dag de Regeering nog tegen
haar moeten optreden. Zij richt zich in gelijke mate tegen de
Engelschen als tegen de Afrikaanders en kan niet bevredigd zijn
voor en aleer de blanken uit Zuid-Afrika zijn verdreven. Daarin
zal ze wel niet slagen.
Met dit al baart zij de Zending van allerlei richting bange
zorgen.
Het rassenprobleem betcekent voor haar rassenstrijd.