JHruiur feihsdfe Courant
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden ïn Omstreken
Met open oogen
BINNENLAND.
KROON CACHETS#»
abonnementsprijs:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agentschap gevestigd is 235
Franco per post 2.35 portokosten
Per week0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche
zending4.50
Bij dagelijksche zending5.50
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7cf.
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
15e Jaargang
No. 5391
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1935
abbrrtentirprijsen:
Van I tot 5 regels I.l7'/i
Elke regel meer0.22'/j
Ingezonden Mededeelingen
van 1—5 regels2.30
Elke regel meer0.45
Handelsadvertentiën per regel 0.17'/»
Bij contract belangrijke korting
Voor het bevragen aan 't bureau
wordt berekend0.10
Maar doof voor onredelijke
critiek
Toen wij de vorige week in niet al
te optimitstische toon over de komende
verkiezingen schreven, voelden we bij
voorbaat, dat de roode pers over enkele
passages wel de noodige commentaar
zou leveren. Hetgeen prompt
schiedde.
Onze collega begrijpt heel goed, dat
wij met een „donker voorgevoel" ver
vuld moeten zijn en geeft daar op zijn
manier ook een verklaring van; waar
over straks een enkel woord.
We laten in 't midden of er gespro
ken mag worden van een „donker
voorgevoel". Deze term hebben wij niet
gebruikt. Wij schreven, dat wij eer.
harde dobber zullen hebben om oude
posities te handhaven. Dat is nog niet
hetzelfde als te spreken van een „don
ker voorgevoel". Wij drukken ons lie
ver uit, zooals de vice-voorzitter van
het Centraal Comité van Anti-rev.
kiesvereenigingen het deze week deed
op een samenkomst te Rotterdam met
deze woorden:
„De politieke overtuiging van het
volk zal spreken en ik kan niet zeggen,
dat ik gerust ben op de uitslag van
deze verkiezing. Niet als onheilspro
feet wil ik optreden, maar ik wil ock
niet verhelen dat ik groote teleurstel
lingen voorzie indien God geen wonder
lijke gebedsverhooring geeft.
De tijd is verward en de geesten zijn
ook verward. Voor velen is het zoo
moeilijk de juiste beginselen te blijven
zien en de rechte weg te bewandelen.
Dat moet ons dwingen om de zaken nu
bizonder ernstig te behandelen."
Dat laatste is de hoofdzaak: de ver
kiezingen met groote ernst en onder
biddend opzien tot God tegemoet gaan.
Zulks is, het ware dwaasheid er de
oogen voor te sluiten, dubbel noodig,
ook al denkt men iets optimistischer
dan deze spreker, die groote teleurstel
lingen voorziet.
Wij ontkennen deze mogelijkheid
geenszins; maar men mag toch ook niet
al te pessimistisch zijn. Immers, al
hoort men hier en daar klanken, welke
aan de vrees voedsel geven; wij weten
nu eenmaal toch wel bij ervaring, dat
de principieele aanhangers der Chris
telijke partijen heel wat kunnen hebben
voor ze in 't verborgen, waar alleen
Gods oog hen ziet, het stembuspotlood
zullen hanteeren op een wijze, welke
niet strookt met hun overtuiging.
Maar het gemengde volksdeel dan,
dat in 1933 speciaal op de anti-rev.
lijst zijn stem uitbracht, hoewel het
verre stond van principieel anti-rev.
politiek?
Wel, het zal ons niet verbazen, wan
neer een aanzienlijk contingent van
dezulken, teleurgesteld door de loop
van zaken en voor een deel ook door
de regeering, ditmaal een andere koers
kiest. Maar dat bezorgt ons geen „don
ker voorgevoel".
Deze kwestie staat voor ons vrij een
voudig. Wij kunnen en willen natuur
lijk niet beletten, dat andersdenkenden
hun stem op onze lijsten uitbrengen.
We verheugen ons over aanwas. Maar
wanneer dezulken zich later weer van
ons afkeeren, dan verstoort dat onze
gemoedsrust niet. Zij gingen weer
heen, omdat ze niet bij ons hoorden.
Omdat ze de vervulling van wenschen
zochten en niet de samenstemming in
beginsel. Hier is van geen afval of ver
flauwing sprake, maar van zuivering.
En dit wekt bij ons geen leed- of
schuldgevoel.
Anders zou het natuurlijk staan,
indien onze propaganda iets demago
gisch had gehadindien er verwachtin
gen waren opgewekt, welke niet in
vervulling konden gaan. Maar in dat
opzicht behoeven we ons zelf niet te
beschuldigen. En zelfs de roode pers
schijnt ten deze nog al gunstig over
ons te oordeelen. Immers zegt zij
„Bij de Kamerverkiezingen van een
kleine twee jaar geleden hebben met
name de antirevolutionnairen belang
rijke politieke crisiswinst behaald,
doordat hun lijstaanvoerder Colijn als
de sterke man beschouwd werd. Sedert
dien heeft men wel leeren inzien, hoe
het daarmee staat en de vrees van het
blad is dan ook begrijpelijk."
Daar zit wel een klem haakje in
voor ons, maar men schuift ens niet in
de schoenen, dat wij den minister
president als den sterken man hebben
aanbevolen, al waren wij natuurlijk
ons wel bewust van zijn „stoere
kracht".
Wij waren er echter diep van door
drongen, dat in deze wereldcrisis men-
schelijke kracht o zoo weinig vermag
en dat „de sterke mannen zich tever
geefs krommen", als God niet machtig
en genadig ingrijpt. Want waadjik-: te
vergeefs waakt de wachter en vermoeit
zich de landman, als God niet zelf de
stad bewaart en het land zegent.
Een groep teleurgestelden zal er zijn
en deze zal elders dan bij ons opnieuw
onderdak zoeken; andere teleurgestel
den zullen er zjjn, doch ze zullen ernst
maken met de verkiezingen en vast
houden aan het beginsel. Nu, precies
als vroeger, omdat dit beginsel beslist.
Spreken dan de belangen, de stoffe
lijke dingen, bij ons niet meer?
Het ware dwaasheid zoo iets te be
weren of aan te prijzen. Alles, wat de
regeering in deze jaren deed, was ook
bedoeld als verbetering van de econo
mische positie van ons volk. En het is
voorgekomen, dat wij daarbij op be
paalde en (gelukkig!) ondergeschikte
punten de meening der regeering niet
deelden en de maatregelen niet konden
toejuichen. Dan hebben we niet gezwe
gen, maar gesproken en altijd weer
vond dit van vele kanten instemming
bij onze lezers. Dit versterkte dan in
ons het bewustzijn, dat we weergaven,
wat er onder ons eigen volk leeft.
Wij handelden daarbij ook overeen
komstig de opvatting, welke de Minis
ter van Sociale Zaken de vorige week
in een spreekbeurt ten beste gaf
„Allereerst ben ik van meening, dat.
aan de Regeering de critiek niet mag
worden gespaard en de Regeering niet
meenen mag het alleen te weten; maai
er zijn gevaren".
Die gevaren zijn niet gering, en daar
onder rangschikte de Minister terecht,
dat van bemoeizucht. Het is niet waar,
aldus sprak hij, „dat iedereen van alles
verstand heeft; het is ook niet waar,
dat het publiek de bijzonderheden kar,
beoordeelen: het moet dit dus ook niet
willen doen."
Dit zal iedereen toestemmen, die wel
eens een schijnbaar eenvoudige maat
regel heeft leeren zien in internationaal
verband. En volkomen terecht, werd
dan ook een beroep op het volk gedaan
om de regeering te vertrouwen.
Er is geen enkele reden om ook maar
een oogenblik te vermoeden, dat de
felle critici het beter met ons volk zou
den meenen, dan dc leiders der regee
ring. En voor dat vermoeden is te min
der grond, als de regeeringspersonen,
die ook hun party lief hebben, eigen
populariteit en de invloed van hun
partij niet achten, omdat zij overtuigd
zijn het goede voor ons volk te zoeken.
Dat bij de felste critici het partij
belang nooit meespreekt, zouden we
niet durven beweren. Er wordt, om
weer met den Minister van Sociale
Zaken te spreken, te veel demagogie
bedreven. Men doet dat, „als men een
oniuiste voorstelling van zaken geeft;
gewichtige bij-omstandigheden ver
zwijgt; de juiste motieven, die tot een
bestreden beslissing geleid hebben, niet
uiteenzet en onjuiste motieven daaraan
onderschuift."
Dit vertrouwen mag natuurlijk niet
overslaan in blindelings volgen, doch
dat zetten we nu niet nader uiteenhet
spoort integendeel aan om de oogen
goed open te zetten.
Wanneer men dat doet, zal men er
kennen, dat men de roode pers met
van demagogie mag beschuldigen als
zij aan ons adres zegt, dat het geen
wonder is, als wij liefst over belangen
zwijgen, want: „Hoe minder de men-
schen bij de stembus aan hun belangen
denken, hoe beter voor de reactie.
Echter meene men vooral niet, dat het
bevorderen van een door het politieke
Christendom beheerschte regeering
geen dienen van belangen is. Dat zijn
n echter kapitalistische belangen."
Voorwaar, dit is geen demagogie,
maar de uiting van politieke vijand
schap. Het is in feite de openbaring
van bittere teleurstelling, dat het
Christelijk volksdeel doof blijft voor
de prediking van de klassestrjjcL
je dit ook. bij de komende verkie
zingen blijken.
Gedwongen aansluiting bij vak
organisatie?
Het Kamerlid Van Dis heeft aan den
Minister van Sociale Zaken gevraagd, of
hem bekend is, dat door den gemeenteraad
van Poortvliet is besloten om aan enkele
werkloozen van het tijdstip der ui tl: een ng
uit de werkloozenkas in December 1935 af,
geen steun meer uit te keeren, omdat zij
ongeorganiseerd zijp.
Is de minister niet van oordeel, aldus de
heer Van Dis, dat zulk een indirecte dwang
tot het zich ansluiten bij een vakorgani
satie in strijd is met de rijksregeling in
zake steunverleening?
MINISTER COLIJN NAAR DE R.AJ.
Naar wij vernemen zal minister-president
Celijn Maandag a.s de Automobieltentoon-
steJling ia het P.AJ. gëbcuw te Amsterdam
bezoeken,
Mr. Dr. J. SCHOKKING
Jubileert morgen alsdominee
Het opschrift doet ietwat zonderling a
En toch is het waar: Mr Dr J. Schokking
hoopt morgen, 3 Februari te herdenken, dat
hij veertig jaar geleden als predikant bij
de Ned. Herv. Kerk te Wezep bevestigd werd
en zijn intrede deed.
Maar, als wij hier over den jubilaris spre
ken, dan derjken we toch meer aan het
kamerlid, den minister, den burgemeester,
het lid van do Raad van State.
Wij zeggen niet: van dominé tot minister,
want zulks zou een waardeeringsoordcel in
houden, dat wij niet voor onze rekening
nemen en velen trouwens slaan het V.D.M.
even hoog aan als .Minister der Kroon".
Hoe het echter zij: Mr Dr J. Schokking
heeft een dienststaat ais weinigen. In Juni
189-i promoveerde hij tegelijk aau de Stede
lijke en aan de Vrije Universiteit te Amster
dam tot doctor in de rechtswetenschappen.
Maar hij had ook theologie gestudeerd en
in September 1894 werd hij candidaat voor
het Prov. kerkbestuur in Zuid-Holland.
Afwisselend was Mr Schokking nu predi
kant, kamerlid, later korte tijd minister
(kabinet-Colijn), kamerlid-burgemeester (van
Katwijk) en lid van de Raad van State; be
halve natuurlijk allerlei andere ambten ei
functies.
Over een en ander spraken we uitvoert;
toen Mr Schokking op 10 Mei 1934 zijn
zeventigste verjaardag mocht vieren.
De aanpassing van de klein
handelsprijzen
Het wil nog niet vlotten
Huur, gas- en electriciteitsprijzeu
passen zicb nog niet aan.
I-Iuur, gas- en eieclriciteitspiijzer, dalen
vrijwel niet. Mr. Dj-. J. H. van Zanten be
spreekt in ,.J)e Opbouw' de aanpassing van
de Kleinhandelsprijzen.
Het indexcijfer der kosten van het leven
was in December 1932 met 83 pet. van dat
van het laatste haussejaar 1928, nog
vei wi jde, d gebleven van dat der groothan-
delspiijzen, hetwelk toen reeds tot 51 pCt.
van 1928 was gedaald.
Indien men zou meenen, dat thans die
twee cijfers elkaar wat meei zijn genaderd,
zou men het mis hebben. In September
j.l. waren de beide «ijfers toevallig juist
dezelfde als toenmaals, nl. 83 en 51. al zijn
er sedert dien wel eenige schommelingen
geweest. En mei de voedingsmiddelen, die
uitsluitend prijzen bevatten, terwijl onder
de kosten van het levensonderhoud ook
diensfen zijn begrepen, is hetzelfde het ge-
vai. want waren de indexcijfers der klein
en der groothandelsprijzen in December
1932: 72 en 50 in September j.l. waren zij
74 en 52. zoodat de afstand gelijk was ge
bleven.
Men ziet dus, zegt schr.. dat de aanpas
sing van de nu est bewegelijke artikelen
haar grens heeft bereikt. Dat blijkt ook. als
men het verloor ziet van de prijzen der
evenzeer bewegelijke klcedincartikelen en
der minder bewegelijke brandstoffen.
Het indexcijfer der brandstofprijzen is
langzamerhand ook beneden dat der totale
kosten van het levensonderhoud gekomen
en heeft nu de laagte van dat der levens
middelen bereikt, terwijl de kleeding altijd
nog het laagst komt wanneer men de
koopjes hij de uitverkoop in Januari i:
berekening zou betrekken, zou zij nog la
ger komen en het eenige is dat althans
het algemeene groothandelsJndexcijfer ge
naderd is.
Een verdere aanpassing kan thans
blijkbaar alleen nog komen van het ove
rige, verstarde, gedeelte van het bud
get, waarvan huur, gas en electriciteit
ongeveer de helft uitmaken.
Tot 1932 waren de huren nog steeds ge
stegen en het indexcijfer stond toen op 100.
In 1933 is dit onveranderd gebleven en
eerst in 1934 is het iets lager geworden,
n.l. van 106.0 op 105.9 gekomen, een cij-
fcer, dat bij de 57 voor de kleeding schril
afsteekt
En wat gas en electriciteit betreft de
priizen hiervan waren in 1930 op 95 pet. van
1928 gekomen en daarop staan ze nog
Van de verdere posten van het budget
zijn de prijzen van toilet- en waschartikelen
en huisraad overeenkomstig die van andere
artikelen uit den kleinhandel gedaald, resp.
tot 82 en 62 Dot. van 192S. En voor het ove
rige dee! (fondsgelden, contributies ontspar,
ning. tram. diversen), vormende ongeveer
Vi van het budget is nagenoeg geen ver
mindering ingetreden.
G. BOTJE f
Gisteren is in den ouderdom van 62 jaar
te Haarlem overleden kapitein G. Botie.
oud-gezagvoerder van de Mij. Nederland.
De heer Botje was een belangrijke figuur
in de scheepvaartwereld en hij heeft veel
voor de belangen van dp Neaeiianflsche
koopvaardij gedaan. j
ROTTERDAMS GEMEENTE-
BEGROOTING
Een aanvankelijk tekort van
13.2 millioen
De positie der gemeentefinanciën
aanzienlijk verbeterd door het
werkloosheidssubsidiebesluit
Mede op aandrang van den gemeente
raad hebben B. en W. van Rotterdam
thans de ontwerp-begrooting voor het
dienstjaar 1935 ingediend, hoewel de
correspondentie met de Regeering over
dit ontwerp nog niet is beëindigd.
Moest over het dienstjaai 1934 een be-
grootingstekort worden „uitgestooten'"
van f 9.134.300, bij de aanvankelijke sa
menstelling van de begrooting voor 193
had men voor een bedrag van f 13.218.584
nog geen dekking. Met de door de Re
geering aangekondigde maatregelen was
daarbij nog geen rekening gehouden.
De Regeeringsmaatregelen zouden nog
f 208.500 van de gemeentekas vragen,
zoodat Rotterdam een begrootingstekort
zou hebben te dekken van rond 13J^ mil-
boen gulden.
Een aanzienlijke verlichting van de
financieele lasten der gemeente
werd echter verkregen door het
Werkloosheidssubsidiebesluit. De
begrootingspositie kon daardoor
worden verbeterd met f 7.349.178.
Op grond van een berekening omtrent
de financiering van het uitgestooten be
drag over 1934 kwamen B. en W. tot
een nieuw begrootingstekort van
f 6.187.518.
De besparing op personeelsuitgi
waartoe reeds eerder het besluit werd
genomen bracht f 1.500.000 op. terwijl
en W. meenden het nadeelig saldo van
1933 over 10 jaar te mogen verdeelen
Het tekort kon aldus worrlen terugge
bracht tot f 2.746.482. De raming der in
komsten kon op grond van de
cijfers met f 810.550 worden verbet*
'terwijl door interne bezuinigingen
verdere beperking van de personeelsfor
matie nog een hall millioen kon worder
gevonden. B. en W. hebben gemeend dat
voor het restant-tekort ad f 1.419 534
aanspraak kon worden gemaakt op een
extra-bijdrage uit het Werkloosheids-
subsidiefonds. welke immers kan woiaen
uitgekeerdflj^dien ten genoege van de
Regeering aanneme'ijk kan worden ge
maakt. dat de lasten niet meer kunnen
worden opgevoerd en de versobering tot
het uiterste is doorgevoerd.
Een uitvoerige correspondentie is
daarop met Ged. Staten en de Re
geering gevoerd Terwijl eenerzijds
door het hooger bestuur een lagere
uitkeering uit het werkloosheids-
fonds werd geraamd van 3 millioen
werd anderzijds een minder druk
kende regeling voor de dekking
van oude crisistekorten toegestaan.
Door deze ramingen was het mo
gelijk het tekort terug te brengen
tot f 200.000.
Gedeputeerde Staten hadden reeds in
October bericht, dat naai hun inzicht op
den gewonen dienst nog niet tot het uiter
ste zou zijn bezuinigd. B. en W. hebben
zich tegen deze suggestie met kracht ver-
zet en er de aandacht op gevestigd, dat
op de totale personeelskosten 25 r/o is be
zuinigd. terwijl op de onderwijskosten
rond 50 is bezuinigd.
Door nog enkele maatregelen had
den B. en W. ten slotte een slui
tende befooling verkregen.
Nieuwe inzinkingen zijn echter niet
uitgebleven. Zoo moest o.m. de
raming voor de gemeentefondsbe
lasting nader met f 600.000 worden
verlaagd, terwijl de verlaging van
het gastarief ook nog dekking moet
vinden.
B. en W. zetten uiteen, dat daartegen
over ook het bezuinigingsproces nop
doorzet, terwijl voortgegaan wordt met
vermindering van de schuld der gemeente
die van 1925 tot 1931 was gestegen van
270 tot 370 millioen en thans weer (afge
zien van leeningen voor werkloozensteun)
is gedaald tot 354 millioen.
De correspondentie met het hooger
bestuur is nog niet beëindigd, zoo
dat nog niet geheel kan worden ge
sproken van een Legrooting die
gereed is. De eindindruk van de
door B. en W. verstrekte cijfers is
echter, dat de financieele positie
van Rotterdam er minder trooste
loos uitziet dan voor 1934. Ingrij
pende maatregelen worden dan
ook nu door B. en W. niet meer
voorgesteld.
Colijn's rede
In geen onbelangrijk deel der roomsch-
kath. pers is rumoer ontstaan over de jong
ste rede van minister Colijn. De groote lei
ders van handel, industrie, scheepvaart en
bankwezen brachten den minister-president
een ovatiewas er nu nog bewijs noodig
voor de 6telling, dat Dr. Colijn geheel op de
liberale lijn terecht was gekomen?
Aldus luidde veler oordeel. Maar de
IJ t r e c h t s c h e C r t., evenzeer roomsch-
kath., laat een geheel ander geluid hooren
en schrijft:
„Het moet niet onderschat worden, wan
neer een man als de huidige minister-presi
dent, wiens politieke en sociale gevoelens
toch zeker niet met die van het overgroote
deel van zijn auditoirum strooken, zulk een
diepe indruk maakte op deze toch zeker tot
oordeelen bevoegde intellectueelen.
Men zegge niet: „Nu ja, Colijn's econoi«i
sche opvattingen slaan dicht bij die van het
liberalisme", hij moge in sommige op
zichten niet geheel vrij zijn van de oude
economie-doctrine, hij heeft een open oog
voor de keering van de tijd, en hij heeft
niet geschroomd zijn gehoor dingen te zeg
gen. die voor een liberaal oor nu niet al
tijd aangenaam te hooren waren.
Met name het aantasten van de vrije han
del en het ingrijpen op het vrije bedrijf zijn
punten, die de voorstanders der liberale
economie-leer als dorens in het vleesch drin
gen. Toch is Dr. Colijn erin geslaagd zijn
gehoor duidelijk te maken, dat het stelsel
van contingenteeringen dat toch zeer ze
ker een gevoelige belemmering van de vrije
invoer is in de tegenwoordige omstandig
heden niet alleen onvermijdelijk is .maar
ook practisch nuttig werkt. En de slaande
voorbeelden, die de spreker aanvoerde om
trent de goede werking van ordeningsoveree»
komsten betreffende de productie van goe
deren in internationaal verband, verduide
lijkten voor zijn gehoor in sterke mate de
aannemelijkheid, dat ordening van produc
tie op kleinere schaal, in nationaal verband
alzoo, evenzeer goede vruchten zou vermo
gen op te leveren.
AI ware 't alleen maar om deze dubbele
reden, verdient de overtuigende toespraak
van Dr. Colijn tot de „captains of industry"
groote waardeering. Niet deze enkele voor
dracht in het juiste milieu heeft de minister
president meer inzichten verhelderd, meer
misverstanden geschokt, meer bekeerlingen
gemaakt, dan een jaar polemiek van heel
de rechtsche pers ooit vermocht zou heb
ben.
En nu kunnen we ons voorstellen, dat er
warme voorstanders van de órdeningsgedach
te zijn-,-die deze nóg sterker, nóg urgenter,
nog dringender in de rede van den eerste
minister hadden willen zien uitkomen
maar dan valt daartegenover op te merken,
dat politiek is de kunst van het bereikbare
en dat het een slechte taktiek zou geweest
zijn, geen rekening te houden met de menta
liteit van het gehoor, waarvoor men spreekt.
„AU zu schraf macht schartig"."
Raadhuis Enschede
Een pronk voor de gemeente.
De gemeente Enschede heeft rond fl.400.000
uitgegeven voor een nieuw raadhuis, waar
bij gerekend is een bedrag van ongeveer
f 50.000 aan geschenken voor meubileeiing.
Een geweldige som, vooral in dezen tijd;
maar Enschede heeft er dan ook iets heel
moois voor gekregen Een gebouw om er
trotsch op te zijn.
Dat nieuwe opbouw noodzakelijk was.
zal niemand ontkennen, die gezien hee't
hoe armoedig het college, de «aad en de
ambtenaren in het oude gebouw gehuisvest
Dat het nieuwe raadhuis iets geweldigs
is geworden, zal ieder toestemmen die h-it
aanschouwt of jok maar kennis neemt van
de mooie foto's en het duidelijke artikel,
dat de bouwmeester Ir. G. Friedhoff, archi
tect B.N.A. te Amsterdam, in het altijd
goed verzorgde tijdschrift „Publieke Wer
ken" plaatste.
RIJKSPROEFZENDER TE BOEKELO
Op de terreinen van Bad-Boekelo nabij
Enschedé is vanwege den Technischen
Dienst der P.T.T. een proefzender-installa-
tie opgesteld. In verband met de stichting
van het gemengd-radiobedrijf zal n.l. zooals
bekend een nieuwe zender worden gebouwd
Teneinde na te gaan waar t. z. t. het best
de hoofdzender en de nevenzenders kunnen
worden gebouwd werden op velschillende
punten in het land proefzenders ingerich»
waarvan die te Boekelo er een is,
HET TWENTE RIJNKANAAL
De werkzaamheden voor den aanleg van
het Twente-Rijnkanaal vorderen zeer snel.
Men is thans reeds bezig bij het eindpunt
Enschedé. Er is Alle kans, dat in het mid
den van 1936- het geheeie kanaal in gebruik
kan worden g'-nonen, dat thans reeds tot
Markelo ieyaarbrai; is.
Voornaamste Nieuws.
Dit Nummer bestaat uit VIER bladen
waarbij inbegrepen het Zondagsblad
Dc thans ingediende Rotter dam schc Gemeentc-
b.grooting vertoonde aanvankelijk een tekort van
ruim f 13 millioen.
De parJculieTe mijnen in Limburg hebben dc
loon- en arbeidsovereenkomst tegen 1 Maart a.s.
opgezegd
Tengevolge van kortsluiting in het onderstation
Schiebroek was gister dc elcctrische treinenloop
tusschen Rotterdam en Den Haag gestoord.
Tengevolge van een auto-ongeval te Heer Hugo-
waard is de heer W. van der Laan, wethouder
van Voorhout, overleden.
De Alphensche Bank N.V. in 1934 Hoogerc
winst. Dividend 8 pet. (v.j. 7).
Ek: stand van dc clearing met Duitschland, Chili
Blz. 5
Aandeelhouders van de KJS.M.A. hebben be
sloten tot overplaatsing van de laboratoria n^r
Het Zondagsblad van heden bevat o-ra.:
Meditatie.
Gedicht van Camphuyzen.
Van boeken en schrijvers: „Terug naar de
Ouden" (over Dirck Rafaelsc Camphuysen)
door P. van R.
Menschen in de werkverschaffing „De man
aan 't werk" interview door G. KJijn.
„Het korte huwelijksleven van Philips d«
Schoone", Mevr. H. Kuyper-Van Oordt.
Van bocfe dingen „Over thee zetten" door
G. K. A. Nonhebcl.
T^vTvoIgverhaal van K. Jonkheid: „Gelijk
ook wij vergeven
Jeugdrubriek.
Kleuterkrantje.
verdrijven kou en pijn
'iad. Doos/2 KROONTJES sod
UIT HET SOCIALE LEVEN
Loon- en arbeidsovereenkomst in
het mijnbedrijf opgezegd
De N.V. Domaniale Mijn Mij, de Mij
tot Expiotatie van de steenkolenmijnen
Laura en De Vereeniging, de Mij tot
exploitatie van de steenkolenmijn
Oranje Nassau en de N.V. Nederland-
sche steenkolenmijn Willem Sophia
hebben de contactcommissie voor het
mijnbedrijf een schrijven gezonden,
waarin zij ter kennis brengen, dat zij
zich genoodzaakt zien de loonovereen-
komst tegen 1 Maart 1935 op te zeggen.
Naar wij nog nader vernemen is door
de particuliere mijnen de arbeidsover
eenkomst tegen 1 Mei as. opgezegd.
Bovengenoemde Bond hoopt zijn algeiiice:
ne vergadering Woensdag 18 Juni te Zwollo
te houden.
De oprichting van den Bond op 26 Jan.
1910 werd in verband met het overlijden van
den voorzitter, den heer J. S. Ruppert, niet
feestelijk herdacht. Echter werd, voor dat
het hoofdbestuur dien dag zijn gewone be
stuursvergadering hield, op dc zerk vari het
graf van den heer Ruppert een bloemen
hulde met toepasselijk opschrift namens de
Bonrisafdeeling gelegd en ging een der be
stuursleden in gebed voor.
Het orgaan van den Bond herdenkt in
eenige artikelen het Bondsjubileum.
stellen ingekomen.
Lfdeelmgen zijn verschillende
Gemengd Nieuws
VERDRONKEN
Het onlangs onder Oostkapelle aangespoel
de lijk is thans gebleken te zjjn van een
oS-jarige vrouw, die in een gesticht voor
zwakzinnigen te Eecloo verpleegd werd en
sedert eenigen tyd daaruit werd vermist.
WAARSCHUWING
Alvorens in relatie te treden met de onder-
11 e min? „Superbe" te H aar! e- Hertog, welke
onderneming aanbied ngen doet hetreffende
het vervaardigen van portretvergrootingén.
wordt m overweging gegeven zich eerst om
inlichtingen te wenden tot de politie.