Debat over Onderwijs
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor !OcL
ZATERDAG 15 DECEMBER 1934
TWEEDE BLAD PAG. 5
TWEEDE KAMER
Begrooting van Sociale Zaken
aangenomen. Daarna een ge-
dachtenwisseling over dienst
weigeraars
Het spellingbeleid aangevallen
en verdedigd. De bezuiniging.
Het Grondslagen-ontwerp
Overzicht
De Kamer heeft met grootc meerderheid
'de moties van den heer Kupers verworpen
en daarna de begrooting van Sociale Zaken
aangenomen.
Bij de stemming over de moties was er
hij de R. K. fractie zelfs geen enkele af
wijking, ook de heer Steinmetz stemde er
tegen. De roode groepen, de heer v. Houten
inbegrepen, waren de voorstanders der
moties. De begrooting van den minister kon,
nadat het demagogisch tweetal gesneuveld
was, de instemming dezer groepen en per
sonen niet verwerven, zoodat ze er tegen
stemden, waarbij ze in de heeren Kersten
en v. Dis geliefde bondgenooten vonden.
De S. G. P. verdwaalt steeds vaker in den
hoek der revolutionairen. Die kunnen zoo
langzamerhand op den heer Kersten en de
zijnen als trouwe medestanders gaan
rekenen.
Bij een suppletoir begrootinkje van De
fensie ontstond een gedachtenwisseling over
de behandeling van dienstweigeraars. Deze
worden nog al eens, als ze hun taak in
dienst van den Staat moeten verrichten,
bedacht met. arbeid op een rijkskantoor en
ontvangen dan 60 a 70 gulden per maand.
Dat is nooit de bedoeling geweest met do
Dienstwcigeringswet, zoodat het begrijpelijk
is, dat verschillende Kamerleden tegen de
ontaarde practijk opkwamen, die aan
dienstweigeraars bijzondere voorrechten
geeft boven hen, die op normale wijze hun
dienstplicht vervullen. Ook werd een tegen
stelling met den steun der werkloozen ge
maakt.
Minister Deckers verklaarde het ontstaan
van deze ietwat bevreemdende wijze van
wetstoepassing, maar eindigde toch met toe
te zeggen, dat hij er zijn aandacht aan
schenken zal. Dat moet nu gaan beteeke-
nen, dat dienstweigeraars niet langer aar
dige betrekingen gaan vervulen, waarnaar
anderen tevergeefs dingen.
Z. h. s. werd een wetsontwerp goedgekeurd,
waardoor de staatsbijdragen voor het Ouder-
domsfonds gedurende 10 jaar met 4 millioen
per jaar worden verminderd.
De Algemeenc Beschouwingen over On
derwijs namen daarna de rest van den mid
dag en een deel van den avond in beslag.
De Kamer hield het n.l. uit tot kwart over
zeven.
Verscheidene afgevaardigden hebben nog
hun licht laten schijnen, waarna de minis
ter in een rede van meer dan twee uur
zijn beleid verdedigde. Het uitvoerigst was
hij daarbij over de spelling. We gelooven,
dat het ook korter gekund had; nu ver
slapte op den duur de aandacht der aan
gebleven hoorders merkbaar.
De minister begon zijn rede met een be
strijding van de critiek op zijn buiten de
Kamer gehouden redevoeringen, die zeker
niet alle onverdeeld gelukkig zijn. Met
name niet die, welke over de spelling han
delen. Er volgde een uitvoerige verdediging
,van het heele spellingheleid. De minister
heeft daarbij zich zelf gelukgewenscht met
zijn ongedacht succes op dit gebied, naar
hij meent. Wat den vorm van zijn optreden
betreft, moet men hem nemen zooals hij is.
Hij wordt ook aangevallen, onrechtvaardig
Aangevallen en dan verdeigt hij zich.
Dat hij de openbare school zou afbreken,
Werd door den minister op goede gron
den ontkend. Wat hij heeft gedaan was
een daad van wijs beleid, noodig geworden
vanwege de onafwijsbare bezuiniging en met
het doel ineenstorting van het heele Onder
wijsgebouw te voorkomen.
De bedriegelijke cijfers, waarmede van de
zijde van het openbaar onderwijs geschermd
wordt om den indruk te vestigen alsof de
openbare school zoowat vennoord wordt,
werden door den minister in het ware licht
geplaatst. Als de paladijnen voor de over-
heidsschool nu fatsoenlijk genoeg zijn om
's ministers niet te wraken toelichting te
aanvaarden, cfan zal een gaarne gecolpor
teerde legende spoedig uit de wereld raken
.en maakt ook de heer Ter Laan een eind
aan de onwaardige wijze, waarop hij in de
Kamer te dezer zake heeft gesproken.
De bezuiniging moet komen, verklaarde
'de minister. Met ernst werd daarom aan
de rechterzijde nogmaals verzocht aan de
noodzakelijke concentratie van scholen mee
te werken. Er is niet aan te ontkomen. Gaat
het niet vrijwillig, dan zal wettelijke
dwang, die dan wettig zal zijn, op den duur
niet uit kunnen blijven. We hopen, dat het
Christelijk onderwijs deze waarschuwing
ter harte zal nemen en de offerbereidheid
zal toonen, die door den nond der tijden
wordt gevorderd. Aan het onderwijsbegin-
selen zal daarbij niet behoeven te worden
getornd. Er zijn ongetwijfeld reeds belang
rijke offers gebracht aan onderwijzers, aan
verminderde vergoedingen en aan een begin
van concentratie. Maar er zal meer moeten
gebeuren. De ruim 148 millioen aan uit
gaven voor onderwijs zijn niet te handha
ven en daarom is het beter om gezamenlijk
te trachten een dreigende ruïne te voor
komen. Het mes zal er over heel de linie
diep in moeten. Dat staat vast. Maar dan
is het ook het beste, dat we zelf er de
hand in hebben als ef zal moeten worden
geamputeerd.
Over zijn toekomstplannen wat de orga
nisatie van ons onderwijs betreft, kon de
minister niet veel zeggen. Het rapport van
den Onderwijsraad over het z.g. „Grondsla
genontwerp" had hij juist 's morgens ont
vangen. Het ontwerp was acht maanden
in onderzoek geweest en het rapport was
dik, herhaalde de minster enkele malen.
Waarom? Om de schuld straks ten deele te
kunnen wentelen op den Onderwijsraad, als
hij met zijn grondwet vor ons ondenvijs en
de uitwerking er van niet gereed of niet
op tijd gereed komt? We hopen van niet.
Want heeft de minister zelf niet een jaar
noodig gehad om zijn Grondslagenontwerp
zoover te brengen, dat het naar den On
derwijsraad toe kon? Maar dan is het ook
niet overdreven, dat dit College geruimen
tijd noodig heeft gehad om zijn eindoordeel
te bepalen. Zoo eenvoudig is de zaak niet,
al ging het dan ook maar over het „ge
raamte" voor onze geheele onderwijsorgani
satie van bewaarschool af tot universiteit
toe. Er is hard gewerkt aan het onderzoek
van 's ministers ontwerp, dat meenen we
door de technische menschen in een
vroeger stadium vrijwel „gekraakt" was ge
worden,
De minister vond nu in de z.i. vertraagde
verschijning van het lijvige rapport en in de
financieele omstandigheden min of meer
een excuus voor eventueel uitstel van zijn
definitieve voorstellen. Erg aannemelijk
komt ons ook dit laatste argument niet voor
Mei en December verschillen in financieel
karakter niet zoo heel veel met elkaar
zoodat de financieele zorgen hier niet be^
slissend kunnen zijn.
We blijven het be-te van de heele zaak
hopen. Een goed georganiseerd, goedkooper
en toch deugdelijk onderwijs kan niet dan
welkom zijn. Maar of het zoo gemakkelijk
zal zijn te verkrijgen als de minister zich
misschien aanvankelijk heeft gedacht mee
nen we te mogen betwijfelen. Het schijnt niet
eenvoudig een zoo radicale hervorming in
een organieke organisatie met daarbij pas
sende wetten en uitvoeringsmaatregelen te
belichamen. Wat we er tot nu toe van be
merkt hebben, versterkt wel zeer bijzonder
dit vermoeden.
Verslag
steunnormen
mot 63 toeren
De motie betreffende
toeslag op de uitkeeringen
•n het beschikbaar stellen van
stemmen. Voor: dezelfden.
Dis. de communisten. Sneevliet en v. Houten'
Z.h.st. passeerden daarna enkele kleine wets
ontwerpen: zes suppletoire begrootinsen en 't
wetsontwerp AVuziginc van artikel I der wet
van den 30sten Juli 1926. Staatsbl. no 247. tot
uitvoering van art. 4. eerste lid. der Ouderdoms
wet 1919 en nadere vaststelling van de midde
len voor de dekking van de uit te keeren ren
ten. bedoeld bü de artikelen 28 en 37 van de
Ouderdomswet 1919; wijziging van art. 17 van
de wet op de Rijksverzekeringsbank en de Ra
den van Arbeid; nadere regeling van de ver
houding tussohen Ouderdomsfonds A en het In-
validiteitsfonds voor zooveel betreft de terug
betaling van door het Invaliditeitsfonds aan
het Ouderdomsfonds A verstrekte voorschotten.
Bevoorrechting van dienstweigeraars
BÜ
uppletolre van Defensie maakte de
heer TILANUS (c.h.) enkele opmerkingen ov<
het tegen belooning van f 60 a f 70 per maani
tijdelijk te werk stellen in 's Rijks dienst. H:
zag daarin een zekere bevoorrechting, omda
de wet slechts van vrijstelling van den diens
spreekt, maar niet verplicht deze menschen eei
behoorlijk bezoldigde rijksbetrekking te geven
Dat kost ons f 25.000 plus bevoorrechting de
dienstweigeraars.
De heer DUÏMAER v. TWIST (a.r.) sloo
:rgeleken oo
De 'heer SCHAEPMAN (r-k!)' deelde do ge
naakte bezwaren.
De heer FAEER (s.d.) bestreed de voorgaan
Ie sprekers. Hü kon zich voorstellen, dat o
rrond van de economische omstandigheden ee
1 noodig is. Maar het jaar extra-dienst ver
plicht toch de dienstwelgei
DIJK (a-r.) kw
e houdei
De he.:
beschouwingen var. den heer Faber. Deze
het volle „recht" der dienstwelger:
rader een plicht
-echt. De bedoeling was oorspronkelük
heer WIJNKOOP (comm.) was het
den heer Faber eens.
MINISTER DECKERS merkte op, dat de wet
hem verplicht voor de dienstweigeraars te ---
te
i bevoc
tvei-
er wil. met de
ms -dienstweigeraars zijn,
hte positie zouden komen.
werd ook goedgekeurd de
wijziging der Ouderdomswet
ijkabijdr
i per
wordt
Voortgezet werd de behandeling der
ONDERWIJSBEGROOTING
De heer MOLLER (r.k.) was blii. dat na acht
maanden de Onderwijsraad zün advies gego'
■heeft over het Grondslagenontwerp. Het heeft
lang genoeg geduurd. Verder besprak hü het
spellingvraagstuk, bestreed den heer Tilanus
en verontschuldigde de nieuwe spellingmoeilijk
heden. Er is geen spelling zonder moeilijkhe
den. Het getal voorstanders der nlei
'ing groeit, 's Ministers beleid in d<
werd verdedigd. Hij lokte Kon. besl
Terpstra besliste over spelling
schrijven. Om de positie van
i dit geding te typeeren, de-
Moller een Engelsch
bü min
Hü i
ïrde de he<
ïrdlg soldaatje
En zü een schuchter meisje van buit<
Prof. VISSCHER (a.r.) erkende de moeilük-
held van "s ministers taak. Die hangt
met dc weelde van de laatste jaren In c
derwüs. De minister stelt echter zün ta;
Noodig
vracht. Bet
laar een z
mmachtig -
reiken"
.de la;
da».
i dien:
afdw
-olie
lagstuk. Is hü
zün eerst gestelde doel
Ach vader, niet meer
De minister wil bezuinigen, maar voelt zün
nvermogen. Zijn eerste illusie is hem on'
en. Prof. Vlsscher leeft en lijdt daarin
em mede. Sn toch Is en bl(ift het ..rnoc
an de bezuiniging. De minister komt er
0U methode niet. Men kan niet bliiven c
(vermindering, klassenvergroo-
ting en concentra
uitgeput. We kunnen nï
insniiden in het leven va
Iddelen zon
ÉjH aan he
Üs. Eei
- t bctee
nog geen slechter onderwüs. Met ons dure
eer KERSTEN (s.g.p was van oordeel.
veel to veel voor onderwüs uitgeven,
uinlgine schiet niet op en toch mot
iis het groo'ter dc-el er van bübrengei
na beweerde de heer Kersten weer eer
school is opgeofferd aan het kiesrech
dc school terugbrengen naar de grond-
der reformatie.
KETELAAR (v.d.) critiseerde
erking tot bezuiniging vai
bil het openbat
- (a.r.) wees de historische
beschouwing van den heer Kersten als onwaar
f. Ook zijn verdere beschouwingen waren van
wafelachtige waarde. De achool der vaderen
vas niet zoo mooi als hü zeide; dat bewüst de
deformatie, die in ons volksleven toen viel te
ren. Wat voor een school wil dc heer
toch? Hü dringt ook aan op bezuinl-
Ün eigen schooltjes vrü wll-
i par-
ging.
len 1
On
tüscholen. maar büzondere scholen, op:
'it maatschappelük initiatief.
Het büzonder onderwüs heeft de concentra-
e büna niet noodig vanwege de bezetting der
holen. De pacificatie cis.-.lit. dat de concen-
atie bü het büz. onderwüs vrüwillig zjj. ten-
J men de vrüheid der ouders zou willen aan
tasten. Deze dingen kunnen niet samen gaan.
Dat zooveel openbare scholen gemist konden
orden, is gevolg van de vroegere splitsing
m vele openbare scholen in de grooto steden.
De heer Terpstra heeft aangedrongen op
handhaving van dc vrüheid dor ouders.
indt, doet dat ui't a
heei
inderwüs, opdat
uitga
alle bezuiniging.
's Ministers optreden in dc spellingkwestie
heeft de orde geenszins vergroot. Overigens kon
de heer Zijrtra zich te dez
scher aansluiten.
De heer WIJNKOOP (c<
zake bü prof. Vis-
het in de
MINISTER MARCHANT AAN HET WOORD
MINISTER MARCHANT verantwoordde zich
dan kom't er critiek.
De minister herinnerde er aan, dat hem aan
passing verweten was. Hü was den vereenvou-
digers een vereenvoudiger, den Egmonders een
Egmonder, den Cockslanen een Cockslaan.
Het was hem er om te doen, als hü over de
spelling sprak, juiste denkbeelden daarover te
verbreiden. Bü de Afscheldlngsherdenking wek
te hü in de sfeer op tot vriiw illlg.;- ixm..entra
tio van büz. scholen. Hü heeft eerbied gege
ven aan hen, die na groote opofferingen den
schoolstrü'd hebben gewonnen. Na 1920 zün ech
ter tal van büz. scholen opgericht door hen, die
er vroeger geen cent voor over hadden gehad.
zullen volgen als de Regeering de nieuwe spel
ling Invoert. Is de minister bereid den maat
regel te nemen. Hü trekt met zün spelling
slechts de lijn van zün ambtsvoorganger door.
Wie echter In deze zaken optreedt en niet
deskundig is, loopt zeker risico Dat hebben
sommigen ondervonden. Er heerscht op dit
Jan zegt, dat er niet veel lntelligeni
loodig is.
se nog k'
lelllnf
komen, di
d ook. (Gelach).
•spellingvoorschriften bedoelen de
P de school te bevorderen. De mlnis-
Op de Abdü
heeft de ministei
Minister Marchant
Deze laatsten toonen echter het minst neiging
om mede te werken aan VTÜwlllige concentra
tie en daarom wekte de minister op tot vrü-
willige concentratie, met het voorbeeld dei
voortrekkers voor oogen. Hü wees de men
schen op hun plicht. En toen is hü toegejuicht.
1 ij k h e i d). Is dat aanpassing?
*u' Egmond-tentoonstelling
anders gedaan, dan e
op te wijzen, dat indertüd een Benedictün ii
Noord-Hoiland naast godsdienstige opvoedinj
beschaving had gebracht. Sonoy heeft er late
gestolen cn biand gesticht.
De heer Lingbeek vond dat moorden en bran
den vanzelf sprekend het past in den tüd
en.AIva, waarover het niet ging, had hetzelfdi
—-daan. Dat is zeker de christclb'ke leer van d-
De strijd tegen Spanje
was geen strüd tegen de katholieke kerk, maai
tegen Spanje voor onze onafhankelijkheid. D<
strüd was ir. Zuid-Nederland zelfs eer ontbranc
dan in Noord-Nederlur.d. De minister kwam dus
op tegen sommigcr onjuiste historische visie,
die van den vrijheidsstrijd een godsdienstoorlog
.ken, maar die fout niet willen losli
dat dan hun heele beschouwing in elkaar valt.
.an op eenheid
Verdei
hü
ivilde.
De voorschriften voor de telling ontmoetten
ok bedenking. Een als schoolgaand bekend
:lnd, dat wegens ziekte langdurig afwezig
lag worden meegeteld. In dit opzicht w-
ohter geknoeid door openbare en büz. schol
zün 34 van zulke gevi - - -
terf die dit
rde kinderen, die er niet waren
tellen op teldata. Een burgemees
rdedlgen, heeft d<
burgemeester, u bent een oplichter
regel, die onder
_.inl8ter Terp-
verhoogd. Maar er is misbruik van
kt en toen heeft de minister zün maatrege-
genomen. Al weer Is echter in de nieuw,
ding een maas ontdekt; de minister zal di.
De concentratie
een winst voor de büz. scholen, maar ooi.
es. Automatisch werkt deze door voor d(
■ntallige onderwüzers en ook in ander op-
lc bf een andere politieke constellatie zoi;
de heer ter Laan het niet beter gedaan heb-
en dan de minister het nu doet. Hü wildt
vcral verplichte achoolvoeding_en -kleeding.
taken? We hoorde]
Het landbouwverlof
werk zullen doen.
dat een minister v
chts niet of moeilük had kunnen doen,
eigen bedrijf der
rechts
hjj do.
de openbare school
Onjuist is echter, dat het werk achterwege
vallen. In 8 van de
52 "schoolinspecties is de vereenvoudigde schrü'f
wüze al ingevoerd, in 33 op nagenoeg alle scho
len. in 11 inspecties zün nog een vrü groot aan*
tal scholen, waar men van het nieuwe niet
weten wil. De mirister had zelf dit resultaat
niet verwacht. De tegenstanders moeten nu hun
verlies maar nemen. Een commissie heeft geen
zin meer.
De denkbeelden van prof. Vlsscher
bestonden in alger
geen enkel concrete nanaieiaing.
uit tot een sprong ln het duister,
over het laten verkommeren door den minister
van het nüverheidsonderwüs, getuigt van zoo
volslagen onkunde, dat de minister geen kans
ziet die met de feiten te verboteren.
opgelegde Christelijke eenheidsschool
met fascls-
Het ontwerp-Grondslagenwel
houdt in volmachten om de gedachte onderwüs-
constructie in wettelüke bepalingen (wet of
alg. maatregel) vast te Joggen. De bedoeling is
vereenvoudiging. Hot verschenen rapport is een
stevig boekdeel, dat bestudeerd moet worden.
De minister zal zün best doen. Maar in dezen
bezuinlgingstüd moet er. ln afwachting van
wat komt, tooh op het onderwüs bezuinigd
worden.
De Kamer zal spoedig kennis maken
met de noodzakelüke ingrijpende bezuini
ging op den staatsdienst.
dislocatie der scholen
ls noodig. Maar die moet voor het büz. onder
wüs anders geschieden dan voor het openbaar
onderwüs. Daarvoor was zü ook meer urgent
en werkte bovendien automatisch door voor
het büz. onderwüs.
Aan doelmatige organisatie van het bü*.
onderwüs zal niet te ontkomen zün en die
organisatie mag niet duurder zün dan de
doelmatigheid verelsoht We zullen zonder
dwang tot het doel moeten zien te komen.
Maar gelukt het niet met de vrüheid, dan
zullen we gedwongen worden, het anders te
Er is haast bü het werk. Laat de goede wil,
ls,
Er werd gerepliceerd door de heeren TILA
NUS, KERSTEN. LINGBEEK. TER LAAN.
VISSCHER. MOLLER. ZIJLSTRA
L1NGA.
De MINISTER dupliceerde.
Te 7.15 sluiting.
WIE-
ECONOMIE EN FINANCIEN
Naar een 3% Staatsleening
Het weekoverzicht van de fa. Oyens en
Zonen bespueekt de vraag of in het eerste
kwartaal van 1935 een 31/* Staatsleening
kans van slagen heeft In de tweede helft
van December, aldus wordt in het overzicht
opgemerkt, begint zich hier en daar gemeen
lijk reeds de voorbereiding voor de beleg-
gingsvraag in Januari af te teekenen. Allo
4 typen Nederland gelden thans 102 en
hooger. Ook 4 Ned. Indié doen hun plicht
Gelet op degraagte waarmede dit rnate-
•iaal wordt gekocht, lijkt een 3y2 Staats
leening in het eerste kwartaal 1935 meer
dan waarschijnlijk. Hiervan zou inzonder
heid 2i/2 N.W.S. profiteeren, als zijnde
het laagst genoteerde Staatsfonds.
De convereieleening Den 1-Iaag is geen vol
ledig succes geworden. Wellicht was de
s van uitgifte een fractie te hoog, ter
wijl ook de tijd van het jaar niet zeer gun
stig was. Het niet geplaatste deel was ech
ter slechts zeer klein, en de koersen dei-
oude 4 typen handhaafden zich op
100 5/16 gedaan en bieden.
Pandbrieven zijn iets meer tot rust geko
men. al was het aspect van de markt hier
daar nog onregelmatig. Belangwekkend
was een ministerieele uitlating in de Twee
de Kamer dat de hypotheekbanken de ren-
ROFFELRIJMEN.
GESCHRAPTE SCHADEPOST
Het dageliiksch bestuur van de
V A.R.A. heeft den llteralren mede
werker en adviseur Martlen Bever
sluis ln zün functie geschorst
Het bestuur grondt dit besluit op de
ining dat Beversluis, door
en voeling
1. links sta
de V.A.R.A. scha.
Zoo wordt de dichter van de haat
De aether uit gesmeten.
De Vara zet een domper op
De rauwe jammerkreten
Die Beversluis van tijd tot tijd
Noodwendig uit moest laten
Opdat de roode luisteraar
Zou grondig leeren haten.
Het werd ook wat onsmakelijk
Slechts hommen en granaten,
Kanongedonder en gekrijsch,
Krankzinnige soldaten,
Geschonden vrouwen, hongersnood
En zatte rijke heeren
Geregeld aan de Varadisch
Te moeten consumeeren.
De gruweldichter ligt er uit.
De man heeft het verkorven
Want blijkbaar heeft zijn brallen voof,
De Vara veel bedorven
En is zijn bruisende gemoed
Zoo gruwelijk gaan gisten
Dat het nog slechts genietbaar was
Voor pure communisten.
Hoe t zij, de Vara wenscht door hem
Niet langer scha te lijden
En gaat zich van die schadepost
En lasterpost bevrijden.
Wij, als normale luisteraars,
Wij kunnen slechts waardeeren
Dat zich de Vara langzaamaan
Probeert te fatsoeneeren.
(Nadruk verboden.)
LEO LENS
ten hunner uitstaande leeningen vrijwillig
zouden verlagen bijaldien zij er in mochten
slaggn om de begonnen conversies in 4
typen ten einde te voei<en. Hierbij zij op
gemerkt, dat de regeering aan dit streven
tegemoet zou kunnen komen door vrijdom
van zegel toe te staan voor geconverteerde
stukken, daar de conversiekoeten voor de
hypotheekbanken wel zeer hoog zijn, en
haast prohibitief woitfcn als het omzetting
van 41/2 typen in 1 typen betreft. Ook
de uitgifte van een 3y» staatsleening zon
een macthigen stoot in de goede richting
kunnen geven.
Komende emissies
Van de gemeenten Meppel,
Tilburg, Utrecht en Dor
drecht
De Amsterdam'Jche Bank cn dc Rotterdam*
sche Bankvereen. berichten dat de inschrijving
op de uitgifte van 4 pet. obligaties der conver-,
eieleening 1934 der gemeente Meppel. groot
f I millioen, met recht van voorkeur boor de
houders van niet- uitgelote obligaties van
f 1000, f 500 en f 250 der per 31 Dec. 1934 af
losbaar gestelde 4ife pet. leeningen van 1913.
1915. 1916 (3 uitgiften), 1918, 1928. 1929 en 1930
tot den koers var. 100 pet- i'3 opengesteld op
Woensdag 19 Dec 1934, van des voormiddag»
9 uur tot des namiddags 4 uur.
berichten, dat de in'3chrüving op 4 pet obliga
ties der tweede conversieleening 1934 ten laste
der gemeente Tilburg, tegen den koers van 1OG
pet met recht van voorkeur voor houders van
de niet-uitgelote obligaties der aflosbaai ge
stelde 4^a pet. leeningen 1913. 1916. 1928 en
1930 zal openstaan op Woensdag 19 December
1934 %-an de.3 voormiddags 9 tot des namiddags
De j
over t_
leeningen tot een bedrag van f 13.257.000" <n.l«
de beide leeningen 1926 en die van 1914, 1916 en
1917) Omtrent een en ander zün onderhandelin
gen gevoerd met een aantal geldgevers. Tegen
een rente van 4 pet per jaar tegen parikoers
kan worden geleend op onderhandsche sc'iuldbo
kentenissen tot een bedrag van f 10-975-000. Er
blüft dan nog te dekken over f 1.707.000 te ver
hoogen met het disagio op een tweetal leenin
gen ten bedrage van f 58830 of f 1.765.830, welk
bedrag door de uitgifte van een nieuwe obliga-
tieleening kan worden gedekt.
Tevens wordt van de gelegenheid gebruik ge
maakt een gedeelte van de vlottende .schuld te
consolideeren, zoodat het bedrag der obligatie-
leening f2.500.000 zal bedragen.
De inschrijving op deze leening wordt 20 de
zer opengesteld ten kantore van de fa Heldring
en Pierscn en Co. Mendelssohn en Co. R. Mees
en Zoon en en te I trec-ht bij de fa Vlaer en Knol.
nuarf19*|f uitslftc 10°1 Betaaldag 16 Ja-
Do gemeenteraad van Dordrecht heeft gis
teravond besloten tot buitengewone aflossing
van,„h^ restant der 4i lexingen 1914. 19161
cn I9_s. en tot het aruigaan van eener nieuwe
d leel)ing' f001 14-000.000. De uitgifte zal
FEUILLETON
Een werkende Vrouw
Naar het Engelsch
1(15
Max keek nu zeer ernstig:
„Ik vreesde wel, dat er iets broeide. Maar
ik geloof niet, dat ze nu al zoo iets kunnen
bedreven hebben. Ik ben hier den heden
avond geweest en er is niemand biivaen-
gekomen. Hoe laat was het zoowat, toen jp
dit hoorde?"
Esther wees naar het venster en vroeg:
„Denk je, dat ik die ruit er uit genomen
heb?"
Max werd wat bleeker en fronste de
wenkbrauwen, terwijl hij naar die opening
keek. Een enkele minuut m<i3r had hij
noodig, om de beteekenis van dit feit w
beseffen en te besluiten, wat hem te doen
stond.
Esther keek de binnenplaats eens rond,
want ze was altijd bang, dat er daar in de
duisternis nog gedaanten konden voort-
sluipen. Ze huiverde bij de gedachte, dat
er ieder oogenblik een hevige uitbars'ing
kon verwacht worden, die het groote ge
bouw, althans voor oen deel, vernielen en
hen beiden misschien onder <^e puinhoopen
begraven zou. Of er zou misschien een
schot worden gelost uit de duisternis! Het
leek haar een uitdaging van het lot. om
langer daar te blijven staan.
Toen haar zenuwen op z'n hoogst ge
spannen waren, klonk er een luid geraas
ta het gebouw. Mei doordringenden angst
kreet wierp zij zich in de armen van Max,
want dit was zeker het begin van het eind!
Hamilton zelve was ook zeer geschrikt,
maai-, daar hij gewaar werd, dat Esther
over al haar leden trilde en op liet punt
van bezwijmen was, sloot hij haar in de
armen en droeg haar op straat.
Nu was alles weer stil en misschien was
het alleen een zwaar voorwerp geweest,
dat gevallen was, doordat ze er haastig
voorbij geloopen waren.
Hij had Esther zoo graag naar een xe'
liger plaats gebracht, maar hij wilde tccb
ook de fabriek niet verlaten, zonder dat hij
de zaak wat nader had onderzocht.
Esther keek om zich heen, schaamde zich
nu, dat zij zich door haar angst zoo had
laten vervoeren en vroeg:
„Wat zou het geweest zijn?"
„Och, iets, dat gevallen is. Maai* wat
zullen wij nu doen, kindje? Voel je je in
staat, om naar WiLloughby Road te loopen?
Daar kunnen we misschien een taxi
krijgen."
Esther beefde nog wel, maar ze verlangde
toch bovenal, om zoo ver mogelijk weg te
komen van do fabriek. Dus maakte zij zich
gereed, om aan den arm van Max de wan
deling te aanvaarden, toen er juist een taxi
naast hen stilhield en zij den vriendelijken
chauffeur herkende, dien ze geheel ver-;
geten was en dit, terwijl ze hem niet een?
betaald had.
„Dit is nu net, wat we noodig hebben!"
riep Max. Hij deed het portier open c-n
hielp Esther er in. „Ik ben dadelijk
terug", zei hij. „Ik moet nog even met don
chauffeur spreken."
Met gesloten oogen trok Esther zich torug
in een hoek van de auto en voelde, dat nu
al baai moftd en geestkracht uitgeput
waren.
Maar eindelijk dacht zij, dat Max toch
wel wat heel lang praatte met den chauf
feur, zoodat zij uit het porier keek.
Tot haar schrik stond de man er alleen:
Max was nergens te zien. Zij wist onraid
dellijk wat dit beteekendo: hij was terug
gegaan naar de fabriek.
„Die heer zal in een minuut terug zijn,
Miss", zei de chauffeur en hield den knop
van het portier stevig vast: hij had van
Max zijn orders gekregen.
„Doe eens even open", zei ze bijna ge
biedend.
„Die heer heeft gezegd, dat hij dadelijk
terug zal zijn en dat ik het portier niet
mocht opendoen."
„O, maar dat komt, u begrijpt het nietl
Er is hier ergens dynamiet verborgen. A!s
hij dit nu tracht to vinden, dan is hij
reddeloos verloren!... Ik geloof, dat er nu
al iets gebeurd is. Toe, laat er mij nu u t!"
„Als er iets gebeurd was, dan l.ndden wij
het wel gehoord, Miss. En u zoudt dien
heer maar in den weg loopen bij wat hij
nu van plan is. Hij weet, wat hij doet; d£it
verzeker ik u en hij zal wel waken voor
zijn veiligheid!"
„Ik bied je een souvereign, als je het
portier opendoet", smeekte zij.
„Neen, dank u, Miss. Ik heb mijn woord
Er bleef Esther dus niets anders over,
dan „kalm" te zitten wachten; maar ze had
anders een gevoel, of ze stikken zou!
„Daar komt hij, Miss!"
„Nu, doe dan het portier open!" klonk het
op bevelenden toon.
De man deed dit en snikkend trad zij
Max tegemoet.
„Maar, kindje, gr is niets geen reden, om
je zoo overstuur te maken. Foei, wat zie
je bleek! Ik moest je wel een paar minuten
laten wachten."
„Een paar minuten!" herhaalde zij.
„Tien minuten op z'n hoogst!zei hij
opgewekt. „Maar nu zal ik je rechtstreeks
naar huis brengen in die taxi en dan
moeten we niet vergeten, devi chauffeur te
betalen."
Hij gaf den man het adres van Esthi
woning en ze reden er heen met betamelijke
snelheid.
„Hoera!" riep hij opgewonden. „Ik heb
de helsche machine gevonden, Esther, en ik
heb ze naar den vijver achter het laantje
gedragen; daar zal ze wel ontploffen. Han
dig was ze niet in elkaar gezet. Het was
zeker nog maar een proefneming. Maar die
arme, oude oom zou misschieu wel een
beroerte hebben gekregen van de schrik!
Je bent een moedig, klein ding, liefste'"
Zoo sprekend sloeg hij den arjn om haar
heen.
„Neen, zoo dwaas moet je niet tegen mij
praten, Max. Ik heb vanavond heel dwaas
gedaan, maar mijn besluit blijft onver-,
anaerd."
.Esther, luister nu eens naar mij", ant-
woerdde hij ernstig. „Je weet, hoe ongeluk
kig je je vanavond voelde, omdat je dacht,
dat ik in gevaar verkeerde eii je bang was
dat je niet in staat zoudt zijn, mij te helpen.
Hoe zou jo het dan kunnen dragen, als je,
bij voorbeeld, wist dat ik ernstig ziek was
"1 je kon niet bij mij komen?"
Een oogenblik draalde zij, maar toeo
vlijde zij haar gezichtje tegen zijn schouder
en zegevierend riep hij:
„Eindelijk dan toch! Eindelijk!... O, mijn
liefste lieveling!"
De beide andere firmanten reden lang
zaam naar de pottenbakkerij. Ze waren
heel vriendelijk jegens elkaar gestemd,
want Mr. Casley had met veel sympathie
naar het ziektegeval van Lady Adelaide
geluisterd en beloofd, dat hij het jonge
meisje zou wegsturen, dat de aanleiding
was tot dien zenuwtoestand.
„Het lijkt onrechtvaardig" besloot bij,
„maar wij moeten het dan maar op de een
of andere wijze weer zien goed te maken.
Met geld kan heel wat verzacht worden.
„Maar je neef zal anders niet licht te
bewegen zijn, haar weg te sturen," meende
_~r. Vane.
„Max is den laatsten tijd wat uit zijn
doen geweest, maar toch zal hij wel toe
stemmen, als hij beseft, hoe dringend mijn
verlangen is", antwoordde Mr. Casley vol
overtuiging.
Toen begonnen ze samen te spreken over
wat er over een paar jaar zou gebeuren, als
ze beiden te oud zouden zijn, om de zaak
te besturen en de pottenbakkerij in jonger
handen zou zijn overgegaan. Want ze had
den beiden hun fabriek zéér lief.
De deelgenooten zouden zich minde* op
him gemak hebben gevoeld, als ze hadden
geweten,, dat twee donkere gedaanten hen
geruischloos langs de heg volgden en als ze
de moordzuchtige gedachte hadden gekend,
waarvan deze wraakzuchtigen waren ver
vuld.
Toen de taxi stilhield vóór Esthers wo
ning, drong het ineens tot haar door, dat
Max nog vel niet buiten gevaar kon zijn.
„Beloof mij", smeekte zij, „dat je van-
'ond niet naar de fabriek terug zult
gaan!"
„Maar, liefste, ik beloof je, dat ik mij in
et minst niet m^r in gevaar zal begeven^
maar ik miet nu zoo gauw mogelijk Oom
en Mr. Vane zien terug te houden, om naai
de fabriek te gaan. Goeden avond dus! Ik
mag geen minuut langer talmen."
Hij wachtte zelfs niet, tot zij opengedaan
werd, ma«xr zoodra hij voetstappen boorde
naderbij komen, gaf hij den chauffeur
orders, weer verder te rijden.
Esther keek hem na, tot hij den hoek van
de straat om was; toen ging zij langzaam
naar boven.
„Nu, je hebt het ook uitgehouden." zei
Charlie, die zich makkelijk in een grooten
stoel had geïnstalleerd, met een boek bij
zich.
„Hoe ben jij thuis gekomen? Ben je door
dat donkere laantje gegaan?"
„Ja, natuurlijk. Me dunkt, het wordt nu
wel tijd, dat ik op eigen beencn sta!"
Maar hoe groot hij zich ook voelde, werd
hij nu toch gauw naar bed gestuurd.
Esther zot nog tot laat na middernacht
op. zich steeds verdiepend in den gelukki
gen tijd, die nu voor haar komen zou. Ze
maakte zich wel wat ongerust over Max,
maar troostte zich dan toch weer, dat hij
niet alleen zou zijn.
Juist toen zij op het punt was het licht
uit te doen, hoorde zij iemand voor de bui
tendeur stilhouden en een brief door de bus
schuiven. IJlings ging zij dien halen en
toen zij de enveloppe openscheurde, zag zij
het handschrift van Max, met potlood ge
schreven en in telegramstijl:
„Was juist bijtijds, om ze te snappen! Nu
ga ik naar huis met de oude heeren. die
wat van streek zijn. Ga morgen in geen
geval uit. eer ie wat van mij gehoord hebt"
Er was geen onderteekening. maar zijn
handschrift was haar voldoer.de hekend en
nu was zij tenminste gerustgesteld voor
dien nacht
XWardt XQEvoIgcJX