Debat over Onderwijs HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor !OcL ZATERDAG 15 DECEMBER 1934 TWEEDE BLAD PAG. 5 TWEEDE KAMER Begrooting van Sociale Zaken aangenomen. Daarna een ge- dachtenwisseling over dienst weigeraars Het spellingbeleid aangevallen en verdedigd. De bezuiniging. Het Grondslagen-ontwerp Overzicht De Kamer heeft met grootc meerderheid 'de moties van den heer Kupers verworpen en daarna de begrooting van Sociale Zaken aangenomen. Bij de stemming over de moties was er hij de R. K. fractie zelfs geen enkele af wijking, ook de heer Steinmetz stemde er tegen. De roode groepen, de heer v. Houten inbegrepen, waren de voorstanders der moties. De begrooting van den minister kon, nadat het demagogisch tweetal gesneuveld was, de instemming dezer groepen en per sonen niet verwerven, zoodat ze er tegen stemden, waarbij ze in de heeren Kersten en v. Dis geliefde bondgenooten vonden. De S. G. P. verdwaalt steeds vaker in den hoek der revolutionairen. Die kunnen zoo langzamerhand op den heer Kersten en de zijnen als trouwe medestanders gaan rekenen. Bij een suppletoir begrootinkje van De fensie ontstond een gedachtenwisseling over de behandeling van dienstweigeraars. Deze worden nog al eens, als ze hun taak in dienst van den Staat moeten verrichten, bedacht met. arbeid op een rijkskantoor en ontvangen dan 60 a 70 gulden per maand. Dat is nooit de bedoeling geweest met do Dienstwcigeringswet, zoodat het begrijpelijk is, dat verschillende Kamerleden tegen de ontaarde practijk opkwamen, die aan dienstweigeraars bijzondere voorrechten geeft boven hen, die op normale wijze hun dienstplicht vervullen. Ook werd een tegen stelling met den steun der werkloozen ge maakt. Minister Deckers verklaarde het ontstaan van deze ietwat bevreemdende wijze van wetstoepassing, maar eindigde toch met toe te zeggen, dat hij er zijn aandacht aan schenken zal. Dat moet nu gaan beteeke- nen, dat dienstweigeraars niet langer aar dige betrekingen gaan vervulen, waarnaar anderen tevergeefs dingen. Z. h. s. werd een wetsontwerp goedgekeurd, waardoor de staatsbijdragen voor het Ouder- domsfonds gedurende 10 jaar met 4 millioen per jaar worden verminderd. De Algemeenc Beschouwingen over On derwijs namen daarna de rest van den mid dag en een deel van den avond in beslag. De Kamer hield het n.l. uit tot kwart over zeven. Verscheidene afgevaardigden hebben nog hun licht laten schijnen, waarna de minis ter in een rede van meer dan twee uur zijn beleid verdedigde. Het uitvoerigst was hij daarbij over de spelling. We gelooven, dat het ook korter gekund had; nu ver slapte op den duur de aandacht der aan gebleven hoorders merkbaar. De minister begon zijn rede met een be strijding van de critiek op zijn buiten de Kamer gehouden redevoeringen, die zeker niet alle onverdeeld gelukkig zijn. Met name niet die, welke over de spelling han delen. Er volgde een uitvoerige verdediging ,van het heele spellingheleid. De minister heeft daarbij zich zelf gelukgewenscht met zijn ongedacht succes op dit gebied, naar hij meent. Wat den vorm van zijn optreden betreft, moet men hem nemen zooals hij is. Hij wordt ook aangevallen, onrechtvaardig Aangevallen en dan verdeigt hij zich. Dat hij de openbare school zou afbreken, Werd door den minister op goede gron den ontkend. Wat hij heeft gedaan was een daad van wijs beleid, noodig geworden vanwege de onafwijsbare bezuiniging en met het doel ineenstorting van het heele Onder wijsgebouw te voorkomen. De bedriegelijke cijfers, waarmede van de zijde van het openbaar onderwijs geschermd wordt om den indruk te vestigen alsof de openbare school zoowat vennoord wordt, werden door den minister in het ware licht geplaatst. Als de paladijnen voor de over- heidsschool nu fatsoenlijk genoeg zijn om 's ministers niet te wraken toelichting te aanvaarden, cfan zal een gaarne gecolpor teerde legende spoedig uit de wereld raken .en maakt ook de heer Ter Laan een eind aan de onwaardige wijze, waarop hij in de Kamer te dezer zake heeft gesproken. De bezuiniging moet komen, verklaarde 'de minister. Met ernst werd daarom aan de rechterzijde nogmaals verzocht aan de noodzakelijke concentratie van scholen mee te werken. Er is niet aan te ontkomen. Gaat het niet vrijwillig, dan zal wettelijke dwang, die dan wettig zal zijn, op den duur niet uit kunnen blijven. We hopen, dat het Christelijk onderwijs deze waarschuwing ter harte zal nemen en de offerbereidheid zal toonen, die door den nond der tijden wordt gevorderd. Aan het onderwijsbegin- selen zal daarbij niet behoeven te worden getornd. Er zijn ongetwijfeld reeds belang rijke offers gebracht aan onderwijzers, aan verminderde vergoedingen en aan een begin van concentratie. Maar er zal meer moeten gebeuren. De ruim 148 millioen aan uit gaven voor onderwijs zijn niet te handha ven en daarom is het beter om gezamenlijk te trachten een dreigende ruïne te voor komen. Het mes zal er over heel de linie diep in moeten. Dat staat vast. Maar dan is het ook het beste, dat we zelf er de hand in hebben als ef zal moeten worden geamputeerd. Over zijn toekomstplannen wat de orga nisatie van ons onderwijs betreft, kon de minister niet veel zeggen. Het rapport van den Onderwijsraad over het z.g. „Grondsla genontwerp" had hij juist 's morgens ont vangen. Het ontwerp was acht maanden in onderzoek geweest en het rapport was dik, herhaalde de minster enkele malen. Waarom? Om de schuld straks ten deele te kunnen wentelen op den Onderwijsraad, als hij met zijn grondwet vor ons ondenvijs en de uitwerking er van niet gereed of niet op tijd gereed komt? We hopen van niet. Want heeft de minister zelf niet een jaar noodig gehad om zijn Grondslagenontwerp zoover te brengen, dat het naar den On derwijsraad toe kon? Maar dan is het ook niet overdreven, dat dit College geruimen tijd noodig heeft gehad om zijn eindoordeel te bepalen. Zoo eenvoudig is de zaak niet, al ging het dan ook maar over het „ge raamte" voor onze geheele onderwijsorgani satie van bewaarschool af tot universiteit toe. Er is hard gewerkt aan het onderzoek van 's ministers ontwerp, dat meenen we door de technische menschen in een vroeger stadium vrijwel „gekraakt" was ge worden, De minister vond nu in de z.i. vertraagde verschijning van het lijvige rapport en in de financieele omstandigheden min of meer een excuus voor eventueel uitstel van zijn definitieve voorstellen. Erg aannemelijk komt ons ook dit laatste argument niet voor Mei en December verschillen in financieel karakter niet zoo heel veel met elkaar zoodat de financieele zorgen hier niet be^ slissend kunnen zijn. We blijven het be-te van de heele zaak hopen. Een goed georganiseerd, goedkooper en toch deugdelijk onderwijs kan niet dan welkom zijn. Maar of het zoo gemakkelijk zal zijn te verkrijgen als de minister zich misschien aanvankelijk heeft gedacht mee nen we te mogen betwijfelen. Het schijnt niet eenvoudig een zoo radicale hervorming in een organieke organisatie met daarbij pas sende wetten en uitvoeringsmaatregelen te belichamen. Wat we er tot nu toe van be merkt hebben, versterkt wel zeer bijzonder dit vermoeden. Verslag steunnormen mot 63 toeren De motie betreffende toeslag op de uitkeeringen •n het beschikbaar stellen van stemmen. Voor: dezelfden. Dis. de communisten. Sneevliet en v. Houten' Z.h.st. passeerden daarna enkele kleine wets ontwerpen: zes suppletoire begrootinsen en 't wetsontwerp AVuziginc van artikel I der wet van den 30sten Juli 1926. Staatsbl. no 247. tot uitvoering van art. 4. eerste lid. der Ouderdoms wet 1919 en nadere vaststelling van de midde len voor de dekking van de uit te keeren ren ten. bedoeld bü de artikelen 28 en 37 van de Ouderdomswet 1919; wijziging van art. 17 van de wet op de Rijksverzekeringsbank en de Ra den van Arbeid; nadere regeling van de ver houding tussohen Ouderdomsfonds A en het In- validiteitsfonds voor zooveel betreft de terug betaling van door het Invaliditeitsfonds aan het Ouderdomsfonds A verstrekte voorschotten. Bevoorrechting van dienstweigeraars BÜ uppletolre van Defensie maakte de heer TILANUS (c.h.) enkele opmerkingen ov< het tegen belooning van f 60 a f 70 per maani tijdelijk te werk stellen in 's Rijks dienst. H: zag daarin een zekere bevoorrechting, omda de wet slechts van vrijstelling van den diens spreekt, maar niet verplicht deze menschen eei behoorlijk bezoldigde rijksbetrekking te geven Dat kost ons f 25.000 plus bevoorrechting de dienstweigeraars. De heer DUÏMAER v. TWIST (a.r.) sloo :rgeleken oo De 'heer SCHAEPMAN (r-k!)' deelde do ge naakte bezwaren. De heer FAEER (s.d.) bestreed de voorgaan Ie sprekers. Hü kon zich voorstellen, dat o rrond van de economische omstandigheden ee 1 noodig is. Maar het jaar extra-dienst ver plicht toch de dienstwelgei DIJK (a-r.) kw e houdei De he.: beschouwingen var. den heer Faber. Deze het volle „recht" der dienstwelger: rader een plicht -echt. De bedoeling was oorspronkelük heer WIJNKOOP (comm.) was het den heer Faber eens. MINISTER DECKERS merkte op, dat de wet hem verplicht voor de dienstweigeraars te --- te i bevoc tvei- er wil. met de ms -dienstweigeraars zijn, hte positie zouden komen. werd ook goedgekeurd de wijziging der Ouderdomswet ijkabijdr i per wordt Voortgezet werd de behandeling der ONDERWIJSBEGROOTING De heer MOLLER (r.k.) was blii. dat na acht maanden de Onderwijsraad zün advies gego' ■heeft over het Grondslagenontwerp. Het heeft lang genoeg geduurd. Verder besprak hü het spellingvraagstuk, bestreed den heer Tilanus en verontschuldigde de nieuwe spellingmoeilijk heden. Er is geen spelling zonder moeilijkhe den. Het getal voorstanders der nlei 'ing groeit, 's Ministers beleid in d< werd verdedigd. Hij lokte Kon. besl Terpstra besliste over spelling schrijven. Om de positie van i dit geding te typeeren, de- Moller een Engelsch bü min Hü i ïrde de he< ïrdlg soldaatje En zü een schuchter meisje van buit< Prof. VISSCHER (a.r.) erkende de moeilük- held van "s ministers taak. Die hangt met dc weelde van de laatste jaren In c derwüs. De minister stelt echter zün ta; Noodig vracht. Bet laar een z mmachtig - reiken" .de la; da». i dien: afdw -olie lagstuk. Is hü zün eerst gestelde doel Ach vader, niet meer De minister wil bezuinigen, maar voelt zün nvermogen. Zijn eerste illusie is hem on' en. Prof. Vlsscher leeft en lijdt daarin em mede. Sn toch Is en bl(ift het ..rnoc an de bezuiniging. De minister komt er 0U methode niet. Men kan niet bliiven c (vermindering, klassenvergroo- ting en concentra uitgeput. We kunnen nï insniiden in het leven va Iddelen zon ÉjH aan he Üs. Eei - t bctee nog geen slechter onderwüs. Met ons dure eer KERSTEN (s.g.p was van oordeel. veel to veel voor onderwüs uitgeven, uinlgine schiet niet op en toch mot iis het groo'ter dc-el er van bübrengei na beweerde de heer Kersten weer eer school is opgeofferd aan het kiesrech dc school terugbrengen naar de grond- der reformatie. KETELAAR (v.d.) critiseerde erking tot bezuiniging vai bil het openbat - (a.r.) wees de historische beschouwing van den heer Kersten als onwaar f. Ook zijn verdere beschouwingen waren van wafelachtige waarde. De achool der vaderen vas niet zoo mooi als hü zeide; dat bewüst de deformatie, die in ons volksleven toen viel te ren. Wat voor een school wil dc heer toch? Hü dringt ook aan op bezuinl- Ün eigen schooltjes vrü wll- i par- ging. len 1 On tüscholen. maar büzondere scholen, op: 'it maatschappelük initiatief. Het büzonder onderwüs heeft de concentra- e büna niet noodig vanwege de bezetting der holen. De pacificatie cis.-.lit. dat de concen- atie bü het büz. onderwüs vrüwillig zjj. ten- J men de vrüheid der ouders zou willen aan tasten. Deze dingen kunnen niet samen gaan. Dat zooveel openbare scholen gemist konden orden, is gevolg van de vroegere splitsing m vele openbare scholen in de grooto steden. De heer Terpstra heeft aangedrongen op handhaving van dc vrüheid dor ouders. indt, doet dat ui't a heei inderwüs, opdat uitga alle bezuiniging. 's Ministers optreden in dc spellingkwestie heeft de orde geenszins vergroot. Overigens kon de heer Zijrtra zich te dez scher aansluiten. De heer WIJNKOOP (c< zake bü prof. Vis- het in de MINISTER MARCHANT AAN HET WOORD MINISTER MARCHANT verantwoordde zich dan kom't er critiek. De minister herinnerde er aan, dat hem aan passing verweten was. Hü was den vereenvou- digers een vereenvoudiger, den Egmonders een Egmonder, den Cockslanen een Cockslaan. Het was hem er om te doen, als hü over de spelling sprak, juiste denkbeelden daarover te verbreiden. Bü de Afscheldlngsherdenking wek te hü in de sfeer op tot vriiw illlg.;- ixm..entra tio van büz. scholen. Hü heeft eerbied gege ven aan hen, die na groote opofferingen den schoolstrü'd hebben gewonnen. Na 1920 zün ech ter tal van büz. scholen opgericht door hen, die er vroeger geen cent voor over hadden gehad. zullen volgen als de Regeering de nieuwe spel ling Invoert. Is de minister bereid den maat regel te nemen. Hü trekt met zün spelling slechts de lijn van zün ambtsvoorganger door. Wie echter In deze zaken optreedt en niet deskundig is, loopt zeker risico Dat hebben sommigen ondervonden. Er heerscht op dit Jan zegt, dat er niet veel lntelligeni loodig is. se nog k' lelllnf komen, di d ook. (Gelach). •spellingvoorschriften bedoelen de P de school te bevorderen. De mlnis- Op de Abdü heeft de ministei Minister Marchant Deze laatsten toonen echter het minst neiging om mede te werken aan VTÜwlllige concentra tie en daarom wekte de minister op tot vrü- willige concentratie, met het voorbeeld dei voortrekkers voor oogen. Hü wees de men schen op hun plicht. En toen is hü toegejuicht. 1 ij k h e i d). Is dat aanpassing? *u' Egmond-tentoonstelling anders gedaan, dan e op te wijzen, dat indertüd een Benedictün ii Noord-Hoiland naast godsdienstige opvoedinj beschaving had gebracht. Sonoy heeft er late gestolen cn biand gesticht. De heer Lingbeek vond dat moorden en bran den vanzelf sprekend het past in den tüd en.AIva, waarover het niet ging, had hetzelfdi —-daan. Dat is zeker de christclb'ke leer van d- De strijd tegen Spanje was geen strüd tegen de katholieke kerk, maai tegen Spanje voor onze onafhankelijkheid. D< strüd was ir. Zuid-Nederland zelfs eer ontbranc dan in Noord-Nederlur.d. De minister kwam dus op tegen sommigcr onjuiste historische visie, die van den vrijheidsstrijd een godsdienstoorlog .ken, maar die fout niet willen losli dat dan hun heele beschouwing in elkaar valt. .an op eenheid Verdei hü ivilde. De voorschriften voor de telling ontmoetten ok bedenking. Een als schoolgaand bekend :lnd, dat wegens ziekte langdurig afwezig lag worden meegeteld. In dit opzicht w- ohter geknoeid door openbare en büz. schol zün 34 van zulke gevi - - - terf die dit rde kinderen, die er niet waren tellen op teldata. Een burgemees rdedlgen, heeft d< burgemeester, u bent een oplichter regel, die onder _.inl8ter Terp- verhoogd. Maar er is misbruik van kt en toen heeft de minister zün maatrege- genomen. Al weer Is echter in de nieuw, ding een maas ontdekt; de minister zal di. De concentratie een winst voor de büz. scholen, maar ooi. es. Automatisch werkt deze door voor d( ■ntallige onderwüzers en ook in ander op- lc bf een andere politieke constellatie zoi; de heer ter Laan het niet beter gedaan heb- en dan de minister het nu doet. Hü wildt vcral verplichte achoolvoeding_en -kleeding. taken? We hoorde] Het landbouwverlof werk zullen doen. dat een minister v chts niet of moeilük had kunnen doen, eigen bedrijf der rechts hjj do. de openbare school Onjuist is echter, dat het werk achterwege vallen. In 8 van de 52 "schoolinspecties is de vereenvoudigde schrü'f wüze al ingevoerd, in 33 op nagenoeg alle scho len. in 11 inspecties zün nog een vrü groot aan* tal scholen, waar men van het nieuwe niet weten wil. De mirister had zelf dit resultaat niet verwacht. De tegenstanders moeten nu hun verlies maar nemen. Een commissie heeft geen zin meer. De denkbeelden van prof. Vlsscher bestonden in alger geen enkel concrete nanaieiaing. uit tot een sprong ln het duister, over het laten verkommeren door den minister van het nüverheidsonderwüs, getuigt van zoo volslagen onkunde, dat de minister geen kans ziet die met de feiten te verboteren. opgelegde Christelijke eenheidsschool met fascls- Het ontwerp-Grondslagenwel houdt in volmachten om de gedachte onderwüs- constructie in wettelüke bepalingen (wet of alg. maatregel) vast te Joggen. De bedoeling is vereenvoudiging. Hot verschenen rapport is een stevig boekdeel, dat bestudeerd moet worden. De minister zal zün best doen. Maar in dezen bezuinlgingstüd moet er. ln afwachting van wat komt, tooh op het onderwüs bezuinigd worden. De Kamer zal spoedig kennis maken met de noodzakelüke ingrijpende bezuini ging op den staatsdienst. dislocatie der scholen ls noodig. Maar die moet voor het büz. onder wüs anders geschieden dan voor het openbaar onderwüs. Daarvoor was zü ook meer urgent en werkte bovendien automatisch door voor het büz. onderwüs. Aan doelmatige organisatie van het bü*. onderwüs zal niet te ontkomen zün en die organisatie mag niet duurder zün dan de doelmatigheid verelsoht We zullen zonder dwang tot het doel moeten zien te komen. Maar gelukt het niet met de vrüheid, dan zullen we gedwongen worden, het anders te Er is haast bü het werk. Laat de goede wil, ls, Er werd gerepliceerd door de heeren TILA NUS, KERSTEN. LINGBEEK. TER LAAN. VISSCHER. MOLLER. ZIJLSTRA L1NGA. De MINISTER dupliceerde. Te 7.15 sluiting. WIE- ECONOMIE EN FINANCIEN Naar een 3% Staatsleening Het weekoverzicht van de fa. Oyens en Zonen bespueekt de vraag of in het eerste kwartaal van 1935 een 31/* Staatsleening kans van slagen heeft In de tweede helft van December, aldus wordt in het overzicht opgemerkt, begint zich hier en daar gemeen lijk reeds de voorbereiding voor de beleg- gingsvraag in Januari af te teekenen. Allo 4 typen Nederland gelden thans 102 en hooger. Ook 4 Ned. Indié doen hun plicht Gelet op degraagte waarmede dit rnate- •iaal wordt gekocht, lijkt een 3y2 Staats leening in het eerste kwartaal 1935 meer dan waarschijnlijk. Hiervan zou inzonder heid 2i/2 N.W.S. profiteeren, als zijnde het laagst genoteerde Staatsfonds. De convereieleening Den 1-Iaag is geen vol ledig succes geworden. Wellicht was de s van uitgifte een fractie te hoog, ter wijl ook de tijd van het jaar niet zeer gun stig was. Het niet geplaatste deel was ech ter slechts zeer klein, en de koersen dei- oude 4 typen handhaafden zich op 100 5/16 gedaan en bieden. Pandbrieven zijn iets meer tot rust geko men. al was het aspect van de markt hier daar nog onregelmatig. Belangwekkend was een ministerieele uitlating in de Twee de Kamer dat de hypotheekbanken de ren- ROFFELRIJMEN. GESCHRAPTE SCHADEPOST Het dageliiksch bestuur van de V A.R.A. heeft den llteralren mede werker en adviseur Martlen Bever sluis ln zün functie geschorst Het bestuur grondt dit besluit op de ining dat Beversluis, door en voeling 1. links sta de V.A.R.A. scha. Zoo wordt de dichter van de haat De aether uit gesmeten. De Vara zet een domper op De rauwe jammerkreten Die Beversluis van tijd tot tijd Noodwendig uit moest laten Opdat de roode luisteraar Zou grondig leeren haten. Het werd ook wat onsmakelijk Slechts hommen en granaten, Kanongedonder en gekrijsch, Krankzinnige soldaten, Geschonden vrouwen, hongersnood En zatte rijke heeren Geregeld aan de Varadisch Te moeten consumeeren. De gruweldichter ligt er uit. De man heeft het verkorven Want blijkbaar heeft zijn brallen voof, De Vara veel bedorven En is zijn bruisende gemoed Zoo gruwelijk gaan gisten Dat het nog slechts genietbaar was Voor pure communisten. Hoe t zij, de Vara wenscht door hem Niet langer scha te lijden En gaat zich van die schadepost En lasterpost bevrijden. Wij, als normale luisteraars, Wij kunnen slechts waardeeren Dat zich de Vara langzaamaan Probeert te fatsoeneeren. (Nadruk verboden.) LEO LENS ten hunner uitstaande leeningen vrijwillig zouden verlagen bijaldien zij er in mochten slaggn om de begonnen conversies in 4 typen ten einde te voei<en. Hierbij zij op gemerkt, dat de regeering aan dit streven tegemoet zou kunnen komen door vrijdom van zegel toe te staan voor geconverteerde stukken, daar de conversiekoeten voor de hypotheekbanken wel zeer hoog zijn, en haast prohibitief woitfcn als het omzetting van 41/2 typen in 1 typen betreft. Ook de uitgifte van een 3y» staatsleening zon een macthigen stoot in de goede richting kunnen geven. Komende emissies Van de gemeenten Meppel, Tilburg, Utrecht en Dor drecht De Amsterdam'Jche Bank cn dc Rotterdam* sche Bankvereen. berichten dat de inschrijving op de uitgifte van 4 pet. obligaties der conver-, eieleening 1934 der gemeente Meppel. groot f I millioen, met recht van voorkeur boor de houders van niet- uitgelote obligaties van f 1000, f 500 en f 250 der per 31 Dec. 1934 af losbaar gestelde 4ife pet. leeningen van 1913. 1915. 1916 (3 uitgiften), 1918, 1928. 1929 en 1930 tot den koers var. 100 pet- i'3 opengesteld op Woensdag 19 Dec 1934, van des voormiddag» 9 uur tot des namiddags 4 uur. berichten, dat de in'3chrüving op 4 pet obliga ties der tweede conversieleening 1934 ten laste der gemeente Tilburg, tegen den koers van 1OG pet met recht van voorkeur voor houders van de niet-uitgelote obligaties der aflosbaai ge stelde 4^a pet. leeningen 1913. 1916. 1928 en 1930 zal openstaan op Woensdag 19 December 1934 %-an de.3 voormiddags 9 tot des namiddags De j over t_ leeningen tot een bedrag van f 13.257.000" <n.l« de beide leeningen 1926 en die van 1914, 1916 en 1917) Omtrent een en ander zün onderhandelin gen gevoerd met een aantal geldgevers. Tegen een rente van 4 pet per jaar tegen parikoers kan worden geleend op onderhandsche sc'iuldbo kentenissen tot een bedrag van f 10-975-000. Er blüft dan nog te dekken over f 1.707.000 te ver hoogen met het disagio op een tweetal leenin gen ten bedrage van f 58830 of f 1.765.830, welk bedrag door de uitgifte van een nieuwe obliga- tieleening kan worden gedekt. Tevens wordt van de gelegenheid gebruik ge maakt een gedeelte van de vlottende .schuld te consolideeren, zoodat het bedrag der obligatie- leening f2.500.000 zal bedragen. De inschrijving op deze leening wordt 20 de zer opengesteld ten kantore van de fa Heldring en Pierscn en Co. Mendelssohn en Co. R. Mees en Zoon en en te I trec-ht bij de fa Vlaer en Knol. nuarf19*|f uitslftc 10°1 Betaaldag 16 Ja- Do gemeenteraad van Dordrecht heeft gis teravond besloten tot buitengewone aflossing van,„h^ restant der 4i lexingen 1914. 19161 cn I9_s. en tot het aruigaan van eener nieuwe d leel)ing' f001 14-000.000. De uitgifte zal FEUILLETON Een werkende Vrouw Naar het Engelsch 1(15 Max keek nu zeer ernstig: „Ik vreesde wel, dat er iets broeide. Maar ik geloof niet, dat ze nu al zoo iets kunnen bedreven hebben. Ik ben hier den heden avond geweest en er is niemand biivaen- gekomen. Hoe laat was het zoowat, toen jp dit hoorde?" Esther wees naar het venster en vroeg: „Denk je, dat ik die ruit er uit genomen heb?" Max werd wat bleeker en fronste de wenkbrauwen, terwijl hij naar die opening keek. Een enkele minuut m<i3r had hij noodig, om de beteekenis van dit feit w beseffen en te besluiten, wat hem te doen stond. Esther keek de binnenplaats eens rond, want ze was altijd bang, dat er daar in de duisternis nog gedaanten konden voort- sluipen. Ze huiverde bij de gedachte, dat er ieder oogenblik een hevige uitbars'ing kon verwacht worden, die het groote ge bouw, althans voor oen deel, vernielen en hen beiden misschien onder <^e puinhoopen begraven zou. Of er zou misschien een schot worden gelost uit de duisternis! Het leek haar een uitdaging van het lot. om langer daar te blijven staan. Toen haar zenuwen op z'n hoogst ge spannen waren, klonk er een luid geraas ta het gebouw. Mei doordringenden angst kreet wierp zij zich in de armen van Max, want dit was zeker het begin van het eind! Hamilton zelve was ook zeer geschrikt, maai-, daar hij gewaar werd, dat Esther over al haar leden trilde en op liet punt van bezwijmen was, sloot hij haar in de armen en droeg haar op straat. Nu was alles weer stil en misschien was het alleen een zwaar voorwerp geweest, dat gevallen was, doordat ze er haastig voorbij geloopen waren. Hij had Esther zoo graag naar een xe' liger plaats gebracht, maar hij wilde tccb ook de fabriek niet verlaten, zonder dat hij de zaak wat nader had onderzocht. Esther keek om zich heen, schaamde zich nu, dat zij zich door haar angst zoo had laten vervoeren en vroeg: „Wat zou het geweest zijn?" „Och, iets, dat gevallen is. Maai* wat zullen wij nu doen, kindje? Voel je je in staat, om naar WiLloughby Road te loopen? Daar kunnen we misschien een taxi krijgen." Esther beefde nog wel, maar ze verlangde toch bovenal, om zoo ver mogelijk weg te komen van do fabriek. Dus maakte zij zich gereed, om aan den arm van Max de wan deling te aanvaarden, toen er juist een taxi naast hen stilhield en zij den vriendelijken chauffeur herkende, dien ze geheel ver-; geten was en dit, terwijl ze hem niet een? betaald had. „Dit is nu net, wat we noodig hebben!" riep Max. Hij deed het portier open c-n hielp Esther er in. „Ik ben dadelijk terug", zei hij. „Ik moet nog even met don chauffeur spreken." Met gesloten oogen trok Esther zich torug in een hoek van de auto en voelde, dat nu al baai moftd en geestkracht uitgeput waren. Maar eindelijk dacht zij, dat Max toch wel wat heel lang praatte met den chauf feur, zoodat zij uit het porier keek. Tot haar schrik stond de man er alleen: Max was nergens te zien. Zij wist onraid dellijk wat dit beteekendo: hij was terug gegaan naar de fabriek. „Die heer zal in een minuut terug zijn, Miss", zei de chauffeur en hield den knop van het portier stevig vast: hij had van Max zijn orders gekregen. „Doe eens even open", zei ze bijna ge biedend. „Die heer heeft gezegd, dat hij dadelijk terug zal zijn en dat ik het portier niet mocht opendoen." „O, maar dat komt, u begrijpt het nietl Er is hier ergens dynamiet verborgen. A!s hij dit nu tracht to vinden, dan is hij reddeloos verloren!... Ik geloof, dat er nu al iets gebeurd is. Toe, laat er mij nu u t!" „Als er iets gebeurd was, dan l.ndden wij het wel gehoord, Miss. En u zoudt dien heer maar in den weg loopen bij wat hij nu van plan is. Hij weet, wat hij doet; d£it verzeker ik u en hij zal wel waken voor zijn veiligheid!" „Ik bied je een souvereign, als je het portier opendoet", smeekte zij. „Neen, dank u, Miss. Ik heb mijn woord Er bleef Esther dus niets anders over, dan „kalm" te zitten wachten; maar ze had anders een gevoel, of ze stikken zou! „Daar komt hij, Miss!" „Nu, doe dan het portier open!" klonk het op bevelenden toon. De man deed dit en snikkend trad zij Max tegemoet. „Maar, kindje, gr is niets geen reden, om je zoo overstuur te maken. Foei, wat zie je bleek! Ik moest je wel een paar minuten laten wachten." „Een paar minuten!" herhaalde zij. „Tien minuten op z'n hoogst!zei hij opgewekt. „Maar nu zal ik je rechtstreeks naar huis brengen in die taxi en dan moeten we niet vergeten, devi chauffeur te betalen." Hij gaf den man het adres van Esthi woning en ze reden er heen met betamelijke snelheid. „Hoera!" riep hij opgewonden. „Ik heb de helsche machine gevonden, Esther, en ik heb ze naar den vijver achter het laantje gedragen; daar zal ze wel ontploffen. Han dig was ze niet in elkaar gezet. Het was zeker nog maar een proefneming. Maar die arme, oude oom zou misschieu wel een beroerte hebben gekregen van de schrik! Je bent een moedig, klein ding, liefste'" Zoo sprekend sloeg hij den arjn om haar heen. „Neen, zoo dwaas moet je niet tegen mij praten, Max. Ik heb vanavond heel dwaas gedaan, maar mijn besluit blijft onver-, anaerd." .Esther, luister nu eens naar mij", ant- woerdde hij ernstig. „Je weet, hoe ongeluk kig je je vanavond voelde, omdat je dacht, dat ik in gevaar verkeerde eii je bang was dat je niet in staat zoudt zijn, mij te helpen. Hoe zou jo het dan kunnen dragen, als je, bij voorbeeld, wist dat ik ernstig ziek was "1 je kon niet bij mij komen?" Een oogenblik draalde zij, maar toeo vlijde zij haar gezichtje tegen zijn schouder en zegevierend riep hij: „Eindelijk dan toch! Eindelijk!... O, mijn liefste lieveling!" De beide andere firmanten reden lang zaam naar de pottenbakkerij. Ze waren heel vriendelijk jegens elkaar gestemd, want Mr. Casley had met veel sympathie naar het ziektegeval van Lady Adelaide geluisterd en beloofd, dat hij het jonge meisje zou wegsturen, dat de aanleiding was tot dien zenuwtoestand. „Het lijkt onrechtvaardig" besloot bij, „maar wij moeten het dan maar op de een of andere wijze weer zien goed te maken. Met geld kan heel wat verzacht worden. „Maar je neef zal anders niet licht te bewegen zijn, haar weg te sturen," meende _~r. Vane. „Max is den laatsten tijd wat uit zijn doen geweest, maar toch zal hij wel toe stemmen, als hij beseft, hoe dringend mijn verlangen is", antwoordde Mr. Casley vol overtuiging. Toen begonnen ze samen te spreken over wat er over een paar jaar zou gebeuren, als ze beiden te oud zouden zijn, om de zaak te besturen en de pottenbakkerij in jonger handen zou zijn overgegaan. Want ze had den beiden hun fabriek zéér lief. De deelgenooten zouden zich minde* op him gemak hebben gevoeld, als ze hadden geweten,, dat twee donkere gedaanten hen geruischloos langs de heg volgden en als ze de moordzuchtige gedachte hadden gekend, waarvan deze wraakzuchtigen waren ver vuld. Toen de taxi stilhield vóór Esthers wo ning, drong het ineens tot haar door, dat Max nog vel niet buiten gevaar kon zijn. „Beloof mij", smeekte zij, „dat je van- 'ond niet naar de fabriek terug zult gaan!" „Maar, liefste, ik beloof je, dat ik mij in et minst niet m^r in gevaar zal begeven^ maar ik miet nu zoo gauw mogelijk Oom en Mr. Vane zien terug te houden, om naai de fabriek te gaan. Goeden avond dus! Ik mag geen minuut langer talmen." Hij wachtte zelfs niet, tot zij opengedaan werd, ma«xr zoodra hij voetstappen boorde naderbij komen, gaf hij den chauffeur orders, weer verder te rijden. Esther keek hem na, tot hij den hoek van de straat om was; toen ging zij langzaam naar boven. „Nu, je hebt het ook uitgehouden." zei Charlie, die zich makkelijk in een grooten stoel had geïnstalleerd, met een boek bij zich. „Hoe ben jij thuis gekomen? Ben je door dat donkere laantje gegaan?" „Ja, natuurlijk. Me dunkt, het wordt nu wel tijd, dat ik op eigen beencn sta!" Maar hoe groot hij zich ook voelde, werd hij nu toch gauw naar bed gestuurd. Esther zot nog tot laat na middernacht op. zich steeds verdiepend in den gelukki gen tijd, die nu voor haar komen zou. Ze maakte zich wel wat ongerust over Max, maar troostte zich dan toch weer, dat hij niet alleen zou zijn. Juist toen zij op het punt was het licht uit te doen, hoorde zij iemand voor de bui tendeur stilhouden en een brief door de bus schuiven. IJlings ging zij dien halen en toen zij de enveloppe openscheurde, zag zij het handschrift van Max, met potlood ge schreven en in telegramstijl: „Was juist bijtijds, om ze te snappen! Nu ga ik naar huis met de oude heeren. die wat van streek zijn. Ga morgen in geen geval uit. eer ie wat van mij gehoord hebt" Er was geen onderteekening. maar zijn handschrift was haar voldoer.de hekend en nu was zij tenminste gerustgesteld voor dien nacht XWardt XQEvoIgcJX

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 5