riëOii
Begrooting van Waterstaat
SE»».
DONDERDAG 13 DECEMBER 1934
DERDE BLAD PAG.
TWEEDE KAMER
De heer Sneevliet zal interpel-
leeren over het zenden van
mariniers naar de Saar
De loonsverlaging bij de Spoor
en de misère met de Dieseltreinen
Bijne een botsing
Overzicht
De Kamer heeft aan den minister van Wa
terstaat, door aanneming der motie-Drop-
Smeenk, te kennen gegeven, dat zij in het
vervolg in de bestekken van den Rijkswater
staat de verbindendverklaring van collectieve
arbeidsovereenkomsten wenscht te zien op
genomen. Er waren slechts weinige tegen
stemmers.
Aan den hger Sneevliet werd toegestaan te
interpclleeren over de zending van een con
tingent Nederlandsche troepen naar het
Saargcbiqd. Deze interpellatie is. niet veel
anders dhn een slag in de lucht. De Regee-
ring was reeds voornemens aan de Kamer
kennis te geven van de ter zake gevoerde be
sprekingen en onderhandelingen. Meer be
hoeft ze niet te doen. Wat er gebeuren zal,
behoort iiaar de Grondwet, geheel ter com
petentie van de Regeering. De interpellatie
zal reeds vanmiddag worden gehouden.
De rest van den middag is gisteren besteed
aan het afwerken van de begrooting van
Waterstaat. Daarbij had de afdeeling Spoor
wegen de grootste belangstelling van wege
het spoorwegtekort, de Diesel-treinen-misère
en de jongste loonsverlaging voor het spoor
wegpersoneel, die 1. Januari 1935 zal ingaan.
Over de spoorwegtekorten kon de minister
niet veel anders meedeelen, dan dat het niet
mogelijk is een systematisch saneeringsplan
te maken. Het bedrijf is ook teveel loon
bedrijf. Overigens werd gehoopt in den loop
van 1935 ongeveer 10 millioen te kunnen in-
loopen op het tekort door opheffing van on
rendabele lijnen, sluiting van onbelang
rijke tusschenstations en de loonsverlaging,
waarover al zooveel te doen is geweest.
Over de Dieseltreinen was de minister vrij
kort. We vernamen, dat de oorzaak der mi
sère gelegen is in de constructie der motoren,
die vooral bij grootere snelheden, de tril
lingen niet verdragen konden. Het is een in
genieur van Werkspoor geweest, die de fout
in de constructie ontdekt heeft. Men is
bezig met het herstellen der motoren en het
beproeven der verbeterde exemplaren. De
kosten van een en ander komen vrijwel ge
heel ten laste van de fabrikante. De Spoor
wegen, die nu het duurdere stoommaterieel
moeten gebruiken, komen er schappelijk af.
Er is geen sprake van, dat ze voor 7 millioen
dc dupe zijn; waarschijnlijk zullen het nog
geen tonnen zijn.
.Met de loonregeling liep het wat wkarm.
Men weet wat de kwestie is. De directie
der spoorwegen wenschte per 1 Januari 1935
een loonsverlaging van 5 pCt. Het in 1922
vastgestelde loon zou dan in totaal met 29%
percent zijn gekort.
Lang en breed is daarover in het Georgani
seerd Overleg beraadslaagd. Ten slotte raak
ten directie en Personeelraad het hierover
eens: de verlaging zou 3 pCt. bedragen, de
laagste loonklasse zou worden beschermd,
de verlaging zou 1 April 1935 ingaan en in
2 jaar zou. geen nieuwe verlaging kunnen
intreden.
Minister Kalff moest het overeengekomene
goedkeuren dan wel niet-goedkeuren. Hij
deed echter wat anders, niet als minister,
maar als représentant van den grootsten
aandeelhouder in het spoorwegbedrijf, n.l. de
staat. Wel ging hij met de twee jaren rust
en met de verschuivingstermijn accoord,
maar hij bleef staan op 5 percent verlaging
en die moest met algemeene stemmen wor
den aanvaard.
Dit laatste was niet nieuw. De conditie van
eenstemmigheid gold steeds voor dit overleg
in het belang van het instituut als zoodanig.
Men bedoelde daardoor te voorkomen, dat
de organisaties in concurrentiestrijd zouden
vervallen en dien strijd in den Personeel
raad voortzetten tot schade van het overleg
en de belangen van bedrijf en personeel
beide. Het is een plausibele reden en nim
mer hebben de organisaties tegen de gestel
de conditie bezwaar gemaakt.
Ditmaal werd de overeenstemming echter
niet bereikt. Twee kleine bonden weigerden
's ministers aanwijzing te volgen; 7G pCt. van
bet georganiseerde personeel intusschen was
bereid zich er bij neer te leggen. Toen was
liet overleg mislukt en de minister greep in.
Ilij vereenigde zich niet met het voorstel,
waarover in October overeonstemming was
verkregen, nam ook het nadere voorstel van
do 5 percent niet over, maar besliste, dat per
1 Januari 1935 en verlaging van 5 pCt. zou
ingaan. Zonder meer. De tweejarige rustpe
riode werd niet langer vastgehouden.
Tegen dit laatste nu rees het verzet der
vakvereenigingen, ook van degene, die bereid
waren geweest om met den minister mee te
gaan; ze voelden zich de dupe van het ver
zet van twee kleine organisaties en zagen
daarin een onbillijkheid en schade voor het
overleg.
De minister zag het anders. Hij meende
zijn beslissing als een les voor de organisa
ties te mogen zien en in het belang van het
overleg.
Deze controvers heeft ook in de Kamer
haar afspiegeling gevonden.
Van R.-K, en S.-D. zijde werd vrijwel het
standpunt der oiganisaties ingenomen en
trachtte men den minister te bewegen de
periode van twee jaar rust buitengewone
omstandigheden voorbehouden alsnog te
aanvaarden.
De heer Kuiper drukte dien wensch uit in
een motie. Daarin werd uitgesproken: 1. dat
de conditie der eenstemmigheid niet had
moeten zijn gesteld en 2. dat de 1 Jan. 1935
van kracht worden loonregeling voor 1935 en
1936 ongewijzigd moest worden gehandhaafd,
buitengewone omstandigheden voorbehou
den.
De minister verklaarde deze motie niet te
kunnen aanvaarden; de directie der spoor
wegen moest vrij blijven in het stellen van
den eenstemmigheidseisch.
De heer Jookes, die het wel eens was met
de gedachte der motie, vond echter den vorm
niet juist en adviseerde den minister alleen
te verzoeken de gestelde voorwaarde v-an
eenstemmigheid niet te handhaven. De heer
Kuiper bracht deze wijziging, die het karak
ter der motie vrij sterk veranderde, aan.
De minister was het ook daarmee nog niet
heelemaal eens. Wat beteekent het ook,
merkte hij op; voor 1935 is de zaak beslist en
voor 1936 denken directie noch ik behou
dens de ook in de motie vrijgelaten bijzon
dere omstandigheden aan nieuwe loons
verlaging. Hij wilde echter in het belang van
het overleg den eenstemmigheidseisch niet
loslaten.
De voorzitter schorste in dit stadium van
het debat de beraadslagingen: beide partijen
konden zich toen nog eens bedenken, onder
wijl de afdeeling „Mijnwezen" werd afge
handeld.
Het bleek daarna, dat men elkaar gevon
den had. De minister zeide, dat als hij de
motie zoo lezen mocht, dat hij voor zich
niet aan den eisch der eenstemmigheid moest
vasthouden, maar de vrijheid der directie
van de Spoorwegen in dit opzicht onaange
tast bleef, hij tegen de motie geen bezwaar
had, nu met vrij groote zekerheid in 1935
en 1936 de loonkwestie niet opnieuw aan de
orde zou komen.
De heer Kuiper nam daarmede genoegen
en trok zijn motie in. De vrede was weer ge-
teekend. Voorloopig verandert er niets. Het
overleg blijft wat het was en de directie der
Spoorwegen blijft vrij. En of de organisaties
elkaar niet in het haar zullen vliegen zal
nader moeten blijken. Er is reeds gescher
mutseld. Dit feit pleitte voor 's minsiters
opvatting. Te hopen is echter, dat het daarbij
blijven zal en de bitterheid niet duurzaam
wortel zal schieten tot schade van de ver
houdingen in den Personeelraad en met de
directie en van de belangen van het perso
neel.
De stemming over de begrooting werd
aangehouden; die voor het Mijnwezen en
het Staatsvisschershavenbedrijf werden z.
h. s. goedgekeurd.
Aangehouden werd ook de stemming over
een motie van den heer Wijnkoop, waarin
loonsverlaging geheel werd afgewezen. Zij
zal vandaag worden verworpen.
Voor de dagvergadering is thans Onder
wijs aan de orde; Sociale Zaken blijft avond
en nachtwerk.
De
Verslag
riiiï.hfin%' V~.nae °Pnemins van de ver-
piicnting tot naleving; van
collectieve arbeidsovereenkomsten
in Rijks Waterstaatsbestekken.
"""eenomen met 62 te-gen 20
Viqsnhör* J n hi, Jï C5r en de heeren
DoTb,ben d,ï Bruyn cn v. D(jk (a.r.).
wXrmS 0,11V£?£i>: L""fbeek
Het verzoek van den heer SNEEVLIET om
te mogen interpelleercn over de zending van
een contingent
Nederlandsche troepen naar het
Saargebied,
werd hom toegestaan. De interpellatie zal wor-
van Waters ton tna afbandel'n& der beffrooting
Daarna werd de behandeling der
BECROOTING VAN WATERSTAAT
vervolgd, Do afdeeling „Spoorwegen" was aan
et veile
iet het
;rgeten is.
i het
wegpersoneel ia
•ai ondernomen. Ook
reeds menige korting toegepast-
Ide na overleg en in overeenstem-
personeelsorganisaties, die steeds
open oog te hebben voor den toe-
Irjjf. Er is ai 24% P'
stoel der directie
irlaging, hoe-
slechts loonregelingen kan goed- of &f-
Du minister vorderde een verlaging
pet. Duur zijn de vakorganisaties nl>*t
alsnog dio ga
ran ti» geven
De heer v. KEMPEN (lib.) verdedigde 's ml
nistera daad. HU deed wat economisch nood
zakelijk was, nu de leiders van dit bedrijf voor
durend achter de economische feiten aanloopon
Het beleid met de Diesel-treinen is onvoor
zich tig geweest. Wfl deden zonder voldoende
n? Wie is of zijn
De heer J. TER LAAN (s.d.) 1
ker-Maasoever moet een behoorlijk station
komen.
KUTPER (r.k.) besprak
lelioudens
omstandigheden, dan twee jaar
ie kleine bondjes wezen de loons-
garantie wilde aanvaarden. Had de minister
daaraan niet mee moeten werken? Waarom
deed lijj dat niet? Als de minister van zijn hou
ding geen redelijke verklaring kan geven, zal
de heer Kuiper met een motie komen.
De heer AMELINK (a.r.) achtte de Kamer
niet de meest geschikte plaats om over de
loonregeling van het spoorwegpersoneel te
spreken; z|j is ondeskundig en beschikt nle't
irlee gesproken. Toen het r
voldaan, beschouwde ht)
zegging en legde de 5 pet
i afwijkend"
e2e wijze oj
sinister w(j
slge alsnog zijn standpunt. Hü maakte door
zijn eenstemmigheidsvoorwaarde het mogelijk,
dat een kleine minderheid de regeling kon sa-
boteeren. Beter is het alsnog aan de uitkomst
van het overleg, welke de overgroote meerder
heid van het personeel bereid was te aanvaar
den. vast te houden.
Voorts werd door den heer Amellnk aange
drongen op concentratie van Intercommunale
tramwegen. Ook verzocht hti de loonen bij
tramwegen niet beneden werkverschafflngsloo-
nen te brengen.
De heer KRIJGER (c.h.) stelde de vraag hoe
bij de spoorwegen een sluitende bedrljfsreke-
ning te krijgen. Positieve maatregelen zijn te
dezer zake nog niet bekend en in wat gebeurt
zit geen systeem. Gevraagd werd met welke
middelen de minister zich voorstelt een slui
tende rekening te Verkrijgen en voorts hoe het
zit met de verantwoordelijkheid voor het mis
lukken der Dloseltractle.
De heer WIJNKOOP (comm.) diende een mo
tie ln om uit te spreken, dat de bezuiniging
bij de spoorwegen in geen geval door loons-
d. WAERDEN (s.d.) bestreed de
50.000
De hi
meonrng alsof di
economische feiten zou
voor aanpassing: het personeel i9
tot 35.000 teruggebracht en de looni
25 pet en meer verlaagd.
Dat de heer v. Kempen het vrachtautover-
voer met zijn beestachtige arbeidstijden aan 't
spoorwegbedrijf ten voorbeeld stelde, is wel
verschrikkelijk.
De heer SNEEVLIET (r.a.p.) zag In kapt-
taalrc-ductie een der middelen om het spoorweg
bedrijf gezond te maken.
Zijn we met onze tarieven in staat te con-
lurreeren? Wie draagt de schade van de Diesel
vragen werd "s ministers
daarvot
loozen
slo't.
•achtors. De Zoni
DE MINISTER AAN HET WOORD
De MINISTER VAN WATERSTAAT was ook
'brdec
houden roet nieuw
middelen en daarom op ander peil zal moeten
worden gebracht. Niemand kan echter daarbli
alB profeet optreden en zeggen binnen een be
paalden tijd het spoorwegtekort te zullen weg
werken. ln z'n beste jaren was het bedrüf nau
welijks rendabel. Blijven de ontvangsten dalen
als tot nu toe, dan Is geen sluitende exploita
tie mogelijk. Op de exploitatie Is reeds 30 pet
bezuinigd. Als in 1935 door opheffing van
rendabele lijnen en verlaging van personeel
ten IQ mill, zal kunnen worden bezuinigd,
de" minister tevreden ztJn-
De gratis-besteldienst levert niet zoo grooto
op; hü is beschouwd als onderdeel
.O. of v. Gend en Loos, die weer als
derdeelen van het spoorwegbedrijf worden
Hel
roederen tarief hield rekening i
leldlei
i de bediiifstekorten Iets kun-
zullen enkele inconvenlenten
en uTL;\gp°"
ARNOLD SPOEL f
Hij heeft het gedragen, het Hollandsche lied,
Hij zong het langs velden en wegen,
Het heeft door zijn vuur in het hart van ons volk
Een plaats weer der eere gekregen
Hij zong hel ons vóór en wij zongen het mee,
Hij zong het in huizen en zalen;
Hij wist het vernieuwde verouderde lied
Uit stoffige boeken te halen.
Hij heeft door zijn geestdrift ons Holland bezield,
-Begeesterd en weer leeren zingen
Het lied dat zijn lust en zijn levensvreugd was,
Het lied van de simpele dingen:
Dat landje zoo klein, maar het loflied zoo waard,
Dat landje zoo groot in het kleine;
Hij legde 't opnieuw in de ziel van ons volk
En 't zal er niet weer uit verdwijnen
Hoe eeren wij hem, nu zijn stem is verstomd,
Den voorzanger bij zijn verscheiden
Wanneer wij als hij voor het HoUandsche lied
De strijd voor óns lied blijven strijden.
(Nadruk verboden.)
LEO LENS.
De onbewaakte overwegen weer doen be
ken ware tmiih.or /-»„ j
komen veel
den gewone..
de oorzaak der ongevallen.
De minister zal ernstig d.
van den heer Amellnk om
b® trammaatschapplJen.
kostbaar. Op dn
igelukken voor dan op
Is onbesuisd rijden
•angen. (Dedemvaartsche
staat volkomen buiten
de Diesel-tractie-proef.
eeds besloten eer hU minister
Daartoe
was. Die proef ^zou er toch gok.
•mstandlgheden
De c
do i
n ze zijn.
•ectie heeft alles gedaan om zich op de
ictie
die
be
tegen de trillingen bij groote
probeerd". De kos
komen voorns
Hce hoog die
zijn ook nog
herstel dei
voornameiuK ten jaBte der fabrika
log die zullen zijn is niet te zeggei
i AVerksj
irdt
islaagd is de
geven.
lortges
Do kosten voor horstel
-*oor de Spoor niet in d
ivaarsehiinlijk zelts niet i
nlllloenen loopen.
de personeelskwestie
merkte de minister op. dat hl) do loonsverla
ging van 5 pet per 1 Jan. 1935 onvermijdelijk
achtte en die meening ook te kennen gegeven
Men bedenke, al heeft de minister niets op
Xe leggen, dat het Rijk de grootste aandeel-
- - tekorten^ ifat
te zeggen en daarna,
staat, kan hij loonrege
De 5 pet za) men
van den toestand van
dreven mag worden
Rlik betaalt toch all.
ndeelhouder let
zien In het licht,
het bedrijf, dat nooit ge-
met de wetenschap: het
a tekorten uit de belas-
irlaging toch nog minstens
Iröf ls voor 75 pel
jodat er weinig a
■m
De minister was bereid twee jaar rust te aa
vaarden onvoorziene omstandigheden vooi
behouden mits de Personeelraad unaniem d
5 pet verlaging goedkeurde.
Het overleg heeft dat niet geaccepteen
Maar dat is niet de schuld van den ministe
Hij heeft het overleg niet „kapot gemaakt". E
minister is niet bereid op zön beslissing teru
te komen. Het Overleg was tevoren met groot
ernst gewezen op den stand van zaken; d
loonsverlaging was onvermijdelijk.
Er volgden replieken.
De heer KRTJGER (c.h.) handhaafde als zjji
groote bezwaar, dat do minister voor de ge
zondmaking van het spoorwegbedrijf geen en
kel perspectief opent.
Motie
Do heer KUIPER (r.k.) diende een motie in
om uit te spreken, dat dc conditie van ee
stemmige aanvaarding door do organisaties v,
het spoorwegpersoneel van do loonaverlagl:
voor dit personeel niet had behooren te wc
den gesteld en voorts verzoekende, behoudens
buitengewone omstandigheden,
de 1 Jan. 1935 van kracht wordende loon
regeling voor 1935 on 1936 ongewijzigd te
handhaven.
De heer v. BRAAMBEEK betoogde, dat dt
minister met xijn standpunt het overleg stul
maakt. H|j zal zoo noodlg voor de motie vai
den heer Kuiper stemmen.
De heer JOEKES (v.d.) merkte op. dat juis
ln de zeer moeilijke bedrijfsomstandigheden
een reder, ligt om het overleg in eere tehoude^
De Kamer kan niet treden in een beoorde
ling van de loonregeling en van de houding d<
daarbij betrokken bonden.
Het is echter niet juist, dat de minister zt
voorwaarde van eenstemmigheid heeft gesteld
n van de 5 pet loonsverla-
illlng. dat er be-houdei
-ndigheden twee Jai
bultengowc
rust voor de loonen
Met de gedachte van den heer Kuiper k,
-enigen, tenzij de rr
held) niet te handhaven.
Niets nieuws
^MINISTER KALFP' herhaalde, dat de nu ge
ls. U werd al
allerlei onaan-
Jaienlang gesteld, omdat
uitspraak gedaan
dt De verhoudingen
:lie heeft er ook op i
'gheid niet lo:
mdat anders de P»
1936 wil de minister z«
ning houden mot wat
De heer KUIPER zelde, dat de eenstemr
heidseisch niet te handhaven Is. nu een kl
minderheid een. regeling deed mislukken
De redactieverandering in de motie werd
jsschen dlrec-
iie en organisaties niet3 verstoord. Het nh
stellen der voorwaarde is voor den ministe
niet te aanvaarden. Dan wordt het overleg tui
schen directie en organisaties bemoeilijkt.
De minister wil voor 1936 niets doen, dat
niet door den nood opgelegd zou zUn. Als
h(J dus de motie mag beschouwen als een
-uitnoodiglng aan hem. zonder bU voorbaat
de dlrtctle te binden, dan zou tegen de mo
tie geen bezwaar meer bestaan.
De beraadslagingen over de afdeeling Spoor
wegen, worden geschorst,
BU de afdeeling
Mijnwezen
verdedigde de heer HERMANS (r.k.) weer cent
verhoogde invoerrechten voor steenkolen er
internationale regeling der productie. Eer
kleine minderheid in het bedrüf houdt eer
goede regeling, die tevens opruiming van .mis
bruiken zou bettekenen, tegen. Verzocht were
goede regeling van liet bedrüf te rapporteeren
De heer DROP (s.d.) verklaarde zich teger
subsidie voor de kerkgenootschappen op daar
voor vroeger aangevoerde gronden. HU oefen
de er ook critlek op dat „bedienaren van der
godsdienst" hun werlc verrichten in wonlnger
die aan de m(jnon behooren.
Internationaal overleg is noodlg; maar mer
in dan omgekeerd. B(i a.s. onder-
met Duttschland moet daaraar
den geschonken,
de jongste loonsverlaging zUn de loo-
1 te lang geworden. Het ts geschied ter wille
het bedrüf, maar er is geen grens, waa
i blijven In dit bcdrtif.
Over een bedrüfsnood kan de minister zich
eerst uitlaten als de Contactcommissie en de
Mündlrectles zich hebben uitgesproken over di
bevoegdheden van een bedrüfsraad.
Overleg met de belanghebbenden over eer
regeling voor het bedrijf ontmoet bU den mi
VRIJDAG 14 DECEMBER
HILVERSUM 301 M. 8.00 VARA. 12.00 VPRO.
11.0012.0 VARA. 8 00 Gramofoonpl. 10.00
Morgenwijding VPRO. 10.15 Declamatie F.
Nienhuys. 10.35 Gramofoonpl. 11.00 Vervolg
declamatie. 11.20 Gramofooopl. 12.00 Barnabas
von Geczy en zijn orkest en gramofoonpl. 2-15
Gramofooopl. 2.30 Piano-recital A. Schuur
man en gramofoonpl. 4.00 Koiples. 4.45 Gra
mofoonpl. 5.00 Kinderuur. 5.30 Gramofooopl.
5.45 Schalmei olv. P. Renes. 6.00 Gramofoonpl.
6.15 Strijkorkest olv. E. Walis. 6.45 Gram.pl.
7.00 XX-Ensemble olv. Cor Steyn. 7.30 Dr. H.
Brugmans: Marx. 7.50 Gram.pl. 757 Herh.
SOS-berichten. 8.00 Dr. J. Ellerbroek: De waar
de van het geloof. 8.30 HoiJ Kamermuziek-
Vereen. 9.00 Dr. H. de Vos: Godsdienst en cul
tuur. 9 30 Vervolg concert. 10.00 Vaz Dias.
Vrijz. Godsd. Persbureau. 10.15 Declamatie A.
Geyl. 11.00 Jazzmuziek (gr.pl.). 11.3012.00
Gramofoonmuziek.
HUIZEN 1875 M. Algemeen programma, verzorgd
door den KRO. 8.00—9.15 en 10.00 Gramo
foonpl. 11.30 Voor zieken en ouden van dagen.
12.15 Schlagermuziek en gramofoonpl. 2.00 Or
gelconcert en gr.pl. 4.15 Opera-concert. 5.00
Lezing 5 30 Orkestconcert en gr.pl. 7.15 Cau
serie. 7.35 Gramofoonpl. 7.45 PTT-kwartiertje.
8.00 Vaz Dias. 8.05 Gramofoonpl. 8.15 Koor-
concert. 8.35 Voo-aracht. 8.50 Orkestconcert.
9.20 Voordra:hf. 9 35 Gramofoonpl. 9.45 Sym-
phonieconcert. 10.30 Vaz Dias. Gr.pl. 10.40
Vervolg concert. 11.2012.20 Populair con-
DROITW1CH 1500 M. 10.35—10.50 Morgenwij
ding.. 11.20 Orgelspel R. New. 11.50 Voor de
scholen. 12.10 Het New Victoria Cinema Or
kest olv. S. Phasey 12.50 BBC-dansorkest olv.
Hall. 1.35 Orkestconcert olv. Hoek mmv. solis
ten. 2.20 Voor de scholen. 3-35 Lezing. 4.00
BBC-Northem-orkest olv. Morrison. 4.50 E.
Colombo en zijn orkest. 535 Troise en zijn
Mandoline-orkest. 6.20 Berichten. 6.50 en 7.10
Lezingen. 730 Oude muziek voor strijkkwartet.
7.50 „The Great Adventurecomedie van A.
Bennett. 9.20 Pianoduetten. 9.50 Berichten.
10.20 Sir Austin Chamberlain; Causes of War.
1035 Het G. Parkington kwintet. 1130 Voor
dracht. 11.3512.20 Harry Roy en zijn Band.
RADIO PARIS 1648 M. 7.20 en 8.20 Gram.pl.
12.50 Het Goldy-orkest. 8.20 „L'Abbesse de
Jouarre", spel van Renan. 10.50 Dansmuziek.
KALUNDBORG 11.20—1.20 Concert olv. H. An
dersen. 2.00 Piano-recital. 2.204.50 Concert
uit Rest „Wivex". 7.30 Kerkconcert mmv. so
listen, koor en orgel. S.20 Hoorspel. 9.45 Man
dolineconcert olv. Hammerich. 10.20—11.20
Kerstgroeten naar Groenland.
KEULEN 456 M. 5.20 en 6.35 Gramofoonpl. 11.20
Blaasconcert olv. Niemann. 12.35 Wcrag-Ka-
merorkest. 3.20 Concert uit Leipzig olv. Blu-
mer. 5.05 Zang, viocl en piano. 6.20 Vroolijk
programma. 7.35 „Das Lied von der Glocke"
mmv. orkest, koor en solisten. 8.30 Volksliede-
renconcert olv. G. Kneip. 10.2011.20 Dans
muziek.
BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gramo
foonpl. 1.30—2.20 Salon-orkest olv. Walpot.
5.20 Dansmuziek. 6.35,7.20 en 7.35 Gramofoon-
platen. 8.20 Symphoniecoocert. 9.05 Reportage.
10.45—11.20 Dansmuziek. - 4.84 M.: 12.20
Salon-orkest olv. Walpot. 1.302.20 Gramo
foonpl. 5.20 Symphonieconcert. 6.35 Gramo
foonpl. 6.50 Berlioz-concert. 7.35, 8.20 en 8.50
Gramofoonpl. 9,05 Reportage. 10.4511.20
Dansmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.35 Zie
Keulen. 8.30 Dansmuziek van 17S0 tot 1934.
9.20 Berichten. Causerie. 10.05 Weerbericht.
10.2011.20 „Weihnachtsoratorium" van Kurt
von Wohlfurt.
wordt de begrooting
Staatsmijnen
ivenals die -
Siaatsvisschershavenbedriff
Heropend worden de beraadslagingen over
de afdeeling
Spoorwegen
De heer KUIPER (r.k.) had nog eens nage»
rrklaring van den minister in-
feen bezwaar om
n eenstemmigheid
trok de heer Kul-
hield. Deze had blljkba:
Chr. Dem. Unie
Dezer dagen werd te 's-Gravenliage een
vergadering gehouden van afgevaardigden
uit de besturen der Zuid-Hollandsche afdec-
lingen van de Chr. Dem. Unie. Een provin
ciaal Verband werd gevoimd en een be
stuur gekozen, dat belast werd met het ont
werpen van een reglement
Met algemeene stemmen werd besloten,
deel te nemen aan de in 1935 te houden
verkiezing voor de Provinciale Staten.
FEUILLETON
Een werkende Vrouw
Naar het Engels ch
13)
„Max, dat is niet onooi van je!" riep ze
opgewonden. „Je moest het aan mij over-,
laten, hoe ik er over denk. Je weet, waar ik
dar. op het laatst toe besluiten moet, ais
jc blijft volhouden."
„Om weg te gaan van de fabriek?"
„Ja, ik zou geen andere keuze hebben
en dal zou heel hard voor mij zijn!"
„Ik zou je vinden, waér je ook heenging!
„En zou dat mooi zijn gehandeld, Max?"
Hij lachte:
„Weet je, waarom ik zoo aanhoud?
Omdat je mij zoo 'n allerdwaaste reden
gaf voor je weigering."
Esther antwoordde niet en na eenigen
tijd ging hij voort:
„Nu, ik wil je niet kwellen, liefste! ïk
.Voelde mij verplicht, jc tegen dien regen te
beschutten, maar ik beloof je, dat ik je
nooit meer zal lastig vallon, als jc mij ééD
ding naar waarheid beantwoordt."
„Wat dan?"
„Nu, ik beloof je, dat ik je onmiddellijk
zal opgeven, als je mij naar w a a r h c
kunt getuigen, dat je mij niet liefhebt."
Er volgde weer een stilte. Ze wist, dat
hij den blik op haar gericht hield, maar
zij durfde dc oogen niet opslaan.
„Esther^-liefste, zie jo nu niet in,
dwaas het van je is?"
Zij barstte in tranen uit:
„Ik... o, ik mag..., niet naar je luisteren,
Max! Ik weet, wat een ellende er van
komen zou. De wereld is zoo hard! En ik
ben zoo trotsch. Ze zouden nooit kunnen
vergeten, dat ik een van de arbeidsters was
geweest Ik zou je ongelukkig maken en
ik zou gaarne vvenschen, dat ik nooit ge
boren was!"
Max glimlachte om die onmiskenbare,
wijze, waarop zij blijk gaf van haar liefde;
maar toch wilde hij haar niet te zeer over
rompelen en eerst toen zij vlak bij haar
woning waren, zei hij:
„Goeden-avond, Esther! Züllen wij het
beiden nog eenigen tijd in beraad houden?
Maar tracht mij niet te ontloopen. Ik ben
nu niet dikwijls meer op de fabriek en ik
beloof je, dat ik je mijn gezelschap niet
zal opdringen."
„Goeden-avond", antwoordde zij. „Dank
je wel, dat je mij zoo tegen den regen
hebt beschut"
Esther schreide zich dien avond in slaap:
en tóch voelde zij zich zoo gelukkig in
het bewustzijn, dat zijn liefde voor haar
zoo overweldigend groot bleef.
HOOFDSTUK VIII
De donkere dagen van November waren
gekomen en in plaats dat Esther regelrecht
naar huis ging, haalde zij dikwijls Charlie
van school. Daarbij moest zij door een
smal, donker laantje, dat een heel eind
van den weg afsneed. Aangenaam vond ze
dit niet cn in den regel zorgde zij, dat. ze
zoo'dicht mogelijk achter een fatsoenlijk-
uitziend persoon bleef loopen.
Op een avond, toen ze juist bij den in
gang van het laantje stond, liepen daar
ook twee mannen in. Toen ze onder de
lantaarn doorgingen, zag ze aan de uit
drukking op hun gelaat, dat het twee
werklieden van de pottenbakkerij waron.
Ze waren in zoo 'n druk gesprek, dat
Esther, die er geen woord van verstond,
haast bang was, dat ze twistten. Ineens
sprak een van hen met luiden nadruk:
„Het kantoor, dót is de juiste plaats;
daar zullen ze alle drie zijn en ze zullen
dan alle drie hun portie van de bom
krijgen!"
„Wel zeker", lachte de ander. „Maar ik
zie nog niet in, dat wij er zooveel door
zullen vooruitgaan."
„Jou stommerik! In ieder geval zou het
al wat waard zijn, om wraak te nemen op
dien Hans van een Hamilton! En dan zal
het een goede les zijn voor die slaven
drijvers! Dan zullen zo eens ondervinden,
dat het niet aangaat, om ons, arme kerels,
op ons loon te beknibbelen, opdat zij maar in
hun prachtige rijtuigen kunnen rond
toeren."
Esthers hart begon hoe langer hoe on
stuimiger te kloppen, maar toch zorgde zc
dat ze nog wat dichter achter de mannen
aankw.vu, zoodat geen woord van hetgeen
ze-zeiden, voor haar verloren ging.
„Maar als je het hart hebt...!" ging de
nijdigaard voort.
Maar toen haddff.i ze de straat alweer
bereikt en kon zij hen niet zóó op den voet
volgen, dat ze alles verstaan kon. Max
werd bedreigd; dus. hij moest gewaar
schuwd worden.
Waarin precies het gevaar bestond, wist
zii niet Nu woonde hij wel een twee mijlen
ver; dus zou zij zich dan maar eens de
woelde veroorloven, van een taxi aan te
roepen.
Op deze wijze was de afstand gauw ge
noeg afgelegd en toen ze voor het huis stil-,
hield, zei ze tegen den chaffeur:
„Vraag maar, of Mr. Hamilton thuis is".
Mr. Hamilton was echter niet thuis en
dus vroeg zij aan het meisje, dat opendeed:
„Weet je niet, waar Mr Hamilton dan
wèl is?"
„Ik zal het Mevrouw eens vragen."
„Ja, want ik. moet hem vindenl" zei
Esther opgewonden.
Ze herinnerde zich nu echter, dat de
man niet van een bepaalden tijd gesproken
had, dat hij zijn plan ten uitvoer zou bren
gen en er was geen reden, om te vermon
den. dat dit zoo onmiddellijk zou wezen
„Mr. Hamilton is naar de fabriek ge
gaan, heeft hij tegen Mevrouw gezegd",
kwam het meisje met de boodschap terug.
„Er zou vanavond een vergadering van
de firma zijn."
„Dank u", zei Esther met gedwongen
kalmte. En zich toen tot den chauffeur
wendend, sprak ze: „Breng mij, als 't u
blieft, naar de pottenbakkerij van Casley
Vau e."
Intusschen was er een heel ander toonee]
afgespeeld op de Towers. Mr. Vane stond
in den hall te wachten op het rijtuig, dat
hem naar de fabriek zou brengen. lady
Adelaide was hem gevolgd, om nog enkele
woorden tc zeggeh. Feitelijk was hij juist
wat oarder naar den hall gegaan, om dat
afscheid te ontkomen, maar dit was
hem niet gelukt,
„Je hebt het mij nog niet beloofd, Henry"
begon ze streng.
„Ik zal er zeker met Casley over spre
ken; ik zal hem gaan halen", zei Mr. Vane
en sloeg den kraag van zijn bontjas vast
op, of hij ieder oogeablik van plan was,
weg te rijden; waarna hij er nog bijvoegde
„Je irtoest hier niet langer blijven staan,
lieve, want als de deur opengaat, zal het
erg tochten!"
„Ik heb een sjaafcje meegebracht.
Neen, nu moet je er niet omheen praten,
Henry. Je zult toch je invloed aanwenden
dat het. meisje ontslagen wordt?."
Aarzelend zei Mr. Vane;
„Je moet niet vergeten, lieve, dat ik er
maar één van de drie ben! Hoe kan ik or
nu' op blijven aandringen, als de anderen
het niet met mij eens zijn? Dan zou ik
mij enkel belachelijk maken."
„Als wij totaal geruineerd waren, d;-n
zouden wij eerst belachelijk lijken! Van
nacht heb ik weer dien droom gehad,
Henry, en ik weet, dat ons een gevaar
dreigt. Ik droomde niet precies hetzelfde,
maar jij en ik liepen op ec.i verlaten plaats
en d" steenen deden onze voeten pij
Juist toen ik wakker werd, zag ik het
gezicht van dat meisje. Ik hen er van
overtuigd, dat het ongeluk komt door
hdiir!"
Ladv Adelaide was den laatsten tijd ma
gerder geworden; haar gelaat rlroog 'n zorg
volle uitdrukking. Haar echtgenoot heg reep
zeer goed, dat, als deze kwelling niet van
haar afgenomen werd, zij nog ernstig ii»k
zou worden.
„Ik begrijp niet, waarom er zoovel
drukte over gemaakt zou worden", zei ze
gemelijk. „Je hoeft haar immers in bot
geheel niet te benadeele-.i, maar je kunt
haar ergens anders wel een betrekking
bezorgen."
„Kwel er je maar niet langer mee, lief-j
ste!" zei Mr. Vane teeder. „Ik beloof jc,
dat het meisje znl overgeplaatst worden".
Hij was er toch wel van overtuigd, dat,
als hij zijn ouden vriend Casley en Max
vertelde, hoe deze gedachte de gezondheid
van zijn vrouw dreigde te ondermijnen, zo
beiden dan wel zouden toegeven.
»Hank je wel, Henry", fluisterde zij.
„Kijk, daar komt liet rijtuig al. Blijf nu
vooral niet op den tocht staan
Toen Esther achterover leunde in rle
taxi, herinnerde zij zich dat pen van de
mannen had gezegd: „Ze zullen alle duo
hun portie van de bom hebben!"
Dus zou dat plannetje dien avond vol
voerd worden.
„Laat eens denken", zei ze en bracht do
hand naar het brandend voorhoofd. „Wat
zal er gebeuren, als ik nu voor de deur
stilhoud en bel?... Als ze al bezig zijn met
hun boos ondernemen en Max betrapt zj.
dan zal hij er zeker niet goed afkomen'
Neen, dan zou liet beter zijn, eerst den
omtrek eenigszins te verkennen"
Dus toen ze op een vijftien meter van de
fabriek waren, liet ze de taxi stilhouden.
„We zijn er nog vliet geheel, Miss" zei do
chauffeur.
.'Neen, dat weet ik wel, maar toch wilde
ik er hier liever uit."
(Wordt vervolgd)