Naar en in Zuid-Afrika MAANDAG 3 DECEMBER 1934 TWEEDE BLAD PAG. B BINNENLAND. ONDERSCHEIDING Bü Kon. besluit is benoemd tot officiei de Orde van Umnje-Xassau V. de Grout, te »aaK NOTARIAAT Bü Kon. besluit is benoemd Nümc-Kcn. T. B. Kaï Lnd.-m REGENT GEVANGENISSEN Bü Kon. besluit is aan M. Schreuder verzoek eervol ontslae verleend als ltd v college van rege Roermond, ondei Jjetrakking bowi LANDBOUWHOOGESCHOOL Bü beschikking van don minister van Beono. ïnlsehe Zaken Is tot 1 Maart benoemd tot as sistent aan de Landbouv-hoogeschool te Wage ningan G. Hellinga, aldaar. Bü Kon. besluit is benoe Vau hc-t nüverlieidsonderwüs w. X'oiaerman Ben Haag, thans tüdelük als zoodanig wei AUDIëNTIES Ti» gewone audiëntie van den minister v Sociale Zaken zal op Woensdag 5 Dec. a.s. n plaats hebben. Do gewono audiëntie van den minister v Econ. Zaken zal op Donderdag 6 Dec. a.s. n Parmentier en Soer gehuldigd Zaterdagmiddag heeft de Amstelveensdbe burgerij haar plaatsgenoot Parmentier ge huldigd. Ten gemeentehuize werd hij toege sproken door burgemeesler Haspels, die hem namens het gemeentebestuur de gouden eere-medaille van de gemeente overhandig de. Ook Soer werd in dc huldiging betrok ken cn aan hem werd eveneens in verband met zijn Pel ik aanvlucht het gouden eere- metaal uitgereikt. Hierna werd Parmentier voor zijn. woning een zang- en muziekhulde gebracht en defi leerden do diverse vereemigiingen en de schoolkinderen. De Dieseltractie Nog slechts vijf treinen in bedrijf. Bestond aanvankelijk dc hoop, dat na het invoeren van den winsterdienst en voor Kerstmis het aantal Dieseltreinen belangrijk zou kunnen worden uitgebreid, nog steeds is het thans in bedrijf gestelde aantal motor- treinen van dit nieuwe systeem tot vijf of zes beperkt gebleven, zoo meldt het Volk. lar wij vernemen, is demogelijkheid,dat dit aantal spoedig zal kunnen worden uit gebreid, gering. De enkele treinen, die thans loopen, rijden onder verscherpt technisch toezicht. Bij de Centrale Werkplaatsen te Haarlem werken nog zes monteurs van Maybach om assistentie te verleenen bij de herstel werkzaamheden aan de treinen. Op zijn vroegst zal bij de invoering van den zomerdienst 1935 een belangrijke uit breiding van het aantal Dieseltreinen in be drijf mogen worden verwacht. Zekerheid, zoo deelde men ons mede, bestaat daarom trent echter nog geenszins. De Minister van Econ. Zaken heeft bepaald, dat met ingang van 1 December de uitvoer •België van beenderlijm en vleeschlijro zal zijn verboden, tenzij daarbij worde overgelegd vanwege hem af te geven certificaat. Belast is met de afgifte van bedoelde certificaten de heer A. Rom Colthoff, te 's-Gravenhage. Het Alg. Ned. Verbond heeft in een adres aan den minister van binnenlandsche za ken verzocht het daarheen te leiden, dat de voor steun aan armlastige Nederlanders in Duitschland uitgetrokken gelden voortaan in registermarken worden uitbetaald. Bloemendaal en de S.D.A.P. Politie mag niet revolutionair zijn Bij de behandeling van de gemeentebegrooting van Bloemendaal werd het van de zijde der S.D.A.P. betreurd, dat de burgemeester een verbod heeft uitgevaardigd waarop politiebeambten word', verboden lid te zijn van de s.d.a.p of abonné van de arbeiderspers. De burgemeester jhr. mr. C. J. A. den T e x antwoordde, dat de regeenng het lidmaatschap van l.a.p. voor militairen verboden heeft en dit verbod is nu overgenomen. De partij heeft zich niet uitgesproken voor hulp bij eventueele mobilisatie. Komt die. dan wil spr. op de medewerking van de politie kunnen rekenen. De politie moet de wet handhaven en dan past het niet op andere tijden ij andere gelegenheden de internationale te zingen. Spr. is bereid het verbod in te trekken als de regeering ook overgaat tot introkking vai verbod. DE INVOER VAN ZEEVISCH De contingenteering van den invoer van versche. gekoelde of bevroren zeevisch zal voor zes n den verlengd worden. Voor deze periode is het percentage vastgesteld op 50 pet. van het hoogste gewicht, dat in een gelijke periode in 1930. 1931 en 1932 is ingevoerd. Een nieuwe behandeling van ^verstopping" Men bemerkt het soms zelf niet, dat de stoelgang in de war is. Wat ge wel consta- le/irt? 'n Loom opgeblazen gevoel, duizelig heid, beslagen tong, hoofdpijn en meer van die ongemakken. Maak eens „Schoon Schip met de nieuwste vinding van Apotheker Dumont: Laxeer-Akkertjes. Ge proeft niets! Geen paardenmiddel, dat Uw gestel in de war brengt, dat U buikloop en hernieuwde constipatie bezorgt, maar een prettig zacht werkend laxeermiddel, hetwelk Uw inge wanden schoon maakt en de normale wer king daarvan herstelt. De bestanddeelen plantaardige stoffen, gal-extracten, melk zuur-fermenten en chlorophyll© werken gezamenlijk op Uw geheele gestel. Laxeer- Akkertjes geven voldoende, doch niet over dreven ontlasting en regelen op natuurlijke wijze de meest natuurlijke menschelijke verrichting. Probeert ze eens I Ge zult verbaasd en verrukt zijn over de blijvende gunstige werking. Per 12 stuks 60 cent. Een vernielde schuur even buiten Toronto, iDaar een vlieqtuiq teqenop vlooq. Beide inzittenden werden qedood. De wachtende taak En de figuur van Coliju Mét een ietwat wonderlijk slot eindigt „de Limb. Koerier" (r.k. een uitvoerige beschou wing over de figuur van Dr. Colijn. Na in vier artikelen betoogd te hebben dat Dr. Colijn heusch niet de sterke man en de staatsman is, waarvoor velen hem houden e.n dat bij het duel Colijn-Aalberse de scherp zinnigste man, die het doel ziet en dc weg kent niet achter de regccringstafel zat; besluit liet blad aldus: „Of wij dan moeten aansturen op een ka binetscrisis, op een aftreden van Colijn? Ons inziens nog niet. Dit kabinet moet zijn groote kans nog krijgen. Het eerste jaar van zijn bewind heeft het veel hinderpalen op zijn weg gevonden, welke eerst moesten worden opgeruimd; veel van wat het afgetre den kabinet-Ruys had voorbereid moest worden voltooid. Thans is men zoover. De ex-Rotterdammer Verschuur is aan Econo mische Zaken door mr. Steenberghe ver vangen. Deze keus was een gdoede. verstan dige daad van Colijn. Zij bewijst, dat de formateur toegankelijk is voor argumenten van anderen, welke in zijn oorspronkelijke opvatting niet pasten. Dit Kabinet, kan nog alles doen. Wij, ka tholieken, kennen Colijn en hij kent ons. Onze bewondering voor hem is niet grenzen- loos, maar zij is zeer reëel. Colijn zelf weet wat hij aan ons heeft, ook wat hij aan ons kan hebben. Zonder terug te schrikken voor de verantwoordelijkheid, gunnen de katholieken Colijn gaarne de eer, de man te zijn, die de sociale en economische paci ficatie moet iniuiden, de man die ons volk in deze tijd van bange nood naar een betere toekomst moet. leiden. Op onze steun kan hij rekenen. Doch slechts onder deze mits: dat er een goed bouwplan komt voor het nieuwe huis en dat cr gebouwd worde met bekwame spoed. Het eerst-noodige is: de weder-organisatie der maatschappij onder leiding van de staat met gebonden nationale economie en houd van de sociale vrede; daarna: hervor ming van het staatsrecht met behoud van de gezonde volksinvloed en versterking van het gezag. Zoo bouwen wij samen, op de puinhoopen vaii de zoogenaamd „klassieke" economie van het liberalistische individualisme, e chrristelijke corporatieve rechtsstaat. Samen brengen wij de offers; met vereen de kracht doen wij het werk. Zal Colijn de staatkundige architect zijn? De ontwerper van het bouwplan en bouwheer tegelijk? Wij hopen het van gansclier harte! Wijziging der Vleeschkeuringswet Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot wijziging van art. 20 der Vleeschkeuringswet, teneinde tegemoet te komen aan rechtmatige grieven van slagers tegen de thans geldende regelingen. Aan artikel 20 wordt thans een nieuw lid toe gevoegd. dienende om scherp te doen uitko men, dat de vleeschkeuring geen bron van inkomsten voor de gemeente mag zijn. Om hét maken van belangrijke winsten tot een einde te brengen, is aan het- wets ontwerp een overgangsbepaling toegevoegd, die noopt tot herziening van de gemeente lijke verordeningen op de heffing van de rechten. Het bouwen van een bruq, toeqanq qevende tot het derde dorp in den Wierinqermeer: Wierinqerwerf. Op den achter- qrond het terrein waar hel dorp zal worden qebouwd. Reisbrieven van Prof. Dr. V Hepp Andrew Murray; xn Onvoorwaardelijk heeft ds. Murray den oorlog van En geland tegen Trans vaal afgekeurd. Kort voor deze uit brak deed hij nog een hartstochtelijk beroep op het Brit- sohe volk. In deze had hij wel 'n opmerkelijke verandering onder gaan. Zijn eerste standplaats was Bloemfontein. Daar was hij aan de Hol- landsch sprekende kerk verbonden, maar hij bediende tegelijk de Engeische Met de Hollandsche gemeente kon hij 't beter vinden dan met de Engelsche. Zelf schreef hij: „Wat de prediking aangaat ondervind ik meer moeilijkheid met het Engelsche dan met het Hol landsche gehoor en dit nog te meer ten opzichte van het her derlijk werk De officieren zijn allen ongehuwd, een beetje woest (zeer dikwijls dronken), en twee van hen leven in het open baar met kleurlingvrouwen. Ik vertrouw, dat de Heer bijzondere wijsheid geven zal ten opzichte van de Engelschen alhier". De eigenlijke Boeren waren zeer aan hem gehecht en hij aan hen. I-Iij bezocht ook hen, die aan de andere zijde over de Vaalrivier waren uitgeweken meermalen. Zelfs beriepen deze hem als predi kant. 1-Iet viel hem moeilijk een keuze te doen. Hij bleef echter te Bloemfontein. Maar wat gebeurde? In de politieke woelingen .van die dagen oordeelde de Engelsche gouverneur het verstan diger om de bevolking van de Oranje-Rivier-Souvereiniteit haar onafhankelijkheid te hergeven. Ds. Murray met een kleine min derheid verzette zich daartegen. Hij reisde als lid van een Deputa tie naar Engeland om dc regeering te bewegen het land voor het Britsche rijk te behouden. Hij visohte echter achter het net. Het pleit was reeds beslist De Oranje-Rivier-Souvereiniteit was Oranj e-"Vrij staat geworden. Het verschil in Ds. Murray's houding loopt, als men deze beide feiten vergelijkt, wel sterk in het oog. Toch ligt de verklaring voor dc hand. In het begin sprak zijn Sohotsohe afkomst nog luid. Toen hij huwde met een Schotsche dame schijnt Engelsch zijn huistaal te zijn geworden. Immers, twee dochtertjes, die hij naar de kostschool van de Broedergemeente in Zeist had gezonden, klagen over het lastige van de Hollandsche spraakkunst. Hij geeft haar den raad te bedenken, dat haar vader predikant bij een Hollandsche gemeente is. Werkelij kheidsmenscli als hij is, breekt bij hem het inzicht, door, dat men het volk geen vreemden geest kan opdringen. Naar aanleiding van een blaadje, dat hem in han den was gekomen, schrijft hij aan zijn vrouw: „Het is de moeite waard het te lezen, om te zien hoe krachtig zich het gevoel van nationaliteit handhaaft, en met het godsdienstige volkssentiment i *1 XI stond in ons blad van 29 Maart» Het standbeeld van Dr. 'Andrew Murray zich vermengt. Men weet ternauwernood wat ervan te zeggen. Het is waar dat er veel onheiligs en euvels is geweest in do anti-Engelsche gevoelens, die deze beweging in het leven hebben helpen roepen. En toch zijn cr ook elementen van goed in, die gekoesterd moeten worden. Dö ontwikkeling van een krachtiger nationaal leven in onze half-sluimerende Hollandsche bevolking zal een sterker stam bieden, waarop het christelijk leven kan worden ingeënt Indien wij geen dadelijken invloed over deze beweging oefenen kunnen, moeten wij toezien om er ruimschoots het zout in te doen, dat het voor bederf bewaren zal." Hieruit spreekt nog altijd de Brit, maai' die zich tot diepere bezinning zet over het nationale leven in Zuid-Afrika. Men heeft gezien, waartoe dit heeft geleid. Als tweetalig mensch heeft hij de gevolgen van elke twee taligheid aan zichzelf ondervonden. Zoowel zijn Engelsch als zijn Hollandsch bleef uit stilistisoh oogpunt gebrekkig. Was Andrew Murray methodist? Op een vragencollege, door mij in Stellenbosch gegeven, ver langde een student hierop een antwoord van mij. De vragen hadden ziOli zóó opgehoopt, dat ik daarin een schifting moest aanbrengen en mij streng beperkte tot zulke, welke rechtstreeks betrekking hadden op de onderwerpen, waarover ik voorlezingen had gehouden. Deze kwestie viel er buiten. Toch moet ik toe geven, dat zij voor Zuid-Afrika niet van belang is ontbloot. Was Andrew Murray methodist? Dit kan noch simpelweg worden bevestigd noch ontkend. Allereerst hangt het er van af wat men onder methodisme verstaat. Hisitorisoh stonden metho- disme en mystiek vijandig tegenover elkaar. Voor den methodist concentreert zich het geloofsleven om de bekeering. Staat het eenmaal vast, dat die zielsverandering heeft plaats gevonden dan is het iemands roeping om daarvan te getuigen en anderen voor Christus te winnen. Het stond afkeerig tegenover 't piëtisme, dat allen nadruk lei op den intiemen omgang met God en zich steeds met zelfonderzoek bezig hield. Zoo bezien kan men Murray bij geen van beide indeelen. In hem vond men een synthese van methodisme en piëtisme. Hij verdiepte zich in de werken van groote mystieken als Madame Guyon, Ruusbroeck, Law, hij gaf zijn woning in Wellington den naam van „Clairveaux" naar den beroemden Bernhard van Clairveaux, zijn lievelingsdichter was de naar het piëtisme neigende Tersteegen. Aan den anderen kant groeide de sympathie voor het Réveil uit tot liefde voor het révivalisme. Aan de prikkels, welke van Engeland en Amerika in deze richting uitgingen, kon hij geen weerstand bieden. In Worcester, zijn tweede gemeente, was een opwekkingsbeweging buiten hem om ontstaan. Toen hij zulk een vergadering binnen trad en men naar hem niet wilde luisteren, ging hij heen met de woorden: „God is een God van orde en hier is alles wan orde". Zijn prediking bevorderde echter de beweging. Iemand getuigt van hem: „Op den kansel gedroeg hij zich op zeer opge- wondene, om niet te zeggen gewelddadige wijze, en Bijbel en kussen ontvingen van hem veel vuistslagen." Een Boanerges-geest was in hem gevaren. De hardheid van het evangelie domineerde toen nog bij hem over de lieflijkheid van het evangelie, terwijl in later jaren juist het omgekeerde het geval was. Toch zocht hij de beweging van haar excessen te zuiveren. Naderhand oefende de bekende Moody suggestieven invloed op hem en zoogenaamde „Evangelisten", die in grooten getale Zuid-Afrika bezochten, werden door hem hartelijk verwelkomd. Ook zelf trok hij als „Evangelist" er op uit, volgde hun methode, drong niet alleen op bekeering aan, maar was er ook op gesteld de bekeeringen te tellen. De Brighton-beweging, waartoe ten onzent ook Dr. Kuyper zich tijdelijk zeer voelde aangetrokken en welke den christen beloofde, dat hij reeds in dit leven tot volmaaktheid kon geraken, ging Murray niet voorbij. Hij bleef haar steeds getrouw. Evenwel bracht hij in haar leer een ingrijpende wijzi ging aan. Hij maakte onderscheid tusschen ontrouw of tekort koming en zonde. De laatste, waaronder hij blij lebaar ergerlijke, openbare zonde verstond kon de geloovige door oefening in de heiligmaking te boven komen. De eerste blijven hem altijd aan kleven. Maar hij mag zich daardoor de blijdschap in Christus niet laten rooven. De geloofsgenezing, uit Amerika geimporteerd, waartegenover hij eerst een indifferente houding aannam, werd later door hem vurig voorgestaan. Hij meende daardoor zelf van een keelziekte, waaraan hij twee jaar leed, le zijn geheeld. Maar ook ten deze matigde hij zich van lieverlede. De dood vau twee vrienden, op wie hij de geloofsgenezing wilde in oassen, schokte hem. Als hij ziek was, liet hij den dokter bij zich komen en nam trouw medicijnen in, maar de tendens van de geloofs genezing zwoer hij nimmer af. De goheelonthouding, waarmee hij alweer door Amerikaansohc bemiddeling in kennis kwam, veroverde mede zijn hart. Nu wilde echter 't geval, dat zijn trakte ment voor een groot deel door wijnboeren werd betaald, de ge meente van Wellington financieel op hen dreef en de zending, waarvoor hij altijd nieuwe geldelijke offers vroeg, door hen mild werd gesteund. Als werkelijkhoidsmensch zag hij zeer wel in dat, wanneer hij zijn onthoudingsbeginsel tot het uitei-ste door voerde, niet alleen hijzelf, maar ook de zaak van Gods Ko ninkrijk onberekenbare schade zou lijden. Hij kon den wijnbouw niet in een ommezien in een ander bedrijf omtooveren. Daaren boven stonden de wijnboeren in christelijken levenswandel niet bij anderen ten achter. De synode werd erin gemoeid. Die nam een reeks conclusies aan, waarvan de eerste luidde: „De wijn is een goede gave Gods, die met dankzegging, Hem ter eere, gebruikt kan worden." Er werd een compromis getroffen, waarbij Murray zich neerlegde. Uit dit alles bij kt hoc Andrew Murray voor velerlei beweging openstond. Het kan een raadsel schijnen, hoe hij die alle in zich kon opnemen. Maar wie zijn persoonlijkheid eenigszins door heeft, breekt zich daarover niet het hoofd. In zijn gevoelsprac- ticisme bespeurde hij de spanning niet, welke er tusschen deze richtingen bestaat. Aan scherpzinnigheid en intelligentie ont brak het hem niet. Deze richtten zich echter geheel op het prac- tisch godsdienstige leven. Wat hij miste, was de gave der dogmatische onderscheiding. Van huis uit was, zoo hij er al eenigen aanleg toe had, die niet bij hem aangekweekt. In Nederland was hem die evenmin bij gebracht. Hij had de grootste bewondering voor Nicolaas Beets, die hij gaarne als hoogleeraar te Stellenbosch zag en die ook als eerste daar werd benoemd. In zijn verder leven oriënteerde hij zich hoofdzakelijk naar Engeland en Amerika. Dat hij eenige notie had van de ontwikkeling der Gereformeerde theo logie in Holland, vind ik nergens vermeld. Nederland had nu een maal in orthodoxe kringen in Zuid-Afrika een slechten naam. De predikanten, die daar gingen studeeren, keerden meestal als mo dernen of half-modernen terug. Geen wonder, dat men in de vijftiger tot zeventiger jaren van ons land niets goeds verwachtte. De theologische omkeer, die daarna plaats greep, drong niet zoo spoedig tot Zuid-Afrika dooi'. Het: „kan uit Holland iets goeds komen?" was schier tot een wachtwoord geworden. En kwam cr uit ons vaderland iemand, die niet modern was, dan kon hij op Murray's welwillendheid rekenen. Dat ondervond Ds. Dirk Postma, die uit Nederland was gezonden om de kerkelijke toe standen in Zuid-Afrika te verkennen. Hij werd door de zgn. „Doppers" in Transvaal beroepen en bleef daar. In de Neder- duitsche Gereformeerde Kerk zag men dat met leede oogen aan. Murray had reeds vroeg gepoogd een verzoening tusschen zijn kerk en de „Doppers" tot stand te brengen. Hij behoorde niet tot hen, die op de „Doppers" neerzagen, omdat za alleen psal men wilden zingen en de „fluitjeskist", het orgel, in hun kerk gebouwen weerden. Hij betreurde het alleen, dat hij hen niet had kunnen winnen. „Wij zijn nooit in staat geweest, zelfs waar wij gewillig waren, het gemoed van de ware, stijve Doppers te bereiken", zoo bekende hij in een brief aan zijn broer. Hij be schouwde dan ook de band tusschen Ds. Postma en de Doppers als „het directe werk der Voorzienigheid." Dadelijk reikte hij hem de hand en verzocht hem om voor zijn gemeente te Bloemfontein het Woord te bedienen. Deze uitnoodiging werd aangenomen. Dit wekte echter de ontevreden heid van den Ring op. Deze verklaarde zich genoodzaakt te zien „dc onzijdige houding van den Kerkeraad en de toelating van Ds. Postma op den kansel als onvoorzichtig en nadeelig af te keuren." Murray was zelf op die vergadering niet aanwezig. Wie zal zeggen of, zoo hij zijn gezaghebbend woord in de schaal had kunnen werpen, het kerkelijk leven niet een geheel anderen loop zou hebben genomen? Was Murray geen dogmatische geest, allerminst mag men hem van adogmatisme beschuldigen. Zijn langdurige strijd tegen liberalisme en modernisme, waarmee helaas voornamelijk Neder land Zuid-Afrika had besmet, is daarvan wel het bewijs. Hij stelde zich niet tevreden met een zoogenaamd bijbelsch, hij was een beslist voorstander van een confessioneel christendom. Ilij onderschreef de belijdenisschriften niet quatenus inzoover maar quia omdat ze gegrond zijn op de Heilige Schrift. Hij werkte ertoe mede, dat een predikant, die niet heel den catechismus voor zijn rekening nam, werd veroordeeld. Deze kaatste den bal terug door hem wegens afwijking van de Dojdt- sche leerregels aan te klagen. Ds. Murray toch leerde, „dat God de zaligheid van allen wil en diensvolgens Jezus Christus ten behoeve en ter behoudenis van allen in de wereld gezonden heeft." Ds. Murray was echter in gemoede overtuigd, dat de Dordtsche vaders zich daarover niet hadden uitgesproken. En het dogmatisch besef bij de andere leiders verhief zich hiertegen niet. Dc leer der algemeene verzoening werd destijds niet als dwaling herkend. Op de vraag: was Andrew Murray een methodist? dient alzoo geantwoord: hoewel het methodisme in hem een tegenwicht vond in zijn piëtistische vroomheid, heeft hij er zonder twijfel het zijne toe bijgedragen, dat het methodisme in Zuid-Afrika veld won. Er mag geen oogenblik aan getwijfeld, dat het leven van Andrew Murray tot grooten zegen is gesteld. Hij heeft velen wakker gesohud. Anderen in het geloof gesterkt. Maar men sluite het oog niet voor de keerzijde. Gelijk ik zeide, werken vele factoren, welke zijn arbeid be paalden, ook nu nog in het geestelijk cn kerkelijk Zuid-Afrika. Mag ik echter verzoeken met het maken van gevolgtrekkingen te wachten, tot ik dit onderwerp in deze kolommen bespreek?. Hij is vóór alles Zendingsman geweest Volgens hem heeft do kerk in de allereerste plaats tot roeping het Zendingsbcvel van Christus op te volgen. Terecht heeft men dan ook bij de gebouwen van het Zendings instituut zijn standbeeld geplaatst. Zijn steenen gelaat drukt rust uit, geen spanning. Hoe juist is dit door den beeldhouwer gezien! Een auto-ongevalletje 's Morgens op weg naar het instituut werd „onze" auto aan- aangereden. Mijn vriendelijken gastheer trof geen schuld. Hij stuurde voorzichtig, gaf bij een kruising de noodige signalen Maar een hooge haag belemmerde het uit zicht. Opeens een botsing met een an deren wagen, gedre ven door een blijk baar jachtenden jon geman. Ik kan niet zeggen, dat ik met den schrik vrij kwam. Want er was zelfs geen tijd om te schrikken. Ik zag alleen, hoe onze stalen stootopvan- ger er los bij hing. De auto kon mij nog naar de plaats van bestemming brengen. Dat bezorgde mij een stillen middag. Tusschen lraaic palmen had ik een verrukkelijk uitzicht op de bergen. Wel lington ligt slechts op zeven mijlen van Paarl. De omgeving van beide plaatsen cerwijdt zich hier het erk. Ik kan begrijpen De kanselrots te Ba ins Kloof verschilt daardoor niet sterk. Alleen vergezicht. De zon begon haar stovend dat Wellington bekend staat om zijn temperaluursStijging, maar evenzeer om zijn gezond klimaat. Waarschijnlijk liep ik door het auto-ongeval mis het gebrui kelijke uitstapje naar Bains Kloof, zoo geheeten naar den inge nieur, die onder een schijnbaar vallende rots een mooicn weg construeerde. Ik heb mij met een afbeelding ervan tevreden gesteld. Zwaar viel me dit niet. Eens een paar uurtjes te kunnen uitblazen was mij niet onwelkom. HEPP,. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 5