Naar en in Zuid-Afrika
MAANDAG 3 DECEMBER 1934
TWEEDE BLAD PAG. B
BINNENLAND.
ONDERSCHEIDING
Bü Kon. besluit is benoemd tot officiei
de Orde van Umnje-Xassau V. de Grout, te
»aaK
NOTARIAAT
Bü Kon. besluit is benoemd
Nümc-Kcn.
T. B. Kaï
Lnd.-m
REGENT GEVANGENISSEN
Bü Kon. besluit is aan M. Schreuder
verzoek eervol ontslae verleend als ltd v
college van rege
Roermond, ondei
Jjetrakking bowi
LANDBOUWHOOGESCHOOL
Bü beschikking van don minister van Beono.
ïnlsehe Zaken Is tot 1 Maart benoemd tot as
sistent aan de Landbouv-hoogeschool te Wage
ningan G. Hellinga, aldaar.
Bü Kon. besluit is benoe
Vau hc-t nüverlieidsonderwüs w. X'oiaerman
Ben Haag, thans tüdelük als zoodanig wei
AUDIëNTIES
Ti» gewone audiëntie van den minister v
Sociale Zaken zal op Woensdag 5 Dec. a.s. n
plaats hebben.
Do gewono audiëntie van den minister v
Econ. Zaken zal op Donderdag 6 Dec. a.s. n
Parmentier en Soer gehuldigd
Zaterdagmiddag heeft de Amstelveensdbe
burgerij haar plaatsgenoot Parmentier ge
huldigd. Ten gemeentehuize werd hij toege
sproken door burgemeesler Haspels, die hem
namens het gemeentebestuur de gouden
eere-medaille van de gemeente overhandig
de. Ook Soer werd in dc huldiging betrok
ken cn aan hem werd eveneens in verband
met zijn Pel ik aanvlucht het gouden eere-
metaal uitgereikt.
Hierna werd Parmentier voor zijn. woning
een zang- en muziekhulde gebracht en defi
leerden do diverse vereemigiingen en de
schoolkinderen.
De Dieseltractie
Nog slechts vijf treinen in bedrijf.
Bestond aanvankelijk dc hoop, dat na
het invoeren van den winsterdienst en voor
Kerstmis het aantal Dieseltreinen belangrijk
zou kunnen worden uitgebreid, nog steeds
is het thans in bedrijf gestelde aantal motor-
treinen van dit nieuwe systeem tot vijf of
zes beperkt gebleven, zoo meldt het Volk.
lar wij vernemen, is demogelijkheid,dat
dit aantal spoedig zal kunnen worden uit
gebreid, gering. De enkele treinen, die thans
loopen, rijden onder verscherpt technisch
toezicht. Bij de Centrale Werkplaatsen te
Haarlem werken nog zes monteurs van
Maybach om assistentie te verleenen bij de
herstel werkzaamheden aan de treinen.
Op zijn vroegst zal bij de invoering van
den zomerdienst 1935 een belangrijke uit
breiding van het aantal Dieseltreinen in be
drijf mogen worden verwacht. Zekerheid,
zoo deelde men ons mede, bestaat daarom
trent echter nog geenszins.
De Minister van Econ. Zaken heeft bepaald,
dat met ingang van 1 December de uitvoer
•België van beenderlijm en vleeschlijro zal zijn
verboden, tenzij daarbij worde overgelegd
vanwege hem af te geven certificaat.
Belast is met de afgifte van bedoelde certificaten
de heer A. Rom Colthoff, te 's-Gravenhage.
Het Alg. Ned. Verbond heeft in een adres
aan den minister van binnenlandsche za
ken verzocht het daarheen te leiden, dat de
voor steun aan armlastige Nederlanders in
Duitschland uitgetrokken gelden voortaan
in registermarken worden uitbetaald.
Bloemendaal en de S.D.A.P.
Politie mag niet revolutionair zijn
Bij de behandeling van de gemeentebegrooting
van Bloemendaal werd het van de zijde der
S.D.A.P. betreurd, dat de burgemeester een verbod
heeft uitgevaardigd waarop politiebeambten word',
verboden lid te zijn van de s.d.a.p of abonné van
de arbeiderspers.
De burgemeester jhr. mr. C. J. A. den T e x
antwoordde, dat de regeenng het lidmaatschap van
l.a.p. voor militairen verboden heeft en dit
verbod is nu overgenomen. De partij heeft zich niet
uitgesproken voor hulp bij eventueele mobilisatie.
Komt die. dan wil spr. op de medewerking van de
politie kunnen rekenen. De politie moet de wet
handhaven en dan past het niet op andere tijden
ij andere gelegenheden de internationale te
zingen. Spr. is bereid het verbod in te trekken als
de regeering ook overgaat tot introkking vai
verbod.
DE INVOER VAN ZEEVISCH
De contingenteering van den invoer van versche.
gekoelde of bevroren zeevisch zal voor zes n
den verlengd worden.
Voor deze periode is het percentage vastgesteld
op 50 pet. van het hoogste gewicht, dat in een
gelijke periode in 1930. 1931 en 1932 is ingevoerd.
Een nieuwe behandeling
van ^verstopping"
Men bemerkt het soms zelf niet, dat de
stoelgang in de war is. Wat ge wel consta-
le/irt? 'n Loom opgeblazen gevoel, duizelig
heid, beslagen tong, hoofdpijn en meer van
die ongemakken. Maak eens „Schoon Schip
met de nieuwste vinding van Apotheker
Dumont: Laxeer-Akkertjes. Ge proeft niets!
Geen paardenmiddel, dat Uw gestel in de
war brengt, dat U buikloop en hernieuwde
constipatie bezorgt, maar een prettig zacht
werkend laxeermiddel, hetwelk Uw inge
wanden schoon maakt en de normale wer
king daarvan herstelt. De bestanddeelen
plantaardige stoffen, gal-extracten, melk
zuur-fermenten en chlorophyll© werken
gezamenlijk op Uw geheele gestel. Laxeer-
Akkertjes geven voldoende, doch niet over
dreven ontlasting en regelen op natuurlijke
wijze de meest natuurlijke menschelijke
verrichting. Probeert ze eens I Ge zult
verbaasd en verrukt zijn over de blijvende
gunstige werking. Per 12 stuks 60 cent.
Een vernielde schuur even buiten Toronto, iDaar een vlieqtuiq teqenop vlooq. Beide
inzittenden werden qedood.
De wachtende taak
En de figuur van Coliju
Mét een ietwat wonderlijk slot eindigt „de
Limb. Koerier" (r.k. een uitvoerige beschou
wing over de figuur van Dr. Colijn. Na in
vier artikelen betoogd te hebben dat Dr.
Colijn heusch niet de sterke man en de
staatsman is, waarvoor velen hem houden
e.n dat bij het duel Colijn-Aalberse de scherp
zinnigste man, die het doel ziet en dc weg
kent niet achter de regccringstafel zat;
besluit liet blad aldus:
„Of wij dan moeten aansturen op een ka
binetscrisis, op een aftreden van Colijn?
Ons inziens nog niet. Dit kabinet moet
zijn groote kans nog krijgen. Het eerste jaar
van zijn bewind heeft het veel hinderpalen
op zijn weg gevonden, welke eerst moesten
worden opgeruimd; veel van wat het afgetre
den kabinet-Ruys had voorbereid moest
worden voltooid. Thans is men zoover. De
ex-Rotterdammer Verschuur is aan Econo
mische Zaken door mr. Steenberghe ver
vangen. Deze keus was een gdoede. verstan
dige daad van Colijn. Zij bewijst, dat de
formateur toegankelijk is voor argumenten
van anderen, welke in zijn oorspronkelijke
opvatting niet pasten.
Dit Kabinet, kan nog alles doen. Wij, ka
tholieken, kennen Colijn en hij kent ons.
Onze bewondering voor hem is niet grenzen-
loos, maar zij is zeer reëel. Colijn zelf weet
wat hij aan ons heeft, ook wat hij aan ons
kan hebben. Zonder terug te schrikken
voor de verantwoordelijkheid, gunnen de
katholieken Colijn gaarne de eer, de man
te zijn, die de sociale en economische paci
ficatie moet iniuiden, de man die ons volk
in deze tijd van bange nood naar een betere
toekomst moet. leiden. Op onze steun kan
hij rekenen. Doch slechts onder deze mits:
dat er een goed bouwplan komt voor het
nieuwe huis en dat cr gebouwd worde met
bekwame spoed.
Het eerst-noodige is: de weder-organisatie
der maatschappij onder leiding van de staat
met gebonden nationale economie en
houd van de sociale vrede; daarna: hervor
ming van het staatsrecht met behoud van
de gezonde volksinvloed en versterking van
het gezag.
Zoo bouwen wij samen, op de puinhoopen
vaii de zoogenaamd „klassieke" economie
van het liberalistische individualisme, e
chrristelijke corporatieve rechtsstaat.
Samen brengen wij de offers; met vereen
de kracht doen wij het werk.
Zal Colijn de staatkundige architect zijn?
De ontwerper van het bouwplan en
bouwheer tegelijk?
Wij hopen het van gansclier harte!
Wijziging der Vleeschkeuringswet
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
ingediend tot wijziging van art. 20 der
Vleeschkeuringswet, teneinde tegemoet te
komen aan rechtmatige grieven van slagers
tegen de thans geldende regelingen. Aan
artikel 20 wordt thans een nieuw lid toe
gevoegd. dienende om scherp te doen uitko
men, dat de vleeschkeuring geen bron van
inkomsten voor de gemeente mag zijn.
Om hét maken van belangrijke winsten
tot een einde te brengen, is aan het- wets
ontwerp een overgangsbepaling toegevoegd,
die noopt tot herziening van de gemeente
lijke verordeningen op de heffing van de
rechten.
Het bouwen van
een bruq, toeqanq
qevende tot het
derde dorp in den
Wierinqermeer:
Wierinqerwerf.
Op den achter-
qrond het terrein
waar hel dorp zal
worden qebouwd.
Reisbrieven van Prof. Dr. V Hepp
Andrew Murray;
xn
Onvoorwaardelijk
heeft ds. Murray
den oorlog van En
geland tegen Trans
vaal afgekeurd.
Kort voor deze uit
brak deed hij nog
een hartstochtelijk
beroep op het Brit-
sohe volk.
In deze had hij
wel 'n opmerkelijke
verandering onder
gaan. Zijn eerste
standplaats was
Bloemfontein. Daar
was hij aan de Hol-
landsch sprekende
kerk verbonden,
maar hij bediende
tegelijk de Engeische
Met de Hollandsche
gemeente kon hij 't
beter vinden dan
met de Engelsche.
Zelf schreef hij:
„Wat de prediking
aangaat ondervind
ik meer moeilijkheid
met het Engelsche
dan met het Hol
landsche gehoor en
dit nog te meer ten
opzichte van het her
derlijk werk
De officieren zijn allen ongehuwd, een beetje woest (zeer
dikwijls dronken), en twee van hen leven in het open
baar met kleurlingvrouwen. Ik vertrouw, dat de Heer bijzondere
wijsheid geven zal ten opzichte van de Engelschen alhier". De
eigenlijke Boeren waren zeer aan hem gehecht en hij aan hen.
I-Iij bezocht ook hen, die aan de andere zijde over de Vaalrivier
waren uitgeweken meermalen. Zelfs beriepen deze hem als predi
kant. 1-Iet viel hem moeilijk een keuze te doen. Hij bleef echter
te Bloemfontein. Maar wat gebeurde? In de politieke woelingen
.van die dagen oordeelde de Engelsche gouverneur het verstan
diger om de bevolking van de Oranje-Rivier-Souvereiniteit haar
onafhankelijkheid te hergeven. Ds. Murray met een kleine min
derheid verzette zich daartegen. Hij reisde als lid van een Deputa
tie naar Engeland om dc regeering te bewegen het land voor het
Britsche rijk te behouden. Hij visohte echter achter het net. Het
pleit was reeds beslist De Oranje-Rivier-Souvereiniteit was
Oranj e-"Vrij staat geworden.
Het verschil in Ds. Murray's houding loopt, als men deze beide
feiten vergelijkt, wel sterk in het oog. Toch ligt de verklaring
voor dc hand. In het begin sprak zijn Sohotsohe afkomst nog luid.
Toen hij huwde met een Schotsche dame schijnt Engelsch zijn
huistaal te zijn geworden. Immers, twee dochtertjes, die hij naar
de kostschool van de Broedergemeente in Zeist had gezonden,
klagen over het lastige van de Hollandsche spraakkunst. Hij geeft
haar den raad te bedenken, dat haar vader predikant bij een
Hollandsche gemeente is. Werkelij kheidsmenscli als hij is, breekt
bij hem het inzicht, door, dat men het volk geen vreemden geest
kan opdringen. Naar aanleiding van een blaadje, dat hem in han
den was gekomen, schrijft hij aan zijn vrouw: „Het is de moeite
waard het te lezen, om te zien hoe krachtig zich het gevoel van
nationaliteit handhaaft, en met het godsdienstige volkssentiment
i *1 XI stond in ons blad van 29 Maart»
Het standbeeld van Dr. 'Andrew Murray
zich vermengt. Men weet ternauwernood wat ervan te zeggen.
Het is waar dat er veel onheiligs en euvels is geweest in do
anti-Engelsche gevoelens, die deze beweging in het leven hebben
helpen roepen. En toch zijn cr ook elementen van goed in, die
gekoesterd moeten worden. Dö ontwikkeling van een krachtiger
nationaal leven in onze half-sluimerende Hollandsche bevolking
zal een sterker stam bieden, waarop het christelijk leven kan
worden ingeënt Indien wij geen dadelijken invloed over deze
beweging oefenen kunnen, moeten wij toezien om er ruimschoots
het zout in te doen, dat het voor bederf bewaren zal." Hieruit
spreekt nog altijd de Brit, maai' die zich tot diepere bezinning zet
over het nationale leven in Zuid-Afrika. Men heeft gezien,
waartoe dit heeft geleid.
Als tweetalig mensch heeft hij de gevolgen van elke twee
taligheid aan zichzelf ondervonden. Zoowel zijn Engelsch als
zijn Hollandsch bleef uit stilistisoh oogpunt gebrekkig.
Was Andrew Murray methodist?
Op een vragencollege, door mij in Stellenbosch gegeven, ver
langde een student hierop een antwoord van mij. De vragen
hadden ziOli zóó opgehoopt, dat ik daarin een schifting moest
aanbrengen en mij streng beperkte tot zulke, welke rechtstreeks
betrekking hadden op de onderwerpen, waarover ik voorlezingen
had gehouden. Deze kwestie viel er buiten. Toch moet ik toe
geven, dat zij voor Zuid-Afrika niet van belang is ontbloot.
Was Andrew Murray methodist? Dit kan noch simpelweg
worden bevestigd noch ontkend. Allereerst hangt het er van af
wat men onder methodisme verstaat. Hisitorisoh stonden metho-
disme en mystiek vijandig tegenover elkaar. Voor den methodist
concentreert zich het geloofsleven om de bekeering. Staat het
eenmaal vast, dat die zielsverandering heeft plaats gevonden dan
is het iemands roeping om daarvan te getuigen en anderen voor
Christus te winnen. Het stond afkeerig tegenover 't piëtisme, dat
allen nadruk lei op den intiemen omgang met God en zich steeds
met zelfonderzoek bezig hield. Zoo bezien kan men Murray bij
geen van beide indeelen. In hem vond men een synthese van
methodisme en piëtisme. Hij verdiepte zich in de werken van
groote mystieken als Madame Guyon, Ruusbroeck, Law, hij gaf
zijn woning in Wellington den naam van „Clairveaux" naar den
beroemden Bernhard van Clairveaux, zijn lievelingsdichter was de
naar het piëtisme neigende Tersteegen. Aan den anderen kant
groeide de sympathie voor het Réveil uit tot liefde voor het
révivalisme. Aan de prikkels, welke van Engeland en Amerika
in deze richting uitgingen, kon hij geen weerstand bieden. In
Worcester, zijn tweede gemeente, was een opwekkingsbeweging
buiten hem om ontstaan. Toen hij zulk een vergadering binnen
trad en men naar hem niet wilde luisteren, ging hij heen met
de woorden: „God is een God van orde en hier is alles wan
orde". Zijn prediking bevorderde echter de beweging. Iemand
getuigt van hem: „Op den kansel gedroeg hij zich op zeer opge-
wondene, om niet te zeggen gewelddadige wijze, en Bijbel en
kussen ontvingen van hem veel vuistslagen." Een Boanerges-geest
was in hem gevaren. De hardheid van het evangelie domineerde
toen nog bij hem over de lieflijkheid van het evangelie, terwijl
in later jaren juist het omgekeerde het geval was. Toch zocht
hij de beweging van haar excessen te zuiveren. Naderhand
oefende de bekende Moody suggestieven invloed op hem en
zoogenaamde „Evangelisten", die in grooten getale Zuid-Afrika
bezochten, werden door hem hartelijk verwelkomd. Ook zelf
trok hij als „Evangelist" er op uit, volgde hun methode, drong
niet alleen op bekeering aan, maar was er ook op gesteld de
bekeeringen te tellen. De Brighton-beweging, waartoe ten onzent
ook Dr. Kuyper zich tijdelijk zeer voelde aangetrokken en welke
den christen beloofde, dat hij reeds in dit leven tot volmaaktheid
kon geraken, ging Murray niet voorbij. Hij bleef haar steeds
getrouw. Evenwel bracht hij in haar leer een ingrijpende wijzi
ging aan. Hij maakte onderscheid tusschen ontrouw of tekort
koming en zonde. De laatste, waaronder hij blij lebaar ergerlijke,
openbare zonde verstond kon de geloovige door oefening in de
heiligmaking te boven komen. De eerste blijven hem altijd aan
kleven. Maar hij mag zich daardoor de blijdschap in Christus
niet laten rooven. De geloofsgenezing, uit Amerika geimporteerd,
waartegenover hij eerst een indifferente houding aannam, werd
later door hem vurig voorgestaan. Hij meende daardoor zelf
van een keelziekte, waaraan hij twee jaar leed, le zijn geheeld.
Maar ook ten deze matigde hij zich van lieverlede. De dood vau
twee vrienden, op wie hij de geloofsgenezing wilde in oassen,
schokte hem. Als hij ziek was, liet hij den dokter bij zich komen
en nam trouw medicijnen in, maar de tendens van de geloofs
genezing zwoer hij nimmer af. De goheelonthouding, waarmee
hij alweer door Amerikaansohc bemiddeling in kennis kwam,
veroverde mede zijn hart. Nu wilde echter 't geval, dat zijn trakte
ment voor een groot deel door wijnboeren werd betaald, de ge
meente van Wellington financieel op hen dreef en de zending,
waarvoor hij altijd nieuwe geldelijke offers vroeg, door hen mild
werd gesteund. Als werkelijkhoidsmensch zag hij zeer wel in
dat, wanneer hij zijn onthoudingsbeginsel tot het uitei-ste door
voerde, niet alleen hijzelf, maar ook de zaak van Gods Ko
ninkrijk onberekenbare schade zou lijden. Hij kon den wijnbouw
niet in een ommezien in een ander bedrijf omtooveren. Daaren
boven stonden de wijnboeren in christelijken levenswandel niet
bij anderen ten achter. De synode werd erin gemoeid. Die nam
een reeks conclusies aan, waarvan de eerste luidde: „De wijn
is een goede gave Gods, die met dankzegging, Hem ter eere,
gebruikt kan worden." Er werd een compromis getroffen, waarbij
Murray zich neerlegde.
Uit dit alles bij kt hoc Andrew Murray voor velerlei beweging
openstond. Het kan een raadsel schijnen, hoe hij die alle in zich
kon opnemen. Maar wie zijn persoonlijkheid eenigszins door
heeft, breekt zich daarover niet het hoofd. In zijn gevoelsprac-
ticisme bespeurde hij de spanning niet, welke er tusschen deze
richtingen bestaat. Aan scherpzinnigheid en intelligentie ont
brak het hem niet. Deze richtten zich echter geheel op het prac-
tisch godsdienstige leven.
Wat hij miste, was de gave der dogmatische onderscheiding.
Van huis uit was, zoo hij er al eenigen aanleg toe had, die niet
bij hem aangekweekt. In Nederland was hem die evenmin bij
gebracht. Hij had de grootste bewondering voor Nicolaas Beets,
die hij gaarne als hoogleeraar te Stellenbosch zag en die ook
als eerste daar werd benoemd. In zijn verder leven oriënteerde
hij zich hoofdzakelijk naar Engeland en Amerika. Dat hij
eenige notie had van de ontwikkeling der Gereformeerde theo
logie in Holland, vind ik nergens vermeld. Nederland had nu een
maal in orthodoxe kringen in Zuid-Afrika een slechten naam. De
predikanten, die daar gingen studeeren, keerden meestal als mo
dernen of half-modernen terug. Geen wonder, dat men in de
vijftiger tot zeventiger jaren van ons land niets goeds verwachtte.
De theologische omkeer, die daarna plaats greep, drong niet zoo
spoedig tot Zuid-Afrika dooi'. Het: „kan uit Holland iets goeds
komen?" was schier tot een wachtwoord geworden. En kwam
cr uit ons vaderland iemand, die niet modern was, dan kon hij
op Murray's welwillendheid rekenen. Dat ondervond Ds. Dirk
Postma, die uit Nederland was gezonden om de kerkelijke toe
standen in Zuid-Afrika te verkennen. Hij werd door de zgn.
„Doppers" in Transvaal beroepen en bleef daar. In de Neder-
duitsche Gereformeerde Kerk zag men dat met leede oogen aan.
Murray had reeds vroeg gepoogd een verzoening tusschen zijn
kerk en de „Doppers" tot stand te brengen. Hij behoorde niet
tot hen, die op de „Doppers" neerzagen, omdat za alleen psal
men wilden zingen en de „fluitjeskist", het orgel, in hun kerk
gebouwen weerden. Hij betreurde het alleen, dat hij hen niet
had kunnen winnen. „Wij zijn nooit in staat geweest, zelfs waar
wij gewillig waren, het gemoed van de ware, stijve Doppers te
bereiken", zoo bekende hij in een brief aan zijn broer. Hij be
schouwde dan ook de band tusschen Ds. Postma en de Doppers
als „het directe werk der Voorzienigheid."
Dadelijk reikte hij hem de hand en verzocht hem om voor zijn
gemeente te Bloemfontein het Woord te bedienen. Deze
uitnoodiging werd aangenomen. Dit wekte echter de ontevreden
heid van den Ring op. Deze verklaarde zich genoodzaakt te zien
„dc onzijdige houding van den Kerkeraad en de toelating van
Ds. Postma op den kansel als onvoorzichtig en nadeelig af te
keuren." Murray was zelf op die vergadering niet aanwezig. Wie
zal zeggen of, zoo hij zijn gezaghebbend woord in de schaal had
kunnen werpen, het kerkelijk leven niet een geheel anderen loop
zou hebben genomen?
Was Murray geen dogmatische geest, allerminst mag men
hem van adogmatisme beschuldigen. Zijn langdurige strijd tegen
liberalisme en modernisme, waarmee helaas voornamelijk Neder
land Zuid-Afrika had besmet, is daarvan wel het bewijs. Hij
stelde zich niet tevreden met een zoogenaamd bijbelsch, hij
was een beslist voorstander van een confessioneel christendom.
Ilij onderschreef de belijdenisschriften niet quatenus inzoover
maar quia omdat ze gegrond zijn op de Heilige Schrift.
Hij werkte ertoe mede, dat een predikant, die niet heel den
catechismus voor zijn rekening nam, werd veroordeeld. Deze
kaatste den bal terug door hem wegens afwijking van de Dojdt-
sche leerregels aan te klagen. Ds. Murray toch leerde, „dat God
de zaligheid van allen wil en diensvolgens Jezus Christus ten
behoeve en ter behoudenis van allen in de wereld gezonden
heeft." Ds. Murray was echter in gemoede overtuigd, dat de
Dordtsche vaders zich daarover niet hadden uitgesproken. En
het dogmatisch besef bij de andere leiders verhief zich hiertegen
niet. Dc leer der algemeene verzoening werd destijds niet als
dwaling herkend.
Op de vraag: was Andrew Murray een methodist? dient alzoo
geantwoord: hoewel het methodisme in hem een tegenwicht
vond in zijn piëtistische vroomheid, heeft hij er zonder twijfel
het zijne toe bijgedragen, dat het methodisme in Zuid-Afrika veld
won.
Er mag geen oogenblik aan getwijfeld, dat het leven van
Andrew Murray tot grooten zegen is gesteld. Hij heeft velen
wakker gesohud. Anderen in het geloof gesterkt. Maar men
sluite het oog niet voor de keerzijde.
Gelijk ik zeide, werken vele factoren, welke zijn arbeid be
paalden, ook nu nog in het geestelijk cn kerkelijk Zuid-Afrika.
Mag ik echter verzoeken met het maken van gevolgtrekkingen
te wachten, tot ik dit onderwerp in deze kolommen bespreek?.
Hij is vóór alles Zendingsman geweest Volgens hem heeft do
kerk in de allereerste plaats tot roeping het Zendingsbcvel van
Christus op te volgen.
Terecht heeft men dan ook bij de gebouwen van het Zendings
instituut zijn standbeeld geplaatst.
Zijn steenen gelaat drukt rust uit, geen spanning.
Hoe juist is dit door den beeldhouwer gezien!
Een auto-ongevalletje
's Morgens op weg naar het instituut werd „onze" auto aan-
aangereden. Mijn vriendelijken gastheer trof geen schuld. Hij
stuurde voorzichtig,
gaf bij een kruising
de noodige signalen
Maar een hooge haag
belemmerde het uit
zicht. Opeens een
botsing met een an
deren wagen, gedre
ven door een blijk
baar jachtenden jon
geman. Ik kan niet
zeggen, dat ik met
den schrik vrij
kwam. Want er was
zelfs geen tijd om
te schrikken. Ik zag
alleen, hoe onze
stalen stootopvan-
ger er los bij hing.
De auto kon mij
nog naar de plaats
van bestemming
brengen.
Dat bezorgde mij
een stillen middag.
Tusschen lraaic
palmen had ik een
verrukkelijk uitzicht
op de bergen. Wel
lington ligt slechts
op zeven mijlen van
Paarl. De omgeving
van beide plaatsen
cerwijdt zich hier het
erk. Ik kan begrijpen
De kanselrots te Ba ins Kloof
verschilt daardoor niet sterk. Alleen
vergezicht. De zon begon haar stovend
dat Wellington bekend staat om zijn temperaluursStijging, maar
evenzeer om zijn gezond klimaat.
Waarschijnlijk liep ik door het auto-ongeval mis het gebrui
kelijke uitstapje naar Bains Kloof, zoo geheeten naar den inge
nieur, die onder een schijnbaar vallende rots een mooicn weg
construeerde. Ik heb mij met een afbeelding ervan tevreden
gesteld.
Zwaar viel me dit niet.
Eens een paar uurtjes te kunnen uitblazen was mij niet
onwelkom.
HEPP,. i