door G. K. A. NONHEBEL Apotheker te Middelburg Over vitaminen Wat zijn Vitaminen? Dat. weet ik niet, maar ik heb één troost, dat een ander liet óók niet weet. Wat we echter wèl weten ie, dat ze een zeer be langrijke rol vervullen bij onze voeding en maar in zeer geringe hoeveelheid in ons voedsel voor komen. Als ons lichaam deze stoffen totaal moet missen, dan gaat het te gronde. Wanneer we nu in de wetenschap stoffen ont dekken, wier aanwezigheid en werking voor ons geheel onbekerd zijn, dan wordt ons inzicht meer malen zeer veel helderder, wanneer we nauw keurig nagaan, wat de verschijnselen /.ijn, die op treden, als die stoffen geheel aan het lichaam ■worden onthouden. Nu is het al eeuwen bekend, dat een totaal eenzijdige voeding b.v. zonder verseh vleescli en groenten, zooals in vroeger jaren zoo menigmaal voorkwam bij de zeevaren den, aanleiding gaf tot scheurbuik, die vaak met den dood eindigde. Toen daarop op de Engelschc oorlogsvloot de maatregel werd ingevoerd, dat ieder lid der bemanning een ons (28 gram) citroensap moest gebruiken, verdween als door een tooverslag de scheurbuik. De vitamine C uit de citroen was liier' an de oorzaak. Uit een der oude reisverhalen bleek ons, dat een in het laatste stadium verkeerende en totaal uit geputte lijder aan scheurbuik door de bemanning op een eiland was achtergelaten (wat me wel een beetje deed denken aan dien priester cn dien leviet) en dat de stakkerd door den honger het gras ging eten, waarop hij lag. Snel voelde hij beterschap cn wel hierom, omdat gras ook de .Vitamine C bevat, het ecnige middel, dat hem kon redden. (Mogelijk een nieuw perspectief voor de „rauwkosllicfhebbers"!). Men onderscheidt nu: Vitamine A: voorkomende in melkvet (dus ook in boter cn kaas), levertraan, eidooier en verscho groenten. Als deze stof in ons lichaam ontbreekt, worden we zeer vatbaar voor allerlei ontstekin.gs- processen (o.a. van de oogen). Vitamine B: voorkomendo in erwten, booncn en omhulsels der graanvruchten en ook speciaal in het zilvervliesje van de rijstkorrel. Bekend is, hoe liet wegnemen van dit vlicsje de Beri-Beri deed ontstaan. Vitamine C: voorkomende in versehe vruchten, groenten, eieren cn vleescli. Vitamine D: vooral in levertraan. Als deze Vita mine ontbreekt, geeft dit stoornissen in do ont wikkeling van het beendcrstclscl (Engclscue ziekte of Rachitis). Vitamine E: komt voor in sla en versch vleescli. Dit Vitamine wordt het z.g. vruchtbaarheidsvita mine genoemd, omdat door dierproeven is ge bleken, dat door volkomen ontbreken van Vita mine E een bestaande zwangerschap niet tot een goed einde wordt gebracht. Daar de wetenschappelijke wereld aan die Vita minen de letters van ons alphabet heeft toebe deeld, kunnen we dus op dit gebied nog wel het een cn ander verwachten. In het algemeen kun nen wc nu dit zeggen, dat geil»rek aan Vitaminen de jeugdige groei stoort en de vatbaarheid van liet. mensclidom voor ziekten doet toenemen. En nu de conciusic. Hoewel door den alwijzcil Schepper in het voedsel, dat Ilij u schenkt vol doende Vitaminen zijn neergelegd, gaat toch de nienschheid zioh weer bezondigen door dié voe dingsstoffen tot zich te nemen, die bekend staan als zeer Vitaminehoudend cn zioli daarmede overladen, wat vanzelf ook weer schadelijk is. Levertraan vooral voor kinderen, als ze het ver dragen kunnen en het niet te heet is, is een voor treffelijke stof, als de nienschcn ten minste be ginnen met b.v. een half theelepeltje en langzaam opklimmen. Deze stof bevat veel Vitaminen, emul geert zich snel met de spijsvcrteringsvocliten, be vordert stoelgang, Diurese en Uitwaseming en ver betert ten zeerste den gchcelen voedingstoestand. En nu nog een woordje aan de dames, die een griffelmodcl nu eenmaal rekenen tot het schoon ste, wat er bestaaat: Aanbidsters van „de slanke lijn" Uw handelwijs werkt als venijn, Want daardoor derft ge Vitaminen Die voor uw welzijn moeten dienen. Het zijn de naad'rende gevaren Die ik u gaarne zou besparen, Drinkt Levertraan een lopei af fcwee, Want die bevat Vitamine D. Vrouw uit de Lxineburger Heide. bosschcn van den landheer eiikels ging zoeken en ze 's avonds aan den eigenaar van het bosch, dat wil zeggen aan zijn rentmeester of bosohbaas, ver kocht. Eikels zij. nl. bij matig gebruik een uitste kend voedsel voor varkens en schapen. Een derde vruoht die veel gezocht wordt zijn de beukenootjes. Het zijn kleine driekante vruchtjes van jbeukoboomer en ze hebben een zeer groot vet gehalte. In het najaar van 1918, het laatste jaar van den wereldoorlog, toen de voedselvoorziening bijzonder schaaisch was, was er zulk een over vloed van beukenootjes, dat van het schooltoe zicht op last der regecring aan de scholen een schrijven was gericht, dat de kinderen twee of drie middagen in de week vrij moesten hebben om onder toezicht der onderwijzers beukenootjes te verzamelen. Ook volwassenen doden hieraan mede, omdat er met eenige handigheid plm. 50.in de week mee te verdienen was. Na den wereldoorlog is bet zoeken van Jkels cn beukenootjes zeer afge nomen, hoewel het nog steeds gedaa.i wordt. Bladharken Ten slotte geeft het zoeken van hout en denne- Jcnoppen alsmede het .bladharken" nog eenig voordcel. Het dorre, doodc hout wordt gebruikt voor brandstol, de denneknoppen, de droge vrucht der denneboomen, worden verkooht, omdat het uitstekende kachelaaiunakcrs zijn, terwijl de dorre bfaderon en dcnnenaalden gebruikt worden voor strooiing in varkenshokken. Vroeger deed men in de maand Mei ook veel aan het „houten". Op vele plaatsen heeft men aan de hooge kanten van bosch- of bouwland eiken struikhout of akkermaalshout. Dit werd in Mei als bet hout „sap" was omgehakt, wanneer het ten minste een zekere hoogte cn dikte bereikt bad, want eikenhout groeit, zee* langzaam. Men groef dan een kuil in den grond ter diepte, dat men er balvorlljvc in kon staan. De dunne takken werden afgehakt en op bossen gebonden om verkocht te worth-n aan bakkers e.a. Men noemt dit „kwazen". De dikkere takken, de dunne moesten nog min stens een duim dik zijn, wenden zoo lang beklopt met een ijzer, dat de bast er gespleten, maar toch bcel afgenomen kon worden. Die bajten werden verkocht aan den runmolen, waar ze tot run ge malen werden voor de leerlooierijen. De afge schilde takken werden ook op bossen gebonden en als „schclhout" /oor brandstof verkocht. Men vindt op de Vehiwe ook nog eeuwenoude hoornen. Zoo staan in de buurt van Hcelsum do bekende Wodanscikcn, bij het kasteel Doorworth de hoo rnen, geplant bij de oprichting van do Unie van Utrecht in 1581, terwijl men in Bennekom bij de boerderij Steenbergen een oude lindeboom aantreft wier stam 1 M. boven den grond nog een omtrek beeft van plm. 5 M. Het is een der oudste en dikste hoornen uit ons land. Van de heidestruik werden vroeger boenders en bezems gemaakt. Ook gaan de boeren met kar en paard naar de hei om plaggen te „maaien". Dit geschiedt niet met een zeis, maar met een plaghak, een zeer groote had. Daarmede slaat men het heidestruikje met een dun laagje grond af, zoodat de wortels in de grond blijven en de plant weer kan op groeien. Deze plaggen worden gebruikt om in de stallen te strooien. Op de schrale zandgronden had men nl. zeer veel mest noodig. De koeien werden dan ook 's avonds op stal gehaald, daar gemolken, en 's morgens nadat men ze eerst ge molken had, weer naar de wei .gebracht. Zoodoen de kreeg men groote hoeveelheden mest met veel plaggen en stroo, welke laatsten aan het land een groote humuslaag gaven en liet daardoor vrucht- baar maakten. Plantaardige stoffen verteren nl. veel sneller in zandgrond dan ln kleigrond. Daar door kan men ook zien dat het bouwland in den loop der eeuwen hooger geworden is dan de land wegen. Bij het veelvuldig gebruik van kunstmest is dit echter de laatste jaren veel veranderd. De schaapskermis. Een oud gebruik, d^t van lieverlede gaat ver- dwijen is de „schaapskermis". Nu op vele dorpen de algemeenc heide verdeeld en verkocht Is, is het houden van schapen aanmerkelijk vermin derd, hoewel men nog wel groote kudden kan aantreffen, daar, waar nog voldoende „gemecne hei" is. De herder, niet zijn kudde is nog een aardige stoffage van het Veluwsche landschap. De herder is gewupend met zijn „kluutscliup een klein schopje met een langen steel, waarmede hij mot nooit feilende zekerheid een kluitje gooit naar een afdwalend schaap; ook de herders hond is steeds in actie om elke afdwaling tegen te gaan. Het eigenaardige van een soliaap is, dat het nooit eigener beweging naar de kudde terugkeert, maar steeds verder afdwaalt. Wio het leven der scha pen kent, verstaat des te beter de gelijkenissen van onzen Heiland en zijn trouwe liefde voor zondaren, die als de schapen steeds verder af dwalen. In den voorzomer valt liet schaapscheren. Eerst moeten de schapen gewasschen worden, want de wol moet schoon zijn, wil men ze kun nen verkoopen. Daartoe gaat men dan met een clubje met de kudde naar een geschikt water, een beekje of een meertje, die men op de Veluwc meer aantreft dan menigeen wel denkt. Dc mannen gaan tot over de knieën in het water, terwijl dc jonge dochters de schapen één voor één aangeven. Me nig aardig lied wordt hierbij gezongen, menige grap verleid en het poëtische van het landleven komt hier schoon uit. Het geheel wordt dan be sloten met een flinken maaltijd bestaande uit rijst met suiker, ham, stokviscli cn aardappelen. Hier op kon echter geen dans volgen, want men at „tot men met den vinger het eten in de keel konde voelen". De schoongcwasschen schapen gaan naar de schaapskooi, waarin een dikke laag stroo, zoodat dc wol niet meer vuil kan worden. De voorkant van dc schaapskooi heeft schuine hoeken, zoodat do herder den volgenden dag goed kan zien of er schapen achterblijven. Trouwens dc herder kent elk schaap. De eigenlijke schaapskermis werd gehouden na het schaapscheren. Dan verzoekt de boer familie, vrienden cn buren aan een welvoorziene disch, zooals eenmaal Nabal. De tijd van schaapscheren valt nl. wanneer ,alles gepoot en gezaaid is, en vóórdat er iets kan geoogst worden, dus als er op 't land niet veel te doen is. Al zijn nu op vele plaatsen de schapen verdw^ ncn, toch houden veel boeren, der traditie ge trouw, op dier tijd van 't jaar nog hun visites, waarop dikwijls ook dc dominé genoodigd wordt. Vermelden we tenslotte nog dat het stoken van Paoschvuren nog aan heidensche gebruiken her innert; alsook dat slangen, hoewel geen gevaar lijke, van V2 tot 1 M. ook nog over dc gehcele Veluwc verspreid zijn. De onzichtbare band door A. W. VERHORST Met een teekening van den Bchryver 't Is een prachtige voorjaarsmorgen als hij zioli reeds vroeg naar 't noorden van 't land begeeft, waar 't hem te doen is om in een oude kerk te werken, in een der oudste plaatsjes, waarvan de naam in 1000 1200 na Clir. reeds bekend was. Gewoonlijk is dc eerste vraag aan politie- beambte, of bakker of slager, aan iemand die ieder kent, waar dc woonplaats van den koster is. Zoo ook hier. Als hij hortend en stootend over geweldige deiningen vanaf 't kleine stationnetje gc-autobusd heeft naar 't marktplein van het be wuste stadje, is zijn eerste schrede naar een zwaar besnorden dienaar van den heiligen Hermandad, of te wel diender. Do koster woont aan dc kerk en dc kerk (mot armzwaai) ziet u dóór, dus"bij is er dadelijk; eenige passen en hij staat aan des kosters woning, zegge kosterij. Een groote dubbele deur, soortr gelijk de Limburgsche schuren hebben, geeft ook hier den toegang tot des kosters particuliere ver- trekken. Een bel!? niet te vinden. Hij probeert de poort te ontsluiten, hetgeen lukt; en nu voorzich- tig naar binnen glurende ontwaart hij een groote hal, die dc toegang tot do kerk schijnt te geven. Links daarvan een schuurachtig vertrek, dat, gezien de potten cn pannen, aan een keuken den ken doet Rechts in die hal is een deur, die vermoedelijk een kamer verbergt Hij kondigt zijn komst nader aan door luid „volk" te roepen, waarop in da deuropening een blozende dochter des huizes ver* schijnt Een oogenblik later zit hij aan tafel tegen over dc kosteres. Als bij zijn verlangen heeft kenbaar gemaakt, 352 verwijst zij hem naar dc kerkvoogdij, waarvan een der heeren liem even later vol spijt betuigt, dat over zijn verzoek heusch eerst moet worden gesproken ter vergadering. Na oen klein uurtje zit hij aldus weer tegen over de kosteres en neemt dc uitnoodiging, koffie jnet koek te gebruiken, dankbaar aan. Zij spreken af, dat bij goedkeurend bericht, hij direct terug zal komen en zoo staat hij dan een week later weer aan haar tafel. Weer drinken ze koffie en eten friesche koek. Wanneer hij nu een paar uren gewerkt heeft, wordt hij door de dochter uitgenoodigd thee te komen drinken, en krijgt hij dadelijk sterk den indruk, dat hij ccn en ander moet vertellen van zijn woonplaats. Kosters leunstoel wordt hem aangeboden, recht tegenover hein zit weer zijn vrouw, naast haar de dochter en zoo ziet hij zich geplaalst tegenover twee luistervinken, die (hij voelt het steeds duidelijker) „blijd" zijn eens iemand uit 't zuiden des lands bij zioh in huis te hebben, die hen natuurlijk vertellen zal wat bij hem al zoo gebeurt. Even twijfelt hij aan de situatie als opeens de kosteres begint: „enne u komt uit N. hè, ie 't nie?" Als hij dit bevestigd heeft, alsmede, dat de natuur bij hom mooi is, dc belasting niet hoog cn er veel forensen wonen, dat li ij al twintig jaar te N. woont en er dus goed thuis is, schijnt het haar beurt van vertellen te worden. En zij be gint: dat jonge mcnsch dat zooeven bij U in de kerk was, is mijn oudste zoon. Hij is onderwijzer, maar is nu voor z'n nummer in dienst. Dan heb ik nóg een zoon en die wou en zou naar kantoor. Nu, die twee jongens laten leeren, dat zu er nie an. Toen zog ik tegen mijn man, weet je wil i k doen, ik ga er bij uit werkenen zoo hebben we t verdiend, mijnheer. Ja, kiek, als je je kinders wat worden willen late, moe je er wat voor over hebbe hè, is 't nie?! da's van zelf!...... En nou, een maand of wat geleeën komt die jongste thuis en zegt: ,,'k zal 't maar zeggen, moeder, k moet naar N., naar 't gesticht, naar „Zee en duin Nou mijnheer, "k was er van in de war. Zoo n flinke gezonde jongen cn dan dóór, naar dat ge sticht van zwakke en lijdenden!?...... Maar ja, da was niks an te doen, hij móést er heenen noe konit ie over drie weken voor een paar dagen ihuushij maakt het goed" Hij luisterde cn begreep haar niet. Afgaande op haar gezicht, dat wèl teleurstelluig, maar toch geen verdriet wee.«af, «lat ten slotte 8lan^c om- dat haar kind het nu goed maakte en straks thuis kwam, dacht hij: hij is daar verpleger. Luisteren de naar haar woorden meende hij gelend e moeten concludceren: hij is patiënt Z.j zag zijn twijfel cn juist hoe hij zich zekerheid wilde ver^ schaffen en begon: „maar hij is tot li geen......... viol tl) hem in dc rede met: „nee, geen patient, hij ia daar verpleger, k™*1"'br6£ derlt H. móést het worden en t bevalt hem uit stekend. Kent U hem mijnheer?" Hij moest haar heimelijke hoop vernietigen, hij -rS eii verder, „jongstleden Vrijdag bevestigd; wathad ik dóór graag hij gewecaU Wat zou ik hem graag gezien en gesproken hebbenen (K)k gewcest", kon hij haar zeg gen, „cn ook mijn jongste kind is bevestigd en ■s avonds ben ik mot mijn vrouw en kinderen 'i33" Tafel" geweest cn toen heb ik alle lidmaten, al de jonge lidmaten aan één tale! verccnigd ge zien en daarbij waren ook een paar broeders van Jee cn Duin", dus ook Uw zoonl Toen scheen het alsol hij daarvoor had moeten vertellen van N-, 't woe ol zij haar doel had be reikt, ol zij 't heimelijk, heel heimcli|k had ge- hoopt, dat dit komen zou. Ze legde de krom ge werkte handen gevouwon met gestrekte armen op de tafel cn mot oogen, die flonkerden van ver- rukking en een stem trillend van Jubclfndc blijd schap zong ze bijna uit: „met mijn jongen aan Zijn Tafel, och mijnheer, nóu most U h'm gekénd hebbenKom neem tliee en koek, nou ken nen we mekaar in ééns veel beter". janu kenden ze elkaar op eenmaal beter, peel "beter. Daar was plots een band gelegd, en wat zij nu aan hem deed, dat deed ze aan haar kind onverklaarbaar, dwaas misschien, maar al haar woorden en manieren, haar wijze van epreken, kregen plotseling iets spontaans. Zij ver telde van haar jongen hoe hij alticd ezurgd hadde voor z'n mèdder, als ze ziek was, hoe hij altled ezegd hadde: ga maar naar do karko, ik zal de kamer wel in orde maken. Allied zorge voor ccn ander en da ze noe er zoo tegen was geweest dat hij daar henen gingend& 't noe zoo goed ging. Och, och mijnheer!? Al maar zat ze te stralen tegenover hem. Toen dacht hij aan haar Jongen en zei: ,,'k Zal uw zoon eens vragen bij mij oen avondje te komen, dan kunnen we eens wat praten; ik kom wel eens op „Zee on Duin". „Nee maar, dat zou fijn zijn", stormde het tege lijk uit moeders cn dochters mond, „we zullen het hem schrijven!" Hij heeft later ook de koster ontmoet. Hij wist natuurlijk van hun afspraak. Zij kennen elkaar, alsof zij jaren vrienden geweest zijn. Wat is de wereld klein en wat zijn sommige mensehen- hartcn groot, als ze klein gemaakt zijn door het wonder dat de liefde in ons wekt. Bonte Vragen Beantwoord door G. K. A. Nonhebei, Apotheker en Scheikundige te Mid delburg. Men richte zijn vragen rechtstreeks aan het adres van den heer Nonhebei en voege voor iedere vraag I 0.20 aan postzegels bij. Wat een sensatievolle weck! Dinsdag door een autobus omvergereden, waardoor op 't nippertje af: „de rubriek van Bonte Dingen was vacant ge komen" cn Donderdag daarop „de oplossing van een voor mij zoo hoogst moeilijk probleem", om n.l. een Medewerker en ten slotte dus van zelf een plaatsvervanger te vinden voOr de beantwoording der Bonte Vragen, die mij vaak een overstelpende arbeid bezorgen .En wat oen medewerker! Een, die op rijm zijn raadgevingen weet moe te deelen, een kunst ,die mijn kunnen ver te boven gaat. Leo Lens, trouwe helper in dc nood, wat een schitterend debuut bij uw eerste optreden op het moeilijke en doornachtige pad van hem, die naar zijn beste weten en kunnen zijn naaste tracht te helpen door het geven van goeden raad. Het allermoeilijkste vraagstuk n.l. bij een kaah hoofdige le bewerken, dat „zijn haar wies als der arenden vederen" is door u opgelost op de meest ongeëvenaarde wijze door n.l. wat kaal is te be- smeeren met zuivere carbol Door uw raad verdwijnen zeer spoedig alle ver zuchtingen cn bezwaren vanwege dc zoo onaange name kaalhoofdigheid. Maarniet alleen d i t euvel, ook alle ander en zooveel zwaarder lijden der patiënten wordt opgeheven, doordat dit „on volprezen" middel snel door de huid wordt geab sorbeerd en den patient dra tot bewusteloosheid voert. Waarmee ik maar wil zeggen: past u op met dergelijke raadgevingen. Aan Mevr. S. te M.: U beklaagt zich, dat u voor uw groot gezin zoo eindeloos veel boterhammen, kaas cn vleeeoh moet snij<len. Ik kan u mede- deelen, dat ik voor een kennis van mij die ook in uw omstandigheden leeft, een snijmachine heb gekocht, die uitstekend brood, koud vleescli en kaas snijdt in te regelen dikte. Het lijkt veel op een vleesohmachine in de winkels en dan in 't klein. Voor een paar gulden is dat een waardevol instrument voor groote gezinnen. van 22 November. 't Gaat met Jaap lang niet goed. Hij ligt nu al twee weken. En vanmorgen heeft de dokter gezegd, dat 't nog wel een tijd duren kan. Zijn longen zijn niet heelcmaal goed. Hij hoest ook iedere winter zoo verschrikkelijk; als kind heeft hij nl twee keer longontsteking gehad, en daardoor heeft hij een zwakke plek in de longen overgehouden. Arme Jaap! Hij zou over drie weken z'n docto raal doen. Daar is nu voorloopig geen kijk op natuurlijk. Hij moet heelemaal rust houden, en in bed blijven. - We zijn er allemaal een beetje door van streek. Moeder vooral. Ze zat vanmiddag stilletjes te hui len, toen ik dc huiskamer binnenkwam. Alles komt nu ook bij elkaar. Moeder mist Piet nog altijd zoo, en nu zijn Douwe cn Nel ook nog weg. „Ik houd niemand meer over," zei Moeder laatst al eens, ,,'t komt van 't jaar allemaal tegelijk." En daarom trekt ze 't zich duibbel aan van Jaap. 't Lijkt wel of Jaap zelf het nog 't lichtste op neemt „Nou Moeder," zei hij, „uw troetelkind zit in Indië, dus nu kan u eens met mij beginnen!" 't Is nu zoo stil in huis, alles lijkt uitgestorven. Als Moeder 's middags haar dutje doet ben ik heelemaal alleen. Dan ga ik meestal maar bij Jaap zitten, met 'n handwerkje of m'n naaiwerk. Dat vindt hij zoo gezellig. Maar 't nadeel is dat ik er bij moet verkleumen, want 't is natuurlijk ijskoud op z'n kamer. Vanmiddag ben ik maar heneden gebleven. Jaap «ei dat hij slapen wou. 24 November. Wat brengt een zieke toch oen gedrukte stem ming in huis. We hebben nergens aardigheid meer in lijkt het wel. Over Sinterklaas is nog heel xilet gepraat. En als ik dan aan 't vorige jaar denk ioen we allemaal nog bij elkaar waren... nou! Maar alléén kan ik niets bosinnen, en nie mand anders heeft er zin in. Vanmiddag heb ik weer bij Jaap gezeten Hij lag met een brief van Douwe In w hand, toen ik binnenkwam. Nel en Douwe schrijven hem vaak, nu hij ziek is. En deze bric! was op t bfr rioht dat hij voorloopig liggen moet. Beste vent toch," zei Jaap ineens tcrwjl hij dc brief in elkaar frommelde, „jullie zijn allemaal puik voor me, Pit!" Ik wist niet goed wat ik zeggen moest. Wij zijn nou eenmaal nlot gewend om zoo teerhartig met elkaar om te gaan, meestal doen we tvcl met andere den elkaar plagen cn uitlachen. Maarote ,k Jaap daar zoo stil en smal zie liggen, knig tk n brok '"„IMP hnüdt zich prachtig," zoi v«der vanavond nog „en ik weet tooli maar al te goed wat het voor hem is, al was 't alleen maar om t uit stellen van z'n examen Jaap is altijd zoo J*™*? voor Piet en Douwe rou ik veel banger zijn, die zijn zoo anders." ,jGod geelt kraóht nnar kruis, zei Moeder zacht „als het Piet of Douwe overkwam zouden we dat óók zien, dat geloot ik vost," Ik doe al het mogelijke om Jaap wat afleiding te bezorgen. Wc hébben vanavond wel een uur lang zitten werken aan de Uiver-legpuzzle, maar op 't laatst hebben we hot er allebei bij neer gegooid, al die grijze stukjes hemel zijn precies eender, je komt cr nooii mee klaar! Wc zullen 'm wel eens aan Gerrit voorleggen, die is zoo geduldig als Job! Alles wat niet van God is of niet om Gods wit geschiedt, is ijdelheld. Alle werken en woorden die niet om Gods wille en te Zijner eero geschieden, die zijn verloren. Alle dingen te verlaten om God te verkrijgen, dat Is de ware wijsheid, want God Is het eenige '-ie'1 luyk**^T. 1 363

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 14