ROFFELRIJMEN
*T KON LENTE ZIJN
Een schitterende morgen!
De heele hemel blauw,
En in de rondte hangt er
Een damp #ls dikke dauw.
Door de ontruimde takken
Vaart volle zonneschijn.
Een schitterende morgen!
Het kon wel Lente zijn!
Het gras is groen en grazig,
De akker ligt geploegd,
En uit de takken kijken
De knoppen vergenoegd.
De musschenscharen vieren
Een vogelenfestijn.
Een schitterende morgen!
Het kon ivel Lente zijn!
Er komen witte wolken
De zon speelt kiekeboe.
Een dunne dampensluier
Dekt stil de hemel toe.
Dan sproeit er op de wegen
Een regen, zacht en fijn.
Een schitterende morgen!
Het kon wel Lente zijn!
Een schitterende morgen!
Geen vuiltje aan de lucht!
Een hooge barometer
Geen windeke, geen zucht!
Helaas, het zal wel blijken
Een lentedag in schijn:
Een schitterende morgen!
't Moest geen November zijn!
(Nadruk verboden.) LEO LENS
Verschenen is de tweede druk van
REVELJE, een bundel van 25 Roffel rijmen
van LEO LENS, geknipt orn voor te dragen.
Hei boek is verkrijgbaar in de boekhandel
en bij Neerbosch' Boekhandel en Uitgeverij
te Neerbosch. In fraai omslag 80 cents en
in linnen band 1,20.
TWEEDE BLAD PAG. 5
Het over den kop geslagen en vernielde Britsche vliegtuig waarmede twee Zweden een noodlanding te Flamstead
maakten. Beiden werden gewond
BINNENLAND.
Officieele Berichten
ONDERSCHEIDING
n. besluit is bcnoer
Oranjc-Xassau Zi
ereld J. B. G. Rei
BURGEMEESTERS
Verblijdende activiteit
Getrennt studieren; vereint marchieren
Wij schreven: „wanneer de studeerende
jongelui in A.R.J.A. en Chr. Hist. Federatie
fcich eens bezinnen en laten voorlichten over
de scheiding tusschen de twee groote Chr.
Protest, politieke partiien dan zou het ant
woord wel eens zoo onduidelijk kunnen zijn
dat zij concludeeren: Getrennt studieren, ver
eint marchieren!"
Het „Rott. Unieblad" neemt dit over en
Iroegt er aan toe:
„Wij /oor ons hebben deze stile hoop, dat
Ac geweldig moeilijke tijdsomstandigheden
Welke wij beleven en zoowel de stoffelijke als
fle geestelijke nood des volks er toe leiden
pogen, dat oud en jong er toe komen kunnen
Riles in 't werk te gaan stellen om deze
twee groote Chr. politieke .rtijen te doen
Ineensmelten tot één groote Chr. Politieke
Partij, want daaraan is in deze tijd van ver-
jwarring en versnippering méér dan ooit,
Dringend behoefte."
DE STEUNVERLAGING
De kwestie der ondervoeding
Stem uit Twente
De heer A. H. J. Coppes, arts to Enschedé,
stelt in de „Tijd" de vraag, of het „groote
publiek" en ook „de heeren in Den Haag die
over de steunverlaging praten als over een
afgedane zaak" wel weten, wat de steun
verlaging werkelijk beteekent.
Daar cijfers nog altijd het beste pleidooi
zijn, legt de heer Coppes, een lijst van 23 ge
zinnen uit een stad over, die erg door de
crisis is getroffen.
De uitkeeringen zijn berekend naar de
thans geldende loonen. In het totale gezins
inkomen is de huurtoeslag verdisccmteerd.
Ziehier de troostelooze lijst:
Grootte van't Huur per Totale gezins
gezin week inkomsten
8 5.— 16.73
5 5.65 12.20
9 4.— 16.65
12 4.05 24.
10 5.— 19.—
8 4.60 14.75
7 ƒ5.— 14.30
6 ƒ2.— 13.25
5 4.— 14.20
9 4.75 14.45
9 ƒ5.— 19.40
9 4.50 15.90
7 5.50 13.55
11 4.33 18.—
12 3.— 21.50
9 3.50 16.—
10 3.50 17.90
6 4.75 12.25
9 3.50 17.—
7 ƒ3.— 13.20
10 3.— 1..20
11 3.50 17.15
12 2.30 22.50
Men ziet dat de lijst voornamelijk groote
gezinnen betreft, en dat er dus zijn, die met
8 personen moeten leven van 10.75 per
week, met 9 personen van 9.60 etc. etc..;
van dit geld moeten levensmiddelen gekocht
worden en kleeding en dekking, hiervan
moeten ziekte- en fondspremies betaald
worden om van andere vaste uitgaven maar
niet te spreken.
Wij vragen ons ernstig af hoe lang zal
dat alles goed(?) gaan? is 't niet aller
dwaast, dat in een land, waar levensmidde
len op de mestfaalt terecht komen, kinderen
honger moeten lijden?
Een ministerieele blunder?
De regeering en de
devaluatie
De minister van financiën heeft bij het
begrootingsdebat zich laten ontvallen, dat
eventueele devaluatie toch alleen denkbaar
zou zijn als sluitstuk en niet als inleiding
van aanpassingsmaatregelen. Deze uitla
ting aldus de roode pers, heeft niet weinig
opzien gebaard op de beurs en werd daar
en zeker ook in het buitenland opgeval als
een teeken, dat de goudwaarde van de gul
den aan het wankelen is geraakt, te eeniger
tijd gedevalueerd zal worden. Een vooruit
zicht, dat aan de speculatie onbegrensde ver
gezichten opent en zeker niet ten gunste
van het Nederlandsch crediet is.
De regeering heeft daarop tweemaal de
indruk, door de uitlating van minister Oud
gemaakt, getracht uit te wisschen Eerst werd
aan de bladen de letterlijke tekst van de
passage uit des heeren Ouds rede ter opna
me aangeboden, met het blijkbare doel te
kennen te geven, dat het zoo erg niet was
geweest. YerV0'Kens kwam er een commu
niqué dat de minister slechts een theoretisch
geval gesteld had en de regeering niet aan
devaluatie denkt.
Wij nemen grif aan, dat aldus de bedoe
ling is. Maar dit neemt niet weg, dat de
minister van Financiën een eersterangs blun
der gemaakt heeft. Zelfs een regeering, die
devaluatie beoogt, zal vijf minuten, voordat
zij daartoe overgaat, nog ten sterkste ontken
nen, het ooit te willen doen. Hoeveel te
minder heeft dan een regeering, die geen
devaluatie beoogt, zich in acht te nemen om
iets te zeggen, wat ook maar naar een zin
speling daarop gelijkt. Wij kunnen het losse
woord van den heer Oud niet anders beschou
wen dan als een leelijk uitglijden van de
tong, gevolg van zijn rederijkheid.
Naast eenige overdrijving zit in deze cri-
tiek toch ook iets rechtmatigs. Onder de
tegenwoordige omstandigheden mag de re
geering de theoretische mogelijkheden niet
in openbare discussie brengen.
Wel doet het eenigszins vreemd aan, dat
hierop het meeste captie wordt gemaakt door
het blad, waarin zonder aan de gevolgen
te denken op rüch'sichtlose wijze propa
ganda voor devaluatie gevoerd is.
Een Kamper kind
Of een Kamper ui
Of de professoren en studenten er schuld
aan hebben weet ik niet. de uitgever J. H.
K. staat bij mij boven alle verdenking!
maar ze hebben mij in Kampen ook wel
eens een poets gebakken en dies grinnik ik
altijd een beetje met instemming als er
sprake is van een Kamper üi.
Er moeten daar beslist grappenmakers
wonen, die een koe op de torentrans en een
kalf op het ijs van de IJsel laten dansen.
En ook thans hebben ze weer wat kluch
tigs uitgevonden.
Een kamerlid vertelde eens de vol sonde
„mop". Hij vroeg aan een dorpsbewoner hoe
oud de oudste burger der gemeente wel was.
„Dat is jammer, zei het manneke, maar de
oudste inwoner is juist gisteren gestorven".
Nu, daarover werd gelachen.
De oudste inwoner kan immers niet
sterven; er is a 11 ij d een oudste inwoner,
zoolang er een dorp met menschen is.
't Kan best waar zijn; ik moet er nog eens
over nadenken; maar ik vind het een veel
kostelijker mop, dat vorige week in Kam
pen v^or de tweede maal de 20.000ste
inwoner geboren is.
Ik weet niet of er voor deze tweede
20.000ste (want het was niet dezelfdj als de
vorige keer!) zooveel drukte is gemaakt als
voor de eerste 20.000ste inwoner of als voor
de 100.000ste in Eindhoven; maar ik meen,
dat de tweede 20.000ste op minstens zoo
veel belangstelling recht heeft als de eerste.
Minstens, want het lijkt me een topprestatie
om in dit geval de tweede te zijn; zelfs Par-
mentier zou er voor terughuiveren en het
gemakkelijker vinden om de tweede vlieger
in Melbourne, dan de tweede 20.000ste in
Kampen te zijn!
Toch vertellen ernstige kranten ons, dat
het geen Kamper ui, maar Kamper logica is:
Een aantal jaren geleden is V bevolking
van Kampen ook boven de 20.000 geweest;
daarna is zij teruggeloopen om vervolgens
weer geleidelijk toe te nemen.
't Lijkt een aannemelijke verklaring, zoo
op het oog. Maar ik kan er geen vrede mee
hebben.
Van tweeën één: óf de eerste was het niet
en dient dus geherclassificeerd te worden,
óf deze is het niet en dan mag zijn naam
niet in de krant. Hij heet trouwens al Jan
Leenen; hij pronkt met een geleende waar
digheid. Onbewust gelukkig van de strijd,
welke er om zijn onschuldig hoofd gevoerd
wordt.
Ik zal het ingewikkelde vraagstuk nader
in een brochure, getiteld „de 20.000ste in
duplo" behandelen. Ze zal natuurlijk als ju
bileum-nummer verschijnen bij den uitgever
J. H. K. te K, die ook zich zelf overtreft.
Parlement en Kiezer
Het bekende jaarboek
Bij Martinus Nijhoff te 's Gravenhage ver
scheen de 24ste jaargang van het bekende
jaarboekje „Parlement en Kiezer", samenge
steld door J. A. Jungman, oud-bibliothecaris
en F. K. van Iterson, bibliothecaris der
Tweede Kamer.
Het boekje onderscheidt zich vrijwel in
niets van zijn voorgangers en is dusin
elk opzicht bij.
De leergierige adspirant-politicus kan er
van alles in vinden.
Van alles? Neen dat is toch niet juist. De
samenstellers bepalen zich tot het geven van
partij- en verkiezingsprograms en lieten
daarom onvermeld, dat do S.D.A.P. op het
Paaschcongres van dit jaar wonderlijk heeft
gedokterd aan zijn ontwapenings-euch. Dus
leest men nog in „Parlement en Kiezer" als
eerste eisch: „Ontwapening, nationaal en
internationaal".
Wij geven dit niet als critiek; maar als
bewijs, dat de S.D.A.P. heel vlug marcheert
op het pad der principieele eischen: heen
en weer, wel te verstaan.
Aardig is de statistiek over de werk
zaamheden der Kamers. Behalve de Be
grootingen werden in de Tvede Kamer on
geveer 300 wetsontwerpen, ruim 100 regee-
ringsbescheiden, vele moties en interpella
ties en 600 verzoekschriften afgedaan, ter
wijl er 158 keer vragen aan de regeering
gesteld werden.
Geen wonder dat de Tweede Kamer 191
commissievergaderingen hield, tegenover de
Eerste Kamer slechts 6.
Overigens kan het Hooger Huis aardig
meedoen: het hield 61 openbare vergaderin
gen tegenover de Tweede Kamer 75 (met 12
avondvergaderingen). Hierbij mag opge
merkt worden, dat de Eerste Kamer speciale
routine kreeg in het houden van presentie
geld-vergaderingen: 5 minuten openbare zit
ting en daarna afdeelingsvergadering. Op
vallend is dan ook, dat de Eerste Kamer 30
afdeelingsvergaderingen hield en de Twee
de maar 2S.
Zouden de hooge heeren van de hooge ver
gadering (daarvan spreken ze zelf graag)
nu eindelijk niet eens inzien, dat het volk
aan die hoogheid gaat twijfelen als men bij
komsten houdt, op welke weinig anders ge
hoord wordt dan eenige hamerslagen \an
den voorzitter?
We haasten ons te verzekeren, dat deze
beschouwingen niet in het jaarboekje
staan, dat is zoo objectief als een rekenma
chine; maar men komt er toe, als men zich
afvraagt, wat er achter de registratie der
werkzaamheden van de Staten-Generaal
schuilt.
De samenstellers registreeren slechts;
dat doen ze steeds onberispelijk.
Uit het Sociale Leve*.
1 DINSDAG 20 NOVEMBER 1934
Vier Fransche duikbooten, de „Medusa", „Psyche", „Amazone" en „Danaide", worden na hun aankomst gemeerd
aan den steiger van de firma wan Es en van Ommeren.
Links: Te Schiedam werd t Sportfondsenbad geopend met een toespraak
van burgemeester Stulemeijer.
Een voetbal-terrein te Wageningen gedurende de daar gehouden luchtbeschermings-oefeningen. Gewonden wer
den er verzorgd en een sproeiwagen poogt de gevolgen van een gasbom-aanval tegen te gaan.
We meldden reeds, dat de honderd-jarige redder J. E. de Vries te HolVwm
op Ameland velerlei bewijzen van hartelijke sympathie mocht ontvangen.
Op onze foto ziet men links: de heer de Booy, secretaris van de N. Z. H.
Reddingsmij. komt feliciteeren. Rechts: de jarige te midden van familie.