Rijksbegrooting voor 1935 Nuttie's Vader VRIJDAG 9 NOVEMBER 1934 TWEEDE KAMER Bierema, Schouten en Aalberse aan het woord Steun en opbouwende critiek Clearingwet z.h.s. aanvaard Overzicht De nieuwe Clearingwet is door de Kamer met al'Remeene stemmen aanvaard. Dit werk was spoedig verricht en toen woer voort gegaan met het algem°e debat over de Rijksbegrooting. De revolutionair Sneevliet vond dat Coiijn weg moest Wat er dan gebeuren zal, was een vraag waarmee hij zich het hoofd niet brak. Ten onrechte. Want het kon wel eens zijn, dat degenen, die zouden meonen het dan ter *- krijgen, juist een tegenoverge stelde ervaring zouden >en Radicalisme al den revolutionair-socialist ibezielde, was den volgenden sprekers echter volkome" vreemd. De heeren Bierema, Schouten en A-l^erse zijn daar ook veel te verstandig voor. Bovendien schuwen ze de demagogie. die anderen b.v. de heer v. Houten voor hun politieke nering noodig hebben. Zulk bedrijf is door den heer Aal- beree op den laten middag zeer terecht als een „gruwe k sociaal misdrijf" gebrand merkt Toch kwam in de rede van den liberalen woordvoerder een zeker radicalisme tot uiting. Zooals te verwachten was verklaarde hij zich voor de natuurlijke aanpassing, maar tevens sorak hij het vonnis uit over de bestaande steunmaatregelen, ook waar deze den landbouw op de been moeten hou den. Zij moeten zoo spoedig mogelijk ver dwijnen. In beginsel L> daar niets tegen, maar over het tempo zal toch nog wel na der gesproken moeten worden. We zouden tea minste wel eens willen weten wat de liberaal Louwes van een inderdaad spoedi ge liquidatie zou zeggen. Deze heete pap koelt nog wel wat af eer we aan het eten toe zijn. A Dat we geleidelijk van de crisissteunmaat- regelen af moeten is allerminst een uitvin ding van den heer Bierema. Ook wi] schreven reeds 1ing en bij herhaling in dien geest en de Regeering is ook bezig in die richting te an en zal in dezelfde richting, wellicht met versneld tempo, moeten blijven gaan met het oog op wat men tegenwoordig noemt „de aanpassing", van welke aanpas sing ook de heer Bierema een voor stander is. j In het algemeen plaatste hij zich verder achter de Regeering met aanbieding van enkele wensohen, wellke den laatsten tijd in den liberalen kring zijn wakker geworden. De herclassificatie, waartoe de Regeering zeker voornemen heeft kenbaar gemaakt, vond ook bij Dr. Bierema bestrijding en na hem verzetten ook de heeren Schouten en Aalberse er zich tegen. Niemand neemt het in de Kamer voor deze onbillijke voorne mens op en we zullen ons geenszins ver wonderen nog deze week te vernemen, dat de classificatie blijft zooals zij is. Deze on rust is dan weer van de baan. De Regee ring zal goed doen om met grooter middelen ihaar groote taak te vervullen. De heer Schouten legde er den nadruk op, dat we in de laatste vijf jaren op onze staatshuishouding niet minder dan 500 lioen gulden zijn ingeteerd. Zoo duur heb ben we geleefd en zoo weinig heeft de be zuiniging nog opgebracht. Ook deze begroo ting sluit niet echt, zoodat het de hoogste tijd is, dat effectieve bezuinigi-gsmaatrege- len tot stand komen. De minister van On derwijs kreeg het ve imaaii te hooren nu ook eens ernst te gaan maken me' zijn taak en te zorgen dat beloofde besparingen ook in derdaad tot stand komen. Dat is beter dan veel praten. Met genooven vernamen we de opmerking, dat de heer Albarda met zijn rede het vol slagen demagogisch karakter van de agitatie der soc.-dem. in de laatste maanden bewezen had. Die rede was in geen enkel opzicht de weerklank van wat er door hen in pers, vergadering en pamflet tegen de Regeering is aangevoerd. Met de Regeering was de heer Schouten het eens, dat d.. belastingdruk niet meer ver zwaard kan worden, zoodat. we op andere wijze tot gezonde verhoudingen zullen moe ten zien te komen. We moeten veel eenvou diger gaan leven in onze staatshuishouding. De arbeid van de gehuwde vrouw zal zoo veel mogelijk moeten worden tegengegaan ten einde mannelijke werkkrachten emplooi te kunnen geven. Waar het beroep geen vrouwen eischt, behooren mannen te komen. Deze gedachte zal in breeden kring weer klank vinden en het is te hopen, dat de Regeering wat krachtiger dan tot nu toe in die richting werkzaam zal 'len zijn. De heer Aalberse besprak dit onderwerp in ge lijken geest Ten aanzien van de steunnormen had de heer Sohouten enkele wenschen. Nieuwe wij ziging er in aan brengen was niet wel mo gelijk: we mogen blij zijn als we financieel in staat zullen blijven ze te laten zooals ze zijn. Wel echter io aanvulling gewenschf om hardheden weg te nemen. Zoo behoort b.v. het verstrekken van particulieren steun uni form te worden geregeld. Bepaalde uitkee- ringen moeten geoorloofd zijn zonder het steunbedrag ongunstig te beinvloeden. Deze wensch 6luit aan bij wat we indertijd schre ven toen de Twentsche kwestie aan de orde was. Met het standpunt der Regeering ten op zichte van den landbouwsteun was de heer Schouten het eens. Ten aanzien van de vas te lasten wees hii er op, dat er in verschil lende opzichten nog een taak voor de Re geering is. B.v. ten aanzien van de huran. Tegen niet noodzakelijke devaluatie werd krachtig stelling genomen. Gewaarschuwd werd voorts tegen het coquetteeren met vage ordeningsdenkbeelden. De anti-rev. willen te dezer zake weum waar we heen gaan. Ten slotte werd aan degenen, die gevraagd had den om wettelijke maatregelen als het bij zonder onderwijs nagenoeg naai hun mee ning jiiet vo.doende aan de concentratie van scholen zou villen meewerken, te ver staan gegeven dat het gebruik van wette lij ken dwang in deze zaak onvermijdelijk den schoolstrijd zou doen irleven. De vrijzin nige heeren maken over deze kwestie aller lei valsche vergelijkingen en toonen hun onkunde met de ongestaafde bewering als zou het bijzonder onderwijs nagenoeg niet in de bezuiniging meedragen. Niets is minder waar. Tal van maatregelen werken reeds automatisch door voor het bijz. onderwijs, zoodat op meer dan een plaats de financieele omstandigheden der scholen zorg gaan baren. Met belangstelling luisterde de Kamer naar wat de heer Schouten te zeggen had en zij deed dat ook, toen na hem de heer Aal berse het spreekgestoelte betrad. Rustig en kalm las deze zijn rede voor en zorgde dat groote emoties achterwege bleven. Geen on vriendelijk woord werd tot het kabinet ge richt, al werden begrijpelijk wel enkele wenschen geuit. We vermoeden, dat de soc.- dem. eenige teleurstelling bij zich hebben voelen opkomen. De heer Aalberse vertelaarde geen politieke avonturen te willen, wees belastingverhoo- ging af, drong aan op niet eenzijdige ver laging van het levenspeil, welke verlaging in consekwentie hij beter achtte dan deva luatie. Nadrukkelijk werd cr op gewezen, dat het levensniveau van vroeger niet terugkeert, zoodat we met de structureele omvorming van ons bedrijfsleven ernst moeten maken. Tusschen zichzelf en den heer Coiijn zag de heer Aalberse in dit opzicht eigenlijk niet meer dan een verschil in tempo. Dat komt, interrumpeerde Dr. Coiijn, omdat ik aan de regeeringstafel zit en gij niet. Ten aanzien van de steunregeling had ook de heer Aalberse eenige wenschen. Dat de nol-men zouden kunnen worden verhoogd, zelfs al zouden we belasting-verhooging wa gen, geloofde hij niet. Gingen we die rich ting uit. dan zouden we te spoediger aan het eind van ons financieel Latijn zijn. Maar wel zijn verbeteringen mogelijk. Genoemd werden: lager huren, goedkoope brandstof fen en levensmiddelen, kleeding- en deksel verstrekking, den spaarzin niet onnoodig treffen, ruimer regeling voor de groote ge zinnen en geen straf op het verleenen van steun door particulieren. Met belangstelling wordt te dezen aan zien het antwoord der Regeering afgewacht Daarvan zal de houding der R.-K. fractie ten opzichte van het kabinet afhangen. We kunnen ons moeilijk voorstellen dat hier conflicten zouden kunnen ontstaan. Er is inderdaad in de steunregeling wel iets te verbeteren, waardoor onnoodige hardheid wordt weggenomen. Het kabinet zal onge twijfeld bereid zijn te doen wat maar in zijn vermogen is om het lot der werkloozen in den a.s. winter zooveel mogelijk te ver zachten. Als dan hei redelijk mogelijke ge daan wordt zullen redelijke volksvertegen woordigers daar genoegen mee willen nemen. Heden komen we aan het antwoord der Regeering toe. Verslag Na de opening der vergadering werd do nieuwe r Clearingwet in de orde gesteld. De heer SCHILTHUIS (v.d.) betreurde, dat de Regeering zulke ingrijpende bevoegdheden noodls heeft, maar ze zijn noodzakelijk en de Regeering zal er met voorzichtigheid gebruik Do heer ALBARDA (e.d verwonderde zich, afwijken lands. Dat artikel is nu teruggenomen, maar Regeering had niet eens op dit belangriJko richting De heer WIJNKOOP (comm was van mee- aangen** <3eiReseerins reeds gewoon is de be palingen van 'de Grondwet en andere wetten des lands te gebruiken op de wijze als haar Met de methode van zaken doen met Duitsch- trljdlustlgheld noodig had: zulks i Air GOBBLING (r.k.) wees er op, dat het erzet tegen de Grondwetsaantastlng algemeon werd, dat de Regeering reen jg 1 KEMA (lib.) au in Minister STEENBERGHE dankte, dat de Ka. mer met het oog op 's lands belang zich als de Regeering stelt. Jen gelet, dat de Clearingreke- gc-lijk in evenwicht wordt ge- Er zal o; ning zoovf houden. Dj Voor de ureau get -oordlger m. Positieve verplloh- ïnischo vorilchtlng is ituaantasting; hU is eenvoudig gewe- r de bezwaren, ook om de-bat er over j ontgaan. De Regeering denkt niet sauntuating bij alg. maatregel, erstrekken van etatistlsche cijfer® zal overwogen. De heer SNEEVLIET (r.a.p.) begon met een pleidooi voor amnestie voor de muiters van do „Zeven Provinciën". Er moet oen grof onrecht worden hersteld, nu het tejeort tuin beleid in de Het tegenstemmen van Nederland was een goedkoop gebaar. Aangedrongen werd mede op een onderzoek naar den omvang der particuliere wapen- sche ondergrond toegekend, al is werd economl- rilde, dat Mussert, die de Kamer is in alle opzich- Het beleid v en onvoldoende, ondanks de reclame n de landdagen van den Landstorm, jjdelheid" zUn. In het 1 der Regeering zUn bonaparUstische trek vaar te nemen. Gewaarschuwd werd tegen :e diep neerdrukken van het levenspeil. potverteren dan verteren van mensche- kwestle kan in de crisis geen ijn door de uitbarsting Als niet bulten het parlement onder alle i de krochten worden gevonden om t HET LIBERALE GELUID De heer BIEREMA (lib.) besprak de voor Nederland zeer ongunstig geworden interna tionale conjunctuur op economisch gebied. Dat brengt mee aanpassing In snel tempo Onze productiekosten moeten In overeenstem ming worden gebracht met die van het bui tenland. De steunmaatregelen, die noodig waren geven echter aan het bedrijf een eenlgszlns kunstmatig karakter. Dat kan zoo niet blijven. de steun aan landbouw en Industrie kan op den daar niet worden ge handhaafd. De toestand van de nijverheid is zorgelijk. Steun moet echter gegeven worden in zoodanl- dat aanpassing aan lager niveau ngen werd op steun voor HollandAmerika llberaal-indivl- Onze maatschappij kent allerlei samenwerking; ze is niet zoo lil dualistisch als sommigen voorgeven. Maai «ta&tsdwangsteisel moeten de liberalen toch ook verwerpen. Tegen stichting i deel uit eigen kopt een tekort van 100 mlllloen Elke verzwaring van belastingdruk behoort achterwege te blijven. Maar betwijfeld werd of dit wel mogelijk zal ztJn. De voornemens der Regeering wijzen er op. dat de druk der belas tingen wel degelijk zal wordon verzwaard. Ge wezen werd op de stichting van het Werkloos heidsfonds. Betreurd werd. dat de regeling ter voorko- bezuiniging op onderwijs in land cht de ulnige: r Indlë zullen j moeten L mogelijk blijkt. •odige fn üenève tegen Rusland "werd be ring rm aan te passen. Tegen het voornemen herclassiücatie werd ernetlg bezwaar gemaakt. Vele bezwaren ir tegen zijn Juist. Het advies aan de Regee- ing op dit punt luidt: niet zoo! Dat de Regeering de aanpassing bevordert hij de lagere bestuursorganen was noodig. Ook behoorde het to't de natuurlijke taak der dfiarmee ln aanraking De Regeering late haar afwachtende 'pe aanpassingsmaatregelen zal de Re- w moeten nemen. De vaste lasten moeten omlaag. Met het op elkaar stapelen van maat regelen op economisch gebied kunnen we niet door blijven gaan, maar de crisismaatregelen sullen geleidelijk moeten worden opgeheven. DE HEER SCHOUTEN SPREEKT De heer 8CHOUTEN (a.r.) kon met de finan cieele politiek der Regeering in het algemeen accooid gaan, mits spoedig het groote bezui- nlglngsontwerp Inkomt en op korten termijn effect verkrijgt. Het berekende ingeteerde bedrag over de - te jaae; jj6t bjgft Jaren 19301933 Daar komt voor 1934 dan nog een bedrag van 30 mlllloen bU. De begrooting voor 1935 ziet er niet mooi uit. Allerlei laRten zt)n verschoven, zoodat de intering nog verder door zal gaan. We staan voor een hoogst ernstig verschijn sel; daarom heeft effectieve bezuiniging zoo'n credit t[aa8t 0TJa ondermUning van het staats- Het is Jammer, dat het aangekondigde be zuinigingsplan er nog niet is; langer uitstel is het rijles- en volksbelang jntefinancie - - OD de in gestelde bezuinigingen echter niet Verschil lende begrotingshoofdstukken geven aan dien twijfel grond. Justitie en Onderwijs spreken op Bij| 1jfinstlge tU- zUn. Men schijnt zich den den verklaarbaL. uiterst moeilijken flnancleelen toestand thans in onvoldoende mate te hebben gereali seerd bij het ontwerpen van allerlei maatrege len. Toegezegde bezuinigingen op onderwijs hebben te weinig opgeleverd, 's Ministers mede deelingen ter zake kloppen niet op clkaur. Het Is te nopen. dat. nu hij na de laatste ronde in den spellingstrijd meer tijd vrU krilgt, zUn mededeelingen aan de Kamer in waarde zul len winnen. (Gelach). De financieele plannen der soc.-dem. werden afgekeurd. De heer Schouten kon zich aanslui ten bij de schitterende rede van den heer De Geer over potverteren. De soc.-dem. wijzen het bezuinigingsplan der Regeering bU voorbaat af. iet gezegd, het staat Over 1931—1934 aandrang tot nleu- het tekort zeker 200 millioen hooger geweest. Met •ophe hebben be- z|jn. Toch zetten de soc.-dem. t voort. Waarom? Omdut ze toch nlel antwiordelükheld geroepen houding bewijst t den belasting- Met het niet verzw druk is de heer Schouten het eens. Zoo iets ware een onmogelijkheid. Zoowei de directe als indirecte belastingen zijn hoog. Men moet van deze feiten de oonsekwentle aanvaarden, als men de successiebelasting wil verhoogen. Nieuwe uitgaven behooren te worden nage laten. nu we voor de vraag staan: wat zullen we hebben prtfs te geven? De gehuwde vrouw-niet kostwinster De gehuwde vrouw-niet kostwinster In over heidsdienst moet door mannelijke werkkrach ten vervangen worden. Het Ambtenarenregle ment moet daartoe worden gewijzigd. Deze maatregel behoort lagere overheids organen door te Ook moet de ar beid van de ge huwde vrouw in fa brieken en werk plaatsen ln het al- nlet-vrouweltJke beroepen door man nelijke krachten be Op de nieuwe werkloozen kan len teruggekomen. Het ls niet verant woord voor leder die beseft welke geweldige Inspan ning het finai J. SCHOUTEN van den staatsdienst In de kosten. werd een regeling voor het v n particulieren steun aan wei moet op dit punt meer eenh<_._ i moet gewaakt tegen dub- De gedragslijn met betrekking tot don landbouwsteun had de instemming van den heer Schouten. In genomen was hij met de beslissing, dat nlel alle melk meer gesteund zal worden. De st?ur aan de veehouderij zal daardoor meer effectiei kannen worden. Wat de aardappelen betreft zou de heer Schouten liever een andere beslis sing gezien hebben. Kan de Regeering duide lijk maken, dat het zoo moest, dan wil hij er zich bU neerleggen. Dat de aanpassingspolitiek de arbeiders ex tra zou belasten en „bezitters" zou ontzien, is een bewering, die kant noch wal raakt. Dat bewijzen de cijfers van belastingen, inkomens en vermogens. Velen onderschelden niet, wat taak der over heid is, of kan zijn en wat niet BJj de salarissen was het plicht der Regee loonon ln de vrUe i islng De vaste lasten schulden en dergelijk ite zijn thans niet in beteekenendc aag te brengen. Daarom moeten de ven zooveel mogelijk omlaag: dan om ook de voste laster ien van de tweede groej Regeering geen maat edletverleening. Het rentepeil der publieke schuld ligt thans :eds in menig opzicht lager dan ln de Jaren 1910—1914. Van wat de Regeering in dit op zicht heeft gedaan, hebben ook de gemeentc- '•ïsturen ln belangrijke mate geprofiteerd. Dit proces moet ook doorwerken voor hypo theken en moet niet worden beïnvloed door .tregelen, die tot catastrophale gevolgen :ake de aak. die Aanbouw van goedkoope -olie vervuld ia ivorderd in het belang van voortga huurverlaging. Het „huiaenkapltaal" zit - .cilijkheden; het draagt zijn deel bij Op dit gebied doen do gemeentebeat doen bevorder deze dingen ro ig in den weg. oir de lagere organ< erecht moet in geen geval e tegen devaluatie, Prof. Mr P. J. AALDKUSE i parallel te loopen met de aangegeven groo* prijzen, willekeur is er erantwoord is. indien zij niet noodzakelijk Wat de economische politiek en do ordeningsdenkbeelden betreft, wees de heer Schoul die denkbeelden. Men weet t. De grondgedachten 1 dagelijks bezig die Wat geschiedt met betrekking tot de gezag-s- handhavlng. heeft de Instemming der antl-rev. ön tegen- bezuiniging bij bet bijz. onderwijs ligt anders dan bij het openbaar onderwijs. Maar alle niet noodzakelijke splitsing moet worden tegengegaan. Concentratie waar moge- Hik. dient te geschieden. Wettelijke dwang ls hier echter uit den booze en zou de antl-rev. In verzet brengen tegen het Kabinet. Zulk eon maatregel zou beteekenen heropening van den WAT DE R.K. WENSCHEN De heer AALBERSE (r.k.) besprak allereerst de aanpassingspolitiek, maar twee opmerkin gen gingen vooraf. H(j hoopte, dat het ten aanzien van de clas sificatie bU een voorloopig voornemen zou blliven. Grondwetsherziening wees de heer Aalberse niet af. Maar het rapport-Kooien kan de Re geering beter laten liggen om maatregelen te krtjgen tegen rev. volksvertegenwoordigers. Als de Regeering ln deze materie Ingrijpen wil moet ze het streng en afdoende doen. Dat ls door Grondwetsherziening mogelijk. De ministers, die wel wat minder zouden kunnen redevoeren, zijn geen toovenaars. hoe bekwaam ze ook zijn. De R.K. fractie wenscht geen politieke avonturen. De aanpassingspolitiek financieele zUde besprekende, zelde de heer Aalberse, dat de financieele toestand ln de e.v. Jaren nog slech ter zal worden. Aan belastlngverhooglng over de geheeie lijn valt niet meer te denken. Z|j zou ook niet veel meer opbrengen door allerlei ;rkloosheld vergroo- geen booger belastingen blasting verhooging het financieel evenwicht hebben. Deze aanpassingspolitiek ls tot heden vrij eenzijdig geweest; vermin dering van salarissen en steunverleenlng. Dat werkt ongelijkmatig. Terecht wordt gevraagd om verlaging van vaste lasten. Anders zal men doel niet kunnen bereiken, maar wel den den heer De Geer^ die boven aantasting va; hypotheekwezen devaluatie zou verkiezen, - ruimer zin, ln Internationaal opzicht. omdat we grootendeels Internationaal waren Ingesteld. We zullen daarom sterk moeten aan passen; het verleden keert niet terug. We zul len de totaal gewijzigde structuur der wereld economie moeten aanvaarden. Ook onze eigen welvaartsbronnen zullen structureel gewijzigd moeten worden. Andere verhoudingen zullen moeten ontstaan tusschen handel en In dustrie. Noodig is ordening van ons economisch het bedrijfsleven; de Regeering heeft hierbij de taak vun leiding, stimuleeren en contröle. Vol- ,nd« Productie, zoo rechtvaardig mogelük verdeeld. 13 het ideaal, dat ons heeft te leiden. De regeeringsopvattingen op dit punt schjj- rrijwel hetzelfde. De heer AALBERSE ging daarna tot bespre king van de werkloosheid over. Door de Regeering Is veel gedaan ter bestrijding er \an en ter leniging van de ge- ,n die ramp. 'verruiming 1 Dicieele, zulks om redenen van menschelijkheid en omdat meer werk meer financiën brengt. Dat van het 60 millioen credlet niet ruimer gebruik, gemaakt was, werd betreurd. Llevei grootst mogelfiken beteekent flnan- psychologisch heeft het be- „vieze demagogie" 1 den heer Schouten. schikking te worden gesteld. Overheidssteun is noodig voor brandstof, de verstrekking van kleeding en deksel. Op dit punt werd een gun stig antwoord verwacht Het door spaarzin verworven bezit behoort binnen bepaalde grenzen door de steunregeling niet te worden aangetast De maximum-steun Voor de groote gezinnen moet hooger worden en kunnen stijgen tot 90 pet ook ln de groo- trkloozen wijs te maken, dat ze het wel beter zouden hebben, als de Regeering maar wilde. Dat 1% ©en gruwelijk sociaal misdrijf. Het lngrilpen ln de -- van lagers bestuursorganen moet niet voeren tot bureau cratische centralisatie, die in Frankrijk tot zoo helllooze gevolgen heeft geleid. In sommige opzichten gaat de Regeering mis schien iets te ver. Bij Binnenlandsche Zaken wordt daarop teruggekomen. Van l^ct antwoord der Regeering zal de ver dere houding der R. K. fractie tegenover het Kabinet afhnngen. Wat gevraagd is, ls ge vraagd in de overtuiging dat het geschieden moet in hot waarachtige belang van ons volk. Waterverontreiniging door fabrieken Er moei eeu einde aan komen Naar aanleiding van schriftelijke vragen deelt de Min. van Sociale Zaken mede, dat de Vecht, de Dedemsvaart en het Zwart9 Water elk jaar weer verontreinigd worden door het afvalwater van de aardappelmeel fabrieken te Nieuw Amsterdam. Coevorden en de Krim. Daar de gemeentebesturen hier moeten optreden is de aandacht van hen en van de Gedep. Staten van Drenthe en Over ijssel op deze aangelegenheid opnieuw ge- vstigd. De Minister is van oordeel,, dat aan do vorenbedoelde telkenjare tcrugkeerende waterverontreiniging een einde behoort te worden gemaakt, eventueel door het stel len van nadere voorwaarden in zake de zuivering en den afvoer van het afvalwater der betrokken aardappelmeelfabrieken. Hij heeft de commissie in zake waterverontrei niging uitgenodigd te dezer zake spoedig van advies te willen dienen, en zal gaarne zooveel mogelijk bevorderen, dat de betrok ken gemeentebesturen het hunne doen om tot een bevredigende toestand te geraken. FEUILLETON UIT HET ENGELSCH VAN CHARLOTTE M. YONGE (74 Uit louter verbazing deed hij zijn best om op te houden, maar hij kon het snik ken niet opeens bedwingen. Nuttie wilde met hem meegaan om hem met wat dieper medegevoel te troosten dan van de meiden te venvachten was, maar haar vader riep haar op scherpen toon terug. Hij had haar zelf noodig en het was waarlijk niet twij leiachtig wie van beiden het meest budo ,ven kivid was. Hij mocht Alwyn vergoden, maar niet als het streed met zijn eigen comfort Daar hij uit de brillen geen keus kon doep, stelde Nuttie voor om hem naar Ludgate Hill te rijden om zelf uit te ki won maar hij wilde er niet van hooren om zich in de hitte der City te wagen en bromde dat ze zoo iets ko.i denken. Inplaats daarvan gingen zij zonder be paald doel in het park rijden en werd Nuttie bijna gebakken, zoolang moest het rijtuig stilstaan, omdat haar vi<der een lang gesprek over de vooruitzichtea der Derby wedrennen had met een zijner rr.inst aangennime kennissen, die aavi den scha duwkant. van het rijtuig over het portier stond te leunen, zonder dat iomiand er acht op sloeg hoe weinig zij door haar kleine parasol tegen de zon beschermd Zij kwam doodmoe thuis en was dank baar dat haar vader naar zijn eigen kamer ging uitrusten. Zij ging naar boven naar de kinderkamer, met het plan daar met Alwyn thee te drinken en hem te troosten, maar zij vond er do kindermeid alleen. Deze had pi,jn aan haar voet en was bang om op de heete straatsteenen te loopen, daar om had zij jongeheer Alwyn uitgestuurd met haar helpster, eon buitenmeisje, om in den tuin van mijnheer Duttpn te spelen tot het koel genoeg 7.' u zijn 6m wat met hem te gaan koopen; en nu was er eon boodschap gekomen dat hij daar thee zou drinken en dat mijnheer Dutton met hem zou gaan wandelen. Zijn zuster benijdde hem do schaduw onder de boomen en had juist haar bes gedaan om de achterkamer wat koel te maken en wat er met een bock gaan zit ten uitrusten, toen mijnheer Fano wei"! aangediend. Hij zat zeer gen Degelijk te praten en bleef zitten en zitten, zeker om ten eten gevraagd te worden, maar zij wa® even vast besloten om dit niet te doen. Zij had voor vandaag genoeg gehoord van wedrennen, meende zij: en ten laatste nam hij afscheid, slechts even voor zij zich voor het diner moest gaan kleedeit. „Ik dacht dat Fane hier was" zei miin- hoer F.gremont toen hii binnenkwam, zeker ingelicht door Gregorio. „Hij is er geweest, maar hij is weg." „Gij hebt hem dus niet gevraagd te blij ven dineeren?" „Ik wist niet dat u het wenschte." „Gij had wel kunnen weten cat ik licm gaarne gezien had. Ik geloof dat gij uw eigen aanminnig ik vo.doend gezelaihap vindt voor iederen man!" .Het spijt me „Dat het spijt me" kan ik niet langei hooren: Ik geloof dat gij niets zoo prettig vindt als ten mijner vrienden ongracieus te behandelt n". Nuttie ha J geleera bij zulke gelegen heden te zwijgen. liet diner was bijna afgeloopen en haar veder had weer gebromd, dat hij niemand had om kaart met hem te spelen, toe-a <e deur een eindje openging en Alwyu's mooi blozend gezichtje naar binnenkeek. Hij kwam wel wat later dan gewoi-nlijk goeden nacht zeggen en liep met een bouquetje gele Japansche roren en vergeet- mij-nietjes naar zijn zuster toe: „Maneer Button" zoo noemde^ Alwyn hem „stuurt u dit. Hij zei, dat gij liet wel mooi zoudt vinden, omdat het van een plant is die hij mee heeft gebracht uit Mittlewait En o, kijk eens, kijk eens!" Hij drukte een scheepje tegen zich aan dat hij verheugd liet zien, terwijl het "oor hoofd van zijn vader betrok bij zijn vor haal. .Hebt ge dit gekocht?" vroeg zijn zuster. „Ja, mijnheer Button is met me meege gaan en we hebben het laten zeilen. We hertxben 't bij de fontein ln dan tuin van mijnheer Button laten varen. En we heb ben een storm gemaakt!" Hij danste rond van blijdschan en mi'in- heer Egremont maakte de opmerking: „F.on duur ding voor tien shillingen. Heeft het zooveel gekost, Wyn?" „Ze hebben me een groote zilveren hi?ve kroon teruggegeven en die heb ik aan een jongetje gegeven dat mijnheer Button kwam spreken en de toonen door zijn laar zen had en hij was zoo blij" „Uw geld is niet voor bedelaars. Wyn." „Het jongetje was geen bedelaar, napa. Hij kwam met een krant bij mijnheer But ton en hij is zoo goed voor zijn arme zieke moeder" zei Alwyn. ..Zie eens, zie eens, zus!" en hij draaide de-n voorsteven van het scheepje naar haar toe om haar een woord te laten zien dat er met potlooa op stond en dat hij wilde dat zij spellen zou. Het was Ursula. „O Wynnie!" zei zij, als vond zij het heel prettig, „heeft mijnheer Dutton dat ge daan?" „Hij heeft mijn hand vastgehouden en ik heb het gedaan!" riep Alwyvi zegevierend „en hij zal het Zaterdag schilderen. )an kan het den geheelen Zondag drogen en dan kan het er niet weer af, zoo zal het voor eejnvig en altijd Ursula ztjn. Nu kwam de kindermeid den kleinen iongen halen; en toen er goeden nacht ge zegd was en het gebrom weer bpgon, leed Nuttie aan de hand dat mijnheer DuUon, als hij tehuis was, misschien zou konijn om mee te spelen, maar ail kreeg uee'.i goed bescheid. „Ik zal u eens wat ze-pn-o Ursula. Ik wil dien parapluic-man niet aanmoedigen om hier aan huis te komen, en als dat kind voor tusqrhenpersnon moet spelen, zal ik er een eind aan maken.'' Deze woorden werden gesproken juist toen Gregorio de kanier binnen was ge komen met een zakdoek van zijn meester. Nuttie, die verschrikkelijk bloosde over Je beleediging, ontmoette zijn zegevierende oogen, beet zich op de lippen en verwaar-i digde zich niet een woord te antwoorden. Een onbepaalde, zeer flauwe reuk van opium was dien avond op de trap waar le nemen. Het was het eenige redmiddel voor brommerigheid: maar haar nart was pijn lijk aangedaan voor haar vader, haai-zelf en 't meest voor haar broertje. E-.i zon haar eenige raadsman ontnomen worden? HOOFDSTUK XIII De verloren erlgenattm Het was de dag der Derby wedrennen; maar voor mijnheer Egremont was de tijd van wedrenne-n voorbij en hij nam zijn dochter alleen mee om de tri», waaraan hij behoefte had, te gaan uitzoeken. Tnuis komende begaf Nuttie zich naar de kinder kamer, maar haar broertje kwam haar niet tegemoet op de trap en de kindermeid was zeer misnoegd over haar helpster. „Ik stuurde hem met Ellen uit om te Springfield, waar hem niets kwaads kan overkomen, in den tuin te spelen en zijn scheepje te laten varen" zei de kindermc-id; „ik deed 't omdat mijn voet zoo pijnl'jk is dat ik de lengte van een straat -niet kan loopen en wat doet me het menie, zij laat toe, dat die Gregorio hem meeneemt en zonder haar en ik weet niet waarheen..." „Ik verzeker u, juffrouw", zei het metef© schreiend, „ik zou het nooit gedaan heb ben, maar mijnheer Gregorio zei dat het de wensch zjjn papa %vaa»# „Wat?" zei "-ittie. „Dat hij nn-di iVcer hü mijnheer Dutton zou gaan spelen", zei Ellen. „Ik zei, dat zij haar bevelen van mij had af te wachten en van niema-id anuers", antwoordde de kindermeid, „rehalve, na tuurlijk van 11, juffrouw Egremont. die ec het recht toe heeft." „Dat is zoo; ge had dat aan mijnheer Gregorio moeten zeggen, EIIck." „Dat heb ik gedaan, juffrouw, maar hij zei, dat mijnheer Egremont zelf het htm bevolen had; en hij zei" bracht het me sje al schreiende uit, niet in staat weerst .-.id to bieden aan het genoegen om iets onaan genaams te herhalen, „dat mijnheer F.-.re- mont geen boodschaploopers wilde hebreu tusschen u en een gemeencn koopman, die parapluies maakte en zien hier wi.do indringen." „Nu is het genoeg, Ellen; ik wil geen onbescheidenheden liooren. Misschien nebt ge zijn vreemd accent -.liet goed versbuui. Heeft hij gezegd waar hij heen ging?" „Ik geloof dat hij zei, dat hij hom mee zou nemen naar de Serpentine om zijn schip te laten varen", zei Ellen, geneigd om iets aan te brengen tot slaving van le juistheid van haar verhaal, maar de k'n- denneid beval haar de kamer te verlaten en ging als een dienstbode, die het w.ilc vertrouwen geniet, voort: „Het meisie was niet eeroepen om het. over te Drongen. niaHr het lijdt geen twijfel dat hij lete denmiijks gezegd heeft. Geen van ons allen of hij weet, dat hij een dnodelijken baat te-jA-i miinheer Dutton hoMt. omdat hij zijn ^e-t beeft gedaan om uw nana over te halen om te eann slapen zonder dien akeligcn opiumrook." (Wordt vervolgd);

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 3