Rijksbegrooting voor 1935
Nuttie's Vader
VRIJDAG 9 NOVEMBER 1934
TWEEDE KAMER
Bierema, Schouten en Aalberse
aan het woord
Steun en opbouwende
critiek
Clearingwet z.h.s. aanvaard
Overzicht
De nieuwe Clearingwet is door de Kamer
met al'Remeene stemmen aanvaard. Dit werk
was spoedig verricht en toen woer voort
gegaan met het algem°e debat over de
Rijksbegrooting.
De revolutionair Sneevliet vond dat Coiijn
weg moest Wat er dan gebeuren zal, was
een vraag waarmee hij zich het hoofd niet
brak. Ten onrechte. Want het kon wel eens
zijn, dat degenen, die zouden meonen het
dan ter *- krijgen, juist een tegenoverge
stelde ervaring zouden >en
Radicalisme al den revolutionair-socialist
ibezielde, was den volgenden sprekers echter
volkome" vreemd. De heeren Bierema,
Schouten en A-l^erse zijn daar ook veel te
verstandig voor. Bovendien schuwen ze de
demagogie. die anderen b.v. de heer v.
Houten voor hun politieke nering noodig
hebben. Zulk bedrijf is door den heer Aal-
beree op den laten middag zeer terecht als
een „gruwe k sociaal misdrijf" gebrand
merkt
Toch kwam in de rede van den liberalen
woordvoerder een zeker radicalisme tot
uiting. Zooals te verwachten was verklaarde
hij zich voor de natuurlijke aanpassing,
maar tevens sorak hij het vonnis uit over
de bestaande steunmaatregelen, ook waar
deze den landbouw op de been moeten hou
den. Zij moeten zoo spoedig mogelijk ver
dwijnen. In beginsel L> daar niets tegen,
maar over het tempo zal toch nog wel na
der gesproken moeten worden. We zouden
tea minste wel eens willen weten wat de
liberaal Louwes van een inderdaad spoedi
ge liquidatie zou zeggen. Deze heete pap
koelt nog wel wat af eer we aan het eten
toe zijn. A
Dat we geleidelijk van de crisissteunmaat-
regelen af moeten is allerminst een uitvin
ding van den heer Bierema. Ook wi]
schreven reeds 1ing en bij herhaling in dien
geest en de Regeering is ook bezig in die
richting te an en zal in dezelfde richting,
wellicht met versneld tempo, moeten blijven
gaan met het oog op wat men tegenwoordig
noemt „de aanpassing", van welke aanpas
sing ook de heer Bierema een voor
stander is. j
In het algemeen plaatste hij zich verder
achter de Regeering met aanbieding van
enkele wensohen, wellke den laatsten tijd in
den liberalen kring zijn wakker geworden.
De herclassificatie, waartoe de Regeering
zeker voornemen heeft kenbaar gemaakt,
vond ook bij Dr. Bierema bestrijding en na
hem verzetten ook de heeren Schouten en
Aalberse er zich tegen. Niemand neemt het
in de Kamer voor deze onbillijke voorne
mens op en we zullen ons geenszins ver
wonderen nog deze week te vernemen, dat
de classificatie blijft zooals zij is. Deze on
rust is dan weer van de baan. De Regee
ring zal goed doen om met grooter middelen
ihaar groote taak te vervullen.
De heer Schouten legde er den nadruk op,
dat we in de laatste vijf jaren op onze
staatshuishouding niet minder dan 500
lioen gulden zijn ingeteerd. Zoo duur heb
ben we geleefd en zoo weinig heeft de be
zuiniging nog opgebracht. Ook deze begroo
ting sluit niet echt, zoodat het de hoogste
tijd is, dat effectieve bezuinigi-gsmaatrege-
len tot stand komen. De minister van On
derwijs kreeg het ve imaaii te hooren nu ook
eens ernst te gaan maken me' zijn taak en
te zorgen dat beloofde besparingen ook in
derdaad tot stand komen. Dat is beter dan
veel praten.
Met genooven vernamen we de opmerking,
dat de heer Albarda met zijn rede het vol
slagen demagogisch karakter van de agitatie
der soc.-dem. in de laatste maanden bewezen
had. Die rede was in geen enkel opzicht de
weerklank van wat er door hen in pers,
vergadering en pamflet tegen de Regeering
is aangevoerd.
Met de Regeering was de heer Schouten
het eens, dat d.. belastingdruk niet meer ver
zwaard kan worden, zoodat. we op andere
wijze tot gezonde verhoudingen zullen moe
ten zien te komen. We moeten veel eenvou
diger gaan leven in onze staatshuishouding.
De arbeid van de gehuwde vrouw zal zoo
veel mogelijk moeten worden tegengegaan
ten einde mannelijke werkkrachten emplooi
te kunnen geven. Waar het beroep geen
vrouwen eischt, behooren mannen te komen.
Deze gedachte zal in breeden kring weer
klank vinden en het is te hopen, dat de
Regeering wat krachtiger dan tot nu toe in
die richting werkzaam zal 'len zijn. De
heer Aalberse besprak dit onderwerp in ge
lijken geest
Ten aanzien van de steunnormen had de
heer Sohouten enkele wenschen. Nieuwe wij
ziging er in aan brengen was niet wel mo
gelijk: we mogen blij zijn als we financieel
in staat zullen blijven ze te laten zooals ze
zijn. Wel echter io aanvulling gewenschf om
hardheden weg te nemen. Zoo behoort b.v.
het verstrekken van particulieren steun uni
form te worden geregeld. Bepaalde uitkee-
ringen moeten geoorloofd zijn zonder het
steunbedrag ongunstig te beinvloeden. Deze
wensch 6luit aan bij wat we indertijd schre
ven toen de Twentsche kwestie aan de orde
was.
Met het standpunt der Regeering ten op
zichte van den landbouwsteun was de heer
Schouten het eens. Ten aanzien van de vas
te lasten wees hii er op, dat er in verschil
lende opzichten nog een taak voor de Re
geering is. B.v. ten aanzien van de huran.
Tegen niet noodzakelijke devaluatie werd
krachtig stelling genomen. Gewaarschuwd
werd voorts tegen het coquetteeren met vage
ordeningsdenkbeelden. De anti-rev. willen te
dezer zake weum waar we heen gaan. Ten
slotte werd aan degenen, die gevraagd had
den om wettelijke maatregelen als het bij
zonder onderwijs nagenoeg naai hun mee
ning jiiet vo.doende aan de concentratie
van scholen zou villen meewerken, te ver
staan gegeven dat het gebruik van wette lij
ken dwang in deze zaak onvermijdelijk den
schoolstrijd zou doen irleven. De vrijzin
nige heeren maken over deze kwestie aller
lei valsche vergelijkingen en toonen hun
onkunde met de ongestaafde bewering als
zou het bijzonder onderwijs nagenoeg niet in
de bezuiniging meedragen. Niets is minder
waar. Tal van maatregelen werken reeds
automatisch door voor het bijz. onderwijs,
zoodat op meer dan een plaats de financieele
omstandigheden der scholen zorg gaan
baren.
Met belangstelling luisterde de Kamer
naar wat de heer Schouten te zeggen had en
zij deed dat ook, toen na hem de heer Aal
berse het spreekgestoelte betrad. Rustig en
kalm las deze zijn rede voor en zorgde dat
groote emoties achterwege bleven. Geen on
vriendelijk woord werd tot het kabinet ge
richt, al werden begrijpelijk wel enkele
wenschen geuit. We vermoeden, dat de soc.-
dem. eenige teleurstelling bij zich hebben
voelen opkomen.
De heer Aalberse vertelaarde geen politieke
avonturen te willen, wees belastingverhoo-
ging af, drong aan op niet eenzijdige ver
laging van het levenspeil, welke verlaging
in consekwentie hij beter achtte dan deva
luatie.
Nadrukkelijk werd cr op gewezen, dat het
levensniveau van vroeger niet terugkeert,
zoodat we met de structureele omvorming
van ons bedrijfsleven ernst moeten maken.
Tusschen zichzelf en den heer Coiijn zag de
heer Aalberse in dit opzicht eigenlijk niet
meer dan een verschil in tempo. Dat komt,
interrumpeerde Dr. Coiijn, omdat ik aan de
regeeringstafel zit en gij niet.
Ten aanzien van de steunregeling had ook
de heer Aalberse eenige wenschen. Dat de
nol-men zouden kunnen worden verhoogd,
zelfs al zouden we belasting-verhooging wa
gen, geloofde hij niet. Gingen we die rich
ting uit. dan zouden we te spoediger aan het
eind van ons financieel Latijn zijn. Maar
wel zijn verbeteringen mogelijk. Genoemd
werden: lager huren, goedkoope brandstof
fen en levensmiddelen, kleeding- en deksel
verstrekking, den spaarzin niet onnoodig
treffen, ruimer regeling voor de groote ge
zinnen en geen straf op het verleenen van
steun door particulieren.
Met belangstelling wordt te dezen aan
zien het antwoord der Regeering afgewacht
Daarvan zal de houding der R.-K. fractie ten
opzichte van het kabinet afhangen.
We kunnen ons moeilijk voorstellen dat
hier conflicten zouden kunnen ontstaan. Er
is inderdaad in de steunregeling wel iets te
verbeteren, waardoor onnoodige hardheid
wordt weggenomen. Het kabinet zal onge
twijfeld bereid zijn te doen wat maar in
zijn vermogen is om het lot der werkloozen
in den a.s. winter zooveel mogelijk te ver
zachten. Als dan hei redelijk mogelijke ge
daan wordt zullen redelijke volksvertegen
woordigers daar genoegen mee willen nemen.
Heden komen we aan het antwoord der
Regeering toe.
Verslag
Na de opening der vergadering werd do
nieuwe
r Clearingwet
in de orde gesteld.
De heer SCHILTHUIS (v.d.) betreurde, dat
de Regeering zulke ingrijpende bevoegdheden
noodls heeft, maar ze zijn noodzakelijk en de
Regeering zal er met voorzichtigheid gebruik
Do heer ALBARDA (e.d verwonderde zich,
afwijken
lands. Dat artikel is nu teruggenomen, maar
Regeering had niet eens op dit belangriJko
richting
De heer WIJNKOOP (comm was van mee-
aangen** <3eiReseerins reeds gewoon is de be
palingen van 'de Grondwet en andere wetten
des lands te gebruiken op de wijze als haar
Met de methode van zaken doen met Duitsch-
trljdlustlgheld noodig had: zulks i
Air GOBBLING (r.k.) wees er op, dat het
erzet tegen de Grondwetsaantastlng algemeon
werd, dat de Regeering
reen jg 1
KEMA (lib.) au in
Minister STEENBERGHE dankte, dat de Ka.
mer met het oog op 's lands belang zich als
de Regeering stelt.
Jen gelet, dat de Clearingreke-
gc-lijk in evenwicht wordt ge-
Er zal o;
ning zoovf
houden. Dj
Voor de
ureau get
-oordlger
m. Positieve verplloh-
ïnischo vorilchtlng is
ituaantasting; hU is eenvoudig gewe-
r de bezwaren, ook om de-bat er over
j ontgaan. De Regeering denkt niet
sauntuating bij alg. maatregel,
erstrekken van etatistlsche cijfer® zal
overwogen.
De heer SNEEVLIET (r.a.p.) begon met een
pleidooi voor amnestie voor de muiters van do
„Zeven Provinciën". Er moet oen grof onrecht
worden hersteld, nu het tejeort tuin beleid in de
Het tegenstemmen van Nederland was een
goedkoop gebaar.
Aangedrongen werd mede op een onderzoek
naar den omvang der particuliere wapen-
sche ondergrond toegekend, al is
werd economl-
rilde, dat Mussert, die
de Kamer
is in alle opzich-
Het beleid v
en onvoldoende, ondanks de reclame
n de landdagen van den Landstorm,
jjdelheid" zUn. In het
1 der Regeering zUn bonaparUstische trek
vaar te nemen. Gewaarschuwd werd tegen
:e diep neerdrukken van het levenspeil.
potverteren dan verteren van mensche-
kwestle kan in de crisis geen
ijn door de uitbarsting
Als niet bulten het parlement onder alle i
de krochten worden gevonden om t
HET LIBERALE GELUID
De heer BIEREMA (lib.) besprak de voor
Nederland zeer ongunstig geworden interna
tionale conjunctuur op economisch gebied. Dat
brengt mee
aanpassing In snel tempo
Onze productiekosten moeten In overeenstem
ming worden gebracht met die van het bui
tenland. De steunmaatregelen, die noodig waren
geven echter aan het bedrijf een eenlgszlns
kunstmatig karakter. Dat kan zoo niet blijven.
de steun aan landbouw en Industrie
kan op den daar niet worden ge
handhaafd.
De toestand van de nijverheid is zorgelijk.
Steun moet echter gegeven worden in zoodanl-
dat aanpassing aan lager niveau
ngen werd op steun voor HollandAmerika
llberaal-indivl-
Onze maatschappij kent allerlei
samenwerking; ze is niet zoo lil
dualistisch als sommigen voorgeven. Maai
«ta&tsdwangsteisel moeten de liberalen toch
ook verwerpen.
Tegen stichting i
deel uit eigen kopt
een tekort van 100 mlllloen
Elke verzwaring van belastingdruk behoort
achterwege te blijven. Maar betwijfeld werd of
dit wel mogelijk zal ztJn. De voornemens der
Regeering wijzen er op. dat de druk der belas
tingen wel degelijk zal wordon verzwaard. Ge
wezen werd op de stichting van het Werkloos
heidsfonds.
Betreurd werd. dat de regeling ter voorko-
bezuiniging op onderwijs
in land
cht de
ulnige:
r Indlë zullen
j moeten L
mogelijk blijkt.
•odige
fn üenève tegen Rusland "werd be
ring rm aan te passen. Tegen het voornemen
herclassiücatie
werd ernetlg bezwaar gemaakt. Vele bezwaren
ir tegen zijn Juist. Het advies aan de Regee-
ing op dit punt luidt: niet zoo!
Dat de Regeering de aanpassing bevordert
hij de lagere bestuursorganen was noodig.
Ook behoorde het to't de natuurlijke taak der
dfiarmee ln aanraking
De Regeering late haar afwachtende
'pe aanpassingsmaatregelen zal de Re-
w moeten nemen. De vaste lasten moeten
omlaag. Met het op elkaar stapelen van maat
regelen op economisch gebied kunnen we niet
door blijven gaan, maar de crisismaatregelen
sullen geleidelijk moeten worden opgeheven.
DE HEER SCHOUTEN SPREEKT
De heer 8CHOUTEN (a.r.) kon met de finan
cieele politiek der Regeering in het algemeen
accooid gaan, mits spoedig het groote bezui-
nlglngsontwerp Inkomt en op korten termijn
effect verkrijgt.
Het berekende ingeteerde bedrag over de
- te jaae; jj6t bjgft
Jaren 19301933
Daar komt voor 1934 dan nog een bedrag van
30 mlllloen bU.
De begrooting voor 1935 ziet er niet mooi
uit. Allerlei laRten zt)n verschoven, zoodat de
intering nog verder door zal gaan.
We staan voor een hoogst ernstig verschijn
sel; daarom heeft effectieve bezuiniging zoo'n
credit t[aa8t 0TJa ondermUning van het staats-
Het is Jammer, dat het aangekondigde be
zuinigingsplan er nog niet is; langer uitstel is
het rijles- en volksbelang
jntefinancie
- - OD de in
gestelde bezuinigingen echter niet Verschil
lende begrotingshoofdstukken geven aan dien
twijfel grond. Justitie en Onderwijs spreken op
Bij| 1jfinstlge tU-
zUn. Men schijnt zich den
den verklaarbaL.
uiterst moeilijken flnancleelen toestand
thans in onvoldoende mate te hebben gereali
seerd bij het ontwerpen van allerlei maatrege
len. Toegezegde bezuinigingen op onderwijs
hebben te weinig opgeleverd, 's Ministers mede
deelingen ter zake kloppen niet op clkaur. Het
Is te nopen. dat. nu hij na de laatste ronde in
den spellingstrijd meer tijd vrU krilgt, zUn
mededeelingen aan de Kamer in waarde zul
len winnen. (Gelach).
De financieele plannen der soc.-dem. werden
afgekeurd. De heer Schouten kon zich aanslui
ten bij de schitterende rede van den heer De
Geer over potverteren. De soc.-dem. wijzen het
bezuinigingsplan der Regeering bU voorbaat af.
iet gezegd,
het staat
Over 1931—1934
aandrang tot nleu-
het tekort zeker 200 millioen hooger
geweest. Met
•ophe hebben be-
z|jn. Toch zetten de soc.-dem. t
voort. Waarom? Omdut ze toch nlel
antwiordelükheld geroepen
houding bewijst t
den belasting-
Met het niet verzw
druk is de heer Schouten het eens. Zoo iets
ware een onmogelijkheid. Zoowei de directe als
indirecte belastingen zijn hoog. Men moet van
deze feiten de oonsekwentle aanvaarden, als
men de successiebelasting wil verhoogen.
Nieuwe uitgaven behooren te worden nage
laten. nu we voor de vraag staan: wat zullen
we hebben prtfs te geven?
De gehuwde vrouw-niet kostwinster
De gehuwde vrouw-niet kostwinster In over
heidsdienst moet door mannelijke werkkrach
ten vervangen worden. Het Ambtenarenregle
ment moet daartoe worden gewijzigd. Deze
maatregel behoort
lagere overheids
organen door te
Ook moet de ar
beid van de ge
huwde vrouw in fa
brieken en werk
plaatsen ln het al-
nlet-vrouweltJke
beroepen door man
nelijke krachten be
Op de nieuwe
werkloozen kan
len teruggekomen.
Het ls niet verant
woord voor leder
die beseft welke
geweldige Inspan
ning het finai
J. SCHOUTEN
van den staatsdienst In de
kosten.
werd een regeling voor het v
n particulieren steun aan wei
moet op dit punt meer eenh<_._
i moet gewaakt tegen dub-
De gedragslijn met betrekking tot don
landbouwsteun
had de instemming van den heer Schouten. In
genomen was hij met de beslissing, dat nlel
alle melk meer gesteund zal worden. De st?ur
aan de veehouderij zal daardoor meer effectiei
kannen worden. Wat de aardappelen betreft
zou de heer Schouten liever een andere beslis
sing gezien hebben. Kan de Regeering duide
lijk maken, dat het zoo moest, dan wil hij
er zich bU neerleggen.
Dat de aanpassingspolitiek de arbeiders ex
tra zou belasten en „bezitters" zou ontzien, is
een bewering, die kant noch wal raakt. Dat
bewijzen de cijfers van belastingen, inkomens
en vermogens.
Velen onderschelden niet, wat taak der over
heid is, of kan zijn en wat niet
BJj de salarissen was het plicht der Regee
loonon ln de vrUe i
islng
De vaste lasten
schulden en dergelijk
ite zijn thans niet in beteekenendc
aag te brengen. Daarom moeten de
ven zooveel mogelijk omlaag: dan
om ook de voste laster
ien van de tweede groej
Regeering geen maat
edletverleening.
Het rentepeil der publieke schuld ligt thans
:eds in menig opzicht lager dan ln de Jaren
1910—1914. Van wat de Regeering in dit op
zicht heeft gedaan, hebben ook de gemeentc-
'•ïsturen ln belangrijke mate geprofiteerd.
Dit proces moet ook doorwerken voor hypo
theken en moet niet worden beïnvloed door
.tregelen, die tot catastrophale gevolgen
:ake de
aak. die
Aanbouw van goedkoope
-olie vervuld ia
ivorderd in het belang van voortga
huurverlaging. Het „huiaenkapltaal" zit
- .cilijkheden; het draagt zijn deel bij
Op dit gebied doen
do gemeentebeat
doen bevorder
deze dingen ro
ig in den weg. oir
de lagere organ<
erecht moet in geen geval e
tegen devaluatie,
Prof. Mr P. J. AALDKUSE
i parallel te loopen met de aangegeven groo*
prijzen, willekeur is er
erantwoord is. indien zij niet noodzakelijk
Wat de economische politiek en do
ordeningsdenkbeelden
betreft, wees de heer Schoul
die denkbeelden. Men weet
t. De grondgedachten 1
dagelijks bezig die
Wat geschiedt met betrekking tot de gezag-s-
handhavlng. heeft de Instemming der antl-rev.
ön tegen-
bezuiniging bij bet bijz. onderwijs
ligt anders dan bij het openbaar onderwijs.
Maar alle niet noodzakelijke splitsing moet
worden tegengegaan. Concentratie waar moge-
Hik. dient te geschieden. Wettelijke dwang ls
hier echter uit den booze en zou de antl-rev.
In verzet brengen tegen het Kabinet. Zulk eon
maatregel zou beteekenen heropening van den
WAT DE R.K. WENSCHEN
De heer AALBERSE (r.k.) besprak allereerst
de aanpassingspolitiek, maar twee opmerkin
gen gingen vooraf.
H(j hoopte, dat het ten aanzien van de clas
sificatie bU een voorloopig voornemen zou
blliven.
Grondwetsherziening wees de heer Aalberse
niet af. Maar het rapport-Kooien kan de Re
geering beter laten liggen om maatregelen te
krtjgen tegen rev. volksvertegenwoordigers.
Als de Regeering ln deze materie Ingrijpen wil
moet ze het streng en afdoende doen. Dat ls
door Grondwetsherziening mogelijk.
De ministers, die wel wat minder zouden
kunnen redevoeren, zijn geen toovenaars. hoe
bekwaam ze ook zijn. De R.K. fractie wenscht
geen politieke avonturen.
De aanpassingspolitiek financieele zUde
besprekende, zelde de heer Aalberse, dat de
financieele toestand ln de e.v. Jaren nog slech
ter zal worden. Aan belastlngverhooglng over
de geheeie lijn valt niet meer te denken. Z|j
zou ook niet veel meer opbrengen door allerlei
;rkloosheld vergroo-
geen booger belastingen
blasting verhooging het financieel evenwicht
hebben. Deze
aanpassingspolitiek
ls tot heden vrij eenzijdig geweest; vermin
dering van salarissen en steunverleenlng. Dat
werkt ongelijkmatig. Terecht wordt gevraagd
om verlaging van vaste lasten. Anders zal men
doel niet kunnen bereiken, maar wel den
den heer De Geer^ die boven aantasting va;
hypotheekwezen devaluatie zou verkiezen, -
ruimer zin, ln Internationaal opzicht.
omdat we grootendeels Internationaal waren
Ingesteld. We zullen daarom sterk moeten aan
passen; het verleden keert niet terug. We zul
len de totaal gewijzigde structuur der wereld
economie moeten aanvaarden. Ook onze eigen
welvaartsbronnen zullen structureel gewijzigd
moeten worden.
Andere verhoudingen
zullen moeten ontstaan tusschen handel en In
dustrie. Noodig is ordening van ons economisch
het bedrijfsleven; de Regeering heeft hierbij de
taak vun leiding, stimuleeren en contröle. Vol-
,nd« Productie, zoo rechtvaardig mogelük
verdeeld. 13 het ideaal, dat ons heeft te leiden.
De regeeringsopvattingen op dit punt schjj-
rrijwel hetzelfde.
De heer AALBERSE ging daarna tot bespre
king van
de werkloosheid
over. Door de Regeering Is veel gedaan ter
bestrijding er \an en ter leniging van de ge-
,n die ramp.
'verruiming 1
Dicieele, zulks
om redenen van menschelijkheid en omdat
meer werk meer financiën brengt.
Dat van het 60 millioen credlet niet ruimer
gebruik, gemaakt was, werd betreurd. Llevei
grootst mogelfiken
beteekent flnan-
psychologisch heeft het be-
„vieze demagogie"
1 den heer Schouten.
schikking te worden gesteld. Overheidssteun is
noodig voor brandstof, de verstrekking van
kleeding en deksel. Op dit punt werd een gun
stig antwoord verwacht
Het door spaarzin verworven bezit behoort
binnen bepaalde grenzen door de steunregeling
niet te worden aangetast De maximum-steun
Voor de groote gezinnen moet hooger worden
en kunnen stijgen tot 90 pet ook ln de groo-
trkloozen wijs te maken, dat ze het wel
beter zouden hebben, als de Regeering maar
wilde. Dat 1%
©en gruwelijk sociaal misdrijf.
Het lngrilpen ln de
-- van lagers
bestuursorganen moet niet voeren tot bureau
cratische centralisatie, die in Frankrijk tot
zoo helllooze gevolgen heeft geleid.
In sommige opzichten gaat de Regeering mis
schien iets te ver. Bij Binnenlandsche Zaken
wordt daarop teruggekomen.
Van l^ct antwoord der Regeering zal de ver
dere houding der R. K. fractie tegenover het
Kabinet afhnngen. Wat gevraagd is, ls ge
vraagd in de overtuiging dat het geschieden
moet in hot waarachtige belang van ons volk.
Waterverontreiniging door
fabrieken
Er moei eeu einde aan komen
Naar aanleiding van schriftelijke vragen
deelt de Min. van Sociale Zaken mede, dat
de Vecht, de Dedemsvaart en het Zwart9
Water elk jaar weer verontreinigd worden
door het afvalwater van de aardappelmeel
fabrieken te Nieuw Amsterdam. Coevorden
en de Krim.
Daar de gemeentebesturen hier moeten
optreden is de aandacht van hen en van
de Gedep. Staten van Drenthe en Over
ijssel op deze aangelegenheid opnieuw ge-
vstigd.
De Minister is van oordeel,, dat aan do
vorenbedoelde telkenjare tcrugkeerende
waterverontreiniging een einde behoort te
worden gemaakt, eventueel door het stel
len van nadere voorwaarden in zake de
zuivering en den afvoer van het afvalwater
der betrokken aardappelmeelfabrieken. Hij
heeft de commissie in zake waterverontrei
niging uitgenodigd te dezer zake spoedig
van advies te willen dienen, en zal gaarne
zooveel mogelijk bevorderen, dat de betrok
ken gemeentebesturen het hunne doen om
tot een bevredigende toestand te geraken.
FEUILLETON
UIT HET ENGELSCH
VAN CHARLOTTE M. YONGE
(74
Uit louter verbazing deed hij zijn best
om op te houden, maar hij kon het snik
ken niet opeens bedwingen. Nuttie wilde
met hem meegaan om hem met wat dieper
medegevoel te troosten dan van de meiden
te venvachten was, maar haar vader riep
haar op scherpen toon terug. Hij had haar
zelf noodig en het was waarlijk niet twij
leiachtig wie van beiden het meest budo
,ven kivid was. Hij mocht Alwyn vergoden,
maar niet als het streed met zijn eigen
comfort Daar hij uit de brillen geen keus
kon doep, stelde Nuttie voor om hem naar
Ludgate Hill te rijden om zelf uit te ki won
maar hij wilde er niet van hooren om zich
in de hitte der City te wagen en bromde
dat ze zoo iets ko.i denken.
Inplaats daarvan gingen zij zonder be
paald doel in het park rijden en werd
Nuttie bijna gebakken, zoolang moest het
rijtuig stilstaan, omdat haar vi<der een
lang gesprek over de vooruitzichtea der
Derby wedrennen had met een zijner rr.inst
aangennime kennissen, die aavi den scha
duwkant. van het rijtuig over het portier
stond te leunen, zonder dat iomiand er
acht op sloeg hoe weinig zij door haar
kleine parasol tegen de zon beschermd
Zij kwam doodmoe thuis en was dank
baar dat haar vader naar zijn eigen kamer
ging uitrusten. Zij ging naar boven naar de
kinderkamer, met het plan daar met Alwyn
thee te drinken en hem te troosten, maar
zij vond er do kindermeid alleen. Deze
had pi,jn aan haar voet en was bang om
op de heete straatsteenen te loopen, daar
om had zij jongeheer Alwyn uitgestuurd
met haar helpster, eon buitenmeisje, om
in den tuin van mijnheer Duttpn te spelen
tot het koel genoeg 7.' u zijn 6m wat met
hem te gaan koopen; en nu was er eon
boodschap gekomen dat hij daar thee zou
drinken en dat mijnheer Dutton met hem
zou gaan wandelen.
Zijn zuster benijdde hem do schaduw
onder de boomen en had juist haar bes
gedaan om de achterkamer wat koel te
maken en wat er met een bock gaan zit
ten uitrusten, toen mijnheer Fano wei"!
aangediend. Hij zat zeer gen Degelijk te
praten en bleef zitten en zitten, zeker om
ten eten gevraagd te worden, maar zij wa®
even vast besloten om dit niet te doen. Zij
had voor vandaag genoeg gehoord van
wedrennen, meende zij: en ten laatste nam
hij afscheid, slechts even voor zij zich voor
het diner moest gaan kleedeit.
„Ik dacht dat Fane hier was" zei miin-
hoer F.gremont toen hii binnenkwam, zeker
ingelicht door Gregorio.
„Hij is er geweest, maar hij is weg."
„Gij hebt hem dus niet gevraagd te blij
ven dineeren?"
„Ik wist niet dat u het wenschte."
„Gij had wel kunnen weten cat ik licm
gaarne gezien had. Ik geloof dat gij uw
eigen aanminnig ik vo.doend gezelaihap
vindt voor iederen man!"
.Het spijt me
„Dat het spijt me" kan ik niet langei
hooren: Ik geloof dat gij niets zoo prettig
vindt als ten mijner vrienden ongracieus
te behandelt n".
Nuttie ha J geleera bij zulke gelegen
heden te zwijgen.
liet diner was bijna afgeloopen en haar
veder had weer gebromd, dat hij niemand
had om kaart met hem te spelen, toe-a <e
deur een eindje openging en Alwyu's
mooi blozend gezichtje naar binnenkeek.
Hij kwam wel wat later dan gewoi-nlijk
goeden nacht zeggen en liep met een
bouquetje gele Japansche roren en vergeet-
mij-nietjes naar zijn zuster toe: „Maneer
Button" zoo noemde^ Alwyn hem
„stuurt u dit. Hij zei, dat gij liet wel mooi
zoudt vinden, omdat het van een plant is
die hij mee heeft gebracht uit Mittlewait
En o, kijk eens, kijk eens!"
Hij drukte een scheepje tegen zich aan
dat hij verheugd liet zien, terwijl het "oor
hoofd van zijn vader betrok bij zijn vor
haal. .Hebt ge dit gekocht?" vroeg zijn
zuster.
„Ja, mijnheer Button is met me meege
gaan en we hebben het laten zeilen. We
hertxben 't bij de fontein ln dan tuin van
mijnheer Button laten varen. En we heb
ben een storm gemaakt!"
Hij danste rond van blijdschan en mi'in-
heer Egremont maakte de opmerking: „F.on
duur ding voor tien shillingen. Heeft het
zooveel gekost, Wyn?"
„Ze hebben me een groote zilveren hi?ve
kroon teruggegeven en die heb ik aan een
jongetje gegeven dat mijnheer Button
kwam spreken en de toonen door zijn laar
zen had en hij was zoo blij"
„Uw geld is niet voor bedelaars. Wyn."
„Het jongetje was geen bedelaar, napa.
Hij kwam met een krant bij mijnheer But
ton en hij is zoo goed voor zijn arme zieke
moeder" zei Alwyn. ..Zie eens, zie eens,
zus!" en hij draaide de-n voorsteven van
het scheepje naar haar toe om haar een
woord te laten zien dat er met potlooa op
stond en dat hij wilde dat zij spellen zou.
Het was Ursula.
„O Wynnie!" zei zij, als vond zij het heel
prettig, „heeft mijnheer Dutton dat ge
daan?"
„Hij heeft mijn hand vastgehouden en ik
heb het gedaan!" riep Alwyvi zegevierend
„en hij zal het Zaterdag schilderen. )an
kan het den geheelen Zondag drogen en
dan kan het er niet weer af, zoo zal het
voor eejnvig en altijd Ursula ztjn.
Nu kwam de kindermeid den kleinen
iongen halen; en toen er goeden nacht ge
zegd was en het gebrom weer bpgon, leed
Nuttie aan de hand dat mijnheer DuUon,
als hij tehuis was, misschien zou konijn
om mee te spelen, maar ail kreeg uee'.i
goed bescheid. „Ik zal u eens wat ze-pn-o
Ursula. Ik wil dien parapluic-man niet
aanmoedigen om hier aan huis te komen,
en als dat kind voor tusqrhenpersnon
moet spelen, zal ik er een eind aan maken.''
Deze woorden werden gesproken juist
toen Gregorio de kanier binnen was ge
komen met een zakdoek van zijn meester.
Nuttie, die verschrikkelijk bloosde over Je
beleediging, ontmoette zijn zegevierende
oogen, beet zich op de lippen en verwaar-i
digde zich niet een woord te antwoorden.
Een onbepaalde, zeer flauwe reuk van
opium was dien avond op de trap waar le
nemen. Het was het eenige redmiddel voor
brommerigheid: maar haar nart was pijn
lijk aangedaan voor haar vader, haai-zelf
en 't meest voor haar broertje. E-.i zon
haar eenige raadsman ontnomen worden?
HOOFDSTUK XIII
De verloren erlgenattm
Het was de dag der Derby wedrennen;
maar voor mijnheer Egremont was de tijd
van wedrenne-n voorbij en hij nam zijn
dochter alleen mee om de tri», waaraan hij
behoefte had, te gaan uitzoeken. Tnuis
komende begaf Nuttie zich naar de kinder
kamer, maar haar broertje kwam haar
niet tegemoet op de trap en de kindermeid
was zeer misnoegd over haar helpster.
„Ik stuurde hem met Ellen uit om te
Springfield, waar hem niets kwaads kan
overkomen, in den tuin te spelen en zijn
scheepje te laten varen" zei de kindermc-id;
„ik deed 't omdat mijn voet zoo pijnl'jk is
dat ik de lengte van een straat -niet kan
loopen en wat doet me het menie, zij laat
toe, dat die Gregorio hem meeneemt en
zonder haar en ik weet niet waarheen..."
„Ik verzeker u, juffrouw", zei het metef©
schreiend, „ik zou het nooit gedaan heb
ben, maar mijnheer Gregorio zei dat het
de wensch zjjn papa %vaa»#
„Wat?" zei "-ittie.
„Dat hij nn-di iVcer hü mijnheer Dutton
zou gaan spelen", zei Ellen.
„Ik zei, dat zij haar bevelen van mij had
af te wachten en van niema-id anuers",
antwoordde de kindermeid, „rehalve, na
tuurlijk van 11, juffrouw Egremont. die ec
het recht toe heeft."
„Dat is zoo; ge had dat aan mijnheer
Gregorio moeten zeggen, EIIck."
„Dat heb ik gedaan, juffrouw, maar hij
zei, dat mijnheer Egremont zelf het htm
bevolen had; en hij zei" bracht het me sje
al schreiende uit, niet in staat weerst .-.id
to bieden aan het genoegen om iets onaan
genaams te herhalen, „dat mijnheer F.-.re-
mont geen boodschaploopers wilde hebreu
tusschen u en een gemeencn koopman,
die parapluies maakte en zien hier wi.do
indringen."
„Nu is het genoeg, Ellen; ik wil geen
onbescheidenheden liooren. Misschien nebt
ge zijn vreemd accent -.liet goed versbuui.
Heeft hij gezegd waar hij heen ging?"
„Ik geloof dat hij zei, dat hij hom mee
zou nemen naar de Serpentine om zijn
schip te laten varen", zei Ellen, geneigd
om iets aan te brengen tot slaving van le
juistheid van haar verhaal, maar de k'n-
denneid beval haar de kamer te verlaten
en ging als een dienstbode, die het w.ilc
vertrouwen geniet, voort: „Het meisie was
niet eeroepen om het. over te Drongen. niaHr
het lijdt geen twijfel dat hij lete denmiijks
gezegd heeft. Geen van ons allen of hij
weet, dat hij een dnodelijken baat te-jA-i
miinheer Dutton hoMt. omdat hij zijn ^e-t
beeft gedaan om uw nana over te halen
om te eann slapen zonder dien akeligcn
opiumrook."
(Wordt vervolgd);