sgs~ $limwt Crihsdjr (fournnl AVflNfi BINNENLAND. SCHOENEN CHEMISCH REINIGEN VERVEN PALTHE - ALMELO Per week0.18 Voor het Buitenland bij wekelijksche Bij dagelijksche zending5.50 Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden 3n Omstreken Alles bij vooruitbetaling Losst nummers 5 ct. met zondagsblad 71/. ct Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar N°. 5320 DONDERDAG 8 NOVEMBER 1934 15e Jaargang iHöbtrttntiepripcn: Van I tot 5 regels 1.17'/» Elke regel meer0.221 Ingezonden Mededeelingen van 1-5 regels2.30 Elke regel meer 045 Handelsadvertenliën per regel 0.17'/» Bij contract belangrijke korting Voor het bevragen aan 'I bureau wordt berekend0.10 DEVALUATIE, GEEN POLITIEK SPEL Zonder hier nogmaals in te gaan op de rede, welke de heer Albarda hield bij de algemeene beschouwingen in de Tweede Kamer, willen wij toch op één passage even j yolle nadruk laten vallen. Volgens het verslag in zijn eigen pers zei 'de leider der soc.-dem. fractie: „Ik" verwijt aau de regeering niet haar monetaire politiek. Persoonlijk ben ik op dit oogenblik van fneening, dat devaluatie voor Nederland geen aanbeveling verdient. Misschien zou op een toekomstig tijdstip [(wanneer de landen met onvaste geldwaar de tot stabilisatie van hun munt overgaan) de goudwaarde van onze gulden moeten worden verminderd. Op dit oogenblik is het eoover nog niet." Daaraan voegde hij dan toe: Overigens betreft het hier een aangelegenheid, waar over in alle partijen en in alle fracties de meeningen verschillen. Dit heeft de deva luatie gemeen met de spelling-Marchant. Over dat laatste zeggen we straks iets; [van het eerste namen we met genoegen i kennis. Waarom? Wat ons geërgerd heeft in de laatste we ken is niet, dat in de roode pers in steeds I krachtiger toon het pleit gevoerd werd voor devaluatie. Dit kan men niemand euvel duiden. Wanneer op ernstige wijze en met zakelijke argumenten betoogd wordt, dat devaluatie de crisis zou kunnen verlichten, dan willen we ernstig luisteren en we ma ken zoo'n pleidooi niet af met een minach tend gebaar alsof het belachelijk zou zijn een andere meening te koesteren, dan wel ke men zelf aanhangt. Maar dit stond ons tegen in de roode pers, dat zij van devaluatie een politiek spel maakte, gelijk van zooveel. Op smade- I lijke wijze werd de regeering verweten, dat zij den mammon dient en dd&rom aan het goud en de gave gulden vasthoudt. Dat was politieke misleiding en het scheen wel, of een partijbesluit deze actie, welke agitatie dreigde te worden, droeg. Immers, aanvankelijk waren in de roode pers om beurten vóór- en tegenstanders aan het woord, doch op een gegeven oogenblik scheen het of het algemeene parool was uitgegaan: „Vóór devaluatie" moet een ver kiezingsleus worden. Dr. Kortenhorst, die deze week te Heer len sprak en daar het beleid der regeering in groote lijnen verdedigde en door opbou wende critiek poogde te versterken, wees terecht ook op dit .verschijnsel met de .woorden: „Een regeeringscrisis zou op het oogen blik catastrofaal zijn. Haar invloed op de beurs zou het economisch leven op haast onherstelbare wijze verlammen. De leus „Weg) met .Colijn" is dus al een erg onvol doende begrip voor opbouw. Dan is er nog "de leus „Weg met het goud". Het is verre weg de actueelste en meest hardnekkige leus in de politieke conversatiezaal." Juist, dat is het fatale, dat men van devaluatie een politieke leus ging ma ken. Daarom verheugt het ons, dat de heer Albarda hieraan een eind heeft gemaakt. Hij acht do devaluatie niet uitgesloten, maar blijkens zijn overtuiging, dat er thans geen reden voor is beter gezegd, dat hij het, gelijk anderen, nu niet aan durft of verantwoord acht moet hij deze politieke leuze ook veroordeelen. Wij zijn benieuwd of we daarvan ook de weerslag in de roode pers zullen merken. De heer Albarda voegde er aan toe, dat over de devaluatie en de spelling-Marchant in alle partijen do meeningen verschillen. Dit kan zeker niet ontkend worden, en wij zijn van oordeel, dat zoowel het eene als het andere standpunt toelaatbaar is. Zoo goed als wij de roode schrijvers en sprekers veroordeelen, die van de devalu atie een politieke leuze maken; evenzeer achten wij het ongeoorloofd, dat de een de ander beginselverzaking of geestelijke af wijking ten laste legt, omdat de opinie over de spelling-Marchant verschilt Deze kwesties liggen buiten het terrein Her politieke beginselen en het moet moge lijk zijn er zonder hartstocht en zonder bij bedoelingen over te spreken en zoo noodig te polemiseeren. Nederland en Japan Geruchten over afbreken der onder handelingen worden tegengesproken BATAVIA, 8 Nov. (Aneta). De geruchten, 1 omtrent een op handen zijnde beëindiging yan de Nederlandsch-Japansche handelscon- ferentio te Batavia en het dreigend vertrek yan de Japansche delegatie, worden van de meest bevoegde zijde tegengesproken. De Mollisons op Schiphol Heden zouden op het vlieg\eld Schiphol 1 tnet de Pelikaan aankomen de heer eo mevrouw Mollison, die in Engclsch-Indic de vliegtocht naar Melbourne hebben moe ten opgeven. CHR. BOND VAN SPOOR- EN TRAMWEGPERSONEEL De kwestie van de salaris verlaging Een motie aangenomen In de gistermiddag voortgezette vergade ring van den rPoL Chr. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel werd de kwestie van de salarisverlaging zeer uitvoerig besproken. Ten slotte werd met algemeene stemmen de navolgende motie aangenomen: De Prot. Chr. Bond van Spoor- en Tram wegpersoneel in buitengewone algemeene ver gadcring bijeen op Woensdag 7 November 1934 te Utrecht in gebouwvoor Kunsten en Wetenschappen; kennis genomen hebbende van de gevoerde onderhandelingen tusschen de Directie der N. S. en de vertegenwoordigers der 5 er kende organisaties; gehoord de modedeeling, dat de Minis ter van Waterstaat niet bereid is zijn goed keuring te hechten aan een overeenkomst, waarover tusschen Directie en hoofdbesturen in beginsel reeds algeheeje overeenstemming was verkregen, nl. dat de loonen opnieuw met 3 pet zouden worden vorlaagd, met dien verstande, dat deze regeling voor 1935 en 1936 ongewijzigd zou blijven; betreurt in zeer ernstige mate, dat voor noemde Minister een verlaging der loonen van 5 pet. wil doorvoeren, waardoor niet alleen het resultaat der gevoerde onder handelingen ongedaan is gemaakt, doch te vens een nog verdergaande verslechtering der arbeidsvoorwaarden za! plaats hebben; vaststellende, dat uit het verslag der paritaire commissie, belast met het verza melen van gegevens voor een herziening der huidige loonen, ook naar het oordeel der bedrijfsleiding, vast is komen te staan dat de loonen van het spoorwegpersoneel niet onjuist zijn te achten; overwegende, dat het spoorwegpersoneel sedert jaren getoond heeft rekening te hou den met de bijzondere omstandigheden, waarin de Maatschappijen verkeeren; dat ds loonen van dit personeel reeds ge middeld met 30 pet. verlaagd zijn geworden; dat ernstig bezwaar moet worden ge maakt tegen het ruw en eenzijdig ingrijpen van voornoemden Minister; spreekt zijn misnoegen uit over de wijze waarop deze aangelegenheid behandeld is geworden; doet een dringend en ernstig beroep op de Regeering. dat het overleg tusschen Di rectie en Vakvereenigingen, hetwelk door besluit van een gecombineerde hoofdbestu renvergadering is vastgeloopen, zal worden hervat, ten einde het daarheen te leiden dat ten aanzien van de groote onrust en onzeker hoid, waarin het personeel verkeert, alsnog een bevredigende oplossing zal worden ge vonden; besluit, deze verklaring te publiceeren en daarvan afschrift te zenden aan Regeering en Directie. DE LOONSVERLAGING BIJ DE SPOOR Zal de minister de verlaging opleggen Wij ontvangen een communiqué van de Personeel raad der Nederlandsche Spoorwe gen, waarin uiteengezet wordt de kwestie van de salarisverlaging, zooals die ook al is vermeld in ons verslag van de vergade ring van de P.C.B. In een bespreking op 5 November met de Personeelraad heeft de directie meegedeeld, dat over de wijze waar op het te bezuinigen bedrag verkregen moest worden overleg gepleegd kon worden en dat, indien dit overleg geweigerd zou worden, de minister de door hem noodig geoordeelde verlaging der loonen zou opleggen. In de op 6 Nov. gehouden vergadering van de hoofdbesturen der vijf erkende orga nisaties is de situatie door de voorzitter van de Personeelraad uitvoerig uiteengezet Al- geheele overeenstemming werd echter niet verkregen. Enkele hoofdbesturen gaven er de voorkeur aan dat de minister de loons verlaging aan het personeel zou opleggen. Van deze uitslag is op 7 dezer mededecling gedaan aan de directie, die nu met uitscha keling van de Personeelraad de opdracht van de minister tot uitvoering zal brengen. Een voorstel, op de gecombineerde hoofd besturenvergadering gedaan, om een ge meenschappelijk besturen-congres te beleg gen om handhaving te bewerken van het compromis van 17 October, waarover in de. Personeelraad geen verschil van inzicht ge bleken is, kan niet doorgaan, omdat over deze opzet ook geen algemeene overeenstem ming is verkregen. De hoofdbesturen kun nen nu over deze gang van zaken hun le den raadplegen. De Wieringermeerpolders Volgend jaar geen bedrijfsleiders doch opzichters Door de Directie van de Wieringmeerpol- der is aan alle bedrijfsleiders bij de Staats- landbouwbedrijven in de Wieringermeer mede gedeeld, dat het de bedoeling is met ingang van 1 Nov. 1935 de functie van bedrijfsleider op te effen en opzichters te benoemen. Hiervoor komen alleen die bedrijfsleiders in aanmerking, die als zoodanig hebben uitgemunt en daarbij over voldoende ad ministratieve en theoretische landbouwkennis beschikken en de persoonlijke kwaliteiten, die hen daarvoor geschikt doen zijn. Vermoedelijk zullen ongeveer dertig op zichters noodig zijn. Intusschen kunnen de in functie zijnde bedrijfsboeren in aanmerking komen voor het pachten van boerderijen in de Wieringermeer, waarvoor hun een voorkeurs recht wordt verleend; desgewenscht wordt zoo veel mogelijk met hun wenschen ten aanzien van de plaats van pachting, alsmede inrichting van de boerderjj rekening gehouden. Huldiging „Uiver"-bemanning Na aankomst te Amsterdam. Onder leiding van den heer Dr. M. dp Hartogh, voorzitter van het Initiatief Comi té Amsterdam (I. C. A.) is besproken het plan tot huldiging van de bemanning van de Uiver na haar aankomst binnen de gren zen Van Amsterdam. De onderscheidene vereenigingen zegden hun volle medewerking toe. Na een zege tocht der bemanning door Amsterdam zal ten slotte een grootsche huldiging plaats hebben op het Museumplein, daartoe geko zen in verband met de centrale ligging van dit plein. Vereenigingen, die aan het défilé wen schen deel te nemen, kunnen zich daartoe opgeven bij den heer J. van Erven Dorens. Michel Angelostraat 31, of het secretariaat van het I. C. A., telefoon 53168. Tot voorzitter der Commissie van Uitvoe ring van deze plannen is aangewezen de heer Bern. J. van Vlijmen; verder bestaat de commissie uit de heeren G. Rhee, J. v. Erven Dorens, Jo Spier, H. E. Swaving, L. Bouwman en M. S. Vaz Dias. De muiters van de Zeven Provinciën Gratieverzoek afgewezen BATAVIA, 8 Nov. (Aneta). Naar het Ba- taviaasch Nieuwsblad verneemt, heeft II.M. de Koningin de gratiérequesten van de mui ters van de Zeven Provinciën afgewezen. Ten aanzien van de requesten der officie ren is nog geen beslissing genomen. Rentezegelszegen WAT WEDUWEN- EN WEEZENRENTE BETEEKENT In het laatste nummer van Onze Ba nier, 't orgaan van de Ned Chr. Bond van Personeel in Publieke Dienst, vertelt D. d. B. van een mooie dag in zijn leven voor da organisatie. Een der gevallen gedroeg zich als volgt: ,.In de tweede plaats moesten wij op die dag een zaak behandelen voor de Raad van Arbeid. Wij kwamen in een winkeltje. De man was sinds vier jaar dood. De weduwe met twee kinderen voerde een moei-amen strijd om het bestaan. Reeds was een bedrag geleend van bijna f 200, dat als een zware last drukte. De bewijzen wen den ons verder getoond, dat aan leveran ciers ruim 1200 moest worden voldaan. Als deze twee zware posten weer eens vereffend konden worden zou men weer moed kunnen scheppen voor de toekomst. Toevallig was iemand bij baar gekomen met een vakblad. Daarin had iets gestaan over recht op weezenrente als er rente- zegels waren geplakt De zaak werd aan hangig gemaakt en zoo kwamen wij daar om met deze weduwe te overleggen over de besteding van het geld. Wij konden haar namelijk mededeelen, dat zij ruim f500 uit gekeerd kreeg. Er sprak dankbaarheid uit het woerd, dat de weduwe in herinnering bracht. Zij had het van haar moedqr onthouden. Het water kwam wel tot aan de lippen, maar niet er overheen". De pijlers der classificatie De berekening liet alles te wenschen over Vorige week sprak Dr H. W. E. M o 11 e r lid der Tweede Kamer, voor de R. K. cen trale van Burgerlijk Overheidspersoneel te 's Hertogenbosch over de voorgenomen her classificatie. Aan het verslag der rede ont- leenen wij het volgende: Bij de grondslagen der Classificatie heeft men nimmer rekening gehouden met het geestelijk welzijn, men heeft er zelfs niet over gesproken bij de imponderabilia. De zuiver wiskundige berekening van het stoffelijk welvaartspeil geschiedde op drie grondslagen. Allereerst voeding (kosten van dage- lijksch levensonderhoud), maar men ging hier op de meest gebrekkige wijze met sta- titischc gegevens om, met aankoop van klee ding en schoenen hield men zelfs geen re kening. Men had in alle 1100 gemeenten geen halve week noodig om al de noodi- ge cijfers te verzamelen, laat staan reke- nng te houden met wetenschappelijke statistische eischen. Van de 1100 gemeenten mag men veilig aannemen dat van 9S0 de cijfers onbetrouw baar zijn Dat men het onderzoek voerde in één seizoen duidt ook op het onjuiste van de classificatie-grondslagen. De berekening van de gemiddelden liet ook alles te wenschen over, enz. Tweede welvaartsfactor, welke berekend werd. is de huur. Dit liet men voor het ge mak in 400 gemeenten na; in de 700 andere kende men dikwijls van zeer weinig wonin gen de huur, van vele gemeenten was dit in de gegevens slechts van één woning be kend. Als laagste percentage voor de bezol diging gold 17, als hoogste 30 procent voor woninghuur, een groote groep gaat om de 25 procent. Derde factor was do belasting. Men ging hierbij nota bene van de absurditeit uit dat de hoofdsom van de personeele belas ting in alle gemeenten dezelfde was, en, hoe onbegrijpelijk ook, van de opcenten bere kende men maar één-derde. De berekening was zoo ook bij de nor malisatie van 't gezin dat is 't gezin met meer dan vier kinderen direct in de ver drukking moest komen. PROF. HUIZINGA CONTRA MINISTER MARCHANT Traditioneele spelling en conservatieve neigingen Schrijftaal en schrijfwijze zijn een product van groei, willekeur: en traditie, niet van wetenschappelijk overleg Prof. Dr. J. Iluizinga heeft geantwoord op de rede van Minister Merchant Over het verwijt van ondeskundigheid merkt hij op, dat hij ook Nederlandsche taalkunde heeft gestudeerd en geruiinen tijd meer linguïstisch dan historisch is georiënteerd geweest. Het is, zegt hij, lang geleden, maar hij meent er toch niet alles van ver geten te zijn. Aangaande de houding van den minister raad ten opzichte van het vraagstuk, aldus vervolgt de brief, schijn ik mij vergist te hebben. Ik neem het onmiddellijk aan, al blijf ik in het duister tasten omtrent de strekking van de laatste aanschrijving in dezen. De veronderstelling, als zoude mijn voor keur voor de oude spelling berusten op vrees dat ik mèt deze spelling het kenmerk van hooge geestelijke beschaving zou ver liezen, mag ik wellicht aan mij 'voorbij la ten gaan. Aan de hooge geestelijke bescha ving van mannen als D. C. Hesseling, J. J. Salverda de Grave, N. van Wijk, om eenige beproefde nieuwspellers te noemen, wier namen mij het eerst invallen, heb ik nooit een oogenblik getwijfeld. Waarom zou een ander dan te vreezen hebben? Verder zegt de schr., dat hij nooit de schrijftaal heeft aangezien voor een onver anderlijk gegeven, maar enkel heeft be weerd, dat men een gezonde schrijftaal geen geweld mag aandoen ter wille van confor meering aan de spreektaal. Wat de raad van terugkeer naar de Vries en te Winkel bij het Onderwijs betreft, er zou natuurlijk een commissie noodig zijn om de boedel voorloopig te regelen. De ver- eenvoudigers zouden buiten het onderwijs natuurlijk vrij blijven. Er zouden nog ge- ruimen tijd verschillende wijzen van spel ling naast elkaar voorkomen. Met veel ge duld, veel overleg, veel ontzag voor afwij kende meening, zou wellicht op den duur een overeenstemming te bereiken zijn. Het schriftbeeld der taal. De meening, dat de vereenvoudiging onze taal blijvend moeilijker leesbaar zal maken zet Prof. II. nog eens uitvoerig uit een. Hij doet dit aldus: De schrijfwijze van een taal berust op een systeem van in lettergroepen zichtbaar weergegeven symbolen, die ten doel hebben, de begrippen of bepalingen, door die sym bolen voorgesteld, bij het lezen zoo snel en zoo gemakkelijk mogelijk tot het bewust zijn te doen doordringen. Allersnelste her kenbaarheid der symbolen is voor een cul tuur, die. als de hedendaagsche, leeft van het gedrukte woord, het criterium van een goede schrijfwijze. Bij het lezen nu neemt de geest groote complexen van omvangrijke lettergoepen in eens op. Elke lettergroep (of woord) is des te sneller te vatten, naarmate haar zichtbare gedaaaite scherper gemarkeerd is. De vraag, in hoeverre de teckens elk voor zich tevens de taalklanken min of meer nauwkeurig aanduiden, is bij dit pro ces van zeer ondergeschikte beteekenis. Zoodra ik het schriftsymbool knight zie, staan tegelijk de voorstelling „ridder" en de klank „najt" in mijn bewustzijn. De training, die de geest voor het vastleggen van dergelijke associaties noodig heeft, wordt doorgaans veel te gewichtig voorge steld. De gemiddelde intelligentie van het kind is grooter dan men voorgeeft, en het belang der mogelijkheid, om in het schrift den geestelijken band met vorige geslach ten in stand te houden, is wel eenige in spanning en schooluren waard. Iedereen die talen behoorlijk beheerscht, kan zich gemakkelijk rekenschap geven, dat een bladzijde Fransch of Engelsch, waarvan de spelling door en door ver ouderd, onregelmatig, ja, schijnbaar ab surd is, er doorzichtiger, klaarder, spreken der uitziet dan een bladzijde Nedctiandsch of Duitsch, met hun vee.l meer met de taal klanken overeenstemmende spelling. Tot zekere hoogte zijn het de anomalieën, of althans de variaties, de schakeeringen, de onverwachtheden, die een spelling prak tisch en deugdelijk maken. Wanneer velen dit moeilijk zullen kunnen toegeven, spruit dat voort uit twee oorzaken: ten eerste, dat men zich niet losmaakt uit den waan, dat men letters leest, terwijl het in waar heid woorden en zinsdeelen zijn, die de geest grijpt; ten tweede, dat ons paedago- gisch instinct ons tc weekhartig maakt en doet vergeten, dat het voordeel van een treffende spelling, voor den volwas sen lezen oneindig gewichtiger is dan de meestal zeer overschatte, moeite, die kind en onderwijzer aan een betrekkelijk moei lijke spelling te besteden hebben. Met aristocratische of conservatieve nei gingen heeft dus deze voorkeur voor een traditioneele speling mèt haar onregel matigheden, niets te maken. En ook min der dan men denken zou met wetenschap pelijke taalkunde. „Men dient allereerst te weten, welke schrijftaal taalkundig juist is", zeide de minister. Illusie, die enkel verraadt, dat mr. Marchant in taalkundig denken niet thuis is. Men kon evengoed zeggen: men dient allereerst te weten, wel ke eikenboom botanisch juist is. Een schrijftaal en haar schrijfwijze zijn een product van groei, willekeur en traditie, uiet van wetenschappelijk overleg. Passen wij nu deze overweging too op het vraagstuk der Nederlandsche spelling, dan valt het volgende op te merken. De Nederlandsche spelling, om 't even welke, lijdt aan het euvel, dat zij een overmatig ruim gebruik moet maken van het teeken e. daardoor dreigt eentonig te worden. Dat eentonigheid voor een schrijfwijze betee- kent onduidelijkheid, is, meen ik, aange toond. De afwisseling van e en ee, onver schillig of deze correspondeert met klank verschillen, brengt een varieering, een ver- Pro/. Dr J. Huizing a levendiging in het schriftbeeld, maakt het duidelijker, dus deugdelijker. Hetzelfde geldt van de schakeeringen o oo en s sch; ze zijn alleen minder frequent, dus minder belangrijk. Heft men deze hulp middelen tot snelle herkenbaarheid der schriftsymbolen op, dan maakt men de schrijfwijze van zijn taal niet eenvoudiger dus beter, maar eentoniger, dus slechter Objectief slechter, psychologisch minder bruikbaar; ik herhaal: dit is niet een kwestie van wennen. Bezwaren van caltuur-psycho- chologische aard De minister zeide: „Ik heb goeden grond, om aan te nemen, dat ook naar het oor deel van prof. H., uit wetenschappelijk oogpunt, op de wijziging geen aanmerking is te maken" Zeer zeker heb ik uit we tenschappelijk oogpunt bezwaar, alleen niet van taalkundigen, maar van cultuur-psy- chologischen aard. Of mag ik mij ook daar mee niet inlaten? „Schrijfwijze en gebruik van de Neder landsche taal". Het staat in 's ministers eigen publicatie duidelijk erkend, dat het volstrekt niet alleen de spelling betreft, maar de taal zelve. Ernstiger dan de spellingver andering blijft het in de praktijk uitbannen van de vormen, die wel in de schrijftaal, niet in de spreektaal leven. Welke onderwij zer van de nieuwe leer zal de kinderen het juiste gebruik dier vormen nog bijbrengen, als de zes artikelen hem er niet meer toe verplichten? Gevolg: een verwarring en schade, waarvan men nog geen voorstelling heeft. De artikelen 4, 5 en 6 der examenvoor schriften beteekenen, hoe men ook van neen schudt, een verarming der levende taal en een aantasting der geestelijke vrijheid. De waan, dat men fiet deze dingen de eischen van het praktische leven dient, met zijn tijd meegaat enz., berust op een alge- heele miskenning van hetgeen taal en schrift beteekenen. Wie overtuigd blijft van het enorm gewicht der traditie voor een taal, wordt als conservatieve geest betiteld, en de meeste menscben zijn voor niets zoo bang als conservatief genoemd te worden. Reeds hierom beeft de spellinghervorming goede kansen. Was het noodig, met 'n Ui ver-geluid te eindigen, waar de laatste ronde reeds bij voorbaat gewonnen werd verklaard? „De strijd is gewonnen," sprak de minister. Mis schien. Ten koste waarvan zal de toekomst kunnen leeren. Victrix causa diis... Hebben de goden inderdaad reeds .gesproken? Men weet: hun molens malen langzaam. Wij moeten afwachten. Federatie van Chr. Vereen, van en voor Vrouwen en Meisjes Algemeene vergadering te Den Haag De Federatie van Chr. Vereen, van en voor Vrouwen en Meisjes is gistermiddag in het Clubgebouw Van Speijkstraat 153, te Den Haag, in algemeene jaarvergadering bijeen gekomen. Na opening heette de voorzitster, mevr. Van Reigersberg Versluys, uit Velp, allen welkom. Enkele huishoudelijke aangelegenheden wer den afgedaan. De aftredende bestuursleden werden herkozen. Blijkens het jaarverslag mochten de meeste aangesloten organisaties zich in bloei verheu gen. De banden met den Wereldbond werden nauwer aangeehaald; een grootere afvaardi ging dan vorige jaren werd naar Genève ge zonden. Korte mededeelingen werden gedaan door afgevaardigden van aangesloten vereenigin gen als „Zusterhulp", de Vrouwenbond tot verhooging van het Zedelyk Bewustzijn, de Vereeniging van Academisch gevormde Chris ten-Vrouwen, het Vrouwengilde, de Union, de Vrouwen Zendingsbond, die elk op haar terrein getuigden van groote activiteit. Voorts werden mededeelingen gedaan door de Federatie-secretaressen omtrent het werk van de Chr. Vrouwelijke Studenten Vereeni ging, de Ned. Meisjes-Clubs (het driehoeks- werk), het Ned. Verbond van Chr. Jonge Vrou wen- en Meisjesvereenigingen waarbij voor al op de wenschelijkheid van vorming van leidsters werd gewezen en vervolgens kwa men diverse voorstellen in behandeling. Op voorstel van het Ned. Verbond van Chr. Jonge Vrouwen- en Meisjesvereenigingen werd in beginsel besloten tot instelling van een radio-zangavond uitgaande van de Federatie. De uitwerking werd opgedragen aan de Com missie Scholing Leidsters. De bedoeling van het N.V.C.J.V.M. is, een soort openbare zang les uit „Blijde Stemmen", door de radio te ge ven door mej. J. Molsbergen, met behulp van een koortje. Verbondsvereenigingen overal in het land zouden kunnen profiteeren van deze zangles, die op deze wij ze een Voortzetting van de „Zangdagen 1934" zou kunnen vormen. Eveneens op voorstel van genoemd Verbond werd overgegaan tot instelling van een feest- raad, om de aangesloten vereenigingen te voor zien van zooveel en zoo geschikt mogelijk ma teriaal voor het organiseeren van feestelijke samenkomsten Des avonds was er een eenvoudige ontvangst in het Clubhuis, waarbij de Federatie-voorzit ster een korte toespraak hield. Heden wordt de algemeene vergadering voortgezel Eens dragen STEEDS vragen!! alle betere SchoenenzakervS^ffl^®^ Voornaamste Nieuws. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen Blz. 1 De Prot. Chr. Bond van Spoor- en Tramweg' personeel heeft gister een motie aangenomen inzake de loonsverlaging bij de Spoor. De personeelraad der Nederlandsche Spoorwe» gen en de loonsverlaging. De geruchten over het afbreken van de onder* handelingen met Japan worden tegengesproken. Te Den Haag wordt de algemeene vergadering gehouden van de Federatie van Chr. vereenigingen van en voor Vrouwen en Meisjes. Prof. Huizin ga antwoordt Minister Marchant ojt zijn rede over „de laatste Spellingronde". Blz. 2 De ernstige politieke toestand in Frankrijk» Doumergue afgetreden. (Zie laatste nieuws). De overwinning der Democraten in Amerika. Stappen van Duitschland te Londen en elders inzake de Fransche militaire maatregelen aan de grens van het Saargebied. Blz. 3 Een interview met Parmentier over de tocht van de Uiver boven Australië en de noodlanding te Tot directeur-generaal van de landbouw zal benoemd worden Ir. A. L. H. Roebroek. Verschenen is het verslag nopens het wetsont werp, houdende nadere regelen tot afweer van na- deelige gevolgen van beperkende bepalingen inzake het internationale betalingsverkeer. Blz. 5 Jaarvergadering van de Verten, tot Chr. Hulp* betoon aan Tuberculoselijders. Blz. 9 De Tweede Kamer heeft de algemeene beraad slagingen over de Begrooting voor 1935 voortgezet. 't beste op dit gebied De „Uiver" in Indië Aankomst te Tjililitan BATAVIA, 8 Nov. (Anefa). De Uiver is heden om 8.17 te Semarang gearriveerd, waar de bemanning op de meest enthousias te wijze werd ontvangen. Vervolgens vertrok het vliegtuig om 10.10 uur naar Kalidjati, van welk vliegveld het om 12.56 (Javatijd) naar Tjililitan vertrok. Hier waren duizen den en duizenden aanwezig, om de landing te aanschouwen. Bij het uitstappen werd de bemanning met het Wilhelmus begroet, dat iedereen meezong. Het publiek huilde: Parmentier, Parmen tier. De inzameling voor den omroeper van Albury en anderen, die bij de noodlanding hulp hebben geboden, heeft thans reeds de 5000 overschreden. De Uiver is om 9.15 uur te Semarang gearri veerd. Er heerschte een geweldige belangstelling. Ook hier werd aanvankelijk het cordon militairen verbroken, doch de machine was beschermd door het tweede cordon matrozen waartegen de men- schenmassa tot staan kwam. De bemanning werd gehuldigd met toespraken door den gouverneur van Midden-Java, den bur gemeester en een van de leden van den Volks raad. terwijl cadeau* voor de echtgenooten van de bemanning werden aangeboden. Het toestel vertrok om 10.10 uur van Semarang naar Kalidjati, waar een hartelijke huldiging plaats had. Om 1 uur 's middags kwam de Uiver tc Batavia De politie had een verzoek tot de burgerij gericht om zich niet naar het vliegveld te geven, doch ondanks dit verzoek stonden groote menschen- massa's hier de aankomst van de Uiver af te De bemanning en de passagiers werden hier on middellijk per auto naar de ztad gereden, teneinde aan een langdurige en vermoeidende huldigiog te ontkomen. Hedenavond zullen de Uivermarmen met een gala-avond in de sociëteit ..Concordia" op groot sche wijze worden gehuldigd. Een crisisraad Tegelijk met het besluit omtrent de reor ganisatie van de afdeeling Landbouw aan het Departement van F.con. Zaken heeft de minister de wenschelijkheid overwogen om met de leidende ambtenaren geregeld sa- mensprekingen te houden over de crisis vraagstukken. Daartoe denkt de minister een crisisraad te vormen onder zijn eigen voorzitterschap, met als leden de secretaris-generaal, de beide directeuren-generaal en de regeeringscommis saris voor den akkerbouw en dc veehouderij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1