Jlieuuit geihsdjt (Courant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden sn Omstreken Op beter spoor BINNENLAND. abonnementsprijs: Per kwartaal in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is 2.35 Franco per post 2.35 portokosten Per week0.19 Voor het Buitenland bij wekelijkscbe zending4.50 Bij dagelijksche zending5.50 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/> ct Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 15e Jaargang No. 5318 DINSDAG 6 NOVEMBER 1934 Slbtorrtentieprijjrn: Van I tot 5 regels f 1.17'/» Elke regel meer 0.22 'I» Ingezonden Mededeelingen van 1—5 regels 2.30 Elke regel meer 045 Handelsadverlentiën per regel 0.17'/» Bij conlracl belangrijke korting Voor het bevragen aan 't bureau wordt berekend 0.10 Door fijngevoelige Twentenaren De wel- erecniging „Volksonderwijs' geteld niet wèlgewogen of welbeschouwd een- machtige organisatie; ze telt n.1: op dit oogenblik 61.617 leden. Nu heeft deze verceniging zich in do laatste jaren eu .vooral maanden krachtiger geroerd dan ooit te voren, zij organiseerde zelfs collecten ,voor het openbaar onderwijs en stimuleerde de aanstelling van kweekelingen met akte, wier vergoeding ten laste komt van Ouder- commissics der openbare school. Een uit nemende en zeer te waardeeren arbeid, .waarvoor wij niets dan hulde hebben. Daarbij kwam, dat zij de laatste maanden fel te keer ging tegen de regeering in het geheel, tegen Mr. Oud, de vroegere voorzit ter der vereeniging en tegen minister Mar- chant, toch nog steeds partijgenoot van den tegenwoordigen, nogal luidruchtige» .voor zitter. Dezo laatste activiteit zal iedereen wel niet toejuichen, maar hoe het zij: een ver eeniging, welke zich roert, welke om zoo te zeggen op de publieke markt des levens voortdurend aan bod is, groeit in de regel Voortreffelijk. En we hebben een vage Her innering aan een vergadering of landdag dezer vereeniging, waarin het parool werd uitgegeven: het gaat nu naar de honderd duizend leden; althans een leuze yan die strekking. Maar ach; wat blijkt nu? Zaterdag en Zondag vergaderde «Volks onderwijs" in Amsterdam. En daar werd meegedeeld, dat het ledental door de on gunst der tijden van 63629 terugliep naar 61647; alzoo een verlies van 2000 leden. Onbegrijpelijk. Dat de tijden ongunstig zijn voor de openbare school zal niemand ontkennen; maar dit moest juist de voor standers er toe dringen om steeds grooter activiteit te toonen; zal er van de vereeni ging werkelijk kracht uitgaan, dan had men de 100.000 reeds lang .voorbij moeten zijn. Wat zal er b.v. terechtkomen, van de stichting van z.g, bizondere neutrale scho len, hetgeen de voorzitter thans beslist noodzakelijkacht, omdat de regeering ali nea 4 van art. 195 van de Grondwet buiten werking stelt? (Dit artikel zegt, dat in elke gemeente van overheidswege voldoend openbaar algemeen vormend lager onder wijs wordt gegeven in een genoegzaam aan tal scholen. Ter vergadering zag men wel licht over het hoofd, dat daarop in dezelfde alinea volgt: „Volgens bij de wet te stellen regels kan afwijking van deze bepaling worden toegelaten, mits tot het ontvangen yan zoodanig onderwijs gelegenheid wordt gegeven.) Of het in die richting zal gaan, .eigen scholen stichten? 1-Iet zou wel een eenvoudig middel zijn om direct voor het „verdrukte" openbaar onderwijs dezelfde „voorrechten" te verkrij gen als welke de bizondere school thans ge niet, welke zich, volgens de opinie vau Volksonderwijs wel te verstaan, niets yan tie crisis behoeft aan to trekken. Echter, we betwijfelen het. Toen het erg moeilijk was om bizondere fecholen te stichten, deed men het niet, want de overheidskas droeg de last; toen het minder moeilijk was, nam de S.D.A.P. een enkele maal het initiatief (hoe gaat het met de school in Heerlen?) en nu het weer vrij bezwaarlijk geworden is, verwachten we er niet heel veel van. Het is heel wat gemakkelijker om een mo. jtie te fabriceeren, waarin gezegd wordt, dat ,de overheid de Grondwet schendt en het openbaar onderwijs groot onrecht aandoet, waarom men dan als zijn meening uit spreekt, „dat de offers ter wille van de al- gemeene bezuiniging gevraagd en door het openbaar onderwijs reeds gebracht, thans op gelijke voet het bizonder onderwijs die nen te worden opgelegd". Het bewijs voor de eerste stelling en de rechtvaardiging van de daarop volgende leisch, wordt als gewoonlijk niet geleverd. Wij zijn dat al gewend en wachten nu maar of een vrijzinnig kamerlid straks ten overstaan van minister Marchant dezelfde beschuldiging zal herhalen en... bewijzen. Of er dan ook donderend applaus zal vol gen, zooals ter vergadering, toen een afge vaardigde betoogde, „dat minister Marchant 'de grootste vijand van het openbaar onder wijs is. Tegen een minister, die van Woens dag op Zaterdag zoo draait als deze, kan men niet argumenteeren. Die moet onze scherpe afkeuring maar eens thuis krijgen"; dat wagen wij al vast weer te betwijfelen. Gelukkig voor den minister vond hij ook bij „Volksonderwijs" eenige verdediging; al .Verwekte het algemeeno verbazing, dat een hoofdbestuurslid zei: „wij hebben met mi nister Marchant niets te maken" en bij het 'de grootste fout van de vergadering vond, dat men diens naam genoemd heeft. ,D2 minister zit er als vertegenwoordiger van een politieke partij, en niet hij, maar d< r e g e c r i n g heeft de verantwoordelijklieid Voor de politieke lijn". Doch mooier vonden wij nog de fijngevoe ligheid der Twentenaren, welk .volksdeel nog als eens de naam heeft van stug te zijn. Want, zoo lezen wij in het verslag: Do Twentsche afdeelingen konden zich niet vereenigen met de in de motie uitge sproken meening, dat nu ook maar het bi zonder onderwijs moet worden afgebroken tot eenzelfde peil als het openbaar onder wijs, maar zij wenscht liever het onrecht aan openbare scholen aangedaan, te doen herstellen en de gelijkstelling weer een feit te doen worden op andere wijze dan door afbraak. Of de gelijkstelling verbroken is ten kos te van het openbaar onderwijs, en of de wensch dus vervuld kan worden, laten we nu maar in het midden; maar er spreekt een zeer sympathieke gedachte uit en de: Twentsche opvatting was de scherpste ver oordeeling van het beleid van liet hoofd bestuur, dat de motie aldus had geredigeerd. Het is immers een zeer onchristelijke ge dachte welke men volgens het hoofd bestuur op de openbare school niet kweekt, waar ware verdraagzaamheid geleerd wordt dat men een ander hetzelfde kwaad toe- wenscht als waaronder men zelf te lijden heeft. Dat hebben de Twentenaren gelukkig ge voeld en ingezien en zij hebben het hoofd bestuur van „Volksonderwijs", dat de be wuste alinea gewillig schrapte, een groote blamage bespaard. Hulde daarom aan de fijngevoelige Twentenaren. MEER WAARDEERING GEVRAAGD Dezer dagen wezen we op de zonderlinge passage in het Voorloopig Verslag der Twee de Kamer over de Slaatsbegrooting 1935, waarin nota bene gevraagd werd, wat nu het optreden van Dr. Colijn, den sterken man, die ons land redden zou (zooals het vorig jaar werd gezegd) ons gebaat heeft. Wij hebben toen opgemerkt, dat noch Dr. Colijn zelf, noch zijn politieke vrienden hem zoo hebben genoemd, en dat onder ons niet wordt geleerd om ons vertrouwen op men- schen te stellen. Dit verwijt bezag Mr. baron A. van Wijn bergen van een andere zijde, toen hij in een artikel in de Limburger Koerier (r.k.) las: „Dr. Colijn had verleden jaar nog den naam een „sterke man" te zijn. Hoe ds anti-revolütionnaire partijleider aan die reputatie is gekomen, mag Joost weten". Men kan, zoo schrijft Mr. van Wijnbergen in hetzelfde blad nu, zijn oogen nauwlijks gelooven, als men zoo iets leest en het loont de moeite hier een gedeelte van zijn artikel te laten volgen zonder verder commentaar. „Colijn is staatsman van nationale en in ternationale vermaardheid, staatsman, op 'ien Nederland groot kan gaan. Indien er iemand is, die door de huidige ontreddering in de wereld op financieel, op economisch gebied in het gelijk wordt ge steld dan hij: Naar zijn adviezen heeft men geluisterd doch ze niet opgevolgd en... men ondervindt thans de gevolgen. Herinneren zal men zich wellicht nog de jongste conferentie van Londen; wat daar aan vooraf is gegaan, is vermoedelijk ver geten. Een opfrissching van het geheugen mag daarom niet overbodig heeten. Bij de sluiting der Volkenbondsconferen- e in 1927 zei namens allen do Engelsche idelegeerde Sir Sydney Chapman tot Colijn; «Gij zijt er in geslaagd op een van de belangrijkste internationale conferenties yan de tegenwoordige tijd, niet minder dan 18 regeeringen te bewegen terstond een conventie te onderteekenen die men beschouwen mag als een keerpunt in de economische politiek van de wereld. Wij beseffen volkomen, hoezeer wij ons succes aan U persoonlijk te danken hebben; uw geduld, uw wijsheid, uw kennis van de wereld en van de men- 6chen, uw verstandige raadgevingen, uw onvermoeibare activiteit, heeft ons allen met bewondering en wanne genegenheid yoor U vervuld, en wij verwachten en hopen, dat gij weldra ons weder bij de behandeling van internationale aangele genheden uw bijstand zult willen .ver- leenen."' Ongeveer 3^2 jaar later hooren we den jrtegenwoordiger van een klein land, den- zelfden heer Colijn uiterst zakelijk, diep ernstig, sterk waarschuwend het woord richten tot 23 Europeesche Ministers van Buitenlandsche Zaken te Genève, en terug grijpend naar bovengenoemde conferentie zeide hij: „De practijk echter stemde over het geheel volstrekt niet overeen met het enthousiasme, waarmede die aanbevelin gen der conferentie waren aanvaard". En aan het eind zijner rede, die in haar geheel werd opgenomen in de Standaard van 16 Januari 1931, zeide hij met de mees te nadruk, dat het nognietteiaat was om de door hem gesignaleerde gevaren al te wenden om dan te besluiten: Zelfs een dreigende tarievcnoorlog schijnt een ernstig beletsel te zijn om de yolkercn nader tot elkaar te brengen. Bij gevolg moet verbetering in de economi sche verhoudingen tusschen de Staten van Europa de conditio sine qua non zijn om niet ook de schoone bedoelingen voor de Europa-Conventie tot mislukking te doemen. En ik herhaal mijn overtui ging, dat het nog m o g e 1 ij k is, indien de wil maar aanwezig is, om dadelijk toe te grijpen. Welnu, diè wil was er niet, is er nog niet, en gekomen is de ellende door Colijn voorspeld, met duidelijke aanwijzing van de middelen, die men slechts behoefde aan te wenden om haar te ontgaan, middelen, die men willens en wetens heeft verzuimd in toepassing te brengen. Mogen we er niet trotsch op gaan, dat het een Nederlander is, aan wien die rol op internationaal gebied ten deel viel!" De Zenderbouw Een gemengd omroepbedrijf op komst. Naai- het „Volk" verneemt, zou het in de bedoeling liggen van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken binnenkort een vergade ring met de besturen van de vier omroep- vereenigingen, de NCRV, de VARA, de AVRO en de KRO bijeen te roepen, ten einde met hen van gedachten te wisselen over het rapport van de Commissie inz. den zender bouw, en daarna een beslissing te npmen, door een wetsontwerp inzake den zender- bouw bij de volksvertegenwoordiging in te dienen. Gezien de inhoud van het rapport, ver neemt het blad, dat waarschijnlijk is, dal dit wetsontwerp zal inhouden de oprichting vaneen naamlooze vennootschap, die de basis zal vormen van een gemengd omroep bedrijf, waarbij de meerderheid van de aan- deelen in handen zal zijn van de regeering. Elk van de vier omroep-organisaties zal van de minderheid der aandeelen een vierde toegewezen krijgen. Het maatschappelijk kapitaal zal vermoe delijk worden vastgesteld op f 1.000.000. De raad van beheer zal het oppertoezicht over dit bedrijf hebben, waarbij zoo moge lijk in één gebouwen-complex de appara tuur voor uitzendingen op de korte en langa golf zal worden ondergebracht. Het zenderbedrijf zal als monopolie toege- ezen krijgen de geheele verzorging de technische voorzieningen, noodig den geheelen Nederlandschon omroep. Zoowel de desbetreffende minister als de Kroon zal op de gestes van de eventueel op te richten naamlooze vennootschap een kere controle uitoefenen. Belangrijke en onbelangrijke kwesties Een referendum over de spelling Probeert u het eens met een dictee! Het is eigenlijk jammer, dat men aan de betrekkelijk onbelangrijke kwestie van de spelling meer aandacht moet wijden dan ze verdient. Belangrijk is natuurlijk wèl dat er een heid moet zijn. Werkelijke taalkwesties zijn ook dubbel en dwars waard besproken te worden, maar of ik schrijf „deze mensch heeft een goeden kijk op de zaak" of „deze mens heeft een goede kijk op de zaak ver andert aan het wezen van wat ik onder de aandacht wil brengen totaal niets. Be langrijk is ook, dat onze spelling zoo was, dat er een massa geheugenwerk voor noo dig was om alles precies uit elkaar te hou den, bijv. wanneer het soheeren was en wan neer scheren, wanneer sleepen en wanneer slepen; en dat dit nu veranderen kan. 0 Zoo tegen de examen-tijd hoort men tel kens de klacht, dat onze jeugd overladen wordt met kennis. Die klacht is volkomen juist; van heel wat kinderen komen de zenuwen in de war door de spanning waar maandenlang verkeeren en door het vele werk dat ze hebben te verzetten. We spreken uit ervaring met onze eigen kinde ren. In ons blad heeft ook de voor enkele jaren overleden heer J. C. Wirtz Czn. meer malen z'n waarschuwende vinger opgehe ven. Maar nu er wat overbodige ballast op zij gezet kan worden, komen zelfs gestu deerde menschen met een ernstig gezicht verklaren, dat de spelling goed moeilijk moet gemaakt worden. De „Haagsche Post" heeft een onderzoek .ngesteld naar de sympathie, die er bij het (vohvassenj publiek nu bestaat ten op zichte van liet al of niet overgaan van de Vries en te Winkel op Marchant. Het re sultaat drukken we hier af: Van de 31 geestelijken (33 predikanten en 1 bisschop) zijn er slechts 5 voor de nieu we spelling. Bij de notarissen is de verhou ding ongeveer hetzelfde, nl. 236. De ad- ocaten en rechters voelen zeer weinig oor het nieuwe systeem. Hier is de ver houding 44—8. De ingenieurs stemden 77— 49. De kwestie interesseert ook de artsen en apothekers zeer, want hier vond ik de ver houding 111—31. De ambtenaren (natuur lijk onderwijzers en leeraren uitgezonderd) voelen al evenmin veel voor de nieuwig heid. Hier waren de getallen 200—61. Ook de handel kon het stelsel 1934 niet bekoren. Met 254 stemmen tegen S4 wees deze groep het af. Een buitengewoon sterke afkeer bleek uit de stemming der militairen (ma rine meegerekend). Van hen waren 87 De Vries en Te Winkel en slechts 7 Marchant. Het hooge onderwijs is eeji andere meening dan liet L. O. en M. O. Er waren 20 hoogleeraren cn lectoren voor het oude en slechts 4 voor het nieuwe stel sel. Zeventien burgervaders stemden mee. Van hen kon slechts aan 3 de spelling- Marchant bevrediging schenken. Bij de jour nalisten was de vrhouding 2712, bij de letterkundigen 103 en bij de uitgevers en boekhandelaars 233. Dit waren de felste tegenstellingen onder de beroepen. De kan toorbedienden zijn minder sterk in hun af keer. Maar toch is ook hier de verhouding nog 13576. Bij hun superieuren is die i3— 24. De studenten (een heel enkele leerling M. O., die meestemde, nierbij gerekend) zijn vrijwel gelijk over de twee kampen ver deeld. De getallen zijn voor hen 5246. Dit geldt ook voor de architecten. Hun cijfers zijn 97. De landbouwers stemden 9 con tra 4. Maar het groote publiek is in over weldigende massa voor De Vries en Te Win kej. Hier was de verhouding 899—178. Nu resten de eenige groepen, die in meerder heid voor de spelling-Marchant stemden. Bij de leeraren cn oud-leeraren vond ik 47- 89 en bij de onderwijzers 59182". Het totaal was aldus: Van de 3154 stem men waren er 2272 voor de Vries en te Win kel en 8S2 voor Marchant. Als men het „groote publiek" aftrekt, komt de zaak al iets anders te staan, dan wordt het 1373 tegen 704. Men moet ook niet vergeten dat een der gelijke stemming een zeer onzuiver beeld geeft: men moet eigenlijk ja of neen zeggen op de vraag of men zich al of niet eenige moeite getroosten wil ten opzichte van een abstract idee van ..eenheid" en ot men al of niet in het bflang van de jeugd iets wil doen. In dit opzicht is de meening van het L.O. en M.O. veelbeteekenend. Als men eens een stemming gehouden had over de vraag of men van de Vr. i W. naar bet stelsel-Siegenbeelc terug wilde, dat toch nog maar vijftig jaar geleden is afgeschaft, hoe zou dan het resultaat zijn? En als nu ">ij het onderwijs de vereenvoudi ging blijft gehandhaafd en men houdt over twintig jaar onder de jeugd van nu een stemming over de vraag de Vr. en te W. of Marchant, zou het resultaat dan twijfel achtig zijn? Vóór de stemming had de „Haagsche Post" aan z'n lezers eerst het volgende dic tee eens moeten opgeven: „De in een paarse japon gckleede, op weidschc titels gestelde adellijke dame met bleeke koonen en fletse, oogen, die de brieven van haar aan een sleepende ziekte lijdenden verafgoden man tot rassing van andere luitjes in de maaktste orde in laatjes bewaarde cn cüe bij den rechter van instructie door hóof- sche manieren en lange uitwijdingen in het gevlei trachtte te komen, werd noch tans uiteraard onmiddellijk onverbiddi lijk gevonnist, waarna zij zich liet we; sleepen". Dit dictee is geen fantasie, en voor deze gelegenheid klaar gemaakt, maar het is al dus enkele jaren geleden door een inspec teur van het onderwijs in een zesde klas van een lagere school opgegeven. Ik hoop nu maar, dat de zetter in staat zal zijn het zonder „fouten" over te nemen. Belangrijker dan spellingvraagstukken" is de kwestie van taal en atyl.. Daar gaat het in werkelijkheid om onze schoone moe dertaal. In een provinciaal blad verscheen dezer dagen een artikel over „het Spellingvraag stuk". waarvan de schrijver beweert: dat „weinig vóór, veel tegen" is. Wij vonden in zijn stuk reeds aan het be gin de volgende zin: „Door degenen, die, wars van een spel linghervorming als werd voorgesteld, met allerlei voorbeelden het bewijs leverden, dat de voorstanders van hervorming over tuigen moest van hun ongelijk; door de genen, die bereid waren op bepaalde pun ten een concessie te doen, doch die daarbij een sterke behoudzucht toonden voor veel kostbaar bezit, dat in de zucht tot ver eenvoudiging met den dood werd be dreigd; en tenslotte door degenen, die uit welk oogmerk dan ook, bijvoorbeeld uit gemakzucht en s'ordige oppervlakkig heid aan do regeeringsmaatregelen hun steui verleenden". Heeft iemand de schoonheid van deze zin begrepen? Deze schrijver vindt de e's, o's, de ch's en de n's belangrijk, maar een behoorlijke stijl is blijkbaar iets dat niet in aanmerking komt. Laat men goed en zuiver Nedcrlandsch schrijven. Bij dat nationaal belang valt de spellingkwestie in het niet. GEEN TWEEDE STATENDAM Voornaamste Nieuws. Het gewijzigde reisplan van de „Uiver" In verband met de gewijzigde aankomst van de „Uiver" is het reisplan thans als 'olgt vastgesteld: 14 Nov.: Vertrek uit Batavia, aankomst te Medan; 15 Nov.; aankomst te Rangoon; 16 Nov.: aankomst Jodphur; 17 Nov.: aankomst Bagdad; 18 Nov.: aankomst Ankara; 19 Nov aankomst Athene; 20 Nov.: aankomst Rome- Marseille; 21 Nov.: aankomst Schiphol. Het „Albury-Comité" ITet „Albury Comité" dat zich ton doel beeft gesteld aan de stad Albury in Austra lië een „Uiver"-souvenir aan te bieden, heeft thans reeds circa 2300.— verzameld. Stortingen kunnen nog plaats hebben op postrekening 1142 van den Penningmeester, de Firma Pierson Co., Hecrengracht 214, Amsterdam. (Secretariaat: Mr. A. J. Feith, Vossiusstraat 3. Amsterdam). In welke vorm het blijvend souvenir aan de stad Albury zal worden aangeboden, zal het Comité nog nader bekend maken. De „Grato" Gerichte Reclame Woensdag houdt de lieer L. Levisson in de Gele Zaal van het Jaarbeurs-restaurant te Utrecht (ingang door het restaurant) 'n lezing over dc Gerichte Reclame in de practijk. De toegang is voor iedereen vrij. Aanvang 15 uur (3 uur 's middags). De Regeering weigert steun aan de H.A.L. Sedert eenige maanden zijn bij de Hol land—Amerikalijn plannen gerezen tot het bouwen van een tweede Statendam. Zorg vuldige berekeningen hebben volgens de Directie aangetoond, dat, indien de maat schappij zou beschikken over 2 schepen van het type Statendam, gepaard gaande met de opruiming van verschillende oudere en ongeschikte schepen, de verlichting in de algemeene onkosten en de dan te ver wachten toeneming in het aantal passa giers, het zelfs onder de huidige buitenge woon ongunstige omstandigheden mogelijk zou zijn een met een overschot 6luitenue rekening te verkrijgen. De Regeoring werd met de plannen in kennis gesteld en deze bleek sympathiek te staan tegenover het denkbeeld een tweede Statendam te bou wen. De beslissing werd echter verschoven tot Juni—Juli jl. (mede in verband met de gevraagde Regeeringssteun), zijnde ddt de uiterste termijn, waarop het nieuwe schip zou moeten worden besteld om nog het seizoen 1936 gereed te zijn. De heer Mr Paul Nijgh deelt thans in een artikel in de N. R. Ct mede, dat ongeveer een maand geleden de directie van E.A.L. een schrijven heeft gehad van den minister van Economische Zaken, waarin het volgende wordt geconstateerd: „dat liet kleine exploitatiesaldo door de Statendam opgevaren, geenszins voldoend; is, om rente en afschrijving te betalen; „dat de toestand op het Noord-Atlentischi scheepvaarttraject van dien aard i6, dat hieruit geenszins de conclusie mag worden gelrokken, als zoude in de komende jaren het passagiers verkeer op het onderhavige traject goede perspectieven openen; „dat, integendeel, het zich laat aanzien, dat door voortgezetten nieuwbouw het reeds oververzadigde aanbod van paseaj ruimte nog aanmerkelijk grooter zal worden; „dat het reeds thans verstoorde evenwicht tusschen vraag en aanbod neg weder nar deeliger zal worden beïnfluenceerd, vooral ook omdat een vermeerdering van beteeke nis van het aantal passagiers, niet waar schijnlijk is, zoodat de vooruitzichten van het passagieisverkeer op bedoelde, route zeer onzeker zijn". Op grond van een en ander concludeert de regeering, ;,dat het met het oog op deze onzekere verwachtingen in de huidige be narde tijdsomstandigheden zeker niet ver antwoord zoude zijn, de rijksbegrooting te belasten met een uitgave, welke zeer groot' eischen aan de schatkist stelt". Dit schrijven heeft bij de H.A.L. groote teleurstelling verwekt Men was cr toclv van uit gegaan, dat s;opzetting van de passa- giersdienst d-er H.A.L. moest worden voor komen. De Statendam geniet onder de.pas sagiers een buitengewoon gunstige repula tie, omdat zij met dit schip een rustige comfortabele overtocht kunnen maken en men ook niet zoozeer op de reusachtige Duitscho en Engeteche schepen gesteld is. Aan den anderen kant hebben deze passa giers liet ook niet begrepen op de minder geschikte schepen als Rotterdam, Volendam Vecndarn, zoodat een groot aantal passa giers voor de Lijn verloren gaat, doordat zij niet over een 2e Statendam beschikt. (De Statendam vervoerde in 8 reizen April/Oe». 6300 passagieivs, de Volendam cn Veendam gezamenlijk 2750!). Dè heer Nijgh berekent in bedoeld arti kel, dat stopzetting van den passagier., dienst der IT.A.L. onder handhaving van de vrochtlijnen, die daarvoor in aanmerking komen, in de eenstc lielfit vau 1935 tot ge volg zal hebben het ontslag van ongeveer 1800 man aan scheeps-, kantoor- en wal- personeel, met een jaarinkomen van 2 mil- lioen gulden; een vermindering van aankoo- pen in Nederland van proviand en andere scheepsbehoeftcn (steenkolen en olie neg buiten beschouwing gelaten) van ruim 'nnA.000 per jaar, terwijl uiteindelijk de staat cn de gemeente Rotterdam ƒ250.000 per jear minder aan havengeld, terrein- en kadehuur, loodsgelden, telegraaf en telefoon zullen innen. Tegenover dit alles slaat, dat, indien de bouw van een tweede Statendam door den staat zou worden gefinancierd, laatstgenoem de eerst te beginnen met 1937 niet meer dan het risico zou loopen van rente en afschrij ving, welk bedrag op minder dan 1 millioen per jaar mag worden gewaardeerd. Tenslotte wordt, de verwachting uitgespro ken, dat de volksvertegenwoordiging deze bij uitstek nationale aangelegenheid Hen bezien en daaromtrent een duidelijke uitspraak geven. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen Blz. 1 De commissie voor de Zenderbouw beeft haar rapport gereed. Er wordt voorgesteld een N.V. op Met betrekking tot de crisissfcun voor aard appelen wordt medegedeeld, dat de zoogenaamde „bonken" in de consumptie komen. Blz. 2 Duitschland richt een boodschap inzake de Vol kenbondsbevoegdheid bij en na de Saarstemming tot de juristen der wereld. Amsterdam en de Regeering Memorie van Antwoord op het Afdeelingsverslag. In de Memorie van Beantwoording van - verslag der afdeelingen van den Ge meenteraad over de begrooting voor 1935 zetten B. en W. van Amsterdam uiteen, dat hun eenig streven is, in deze benarde tij den het dagelijksch bestuur over Amster dam zoo goed mogelijk te voeren. Zij mee- nen, dat terecht door hen uiting is gegeven aan de vrees voor de toekomst, indien de Regeenng zou doorgaan met onverwachte lasten op Amsterdam te leggen cn niet vol doende rekening zou houden met de moei lijke positie, waarin vooral de centra der werkloosheid verkeeren. Van een bedreiging was geen sprake, wel van een aankondiging, dat de leden van het. College het mogelijk achtten. dat zij de verantwoordelijkheid niet langer zouden durven dragen. Het betreft hier meer een zaak van beleid dan een wijziging in de staatkundige verhouding tusschen Rijk en Gemeen'. Het kwaad der werkloosheid betuigen B en W. niet minder sterk te beseffen dan wto ook, doch zij meenen, dat het werklooze deel der Amsterdamsche bevolking niet is gebaat met woorden. Uitvoerig betoogen B. en W„ dat het lei dende beginsel bij het finmicicel-e-beieid is. gebleven, dat '"ét gemeentelijk beheer bin nen de wettelijke begrenzingen moet blij ven berusten bij de gemeentelijke organen er cal het gemeentebestuur zelf. l ikening houdende met hoogere belangen, de no idige maatregelen behoort te nemen tot behoud -an een sluitende begrooting. Omstandig i-ordt aangetoond welk een zware taak het is gebleken, dit beginsel fc handhaven in Proces te Boedapest tegen Matoesjaka begonnen, De politie te Oss heeft twaalf jongens van 16 tot 18 jaar aangehouden, verdacht van talrijke inbraken. Blz. 3 De Clearing NederlandDuitschland. Blz. 9 en 10 VI, Naar en in Zuid-Afrika. Reisbrieven vali Prof. Dr. V. Hepp. Blz. 10 DE CRISISSTEUN VOOR AARDAPPELEN De z.g.n. bonken onder de consumptieaardappelen Regeling wordt na i Jan. verlengd De Minister van Economische Zaken heeft de vraag wat voor de naaste toekomst inzake de crisiseteun voor aardappelen moet worden gedaan, nauwkeurig overwogen. Daarbij is bfeslist, dat de maat der consumptieaardappe- pelen dient te worden verruimd, waardoor ook de z.g. bonken in consumptie inen worden gebracht. De Minis s daarmede aan een herhaaldelijk tot hem gericht verzoek tegemoetgekomen. Het ver bruik van aardapelen zal daardoor toenemen. De kosten van het levensonderhoud worden verlaagd. Wegens gevaar voor een ernstige daling- der prijzen tengevolge van groote oogst en ongunstige export blijft de heffing bestaan "i wordt ze na 1 Januari verlengd. Mochten zich evenwel in den loop van het seizoen zoodanige wijzigingen in den toe stand voordoen, dat tot intrekking of wijziging der heffing kan worden overgegaan, dan zal met de financieele belangen van hen, die voor dit seizoen de gebruikelijke wintervoor raden hebben gevormd, voldoende rekening worden gehouden. Over de technische uitvoering der nieuwe maatregelen vernemen wy nog het volgende: Voor de rassen: Zeeuwsche Bonte; Zeeuw- sche Blauwe, Bravo, De Wet, Eigenheimer; Bevelander en Roode Star geldt de bepaling, dat aardappelen bestemd voor menschelijke consumptie moeten kunnen vallen door een vierkante opening van 3600 mM2., terwyl de lengte niet. meer dan 8 cM. mag bedragen, opgeheven. Voor deze rassen geldt dus alleen nog de bepaling, dat aardappelen bestemd voor men- schelijk voedsel niet mogen kunnen vallen door - in vierkante opening van 1225 mM2. De bepalingen omtrent de denaturatie-toe- slagen blijven onveranderd gehandhaafd, zoo dat de bonken niet voor een denaturatie toe- in aanmerking komen, i voor de denaturatie-toeslag in aanmer king te kunnen komen, moeten de aardappelen gezond zijn alsmede geschikt en uitsluitend gesorteerd voor menschelyk voedsel en kun nen vallen door een vierkante opening van 3600 M2., niet kunnen vallen door een vier kante opening van 1225 M2. en niet meer dan 8 c.M. lang zyr,. De heffingen op aardappelen blyven gehand haafd met dien verstande dus dat voor de bon ken van bovengenoemde rassen vervoerd in ongedenatureerden toestand niet meer een heffing van 1 2, doch van i 1 per 100 K.G. erschuldigd is. elk verband B. W. de moeilijkheden uiteenzetten van een sluitende bcgrooting met betrekking tot de Regeeringsmaatrege- en de afwijkende opvattingen bij een deel van den Raa-l. Voorts wordt in het uitvoerige stuk op on derscheidene bijzondere punten ingegaan. DE HULDIGING DER „UIVER". BEMANNING. Het „Initiatief Comité Amsterdam" bericht is, dat op zijn secretariaat zeer vele aan meldingen zijn binnengekomen van vereeni- gingen, corporaties enz. enz., die willen deel nemen aan de huldiging van de „Uiver"- bemanning op 17 November a.s. in de ge meente Amsterdam. Op Woensdag 7 November a.s. des avonds te 8.15 uur in de nieuwe zaal van het gebouw de AAI.VJ., ingang Vondelstraat 8 te Amsterdam-W., zal een bespreking plaats nebben met alle deelnemende mstelingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1