rodiOjJ Uit Tropisch Nederland Voortzetting der Traditie MAANDAG 15 OCTOBER 1934 van onzen indischen correspondent Een nieuwe regent doet zijn intrede W est er sc h -O ostersche plechtigheid Een Indisch journalisten jubileum Het was Zaterdagmorgen geruimen tijd Vóór elven reeds te zien, dat er een groote gebeurtenis zou zijn in de regentswoning .van Mr. Cornelis. Op het ruime vóórplein (erf, zegt een Indischman) groepten inland- sche ambtenaren en bedienden samen, in hun mooiste sarongs gehuld buiten op den weg groeide het aantal inheemsche kijkers aan, een militair muziekcorps stelde zich ter zijde in den tuin op in de schaduw van de hoornen en in de breede voorgalerij werd het langzamerhand een groote drukte van zwart gejaste Europenanen, militairen en be stuursambtenaren in groot tenue, die be groet werden door den ceremoniemeester voor deze gelegenheid, den secretaris van den resident, die immers, als Europeesch bestuurder de hoogste vertegenwoordiger van het gezag is in zijn ressort en aan wien de regent ondergeschikt is, een verhouding, die ook thans weer door den resident van Bata via in zijn toespraak tot den nieuwen re gent, werd geschetst als die van een oude- ren tot een jongeren broeder. Want de resi dent heeft in hoofdzaak het Europeesch be stuur uit te oefenen terwijl de regent met de hem onder-beschikte inlandsche bestuurs ambtenaren de inheemsche bevolking be stuurt, onder toezicht en in samenwerking •met zijn „ouderen broeder". Ambtenaren van de provincie West-Java, gedeputeerden van den provincialen raad een Europeesch bestuurscollege, voorgeze ten door den gouverneur vertegenwoor digers der politie, acht regenten uit West- Java, leden van de rechterlijke macht, gees telijken, personen uit handelskringen, offi cieren van vreemde Oosterlingen Chinee- zen en Arabieren, die voor hun groep een door de Regeering benoemden „officier" uit hun eigen kring als „bestuurder" hebben allen in hun mooiste ambts- of gekleed costuum warm om dezen tijd van den dag vooral waren tegen elf uur verzameld in de groote kaboepaten, de binnengalerij van de regents woning. In het midden achteraan, vóór de deuren welke toegang gaven naar de achtergalerij, waar de inheemsche vrouwen verzameld waren, behalve de vrouw van d#n regent die met zijn tweede vrouw of was het zijn dochter? dat kon ik niet te weten ko men stond een tafeltje met een groen kleed, waarop enkele ingrediënten voor het stellen van een lakzegel en daarachter een groot portret van koningin Wilhelmina, als hoogste veitegenwoordigster van het ge zag ook over dit gebied van Haar rijk. Langs de zuilen waren guirlandes van groen aangebracht, hier en daar stonden bloemstukken van colleges, vereenigingen of autoriteiten, die mede deden blijken, dat hier een feestelijke plechtigheid zou plaats vinden. Mr Cornelis niet de „stad", die over eenige maanden bij Batavia zal wor den ingelijfd, maar het regentschap, dat zich veel verder uitstrekt ontving zijn nieuwen regent, den heer Koesoemadinata, tot nu toe patih van Tasikmalaja. Hij schreed plechtig binnen, vergezeld door verschillen de inheemsche bestuursambtenaren en en kele Mohammedaansche priesters, nadat eerst de gouverneur, de waarnemende, daar de eigenlijke met verlof is met zijn ge volg was gearriveerd, terwijl toen hij uit de euto was gestapt en de marmeren trapj>en van de voorgalerij had -betreden, de muziek pledhtig het Wilhelmus speelde. Vóór de beeltenis van de Koningin legde de regent de eed af, nadat, de secretaris van den resident het benoemingsbesluit had voorgelezen. De hoofdpemghoeloe van Mr Cornelis hield den Koran boven het hoofd -van den rogent en liet hem zóó het Moiham- medaanscho eedsformulier afleggen. Ten be wijze, dat hij het bestuur over het regent schap aanvaardde, drukte hij zijn zegel op de desbetreffende e'edsverklaring. Nadat de priester in zijn donkere mantel was teruggetreden, nam de waarnemend gouverneur bet woord, om den nieuwen regent toe te spreken en in te leiden in een taak, die vooral thans zwaar is door den slechten economischen toestand en vooral in dit regentschap moeilijk is door de aan wezigheid van veel particuliere landerijen, eigenlijk een soort kleine staatjes in den staat, onder bestuur van den bezitter, den landheer. De gouverneur herinnerde in het bijzonder aan de taak tot opbouw dcsaiwezcn, dat nog in vollen groei is en de daarmee gepaard gaande maatregelen op 't gebied van landbouw, veeteelt, credietwezen, belastingadministratie, aanleg en verbete ring \an wqgen de regent van Batavia noemde later in zijn toesprank nog een so ciale verbinding bestrijding van de minaüteit enz. en ook aan de functie van voorzitter van den regentschapsraad, welke de regent ambtshalve vervult. „Raden Koe soemadinata! De naam dien gij draagt, roept de herinnering wakker aan <Te dragers dien-zelfden naam in het verleden, waardige telgen van het Soemedangsohe regenten geslacht, dat wellicht oudste en vermaard- ste onder de regentengeslachten van Java dat zoovele uitmuntende bestuurders af leverde, onder wie er verschillende den Pan- geranstitel voerden en wier levensdaden en zegenrijk bestuur steeds grooteren luister aan de glorie van hun geslacht hebben hij- gezet". Den patih van Mr Cornelis, die na den dood van den vorigen regent gedurende acht maanden het rogentschap heeft waar genomen, overhandigde de gouverneur ver volgens het besluit, waarbij hem de bijzon dere tevredenheid der regeering wérd be tuigd. Toen kwam de regent aan het woord, die met een korte rede ondier Gods zegen het bestuur aanvaardde. En daarna spraken nog verschillende andere autoriteiten, zooals de regent van Tasikmalaja namens de aan wezige regenten, de resident van Batavia, de assistent-resident van Mr Cornelis, even als de patih, een lid van den regentschaps raad. de waarnemend burgemeester van Mr Cornelis, de majoor der Chineezen en de voorzitter van de vereeniging van eigena ren van particuliere landerijen. Na dankwoorden van den regent tot ellk der sprekers in het bijzonder, volgde voor lezing in het Soendaneesch en Maleisch de spreektalen in het regentschap van hot benoemingsbesluit en tot slot ging de hoofdpenghoeloe voor in een gebed, zijn banden schuin voor uit omhoog geheven met de palmen naar hoven, om den zegen van den Allerhoogste, die hij Allah noemde, af te smeeken. Hiermede was het officieele gedeelte van de plechtigheid geëindigd. De gouverneur wenschte de regentenfamilie nog persoon lijk geluk, hoorde op de treden van de voor galerij weder het Wilhelmus aan, werd er met den rogent naast zich gefotografeerd en reed toen weer af met zijn gevolg. Binnen liepen de bedienden met splitjes en sigaren bnd, een radiotoestel werd in een hoek van de kaboepaten gezet en wel wat komiek klonk het opgewekte wijsje van ,.It 's a long way tot Tipperarv". De lagere ambtenaren en het j>ersoneel bezegelden met een slametan en de regent met zijn familie en genoodigden met een puike rijsttafel deze plechtigheid, waarbij hij op den hoog- sten trap van inlandsch bestuur was ge steld. Maar de Europeesche zwartrokken en groottenuers, die als alle aanwezigen be halve de twee vrouwen en één Europeesche dame, die was gekomen de plechtigheid van meer dan een uur staande hadden bij gewoond. haastten zich al gauw onder de loodrecht schijnende zonnestralen in hun auto's naar huis, want het was weer een warme beweging ge-weest, VersdMllenden hunner, onder wie de waarnemend gouverneur zelf, waren Maan dagavond weer bij een plechtigheid tegen woordig. Ditmaal gold het een Europeaan, den heer H. C Zentgraaff, hoofdredacteur van de Javabode en voordien lange jaren van het Soerabajaasch Handelsblad, die het zeldzame feit gedacht, dat hij veertig jaar lang in de Indische journalistiek werkzaam is. Als militair uitgekomen, kwam hij op zijn twintigste jaar bij de Indische pers en werkte zich op tot een der eerste journalis ten van Indië, ook een van de beste ken ners van Indië en Indische toestanden. Wel iswaar hield hij er praktijken op na, die nu niet bepaald bewondering kunnen vergen en met name tegenover de Christelijke pers in Indië het weekblad De Banier en ook ten opzichte' van de vakvereenigingsleiders in Indië heeft hij zich den laatsten tijd van zijn siechtsten kant doen kennen. Maar nu hij zestig jaar is geworden, mag toch zeker wel even deze dynamische figuur, aan wie Indië veel verschuldigd is, doordat hij veel misstanden heeft geopenbaard en bestreden ook in het ambtelijke genoemd wor den. Zijn fouten zijn ook in de toespraak van den wnd gouverneur als ecre-voorzittei- van het ilmldigingsoomite, niet verzwegen en zelf heeft hij in zijn rede aan het diner gewaagd van zijn fouten, die echter dat toonde de prootsche huldiging ter wille van het groote doel worden vergeven. Men vergete ook niet. dat Zentgraaff stamt uit een tijd, waarin de Indische pers nog moest worden opgebouwd en vooral de autoritei ten, die hun zonder liever niet in het zon licht zagen gezet, zich sterk tegen publici teit kantten. Dat een gouverneur en een regeerlngsge- machtigde op een journalistenjubileum waar deerende woorden voor de pers en een die naar der pers zouden spreken, had men zeker een twintig jaar geleden niet kunnen denken. En dat is zeker ook te danken aan het werk van Zentgraaff. Op dit jubileum hebben zeker verschillen de mensohen dingen moeten vergeten, dóe hen anders van deelneming aan de huldi ging zouden hebben teruggehouden. Maar dat dit kon gebeuren, bewijst, hoe snel men in dit goede land verpeet. hetgeen ook wel eens zijn goede kant heeft. Zoo zat nu aan den maaltijd mede aan, de hoofdredacteur van het Bataviaascih Nieuwsblad, die ook lid van het huldigingscomité was en die nog sledhts een jaartje geleden, nu niet bepaald vriendelijk door Zentgraaff werd bejegend, wien hij overigens fel van repliek diende! Niet, dat zij nu boezemvrienden zijn gewor den. maar erkenning van verdiensten is er toch wel! Wat overigens de principes van Zent graaff betreft als er hieb van principes kan worden gesprok-en deze zijn zoo ge heel anders dan de Christelijke en hij zelf is ook zóó onkundig van de :\eest elemen taire Christelijke principia, dat men in d i l opzicht Indië, helaas, niet ten volle geluk kan wenschen mét het veertigjarig be-zit van dezen journalist. BINNENLAND. Artikel 36 En de houding van Mr. de Savornin Lohman In het artikel, dat de heer J. R. Snoeck Henkemans in „De Nederlander" plaat ste en w aaruit wij een citaat namen, schreef hij ook het volgende: „Vier jaren later, in 190T», werden de 21 hier gespatieerde woorden door de Synode der Gereformeerde Kerken uit de belijdenis geschrapt. Om welke reden dit geschiedde: onder de druk van politiek, uit vrees voor politiek, of uit andere oorzaak, is ons onbe kend. Echter moge het hier worden uitge sproken, dat deze schrapping ons toeschijnt geen gelukkige daad te zijn geweest Men moet, gelijk de Savornin Lohman deed, ar tikel 36 lezen in zijn geheel en vooral in zijn strekking". Naar aanleiding daarvan schrijft de heer R. A. den Ouden ons: Weet de hieer Snoeck Henkemans mis schien ook, om welke redenen dezelfde mr A. F. de Savornin Lohman deel heeft uitge maakt van de commissie, welke door de Synode van Arnhem 1902 benoemd, aan die van 1905 rapport heeft uitgebracht en daar in, na een vijftal conclusies, als haar oor deel te kennen gaf: „Het is op deze gron den, dat uw deputaten u adviseeren het gravamen dér bezwaarde broederen tegen de bedoelde zinsnedo in de Confessie ge grond te verklaren en zoodanige maatrege len te nemen als noodig zullen zijn om hun consciëntiën te ontlasten"? Indien de heer S. H. dit niet weet, zouden wij hem willen adviseeren o.a. na te slaan „Verzamelde opstellen", (deel II. blz. 1854), alsmede wat in de „2e" uitgave van „Onze Constitutie" (1907), bldz 312, noot, staat ven- meld waar de heer L. zegt: „Het is intus- sohen onloochenbaar, dat de Gereformeerde Kerken bedoeld artikel steeds zoo hebben verstaan en bedoeld, dat de Overheid gerech tigd was tegenover dwaling en ongeloof de kraoht van haar arm te doen gevoelen. Het is om die reden, dat, in navolging trouwens van vele buitenlandsche kerken, een deel der Nedcrlandsche gereformeerde kerken, in haar in 1905 gehouden Synode, de woor den „om te weren en uit te roeien alle af goderij en valsche godsdienst" hebben ge schrapt. Men achtte dat, met het oog op de andere artikelen der Belijdenis beter, dan de woorden op te vatten in een andere zin, dan de samenstellers daarmee bedoelden". Zeer verbolgen Maar gansch ten onrechte Met woorden, zoo vriendelijk als men maar bedenken kan, toornt de roode pers tegen een artikel in ons blad, waarin we uit haar kolommen citeerden de uitdrukking: „Onze molen maalt lust'g". Dit neemt de redactie ons heel erg kwa lijk, omdat wij „zo.gvuldig verzwegen, dat de roode pers een nieuwe splitsing van de antirevolutionaire partij een gevaar voor de Nederlandsche democratie heeft genoemd," en wij bij onze Ie ers de valsche voorstel ling wekten, dat de roode pers zich met wel behagen in dc zorgen van de antirevolutio naire partij leiding zou hebben verdiept. „Men moet aldus krijgen wij te hoo- nen wel zelf geheel en al gewend zijn aan het beschouwen van de t>oiitieke vraag stukken van de allerkleinste kant. om. ter wijl men bij goed lezen beter kon weten, bij ons dezelfde geestesgesteldheid te ver onderstellen." Afgezien nog van de waarheid, dat de roode pers van dag tot dag niets anders doet, dan partij-politieke beschouwingen van de kleinste soort te leveren en van elke cri- t-iek op de regeering gebruik maakt om eigen partij-positie te versterken; moeten wij haar toch onder de aandacht brengen, dat wij eerlijk en zuiver hadden geciteerd, wat zij schreef over door haar betreurde split sing in de antirev. partij. Van zorgvuldig verzwijgen was dan ook geen sprake; zorgvuldig citeeren was reeds voorafgegaan. De Arnhemsche Gemeentebegrooting Een tekort van 105.000 Na verwerking van de maximum belas tingheffing, welke het werkloosheidssubsi- diefonds de gemeente zal toestaan, ramen B. en W. van Arnhem het tekort voor 1935 op 105.000. Ter dekking zullen B. en W. mot voorstellen komen, beoogende de volgende bezuinigingen: Ontslag der z.g. boventallige onderwijzers en vervanging van dezen door kweekelingen met acte; Opheffing althans aanzienlijke beperking van het vervolgon derwijs; Afschaffing van de toelage voor plaatsvervangende hoofden van scholen; Verhooging van schoolgelden voor het M O. en het Voorbereidend Ilooger Onderwijs enz., benevens een reeks van kleinere voorstellen. Brandgevaar bij filmvoorstellingen Algemeene maatregelen gevraagd De Ned. Ghr. Filmcentrale (secretariaat Abstederdijk 291, Utrecht) heeft zich met een adres gewend tot den ministerraad, waarin de vrees wordt uitgesproken, dat thans, onder den indruk van het gebeurde in Hilversum-, dc bevoegde autoriteiten in tal van gemeenten maatregelen gaan nemen, die de vertooning van films aan banden leggen. In verband hiermee dringt de N.C.F. er bij den ministerraad op aan, te overwegen, of er geen aanleiding is terzake algemeene regelen te treffen. Het is toch thans te duchten, dat bij ge breke van dergelijke algemeene regelen een onontwarbaar net van uiteenlooj)ende be palingen ontstaat, die aan het geven van filmvertooningen met sociale en cultureels» strekking buiten bioscooptheaters onnoodige moeilijkheden in den weg zullen leggen. Het toenemend gebruik van de film voor deze doeleinden zou daardoor sterk belemmerd worden, en de gezonde ontwikkeling van het goede gebruik der film zou worden tegengehouden. In dit verband wijst de N.C.F. er op, dat de kringen diie de film voor sociale en cul- tureele doeleinden benutten, zelf de behoefte aan ordening op dit gebied reeds lang heb ben gevoeld. De Ned. Chr. Filmcentrale, die na een langdurige voorbereiding in het begin van dit jaar door de samenwerking van een aantal groote Christelijke organisaties (Ned. Ghr. Persburear Patrimonium, A.M.V.J., Zendingsbureau te Oegstgeest, Ned. Chr. Reisvereen., Unie v. Chr. Onderwijzers, Ver een. van Chr. Onderwijzers, Geref. School verband. Ned. Christen-Vrouwenbond, Chr. Nat. Vakverbond, Chr. Nat. Werkmansbond, Bond van Chr. Mulo-scholen, Vereen, van leeraren aan Chr. Gymnasia en Lycea) werd .gesticht, die een kring bestrijkt welke zich over het algemeen onthoudt van bezoek aan bioscooptheaters, ook al zouden daar films worden vertoond, die om hun vorm en/of inhoud op zichzelf niet behoeven afgewezen te worden, en die zich tot doel stelt te stre ven naar lietere verhoudingen voor het ver- toonen van films ten dienste der Christelijke actie, heeft daarbij ook in het oog gevat de noodzakelijkheid van het geven van waar borg voor een bedr'Hezekere vertoo ning. Daarom heeft zij haar techni- schen dienst toebetrouwd aan een reeds ja ren gevestigde onderneming, die op het ge bied van filmtechniek een uitnemenden naam heeft en vraagt zij bij het geven van haar bemiddeling voor het huren van films, die niet door haar technischen dienst ver toond worden, garantie voor een deskundige vertooning, zulks met recht van controle harerzijds. Ook voor andere bevolkingsgroepen zijn reeds organisaties werkzaam, die een derge lijk streven beoogen. Deze zuilen, evenals de N.C.F., bereid zijn, mee te werken aan een regeling op dit gebied, die eenerzijds de veiligheid van het publiek bij filmvertoonin gen zooveel mogelijk waarborgt en die an derzijds aan het gebruik van de film voor sociale en cultureele doeleinden de mogelijk heid van een normale ontwikkeling laat. De N.C.F. voegt aan den aandrang tot 't stellen van regelen nog het verzoek toe, om daarbij met deze organisaties overleg te plegen. Wordt door Hitier in navolging van Hindenburg gehandhaafd Geen radicale wijziging in de Wilhelmslrasse Tegen veler verwachting heeft het heen gaan van rijkspresident von Hindenburg, die ruim negen moeilijke jaren lang het staatsbewind op voorbeeldige wijze leidde, een radicale wijziging in de Wilhelmstrasse niet met zich meegebracht. Terwijl men zich in het buitenland nog bezig hield met het vraagstuk, wie nu tot zijn opvolger benoemd of gekozen zou worden, was men in regee- ringskringen reeds overeengekomen, dat rijkskanselier Hitier voortaan tevens als Leider van staat en volk zou optreden. Van de titel rijkspresident werd voorgoed afge zien, deels uit eerbied voor den Ouden Heer, waanschijnlijk ook, om deze laatste herinne ring aan de gehate grondwet van Weimar uit de weg te ruimen. In de geschiedboeken van het Dorde Rijk wil men aan de moei lijke jaren van November 1918 tot Januari 1933 niet geen woord meer herinnerd wor den. Het was een der eerste maatregelen der nieuwe regeering, alle pleinen e.i straten, die aan het presidentschap van Bbert deden terugdenken, van namen te voorzien, welke met de nationaal-socialistisohe strijd ver bonden zijn. Merkwaardig genoeg leidt de Stresemannstrasse vooralsnog van de Anhai- ter Bahnhof naar het Hallesche Tor, maai ook dóe onderscheiding zal wel haar langste d-uur gehad hebben. Daarentegen bleef de traditie, welke de Wilhelmstrasse met de persoon van Hinden burg onafscheidelijk verbindt, zooveel moge lijk gehancthaaffd. Het bureau van rijkspresident werd weliswaar omgedoopt tot, „Prasidialkanzlei", maar de leiding hier van bleef toevertrouwd aan staatssecretaris Dr Meissner, die in dezelfde functie achter- eenvolgéns Ebert en Hindenburg op voor beeldige wijze terzijde stond. Zijn officieele itiitel luidt tegenwoordig „staatssecretaris en chef der presidiale kanselarij". Deze kanselarij omvat al net eender als vroeger drie afdeelingen: de eerste hie staat onder leiding van Ministerialdirigent Dr Doelde en -behandelt alle aangelegen heden, welke in verband staan met de bin- nenlandsche politiek; in het bureau van den rijkspresident behandelde eertijds Ministe- rialrat Dr baron von Hoyningen Hune alles, wat met de buitenlandsche politiek samen hing, maar nu deze ortelings tot gezant te Lissabon is benoemd, moet zijn werk aan een opvolger worden overgedragen- de derde afdeeling behandelt het financieel beheer, het toekennen van hooge onderscheidingen en het zenden van gelukvvenschen of con- doleanties, waarbij net als vroeger Ministe rial rat Geilenberg de leiding in handen Het diplomatieke corps Daar alle bevoegdheden van den rijkspre sident zijn overgegaan naar Hitler, spreekl bet vanzelf, dat het corps diplomatique voortaan door hem wordt ontvangen op de gebruikelijke nieuwjaarsreceptie en bij ver dere aangelegenheden; op wensch van den Leider zal zulks ook in de toekomst in het paleis van Hindenburg, dus Wilhemstrasse 73. geschieden. De gezanten, die Duitscbland in het bui tenland vertegenwoordigen, ontvangen voort van Hitier hun geloofsbrieven en al net eender worden alle verdragen en over eenkomsten met vreemde mogendheden door hem onderteekend. Het traditioneele ge bruik, dat zulke documenten nog een tweede onderteeken:ng behoeven, is ook than6 ge handhaafd .gebleven. Wetten en verordenin gen behoefden tijdens het keizerlijk bewind naast de onderteekening van den keizer de naam van den rijkskanselier. Toen Ebert aan het bewind kwam, werd een nieuwe verordening van kraoht, want niet slechts de rijkspresident en de ks lier. maar ook de minister die bij een be paalde verordening betrokken was, moest mede onderteekenen. Aan deze gewoonte schijnt men va6t te houden, want alle verordeningen van het tegenwoordige staatshoofd worden mede door den hierbij betrokken minister ondertee kend. Alleen het decreet, waarbij Hitier klaarde, dut hij de titel rij lispresident voor zichzelf van de hand wees en pas na een volksstemming als Leider, tevens als rijks kanselier wenschte op te treden, draagt, uit sluitend zijn onderteekening. Sedert 1,>18 kent men in het. Duitsche Rijk slechts drie onderscheidingen, de adelaar en de Goethe^medaille pas sedert korte tijd het door Hindenburg in het leven geroepen Eerekruös ter herinnering aan de laatste oorlog dat door de autoriteiten van rij] staten in opdracht van den kanselier aan verdienstelijke ambtenaren wordt uitgereikt. Ook de toekenning eener reddinesmedaille of een onderscheiding van het Roode Kruis behoeft de goedkeuring van het staatshoofd. Ondereoheidingen van vreemde mogendheden Een persoonlijk schrijven Van onzen brievenbesteller, die door zijn hooge ouderdom meestal een uur later komt dan zijn jongere collega's, liet ik me eens vertellen, dat hij nog drie jaar wil blijven voortsukkelen, hoewel hij allang zijn pen sioen verdiend heeft Op mijn vraag, waar om hij dat wil, kreeg ik ten antwoord: „Pas 1936 heb ik mijn veertigjarige diensttijd bij de fiost bereikt en dan krijg ik een jjersoon- lijk schrijven van Hindenburg!" Dit recht zal hem nu weliswaar niet meer deel vallen, maar ook dit gebruik blijft door Hitier gehandhaafd en dus zal onze brieven besteller met de onderteekening van Hitier genoegen moeten nemen! Een soortgelijk schrijven, soms gepaard gaand met een finanoieele ondersteuning, wordt verzonden in geval van diamanten, gouden en ijzeren huwelijksfeest en het komt voor, dat op één dag meer dan vijftig zulke gelukwenschen onderteekend moeten worden. Ook burgei*s, die hun honderdjarigen leef tijd vieren en dat komt veel vaker voor dan men denkt krijgen een officieele ge- lukwensch per brief of per telegram; pas kortelings zond de Leider een gelukwensch aan een Duitsche vrouw, die 103 jaar oud is geworden. Reeds tijdens het presidentschap van Hin denburg aanvaardde Hitler in bepaalde ge vallen het peetschap van een op zijn naam gedoopte staatsburger en voortaan doet hij zulks bij de geboorte van een zevende of tiende kind. In het Derde Rijk propageert men het groote gezin en pas dezer dagen zag ik in een geïllustreerd tijdschrift de opname van een overgrootmoeder, die haar achterkleinkind op de schoot had! Hitler heeft voortaan het alleenrecht van genade voor recht en voor het opheffen van een door hem gelaakt vonnis in strafaan- gelegenheden. Zooals pas bij de vreeselijke moord op den koning van Joego-Slavië bleek, is hij de eerste, die in Duitschland zijn leed wezen voor de gansche natie aan de regee ring van het getroffen land tot uiting brengt Al net eender als keizer Wilhelm II is hij opperbevelhebber van leger en vloot en direct onder hem staat de rijksweerminister. De rijksweer draagt er zorg voor, dat de eerewacht op een voorgeschreven tijd naar het paleis van Hitier marcheert en öp den aangegeven tijd wordt afgelost. Het bedrijf der spoorwegen staat al net eender onder zijn leiding als de scheepvaart en wij weten, dat hij bijzonder veel aandacht schenkt aan het automobiel verkeer, v toe over heel Duitschland speciale wegen worden aangelegd. Zoo wordt de traditie, welke Hinden/burg als staatshoofd tijdens zijn negenjarig be wind zijn bijzondere aandacht schonk, ook door Hitier op voorbeeldige wijze gehand haafd en uitgebreid. DINSDAG 16 OCTOBER 8.00—9.15 Morgenconcert. 10001030 Gramofoonmuziek. 10.3011.00 Muziekuitzending voor fabrie- 11.00—11.30 Gramofoonmuziek. 11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje door Pastoor L. H. Perqujn. 12.01 12.15 n.m. Politieberichten. 12.15-1.00 n.m. De Kro-boys oJ.v. Piet Lustenhouwer. 1.00—1.20 n.m. Gramofoonmuziek. 1.20—2.00 n.m. Orkest o.l.v. Marinus van 't Woud. 2.00—3.00 Vrouwenuurtje. 3.004.00 n.m. Modecursus (3e les) door mevr. H. Cuppers Geurs. 3.003.30 n.m. Naai- en knipcursus en het maken van een voudige hoeden. 3.30—4.00 n.m. Opleiding coupeuse-leerares. Brusselsche en Parljsche H.I.R.O. 4.00 n m. Uitzending voor de Nederl. Ver. van Spiritisten „Harmonia". 4.10 nm. Lezing door Jhr. Felix Ort, over „Spiritisme". 4.35 n.m. Uitzending voor de Evangelische Maatschappij. 4 45 n.m. Lezing door Ds. A. G. H. van Hoogenhuyze. Onderwerp: „Uit het dienst huis uitgeleid". KJR.O. 5.10—5.50 n.m. Orkest oJ.v. Johan Gerrit- 6.407.00 o.m. Esperanto-cursus (herhaling le les) door P. Heilker. 7.00—7.15 n.m. Politieberichten. 7.15—7.35 n.m. Kath. Radio Volksuniver siteit. Theol. Fac. III „Het Priesterschap" door Pater Lector A. Vismans O P. 7.45-»—8.15 n.m. Dc Kro-boys o.l.v. Piet Lustenhouwer. 8.15—8.25 n.m. Liedjes door Margie Morris en Else d'Heureuse. 8.25—8.30 n.m. Gramofoonmuziek 8.30—8.35 o.m. Vaz Dias. 8.35—8.50 n.m. „Uit de wereld van de film", door A. van Domburg. 8.50—9.00 n.m. Margie Morris en Else d'Heureuse. 9.1510.00 n.m. Symphonie-orkest (U.S.O.) o.l.v. Henn van Goudoever. 10.0010.25 n.m. Gramofoonmuziek. 10.25-10.30 n-m. Vaz Dias. 10.30—10.15 n.m. Symphonie-orkest (U. S.O.) 11.15—12.00 n.m. Gramofoonmuziek. HILVERSUM 301.5 M» A.V.R.O. 8.01 10.00 Gramofoonmuziek. 10.01 10.15 Morgenwijding. 10.15—1030 Muziek ter nabetrachting. 10.30—11.00 Kook- cn bakpraatje doof mevr. R. Lotgering—Hillebrand. „Eigen ge» bakken koekjes 11.00—12.00 Orgelconcert door Frans Has» selaar. Soiiste mevr. Elisabeth Glastra van Loon. sopraan. 12.01—1.45 n.m. Lunchconcert door het or kest van het Rembrandt-theater te Amsfceo» dam o.l.v. Daaf Hartogs. I.45—3.00 n.m. Kamermuziek door het Re sidentie-kwartet. 3.00—4.00 n.m. Knipcursus door mevr. Ida de Leeuw van Rees. Herhaling le les. (Deze les wordt herhaald op 23 Oct.). 4.004.15 n.m. Verzorging zender. 4.154.30 n.m. Gramofoonmuziek. 4.305.00 njn. Radiokindcrkoorzang 0.IV4 Jacob Hamel. 5.00—5.30 n.m. Verhalen voor kleinere kin deren door mevr. Ant. van Dijk. V.P.R.O. 5.30 n.m. Bijbelvertelling door Ds. B. J. Aris, 7e vertelling. A.V.R.O. 6.00—7.30 n.m. Dinermuziek door het Om roeporkest o.l.v. Albert van Raalte. 7.30—8.00 n.m. Engelsche les voor begin ners door Fred Fry. (Deze les wordt nog maals herhaald op 23 Oct.). 8 01—8.05 njn. Vaz Dias. 8.058.15 n.m. Commandant Bouwe Vlas; ,.De Nationale Bond van Barmhartigheid"» 8.159.00 n.m. Klassiek concert door het Omroeporkest o.l.v. Albert van Raalte. So list: Herman Leydensdorff, viool. 9.00—9.35 nm. Radiotooneel. Cyclus; „Groote romans uit de wereldliteratuur". I. 9.35—10.15 n.m. Kovacs Lajos en zijn or kest, m.m.v. de AVRO-girls. 1015—10.30 n.m. Tusschenspel. 10.3011.00 n m. Kovacs Lajos en zijn or kest, m.m.v. Topy Glerum. zang. II.00-11.10 n.m. Vaz Dias. 11.10 n.m.—12.00 Gramofoonmuziek. BUITENLAND Straatsburg: 6.50 n.m. Wagner-concert. Motala: 7.20 n.m. Piano-recital. (Mozart eh Beethoven) Monte Ceneri: 7.20 n.m. Russische muziek» Boekarest: 7.20 n.m. Symphooie-concert, (Gluck. Mozart. Glazoenoff). München: 7.30 n.m. Vroolijk programma. Koningsbergen: 7.30 n.m. Kwartet van Ma* Reger. Berlijn: 7.30 n.m. Symphonie-concert, met Paul Juon. piano. Parijs (Posee Parisian): 8.30 n.m. „La Prin- cesse jaune", van Saint-Saëns. Droitwich: 8.50 n.m. Ethel Smyte-program- ma. 10.20 n.m. Sir James Jeans. „A tour; through Time. Our window into space The Sky". 10.40 n.m. Concert, met Elena Danieli, sopraan. Rome; 9.05 n.m. Concert. (Handel, Rossini e.a.). Kalundborg: 9.30 n.m. Noorsche muziek. Land- en Tuinbouw. EXPORT VAN KOELHUISEIEREN Overeenkomst met Duitschland Volgens een door de bij het Nod. Eiercontro- le-Bureau aangesloten exporteurs ontvangen circulaire is door onderlinge bespreking tusschen Nederlandsche en Duitsche regeerings vertegenwoordigers de mogelijkheid openge steld dat koelhuiseieren uit Nederland gele verd kunnen worden aan een Duitschen re- geeringsinstantie en wel tegen de volgende prijzen. S-klasse (63 K.G.) f 4.franco grens; A- klasse (60 K.G.) f 3.80 franco grensj B— klasse (55 K.g.) f3.60 franco grens; en even tueel C-klasse (50 K.G.) f3.40 franco grens vooropgesteld natuurlijk dat de qualiteit der 'eren goed moet zijn. Behoudens bijzondere omstandigheden zal de restitutie als gewoonlijk 50 ct. per 100 stuks bedragen, terwijl bij de bovengenoemde prijzen de heffing die op de eieren ligt, even- zal worden gebracht op 50 ct. per 100 st. eieren kunnen tegen genoemde prijzen geleverd worden aan een Duitsche regeerings- instantie. De exporteurs zijn bij de thans gel dende regeling niet verplicht om de eieren deze instantie te verkoopen. Het is exporteur echter niet mogelijk ,om eer deelte te leveren. Met het oog op het men van een oordeel of men tot dezen verkoop zal overgaan, zij volledigheidshalve medege deeld, dat de Duitsche regeering langs ver schillende wegen kan bereiken, dat de prijs var de koelhuieeieren in het algemeen niet boron een bepaald peil, hetzij boven of beneden de genoemde prijzen komt, wanneer zij meent, dat zulks wenschelük is. Bij eventueel hooge- ren prijs m den vrijen handel zou de heffing voor die verkoopen om welbekende redenen verhoogd moeien worden. Bjj verkoop aa Dutsiche regeeringsinstantie zal de aflevering geschieden op afroep met dien verstande, dat van het totaal op 1 Dec. 1934 mnistens 75% is geleverd, zoo mogelijk nog meer. Door sa- pienlading direct aan het koelhuis kunnen klei ne partijen wellicht toch per wagon gesloten worden. Een en ander wordt eventueel nader geregeld tuoschen de Duitsche regeerings instantie en mij. De betalingen zullen natuurlijk evenals van alle eieren via de clearing moeten plaats .vinden. TOMATENTEELT EEN MISLUKKING groenten- en fruitveiling Naaldwijk werd aan gevoerd, bleef onverkocht, en moest worden" vernietigd. Niet minder dan 176.900 Kg. vooq Blijkens het overzicht van deze veiling, brachten het vorig jaar September de tomaten gemiddeld bijna 5 per 100 Kg. op. de helft verminderde. De tomatenteelt ia dit jaar dan ook op eert totale mislukking uitgeioopen. Voor een be langrijk deel is dit te wijten aan de enorm hooge invoerrechte» welke Engeland voor dit product heft. Eertijds was Engeland nl. de belangrijkste afnemer van onze tomaten, voer lederen avond zelfs een extra boot in hoofdzaak met dit pro duct geladen, uit Hoek van Holland. Thans is de hoeveelheid welke geëxporteerd werd maar gering te noemen Waar het tevee» bleef, zoggen bovenstaande cijfens. KOOLUITVOER Het Fransche contingent is nihil Men kan gemaakt kunnen worden, dat hot van groenten uit Nederland in Frankrijk zai opgeheven worden met ingang van 15 October, Maar als dan bepaald wordt, zooals nu ge schiedde, dat het in\ oercontingcnt voor witte kool een product dat overal uit Noord-Hol- paa.ld wordt, dat boven de bestaande invoer-. recht zai gelieven woiden emen ze zooiets van 50 f 1 ■door de handel zoo goed ari per 100 Kg. onmogelijk gemaakt wordt. Kunst en Letteren. NIJENHUIS BEHOUDEN Uit, Deventer wordt gemeld, dat 't kasteel Nijenhuis onder Nije na publieke veiling gegund is voor f261.000 aan Ankersmit's Katoen fabrieken te Deventer. Naar den wensch van de verkoopster, dc familie Van Pallandt. zal het landgoed geheel intact blij- l" ven en zeer worden verbeterd door ont- D; Mijnheer Pimpelmans gaat paardje rijden door G. Th. ROTMAN 81. „Ho! Ho!" riep mijnheer Pimpelmans, en toen Sientje het jasje even later uitge spreid voor hem hield, sloeg de arme man van schrik z'n handen in de lucht. Het jasje was kompleet naar de maan; er viel niets meer aan te repareeren. „Nou, we hebben misschien wel een ander j>akje voor me neer!" zei Sientje, „kom maar mee, we zul len wel eens zoeken!" 82. Wegens mijnheer Pimpelmans' dikte was er echter op de heelc boerderij geen jasje te vinden, dat hem paste! En hij moest toch weg! Wacht, hij kon de trui van Hannes, den knecht, wel te leen krijgen. Zoo'n trui rekte wel mee; die Daste dus allicht. En zoo ver trok mijnheer Pimpelmans even later, ge tooid met de roodgestreepte trui. (Wordt Woensdag vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 8