rodiOjJ
Uit Tropisch Nederland
Voortzetting der Traditie
MAANDAG 15 OCTOBER 1934
van onzen indischen correspondent
Een nieuwe regent doet
zijn intrede
W est er sc h -O ostersche
plechtigheid
Een Indisch journalisten
jubileum
Het was Zaterdagmorgen geruimen tijd
Vóór elven reeds te zien, dat er een groote
gebeurtenis zou zijn in de regentswoning
.van Mr. Cornelis. Op het ruime vóórplein
(erf, zegt een Indischman) groepten inland-
sche ambtenaren en bedienden samen, in
hun mooiste sarongs gehuld buiten op den
weg groeide het aantal inheemsche kijkers
aan, een militair muziekcorps stelde zich ter
zijde in den tuin op in de schaduw van de
hoornen en in de breede voorgalerij werd
het langzamerhand een groote drukte van
zwart gejaste Europenanen, militairen en be
stuursambtenaren in groot tenue, die be
groet werden door den ceremoniemeester
voor deze gelegenheid, den secretaris van
den resident, die immers, als Europeesch
bestuurder de hoogste vertegenwoordiger van
het gezag is in zijn ressort en aan wien de
regent ondergeschikt is, een verhouding, die
ook thans weer door den resident van Bata
via in zijn toespraak tot den nieuwen re
gent, werd geschetst als die van een oude-
ren tot een jongeren broeder. Want de resi
dent heeft in hoofdzaak het Europeesch be
stuur uit te oefenen terwijl de regent met de
hem onder-beschikte inlandsche bestuurs
ambtenaren de inheemsche bevolking be
stuurt, onder toezicht en in samenwerking
•met zijn „ouderen broeder".
Ambtenaren van de provincie West-Java,
gedeputeerden van den provincialen raad
een Europeesch bestuurscollege, voorgeze
ten door den gouverneur vertegenwoor
digers der politie, acht regenten uit West-
Java, leden van de rechterlijke macht, gees
telijken, personen uit handelskringen, offi
cieren van vreemde Oosterlingen Chinee-
zen en Arabieren, die voor hun groep een
door de Regeering benoemden „officier" uit
hun eigen kring als „bestuurder" hebben
allen in hun mooiste ambts- of gekleed
costuum warm om dezen tijd van den dag
vooral waren tegen elf uur verzameld in
de groote kaboepaten, de binnengalerij van
de regents woning.
In het midden achteraan, vóór de deuren
welke toegang gaven naar de achtergalerij,
waar de inheemsche vrouwen verzameld
waren, behalve de vrouw van d#n regent
die met zijn tweede vrouw of was het
zijn dochter? dat kon ik niet te weten ko
men stond een tafeltje met een groen
kleed, waarop enkele ingrediënten voor het
stellen van een lakzegel en daarachter
een groot portret van koningin Wilhelmina,
als hoogste veitegenwoordigster van het ge
zag ook over dit gebied van Haar rijk.
Langs de zuilen waren guirlandes van
groen aangebracht, hier en daar stonden
bloemstukken van colleges, vereenigingen
of autoriteiten, die mede deden blijken, dat
hier een feestelijke plechtigheid zou plaats
vinden. Mr Cornelis niet de „stad", die
over eenige maanden bij Batavia zal wor
den ingelijfd, maar het regentschap, dat
zich veel verder uitstrekt ontving zijn
nieuwen regent, den heer Koesoemadinata,
tot nu toe patih van Tasikmalaja. Hij schreed
plechtig binnen, vergezeld door verschillen
de inheemsche bestuursambtenaren en en
kele Mohammedaansche priesters, nadat
eerst de gouverneur, de waarnemende, daar
de eigenlijke met verlof is met zijn ge
volg was gearriveerd, terwijl toen hij uit de
euto was gestapt en de marmeren trapj>en
van de voorgalerij had -betreden, de muziek
pledhtig het Wilhelmus speelde.
Vóór de beeltenis van de Koningin legde
de regent de eed af, nadat, de secretaris van
den resident het benoemingsbesluit had
voorgelezen. De hoofdpemghoeloe van Mr
Cornelis hield den Koran boven het hoofd
-van den rogent en liet hem zóó het Moiham-
medaanscho eedsformulier afleggen. Ten be
wijze, dat hij het bestuur over het regent
schap aanvaardde, drukte hij zijn zegel op
de desbetreffende e'edsverklaring.
Nadat de priester in zijn donkere mantel
was teruggetreden, nam de waarnemend
gouverneur bet woord, om den nieuwen
regent toe te spreken en in te leiden in een
taak, die vooral thans zwaar is door den
slechten economischen toestand en vooral
in dit regentschap moeilijk is door de aan
wezigheid van veel particuliere landerijen,
eigenlijk een soort kleine staatjes in den
staat, onder bestuur van den bezitter, den
landheer. De gouverneur herinnerde in het
bijzonder aan de taak tot opbouw
dcsaiwezcn, dat nog in vollen groei is en de
daarmee gepaard gaande maatregelen op 't
gebied van landbouw, veeteelt, credietwezen,
belastingadministratie, aanleg en verbete
ring \an wqgen de regent van Batavia
noemde later in zijn toesprank nog een so
ciale verbinding bestrijding van de
minaüteit enz. en ook aan de functie van
voorzitter van den regentschapsraad, welke
de regent ambtshalve vervult. „Raden Koe
soemadinata! De naam dien gij draagt, roept
de herinnering wakker aan <Te dragers
dien-zelfden naam in het verleden, waardige
telgen van het Soemedangsohe regenten
geslacht, dat wellicht oudste en vermaard-
ste onder de regentengeslachten van Java
dat zoovele uitmuntende bestuurders af
leverde, onder wie er verschillende den Pan-
geranstitel voerden en wier levensdaden en
zegenrijk bestuur steeds grooteren luister
aan de glorie van hun geslacht hebben hij-
gezet".
Den patih van Mr Cornelis, die na den
dood van den vorigen regent gedurende
acht maanden het rogentschap heeft waar
genomen, overhandigde de gouverneur ver
volgens het besluit, waarbij hem de bijzon
dere tevredenheid der regeering wérd be
tuigd.
Toen kwam de regent aan het woord, die
met een korte rede ondier Gods zegen het
bestuur aanvaardde. En daarna spraken nog
verschillende andere autoriteiten, zooals de
regent van Tasikmalaja namens de aan
wezige regenten, de resident van Batavia,
de assistent-resident van Mr Cornelis, even
als de patih, een lid van den regentschaps
raad. de waarnemend burgemeester van
Mr Cornelis, de majoor der Chineezen en de
voorzitter van de vereeniging van eigena
ren van particuliere landerijen.
Na dankwoorden van den regent tot ellk
der sprekers in het bijzonder, volgde voor
lezing in het Soendaneesch en Maleisch
de spreektalen in het regentschap van
hot benoemingsbesluit en tot slot ging de
hoofdpenghoeloe voor in een gebed, zijn
banden schuin voor uit omhoog geheven
met de palmen naar hoven, om den zegen
van den Allerhoogste, die hij Allah noemde,
af te smeeken.
Hiermede was het officieele gedeelte van
de plechtigheid geëindigd. De gouverneur
wenschte de regentenfamilie nog persoon
lijk geluk, hoorde op de treden van de voor
galerij weder het Wilhelmus aan, werd er
met den rogent naast zich gefotografeerd en
reed toen weer af met zijn gevolg.
Binnen liepen de bedienden met splitjes
en sigaren bnd, een radiotoestel werd in
een hoek van de kaboepaten gezet en wel
wat komiek klonk het opgewekte wijsje van
,.It 's a long way tot Tipperarv". De lagere
ambtenaren en het j>ersoneel bezegelden met
een slametan en de regent met zijn familie
en genoodigden met een puike rijsttafel
deze plechtigheid, waarbij hij op den hoog-
sten trap van inlandsch bestuur was ge
steld. Maar de Europeesche zwartrokken en
groottenuers, die als alle aanwezigen be
halve de twee vrouwen en één Europeesche
dame, die was gekomen de plechtigheid
van meer dan een uur staande hadden bij
gewoond. haastten zich al gauw onder de
loodrecht schijnende zonnestralen in hun
auto's naar huis, want het was weer een
warme beweging ge-weest,
VersdMllenden hunner, onder wie de
waarnemend gouverneur zelf, waren Maan
dagavond weer bij een plechtigheid tegen
woordig. Ditmaal gold het een Europeaan,
den heer H. C Zentgraaff, hoofdredacteur
van de Javabode en voordien lange jaren
van het Soerabajaasch Handelsblad, die het
zeldzame feit gedacht, dat hij veertig jaar
lang in de Indische journalistiek werkzaam
is. Als militair uitgekomen, kwam hij op
zijn twintigste jaar bij de Indische pers en
werkte zich op tot een der eerste journalis
ten van Indië, ook een van de beste ken
ners van Indië en Indische toestanden. Wel
iswaar hield hij er praktijken op na, die nu
niet bepaald bewondering kunnen vergen en
met name tegenover de Christelijke pers in
Indië het weekblad De Banier en ook
ten opzichte' van de vakvereenigingsleiders
in Indië heeft hij zich den laatsten tijd van
zijn siechtsten kant doen kennen. Maar nu
hij zestig jaar is geworden, mag toch zeker
wel even deze dynamische figuur, aan wie
Indië veel verschuldigd is, doordat hij veel
misstanden heeft geopenbaard en bestreden
ook in het ambtelijke genoemd wor
den. Zijn fouten zijn ook in de toespraak
van den wnd gouverneur als ecre-voorzittei-
van het ilmldigingsoomite, niet verzwegen
en zelf heeft hij in zijn rede aan het diner
gewaagd van zijn fouten, die echter dat
toonde de prootsche huldiging ter wille
van het groote doel worden vergeven. Men
vergete ook niet. dat Zentgraaff stamt uit
een tijd, waarin de Indische pers nog moest
worden opgebouwd en vooral de autoritei
ten, die hun zonder liever niet in het zon
licht zagen gezet, zich sterk tegen publici
teit kantten.
Dat een gouverneur en een regeerlngsge-
machtigde op een journalistenjubileum waar
deerende woorden voor de pers en een die
naar der pers zouden spreken, had men
zeker een twintig jaar geleden niet kunnen
denken. En dat is zeker ook te danken aan
het werk van Zentgraaff.
Op dit jubileum hebben zeker verschillen
de mensohen dingen moeten vergeten, dóe
hen anders van deelneming aan de huldi
ging zouden hebben teruggehouden. Maar
dat dit kon gebeuren, bewijst, hoe snel men
in dit goede land verpeet. hetgeen ook wel
eens zijn goede kant heeft. Zoo zat nu aan
den maaltijd mede aan, de hoofdredacteur
van het Bataviaascih Nieuwsblad, die ook
lid van het huldigingscomité was en die nog
sledhts een jaartje geleden, nu niet bepaald
vriendelijk door Zentgraaff werd bejegend,
wien hij overigens fel van repliek diende!
Niet, dat zij nu boezemvrienden zijn gewor
den. maar erkenning van verdiensten is er
toch wel!
Wat overigens de principes van Zent
graaff betreft als er hieb van principes
kan worden gesprok-en deze zijn zoo ge
heel anders dan de Christelijke en hij zelf
is ook zóó onkundig van de :\eest elemen
taire Christelijke principia, dat men in d i l
opzicht Indië, helaas, niet ten volle geluk
kan wenschen mét het veertigjarig be-zit van
dezen journalist.
BINNENLAND.
Artikel 36
En de houding van Mr. de Savornin Lohman
In het artikel, dat de heer J. R. Snoeck
Henkemans in „De Nederlander" plaat
ste en w aaruit wij een citaat namen, schreef
hij ook het volgende:
„Vier jaren later, in 190T», werden de 21
hier gespatieerde woorden door de Synode
der Gereformeerde Kerken uit de belijdenis
geschrapt. Om welke reden dit geschiedde:
onder de druk van politiek, uit vrees voor
politiek, of uit andere oorzaak, is ons onbe
kend. Echter moge het hier worden uitge
sproken, dat deze schrapping ons toeschijnt
geen gelukkige daad te zijn geweest Men
moet, gelijk de Savornin Lohman deed, ar
tikel 36 lezen in zijn geheel en vooral in
zijn strekking".
Naar aanleiding daarvan schrijft de heer
R. A. den Ouden ons:
Weet de hieer Snoeck Henkemans mis
schien ook, om welke redenen dezelfde mr
A. F. de Savornin Lohman deel heeft uitge
maakt van de commissie, welke door de
Synode van Arnhem 1902 benoemd, aan die
van 1905 rapport heeft uitgebracht en daar
in, na een vijftal conclusies, als haar oor
deel te kennen gaf: „Het is op deze gron
den, dat uw deputaten u adviseeren het
gravamen dér bezwaarde broederen tegen
de bedoelde zinsnedo in de Confessie ge
grond te verklaren en zoodanige maatrege
len te nemen als noodig zullen zijn om hun
consciëntiën te ontlasten"?
Indien de heer S. H. dit niet weet, zouden
wij hem willen adviseeren o.a. na te slaan
„Verzamelde opstellen", (deel II. blz. 1854),
alsmede wat in de „2e" uitgave van „Onze
Constitutie" (1907), bldz 312, noot, staat ven-
meld waar de heer L. zegt: „Het is intus-
sohen onloochenbaar, dat de Gereformeerde
Kerken bedoeld artikel steeds zoo hebben
verstaan en bedoeld, dat de Overheid gerech
tigd was tegenover dwaling en ongeloof de
kraoht van haar arm te doen gevoelen. Het
is om die reden, dat, in navolging trouwens
van vele buitenlandsche kerken, een deel
der Nedcrlandsche gereformeerde kerken,
in haar in 1905 gehouden Synode, de woor
den „om te weren en uit te roeien alle af
goderij en valsche godsdienst" hebben ge
schrapt. Men achtte dat, met het oog op de
andere artikelen der Belijdenis beter, dan
de woorden op te vatten in een andere zin,
dan de samenstellers daarmee bedoelden".
Zeer verbolgen
Maar gansch ten onrechte
Met woorden, zoo vriendelijk als men
maar bedenken kan, toornt de roode pers
tegen een artikel in ons blad, waarin we uit
haar kolommen citeerden de uitdrukking:
„Onze molen maalt lust'g".
Dit neemt de redactie ons heel erg kwa
lijk, omdat wij „zo.gvuldig verzwegen, dat
de roode pers een nieuwe splitsing van de
antirevolutionaire partij een gevaar voor de
Nederlandsche democratie heeft genoemd,"
en wij bij onze Ie ers de valsche voorstel
ling wekten, dat de roode pers zich met wel
behagen in dc zorgen van de antirevolutio
naire partij leiding zou hebben verdiept.
„Men moet aldus krijgen wij te hoo-
nen wel zelf geheel en al gewend zijn
aan het beschouwen van de t>oiitieke vraag
stukken van de allerkleinste kant. om. ter
wijl men bij goed lezen beter kon weten,
bij ons dezelfde geestesgesteldheid te ver
onderstellen."
Afgezien nog van de waarheid, dat de
roode pers van dag tot dag niets anders
doet, dan partij-politieke beschouwingen van
de kleinste soort te leveren en van elke cri-
t-iek op de regeering gebruik maakt om eigen
partij-positie te versterken; moeten wij
haar toch onder de aandacht brengen, dat
wij eerlijk en zuiver hadden geciteerd, wat
zij schreef over door haar betreurde split
sing in de antirev. partij.
Van zorgvuldig verzwijgen was dan ook
geen sprake; zorgvuldig citeeren was reeds
voorafgegaan.
De Arnhemsche
Gemeentebegrooting
Een tekort van 105.000
Na verwerking van de maximum belas
tingheffing, welke het werkloosheidssubsi-
diefonds de gemeente zal toestaan, ramen B.
en W. van Arnhem het tekort voor 1935 op
105.000. Ter dekking zullen B. en W. mot
voorstellen komen, beoogende de volgende
bezuinigingen: Ontslag der z.g. boventallige
onderwijzers en vervanging van dezen door
kweekelingen met acte; Opheffing althans
aanzienlijke beperking van het vervolgon
derwijs; Afschaffing van de toelage voor
plaatsvervangende hoofden van scholen;
Verhooging van schoolgelden voor het M O.
en het Voorbereidend Ilooger Onderwijs enz.,
benevens een reeks van kleinere voorstellen.
Brandgevaar bij filmvoorstellingen
Algemeene maatregelen gevraagd
De Ned. Ghr. Filmcentrale (secretariaat
Abstederdijk 291, Utrecht) heeft zich met
een adres gewend tot den ministerraad,
waarin de vrees wordt uitgesproken, dat
thans, onder den indruk van het gebeurde
in Hilversum-, dc bevoegde autoriteiten in
tal van gemeenten maatregelen gaan nemen,
die de vertooning van films aan banden
leggen.
In verband hiermee dringt de N.C.F. er
bij den ministerraad op aan, te overwegen,
of er geen aanleiding is terzake algemeene
regelen te treffen.
Het is toch thans te duchten, dat bij ge
breke van dergelijke algemeene regelen een
onontwarbaar net van uiteenlooj)ende be
palingen ontstaat, die aan het geven van
filmvertooningen met sociale en cultureels»
strekking buiten bioscooptheaters onnoodige
moeilijkheden in den weg zullen leggen. Het
toenemend gebruik van de film voor deze
doeleinden zou daardoor sterk belemmerd
worden, en de gezonde ontwikkeling van
het goede gebruik der film zou worden
tegengehouden.
In dit verband wijst de N.C.F. er op, dat
de kringen diie de film voor sociale en cul-
tureele doeleinden benutten, zelf de behoefte
aan ordening op dit gebied reeds lang heb
ben gevoeld.
De Ned. Chr. Filmcentrale, die na een
langdurige voorbereiding in het begin van
dit jaar door de samenwerking van een
aantal groote Christelijke organisaties (Ned.
Ghr. Persburear Patrimonium, A.M.V.J.,
Zendingsbureau te Oegstgeest, Ned. Chr.
Reisvereen., Unie v. Chr. Onderwijzers, Ver
een. van Chr. Onderwijzers, Geref. School
verband. Ned. Christen-Vrouwenbond, Chr.
Nat. Vakverbond, Chr. Nat. Werkmansbond,
Bond van Chr. Mulo-scholen, Vereen, van
leeraren aan Chr. Gymnasia en Lycea) werd
.gesticht, die een kring bestrijkt welke zich
over het algemeen onthoudt van bezoek aan
bioscooptheaters, ook al zouden daar films
worden vertoond, die om hun vorm en/of
inhoud op zichzelf niet behoeven afgewezen
te worden, en die zich tot doel stelt te stre
ven naar lietere verhoudingen voor het ver-
toonen van films ten dienste der Christelijke
actie, heeft daarbij ook in het oog gevat de
noodzakelijkheid van het geven van waar
borg voor een bedr'Hezekere vertoo
ning. Daarom heeft zij haar techni-
schen dienst toebetrouwd aan een reeds ja
ren gevestigde onderneming, die op het ge
bied van filmtechniek een uitnemenden
naam heeft en vraagt zij bij het geven van
haar bemiddeling voor het huren van films,
die niet door haar technischen dienst ver
toond worden, garantie voor een deskundige
vertooning, zulks met recht van controle
harerzijds.
Ook voor andere bevolkingsgroepen zijn
reeds organisaties werkzaam, die een derge
lijk streven beoogen. Deze zuilen, evenals de
N.C.F., bereid zijn, mee te werken aan een
regeling op dit gebied, die eenerzijds de
veiligheid van het publiek bij filmvertoonin
gen zooveel mogelijk waarborgt en die an
derzijds aan het gebruik van de film voor
sociale en cultureele doeleinden de mogelijk
heid van een normale ontwikkeling laat. De
N.C.F. voegt aan den aandrang tot 't stellen
van regelen nog het verzoek toe, om daarbij
met deze organisaties overleg te plegen.
Wordt door Hitier in navolging
van Hindenburg gehandhaafd
Geen radicale wijziging
in de Wilhelmslrasse
Tegen veler verwachting heeft het heen
gaan van rijkspresident von Hindenburg,
die ruim negen moeilijke jaren lang het
staatsbewind op voorbeeldige wijze leidde,
een radicale wijziging in de Wilhelmstrasse
niet met zich meegebracht. Terwijl men zich
in het buitenland nog bezig hield met het
vraagstuk, wie nu tot zijn opvolger benoemd
of gekozen zou worden, was men in regee-
ringskringen reeds overeengekomen, dat
rijkskanselier Hitier voortaan tevens als
Leider van staat en volk zou optreden. Van
de titel rijkspresident werd voorgoed afge
zien, deels uit eerbied voor den Ouden Heer,
waanschijnlijk ook, om deze laatste herinne
ring aan de gehate grondwet van Weimar
uit de weg te ruimen. In de geschiedboeken
van het Dorde Rijk wil men aan de moei
lijke jaren van November 1918 tot Januari
1933 niet geen woord meer herinnerd wor
den. Het was een der eerste maatregelen der
nieuwe regeering, alle pleinen e.i straten,
die aan het presidentschap van Bbert deden
terugdenken, van namen te voorzien, welke
met de nationaal-socialistisohe strijd ver
bonden zijn. Merkwaardig genoeg leidt de
Stresemannstrasse vooralsnog van de Anhai-
ter Bahnhof naar het Hallesche Tor, maai
ook dóe onderscheiding zal wel haar langste
d-uur gehad hebben.
Daarentegen bleef de traditie, welke de
Wilhelmstrasse met de persoon van Hinden
burg onafscheidelijk verbindt, zooveel moge
lijk gehancthaaffd. Het bureau van
rijkspresident werd weliswaar omgedoopt
tot, „Prasidialkanzlei", maar de leiding hier
van bleef toevertrouwd aan staatssecretaris
Dr Meissner, die in dezelfde functie achter-
eenvolgéns Ebert en Hindenburg op voor
beeldige wijze terzijde stond. Zijn officieele
itiitel luidt tegenwoordig „staatssecretaris en
chef der presidiale kanselarij".
Deze kanselarij omvat al net eender als
vroeger drie afdeelingen: de eerste hie
staat onder leiding van Ministerialdirigent
Dr Doelde en -behandelt alle aangelegen
heden, welke in verband staan met de bin-
nenlandsche politiek; in het bureau van den
rijkspresident behandelde eertijds Ministe-
rialrat Dr baron von Hoyningen Hune alles,
wat met de buitenlandsche politiek samen
hing, maar nu deze ortelings tot gezant te
Lissabon is benoemd, moet zijn werk aan
een opvolger worden overgedragen- de derde
afdeeling behandelt het financieel beheer,
het toekennen van hooge onderscheidingen
en het zenden van gelukvvenschen of con-
doleanties, waarbij net als vroeger Ministe
rial rat Geilenberg de leiding in handen
Het diplomatieke corps
Daar alle bevoegdheden van den rijkspre
sident zijn overgegaan naar Hitler, spreekl
bet vanzelf, dat het corps diplomatique
voortaan door hem wordt ontvangen op de
gebruikelijke nieuwjaarsreceptie en bij ver
dere aangelegenheden; op wensch van den
Leider zal zulks ook in de toekomst in het
paleis van Hindenburg, dus Wilhemstrasse
73. geschieden.
De gezanten, die Duitscbland in het bui
tenland vertegenwoordigen, ontvangen voort
van Hitier hun geloofsbrieven en al
net eender worden alle verdragen en over
eenkomsten met vreemde mogendheden door
hem onderteekend. Het traditioneele ge
bruik, dat zulke documenten nog een tweede
onderteeken:ng behoeven, is ook than6 ge
handhaafd .gebleven. Wetten en verordenin
gen behoefden tijdens het keizerlijk bewind
naast de onderteekening van den keizer de
naam van den rijkskanselier.
Toen Ebert aan het bewind kwam, werd
een nieuwe verordening van kraoht, want
niet slechts de rijkspresident en de ks
lier. maar ook de minister die bij een be
paalde verordening betrokken was, moest
mede onderteekenen.
Aan deze gewoonte schijnt men va6t te
houden, want alle verordeningen van het
tegenwoordige staatshoofd worden mede
door den hierbij betrokken minister ondertee
kend. Alleen het decreet, waarbij Hitier
klaarde, dut hij de titel rij lispresident voor
zichzelf van de hand wees en pas na een
volksstemming als Leider, tevens als rijks
kanselier wenschte op te treden, draagt, uit
sluitend zijn onderteekening.
Sedert 1,>18 kent men in het. Duitsche Rijk
slechts drie onderscheidingen, de adelaar
en de Goethe^medaille pas sedert korte tijd
het door Hindenburg in het leven geroepen
Eerekruös ter herinnering aan de laatste
oorlog dat door de autoriteiten van rij]
staten in opdracht van den kanselier aan
verdienstelijke ambtenaren wordt uitgereikt.
Ook de toekenning eener reddinesmedaille
of een onderscheiding van het Roode Kruis
behoeft de goedkeuring van het staatshoofd.
Ondereoheidingen van vreemde mogendheden
Een persoonlijk schrijven
Van onzen brievenbesteller, die door zijn
hooge ouderdom meestal een uur later komt
dan zijn jongere collega's, liet ik me eens
vertellen, dat hij nog drie jaar wil blijven
voortsukkelen, hoewel hij allang zijn pen
sioen verdiend heeft Op mijn vraag, waar
om hij dat wil, kreeg ik ten antwoord: „Pas
1936 heb ik mijn veertigjarige diensttijd bij
de fiost bereikt en dan krijg ik een jjersoon-
lijk schrijven van Hindenburg!" Dit
recht zal hem nu weliswaar niet meer
deel vallen, maar ook dit gebruik blijft door
Hitier gehandhaafd en dus zal onze brieven
besteller met de onderteekening van Hitier
genoegen moeten nemen!
Een soortgelijk schrijven, soms gepaard
gaand met een finanoieele ondersteuning,
wordt verzonden in geval van diamanten,
gouden en ijzeren huwelijksfeest en het
komt voor, dat op één dag meer dan vijftig
zulke gelukwenschen onderteekend moeten
worden.
Ook burgei*s, die hun honderdjarigen leef
tijd vieren en dat komt veel vaker voor
dan men denkt krijgen een officieele ge-
lukwensch per brief of per telegram; pas
kortelings zond de Leider een gelukwensch
aan een Duitsche vrouw, die 103 jaar oud
is geworden.
Reeds tijdens het presidentschap van Hin
denburg aanvaardde Hitler in bepaalde ge
vallen het peetschap van een op zijn naam
gedoopte staatsburger en voortaan doet hij
zulks bij de geboorte van een zevende of
tiende kind. In het Derde Rijk propageert
men het groote gezin en pas dezer dagen
zag ik in een geïllustreerd tijdschrift de
opname van een overgrootmoeder, die haar
achterkleinkind op de schoot had!
Hitler heeft voortaan het alleenrecht van
genade voor recht en voor het opheffen van
een door hem gelaakt vonnis in strafaan-
gelegenheden. Zooals pas bij de vreeselijke
moord op den koning van Joego-Slavië bleek,
is hij de eerste, die in Duitschland zijn leed
wezen voor de gansche natie aan de regee
ring van het getroffen land tot uiting brengt
Al net eender als keizer Wilhelm II is
hij opperbevelhebber van leger en vloot en
direct onder hem staat de rijksweerminister.
De rijksweer draagt er zorg voor, dat de
eerewacht op een voorgeschreven tijd naar
het paleis van Hitier marcheert en öp den
aangegeven tijd wordt afgelost.
Het bedrijf der spoorwegen staat al net
eender onder zijn leiding als de scheepvaart
en wij weten, dat hij bijzonder veel aandacht
schenkt aan het automobiel verkeer, v
toe over heel Duitschland speciale wegen
worden aangelegd.
Zoo wordt de traditie, welke Hinden/burg
als staatshoofd tijdens zijn negenjarig be
wind zijn bijzondere aandacht schonk, ook
door Hitier op voorbeeldige wijze gehand
haafd en uitgebreid.
DINSDAG 16 OCTOBER
8.00—9.15 Morgenconcert.
10001030 Gramofoonmuziek.
10.3011.00 Muziekuitzending voor fabrie-
11.00—11.30 Gramofoonmuziek.
11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje door
Pastoor L. H. Perqujn.
12.01 12.15 n.m. Politieberichten.
12.15-1.00 n.m. De Kro-boys oJ.v. Piet
Lustenhouwer.
1.00—1.20 n.m. Gramofoonmuziek.
1.20—2.00 n.m. Orkest o.l.v. Marinus van
't Woud.
2.00—3.00 Vrouwenuurtje.
3.004.00 n.m. Modecursus (3e les) door
mevr. H. Cuppers Geurs. 3.003.30 n.m.
Naai- en knipcursus en het maken van een
voudige hoeden. 3.30—4.00 n.m. Opleiding
coupeuse-leerares. Brusselsche en Parljsche
H.I.R.O.
4.00 n m. Uitzending voor de Nederl. Ver.
van Spiritisten „Harmonia".
4.10 nm. Lezing door Jhr. Felix Ort, over
„Spiritisme".
4.35 n.m. Uitzending voor de Evangelische
Maatschappij.
4 45 n.m. Lezing door Ds. A. G. H. van
Hoogenhuyze. Onderwerp: „Uit het dienst
huis uitgeleid".
KJR.O.
5.10—5.50 n.m. Orkest oJ.v. Johan Gerrit-
6.407.00 o.m. Esperanto-cursus (herhaling
le les) door P. Heilker.
7.00—7.15 n.m. Politieberichten.
7.15—7.35 n.m. Kath. Radio Volksuniver
siteit. Theol. Fac. III „Het Priesterschap"
door Pater Lector A. Vismans O P.
7.45-»—8.15 n.m. Dc Kro-boys o.l.v. Piet
Lustenhouwer.
8.15—8.25 n.m. Liedjes door Margie Morris
en Else d'Heureuse.
8.25—8.30 n.m. Gramofoonmuziek
8.30—8.35 o.m. Vaz Dias.
8.35—8.50 n.m. „Uit de wereld van de
film", door A. van Domburg.
8.50—9.00 n.m. Margie Morris en Else
d'Heureuse.
9.1510.00 n.m. Symphonie-orkest (U.S.O.)
o.l.v. Henn van Goudoever.
10.0010.25 n.m. Gramofoonmuziek.
10.25-10.30 n-m. Vaz Dias.
10.30—10.15 n.m. Symphonie-orkest (U.
S.O.)
11.15—12.00 n.m. Gramofoonmuziek.
HILVERSUM 301.5 M»
A.V.R.O.
8.01 10.00 Gramofoonmuziek.
10.01 10.15 Morgenwijding.
10.15—1030 Muziek ter nabetrachting.
10.30—11.00 Kook- cn bakpraatje doof
mevr. R. Lotgering—Hillebrand. „Eigen ge»
bakken koekjes
11.00—12.00 Orgelconcert door Frans Has»
selaar. Soiiste mevr. Elisabeth Glastra van
Loon. sopraan.
12.01—1.45 n.m. Lunchconcert door het or
kest van het Rembrandt-theater te Amsfceo»
dam o.l.v. Daaf Hartogs.
I.45—3.00 n.m. Kamermuziek door het Re
sidentie-kwartet.
3.00—4.00 n.m. Knipcursus door mevr. Ida
de Leeuw van Rees. Herhaling le les. (Deze
les wordt herhaald op 23 Oct.).
4.004.15 n.m. Verzorging zender.
4.154.30 n.m. Gramofoonmuziek.
4.305.00 njn. Radiokindcrkoorzang 0.IV4
Jacob Hamel.
5.00—5.30 n.m. Verhalen voor kleinere kin
deren door mevr. Ant. van Dijk.
V.P.R.O.
5.30 n.m. Bijbelvertelling door Ds. B. J.
Aris, 7e vertelling.
A.V.R.O.
6.00—7.30 n.m. Dinermuziek door het Om
roeporkest o.l.v. Albert van Raalte.
7.30—8.00 n.m. Engelsche les voor begin
ners door Fred Fry. (Deze les wordt nog
maals herhaald op 23 Oct.).
8 01—8.05 njn. Vaz Dias.
8.058.15 n.m. Commandant Bouwe Vlas;
,.De Nationale Bond van Barmhartigheid"»
8.159.00 n.m. Klassiek concert door het
Omroeporkest o.l.v. Albert van Raalte. So
list: Herman Leydensdorff, viool.
9.00—9.35 nm. Radiotooneel. Cyclus;
„Groote romans uit de wereldliteratuur". I.
9.35—10.15 n.m. Kovacs Lajos en zijn or
kest, m.m.v. de AVRO-girls.
1015—10.30 n.m. Tusschenspel.
10.3011.00 n m. Kovacs Lajos en zijn or
kest, m.m.v. Topy Glerum. zang.
II.00-11.10 n.m. Vaz Dias.
11.10 n.m.—12.00 Gramofoonmuziek.
BUITENLAND
Straatsburg: 6.50 n.m. Wagner-concert.
Motala: 7.20 n.m. Piano-recital. (Mozart eh
Beethoven)
Monte Ceneri: 7.20 n.m. Russische muziek»
Boekarest: 7.20 n.m. Symphooie-concert,
(Gluck. Mozart. Glazoenoff).
München: 7.30 n.m. Vroolijk programma.
Koningsbergen: 7.30 n.m. Kwartet van Ma*
Reger.
Berlijn: 7.30 n.m. Symphonie-concert, met
Paul Juon. piano.
Parijs (Posee Parisian): 8.30 n.m. „La Prin-
cesse jaune", van Saint-Saëns.
Droitwich: 8.50 n.m. Ethel Smyte-program-
ma. 10.20 n.m. Sir James Jeans. „A tour;
through Time. Our window into space
The Sky". 10.40 n.m. Concert, met Elena
Danieli, sopraan.
Rome; 9.05 n.m. Concert. (Handel, Rossini
e.a.).
Kalundborg: 9.30 n.m. Noorsche muziek.
Land- en Tuinbouw.
EXPORT VAN KOELHUISEIEREN
Overeenkomst met Duitschland
Volgens een door de bij het Nod. Eiercontro-
le-Bureau aangesloten exporteurs ontvangen
circulaire is door onderlinge bespreking
tusschen Nederlandsche en Duitsche regeerings
vertegenwoordigers de mogelijkheid openge
steld dat koelhuiseieren uit Nederland gele
verd kunnen worden aan een Duitschen re-
geeringsinstantie en wel tegen de volgende
prijzen.
S-klasse (63 K.G.) f 4.franco grens; A-
klasse (60 K.G.) f 3.80 franco grensj B—
klasse (55 K.g.) f3.60 franco grens; en even
tueel C-klasse (50 K.G.) f3.40 franco grens
vooropgesteld natuurlijk dat de qualiteit der
'eren goed moet zijn.
Behoudens bijzondere omstandigheden zal
de restitutie als gewoonlijk 50 ct. per 100
stuks bedragen, terwijl bij de bovengenoemde
prijzen de heffing die op de eieren ligt, even-
zal worden gebracht op 50 ct. per 100 st.
eieren kunnen tegen genoemde prijzen
geleverd worden aan een Duitsche regeerings-
instantie. De exporteurs zijn bij de thans gel
dende regeling niet verplicht om de eieren
deze instantie te verkoopen. Het is
exporteur echter niet mogelijk ,om eer
deelte te leveren. Met het oog op het
men van een oordeel of men tot dezen verkoop
zal overgaan, zij volledigheidshalve medege
deeld, dat de Duitsche regeering langs ver
schillende wegen kan bereiken, dat de prijs var
de koelhuieeieren in het algemeen niet boron
een bepaald peil, hetzij boven of beneden de
genoemde prijzen komt, wanneer zij meent,
dat zulks wenschelük is. Bij eventueel hooge-
ren prijs m den vrijen handel zou de heffing
voor die verkoopen om welbekende redenen
verhoogd moeien worden. Bjj verkoop aa
Dutsiche regeeringsinstantie zal de aflevering
geschieden op afroep met dien verstande, dat
van het totaal op 1 Dec. 1934 mnistens 75%
is geleverd, zoo mogelijk nog meer. Door sa-
pienlading direct aan het koelhuis kunnen klei
ne partijen wellicht toch per wagon gesloten
worden. Een en ander wordt eventueel nader
geregeld tuoschen de Duitsche regeerings
instantie en mij.
De betalingen zullen natuurlijk evenals van
alle eieren via de clearing moeten plaats
.vinden.
TOMATENTEELT EEN MISLUKKING
groenten- en fruitveiling Naaldwijk werd aan
gevoerd, bleef onverkocht, en moest worden"
vernietigd. Niet minder dan 176.900 Kg. vooq
Blijkens het overzicht van deze veiling,
brachten het vorig jaar September de tomaten
gemiddeld bijna 5 per 100 Kg. op.
de helft verminderde.
De tomatenteelt ia dit jaar dan ook op eert
totale mislukking uitgeioopen. Voor een be
langrijk deel is dit te wijten aan de enorm
hooge invoerrechte» welke Engeland voor dit
product heft.
Eertijds was Engeland nl. de belangrijkste
afnemer van onze tomaten, voer lederen avond
zelfs een extra boot in hoofdzaak met dit pro
duct geladen, uit Hoek van Holland.
Thans is de hoeveelheid welke geëxporteerd
werd maar gering te noemen Waar het tevee»
bleef, zoggen bovenstaande cijfens.
KOOLUITVOER
Het Fransche contingent is nihil
Men kan
gemaakt kunnen worden, dat hot
van groenten uit Nederland in Frankrijk zai
opgeheven worden met ingang van 15 October,
Maar als dan bepaald wordt, zooals nu ge
schiedde, dat het in\ oercontingcnt voor witte
kool een product dat overal uit Noord-Hol-
paa.ld wordt, dat boven de bestaande invoer-.
recht zai gelieven woiden
emen ze zooiets van 50 f 1
■door de handel zoo goed ari
per 100 Kg.
onmogelijk gemaakt wordt.
Kunst en Letteren.
NIJENHUIS BEHOUDEN
Uit, Deventer wordt gemeld, dat 't kasteel
Nijenhuis onder Nije na publieke veiling
gegund is voor f261.000 aan Ankersmit's
Katoen fabrieken te Deventer. Naar den
wensch van de verkoopster, dc familie Van
Pallandt. zal het landgoed geheel intact blij- l"
ven en zeer worden verbeterd door ont- D;
Mijnheer Pimpelmans gaat paardje rijden
door G. Th. ROTMAN
81. „Ho! Ho!" riep mijnheer Pimpelmans,
en toen Sientje het jasje even later uitge
spreid voor hem hield, sloeg de arme man
van schrik z'n handen in de lucht. Het jasje
was kompleet naar de maan; er viel niets
meer aan te repareeren. „Nou, we hebben
misschien wel een ander j>akje voor me
neer!" zei Sientje, „kom maar mee, we zul
len wel eens zoeken!"
82. Wegens mijnheer Pimpelmans' dikte
was er echter op de heelc boerderij geen jasje
te vinden, dat hem paste! En hij moest toch
weg! Wacht, hij kon de trui van Hannes, den
knecht, wel te leen krijgen. Zoo'n trui rekte
wel mee; die Daste dus allicht. En zoo ver
trok mijnheer Pimpelmans even later, ge
tooid met de roodgestreepte trui.
(Wordt Woensdag vervolgd