Jliruiur geitmdjc (ütmrant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden ïn Omstreken 15e Jaargang BINNENLAND. DE TROONREDE Gratis lezen tot 1 October De Prinsjesdag in Den Haag abonnementsprijs: Per kwartaal in Leiden en in plaatsen waai een agentschap gevestigd is 235 Franco per post 2.35 portokosten Per week0.18 Voor het Buitenland bij wekelijksche zending4.50 Bij dagelijksche zendingf 530 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7 '/a cL Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestriat 123 Telefoon 2710 (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 NO. 5277 DINSDAG 18 SEPTEMBER 1934 atforrtentieprijjen: Van 1 tot 5 regels f U7'/» Elke regel meerf 0.22'It Ingezonden Mededeelingen van 1—5 regelsf 2,30 Elke regel meer045 Handelsadvertentiën per regel 0.17'/» Bij contract belangrijke korting Voor het bevragen aan 't bureau wordt berekendf 010 Somber vooruitzicht Wolkén en donkerheid Als voren! zal de lezer met even be grijpelijke als misplaatste teleurstelling wellicht uitroepen, wanneer hij kennis neemt van het woord der Regeering. Misplaatste teleurstelling, want ieder begrijpt, dat op dit oogenblik een Troonrede met schoone beloften een politieke en economische dwaasheid zou i zijn. Maar toch, de hoop woont nu een maal in een menschenhart en al durven i wij dan niet rekenen op verrassende mededeelingen, wij zouden al blij zijn als onaangename dingen niet al te scherp gezegd werden. Doch ook dat is ons piet gespaard: het ministerie-Colijn schijnt voor alles bang te zijn om een 1 optimisme, dat niet op de feiten steunt, op te wekken en zet daarom heel de .Troonrede in de zwartste mineur. Rouwfloers hangt er ook om de eer ste paragraaf, waarin de Koningin altijd een persoonlijk element legt. Vorige jaren was Hare Majesteit ver gezeld van haar Moeder en den Prins; het vorig jaar zaten Prins Hendrik en de Prinses nog naast haar: thans wa ren ei1 slechts twee vrouwen. Er zal veel door haar ziel gegaan zjjri op de korte weg van het gala-rijtuig naar de zetel in de Ridderzaal: schrijnende wee moed en felle rouwgedachten. Echter was er ook plaats voor dank baarheid en daarom werd niet alleen herinnerd aan de tijden van zware be proeving, welke Vorstin en Volk door maakten; maar ook aan de treffende bewijzen van genegenheid, welke het Volk spontaan aan zijn Vorstin bood in hartelijk meeleven. Wat nu het positieve en politieke deel der troonrede betreft en wat daar in gelegd 'ofniet gezegd is, daar voor is slechts één woord: afwachten Want wel eindigt het staatsstuk met de mededeeling, dat in het komende zittingsjaar veel van de werkkracht der Staten-Generaal gevorderd zal worden; doch waarop die werkkracht zich zal moeten richten wordt nauw- lijks aangeduid. Uitvoerig wordt gesproken over de moeilijke situatie; weinig of niets wordt gezegd over wat de Regeering denkt te doen. Dit schrijve men niet zonder meer op de debetzijde van 't kabinet. Het vorig jaar is in de eerste troonrede uitvoerig gehandeld over de verschillende proble men en de voornemens der regeering; wanneer er nu over gezwegen wordt, beteekent zulks ongetwijfeld, dat de ingeslagen weg verder zal worden be wandeld. Thans wordt absoluut niets gezegd Van de werkloosheid en haar bestrij ding, zelfs in de voorlaatste paragraaf, welke spreekt van geestelijke verwar- Ving, wordt het woord „werkloosheid" niet genoemd. Het vorig jaar was dat anders. Toen werd veel aandacht geschonken aan dit vraagstuk: de bedoeling zal zijn, dat voortgewerkt wordt in dezelfde richting en naar wij hopen met groote voort varendheid. Ook wordt niet met zooveel woorden gesproken over het gaaf houden van-de gulden; bij het kabinet-Colijn zit dit Vast aan de zorg voor gezonde finan ciën en herhaling van de telkens her haalde betuiging zou slechts verzwak king beteekenen. Kunnen we dit zwijgen dus verkla ren en tot op zekere hoogte waardeeren over andere vraagstukken hadden we toch wel iets meer willen hooren, dan de troonrede geeft. De tweede paragraaf schildert de Situatie zoo donker mogelijk. De toe stand van het bedrijfsleven is zeer zorgwekkend enhet zal nog wel erger worden! Waarbij ook op verras singen gerekend moet worden (derde paragraaf) en blijkbaar om deze reden kan de Regeering alleen zeggen, dat zij de noodzakelijke maatregelen rnet kracht, maar ook met behoedzaamheid nemen zal. Een sluitend budget, dat blijft haar ideaalde laatste teleurstellende maand cijfers over de schatkist bewijzen, hoe bijkans onmogelijk deze taak is. Maar behoedzame wijsheid waarschuwt om de belastingen niet hooger op te voeren, dan nu reeds het geval is; het zou tot ineenstorting leiden derhalve zal op de uitgaven bezuinigd moeten worden. Hieruit volgt o.i. met stelligheid, dat salarissen verlaagd, subsidies etc. be knot zullen wordenechter, de voor stellen zijn nog in bewerking; komen dus wellicht ook niet in de Millioenen- nota. Volgt er ook uit, dat de belasting grens niet verlaagd zal worden, zooals dezer dagen werd gezegd? Wij hopen het, want de indirecte belastingen, tot zeer groote hoogte gestegen, drukken toch reeds zwaar op de „kleine luyden". De paragraaf over de handelspolitiek zet wederom 'n exponent op de mineur toon, welke het vorig jaar reeds werd gehoord. Het zal nog wel erger worden met de belemmeringen van onze export. En daarom zal gestreefd worden naar meer afzet in het binnenland. Over het „hoe" spreekt de troonrede niet In elk geval is verblijdend de mede deeling, dat de crisisregelingen tot het strikt onvermij del ij ke zullen worden beperkt en dat verlaging dér heffingen op het program van wenschen staat. Moge de Regeering hierbij slagen. De populariteit der steunregelingen neemt met de dag af; ook bij een deel en vaak het minst draagkrachtige deel der gesteunden. De paragraaf over Indië is op zien zelf vrij somber (Curasao krijgt dezelf de gunstige aanteekening als het vorig jaar!); maar gewezen wordt toch op het verheugende verschijnsel, dat Ne derland en Indië dichter bij elkaar ge komen zijn. Op industrialisatie wordt aangestuurd; het is noodzakelijk. De internationale paragraaf is som berder dan ooit te voren, somberder ook nog dan de voorgaande. Het is van beteekenis, dat in een officieel staats stuk gewezen wordt op de toenemende drang naar sterker bewapening. En het is even begrijpelijk als betreurens waardig, dat daaraan toegevoegd moet worden: ons land is aan zijn veiligheid verplicht om voor zijn nationale verde diging grooter offers te brengen. We vragen echter: ware het niet mogelijk geweest hier een enkele zin in te lasschen over het duistere bedrijf van hen, die uit de fabricage van en de handel in oorlogsmateriaal hooge winsten en commissieloonen trekken: De Regeering zal, we hadden het niet anders verwacht onder een kabinet, dat door Dr. Colijn geleid wordt, ern stig aandacht blijven schenken aan de handhaving der zedelijke volkskracht. Zij moge dat positief doen door bij het verleenen van steun en het opleggen van lasten de verdeelende gerechtigheid na te jagen; en negatief door krach tig op te treden tegen duistere mach ten, die het volk misleiden en revolutie kweeken onder de massa. Zij moge het niet het minst doen door zelf te leven in de onwrikbare overtuiging, dat alleen 't geloof in Gods Almacht ons volk de noodige levens moed kan geven; en God geve daartoe Zijn onmisbare zegen en leere ons volk de ernst der tijden verstaan. Dan rich ten we door wolken en donkerheid heen het oog omhoog naar Hem van Wien alleen hulp komen kan. De Spelling-Marchant Van Voorburg begint de victorie B. en W. van Voorburg bebben be sloten de spelling-Marchant met in gang, van 1 October voor de secretarie, de bedrijven en andere instellingen der gemeente in te voeren. Dit is dus de eerste gemeente die, buiten het onderwijs, de spelling-Marchant invoert. Nu het eerste schaap over de brug is, zullen wel spoedig meerdere regeerings-instanties volgen. De tweeheid van spelling, die in de ze onvermijdelijke overgangstijd eenigszins verwarrend kan werken, zal dan spoedig tot een eind komen. De Chr. Grafische Bond heeft voor z'n leien het volgen van een cursus over de spel ling-vereenvoudiging opengesteld. Naar wij vernemen wordt deze cursus door meer dan 500 personen gevolgd. Mr. P. W. J. H. Cort v. d. Linden Groningens nieuwe burgemeester. Met ingang van 1 Oct. a.s. is benoemd tot burgemeester van Groningen Mr. P. W. J. H. Cort van der Linden, secretaris van het Verbond van Ned. Werkgevers te -Gravenhagen Mr. Pieter Willem Jacob Henri Cort van der Linden, wiens benoeming tot burgemees ter van Groningen voor niet weinigen een verrassing zijn zal, werd 19 Augustus 1893 te Hilversum als jongste zoon van den Min. van Staat, Mr. P. W. A. Cort van der Linden, geboren. Zijn vader was toen hoogleeraar in de Economie, in welke kwaliteit deze ook 10 jaar te Groningen is werkzaam geweest. De nieuwe burgemeester bezocht het gymnasium te 's-Gravenhage en studeerde aan de Rijks universiteit te Leiden rechten. In de sociaal-economische wereld is denieu- e burgemeester een bekend figuur. Hij is „.m. lid van den Hoogen Raad van Arbeid; idem van den Ned. Werkloosheidsraad; idem de Rijkscommissie voor Werkverruiming; idem van het college van Toezcht op de Be drijf svereenigingen; idem van den Raad van Toezicht op de Rijksverzekeringsbank; secr. en lid van het bestuur van de Federatie van Bedrijf svereenigingen; bestuurslid van het Profylaxfonds; lid van de Staatscommissie voor onvolwaardige arbeidskrachten; lid van den Raad van Administratie van de Ned. Jaar beurs. Wat zijn internationale betrekkingen betreft was Mr. Cort v. d. Linden toegevoegd lid van den Raad van Beheer van het Int. Arbeidsbureau te Genève; gedelegeerde en oud-vice-president van de Arbeidsconferentie te Genève enz. In poliidcis behoort Mr. Cort v. d. Linden H. M. de Koningin heeft heden de gewone zitting der Staten- Generaal met de volgende troonrede geopend: Leden der Staten-Generaail, In deze tijden van zware beproeving, zoo voor het Vader land als voor Mijn Huis, Mij wederom in Uw midden bevin dend, is het Mij een behoefte allereerst uiting te geven aan Mijn warmen dank voor de treffende bewijzen van genegen heid en verknochtheid, die Ik gedurende de laatste maanden uit alle kringen van ons Volk heb mogen ontvangen. Meer nog dan een jaar geleden ondervinden ook wij de gevolgen van de geestelijke en economische ontreddering, waaronder de geheele wereld heeft te lijden. De toestand van het bedrijfsleven zoo hier te lande als in Nederlandsch-Indië is zeer zorgwekkend. Alle bedrijfstakken ondergaan den druk der tijden; vele er van zijn zelfs zeer zwaar getroffen. De verhoudingen in de landen waarmee wij economisch het nauwst verbonden zijn doen voorts de vrees opkomen, dat nog zwaardere druk te verwachten is. Voortbrenging, handel en verkeer zoeken tastend den weg in de wanorde van de talrijke en vaak meest onverwachte verschuivingen op economisch gebied. Onder deze snel wisselende omstandigheden moet in het Regeeringsbeleid kracht gepaard gaan met behoedzaamheid en voorzichtige aanpassing. Onveranderd handhaaft de Regeering haar overtuiging, dat moet worden gezorgd voor gezonde publieke financiën. Daar verhooging van de reeds zoo zwaar drukkende belastingen zonder gevaar voor ineenstorting niet mogelijk wordt geacht, zullen de uitgaven, teneinde binnen de grenzen der beschik bare middelen te blijven, nog verder verlaagd moeten worden. Voorstellen om daartoe te geraken zijn in bewerking. Nu in het afgeloopen jaar het resultaat van onze politiek inzake de handelsverdragen niet geheel bevredigend is geweest en de vooruitzichten dienaangaande eer slechter dan beter zijn, zal met handhaving zooveel mogelijk van onzen export steeds grootere aandacht moeten worden geschonken aan behoud en verruiming van den afzet in het binnenland. De aan het bedrijfsleven opgelegde en wellicht nog op te leggen crisisregelingen zullep tot het strikt noodzakelijke worden beperkt en niet langer dan onvermijdelijk noodig worden gehandhaafd. Op verlaging van heffingen, uit deze regelingen voortgekomen, blijft de aandacht der Regeering onophoudelijk gevestigd. Voor Nederlandsch-Indië zal bij voortduring worden ge streefd naar bevordering van den uitvoer en naar aanpassing van de productie bij de mogelijkheden van afzet. Ook de industrialisatie van dit deel van het Rijk zal, waar mogelijk, geleidelijk worden bevorderd. Het is verheugend, dat in het afgesloten zittingsjaar verschillende maatregelen getroffen konden worden, die Nederland in nauwere economische aanraking brachten met Nederlandsch-Indië en Suriname; in die richting zal worden voortgegaan. Voor Curacao, waar de financieele en economische toe stand de tijdsomstandigheden in aanmerking genomen vrij gunstig kan worden genoemd, bleek de mogelijkheid van soortgelijke maatregelen nog niet aanwezig te zijn. Met groote bezorgdheid voor de toekomst der menschheid moet worden vastgesteld, dat bijna allerwegen de drang naar sterke bewapening herleefd is. De regeering zal doen wat binnen haar vermogen ligt om mede te werken aan de beteugeling van dat streven. Zij is echter tevens verplicht met dit verschijnsel rekening te houden bij de uitvoering van haar aanvankelijke voornemens met betrekking tot de nationale verdediging. De talrijke en zware tegenslagen op economisch gebied, gepaard aan verschillende gebeurtenissen op ander terrein, roepen licht geestelijke verwarring te voorschijn. Des te meer is het noodzakelijk, dat de Regeering zoo hier te lande als in de overzeesche gewesten ernstig aandacht blijve schenken aan handhaving van de zedelijke volkskracht en aan versterking van de eendracht des volks, opdat het vastberaden stand houde te midden der beproevingen. Wie zich toeleggen op het zaaien van wantrouwen en verdenking, wie het gezag der Overheid ondergraven, zijn werkzaam tot verderf van het land en zullen met beslistheid worden wederstaan. Veel zal in het komende zittingsjaar wederom van Uw werkkracht worden gevorderd. In de onwrikbare overtuiging, dat het geloof in Gods Almacht ons Volk den noodigen levensmoed geven kan en met de bede, dat het Hem behagen moge Zijn zegen te schenken op Uw in eendrachtige toewij ding aan het Vaderland te volbrengen arbeid, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal geopend. iiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiËiiiiiiiiM tot de vrijzinnige richting. Hy was o.m. Ka- mercanddaat voor den Vrijheidsbond in den Kieskring 's-Gravenhage. Ook door zyn huwelijk met Jkvr. O. C. Sickinge kreeg hij relatie met Groningen. Uit het geslacht Sickinge zijn toch niet minder dan elf burgemeesters van de stad Groningen voortgekomen. Mr. Cort v. d. Linden is ridder in de orde in den Witten Leeuw van Tsjecho Slowa- Groepsegoïsme Heerscht nog steeds in< de roode beweging In de roode pers wordt nog al druk ge polemiseerd over de devaluatie. Men is het daarover lang niet niet elkander eens. Zelfs nam de redacteur van het „Grafisch Week blad" het onlangs aan de roode pers kwa lijk, dat zij, vlak na een belangrijke bijeen komst van de staf der moderne vakver- eenigingen een artikel tegen devaluatie had geplaatst. Deze redacteur heeft zeker niet mee-gedemonstreerd vóór „vrijheid en democratie". Intuschen, erger is, wat verder geschre ven werd. De redacteur merkte op: „In hoe verre devaluatie te verwerpen is, kunnen wij niet precies nagaan. Maar dat is ook niet noodig, omdat wij bij beoordeeling van devaluatie natuurlijk alleen uitgaan van het belang, dat de arbeiders, de loontrek kende menschen, er bij hebben". Ziedaar, twee misdrijven in één zin. Het is niet noodig een juist oordeel te vellen, als het groeps-egoïsme maar gediend wordt. 't Is verregaand! Wie zich heden op ons blad abonneert met ingang van i October a.s., ontvangt de tot dien datum verschijnende, nummers gratis. Vriendelijk verzoek op te geven, of men per kwartaal of per week wenscht te betaler De namen geve men op aan De Administratie van dit blad Hoe de stoet was samengesteld In den traditioneelen stoet heeft de Koningin zich hedenmiddag, vergezeld van Prinses Juliana naar het Binnenhof begeven, ter opening van de gewone zitting der Staten- Generaal. Om dit steeds aantrekkelijk schouwspel bij te wonen, waren weder talloozen uit alle oorden des lands naar de residentie getrok ken zoodat reeds in den vroegen morgen de straten een levendigen aanblik vertoon den. De stad was in vlaggentooi; niet alleen van de openbare gebouwen van rijk en gemeente wapperde de driekleur, maar ook vele particuliere woningen en winkels spe ciaal in de binnenstad baden de vlag uit gestoken. In het Noordeinde stond reeds eendge uren voor het vertrek van den stoet een dichte menigte wachten, die de Koningin en de Prinses, toen zij per auto van het Huis ten Bosch kwamen rijden, hartelijk toejuichten. Bovendien werd daar het wachten vergoed door den aanblik vat toebereidselen voor het vertrek van den stoe Allereerst zag men de eere-wacht aanrukken, die voor het paleis werd opgesteld en die dit jaar bestond uit een compagnie van het regiment Jagers 100 man, onder bevel van een kapitein het regimentsvaandel. De Koninklijke Militaire Kapel en de beschikbare hoornblazers van het regiment maakten deel uit van deze eerewacht, welke zich opstelde ter weerszijden van het voor plein, tegen de beide zuilengangen van het paleis, om daar de Koningin bij haar vertrek de militaire eerbewijzen te brengen. Ongeveer een half uur voor het vertrek vat stoet zag men de detachementen cavalerie aan komen, die als eere-escorte den stoet zouden openen en sluiten en vervolgens de Officieren der Land macht van het Militaire Huis der Koningin, allen te paard, wien onmiddellijk achter het Koninklijk Statie-rijtuig een plaats in den stoet was aange wezen. Vertrek van den stoet Ter opening van den stoet, die onder de alge- meene leiding stond van R. F. C. baron Ben- tinck, eerste-stalmeester van de Koningin, wa: een detachement aangewezen van Ret tweede re giment Huzaren, sterk 55 ruiters, onder bevel een ritmeester, met den regiments-standaard en het muziekkorps der Huzaren, dat gedurende den tocht marschmuziek speelde. Onmiddellijk daarop volgden in gala-livrei rijknecht-majoor en twee rijknechts te paard. Daar achter kwam de eerste der met twee paarden be spannen gala-koetsen, waarin de Kamerheer-cere- ïmeester der Koningin. R. A. baron van denbroek van Hardenbroek gezeten was. Naast elk portier ging een lakei. Hierop volgden twee gala-koetsen, wederom met een lakei naast elk portier, waarin 8 Kamerheeren, volgens hun rang In twee galarijtujgen volgden de Grootofficieren /olgens rang van benoeming. De zesde galakoets verleende plaats aan de Grootmeesteres mevrouw de douairière van Lynden Sandenburg, geb. barones van Nagel! van Ampsen en de dienstdoende dame du palais C. F. de Brauw geb. Jkvr. van Reenen. zevende galakoets volgde de opper-cere- ster generaal-majoor b.d. J. H. F. Graaf Du Monceau. Naast elk portier van deze vier galakoetsen gingen twee lakeien. Nadat de zeven galakoetsen waren weggereden, reed de gouden koets voor, met acht paarden bespannen. Op dit oogenblik werd door het uitsteken van vaantjes het sein gegeven voor het lossen van het eerste der minuutschoten, welke van het verlaten hef Paleis, omstreeks 1 uur, tot den terugkeer aldaar, werden afgegeven uit de in het Malieveld opgestelde batterij der eerste artilleriebrigade, be staande uit vier vuurmonden. Onder het dreunen van het eerste sahot presenteerde de eerewacht het geweer en zette de Koninklijke Militaire Kapel het Wilhelmus in, terwijl de Koningin en de Prinses, getooid met het breede lint van bet Grootkruis van de Orde van de Neder- landsche Leeuw, in de gouden koets stap ten, die zich vervolgens onder het gejubel der menigte statig in beweging zette. Naast elk van de acht paarden, waarmede de koets bespannen was. ging een koetsier, aan elke zijde van de koets liepen vier lakeien. Ter rechterzijde van de statiekoets reed de chef van het Militaire Huis van de Konin gin, de vice-admiraal b.d. F. Bauduin, ter linkerzijde de Gouverneur der Koninklijke residentie. luitenant-generaal Jhr. W. Röell. commandant van het Veldleger. Achter de gouden koets reden te paard, twee aan twee. de officieren der Landmacht van het Militaire Huis der Koningin. Voortdurend hartelijg toegejuicht door de men- schenmenigte aan weerszijden van den door mili tairen afgezetten weg daarbij stonden op het Lange Voorhout eenige honderden leden van de Oranje Garde opgesteld onder commando van den heer J. Buy tink. garde-commandant van Am sterdam, om de Koningin met talrijke vlaggen een eerbiedigen groet te brengen reed de stoet door de Heulstraat, het Schelppad van het Lange Voor- Op het Binnenhof Daar stood aan de Ridderzaal een eerewacht opgesteld, bestaande uit een afdeeling van de Koloniale Reserve, met vaandel en het muziek korps van het Ve regiment Infanterie. Ook was op het Binnenhof een eerewacht ge plaatst van de Oranje-Garde, gevormd door de putaties van de verschillende afdeelingen tot een totaal sterkte van 150 gardisten, onder bevel van den landelijken commandant, den heer E. R a a m s, waarbij twee trompetters en zes tamboers van de afd. Delft. Onder de tonen van het Wilhelmus, gespeeld door het muziekkorps van het Ve Reg. Infanterie, bestegen de Koningin en de Prinses de treden, lei dende naar den ingang der Ridderzaal, welker peristyle overhuifd was met een rood fluweelen baldakijn met gouden franjes, terwijl de eere wacht de militaire honneurs bracht en de vaandel drager zijn vaandel deed buigen. Op het bordes werd de Koningin begroet door de officieren der Zeemacht van Haar Militaire Huis. In dc Ridderzaal Bij het binnenkomen in de Ridderzaal werden de vorstelijke personen ontvangen door de ge mengde commissie van in- en uitgeleide uit de beide Kamers der Staten-Generaal, welke, vooraf gegaan door den Kamerheer-Ceremoniemeester, de acht kamerheeren, de Grootofficieren en den Ópper-ceremoniemeester, de Koningin en de Prin ses naar de voor haar bestemde zetels geleidde, on middellijk gevolgd door de Grootmeesteres, de dienstdoende dame du palais, den chef van het Militaire -Huis, den Gouverneur der Koninklijke Residentie, den eerste-stalmeester en de officieren van het Militaire Huis der Koningin, die in den stoet waren meegereden, alsmede die welke de Koningin onder de peristyle hadden begroet. De Koningin nam plaats op den troon, links van Haar na.a Prinses Juliana plaats, terwijl de leden van Haar gevolg de plaatsen achter en terzijde van den troon innamen, hun iri het officieele program Onmiddellijk daarna ving de Koningin de voor- lezig aan van de Troonrede, welke evenals ver leden jaar per radio werd uitgezonden. Terug naar het Paleis Nadat de plechtigheid in de zaal was beëindigd werd ruim half twee, met hetzelfde eerbetoon door de eerewacht. de terugtocht naar het paleis in het Noordcinde langs denzelfden wg ondernomen. Oudergewoonte hadden z:ch bij het vertrek van den stoet van de Ridderzaal de leden van het Corps Diplomatique met hun dames, die de ope ningsplechtigheid in de zaal hadden bijgewoond, nabij de middelste poort van het Binnenhof opge steld om de vorstelijke personen bij het voorbij trekken een groet te brengen. Op den terugweg juichte en wuifde de menigte de vorstelijke personen opnieuw geestdriftig toe. Na Haar aankomst ten palcize. waarbij dezelfde eerbewijzen werden gebracht als bij het vertrek, hebfc-i de Koningin en de Prinses zich eenige oogenblikken op het voorbalcon vertoond, onder enthousiaste huldebetuigingen van het publiek. Voornaamste Nieuws. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen BIz. 1 De Troonrede. Prinsjesdag in Den Haag. Tot burgemeester van Groningen is benoemd Mr. P. W. J. H. Cort van der Linden. BIz. 2 Heden vergadert dc Volkcnbondsasscmblce over Ruslands toelating. In de politieke commissie is reeds in gunstigen zin beslist. Nederland stemde tegen toelating, zich aansluitend bij dc Zwitserschc motieven, die door bondsraad Motta op voortref felijke wijze waren uiteengezet. Begin November gaat Schuschnigg naar Parijs a te onderhandelen over Oostenrijks onafhanke lijkheid. Er is sprake van een Donau-Locarnopact. Gorman, de stakingsleider in Amerika, stelt een ultimatum aan de werkgevers. De toestand in het textielconflict wordt ernstiger. In het knoeierij-onderzoek te Washington wor den door senator Nije onthullingen inzake de her bewapening van Duitschland beloofd. BIz. 3 Bij Kon. besluit is bepaald in welke bedrijven werkgevers, zonder toestemming, vreemdelingen geen werk mogen laten verrichten. Te Amersfoort heeft een groote brand in op slagplaatsen gewoed. BIz. 5 De opbrengst der Rijksmiddelen over Augustus. Bij Kon. besluit is ingesteld een bedrijfsraad voor het boekdrukkers- en rasterdjepdrukbedrijL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1