Calvinistische Studenten Beweging BINNENLAND. Vraag en Antwoord. DONDERDAG 6 SEPTEMBER 1934 EERSTE BLAD PAG. 3 lig worde herdacht en een collecte wordt gehouden voor het jubileumfonds. De Synode ging met een en ander ac- coord. Verder werd op voorstel van het co mité besloten op Woensdag 17 Oct. de herdenkingssamenkomst te houden te Utrecht In do middagsamenkomst z hét woord gevoerd worden door Ds. P. de Smit namens de gemeente Utrecht. Door Prof. P. J. M. de Bruin als voorzitter van het comité zal het woord gevoerd worden, alsmede door Ds. R. E. Sluiter en Ds. L. H. van der Meiden. Des avonds zal een bid- en dankuur worden gehouden onder Ier ding van Ds. H. Janssen, leger- en yloot- predikant in algem. dienst. De rapporteur, Ds. Kremer, deelde mede, dat van Dr. II. Colijn, namens het comité uit de Geref. Kerken een verzoek was in gekomen betref feilde eventueele gezamen lijke plaatsing van een gedenksteen. Naar aanleiding hiervan sprak de generale sy node uit dat zij geen deel neemt aan de herdenking van 183-1, uit- gaande van een comité uit een andere kerkengroep. Ds. W. Kremer lichtte de instructie toe van de P.S. van het Noorden betreffende de bestemming van de gelden van het jubileum fonds, luidende: De Gen. Syn. besluit de gelden uitsluitend te bestemmen tot steun van hulpbehoevende gemeenten, gelijk bij den aanvang gesteld is, en bepale, dat deze steun alleen zal dienen om het beroepings- werk ter hand te kunnen nemen, met dien .verstande, dat er een stamkapitaal blijft. Ds. J. Jongeleen verdedigde de instructie van de P.S. van het Midden, bedoelende oin de gelden te bestemmen voor de kas voor emeritus-predikanten, pred.weduwen en Oud. B. Nederlof stelde voor de gelden te bestemmen voor de Theol. School. Oud. G. Rijksen wilde de gelden voor 90 beschik baar stellen voor steun aan hulpbehoevende gemeenten en 10 pet. af staan .voor de eme- rituskas. Na gehouden stemming werd de instruc tie van de P. S. van het Noorden aangeno men, zoodat de ingezamelde gelden bestemd worden voor de vorming van In verband hiermede wees de synode een drietal deputaten aan, die met het beheer van dit fonds belast zullen zijn, nl.Ds. H. Vis Ber (Dordt). Ds. J. Jongeleen (Apeldoorn) en Ds. L. de Bruyne (Zwolle), naast wie als financieel adviseur optreden zal ouderling G. Rjjksen (Zeist). Tevens werd bessloten dat een regeling ontworpen zal worden, |»oor de toewijzing der gelden. Predikant-Kamerlid Nu kwamen in behandeling een tweetal instructies, nl. van de P. S. van het Noorden en het Zuiden, over het bekleeden van een Overheidsambt door predikanten. Die van de P. S. van het Noorden spreekt uit, dat het thans op den weg der Gen. Syn. ligt een de finitief principieel oordeel uit te spreken over het lidmaatschap van kerkelijke perso nen, nl. predikanten en hoogleeraren van den gemeenteraad, de Staten Provinciaal en Staten Generaal, en werd toegelicht door Ds. L. de Bruyne (Zwolle). Ds. H. Visser gaf een toelichting op die van het Zuiden; De Gen. Syn. spreke uit of het in strijd is met het ambt van dienaar des Woords tegelijkertijd een regeeringsambt te bekleeden. Van de zijde dor prae-adviseurs werd er voor gewaarschuwd, het lidmaatschap der Tweede Kamer te beschouwen als een ambt in overheidsdienst, alsof daardoor een pre dikant in een anderen staat des levens zou overgaan. Gewezen werd op de bepalingen van de Synode van 1885, waarbij dit lid maatschap niet werd afgekeurd. Een der hoogleeraren wees er op, dat iemand in de volksvertegenwoordiging niet zitting neemt in de kwaliteit van predikant, cn meende dat emeritaatsverleening niet plaats vindt met de intentie om het lidmaatschap der Staten Generaal te gaan bekleeden. Ouder ling Nederlof vroeg, of een classis aan een predikant, die in staat is zijn ambt te vervul len emeritaat mag verleenen. Verder voer den nog het woord Ds. J. A. Riekel, Ds. W. Bijleveld, Ds. J. Jongeleen, Ds. K. G. van Smeden, Ds. P. de Groot, Ds. W. Kremer, die o.m. vroeg of een kerkeraad „onderla- ting van den dienst" (zie art. 14 D.K.O.) ver leenen mag voor kamerlidmaatschap, Ds. L. H van der Meiden, die terugwees naar 1885, waar het besluit over deze kwestie lang niet eenparig werd genomen. Evenals de vorige epr. meende ook hij, dat de roeping van een predikant naar den wil van Christus niet te vereenigen is met de volkswil om iemand kamerlid te maken. Ds. de Bruyne vroeg naar de juiste beteekenis van art. 14 D.K.O. Hierna werd de vergadering een half uur geschorst. Na heropening werd de bespreking hier- över voortgezet. Gehoord de besprekingen werd deze zaak, naar aanleiding van de aan de orde gestelde instructies in handen ge steld van de volgende studiecommissie, die ter Generale Synode in 1937 zal rapportee ren: Ds. H. Janssen, Ds. P. J. de Bruin, Ds. P. de Groot, Ds. J. L. de Vries, oud. B J. Boerrigter, Ds. W. Kremer, met toevoeging Van Prof. J. W. Geels als adviseur. Huwelijk Oom en Nicht Vervolgens werd in behandeling genomen een rapport betreffende huwelijk tusschen oom en nicht. De op de Synode van 1931 in gestelde commissie betreffende deze aange legenheid rapporteerde bij monde van Ds. R. E. Sluiter, dat het niet in strijd is met Gods Woord doch sterk ontraden dient te worden. Daar dit rapport op de (mindere kerkelijke vergaderingen is aangenomen, werd het ter Generale Synode zonder hoofde lijke stemming aangenomen. In verband hier mede kwam in behandeling de instructie van de P. S. van het Noorden, waarin ge vraagd werd, of het niet wenschelijk is, zulk een „ontraden" huwelijk ook niet kerkelijk in te zegenen. De rapporteur (Prof. P. J. M. Bruin, Ds. L. H. van der Meiden en Ds. R. E. Sluiter) waren van meening, dat deze instructie niet mag worden aangenomen, aangezien het huwelijk niet kan verboden worden op grond van Gods Woord. De in structie werd hierna teruggenomen. Eenheid in de liturgie Na bespreking van de instructies van de P. S. van het Noorden en het Midden, be oogende meerdere eenheid in de liturgie te verkrijgen, werd besloten de bestaande toe stand te handhaven. Hierna ging de Synode in commissie-ver- èaderingerL," SCHOOLNIEUWS Bespreking Referaat Prof. Dr. A. A. van Schelven R raat van Prof. Dr. K. Schilder Avondtoespraak van Prof. Dr. J. Bohatec Buitenge wone belangstelling Lunteren, 4 Sept. 1934 De tweede congresdag van de C.S.B. werd begunstigd door heerlijk zonnig weer, zoo dat met aller instemming besloten werd buiten te vergaderen. De deelnemers zochten zich ieder een plekje uit in de door jeugdige werkloozen amphitheatergewijs gebouwde openluchtver gaderplaats, waar geluisterd werd naar het referaat van Prof. Dr. A. A. van Schel ven, over Nationale Ontwaking, waarvan wij reeds verslag gaven. Discussio Na de koffie had de discussie plaats, welke na den middag nog werd voortgezet, Behal ve enkele studenten namen ook verschillen de gasten aan de bespreking deel, Het laatste gedeelte van het referaat, waar in het ging over het „volkscho" of het „staat- sche", vond eenige bedenking. Prof. Rut gers meende, dat het „volksche" geen pri maat heeft boven het „staatsche". Prof. Dooyeweerd was van rneening, dat een volk zonder staatsverband niet te begrijpen is. Voorts werd gevraagd, hoe prof. Van Schelven zich de Friesche nationale ople ving dacht. In zijn "beantwoording merkte de referent op, dat het Friesche nationalisme de plaats behoort in te nemen, die het hebben moet. Anders zouden we den toestand van Vlaan deren in België kunnen krijgen. Overigens voelt spr. voor recht van wat recht is en niet recht voor wat bestaat. Op de vraag, wat wij in dezen ook als stu denten moeten doen, antwoordt Prof. Van Schelven, dat we niet te veel moeten pra ten, maar practisch moeten demonstreeren, dat we een volkseenheid zijn. God heeft ons sa men geschapen en wij moeten samen huis houden. De gasten zijn weer met enkele vermeer derd. Zoo zagen we een tweetal Duitsche gasten, nl. de heeren Pastor K. Kuhn uit Rheydt en Paul Jacobs uit Elberfeld. Voorts Mevr. G. Kraanv. d. Burg, Vlaardingen; Prof. Dr. D. H. Th. Vollenhoven, Amsterdam; A. Janse, Biggekerke; Ds. P. A. A. Klüsener, Vinkeveen; Ds. A. Ringnalda, Ermelo; J. Schipper, secretaris van het Chr. Nationaal Vakverbond. Na enkele uren van rust en na den maal tijd vereenigden we ons in de vergaderzaal, waar Ds. C. J. Sikkel, van Amsterdam- Zuid een avondtoespraak hield over: „Cal vinisme en Intellectualisme", waarvan wij reeds verslag gaven. De dag werd op de gebruikelijke wijze ge sloten door Mej. A. A. B o o n uit Den Helder Lunteren, 5 September 1934. De derde congresdag stond in het teeken van de buitengewone belangstelling. Dat was reeds in den morgen te zien. Auto na auto bracht nieuwe gasten aan, die fa eel kenmerkend met den naam ,dag- jésmenschen" in het kamp werden betiteld. Onder hen behoorde, ook ee'n auto uit Kam pen, waarmede behalve de referent, Prof. Schilder, nog een drietal Kamper professo ren meekwamen. Prof. Rutgers sprak hier van later in het debat toen hij de vergelij king trok met het Trojaansche paard, waar uit de helden stegen! Bedialve de prof. Greydanus, Ridderbos en den Hartogh trof ven wij heden verschil lende predikanten aan, voorts Dr. B A Knop pers als afgevaardigde van den Ned. Bond van Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag, Dr. Joh. H. Scheurer, Mr. A J L van Beeck Calkoen, de heer J Schouten, Dr. W. A. Langenohl uit Rheydt. Ook zijn twee afgevaardigden van de N C S V. in ons midden, terwijl vanmorgen ook Dr. H. C. Rutgers aanwezig was. De dagopening werd geleid door den heer J. Thomas uit Leiden. Daarna trokken de deelnemers naar het openluchttheater, waar Prof. Dr. K. Schil der van Kampen den katheder beklom om tot ons té spreken over; Spr. begint met er op te wijzen, dat "wij eiken Zondagavond belijden: Ik geloof een heilige, algemeene, christelijke kerk. Deze belijdenis brengt mee alle obligaties, die in elk spreken van geloof liggen opgesloten. De kerk wordt daardoor ingeschakeld in het groote geheel van den geloofsinhoud en de geloofswaarheden. De kerk wordt dus op één lijn geplaatst met bijv. de Drieënigheid, de Godheid van Christus, het jongste oordeel, enz. Vandaag kunnen we niet methodisch anders over de kerk spreken dan 's Zondags. De kerk moeten we a 1 tij d blijven zien als een geloofsinhoud. Die geloofsinhoud wordt alleen door bet geloof aangegrepen en ge kend. Zoodra men de kerk als phaenomeen gaat behandelen, dan heeft men inzake de kerk een geheel andere methode toegepast dan ten aanzien van andere geloofsstukken. Spr. gaat er nu toe over, om de 'begrippen pluriformiteit en pluraliteit nader te bezien. Het concrete spreken van kerkelijke pluri formiteit toont ons, dat wij op een verkeer den weg zijn. Spr. zou het Woord plurifor miteit kunnen critiseeren. Het woord heelt geen zin, tenzij men zegt, dat de kerk (enkelvoud) In veel voimen openbaar wordt in deze wereld. Maar dan exegetiseert men het woord vorm door gestalte. Zoo wil epr. het. nu maar nemen. Nu komt de vraag: Wat is dam die onder scheiden gestalte van de kerk? Het woord kerk blijft enkelvoud, universeele kerk, die hier vandaan komt, dat de H. Geest de ge- loovigen er toe heeft gebracht om samen te komen. De belijdenis spreekt nooit van congrega- tio, maar altijd eerst van coetus, het vrij willig samenkomen van de gelovigen. Door deze eoetus komt de congregatio, waarin de gedachte ligt, dat God als een herder Zijn kudde bijeenvergadert. Het past dus niet om te zeggen: Er is een um'verseele kerk en die openbaart zich in verscheiden gestalten, want dam negeert men de eoetus. Coetus en congregatio beginnen gelijk.' Prof. Dr K. SCHILDER Er is een kloof tusschen hen, die de plu raliteit beweenen en hen, die de ellende van de pluraliteit yerdrijven door de pluriformi- teitsgedachte. Pluraliteit onderstelt eenvoudig tellen en beteekent meervoudigheid. Men rekent hier alleen met los van elkaar staande kerk- instituten. De eene groep zegt, dat plurali teit altijd een ramp is, gevolg van de zonde. Zoodra in de wereld pluraliteit van institu ten bestond, is bet scheef gegaan. Daarom moet men terug naar de primitieve gedach te, dat, indien de kerk de ware kerk zal zijn, zij de nieuwe menschheid moet openharen. Spr. neemt pluriformiteit -nu in zijn ge wone beteekenis. In de schepping ziet spr. dit, dat God uit éénen bloede het gansche geslacht der menschen heeft .gemaakt, om te verhinderen, dat pluriformiteit ooit zou worden oorzaak van pluraliteit. Men mag zoo maar niet een kerkje uit den grond stampen. De pluriformiteit komt pas ter sprake in de ware kerk. Wie echter ze.-t: De plurifor miteit grijp ik aan als een soort pluraliteit, die verderft het kerkbegrip. De andere groep zegt dat zij a posteriori den pluriformen rijkdom Gods in de be staande kerk instituten eert, maar dat his torische mogen wij nooit als norm aan nemen. Een feit is nooit normatief. Voorts meet worden afgewezen elke po ging, om de pluraliteit goed te praten met den naam pluriformiteit De pluraliteit ls gevolg van menschelijke zonde. Wat moeten we nu doen, nu er verschil lende kerken zijn? Spr. antwoordt, dat, waar men alleen is, men geen nieuwe kerk moet maken, doch de historie moet aan vaarden. Wanneer men zichzelf bij die be staande kerk meldt, zoekt men zich in ge hoorzaamheid aan God te betoonen en a an de poort van het geweten van die kerk te kloppen. Wij moeten blijven erkennen, dat ieder een eigen roeping heeft. Wij gelooven, dat God congregeert, ook door deze conferentie Als de zaak van de kerk niet een zaak van de christenen is, maar als Christus voor Zich vergadert, dan moeten wij beven voor het zoeken van eigen eer. Discussie Dit belangrijke referaat werd gevolgd door een interessante discussie, waaraan deelnamen de professoren Rutgers, Vol le n li o v e n, Dooyeweerd, dr. W u r t h, de heeren A. Janse en Everaars. Na het stellen der vragen heeft prof. S c h i 1- d c r des middags breed de gestelde vragen beantwoord en op verschillende punten zijn referaat toegelicht. Daarbij merkte de referent o.a. het volgende op: De twaalf artikelen spreken niet van de Una Sancta. Het institueeren der kerk is kerkvormend zelf. Voor de congregatie geldt hetzelfde als voor de coetus, die zich uitstrekt over organisme en instituut. De congregatie is wel niet klaar, maar komt ook nooit klaar. Men mag een gegeven feit niet fixeeren De discussie met de prof. Vollenhoven en Dooyeweerd ging o.a. over de kwestie, of de historie normatief is, hetgeen naar de meening van prof. Schilder niet zoo is. Uit de historie en de complicaties daarvan kunnen we niet aflezen wat God wil. Wel wil referent aansluiting bij het bestaande. Des avonds hield prof. dr. J. Bohatec uit Weenen een toespraak over het onder werp: Eeuwigheid en Tijd De eeuwigheid blijft voor ons menschelijk begrip ste'eds een raadsel. Is echter in de eeu\vigheidfivraag de grondvraag van ons leven verborgen, dan is elke lichtstraal, die in deze duisternis valt, in staat om in ons het verlangen te wekken naar ha,ar wezen. De wetenschappelijke pogingen, die het kwa litatieve zijns-verschil van tijd en eeuwig heid eenerzijds, hun wederzijdsche betrek king anderzijds naar voren brengen, kun nen aan het probleem geen recht doen. Is wisseling en ontwikkeling hot kënmerk van den tijd. de eeuwigheid is een toestand, waarin elk moment de gansche volfaeid des Geest es. in zich draagt en waarover de adém der reine liefde en van het reine leven gaat. Het eeuwige eischt daarom voor zijn werke Iij'kheid de levensvorm van het tegenwoor dige, waarhij er geen verschil is tusschen verleden en toekomst God zelf is de zuiverste voorstelling van eeuwigheid. God is niet langzamerhand ge- r»«t TTij is. maar uit de' diepte van Zijn innerlijk wezen komt met eigen kracht i uRtiv. n.'erlijke verhevenheid de on eindige volheid van Zijn loven te voorschijn. En toch treedt. God buiten de volheid van Zijn wezen: Zijn eeuwigheid blijft niet in Hemzelf besloten. De tijd, dien Gpd niet vóór of na, maar met de wereld hééft ge schapen, wordt door Hem doordrongen, evenals. Hij. de Verhevene, toch deze wereld nabij is met Zijn macht «n liefde. De Schrift zegt: „Voor God zijn duizend iaren als één dag" Voor God verdwijnen in den grootci) tijd jaren, dagen. uren. Ligt alzoo de tijd in den schoot der eeuwigheid, ook de eeuwigheid daalt af in den tijd. Uit •het daaruit voortkomende troostrijke ge loof. dat iedere afzonderlijke mensch met een verdwijnende golf in de woelige zee is. maar dat ieder een Gortsgedachte, is en daarom eeuwigheidswaarde heeft, volgt de taak, in dezen tijd ons gefaeele innerlijke en uiterlijke leven met onze eeuwigheids- beslemming in overeenstemming te' brengen, een verheven taak, die wij niet zelf kunnen volbrengen, maar alleen door de werking der Goddelijke genade. Want wij leven niet alléén onder den vloek van den tijd, onder de last der zorgen. Veel erger dan de vloek van den tijd is de eeuwigheid van de zonde, een voortdurende verschrikking. in Zijn eeniggeboren Zoon verbonden. In Hem is de tijd vervuld en geheiligd, de eeu wigheid tot concrete werkelijkheid gewor den. In Christus en door Hem, in het geloof aan Hem, komen wij boven den tijd uit. In Hem en door Hem is het eeuwige leven geen ideaal, maar een werkelijkheid, waardoor de Geest van Christus als principe van een nieuw leven in de diepte van ons binnenste gegrond is. In Christus en slechts door Hem heeft de tijd het neerdrukkende verloren. Veel meer moet de wet van de vergankelijk heid van den tijd dienstbaar gemaakt wor den aan het doel der Goddelijke liefde. Door Christus is de tijd een genadegeschenk ge worden. Het streven naar de eeuwigheid is door en in Christus tevens begeleid door een werkelijk bezit en genot van het eeuwige. De ware kennis, die wij hier op aarde ver krijgen, dc zuivere schoonheid, die wij in kunst en leven tot uitdrukking brengen, draagt krachten van het eeuwige leven in zich en daarmee de waarborg van een leven dat de wisseling der tijden onaangetast laat En zoo zijn ook de banden der ware lief de, wanneer zij wortelen in het leven Gods, oneindig en eeuwig. In den hoogsten graad geldt dit van de liefde, waarmede de ziel God Zelf bemint en van den geestelijken zegen, die daarmee gepaard gaat. De vrede, de kinderlijke eenvoud en het gebed zijn een voorsmaak van het eeuwige leven, dat wij hier op aarde reeds wezenlijk zij het ook verborgen en in kiem in ons dragen en op welks heerlijke ontplooiing in de nieuwe wereld wij vurig hopen en ons verheugen. Maar de wortels der eeuwigheid moeten reeds in den tijd geplant en verzorgd worden. In het licht van de erkenning dat uit God, door God en tot God alle dingen zijn, wordt ook ons leven tot een leven onder eeuwig- heidslicht en de geschiedenis tot een schouw tooneel van de souvereine macht Gods. Aan de avondtoespraak ging nog vooraf een hartelijk woord van een der afgevaar digden der N.C.S.V., den heer Stegenga, dat door den congres-praeses beantwoord werd. De dag werd met bijbellezing en gebed ge sloten door den heer W. Vreugden hi 1 van Rotterdam. REORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS „Tijdelijke beperking" der uitgaven verlengd tot 1 Januari 1935 Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 Augustus 1933 tot beperking van uitgaven, welke voor de openbare kassen voort vloeien uit dé uitvoering der lager onderwijs-wet 1920. De opzet bij dezen tijdelijken maatregel was om inmiddels te kunnen nagaan, of op andere wijze zonder benadeeling van het onderwijs een grootere bezuinig.ng kon worden bereikt. Aangezien 't vast staat, dat de „nadere wettelijke regeling", welke is bedoeld als onderdeel van de uitwerking van het voorgenomen plan tot reorganisatie van het onderwijs, niet vóór 1 Januari a.s. zal tot stand komen, acht de minister van onderwijs bet nood zakelijk, tot behoud van de met de wet van 4 Augustus 1933 bereikte bezuiniging en tot het ver krijgen van de gewenschte aansluiting, den wer kingsduur dier wet voorloopig te bestendigen. Hiertoe strekt het wetsontwerp. Het voorstel, om den werkingsduur te verlengen tot 1 Ja nuari 1937, berust tevens op de verwachting, dat de tegenwoordige moeilijke om standigheden voor dien datum niet zullen zijn geëindigd. Dr. R. LEYDS f Op 77-}arigen leeftijd is te Oosterbeek overleden dT. Reimer Leyds, oud-conrector van het stedelijk gymnasium te Groningen. HET NEDERLANDSCH LYCEUM Het Haagsche 25 jaren bestaan Hoe snel wij leven: een kwart eeuw is het k. deze maand aJ geleden, dat het Haagsche Lyceum als eerste in ons land geopend werd. Tien jaren later waren er negen: 3 „neutrale", 3 Prot. Chr. en 3 R.K. Thans zijn er 44, met ruim 10.000 leerlin gen. Bij het zilveren feest, dat voorloopig met de leerlingen alleen gevierd wordt en m de Kerstva- cantie pas officieel, rijst in-herinnering terstond de figuur van Prof. C a s i m i r, die van het Haagsche Lyceum eotor ds geweest van 1909—1930. De in de Gids door Dr. J. A. Gunning uitgesproken Ly ceum-gedachte werd door hem en dcor Dr. J. W. IJzerman omgezet in een daad, en in opmerkelijk snel tempo is het eerste Lyceum gevolgd door meerdere. Van het Haagsche is thans de heer W. Reindersma Rector: het telt 400 leerlingen. Pre- Lyceum Rector is geweest van 1909—1930. De in geweest. Prof. Casimir heeft een Gedenkboek ge schreven. ONDERWIJSBENOEMINGEN De Gemeenteraad van Kam pen heeft wijzi ging gebracht in het leerplan voor de nijverheids- avondschool, in verband waarmee werd opgehe ven de betrekking van leeraar in de staatsinrich ting, als gevolg waarvan aan C. Th. R u y s eer vol ontslag werd verleend. Tot leeraar, belast met de leiding der nijverheidsavondschool werd benoemd ir. J. S n o e p. Benoemd tot tijdelijk onderwijzer te Wier den (hoofd J. Budding): de lieer E. A. H. ten Kate te Almelo; als kweekeling mei acte te Z enderen (gem. Borne): mej. D. Spies te Almelo. SCHOOLJUBILEUM TE WASSENAAR De tweede Chr. Nat. School te Wassenaar heeft haar 25-jarig bestaan gevierd met onthaal van de leerlingen en een samenkomst van ouders van leerlingen, oud-leerlingen, personeel, bestuur, enz. Daarbij hebben Ds. W. A. B. ten Kate, Ned. Herv. predikant en Dr. J. C. Rullmann, Geref. pre dikant te Wassenaar gesproken, voorts de burge meester de heer G. Wiegman, de heer Duchateau. Inspecteur L. O., het hoofd der school de heer H Dam en de heer J. C. Ligtvoet. Ds. H. J. Honders, Ned. Herv. predikant en voorzitter van het schoolbestuur, leidde de vergadering. GYMNASTIEK TJTrECHTI Vrije- en orde-oefeningen). I de heeren C. Klein. Apeldoorn: M. J. Eerelf Haren- W. O. H. van Zutphen, De Bilt; J. E Den Haag; H. Engberts, Vrlezeuveen. d. VaJk te Haarlem Nationaal Middenstandscongres DE MIDDENSTAND EN DE CRISIS Onder voorzitterschap van den heer Ed. G. Schürma n werd to Amsterdam het 31e Nationaal Middenstandscongres gehou den. Onder het motto „Sluit de gelederen!' sprak de voorzitter een openingsrede uit. Na de openingsrede van den voorzitter kwam aan de orde het eenige onderwerp:' „De Toekomstige Middenstandspolitiek" en wel voor de volgende vraagpunten: 1. Leidt de recente ontwikkeling van hel bedrijfsleven tot de wenscheiijkheid van in grijpen in de bestaande machtsverhoudin gen? 2. Zoo ja, van welke aard zouden de ver- eisohte maatregelen moeten zijn en door wel ke instantie zouden zij getroffen moeten worden 3. Zoo -neen, kunnen er dan zonder princi- pieele koerswijziging bepaalde middelen wor den toegepast ter beteugeling van uitwas sen? 4. a. Is het stellen van eischen, waaraan de zelfstandige kleinondernemer moet vol doen, alvorens zich als zoodanig te kunnen vestigen wenschelijk en een doeltreffend middel tot ordening der hedrijfsverhoudin- gen? b. Welke beteekenis moet in dit verband worden toegekend aan een eventueel vesti gingsverbod (spertijd) voor alle of bepaalde takken van middenstandsbedrijf gedurende zekere tijd? 5. Heelt de overheid een taak met betrek king tot eventueele regeling der bedrijfsver- houdingen? Zoo ja, op welke wijze dient zij die taak te vervullen? Welke zijn de grenzen van eigen wetgevende bevoegdheid van even tueele bedrijfsorganen. 6. Bestaat er aanleiding tot het nemen van maatregelen tot bescherming van het mid- denstandsbedrijf tegen de sociale en econo mische gevolgen van de ontwikkeling van grootwinkelbedrijf, verbruikscoöperatie en andere concurreerende bedrijfsvormen. Over deze vraagpunten zijn een zestal in leidende beschouwingen geleverd. Officier ontslagen De Krijgsraad te 's-iHertogenbosch behan delde Maandag een eigenaardig geval van dienstweigering. De 32-jarige reserve le luit. L A J M van de le tirailleur compagnie van het reg. wiel rijders die op 3 Juli geweigerd had te vol doen aan 't bevel van zijn regimentscomman dant luit. kol. baron van Lawick om de ver klaring te onderteekenen dat hij bad ont vangen de legerorders 1933 no. 59, 79 M.A. en 1934 no. 68 (handelende over het verbod der regeering voor militairen om lid te zijn van daarin genoemde vereenigingen). Na op het strafbare ervan gewezen te zijn, had bekl. volhard in zijn weigering om aan het dienst bevel te voldoen. Bekl. zeide dit geweigerd te hebben omdat hij door de onderteekening van de verkla ring de consequentie aanvaardde van den inhoud der legerorders, wat hij niet wensch- te te doen. Bekl. heeft op een daartoe ontvangen wenk ontslag uit den dienst aangevraagd Dit ontslag is nog niet afgekomen. De auditeur militair vond hierin aanlei- din geen ontslag te eischen. Hij bepaalde er zich toe wegens ongehoorzaamheid twee we ken gevangenisstraf te eischen. Door Mr. H. Brans te Amsterdam werd vrijspraak gepleit De krijgsraad veroordeelde bekl. tot 14 da gen gevangenisstraf met ontslag uit den mili tairen dienst. ZENDING EN PHILANTHROPE ZENDINGS-WEEKEND Van 1517 Sept. zal de Zendings-Commis- sie van het Nederl. Jongel. Verbond bet 10e Zendings-YVeekend houden op de Ernst Sillem Hoeve. Tot de sprekers behooren Zen deling G F C Bakker, die (bij lichtbeelden) spreekt over „den zom van Borneo's Oer woud". Mevr. AdrianiGunning zal spreken over: „Het Evangelie des Vredes in het land van de 100 talen"; zendeling J. A. Roose boom over: „Stoffelijke, lichamelijke en geestelijke nood op Haknahera". GIFTEN EN LEGATEN Wijlen barones J. C van Heekeren van Keil heeft aan de Ned. Herv. Diaccoie te R u u r 1 o een legaat vaa 3000 vermaakt. ONTSPANNING LANDELIJKE RUITERSPORT De „Federatie-Rijschool" De „Nederlandsohe federatie van landelijke rijvereen iglngen" die, ni< - moeilijke tijden en de naai staande beperkte middelen, t paardenfokkei school" te stichten. Die rijschool komt er ook. De gemeentera van Haarlemmermeer heeft in dit plan ze terecht een groot algemeen belang gezien vrijwel voor niets een flink stuk. gc-mee"' grond in erfpacht gegeven. De leiding is .- K..—op paarden gebied, den heer leiding van W. Slob, federatie. Een unicum voor ons land." Een in richting. -waar men intern kan zijn eu dan ci sussen volgt op vrijwel elk gebied, theoretic en practisch, het paard betreffende. Vooi_. trekt de aandacht de mogelijkheid vnn den bok te tr'f^€n met enkel span, met Die cursussen van meerdere weken met Internaat zullen zich kenmerken door ige tuchthandhaving, hard werken, ki i omgang tusschen i tusschen hen 3814. P. te O. Een Inwonende dienst bode. ook al wordt ze per week betaald, maak dezelfde aanspraken in geval van ziekte, d.w.z gedurende zes weken doorbetaling van loon vergoeding verpleglngs-, dokterskosten enz. voor de Inkomstenbelasting behalve diende loon een bedrag voor kost- ning in aanmerking wordt genomen. belasting-adm 1 nI s t rat°e sèhax'lte'kent voor in A. a. d. R. f 400 per i»»r aanslag niet to hoog. Wilt u wendt u dan om inlichtingen tingadminlstratie. Ook al ls di kan zoo noodig nog worde van het aanslagbiljet :ekerheid hebben, aanslag betaald n gereclameerd, na dagtcekening Weerbericht. Het dunne pijltje geeft d«n vorigen stand BAROMETERSTAND Hoogste stand te Vardö 773.4. WEERVERWACHTING Zwakke tot matige wind uit O. tot Z. richtingen, half of zwaar bewolkt, waar schijnlijk droog behoudens dauw, warm iverdag. TEMPERATUUR Stand vanm rgen halftwaalf 17.2 C. VOERTUIGEN MOETEN HUN LICHTEN OP HEBBEN 7 SEPTEMBER. Van 's avond 8 04 uur tot 's morgens 5.53 uub WATERSTANDEN RIVIEREN Heden Vorltr Rhetnfelden ?.«t 9.P4 Breisaeh 3.01 9.04 K°hl 3.02 308 MnxflU 4.48 4.54 Diedeshelm 0.32 035 Mnnnheim Cfiub Fm Coblens Trier Keulen Riihrort We.->el Emmerik Dusseldorf 0.78 0.75 0 87 0.88 1.91 1.90 211 2.0fi 3.05 1.03 246 2 00 -0.08 0.10 1.61 1.53 0.06 0.02 -0.27 -0 36 0.98 0.88 0.95 0.87 Nijmegen 7.59 7,52 St Andries 2.38 2.29 Arnhem 7.62 7.56 Vreeswijk Iw 0.25 0,28 Wester voort 8.20 8,15 Deventer 1 96 1,92 Kampen -0.11 -0.13 Ev sden 45.83 45.1:2 Grevenblcht 27.54 27.49 Venlo 10.72 10.74 Grave (sluis) 3.81 3,48 St Andries 0.74 0.72 Gorkum 0.00 0,00 Dordrecht 0.00 0.00 HOOGWATER NED. ZEEHAVENS (Oude Amsterdamsche ttfd) 7 Sept Deifzijl 10.28 23.02 Hellevoetsl 2.08 14.31 Terschelling 7.46 20.14 Willemstad 3.05 15.21 Hariingen 8,35 21.00 Brouwersh. 1.20 13,43 Den Helder 6.05 18.55 Zierikzee 1.58 14.10 I.lmuiden 2.18 14.41 Wemeldinge 2.17 14,34 Hoek v. Holl. 1.25 13.51 Vlissingen 0.34 12.42 Scheveningen 2.45 15.11 Teraeuzen 1.04 13,16 Rotterdam 3.34 15.35 Hansweert 1.46 13,53 Een rond blauw bord met witte fiets (langs rijwielpaden) bétee- kent, dat wielrijders uitsluitend op het fietspad moeten rij den. Een rond bord (roode rand, zwarte fiets) geeft aanVer boden voor rijwielen. Dit laatste bord is VISSCHERIJ VLAARDIN'GSCHE HARINGVISSCHERIJ Overzicht van de Vlaardingsche schepen die dit jaar aan de haringvisschern' deelnemen, het aantal reizen en de kantje,, haring (kolmaatjea inbegrepen) welke reeds zjjn aangevoerd. ,r t Aantal KantjeS Merk Schipper reizen haring VL 3 Th. v. Zwleten 5 1409 VL 14 Jb. Rog 2 663 VL 16 C. van Ree 1 273 VL 17 Joh. Schouten 3 719 VL 20 H. Struy3 3 647 VL 25 W. Spanjersberg 2 778 VL 27 P. den Heyer 3 656 VL 29 G. Brouwer 2 li>97 VL 39 D. Poot 2 10S8 VL 41 G. Koensdregt 3 836 VL 47 A. v. Noort 5 10'7 VL 49 M. Westerdtik 2 417 VL 60 D. v. Santen 1 695 VL 66 J. Rog 1 442 VL 61 A. Don 3 922 VL 70 P. Keus 2 6''2 VL 71 A. Wane naar 2 496 VL 73 L. Muls 5 Tf'O VL 78 H. v. Zelm 1 476 VL 79 P. Groeneveld 4 t6S VL SO C. v. Oosten 6 1309 VL 83 Alb. v. Emden 4 682 VL 84 G. v. d. Snoek 3 797 VL 85 A. Visser Jz 5 688 VL 86 S. Broek 5 Tl9 VL 89 A. Bot 2 685 VL 97 C. Storm 3 102114 VL IJS L. Muls Jr. 2 698 VL 112 H. Krulniger 1 493 VL 114 T. Eygenraam 5 719 VL 115 L. v. Gyzen 1 255 VL 121 J. v. Zwieton 3 831 VL 130 H. J. v. Leeuwen 2 866 VL 132 H. Plugge 1 476 VL 142 C. Poot Azn. 1 493 VL 150 P. v. BrandwUk 3 1147 VL 155 A. Korpershoek 1 408 VL 156 S. van Hoogteylingen 1 610 VL 160 J. v. d. Pijl 2 468 VL 166 J. Bos 1 S74 VL 167 H. v. Roon 6 750 VL 172 C. Poot S 736',4 VL 180 A. Poot lil. 1 459 VL 19J J. Goedknegt 6 115fi»4 VL 195 A. Poot 4 669 VL 196 W. Schaar 1 340 VL 197 A. v. Roon 6 803'4 VL 199 Adr. Visser 3 1338 VL 203 D. v. Haren Sr. 3 645 VL 204 W. v. Zelm 6 926 VL 205 A. v. d. Zwan 3 687 VL 206 D. de Hond 1 476 VL 207 H. Woensdregt 2 816 VL 208 D. v. Haren Jr. 5 '323V4 VL 216 A. Visser Jz. 2 4 42 VL 217 Jb. v. Minnon 1 610 Totaal 56 schepen 157 39.857^4 Bovenstaande opgaaf loarpt tot 31 Augustus. atjes zijn Op 31 Aug 1933 9104 knntje0 kelim aangevoerd. Hoewe ren door 55 schepen. 57 65 kantjes haring en is, totaal 36.269 kantjes van«r-ten in 1933 reeds 'ter waren dan In 1932. blijkt dat dit Jaafl meer ls aangevoerd. Toch z"un de aanvoo in de laatste weken niet zoo groot.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 3