NATIONALE ;€f©Ü rCB HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor tOct ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1934 TWEEDE BLAD PAG. LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam De Stellendamsche Garnalenvisschers Hulp in hun nood dringt I „De Stellendamsche garnalenvisschers zijn in grooten nood; help ons!" Wie zoo'n nood kreet ontvangt, luistert. We hebben geluisterd naar wat Stellen dam ons te vertellen had en achten thans het oogenblik gekomen er iets van te publi We doen dat met opzet n u, hoewel we het reeds eerder hadden kunnen doen. Want de zaak is niet nieuw. In de Tweede Kamer is zij herhaaldelijk besproken o.a. door het anti-rev. lid de heer Amelink. Zijn aandrang en die van anderen om een steun regeling, werd beantwoord met verwijzing naar een onderzoek, dat gaande was. Dat onderzoek duurt intusschen wel wat erg lang, met als gevolg, dat de betrokken visscherslui voortdurend dieper in den put zijn gekomen „Overweging" ïs blijkbaar steeds het wachtwoord, waar mede de zaak sleependc wordt gehouden- We leiden dat ook af uit het antwoord van minister Steenberghe op vragen van een lid der Tweede Kamer betreffende den noodtoe stand in de garnalenvisscherij. Dien noodtoestand en de oorzaken er van schetste de minister van Economische Za ken zelf als volgt: De uitvoer van garnalen naar België en Frankrijk is zeer verminderd, doordat de invoer in beide landen gecontingenteerd is. terwijl ook de uitvoer naar Engeland sterk is achteruitgeloopen door de waar dedaling van het pond en de heffing vaD een invoerrecht daar te lande. De sterk verminderde afzet naar het buitenland heeft in vele visschersplaat sen en in het bijzonder in die, waar men zich in hoofdzaak toelegt op de vangst van consumptieg&rnalen voor export, ge leid tot een zoodanige inkrimping van de visscherij, dat een grooter of kleiner aan tal van de visschersvaartuigen tot stil liggen is gedwongen, terwijl de overige het bedrijf nog slechts op beperkte schaal kunnen uitoefenen. Deze inkrimping van het bedrijf heeft tot gevolg, dat de inkomsten van de visschers in die plaatsen onvoldoende zijn en hun toestand zeer moeilijk is ge worden. De verminderde afzet heeft voorts een scherpe concurrentie in het leven geroe pen tusschen de handelaren, die, om hun afzet nog eengszins op peil te kunnen houden, het product aan hun eigen af nemers en aan die van hun concurren ten, zoowel in het binnen- als in het bui tenland, aanbieden tegen steeds lagere prijzen, wat op zijn beurt tot gevolg heeft, dat ook de prijzen, welke de han del aan de visschers betaalt voor de door hen aangevoerde garnalen, steeds sterker worden gedrukt En dan komt het geruststellend woord: Het maakt een punt van ernstige over weging uit op grond van de Landbouw Crisiswet maatregelen te treffen, welke er toe kunnen leiden, dat aan de moor dende concurrentie een einde komt en do visschers in de gelegenheid gesteld wor den hun bedrijf voort te zetten, voor zoo veel zulks in verband met den beperkten afzet mogelijk zal blijken. Overwegen. Maar er wordt al zoo lang overwogen, zal men zeggen in Arneniuiden, Breskens, Brouwershaven, Goedereede, Oud dorp. Stellendam, Veere en Vlissingen, altemaal plaatsen, die met de garnalenvis scherij te maken hebben. Wanneer gebeurt er nu eens iets posi tiefs? De toestand is zoo bedroevend slecht, dat de belanghebbenden aan het uitspreken van een mogelijkheid van steun weinig hebben. Ook zal men met bedrijfsbeperking alleen er niet komen, zelfs al gaat daarmee verruiming van afzet in het binnenland ge paard. De Regeering schijnt een aanvoer- en pel- regeling te overwegen, waarbij uit de hef fing van een zeker recht gelden zullen wor den verkregen ten einde de visschers te kun nen steunen. Dat is goed bedoeld, maar zeide men ons uit Stellendam de armoede, het ge brek, de nood is al zoo groot, dat eigenlijk iedere dag uitstel onverantwoord is, te meer omdat er reeds zoo heel lang, nadat de toestand onhoudbaar werd, op hulp is aangedrongen. Wel is er naar bui ten niet luid geklaagd, er is niet gepro testeerd, maar hulp is desniettemin drin gend noodig. De Stellendamsche visschers vragen niet gauw. Tot het uiterste ,vweten ze den nood te dragen. Thans gaat het niet langer en is helpen plicht van menschQlijk- heid en eisch des rechts. Enkele jaren terug was de garnalenvisscherij te Stellendam loonend. Wel waren de inkomsten niet hoog, maar de visschers die twee-derde der bevolking uitmaken hadden een be hoorlijk bestaan en bij zuinig le\en kon nog wat overgespaard worden om schip en netten het noodige onderhoud te geven. De garnalenvisscherij is voor heel de Stellendamsche bevolking van beteekenis. De vloot telt ongeveer 50 scheepjes, op elk waarvan drie man varen. Ambachtslieden en neringdoenden hebben uit den aard der zaak eveneens bij het visscherijbedrijf groot belang. En ook met de landarbeiders is zulks het geval, omdat deze weer meehel pen de gevangen garnalen te pellen. Heel het bedrijf en alles wat er mee in verband staat, kwijnt thans. Daarbij is do schipper-garnalenvisscher, eigenaar van een scheepje, er het slechtst aan toe. Hij heeft veelal zijn vaartuigje moeten kou pen; soms geschiedde dat met eigen geld, maar veelal met hooge hypotheek tegen behoorlijk hooge rente en zeer bezwarende voorwaarden van anderen aard. Een voor beeld: een schipper koopt een scheepje, moet 8 pet. rente betalen en bovendien een levensverzekering sluiten op naam van den geldschieter als waarborg voor de verstrek te leening. Een scheepje kost 4 a 5 duizend gulden. Maar bovendien moet de schipper-„eige- naar" zorgen voor netten en alles wat noodig is om de visscherij te kunnen uit oefenen. De schipper staat dus voor zware lasten, welke uitsluitend uit de inkomsten fan het bedrijf bestreden moeten worden. Om een indruk te geven van de exploitatiekosten van een scheepje verstrekte men ons een aantal cijfers. Deze waren aan de practijk ontleend als gemid delde van de exploitatie van vijf vaartui gen. Ziehier de lasten: Havengeld aan de gemeentef 10. Netten 52. Zeilen (vernieuwing en onderh.) 63. Onderhoud vaartuig en motor312.— Voeding tijdens het visschen23.50 Brandst. v. h. koken d. garnalen 84.90 Rente 200. Afschrijving 100.— Totaal I 845.40 De schipper-visscher moet dus meer dan f 800 verdienen eer hij nog iets voor zijn personeel en voor zichzelf heeft. Sinds eenigen tijd is het echter zoo, dat de inkomsten per jaar op niet meer dan 450 te stellen zijn, zoodat de schipper op zijn exploitatie dus zoowat f 400 tekort zou komen. Dat beteekent in de practijk: min der varen, minder onderhoud der schepen, onmacht om rente en aflossing te betalen. M.a.vv.: gevaarlijke verwaarloozing van het materiaal en armoede en ondergang voor de menschen. Dat de eene schipper zich gemakkelijker dan de andere door de moeilijkheden heen slaat, zal men begrijpen. Niet. ieders om standigheden zijn gelijk. Er zijn schippers, die hun vaartuig vrij hebben en dus geen rente en aflossing meer hebben te betalen. Dezulken staan er eenigszins gunstiger voor dan de anderen en dat zijn de meesten die wel zware kapitaalslastert voor hun verantwoording hebben. Onder da zwaarst belasten en getroffenen zijn er, wier persoonlijke inkomsten dermate zijn gedaald, dat zelfs de allernoodzakelijkste levensbehoeften er niet meer van kunnen worden betaald. Cijfers, die aan de werkelijkheid zijn ont leend, wijzen uit, dat over drie maanden het vischloon van den schipper niet meer bedroeg dan f 4.221/*> per week. Per jaar zou dat dus f 219.70 zijn! Het is duidelijk, dat bij dergelijke inkom sten schip en tuigage niet langer kunnen worden onderhouden naar behooren. Eerst gaan de spaarduitjes er aan, als die er zijn; dan ontstaan moeilijkheden met de beta ling van rente en aflossing, leeningen wor den opgezegd, borgen aangesproken, am bachtslieden krijgen geen karwijtjes meer en blijven met onbetaalde rekeningen zit ten, winkeliers goven geen crediet meer cn zoo is Voor de deur staat het geval, dat men aan alle kanten vastloopt en de visscher zijn be drijf geheel moet staken. De visscher is er wel het allerslechtst aan toe. Dat wil echter niet zeggen, dat hel met de knechts beter is. Zij staan wel niet voor dezelfde lasten als hun schipper, maar verdienen niet meer dan hij en beschikken dus voor levensonderhoud ook slechts over zeer schamele inkomsten. Zelfs al telt men hierbij hetgeen met het pellen van garna len wordt verdiend, dan nog blijven de in komsten beneden hetgeen voor levensonder houd onmisbaar is. De vaak 16 uren per dag werkende vis scher blijft met zijn inkomsten niet onbe langrijk beneden hetgeen elders aan werk- loozen en door het Burgerlijk Armbestuur gesteunden wordt uitgekeerd. Het stellen van de vraag of hier thans niet onmiddellijk hulp behoort te worden geboden, is tevens het geven van het ant woord er op. Hier is nood. En die nood is zoo hoog, dat „overwegen"' van het bieden \an steun niet langer verantwoord mag worden geacht. Hier past slechts een daad. Land- en Tuinbouw. SAMENSTELLING VAN DE CRISIS CENTRALE Bezwaren bij de opgave der vertegenwoordigers Door het hoofdbestuur van den Centra- ien Besturenbond van de Zuivelhandel organisaties is de aandacht van den Mi nister gevestigd op de aan het licht gc- -4 SLACHTOFFERS van OVERTOLLIG HAAR. Dagelijks komen Dames in onze inrichting die door onkundige behandeling en door lokmiddel van goedkoope prijzen hun OVERTOL LIG HAAR niet alleen niet zijn kwijtgeraakt, maar door de slechte behandeling de haargroei erger is geworden. Dames daarom oppassen aan wie U zich toever trouwt, want goedkoop is in den regel duurkoop. Komt dus vol VERTROUWEN bij Mevr. LOUISE C. GIMBER (gediplomeerd te Parijs) Laan v. Meerdervoort 1 56, Den Haag, Tel. 331 841 Reeds 30 jaar gevestigd. Vele aanbev. van H.H. Doktoren en behandelde Dames. Nieuwste vlugge methode. Catalogus No. 6 gratis en franco Verwijdering van overtollig haar met gar. van nooit meer terugkomen! Ook verwijdering van rimpels, wratten, lidteekens enz. Huidverzorging. geeft een hooge vaste rente ROFFELRIJMER DAT IS BRABANT Mulle, rulle wagensporen, Huifkar, rijk beslagen paard, Eénp&rdsploegspan op de akker Boerderij, een boer, een baard, Een boerin met witte staartmuts, Put met galg, een knecht, een meid Dat is Brabant aan de arbeid, Brabant in bedrijvigheid. Groene wagen, gouden kragen, Sterren, strepen, overal, Auto's, fietsen en motoren, Keukenwagen, hoorngeschal, Knetterende karabijnen, Krakend mitrailleurlaweit, Dat is Brabant in de oorlog, Brabant in manoeuvretijd Ritselende populieren, Eikenlanen zonder end, Vakken sappig groene weide, Boschje, een gestreepte tent, Een kampeerder met een emmer, Aan een touw een witte geit, Dat is Brabant in de ruimte Brabant in vacantietijd. Donkerbronzen dunne dennen, Varens, dennenaalden, zand, Stille vennen, vliegen, mieren, Blauwe juffers, aan de rand Van het water op een bankje Spannetje dat vreedzaam vrijt Dat is Brabant in de bosschen Brabant in de schemertijd. (Nadmk verboden.) LEO LENS. komen bezwaren bij de opgave van verte genwoordigers in de Crisis-Centrale. De bond stelt voorop het vex-zoek des ministers om aanwijzing van vertegen woordigers op hoogen prijs te stellen, maar acht het allernoodzakelijkst bij het vol doen aan dit verzoek er op te wijzen, dat bij een dergelijke offirieele vertegenwoor diging der uit het vrije bedrijfsleven naar voren getreden organisaties, slechts die dienen erkend, die behooren tot een cen traal landelijk verband, dus organisaties inet een zuiver locaal karakter niet en dat wensohelijk ware van hen ook geen voor dracht tot het aamvijzen van een vertegen wooröigcr te verzoeken. De bezwaren van het hoofdbestuur rich ten zich ook tegen het ongelimiteerde aan blijven van den eenmaal door eenige orga nisatie voorgestelden en door den minister benoemden vertegenwoordiger. Het bondsbestuur adviseert in deze een rouleeringssleisel in te voeren, waardoor ook het bezwaar der verdeeling van den beschikbaren zetel in het centrale c college komt te vervallen, en iedere lande lijke organisatie, dus de Roomsch Katho lieke, de Christelijke en de Neutrale, bij toerbeurt een vertegenwoordigende stem krijgt, waarbij tevens door onderlinge, meer interne regeling, de bonden zelf met den in het college zitting hebbende vertrou wensman voeling kunnen houden. De bond verzoekt derhalve, dat de minis ter zich bepale tot de benoeming van ver tegenwoordigers van landelijke bonden en de eventueeJe plaatselijke adspiranten uit te sluiten, daar kennis van, en medeleven met het nationale bedrijfsleven hoofdzake lijke vereischten zijn. RUBRIEK^ ZONDAG 26 AUGUSTUS HUIZEN 301.5 M. NED. CHR. RADIO VEREENIGING 8.00—9.30 Morgenwijding door Ds. C. F. Westermann. Zang: mej. G. Koeman, so praan. Begeleiding: M. F. Jurjaanz. 1 Zang: Rust mijn ziel, Uw God is Koning. B. de Vries. 2 Votum. 3 Zang: Gez. 3-18 4, 3 (Hcrst. Eiv. Luth. Bundel). Psalm 73 13, 12. 4 Gebed. 5 Toespraak. 6 Zang: Bede, Ph. Zalsman. 7 Gebed. 8 Zang: Gez. 251 i 2 (Herst. Ev. Luth. Bundel). Gez. 43 2 (Herv. Bundel). 9 Zegen. 5.00 n.m. Kerkdienst uit de Geref. Kerk (Piantagekerk)te Zwolle. Voorganger: Dr. Thijs. Organist: G. Lindeboom. 1 Orgel spel en stil gebed. 2 Votum en zegengroet. 3 Zingen: Ps. 111 1. 4 Belijdenis des ge- loofs, waarna gezongen wordt: Ps. 89 3. 5 Schriftlezing. Joh. 14 1 11. 6 Gebed. 7 Tekst: Joh. 14 6. 8 Zingen: Ps. 36 2,3. 9 Prediking. 10. Zingen: Ps. 73 12. 14. 11 Voortzetting prediking. 12 Dankgebed. 13 Zingen: Ps. 40 5. 14 Zegen. 15 Orgelspel. Na den dienst tot 7.45 nun.: Gewijde mu- BLOEMENDAAL 245. 9 M. 10.00 v.m. en 5.00 n.m. Kerkdienst uit de Geref. Kerk. Voorganger; Ds. J. C. Brus- LONDON REG. 342.1 M. 8.20 Kerkdienst uit de Studio, o.l.v. Rev. A. Allon Smith. 1 Inleiding. 2 Hymne: „Love Divine all loves excelling". 3 Bijbellezing: Matth. VIII 1627. 4 Psalm 24. 5 Gebed. 6. Hymne: „Sing we of the Golden City". 7. Preek door Rev. A. Allon Smith. 8 Gefced. 9 Hymne: „The day thou gavest, Lord, is ended". 10 Zegen. MIDLAND REG. 391.1 M. 8 20 Kerkdienst uit de Kathedraal te Bir mingham. 1 Hymne: To the Name that brings Salvation. 2 Gebeden. 3 Responso rium. 4 Psalm 4. 5 Text. 6 Magnificat. 7 Hymne: Dear Lord and Father of mankind. 8 Preek door den Rev. Canon S. D. Morris. 9 Hymne: Jesu good above all other. 10 Ze gen. Organist en koorleider: Fred Dunnili. MAANDAG 27 AUGUSTUS HUIZEN 301.5 M. NED. CHR RADIO-VEREENIGING 8.00—8.15 Schriftlezing en meditatie. 8.159.30 Morgenconcert (gr.pl.). 10 3011.00 Morgendienst door Ds. Joh. Gerritsen Jr. 1100—11.30 Lezen van Chr. lectuur: „Zee en Heide" van G. F. Haspels. 11.30—12.00 Orkestmuziek (gr.pl.), 12.0012.15 n.m. Politieberichten. 12.1512 30 n.m. Gramofoonmuziek. 12.302.00 n.m. Orgelconcert uit de Luther- sche Kerk, Kloveniersburgwal, te Amster dam, door den orgelist Jan Zwart, m.m.v. mej. J. Tromp. 2.00—2.45 n.m. Viool-recital door Albert Jansen. A. d. vleugel: mevr. Annie Franke— Hendriks. 2.45—3.15 n.m. Wenken voor de keuken door mevr. M. AdriaoMerckens: „Wat kan er in dezen tijd ingemaakt worden?", 3.15—3.45 n.m. Zangplaten. 3.45—4.00 n m. Verzorging zender. 4.00—5.00 n.m. Bijbellezing door Ds. G. Chr. H. Plantage. 5.00—5.15 n.m. Gramofoonmuziek. 5.15—6.15 nm. Christelijk liederenuurtje door Joh. de Heer, m.m.v. W. Verver, viool, 6.15—6.30 n.m. Gramofoonmuziek. 6.30—6 58 n.m. Vragenuurtje. 6.5S—7.00 njn. Zeoderoverschakeling. 7.00—±7.15 n.m. Politieberichten en pers berichten. ±7.15—7 30 n.m. Gramofoonmuziek, ol „Een greep uit het dagclijksch gebeuren"» 7.30—8 00 njn. Vragenuurtje. 8.00—9.00 n.m. „Onze Zang- en Muziek verenigingen" Chr Meisjes- er koor „Hosanna", te Boskoop, o.l.v. J. Beek. 9.00—9.30 n.m. Iets over den handel in ta bak", door J. van Noortwijk. 9.3010 45 n.m. Concert door het „Cello kwartet van het Nederlandsch Kameror kest", te Den Haag: Henk Berghout, Bram Hemerik, Willy Kleyweg, Rosemarijn Roes, Afgewisseld door een bespeling van het Stu dio-orgel door Marc. E. Bouwmeester. 10-45—11.45 n.m. Gramofoonmuziek. HILVERSUM 1875 M, A.VJï.O. 8.01 10.00 Gramofoonmuziek. 10.00—10.15 Morgenwijding. 10.15—10.30 Gramofoonmuziek. 10.30— 11.30 Gramofoonmuziek. 11.30—12.30 n.m. Concert door het ensem ble Rentmeester. 12.30—1.30 n.m. Gramofoonmuziek. I.30—2.15 nm. Voortzetting van het con cert door het ensemble Rentmeester. 2.15—2.30 n.m. Gramofoonmuziek. 2.30—3-30 n.m. Orgelconcert door Piet vad Egmond Jr., m.m.v. Jan Felderhof, viool. 3.304 00 n.m. Gramofoonmuziek. 4.004.15 njn. Overschakeling naar „Radio Kootwijk". 4.15—4.30 n.m. Gramofoonmuziek. 4.30—5.30 n.m. „Spectacle couoé", causerie door Max Tak. 5.30—7.00 n m. Concert door Kovacs Lajos en zijn orkest. 7.00—7.30 n.m. Causerie door G. de Josse- lin—de Jongh: „Groot eet klein en klein nog kleiner". 7.30—8.00 n.m. Pianorecital door mej. Ju dith de Leeuw. 8.01-8.05 n.m. Vaz Dias. 8.05—9.00 n.m. Opera-concert door de le den van de N.V. Italiaansche Opera. Het Omroep-orkest. Het geheel o.l.v. Maestro Cav. Mario Parenti. 9.00—9.20 n m. „De Rotterdamsche haven"! een reportage van Leo Ott, door Herman Felderhof. 9.2010.00 n.m. Voortzetting van het con cert door leden van de N.V. Italiaansche 10.00—10.15 n.m. Gramofoonmuziek. 10.15—11.00 n.m Concert door Kovacs La jos en zijn orkest. II.00-11.10 n.m. Vaz Dias. 11.00—12.00 n.m. Gramofoonmuziek. 12.00 Sluiting. BUITENLAND Daventry 1500 M.: 4.05 n.m. Concert door het stedelijk orkest van Buxton. 8.50 n.m. „The Land of Heart's Desire" van Yeats en „Meadowsweet" van O'Kelly. London Reg. 342.1 M.: 8.20 nun. Wagner- concert in de Queens-Hall. Brussel (Vlaamsch) 321.9 M.: .8.20 n.m, Symphonie-concert. Koningsbergen 291 M.: 8 30 n.m. „Das Gleichnis", cantate voor soli, koor, orgel en orkest van Max Donisch. Monte CLneri 257.1 M.: 8.35 n.m. Concert (Beethoven, Saënt-Saens) Straatsburg 349.2 M.: 9.05 n.m. Wagner- concert uit Vichy: Ged. uit „Parsifal" en ..Die Gotterdammerung". Frankfort 251.1 M.: 9.05 n.m. „Die Jun^- frau von Orleans", treurspel van vco Schiller. Milaan 368.8 M.: 10.20 n.m. Kamermuziek, De oprichting der S.D.A.P, in 1894 ANARCHISME EN SOCIALISME „De Twaalf Apostelen" Op denzelfden dag dat Nederland opge schrikt werd door de tijding van de overal op Lombok, kwam te Zwolle, in de Atlas zaal, een kleine groep personen bijeen met het doel om een nieuwe partij te stichten, welke bekend is geworden als de Soc. Dem. Arb. Partij. De reden dat deze personen een nieuwe partij wilden stichten was, dat men aan de verkiezingen wide deelnemen, omdat de So ciaal-democratische bond, die onder leiding stond van F. Domela Nieuwenhuis, waartoe bijna allen behoorden, in 1893 besloten had, door het aannemen van de motie Hoogezand- Sappemeer, „onder geen voorwaarde hoege naamd, ook niet als agitatiemiddel, mee te doen aan de verkiezingen." De Soc. Dem. Bond. Het organiseeren van een zelfstandige politieke arbeiderspartij, die zich ten doel stelde de politieke macht te veroveren om daarmee het maatschappelijk stelsel om te zetten, werd in de organisatie van Domela Nieuwenhuis weinig of niet gevonden, van daar dat de gelijkgezinden zich tegen dit anti-parlementarisme wenschten te verzet- ten. Gedurende den korten tijd van zijn be staan had de Soc. Dem. Bond, die in 1S81, was opgericht al verschillend'e standpunten ingenomen en wanneer de omstandigheden dit noodig maakten, weer laten varen. In de ruimte maakte men propaganda voor de revolutionaire beginselen, zoodat degenen, die meer een omschreven program wensch ten, op den duur niet met dien bond bleven svmpathiseercn. Kiesrechtdemonstraties von den er plaats in de jaren 1884 en 1885, die geleid werden door den „Bond voor Alge meen Kies- en Stemrecht," welks bestuur ders bijna allen lid waren van den Soc. Dem. Bond, zoodat de stoot tot demonstree- ren in hoofdzaak uitging van de sociaal democraten. Aan deze beweging nam ook deel het ijAlgemeen Nederlandsch .Werklieden ver- F. DOMELA NIEUWENHUIS bond", maar het had weinig of geen invloed. Zoo werd in Den Haag, op 20 September 1SS5, een demonstratie gehouden, ten gun ste van het algemeen stemrecht Na een op tocht, waarbij roode vlaggen, Jacobijnen- mutsen en bijlen werden rondgedragen, werd een vergadering belegd, waarin heftige woorden vielen en een motie voor algemeen stemrecht werd aangenomen. Te Amsterdam werd een vergadering onder presidium van pastoor Brouwer verstoord, waarbij 500 so cialisten allerlei gewelddadigheden pleeg den. Het werkliedenverbond deed niet cén poging om deze dingen te verhinderen; een bewijs dat zijn invloed in deze niet groot was. De socialistische beweging dier dagen droeg een zeer wild revolutionair karakter en na 18S5, aangevuurd door het blad van Domela Nieuwenhuis „Recht voor Allen", dat in 1879 was opgericht, ging men al meer den verkeerden kant uit. Door de felle ar tikelen in „Recht voor Allen" tegen de regee ring raakte men in tal van processen. Zoo was er o.a. een tegen van Ommeren en een tegen Domela Nieuwenhuis zelf wegens majesteitsschennis, waarom hij tot een jaar gèvangenisstraf werd veroordeeld. Toen bleek, dat Nieuwenhuis de schrijver van het bewuste stuk niet was geweest, werd hem op den verjaardag van Prinses Wilhelmina. op 31 Augustus 1887, door Koning Willem III gratie verleend. De groote massa der arbeiders bleek van zulk een propaganda niet gediend; men be reikte er hoegenaamd niets mee. Toch werd Domela Nieuwenhuis in 1888 voor Schoterland in de Tweede Kamer ge kozen en deed hiermee de eerste sociaal democraat zijn intrede in het parlement. Veel heeft hij daar niet gedaan, omdat hij steeds van meening was, dat langs parle mentairen weg voor de arbeiders weinig was te verkrijgen. In verband met de propaganda groeide het aantal socialisten wel, maar dit vond meer zijn oorzaak in een landbouw crisis in Friesland, groote werkloosheid in tal van bedrijven in het land, in steden en nijverheidsdistricten. De critiek van de Soc. Dem. Bond op het parlementarisme en het anarchisme, waar in die Bond in opging, benevens do val van Nieuwenhuis als kamérlid, zorgden er voor dat de massa zich van den bond en zijn leider afkeerde. Mr P. J. Troelstra in de politiek. Omstreeks 1S90 trad als lid tot de sociaal democratische beweging toe, de Friesche advocaat Mr P. J. Troelstra. Door het ver dedigen van enkele aangeklaagde socialis ten, die werden vrijgesproken, kwam hij met de socialistische denkbeelden in aan raking. Nu hij eenmaal zoover was laaide in hem een onweerstaanbare drang op om zich aan de socialistische propaganda tc wijden. Hij wendde zich tot Domela Nieuwenhuis met het verzoek, of de7° hom in de redactie van „Recht voor Allen" wilde opnemen. Het antwoord was afwijzend en in de jaren die volgden, beschuldigde Nieuwenhuis Troelstra herhaaldelijk van „baantjesjagerij" en schreef zijn oppositie, die gericht was tegen Domela Nieuwenhuis' anarchisme, aan het mislukken van de begeerigheid naar dit „baantje" toe. Troelstra werd hierdoor niet uit het veld geslagen maar bleef ijverig het socialisme propageeren. Hij kwam in aanraking met H. J. Poutsma, uitgever en drukker vin „De Sneeker Courant", die hem de redactie van dat blad opdroeg. De Sneeker werd nu een sociaal-democratisch orgaan, dat spoedig in botsing kwam met het hoe langer hoe anarchistischer en syndicalistischer wor dende „Recht voor Allen". Domela Nieuwenhuis en Troelstra waren in vele opziohten met elkander te vergelijken. Nieuwenhuis had in zijn uiterlijk enorm veel voor. Doch Troelstra bezat grooter agi tatorisch talent. Domela Nieuwenhuis duldde niemand naast zich en daar hij zeer afkeerig was van de jonge krachten, die gerecruteerd waren uit de bourgeoisie, sloten deze zich hechter aaneen. Een kleine groep sociaal-democraten, die de anarchistische denkbeelden van Domela Nieuwenhuis niet deelden, schaarden zich om Troelstra, die een hardnekkigen strijd voerde tegen de richting, in welke de So ciaal-Democratische Bond zich bewoog. De samenwerking in de Soc.-Dem. Bond werd steeds slechter en toen de motie aan genomen was in 1893 om niet aan de ver kiezingen deel te nemen, wisten de parle mentairen wat hun te doen stond. Mr Troelstra deed kort nadat het congresbesluil gevallen was, een poging om zonder persoon lijken strijd en zonder den bond afbreuk te doen, een nieuwe vereeniging tot stand te brengen. Hij schreef een brochure „Het Kiesrecht en d>e Sociaaldemokratie". De S.D.A.P. opgericht. Nadat door Troelstra en zijn aanhangers enkele vergaderingen gehouden waren in den loop van 1894, waarin beraadslaagd was over een eventueel in te nemen standpunt kwam men op 12 Augustus van dat jaar opnieuw bijeen. Op die vergadering waren aanwezig L. Cohen te Zwolle J. A. Fortuyn, A. H. Gerhard en F. v. d. Goes te Amsterdam. W. P. G. Ilelsdingen te Röterdar- H. II van Kol te Aywalle, H. Polak te Amsterdam, .T. H. Schaper te Groningen. H Sniekman te Sappemeer, P. J. Troelstra te Utrecht, H. J. v. d. Vegt te Zwolle en W. H. Vliegen te Mr P. J. TROELSTRA Maastricht. Deze twaalf personen ondertee kenden den oproep voor de oprichtingsver gadering van de partij en het manifest dat aan die oproep vooraf ging. In dit manifest werd gewezen op de zwenking van den ouden Bond naar het anarchisme en werden de geestverwanten opgeroepen om de po ging van de onderteekenaars van het mani fest te steunen tot stichting eener nieuwe organisatie. De oprichtingsvergadering werd op 26 Augustus tc Zwole belegd en Mr Troelstra stelde voor de nieuwe organisatie Sociaal democratische Arbeiderspartij te noemen. De S.D.A.P. deed hiermede haar intrede in de Nederlandsche politiek en de plaats als leider van die partij is aan Mr Troelstra nooit betwist. Al spoedig werden de 12 onderteekenaren van bet. manifest„de twaalf apostelen" ge noemd een naam die ze tot heden ten dage hebben behouden. Op de s'iclitings /ergadering te w—jfie waren slechts 54 personen aanwezig, wat niet wijst op grooten aanhang in den be ginne. De eerste tijd kwam de nieuwe partij in bot sing met Domela Nieuwenhuis en zijn ge volg, wat te begrijpen is, want Nieuwenhuis was ,een hardhandige vijand. Als de nieuwe partij vergaderingen had belegd kwam het tot hevige herrie. Dit veranderde evenwej spoedig toen de Soc. Dem. Bond werd om gedoopt in „Socialistenbond." Enkele jaren daarna liep het ook in de Socialjstembond mis. Domela Nieuwenhuis trok er tusschen, uit en het grootste deel sloot zich aan bij de S.D.A.P. In 1897 zond de S.D.A.P. twee afgevaardigden naar de Tweede Kamer Van Kol en Troelstra en een jaar later volgde Schaper. De invoed van Domela Nieuwenhuis ver minderde zienderoog. Nog eenmaal, bij de algemeene staking, gevolgd op de cpoorweg staking in 1903, trad hij even voor 't voet licht. Toen werd de socialistische massa aangetrokken door zijn direct-revolutionaire daad. Toen was niet Mr Troelstra haas maar „do oude Man". Dit duurdo slechts kort; want zijn macht was gebroken. De S.D.A.P. groeide en heeft "*~h" opge werkt tot wat ze nu is. Voor enkele jaren vertoonde haar linkervleugel sterke Nieuwen huisiaansche neigingen, met het gevolg, dat verschillende leden uittraden en de O.S.P. stichtten, waartoe ook Frank van der Goes, één van „de twaalf apostelen", behoorde. Nog zij vermeld, dat H. J. v. d. Vegt, een van de twaalf, geroyeerd werd als lid van de S.D.A.P. wegens eigenmachtig optreden bij een Gemeenteraadsverkiezing; dezer da gen is hij echter weer als lid "toegetreden. Vijf oprichters van de S.D.A.P. rijn over leden, waaronder hij die lange laren de stuwkracht van deze partij geweest, is, Mr P. J. Troelstra. Veertig jaren lang heeft de S.D.A.P. het beginsel van ongeloof en revolutie ten groml slag gelegd van baar actie en propaganda. Dit moet de Christelijke nartijen immer weer prikkelen tot sterken weerstand. Laat ons Dr Kuyper nazeggen, waarmee hij in 18,89 zijn deputatenredc sloot: Klimme het uit het diepst onzer volksconsciëntie met geestdrift als ons aller betuiging op: „Ons en onze kinderen aangaande, wij zullen voor geen afgod der Fransche Revolutie meer knielen, en onzer Vader en God zal weer onze God zijn!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 8