KLANKFILMEN
DONDERDAG 23 AUGUSTUS 1934
TWEEDE BLAD PAG. 5
CNR. BAKKERSPATROONS
De Algemeene Vergadering
Gisteren werd in de Stadsgehoorzaal te
Kampen de jaarlijksche algemeene verga
dering gehouden van den .Bond van Chr.
Bfjkkerspatroons in Nederland.
Aan de jaarvergadering ging eergisteren
een boottocht naar Urk vooraf, aangeboden
door de ontvangende afdeeling, gevolgd
door een begroetingssamenkomst.
De jaarvergadering stond onder leiding
van den heer J. B a k k c r van Groningen,
die haar opende met het dJoon zingen van
psalm 119 53, het lezen van Genesis 13 en
gebed.
Vervolgens sprak hij een
openingswoord
waarin hij allen welkom heette inzonder
heid de heeren H. Stap van Zeist, afge
vaardigde van de Chr. Middenstandsver-
eeniging; Mr. B. v. Maaie van Arnhem,
rechtskundig adviseur van den bond. en
v. d. Berg afgevaardigde van de R. K.
zusterorganisatie.
Spr. trok een parallel tusschen den toe
stand nu en in den tijd dat de bond werd
opgericht, voor jaar. Spr. releveerde liet
verscheiden van IT. M. de Koningin-Moeder
en Z.K.H. Prins Hendrik en wees er op dar
in Nederland stof tot. danken is «voor den
zegen dien God schonk.
De toestanden in 't bedrijf zijn niet zoo
als igewcnscht wordt, de saneering ten spijt.
Toch is ook hier nog reden tot dank.
Aan de hand van het voorgelezen Schrift
gedeelte wees spr. er op dat de saneering
moet geschieden van binnen uit
Namens de aid. Kampen riep de voor
zitter, de heer K. A. v. d. P u t, de bonds
vergadering een hartelijk welkom toe.
Bericht vau verhindering kwam in van
'de directie an de Ned. Gist- en Spiritus
fabriek te Delft.
De vergadering zond een telegram van
(verknochtheid aan H. M.de Koningin.
l-Iiorna kwamen de jaarverslagen aan de
Aan het jaarverslag van den secretaris,
lÜen heer K, K o 1 s t e i n van Bilthoven,
bntleenen we, dat het ledental met 152 ver
meerderde en steeg tot 609. Het aantal af-
ideelingen vermeerderde met 7 en bedraagt
nu 18. In Groningen en Friesland heeft de
bond ook gewesten. Het orgaan werd week
blad. De arbeid van het secretariaat breidde
zich zóó uit, dat het hoofdbestuur den
secretaris voor den bond geheel vrijmaakte
In tal van commissies hoeft de bond zit
ting en .verschillende afUressen werden «ve*-
Zonden.
Het jaarverslag van den penningmeester,
Öen heer Vink yan Harmeien, sluit in
ontvangsten en uitgaven met een eindcijfer
van f 2950.07 en een nadeelig saldo van
f 154.24. Aan contributies werd totaal ont
vangen i 1637.75.
Alvorens de jaarverslagen in bespreking
kwamen, stelde de vergadering eerst hei
contract en de instructie van den secretaris
redacteur vast, waarbij Kampen en Utrecht
nog een paar amendementen indienden.
Contract en instructie werden hierna
definitief vastgesteld. Ze waren tevoren ter
kennis der bondsinstauties gebracht.
Het verslag van den secretaris gaf geen
aanleiding tot het maken van opmerkin
gen.
Het beleid van de redactie van het
orgaan werd goedgekeurd na opmerkingen
van Apeldoorn. Kampen en Friesland.
Het financieel verslag werd goedgekeurd
na een opmerking van Kampen en de pen
ningmeester, gehoord het rapport van de
commissie van controle van zijn beheer ge
dechargeerd.
De begrooting werd vastgesteld na op
merkingen van Kampen en Assen en de
contributie wederom bepaald op f 6 per lid.
To 12 uur werd de morgenvergadering
gesloten en begaf men zich gezamenlijk
naar het stadhuis waar B.t en W. de alge
meene vergadering officieel! zouden ontvan
gen.
De ontvangst ten stadhuize
Tn zijn toespraak wees de burgemeester
Pr op, dat het gemeentebestuur het als een
eer beschouwt de hond te mogen ontvan
gen. Kampen is een uitnemende st«id om
te congresseeren. Spr. kent de bakkers van
den mobilisatietijd toen de burgemeester'»
meel moesten distriubueeren. Daarvan
haaide spr. een enkele herinnering op. Spr.
wees voorts op de groote bcteekonis van
het Chr. beginsel dat als een gouden adei
overal door moet trekken. Dan bouwt meïi
de schepping en siert zijn vak. Ook op de
bcteekenis van de vrouw van den bakker
wees Mr. Okma, in verband met het feit,
dat tal van dames mede aanwezig waren.
Als het Chr. beginsel ons leven doortrekt,
komt God aan zijn eer!
De bondsvoorzitter, deze toespraak beant
woordende, dankte allereerst voor de eer
volle uitnoodiging. In de Chr. organisatie
mag niet de sterkste de baas zijn. Spr. on
derstreepte het woord van den burge
meester over de positie der vrouw en be
sloot met den wensch dat deze eerste ont
vangst niet de laatste moge zijn!
Hierna werden ververschingen geserveerd
en het groote stadhuis bezichtigd, waarbij
liet oude stadhuis vooral de belangstelling
trok.
Na de officieele ontvangst vereenigde het
gezelschap zich aan een gemeenschappe-
1 ij ken koffietafel. Om 2 uur vinig de mid-
dagvergadering aan.
Na opening met gemeenschappelijk Psalm
gezang kwam eerst de rondvraag aan de
orde. Verschillende aanwezigen maakten
hiervan gebruik om onderscheiden zaken
Ier tafel te brengen. Met name de saneering
van het bedrijf vormde een onderwerp van
discussie. Het hoofdbestuur blijft terzake
diligent.
Vervolgens trad als referent op de heer
R. Hagoort, van Utrecht, met het onder
werp: „De corporatieve staat".
Referaat R. Hagoort
Spr. vond aanleiding tot het kiezen van
dit onderwerp in het feit, dat het een on-
,/erp van dezen tijd is, waaraan te geree-
der aandacht besteed moet worden, omdat
de gedachte, die er achter verborgen ligt,
in den Christelijken kring niet vreemd is.
Spr. geeft de voorkeur aan de aanduiding
„corporatief bestel", waarbij in het midden
blijft of de staat dan wel de maatschappij,
of wel beide tezamen optreden.
""ie vraagt om „corporatief bestel", die
spreekt daarmee uit, dat hij wenscht, dat
we in onze samenleving niet allen los naast
elkaar leven als personen en als bedrijven,
maar dat personen en bedrijven als levende
organen worden ineengeschakeld tot een
levend geheel.
Dat is een specifiek Christelijke gedachte,
zooals spr. aan de hand van 1 Corinthe 12
vers 12 tot 26 nader uiteenzet.
Van Christelijke zijde is dan ook altijd
gepleit voor en gestreefd naar een corpora
tief bestel. Spr. toonde dit aan met een ver
wijzing naar de historie der gilden, naar
uiteenzettingen van Groen van Prinsterer
en Dr. Kuyper en naar de geboortegeschie
denis van Patrimonium, de moederorganisa
tie der Christeüjk-sociaio beweging. In den
kring deze beweging heeft men dit beginsel
altijd vastgehouden en gestreefd naar het
bijeenbrengen van patroons en arbeiders
Spr. verwees hier naar het Chr.-sociaal con
gres van 1891, het optreden van Ds. Sikkel
en Ds. Talma en het ijveren der Chr. arbei
dersvakorganisatie voor de totstandkoming
van collectieve arbeidsovereenkomsten.
Door het ontbreken van Christelijke pa
troonsvakorganisaties moesten de Christelij
ke arbeiders zich vaak met halve oplossin
gen of minder tevreden stellen. Het is ty
peerend, dat men verder vorderde in het
drukkers- en in het schildersbedrijf, de
twee bedrijven waar de Christelijke patroons
eigen organisaties vormden en dus zelfstan
dig invloed oefenden.
Nu de economische crisis de verwezenlij
king van het corporatief beginsel voorgoed
onmogelijk schijnt te maken leeft het merk
waardig genoeg spr. ziet «laar Gods lei
ding in op in kringen, die dit product
der Christelijke belijdenis voor het maat
schappelijk leven verachtelijk hadden afge
wezen, en nu roept met allerwege om „ror-
poratievcn staat" of om iets, dat wezensge-
1)oor de deelnemers aan de algemeene vergadering van den Bond
ondernomen. Het gezelschap op het interessante eiland.
C/irt Baklcerspatroons
Dit is een aanwijzing, dat de Christelijke
kringen thans een taak hebben, maar maant
tevens tot voorzichtigheid. Spr. wijlt er op
dat een der eerste kenmerken van corpora
tief bestel is, dat het gro eit en niet ge
maakt wordt. Dit houdt de veroordeeling
in wat van fascistische en nalionaal-so-
cialistische zijde als „corporatieve staat"
ordt aangediend en van wat Lenin en Sta
lin dienovereenkomstig in Rusland wroch
ten. Meer dan ooit hebben de Christenen nu
>1 taak om het gezonde, corporatieve, Chris
telijke beginsel invloed te doen oefenen. Zij
zijn daartoe onbekwaam. Maar zij moeten.
M. n. wil spr. aanwijzen de tank van den
Christelijken bond van bakkerspatroons,
die bij zijn stichting teruggegrepen heeft op
de oorsprong der Christelijk socia'e bewe
ging en die daarom uit zijn beginsel kracht
kan putten om in de goede richting werk
zaam te zijn
Met onkl» cijfeis teekende spr. den chaos
in het bakkersbedrijf, dat maar steeds
groeit, terwijl er reeds een overcompleet is
aan bakruimte, terwijl het broodgebruik
per hoofd daalde. Sinds 1910 is het aantal
personen, werkzaam in het bak
kersbedrijf verdubbeld, het aantaL inwoners
met een derde gestegen! Spr. wees voorts op
de aanname van leerlingen en halfwassen,
voor wie later geen plaats is en op den groei
van het ventersbedrijf.
Men heeft de saneering aangevat. Een
eerste poging mislukte. Zal een tweede sla
gen?
Spr. zag hier een taak voor den Christe
lijken Bakkerspatroonsbond. Die zal er np
moeten wijzen, dat geen saneering kan sla
gen, die niet het bedrijf als geheel aanvat
en er dus ook de gezellen en eventueel zelfs
de venters in betrekt. Voorts wees spr. op
de noodzaak van afsluiting van collectieve
contracten, die in het bakkersbedrijf schier
geheel ontbreken. Beginnende bij zijn eigen
zaak moet de Christenpatroon houwen aan
de corporatieve ordening in het bakkersbe
drijf, waardoor op den duur zelfs de bij-ge-
hrek-aan-beter getroffen wettelijke regelin
gen zouden kunnen worden overgenomen.
Spr. besloot met den aandrang tot krach
tige propaganda om de Christen bakkers
patroons in de Christelijke organisatie te
brengen en tot voortarbeiden in het geloof
aan Hem, Die ook de maatschappij en staat
in Zijn hand heeft.
De Voorzitter dankte den referent voor zijn
betoog, waarop geen discussie volgde.
Medegedeeld werd dat tot lid van het
hoofdbestuur was gekozen de heer J. H. P.
Oostenrijk te Apeldoorn.
Besloten werd de volgende algemeene ver
gadering te Leeuwarden te houden.
De wijzigingen in het reglement en de sta
tuten werden vervolgens \astgestelcL
Hierna kreeg Ds. H. H. Schoemakers,
Geref. predikant te Kampen, het woord, om
de opwekkende rede te houden. Ds. Schoe-
makers koos daarvoor als titel: „Dienen
blijdschap".
Toespraak Ds. Schoemakers
Spr. ving aan met de opmerking, dat het
ietwat tegenstrijdig schijnt op een vergade
ring van patroons te spreken over dienen
Dienen doet een ondergeschikte. Een patroon
is haas, die in den regel anderen onder zich
heeft.
Toch mag op een vergadering van Chr.
patroons, die in de statuten van hun bond
gewagen van de erkenning, verbreiding en
toepassing der Chr beginselen, van dienen
worden gesproken. Teder Christen, al is hij
ook patroon, is een dienstknecht, diep af
hankelijk van God, den Schepper en Wet
gever. God eischt dat we Hem dienen zul;
len in ons ambt en bedrijf, in elk eerbaar
beroep, dat terecht een goddelijk beroep
wordt genoemd. Wel heeft God één dag af
gezonderd tot Zijn bijzonderen dienst, r
die dag, de Sabbath, moet zijn stempel zet
ten op heel de week, haar doordringen en be-
heerschen.
In verband met het dienen van den Heere
in den dagelijkschen arbeid, wijdde spr. na
der uit over den zegen te kunnen en te
mogen arbeiden, en wees er op, hoe in-droef
de werkloosheid is. Voorts werd nadruk ge
legd op het dienen met blijdschap, nok in
dezen vreugdeloozen en troostelonzen tijd,
waarin de verwarring en verdwazing, de
afval en godverzaking, als ten toppunt is
gestegen. Ook nu moet de Christen met
blijdschap den Heere dienen. Dnt is Gods
eisch in Zijn Woord. Stof tot blijdschap is
er altijd voor den waren Christen, die be
lijdt: Ik geloof in God, den Vader, den Al
machtige, Schepper des hemels en der aarde
Spr. besloot zijn toespraak met de herin
nering dat het Christen-zijn de reden was,
die de stichters bewoog tot het oprichten
VRIJDAG 24 AUGUSTUS
HUIZEN 301.5 M.
K.R.O.
8.00—9.15 Morgenccocer*.
10.00—10.30 Gramofoonmuziek.
10.30—11.00 Muziekuitzending voor fabrie
ken.
11.00— 11.30 Gramofoonmuziek.
11.30—12.00 Halfuurtje voor zieken en
ouden van dagen.
12 01 12.15 n.m Politieberichten.
12.151.45 n.m. Lunchconcert doar Gala-
troni et ses Artists.
2.00—3.15 nun. Orgelconcert door Evert
Haak, m.m.v. Truus Tersteege. sopraan.
3.15—3.30 n.m. Gramofoonmuziek.
3.30—3.45 n.m. Viool- en klavier-recital
door Else Nolthenius, klavier en Jan Helden,
4.45500 n m. Gramofoonmuziek.
500—5.30 nm. Inleiding door Th. Arts op
de Nieuwe Actueele Rubriek. „Landbouw-
Cnsiswetten en -Besluiten".
5.30—6.15 nm. De KRO-boys o.l.v. Piet Lus
tenhouwer.
7.00—7.15 n.m. Politieberichten.
7 15—7.35 nm. „Gevelsteenen" (I) door
Joh. Schwencke.
7.35—7.45 n.m. Gramofoonmuziek.
7.45-8.30 n.m. De KRO-boys o.l.v. Piet
Lustenhouwer.
8.30—8 35 nm. Vaz Dias.
8.35—8.45 n.m. Gramofoonmuziek.
8 45—9.30 n.m. Johan Winnuhst-herden-
king. Concert door orkest o.l.v. Carel Haak
als gast: m.m.v. L. Werner, cello.
9.30—9 45 n.m. Gramofoonmuziek.
9.45 10 30 n.m Orkest oJ.v. Marinus van
't Woud.
10.30—10.35 am. Vaz Dias.
10.35—12.00 n.m. Gramofoonmuziek.
rjTT""T7R5UM 1875 M
VJLR.A.
8.01 n.m. Gramofoonmuziek
V.P.R.O.
10.00 Morgenwijding.
10.15 „Het Kind" (Hans Martin) voor te
dragen door Adolf Bouwmeester.
10 30 Orgelspel door Cor Steyn
11.00 „Een zonderlinge snoeshaan" (Hans
Martin) voor te dragen door Adolf Bouw-
11.15 Onze serie groote meesters der toon
kunst. (Gr.-muziek). Schumann-progr.
11.45 Populaire gramofoonmuziek.
12.00 Einde van het programma.
A.V.R.O.
12.01 12.30 n.m. „De draaitafel is gedekt".
12 30—2.30 n.m. Muziek bij de lunch.
I
2.30—3.00 n.m. Voordracht door mevr.
Marie Meunier-Nagtegaal. „Het Vosse-
straatje", door Gusta Vollewens-Zeyle-
3.00—4-.00 n.m. Middagconcert (gr.pl.).
VJLRJL
4.01 nm. Overschakelen naar Kootwijk.
4.15 n.m. Gramofocnmuziek.
4.30 n.m. Voor de kinderen. Rolien Numao
vertelt,
5 30 n.m. De Flierefluiters «.Lv. Jan van der
Horst.
6.01 n.m. Orgelspel door Johan Jong.
6.20 n.m. Gramofoonmuziek
6.30 nm. Orkest o.l.v. Hugo de Groot.
7.30 n.m. De 16 September-betooging.
7.57 n.m Herhaling S.O.S.-berichten.
8.00 n.m. Einde van het programma.
A.V.R.O.
8.30—10.15 n.m. Concert door he* Kurhaus-
orkest te Scheveningen o.l.v. Carl Schu-
richt. PauzevulliflB door de V.P.R.O.
V.P.R.G.
8.00 n.m. Avonduitzending. Sprekers: Ds.
A. Noorman, Borculo; Dirk Coster, Benne-
broek; Albert van Dalsum, Amsterdam.
8.01 n.m. Cursus: Factoren van Godsdien-
tig leven. Vierde voordracht: Trouw. Spre
ker: Ds. A. Noorman, Borculo.
9 00 n.m. (In de pauze van het Kurhaus-
concert). Cursus: Nationalisme en interna
tionalisme. Vierde voordracht: Charles de
Costers Legende van Uilenspiegel en Lam
me Goedzak, een nationaal epos. Spreker;
Dirk Coster, Bennebroek.
2=10.15 nmi. (Na afloop van het Kurhaus-
concert). Vaz Dias en Vrijz. Godsd. Pers-
10.30 n.m. Declamatie van een fragment
uit „Lucifer" door Alter! van Dtlsum.
BUITENLAND
London Reg. 342.1 M.: 8.20 n.m. „Crisis in
Daventry 1500 M.: 8.20 n.m. Promenade-
concert. Beethoven-programma.
Hamburg 331.9 M.: 8.30 n.m. „Der lustige
Krieg". Operette van Joh. Strauss.
Kalundborg 1261 M.: 8.30 'n.m. Poolsch con-
Warschau 1411 M.: S.32 n.m. Concert ol.v.
Br. Wolfstal. Br. Gimpel, viool.
Parijs (Poste Parisien) 328-2 M.: S.32 n.m.
Concert o.l.v. Theodore Mathieu. (Bizet,
Massenet. Bruneau).
München 405.4 M.: 8 35 n.m. Concert (O.m.
Pianoconcert v. Grieg).
Straatsburg 349.2 M-: 8.50 n.m. Concert
o.l.v. Emile Cooper
Parijs (Radio) 1648.4 M.: 9.05 n.m. „La fille
du Tambour Major" van Offenbach.
Milaan 368.8 M.: 9.05 n.m. „Si", operette
van Mascagni.
Brussel (VI.) 321.9 M: 9.20 n.m. Concert
uit het Casino te Knocke, m.m.v. het Trio
Scapus.
Brussel (Fr.)483.9 M.: 9.35 n.m. Beetho
ven-programma.
van den bond van Chr. hakkerspatroons.
Het gaat om de heerschappij der ordinantie
Gods op elk terrein, ook op het terrein van
het bakkersbedrijf, en als dan op de ver
gaderingen van bond en afdeelingen gespro
ken wordt over de sociale en economische
Wijziging der Steunregeling
Naar het corr.-bureau verneemt heeft de
Minister van Sociale Zaken het voorschrift
m... UC 10 der steunregeling, bepalende
belangen is goed beschouwd het spreken 11Q„ an diegenen, die na den lsten Januari
over stoffelijke belangen een geestelijk be-j rijdens liun werkloosheid zijn gehuwd,
lang, een dienen voor den Heere. I geen gehuwden-uitkeenng mag worden ver-
Na enkele plichtplegingen werd de druk- j strekt, dan nadat zij na hun huwelijk 3 maan
bezochte vergadering op gebruikelijke wijze den m het vrye_ bedrijf hebben gewerkt, in
gesloten en vereenigde men zich aan een diervoege gewijzigd, dat zulks voortaan
gemeenschappelijken maaltijd.
Ter gelegenheid van deze algemeene ver
gadering werd te Kampen een groote brood-
wedstrijd gehouden, die zich iu vele belang
stelling verheugen mocht.
OFFICIEELE BERICHTEN
Vanwege de Nat. Chr. Geh. Onthouders-
vereenigine in Zuid-Holland zal Zaterdag
middag 1 Sept. a.s. een landdag worden ge-
-ti-oiJ van nouden op een terrein aan den Nieuwen weg
(te Rhoon. Als sprekers zullen optreden Mevr.
ItHt ZU* 1° Bode*v- Voorst Vader van Rotter-
- 8 .dam. en de heeren J. Hui zin ga, burge-
te Haifa'; meester van Terneuzen; D. B. van Veen van
Utrecht; H. Teutscher, Zaandam en H.
^trokken. Ververs, evangelist te Rotterdam. Muziek
n is met en. zan?vereenigingen zullen de meeting op-
ïr'tfbkkén. Justeren. De landdag gaat uit van de afd.
lamenting; Uharlois, Rhoon—Poortugaal en Pernis der
vereenigirtg.
r De Strooper
„Zoek Je wat?"
Een vreemde, mij geheel onbekende man
Btond in gebukte houding achter een laag
dennenboschje, een fiets aan de hand. Mo
gelijk had hij iets verloren en dan wilde ut
aanbieden, hem bij zijn zoeken behulpzaam
te zijn.
„Nee," hoorde ik het antwoord, „maar ik
kijk hier alleen maar eens wat rond."
Dc zon was er al niet meer. Schemerig
donker was 't Toch merkte ik duidelijk, hoe
de man, terwijl hij mij dit eigenaardig ant
woord gaf, eerst mij onderzoekend aanzag,
en vervolgens haastige blikken om zich
heen wierp, als wilde hij zich vergewissen,
dat ik alleen was. n
„Rond kijken mag je hier vrij, zei ik,
„wanneer je tenminste een kaart hebt, een
wandelkaart."
De man begon te lachen. Luid lachte hij,
en smakelijk. Onbegrijpelijk. Was, wat ik
jhem zei, dan zoo bespottelijk? 't Was im
mers waar: alleen wie van den eigenaar
vergunning liad, hier rond te dolen - waar
voor dan die zoogenaamde wandelkaarten
werden uitgereikt werd door boschwach
ters en politie met rust gelaten. Wie niet
in het bezit van dit noodzakelijk bewijs was,
werd onverbiddelijk „opgeschreven" met al
de gevolgen van dienEen maatregel, die
alleszins gewettigd was. Want toen dit wan
delverbod nog niet bestond, liet vorige jaar
nog, werd het prachtig boschachtig en heu
velig terrein in deze omgeving door de dag-
jesnienschen, door kinderen en jongelieden
eenvoudigweg bestormd, maar schande
lijk genoeg tegelijk ook ongenietbaar voor
anderen gemaakt. Óveral lagen er papieren
omhulsuls, doozen en sigaretten-eindjes, ba
nanen- en sinaasappelenschillen, etensres
ten, kortom tal van ongerechtigheden. De
mooiste boschplekjes werden zoo door de be
zoekers en wandelaars totaal bedorven.
„Brinkman zal mij zien aankomen, wan
neer ik hem om een wandelkaart vraag", zei
de onbekende, altijd nog lachend. „Hij zou
mijMaar jij bent toch met .an tic poli-
tie, is 't wel?" vroeg hij mij plotseling, zien
zelf onderbrekend.
Ik schudde het hoofd, zelf ook even in do
lach schietend nu.
.Zóó ver heb ik 't nog met gebracht ant
woordde ik. „En ik denk niet, dat ik hetooit
too ve£ ?al brengen". j_,-T
,lk dacht ook al, dat ik je hier nog nooit
geszien had. Nu, zooveel te beter'. De
in kwam dichterbij, terwjjl hij dit zei. En
zijn stem werd vertrouwelijker. „Ik ken ze
allemaal, die hier het bosch voor mij en mijn
maats onveilig maken: Brinkman en Dal
roos en Hofbroek; ja, allemaal. En ze ken
nen mij óók", besloot hij grinnekend.
De namen, die ik hoorde, waren geen on
bekende namen voor mij. Brinkman was de
boschwachter en opzichter in dit gedeelte
in het mooie, ruime bezit; de beide ande-
n behoorden respectievelijk tot de gemeente
1 rijkspolitie.
„Maken zij het bosch onveilig?" vroeg ik.
.3i-wonderd en tegelijk ook wel iets veront
waardigd om deze beschuldiging.
„Wat anders? Ze bekeuren je immers da
delijk, als ze je zien. Ze springen de lucht in,
als ze een proces-verbaal kunnen opmaken.
En de kantonrechter, ook niet mak, geeft je
direct een vijfentwintig gulden boete, als je
dan moet voor-komen; op zijn minst vijfen
twintig. En dat kan ik natuurlijk niet beta
len; en geen een van mijn maats. En dan
gaan we natuurlijk zoo-en-zooveel dagen
brommen". i
„Maar man, wat doe je dan hier?'
„Ik?".
Een kort oogeniblik van aarzeling. Toen,
eensklaps, vertelde de man zoo maar zonder
eenigen omhaal, dat hij het bosch in geweest
was, om naar konijnen en hazen te zien. En
dat 'zien ik begreep het had voor dezen
man wel een heel bijzondere beteekenis.
„Je komt hier duscm te stroopen?".
„Waarom niet, als ik de kans daarvoor
kan krijgen? Als je geen werkjjebt, als je al
in geen maanden en jaren werk hebt kun
nen krijgen en alleen van dc steun moet le
ven, wil je voor moeder de vrouw toch ook
%vel'eens een stukje vleesch meebrengen
of niet? Ofschoon, ik moet zeggen, dat het
hier tegenwoordig bijna de moeite niet meer
loont, 't Lijkt wel, of er geen konijnen meer
zijn; en op hazen behoef je haast in het ge
heel niet meer te rekenen. En fasantjes, ho
maar. Die zijn er eenvoudig niet meer; ver
dwenen; verschwunden, zooals^mijn Duit-
sche maat zegt".
Ik stond er werkelijk paf van, dat die mart
daar voor mij zoo maar rondweg er van
sprak, een strooper te zijn, een dief alzoo.
Dat was wel één van de meest onbegrijpe
lijke gebeurteni.V en in mijn leven. Kwam 't
mogelijk daardoor, dat het al niet meer sche
merig was, goed donder, omdat er van maan
nog sterren iets te bespeuren was?
Vroeger had ik veel over stroopers hooren
praten; 'k had natuurlijk ook wel van ze ge
lezen. Gevaarlijke kerels waren het, geloofde
ik daarom. Een onverwachte ontmoeting met
één of méér vap deze menschcn bracht tal
van onbekende gevaren met zich mee.
Wonderlijk. Nu, terwijl het feitelijk al
nacht was, stond ik hier „eenzaam en al
leen" met één van die gevaarlijke kerels te
praten, zonder dat ik maar in 't minst bang
was. Integendeel; 't was bijna, of er iets ver
trouwelijks tusschen ons was ontstaan, en of
dat vertrouwelijke groeide, zoodat de een
den ander alles zoggen durfde, wat hij in zijn
hart had. Ja, gestraft was hij, al méér dan
eens, om wat hij had durven doen. En daar-
>m werd hij dadelijk van booze bedoelingen
verdacht, wanneer hij zich hier in deze om
geving vertoonde. O, als bijvoorbeeld Brink
man .nu wist, dat hij hier met mij stond te
praten de goede man zou heel den nacht
;een rust kunnen hebben.
„Ik zeg je: hij zou niet naar bed ga«n,
maar met zijn geweer onder den aim hiei
tusschen de dennen blijven ronddwalen, tot
't weer licht zou worden. Want die Brnlk-
man is er wat tuk op, om mij op de bon te
krijgen".
„Vind je niet, dat boschwachter Brinkman
dan zijn plicht doet?" merkte ik op.
„Zeg ik "*t anders? Hij móét doen, wat hij
„Zou je dan niet béter doen, met dat sfcroo-
pen te laten?'t Lijkt me trouwens niet
ongevaarlijk ook. Je hebt misschien óók kin
deren? Ja? Wat dan, als je eens thuis ge
bracht wordt met een kogel in je lichaam?
Je hebt 't beslist aan je zelf te wijten, wan
neer er eens iets mocht gebeuren".
,,'k Weet t best. Maarals je éénmaal
gestroopt hebt, moet je 't telkens weer op
nieuw doen. 't Is zoo verleidelijk, weet je.
't Is een soort sport. Je raakt er eenvoudig
aan verslaafd".
„Ja, maar
,,'k Begrijp al, wat je zeggen wilt. meneer
tje, maar al waarschuwen er mij ook hon
derd en méér anderen zoo ten beste ik
ben en blijf een strooper. Ik kan er niet mee?
buiten, 't Is een veel te mooi werk; vol
avontuur; vol spanning. En als je dan een
Brinkman voor je hebt, een slimmerd zeg ik
je, en ook een pracht van een kerel, een door
en door eerlijke vent, nu, dan geniet je er
dubbel van. als je zoo'n echten speurder te
slim af bent geweest, al moet je dan ook wel
eens een veer latenJa, daar moet ik
in eens weer denken aan wat ik een maand
of wat terug met amice Brinkman Jieb
had. >Vil je er: van hooren?"
Ik stemde toe. 't Klinkt misschien onge
looflijk en misschien ook keuren niet weini
gen in mij af, wat ik deed. Maar ronduit ge
zegd: ik kreeg schik in dezen man, die zoo
rondweg zijn euveldaden durfde opbiechten.
Neen, voor dezen strooper bestond niet het
onderscheid van ,.mijo en dijn"; veroordeelens
waardig waren zijn dieverijen en strooptoch
ten Maar tien tegen één: zouden ande
ren in mijn geval niet ook gedaan hebben,
waartoe ik kwam? Ik luisterde. Ik luisterde
met aandacht.
,,'t Was verleden jaar, om dezen zelfden
tijd zoowat, en een stikdonkere nacht. Ik had
hier en daar een strik uitgezet, en toen
terug .kwam, was ik over mijn vangst niet
ontevreden. Mijn maat en ik hadden ieder
een paar flinke hazen en even zooveel ko
nijntjes. We zouden weer huis-toe gaan, be
sloten we. Voor dien nacht hadden we ge
noegMaar i\ ar in eens, tusschen de boo
men, zagen we een licht, een heel sterk licht
't Was niemand anders dan Brinkman, dip
ons ik weet niet door welk geluk op
't spoor was gekomen en ons nu op heetcr-
daad wilde betrappenIk mijn pet voor
mijn gezicht evenals mijn maat, zoodat
Brinkman onmogelijk kon zien, wie wij wa
ren. En toen dadelijk daarop: rechtsomkeert,
er van doorNee, dat was geen gemakke
lijk werkje, vertel ik je. We moesten niet
alleen onze eigen persoontjes in veiligheid
zien te brengen maar óók onze kostelijke
vangst van dien nacht. En we hadden onze
fietsen, prachtdingen op een open vrijen
weg, maar onmogelijke lastposten bij een
vlucht in den donker door een bosch. Mis
schien weet je 't wel uit eigen ondervinding,
dat al die warrige heideplanten en zand
wegen en diepe kuilen en steile hoogten en
boomknoestcn en bomworte.ls je ongemakke
lijk hinderen kunnen, als je een fiets bij je
hebt... Je begrijpt, dat 't voor Brinkman
niet moeilijk moest zijn, ons te volgen. 'tLag
voor de hand, dat hij ons vóór komen zou
en dan? Natuurlijk waren we geen oogen-
blik bang voor zijn geweer, maar dat leelijke
ding, die electrisohe zaklantaarn van hem
zou ons een akelige strop kunnen bezorgen.
„Weet je wat," zeg ik zoo onder het voort-
vluohten tegen mijn maat, „we laten onze
fietsen hier liggen; je weet wel: in dien kuil,
waar het zoo vol zit van bramen. Morgen
of overmorgen halen we ze dan wel weer
terug." Mijn maat deed, wat ik zei. Voor
hem, evenals voor mij, hadden de dierbare
beestjes, die we droegen, méér waarde dan
die twee oude karren... Om kort te gaan:
't lukte on.- van Brinkman los te lemen,
nadat we onze fietsen in den steek hadden
gelaten. Hoé, dat zeg ik je niet; dat is ónze
wéét. Maar dal het ons een paar ferme
zweetdruppels hoeft gekost, wil ik wel graag
bekennen. Ons doel hadden we echter be
reikt: onze haasjes en konijntjes waren ge
red. We brachten ze veilig bij moeder thuis
en gingen toen naar bed: onze rust hadden
we wel verdiend."
De verteller pauzeerde even. Maar vóór
dat ik hem iets zeggen of vragen kon, ging
hij al weer verder.
„En begrijp nu eens aan. Den volgenden
morgen om een uur of tien, elf ik sliep
natuurlijk nog kwam Brinkman bij me
thuis. Hij moest mij noodzakelijk even spre
ken, zei hij tegen mijn vrouw. Dat goede
mensch had Brinkman nog nooit van te
voren gezien. Ze dacht., zei ze me later, dat
het dc een of andere aannemer was, die
werk voor me had. En daarom maakte ze
mij wakker, begrijp je?... Nu, ik kende
Brinkman wel. En dadelijk begreep ik, wat
hij kwam doen. Klaar wakker was ik; in
eens. Voorzichtig aan. Kees waarschuwde
k me zelf; pas op, dat die lekkere hazen-
en konijnenboutjes je niet zuur opbreken.
Nu dan, Brinkman, die slimmerd, had zijn
valletje kant en klaar. „Kees," zei hij, „ik
breng je even je fiets terug." „Mijn fiets?"
vroeg ik zoo verwonderd mogelijk, „mijn
fiets? Sedert wanneer heb ik dan een fiets?"
Brinkman weer; „Ik heb je meer dan eens
zien rijden, Kees; en dit is je fiets." Ik:
„Denk je, dat ik geld heb, om een- fiets te
koopen en te onderhouden? Denk eens aan,
wat zoo'n ding wel kostEn als ik wel
eens gefietst heb, kan dat op een kar van
mijn neef of mijn buurman zijn geweest."
Brinkman: „Laten we nu geen tijd onnut
zoek brengen, Kees-, dit is je fiets, je eigen
fiets. Zie maar," wees hij naar een ding, dat
tegen den muur voor 't raam stond, „je her
kent je eigendom toch wel!" Ik. verontwaar
digd: „Donk je, dat ik op zoo'n aftandsch
mirakel zou willen gaan zitten! Ik heb mijn
botten nog te lrief. Brinkman. Me dunkt: je
moet dat ding maar naar het Museum van
Oudheden brengen. De een of andere grap
penmaker zal het daaruit gegapt hebben, om
liet, op boerenkermissen te laten zien. En
onderweg moet hijjt dan, jammer genoeg,
verloren hebben." Brinkman wond zich op.
„Maak nu geen flauwe grapjes,' zei hij. „De
zaak is ernstig genoeg. Beken maar, dat je
vannacht in 't bosch geweest bent. om te
stroopen..." „Ik?..." „Ja, jij. Kees. Je fiets
heeft me dat verteld." Ik lachte zoo hard
ik kon. „Vertel je kantonrechter maar je
sprookjes van pratende fietsen," zei ik. „Zijn
edelachtbare zal je dan zeker nog voor een
wondermensch aanzien, die..." „Kees," viel
Brinkman mij in de rede, spinnijdig nu, ,.j ij
weet, dat dit je fiets is; en ik wéét het
Beken nu. „Vraag dc fiets," zei ik.
„Werkelijk, je weet niet, hoe benieuwd ik
zcli naar ..at antwoord ben." Ik zag het: de
arme kerel was ten einde raad. Hij wist niet
meer, wat hij aanvangen moest. „Hoor eens
zei hij toen in eens. „ik belóóf je: als ie
erkent, dat ik gelijk heb en dus bekent., dat
je gestroopt hebt, zal ik er geen verder werk
van maken. Maar zeg me dan ook rondweg,
dat ik mij niet heb vergist."Op mijn
woord: een oogenblik wist ik niet, wat ik
doen zou. Brinkman is werkelijk een eerlijke
vent en zijn belofte zóu hij houden; ik was
er van overtuigd. Ik zou er dus zonder kleer
scheuren afkomen, mijn karretje weer in
ontvangst nemen, en zonder eenige wroeging
an mijn heerlijke boutjes kunnen smullen.
Maar dif oogenblik duurde maar heel kort.
Ik kon en mocht Brinkman niet de voldoe
ning geven, dat hij niet mis getast had. Was
iJ (lan als mensoh ook zoo eerlijk als goud
als bosoh wacht er en politieman was hij
mijn onverbiddelijke tegenstander, mijn
vijand, om zoo te zoggen. Neen, bloot geven
kon ik mij niet„Brinkman," zei ik,
„breng jij dat ding op twee wielen maar
ergens heen, naar waar je maar wilt; naar
je bosch of naar het politiebureau. Je zult
naar waarheid kunnen getuigen, d/at het een
gevonden voorwerp is. Of, als je mij dat
mirakel liever cadeau doet mag je gerust je
hart ophalen. Ik heb dan tenminste eens
in mijn leven een goeden dag: bij den oud
roest zal ik er misschien nog wel een gul
dentje of zoo voor kunnen krijgenBrink
man af. Ja, 't ging mij werkelijk wel even
aan mijn hart, toen ik zag, hoe zielig de
man met zijn „gevonden voorwerp" afzakte-
maar ik moest mij zelf toch redden, 't Is
allesbehalve pleizierig. wanneer je achter de
tralies gezet wordt cn alleen op water en
brood moet leven. Véél béter was 't. dat ik
mijn fiets voor de goede zaak opofferde.
Trouwens, die dingen zijn tegenwoordig zoo
razend goedkoop, dat het eigenlijk heel
geen offer meer voor mij was."
De strooper had zijn verhaal verteld,
't Speet me, dat ik zijn gezicht niet kon zien,
terwijl hij sprak. Me dunkt, het moet soms
een pn al lach zijn geweest, om de poets,
die hij boschwachter Brinkman gebakken
had.
Ik heb het verhaal van den strooper juist
zoo verteld, als Ik 't hoorde. En ik geef het
weer zonder eenige commentaar. De te trek
ken conclusies liggen voor de hand.