KLANKFILMEN DONDERDAG 23 AUGUSTUS 1934 TWEEDE BLAD PAG. 5 CNR. BAKKERSPATROONS De Algemeene Vergadering Gisteren werd in de Stadsgehoorzaal te Kampen de jaarlijksche algemeene verga dering gehouden van den .Bond van Chr. Bfjkkerspatroons in Nederland. Aan de jaarvergadering ging eergisteren een boottocht naar Urk vooraf, aangeboden door de ontvangende afdeeling, gevolgd door een begroetingssamenkomst. De jaarvergadering stond onder leiding van den heer J. B a k k c r van Groningen, die haar opende met het dJoon zingen van psalm 119 53, het lezen van Genesis 13 en gebed. Vervolgens sprak hij een openingswoord waarin hij allen welkom heette inzonder heid de heeren H. Stap van Zeist, afge vaardigde van de Chr. Middenstandsver- eeniging; Mr. B. v. Maaie van Arnhem, rechtskundig adviseur van den bond. en v. d. Berg afgevaardigde van de R. K. zusterorganisatie. Spr. trok een parallel tusschen den toe stand nu en in den tijd dat de bond werd opgericht, voor jaar. Spr. releveerde liet verscheiden van IT. M. de Koningin-Moeder en Z.K.H. Prins Hendrik en wees er op dar in Nederland stof tot. danken is «voor den zegen dien God schonk. De toestanden in 't bedrijf zijn niet zoo als igewcnscht wordt, de saneering ten spijt. Toch is ook hier nog reden tot dank. Aan de hand van het voorgelezen Schrift gedeelte wees spr. er op dat de saneering moet geschieden van binnen uit Namens de aid. Kampen riep de voor zitter, de heer K. A. v. d. P u t, de bonds vergadering een hartelijk welkom toe. Bericht vau verhindering kwam in van 'de directie an de Ned. Gist- en Spiritus fabriek te Delft. De vergadering zond een telegram van (verknochtheid aan H. M.de Koningin. l-Iiorna kwamen de jaarverslagen aan de Aan het jaarverslag van den secretaris, lÜen heer K, K o 1 s t e i n van Bilthoven, bntleenen we, dat het ledental met 152 ver meerderde en steeg tot 609. Het aantal af- ideelingen vermeerderde met 7 en bedraagt nu 18. In Groningen en Friesland heeft de bond ook gewesten. Het orgaan werd week blad. De arbeid van het secretariaat breidde zich zóó uit, dat het hoofdbestuur den secretaris voor den bond geheel vrijmaakte In tal van commissies hoeft de bond zit ting en .verschillende afUressen werden «ve*- Zonden. Het jaarverslag van den penningmeester, Öen heer Vink yan Harmeien, sluit in ontvangsten en uitgaven met een eindcijfer van f 2950.07 en een nadeelig saldo van f 154.24. Aan contributies werd totaal ont vangen i 1637.75. Alvorens de jaarverslagen in bespreking kwamen, stelde de vergadering eerst hei contract en de instructie van den secretaris redacteur vast, waarbij Kampen en Utrecht nog een paar amendementen indienden. Contract en instructie werden hierna definitief vastgesteld. Ze waren tevoren ter kennis der bondsinstauties gebracht. Het verslag van den secretaris gaf geen aanleiding tot het maken van opmerkin gen. Het beleid van de redactie van het orgaan werd goedgekeurd na opmerkingen van Apeldoorn. Kampen en Friesland. Het financieel verslag werd goedgekeurd na een opmerking van Kampen en de pen ningmeester, gehoord het rapport van de commissie van controle van zijn beheer ge dechargeerd. De begrooting werd vastgesteld na op merkingen van Kampen en Assen en de contributie wederom bepaald op f 6 per lid. To 12 uur werd de morgenvergadering gesloten en begaf men zich gezamenlijk naar het stadhuis waar B.t en W. de alge meene vergadering officieel! zouden ontvan gen. De ontvangst ten stadhuize Tn zijn toespraak wees de burgemeester Pr op, dat het gemeentebestuur het als een eer beschouwt de hond te mogen ontvan gen. Kampen is een uitnemende st«id om te congresseeren. Spr. kent de bakkers van den mobilisatietijd toen de burgemeester'» meel moesten distriubueeren. Daarvan haaide spr. een enkele herinnering op. Spr. wees voorts op de groote bcteekonis van het Chr. beginsel dat als een gouden adei overal door moet trekken. Dan bouwt meïi de schepping en siert zijn vak. Ook op de bcteekenis van de vrouw van den bakker wees Mr. Okma, in verband met het feit, dat tal van dames mede aanwezig waren. Als het Chr. beginsel ons leven doortrekt, komt God aan zijn eer! De bondsvoorzitter, deze toespraak beant woordende, dankte allereerst voor de eer volle uitnoodiging. In de Chr. organisatie mag niet de sterkste de baas zijn. Spr. on derstreepte het woord van den burge meester over de positie der vrouw en be sloot met den wensch dat deze eerste ont vangst niet de laatste moge zijn! Hierna werden ververschingen geserveerd en het groote stadhuis bezichtigd, waarbij liet oude stadhuis vooral de belangstelling trok. Na de officieele ontvangst vereenigde het gezelschap zich aan een gemeenschappe- 1 ij ken koffietafel. Om 2 uur vinig de mid- dagvergadering aan. Na opening met gemeenschappelijk Psalm gezang kwam eerst de rondvraag aan de orde. Verschillende aanwezigen maakten hiervan gebruik om onderscheiden zaken Ier tafel te brengen. Met name de saneering van het bedrijf vormde een onderwerp van discussie. Het hoofdbestuur blijft terzake diligent. Vervolgens trad als referent op de heer R. Hagoort, van Utrecht, met het onder werp: „De corporatieve staat". Referaat R. Hagoort Spr. vond aanleiding tot het kiezen van dit onderwerp in het feit, dat het een on- ,/erp van dezen tijd is, waaraan te geree- der aandacht besteed moet worden, omdat de gedachte, die er achter verborgen ligt, in den Christelijken kring niet vreemd is. Spr. geeft de voorkeur aan de aanduiding „corporatief bestel", waarbij in het midden blijft of de staat dan wel de maatschappij, of wel beide tezamen optreden. ""ie vraagt om „corporatief bestel", die spreekt daarmee uit, dat hij wenscht, dat we in onze samenleving niet allen los naast elkaar leven als personen en als bedrijven, maar dat personen en bedrijven als levende organen worden ineengeschakeld tot een levend geheel. Dat is een specifiek Christelijke gedachte, zooals spr. aan de hand van 1 Corinthe 12 vers 12 tot 26 nader uiteenzet. Van Christelijke zijde is dan ook altijd gepleit voor en gestreefd naar een corpora tief bestel. Spr. toonde dit aan met een ver wijzing naar de historie der gilden, naar uiteenzettingen van Groen van Prinsterer en Dr. Kuyper en naar de geboortegeschie denis van Patrimonium, de moederorganisa tie der Christeüjk-sociaio beweging. In den kring deze beweging heeft men dit beginsel altijd vastgehouden en gestreefd naar het bijeenbrengen van patroons en arbeiders Spr. verwees hier naar het Chr.-sociaal con gres van 1891, het optreden van Ds. Sikkel en Ds. Talma en het ijveren der Chr. arbei dersvakorganisatie voor de totstandkoming van collectieve arbeidsovereenkomsten. Door het ontbreken van Christelijke pa troonsvakorganisaties moesten de Christelij ke arbeiders zich vaak met halve oplossin gen of minder tevreden stellen. Het is ty peerend, dat men verder vorderde in het drukkers- en in het schildersbedrijf, de twee bedrijven waar de Christelijke patroons eigen organisaties vormden en dus zelfstan dig invloed oefenden. Nu de economische crisis de verwezenlij king van het corporatief beginsel voorgoed onmogelijk schijnt te maken leeft het merk waardig genoeg spr. ziet «laar Gods lei ding in op in kringen, die dit product der Christelijke belijdenis voor het maat schappelijk leven verachtelijk hadden afge wezen, en nu roept met allerwege om „ror- poratievcn staat" of om iets, dat wezensge- 1)oor de deelnemers aan de algemeene vergadering van den Bond ondernomen. Het gezelschap op het interessante eiland. C/irt Baklcerspatroons Dit is een aanwijzing, dat de Christelijke kringen thans een taak hebben, maar maant tevens tot voorzichtigheid. Spr. wijlt er op dat een der eerste kenmerken van corpora tief bestel is, dat het gro eit en niet ge maakt wordt. Dit houdt de veroordeeling in wat van fascistische en nalionaal-so- cialistische zijde als „corporatieve staat" ordt aangediend en van wat Lenin en Sta lin dienovereenkomstig in Rusland wroch ten. Meer dan ooit hebben de Christenen nu >1 taak om het gezonde, corporatieve, Chris telijke beginsel invloed te doen oefenen. Zij zijn daartoe onbekwaam. Maar zij moeten. M. n. wil spr. aanwijzen de tank van den Christelijken bond van bakkerspatroons, die bij zijn stichting teruggegrepen heeft op de oorsprong der Christelijk socia'e bewe ging en die daarom uit zijn beginsel kracht kan putten om in de goede richting werk zaam te zijn Met onkl» cijfeis teekende spr. den chaos in het bakkersbedrijf, dat maar steeds groeit, terwijl er reeds een overcompleet is aan bakruimte, terwijl het broodgebruik per hoofd daalde. Sinds 1910 is het aantal personen, werkzaam in het bak kersbedrijf verdubbeld, het aantaL inwoners met een derde gestegen! Spr. wees voorts op de aanname van leerlingen en halfwassen, voor wie later geen plaats is en op den groei van het ventersbedrijf. Men heeft de saneering aangevat. Een eerste poging mislukte. Zal een tweede sla gen? Spr. zag hier een taak voor den Christe lijken Bakkerspatroonsbond. Die zal er np moeten wijzen, dat geen saneering kan sla gen, die niet het bedrijf als geheel aanvat en er dus ook de gezellen en eventueel zelfs de venters in betrekt. Voorts wees spr. op de noodzaak van afsluiting van collectieve contracten, die in het bakkersbedrijf schier geheel ontbreken. Beginnende bij zijn eigen zaak moet de Christenpatroon houwen aan de corporatieve ordening in het bakkersbe drijf, waardoor op den duur zelfs de bij-ge- hrek-aan-beter getroffen wettelijke regelin gen zouden kunnen worden overgenomen. Spr. besloot met den aandrang tot krach tige propaganda om de Christen bakkers patroons in de Christelijke organisatie te brengen en tot voortarbeiden in het geloof aan Hem, Die ook de maatschappij en staat in Zijn hand heeft. De Voorzitter dankte den referent voor zijn betoog, waarop geen discussie volgde. Medegedeeld werd dat tot lid van het hoofdbestuur was gekozen de heer J. H. P. Oostenrijk te Apeldoorn. Besloten werd de volgende algemeene ver gadering te Leeuwarden te houden. De wijzigingen in het reglement en de sta tuten werden vervolgens \astgestelcL Hierna kreeg Ds. H. H. Schoemakers, Geref. predikant te Kampen, het woord, om de opwekkende rede te houden. Ds. Schoe- makers koos daarvoor als titel: „Dienen blijdschap". Toespraak Ds. Schoemakers Spr. ving aan met de opmerking, dat het ietwat tegenstrijdig schijnt op een vergade ring van patroons te spreken over dienen Dienen doet een ondergeschikte. Een patroon is haas, die in den regel anderen onder zich heeft. Toch mag op een vergadering van Chr. patroons, die in de statuten van hun bond gewagen van de erkenning, verbreiding en toepassing der Chr beginselen, van dienen worden gesproken. Teder Christen, al is hij ook patroon, is een dienstknecht, diep af hankelijk van God, den Schepper en Wet gever. God eischt dat we Hem dienen zul; len in ons ambt en bedrijf, in elk eerbaar beroep, dat terecht een goddelijk beroep wordt genoemd. Wel heeft God één dag af gezonderd tot Zijn bijzonderen dienst, r die dag, de Sabbath, moet zijn stempel zet ten op heel de week, haar doordringen en be- heerschen. In verband met het dienen van den Heere in den dagelijkschen arbeid, wijdde spr. na der uit over den zegen te kunnen en te mogen arbeiden, en wees er op, hoe in-droef de werkloosheid is. Voorts werd nadruk ge legd op het dienen met blijdschap, nok in dezen vreugdeloozen en troostelonzen tijd, waarin de verwarring en verdwazing, de afval en godverzaking, als ten toppunt is gestegen. Ook nu moet de Christen met blijdschap den Heere dienen. Dnt is Gods eisch in Zijn Woord. Stof tot blijdschap is er altijd voor den waren Christen, die be lijdt: Ik geloof in God, den Vader, den Al machtige, Schepper des hemels en der aarde Spr. besloot zijn toespraak met de herin nering dat het Christen-zijn de reden was, die de stichters bewoog tot het oprichten VRIJDAG 24 AUGUSTUS HUIZEN 301.5 M. K.R.O. 8.00—9.15 Morgenccocer*. 10.00—10.30 Gramofoonmuziek. 10.30—11.00 Muziekuitzending voor fabrie ken. 11.00— 11.30 Gramofoonmuziek. 11.30—12.00 Halfuurtje voor zieken en ouden van dagen. 12 01 12.15 n.m Politieberichten. 12.151.45 n.m. Lunchconcert doar Gala- troni et ses Artists. 2.00—3.15 nun. Orgelconcert door Evert Haak, m.m.v. Truus Tersteege. sopraan. 3.15—3.30 n.m. Gramofoonmuziek. 3.30—3.45 n.m. Viool- en klavier-recital door Else Nolthenius, klavier en Jan Helden, 4.45500 n m. Gramofoonmuziek. 500—5.30 nm. Inleiding door Th. Arts op de Nieuwe Actueele Rubriek. „Landbouw- Cnsiswetten en -Besluiten". 5.30—6.15 nm. De KRO-boys o.l.v. Piet Lus tenhouwer. 7.00—7.15 n.m. Politieberichten. 7 15—7.35 nm. „Gevelsteenen" (I) door Joh. Schwencke. 7.35—7.45 n.m. Gramofoonmuziek. 7.45-8.30 n.m. De KRO-boys o.l.v. Piet Lustenhouwer. 8.30—8 35 nm. Vaz Dias. 8.35—8.45 n.m. Gramofoonmuziek. 8 45—9.30 n.m. Johan Winnuhst-herden- king. Concert door orkest o.l.v. Carel Haak als gast: m.m.v. L. Werner, cello. 9.30—9 45 n.m. Gramofoonmuziek. 9.45 10 30 n.m Orkest oJ.v. Marinus van 't Woud. 10.30—10.35 am. Vaz Dias. 10.35—12.00 n.m. Gramofoonmuziek. rjTT""T7R5UM 1875 M VJLR.A. 8.01 n.m. Gramofoonmuziek V.P.R.O. 10.00 Morgenwijding. 10.15 „Het Kind" (Hans Martin) voor te dragen door Adolf Bouwmeester. 10 30 Orgelspel door Cor Steyn 11.00 „Een zonderlinge snoeshaan" (Hans Martin) voor te dragen door Adolf Bouw- 11.15 Onze serie groote meesters der toon kunst. (Gr.-muziek). Schumann-progr. 11.45 Populaire gramofoonmuziek. 12.00 Einde van het programma. A.V.R.O. 12.01 12.30 n.m. „De draaitafel is gedekt". 12 30—2.30 n.m. Muziek bij de lunch. I 2.30—3.00 n.m. Voordracht door mevr. Marie Meunier-Nagtegaal. „Het Vosse- straatje", door Gusta Vollewens-Zeyle- 3.00—4-.00 n.m. Middagconcert (gr.pl.). VJLRJL 4.01 nm. Overschakelen naar Kootwijk. 4.15 n.m. Gramofocnmuziek. 4.30 n.m. Voor de kinderen. Rolien Numao vertelt, 5 30 n.m. De Flierefluiters «.Lv. Jan van der Horst. 6.01 n.m. Orgelspel door Johan Jong. 6.20 n.m. Gramofoonmuziek 6.30 nm. Orkest o.l.v. Hugo de Groot. 7.30 n.m. De 16 September-betooging. 7.57 n.m Herhaling S.O.S.-berichten. 8.00 n.m. Einde van het programma. A.V.R.O. 8.30—10.15 n.m. Concert door he* Kurhaus- orkest te Scheveningen o.l.v. Carl Schu- richt. PauzevulliflB door de V.P.R.O. V.P.R.G. 8.00 n.m. Avonduitzending. Sprekers: Ds. A. Noorman, Borculo; Dirk Coster, Benne- broek; Albert van Dalsum, Amsterdam. 8.01 n.m. Cursus: Factoren van Godsdien- tig leven. Vierde voordracht: Trouw. Spre ker: Ds. A. Noorman, Borculo. 9 00 n.m. (In de pauze van het Kurhaus- concert). Cursus: Nationalisme en interna tionalisme. Vierde voordracht: Charles de Costers Legende van Uilenspiegel en Lam me Goedzak, een nationaal epos. Spreker; Dirk Coster, Bennebroek. 2=10.15 nmi. (Na afloop van het Kurhaus- concert). Vaz Dias en Vrijz. Godsd. Pers- 10.30 n.m. Declamatie van een fragment uit „Lucifer" door Alter! van Dtlsum. BUITENLAND London Reg. 342.1 M.: 8.20 n.m. „Crisis in Daventry 1500 M.: 8.20 n.m. Promenade- concert. Beethoven-programma. Hamburg 331.9 M.: 8.30 n.m. „Der lustige Krieg". Operette van Joh. Strauss. Kalundborg 1261 M.: 8.30 'n.m. Poolsch con- Warschau 1411 M.: S.32 n.m. Concert ol.v. Br. Wolfstal. Br. Gimpel, viool. Parijs (Poste Parisien) 328-2 M.: S.32 n.m. Concert o.l.v. Theodore Mathieu. (Bizet, Massenet. Bruneau). München 405.4 M.: 8 35 n.m. Concert (O.m. Pianoconcert v. Grieg). Straatsburg 349.2 M-: 8.50 n.m. Concert o.l.v. Emile Cooper Parijs (Radio) 1648.4 M.: 9.05 n.m. „La fille du Tambour Major" van Offenbach. Milaan 368.8 M.: 9.05 n.m. „Si", operette van Mascagni. Brussel (VI.) 321.9 M: 9.20 n.m. Concert uit het Casino te Knocke, m.m.v. het Trio Scapus. Brussel (Fr.)483.9 M.: 9.35 n.m. Beetho ven-programma. van den bond van Chr. hakkerspatroons. Het gaat om de heerschappij der ordinantie Gods op elk terrein, ook op het terrein van het bakkersbedrijf, en als dan op de ver gaderingen van bond en afdeelingen gespro ken wordt over de sociale en economische Wijziging der Steunregeling Naar het corr.-bureau verneemt heeft de Minister van Sociale Zaken het voorschrift m... UC 10 der steunregeling, bepalende belangen is goed beschouwd het spreken 11Q„ an diegenen, die na den lsten Januari over stoffelijke belangen een geestelijk be-j rijdens liun werkloosheid zijn gehuwd, lang, een dienen voor den Heere. I geen gehuwden-uitkeenng mag worden ver- Na enkele plichtplegingen werd de druk- j strekt, dan nadat zij na hun huwelijk 3 maan bezochte vergadering op gebruikelijke wijze den m het vrye_ bedrijf hebben gewerkt, in gesloten en vereenigde men zich aan een diervoege gewijzigd, dat zulks voortaan gemeenschappelijken maaltijd. Ter gelegenheid van deze algemeene ver gadering werd te Kampen een groote brood- wedstrijd gehouden, die zich iu vele belang stelling verheugen mocht. OFFICIEELE BERICHTEN Vanwege de Nat. Chr. Geh. Onthouders- vereenigine in Zuid-Holland zal Zaterdag middag 1 Sept. a.s. een landdag worden ge- -ti-oiJ van nouden op een terrein aan den Nieuwen weg (te Rhoon. Als sprekers zullen optreden Mevr. ItHt ZU* 1° Bode*v- Voorst Vader van Rotter- - 8 .dam. en de heeren J. Hui zin ga, burge- te Haifa'; meester van Terneuzen; D. B. van Veen van Utrecht; H. Teutscher, Zaandam en H. ^trokken. Ververs, evangelist te Rotterdam. Muziek n is met en. zan?vereenigingen zullen de meeting op- ïr'tfbkkén. Justeren. De landdag gaat uit van de afd. lamenting; Uharlois, Rhoon—Poortugaal en Pernis der vereenigirtg. r De Strooper „Zoek Je wat?" Een vreemde, mij geheel onbekende man Btond in gebukte houding achter een laag dennenboschje, een fiets aan de hand. Mo gelijk had hij iets verloren en dan wilde ut aanbieden, hem bij zijn zoeken behulpzaam te zijn. „Nee," hoorde ik het antwoord, „maar ik kijk hier alleen maar eens wat rond." Dc zon was er al niet meer. Schemerig donker was 't Toch merkte ik duidelijk, hoe de man, terwijl hij mij dit eigenaardig ant woord gaf, eerst mij onderzoekend aanzag, en vervolgens haastige blikken om zich heen wierp, als wilde hij zich vergewissen, dat ik alleen was. n „Rond kijken mag je hier vrij, zei ik, „wanneer je tenminste een kaart hebt, een wandelkaart." De man begon te lachen. Luid lachte hij, en smakelijk. Onbegrijpelijk. Was, wat ik jhem zei, dan zoo bespottelijk? 't Was im mers waar: alleen wie van den eigenaar vergunning liad, hier rond te dolen - waar voor dan die zoogenaamde wandelkaarten werden uitgereikt werd door boschwach ters en politie met rust gelaten. Wie niet in het bezit van dit noodzakelijk bewijs was, werd onverbiddelijk „opgeschreven" met al de gevolgen van dienEen maatregel, die alleszins gewettigd was. Want toen dit wan delverbod nog niet bestond, liet vorige jaar nog, werd het prachtig boschachtig en heu velig terrein in deze omgeving door de dag- jesnienschen, door kinderen en jongelieden eenvoudigweg bestormd, maar schande lijk genoeg tegelijk ook ongenietbaar voor anderen gemaakt. Óveral lagen er papieren omhulsuls, doozen en sigaretten-eindjes, ba nanen- en sinaasappelenschillen, etensres ten, kortom tal van ongerechtigheden. De mooiste boschplekjes werden zoo door de be zoekers en wandelaars totaal bedorven. „Brinkman zal mij zien aankomen, wan neer ik hem om een wandelkaart vraag", zei de onbekende, altijd nog lachend. „Hij zou mijMaar jij bent toch met .an tic poli- tie, is 't wel?" vroeg hij mij plotseling, zien zelf onderbrekend. Ik schudde het hoofd, zelf ook even in do lach schietend nu. .Zóó ver heb ik 't nog met gebracht ant woordde ik. „En ik denk niet, dat ik hetooit too ve£ ?al brengen". j_,-T ,lk dacht ook al, dat ik je hier nog nooit geszien had. Nu, zooveel te beter'. De in kwam dichterbij, terwjjl hij dit zei. En zijn stem werd vertrouwelijker. „Ik ken ze allemaal, die hier het bosch voor mij en mijn maats onveilig maken: Brinkman en Dal roos en Hofbroek; ja, allemaal. En ze ken nen mij óók", besloot hij grinnekend. De namen, die ik hoorde, waren geen on bekende namen voor mij. Brinkman was de boschwachter en opzichter in dit gedeelte in het mooie, ruime bezit; de beide ande- n behoorden respectievelijk tot de gemeente 1 rijkspolitie. „Maken zij het bosch onveilig?" vroeg ik. .3i-wonderd en tegelijk ook wel iets veront waardigd om deze beschuldiging. „Wat anders? Ze bekeuren je immers da delijk, als ze je zien. Ze springen de lucht in, als ze een proces-verbaal kunnen opmaken. En de kantonrechter, ook niet mak, geeft je direct een vijfentwintig gulden boete, als je dan moet voor-komen; op zijn minst vijfen twintig. En dat kan ik natuurlijk niet beta len; en geen een van mijn maats. En dan gaan we natuurlijk zoo-en-zooveel dagen brommen". i „Maar man, wat doe je dan hier?' „Ik?". Een kort oogeniblik van aarzeling. Toen, eensklaps, vertelde de man zoo maar zonder eenigen omhaal, dat hij het bosch in geweest was, om naar konijnen en hazen te zien. En dat 'zien ik begreep het had voor dezen man wel een heel bijzondere beteekenis. „Je komt hier duscm te stroopen?". „Waarom niet, als ik de kans daarvoor kan krijgen? Als je geen werkjjebt, als je al in geen maanden en jaren werk hebt kun nen krijgen en alleen van dc steun moet le ven, wil je voor moeder de vrouw toch ook %vel'eens een stukje vleesch meebrengen of niet? Ofschoon, ik moet zeggen, dat het hier tegenwoordig bijna de moeite niet meer loont, 't Lijkt wel, of er geen konijnen meer zijn; en op hazen behoef je haast in het ge heel niet meer te rekenen. En fasantjes, ho maar. Die zijn er eenvoudig niet meer; ver dwenen; verschwunden, zooals^mijn Duit- sche maat zegt". Ik stond er werkelijk paf van, dat die mart daar voor mij zoo maar rondweg er van sprak, een strooper te zijn, een dief alzoo. Dat was wel één van de meest onbegrijpe lijke gebeurteni.V en in mijn leven. Kwam 't mogelijk daardoor, dat het al niet meer sche merig was, goed donder, omdat er van maan nog sterren iets te bespeuren was? Vroeger had ik veel over stroopers hooren praten; 'k had natuurlijk ook wel van ze ge lezen. Gevaarlijke kerels waren het, geloofde ik daarom. Een onverwachte ontmoeting met één of méér vap deze menschcn bracht tal van onbekende gevaren met zich mee. Wonderlijk. Nu, terwijl het feitelijk al nacht was, stond ik hier „eenzaam en al leen" met één van die gevaarlijke kerels te praten, zonder dat ik maar in 't minst bang was. Integendeel; 't was bijna, of er iets ver trouwelijks tusschen ons was ontstaan, en of dat vertrouwelijke groeide, zoodat de een den ander alles zoggen durfde, wat hij in zijn hart had. Ja, gestraft was hij, al méér dan eens, om wat hij had durven doen. En daar- >m werd hij dadelijk van booze bedoelingen verdacht, wanneer hij zich hier in deze om geving vertoonde. O, als bijvoorbeeld Brink man .nu wist, dat hij hier met mij stond te praten de goede man zou heel den nacht ;een rust kunnen hebben. „Ik zeg je: hij zou niet naar bed ga«n, maar met zijn geweer onder den aim hiei tusschen de dennen blijven ronddwalen, tot 't weer licht zou worden. Want die Brnlk- man is er wat tuk op, om mij op de bon te krijgen". „Vind je niet, dat boschwachter Brinkman dan zijn plicht doet?" merkte ik op. „Zeg ik "*t anders? Hij móét doen, wat hij „Zou je dan niet béter doen, met dat sfcroo- pen te laten?'t Lijkt me trouwens niet ongevaarlijk ook. Je hebt misschien óók kin deren? Ja? Wat dan, als je eens thuis ge bracht wordt met een kogel in je lichaam? Je hebt 't beslist aan je zelf te wijten, wan neer er eens iets mocht gebeuren". ,,'k Weet t best. Maarals je éénmaal gestroopt hebt, moet je 't telkens weer op nieuw doen. 't Is zoo verleidelijk, weet je. 't Is een soort sport. Je raakt er eenvoudig aan verslaafd". „Ja, maar ,,'k Begrijp al, wat je zeggen wilt. meneer tje, maar al waarschuwen er mij ook hon derd en méér anderen zoo ten beste ik ben en blijf een strooper. Ik kan er niet mee? buiten, 't Is een veel te mooi werk; vol avontuur; vol spanning. En als je dan een Brinkman voor je hebt, een slimmerd zeg ik je, en ook een pracht van een kerel, een door en door eerlijke vent, nu, dan geniet je er dubbel van. als je zoo'n echten speurder te slim af bent geweest, al moet je dan ook wel eens een veer latenJa, daar moet ik in eens weer denken aan wat ik een maand of wat terug met amice Brinkman Jieb had. >Vil je er: van hooren?" Ik stemde toe. 't Klinkt misschien onge looflijk en misschien ook keuren niet weini gen in mij af, wat ik deed. Maar ronduit ge zegd: ik kreeg schik in dezen man, die zoo rondweg zijn euveldaden durfde opbiechten. Neen, voor dezen strooper bestond niet het onderscheid van ,.mijo en dijn"; veroordeelens waardig waren zijn dieverijen en strooptoch ten Maar tien tegen één: zouden ande ren in mijn geval niet ook gedaan hebben, waartoe ik kwam? Ik luisterde. Ik luisterde met aandacht. ,,'t Was verleden jaar, om dezen zelfden tijd zoowat, en een stikdonkere nacht. Ik had hier en daar een strik uitgezet, en toen terug .kwam, was ik over mijn vangst niet ontevreden. Mijn maat en ik hadden ieder een paar flinke hazen en even zooveel ko nijntjes. We zouden weer huis-toe gaan, be sloten we. Voor dien nacht hadden we ge noegMaar i\ ar in eens, tusschen de boo men, zagen we een licht, een heel sterk licht 't Was niemand anders dan Brinkman, dip ons ik weet niet door welk geluk op 't spoor was gekomen en ons nu op heetcr- daad wilde betrappenIk mijn pet voor mijn gezicht evenals mijn maat, zoodat Brinkman onmogelijk kon zien, wie wij wa ren. En toen dadelijk daarop: rechtsomkeert, er van doorNee, dat was geen gemakke lijk werkje, vertel ik je. We moesten niet alleen onze eigen persoontjes in veiligheid zien te brengen maar óók onze kostelijke vangst van dien nacht. En we hadden onze fietsen, prachtdingen op een open vrijen weg, maar onmogelijke lastposten bij een vlucht in den donker door een bosch. Mis schien weet je 't wel uit eigen ondervinding, dat al die warrige heideplanten en zand wegen en diepe kuilen en steile hoogten en boomknoestcn en bomworte.ls je ongemakke lijk hinderen kunnen, als je een fiets bij je hebt... Je begrijpt, dat 't voor Brinkman niet moeilijk moest zijn, ons te volgen. 'tLag voor de hand, dat hij ons vóór komen zou en dan? Natuurlijk waren we geen oogen- blik bang voor zijn geweer, maar dat leelijke ding, die electrisohe zaklantaarn van hem zou ons een akelige strop kunnen bezorgen. „Weet je wat," zeg ik zoo onder het voort- vluohten tegen mijn maat, „we laten onze fietsen hier liggen; je weet wel: in dien kuil, waar het zoo vol zit van bramen. Morgen of overmorgen halen we ze dan wel weer terug." Mijn maat deed, wat ik zei. Voor hem, evenals voor mij, hadden de dierbare beestjes, die we droegen, méér waarde dan die twee oude karren... Om kort te gaan: 't lukte on.- van Brinkman los te lemen, nadat we onze fietsen in den steek hadden gelaten. Hoé, dat zeg ik je niet; dat is ónze wéét. Maar dal het ons een paar ferme zweetdruppels hoeft gekost, wil ik wel graag bekennen. Ons doel hadden we echter be reikt: onze haasjes en konijntjes waren ge red. We brachten ze veilig bij moeder thuis en gingen toen naar bed: onze rust hadden we wel verdiend." De verteller pauzeerde even. Maar vóór dat ik hem iets zeggen of vragen kon, ging hij al weer verder. „En begrijp nu eens aan. Den volgenden morgen om een uur of tien, elf ik sliep natuurlijk nog kwam Brinkman bij me thuis. Hij moest mij noodzakelijk even spre ken, zei hij tegen mijn vrouw. Dat goede mensch had Brinkman nog nooit van te voren gezien. Ze dacht., zei ze me later, dat het dc een of andere aannemer was, die werk voor me had. En daarom maakte ze mij wakker, begrijp je?... Nu, ik kende Brinkman wel. En dadelijk begreep ik, wat hij kwam doen. Klaar wakker was ik; in eens. Voorzichtig aan. Kees waarschuwde k me zelf; pas op, dat die lekkere hazen- en konijnenboutjes je niet zuur opbreken. Nu dan, Brinkman, die slimmerd, had zijn valletje kant en klaar. „Kees," zei hij, „ik breng je even je fiets terug." „Mijn fiets?" vroeg ik zoo verwonderd mogelijk, „mijn fiets? Sedert wanneer heb ik dan een fiets?" Brinkman weer; „Ik heb je meer dan eens zien rijden, Kees; en dit is je fiets." Ik: „Denk je, dat ik geld heb, om een- fiets te koopen en te onderhouden? Denk eens aan, wat zoo'n ding wel kostEn als ik wel eens gefietst heb, kan dat op een kar van mijn neef of mijn buurman zijn geweest." Brinkman: „Laten we nu geen tijd onnut zoek brengen, Kees-, dit is je fiets, je eigen fiets. Zie maar," wees hij naar een ding, dat tegen den muur voor 't raam stond, „je her kent je eigendom toch wel!" Ik. verontwaar digd: „Donk je, dat ik op zoo'n aftandsch mirakel zou willen gaan zitten! Ik heb mijn botten nog te lrief. Brinkman. Me dunkt: je moet dat ding maar naar het Museum van Oudheden brengen. De een of andere grap penmaker zal het daaruit gegapt hebben, om liet, op boerenkermissen te laten zien. En onderweg moet hijjt dan, jammer genoeg, verloren hebben." Brinkman wond zich op. „Maak nu geen flauwe grapjes,' zei hij. „De zaak is ernstig genoeg. Beken maar, dat je vannacht in 't bosch geweest bent. om te stroopen..." „Ik?..." „Ja, jij. Kees. Je fiets heeft me dat verteld." Ik lachte zoo hard ik kon. „Vertel je kantonrechter maar je sprookjes van pratende fietsen," zei ik. „Zijn edelachtbare zal je dan zeker nog voor een wondermensch aanzien, die..." „Kees," viel Brinkman mij in de rede, spinnijdig nu, ,.j ij weet, dat dit je fiets is; en ik wéét het Beken nu. „Vraag dc fiets," zei ik. „Werkelijk, je weet niet, hoe benieuwd ik zcli naar ..at antwoord ben." Ik zag het: de arme kerel was ten einde raad. Hij wist niet meer, wat hij aanvangen moest. „Hoor eens zei hij toen in eens. „ik belóóf je: als ie erkent, dat ik gelijk heb en dus bekent., dat je gestroopt hebt, zal ik er geen verder werk van maken. Maar zeg me dan ook rondweg, dat ik mij niet heb vergist."Op mijn woord: een oogenblik wist ik niet, wat ik doen zou. Brinkman is werkelijk een eerlijke vent en zijn belofte zóu hij houden; ik was er van overtuigd. Ik zou er dus zonder kleer scheuren afkomen, mijn karretje weer in ontvangst nemen, en zonder eenige wroeging an mijn heerlijke boutjes kunnen smullen. Maar dif oogenblik duurde maar heel kort. Ik kon en mocht Brinkman niet de voldoe ning geven, dat hij niet mis getast had. Was iJ (lan als mensoh ook zoo eerlijk als goud als bosoh wacht er en politieman was hij mijn onverbiddelijke tegenstander, mijn vijand, om zoo te zoggen. Neen, bloot geven kon ik mij niet„Brinkman," zei ik, „breng jij dat ding op twee wielen maar ergens heen, naar waar je maar wilt; naar je bosch of naar het politiebureau. Je zult naar waarheid kunnen getuigen, d/at het een gevonden voorwerp is. Of, als je mij dat mirakel liever cadeau doet mag je gerust je hart ophalen. Ik heb dan tenminste eens in mijn leven een goeden dag: bij den oud roest zal ik er misschien nog wel een gul dentje of zoo voor kunnen krijgenBrink man af. Ja, 't ging mij werkelijk wel even aan mijn hart, toen ik zag, hoe zielig de man met zijn „gevonden voorwerp" afzakte- maar ik moest mij zelf toch redden, 't Is allesbehalve pleizierig. wanneer je achter de tralies gezet wordt cn alleen op water en brood moet leven. Véél béter was 't. dat ik mijn fiets voor de goede zaak opofferde. Trouwens, die dingen zijn tegenwoordig zoo razend goedkoop, dat het eigenlijk heel geen offer meer voor mij was." De strooper had zijn verhaal verteld, 't Speet me, dat ik zijn gezicht niet kon zien, terwijl hij sprak. Me dunkt, het moet soms een pn al lach zijn geweest, om de poets, die hij boschwachter Brinkman gebakken had. Ik heb het verhaal van den strooper juist zoo verteld, als Ik 't hoorde. En ik geef het weer zonder eenige commentaar. De te trek ken conclusies liggen voor de hand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 5