IMrnmr CrtJtsdjr (ümimnt
Nieuwsblad voor L eiden sn Omstreken
Dagelijks verschijnend
De financieele verhouding van rijk
en gemeente
De Koningin spreekttotHaarVolk
abonnementsprijs:
Per kwartaal in Leiden en in plaatsen
waar een agentschap gevestigd is 235
Franco per post 2.35 -f portokosten
Per week 0.18
Voor het Buitenland bij wekelijksche
zending4.50
Bij dagelijksche zending530
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/i ct
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
Bureau: Breestriat 123 Telefoon 271Q (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936
No. 5222
MAANDAG 16 JULI 1934
15e Jaargang
9bbertentieprij?en:
Van I tot 5 regels ^V. LIT1/»
Elke regel meer 0.221 /a
Ingezonden Mededeelingen
van 1-5 regels T. 2-30
Elke regel meer .T» 0.45
Handelsadvertentiën pet regel 0.17'fr
Bij contract belangrijke korting
Voor het bevragen aan 1 bureau
V wordt berekend 0.10
MOEILIJKE AANPASSING
We hebben onlangs gewezen op een be
kend en eenigszins vervelend verschijnsel:
revolutionaire sprekers benaarstigen zich
in vergaderingen om de dingen zoo scherp
en zoo opstandig mogelijk te zeggen; zoo
dra ze echter voor den rechter gedaagd
worden, zoeken ze allerlei uitvluchten en
is het nooit zoo kwaad bedoeld als de hoor
ders meenden.
Dit maakt des te meer een onaangename
indruk omdat de mimiek en de gesticula
tie, welke het gesproken woord vergezelden,
in de regel de kracht er van versterken;
een stimulans, welke het schriftelijke citaat
later mist.
Over de z.g. neutrale onderofficierenver-
eeniging „Ons Belang" is in de loop der
jaren, vooral sedert 1918, nog al eens wi..
te doen geweest. Het hoofdbestuur heeft
zelfs lijvige brochures uitgegeven om dui
delijk te maken, dat de vereeniging gansch
ten onrechte van twijfelachtige betrouw
baarheid is beschuldigd; van eenige revolu
tionaire tendens was nimmer sprake.
Eigenaardig is nu echter het geval met
den voorzitter dier vereeniging, die wegens
zijn spreken in het publiek door den minis
ter ongeschikt wordt geacht voor die func
tie of voor eenige functie in het hoofd- of
pen afdeelingsbestuur.
Waarom verklaarde de minister zulks?
Omdat deze voorzitter in een openingsrede
ter algemeene vergadering van een mili
taire belangenvereniging betoogde, dat de
vereeniging weliswaar tijdelijk moest buk
ken voor de macht van de omstandigheden,
doch zich steeds gereed moest houden om,
zoodra zulks weer mogelijk zou zijn, de
strijd te hervatten; welke rede voorts werd
besloten met enkele regels uit een gedicht,
waarin o. m. voorkwamen de woorden: „Op,
kameraden, op nu ten strijd".
Een normaal denkend mensch hoort hier-
in opstandige klanken en begrijpt, dat de
Regeering deze niet duldt in een persoon
en een vereeniging, welke zich steunpilaren
lyan het gezag noemen.
Niet alzoo de revolutionaire critici, die
het noodige en onnoodige van deze „dwin
gelandij" hebben gezegd en ook niet de
spreker, die bedanken moest als bestuurslid.
Het hoofdbestuur der .vereeniging bukte
Voor den minister, maar wenschte toch te
Verklaren, dat de geciteerde woorden de
eerste regels zijn van het bondslied van
O. B., en dat ze de bedoeling hebben op te
wekken tot medewerking met de geheele
bevolking om door. de moeilijke tijden heen
te komen".
Semper idemt eerst de taal spreken en
dan de kracht der woorden ontkennen.
Maar zou de yereeniging dan niet ver
standig doen zoo'n bedenkelijk bonds lied
ef te schaffen; en zou één dergenen, die de
inleiding hoorde met de aansporing om d e
strijd te hervatten, zoodra zulks
weer mogelijk is, uit zich zelf ooit op de
gedachte komen, dat men daarmee bedoelt:
sluit de gelederen om als een eendrachtig
Volk de strijd tegen de economische moei
lijkheden aan te binden?
Zouden er werkelijk zulke onnoozelen zijn?
Wij twijfelen zeer!
STUIT SCHIEDAM... NIET
Soms schijnt het wel of het gemeente
bestuur .van Schiedam en inzonderheid zijn
actieve secretaris het als een soort sport be
schouwt om over de financieele verhouding
tusschen rijk en gemeenten stellingen te
Verkondigen en adressen te verzenden. Met
ide regelmatigheid van een uurwerk bijkans
volgen de geschriften en memories elkaar
pp. Is het activiteit óm de activiteit?
Wie kennis neemt .van de gedegen
Schrifturen blijft verre yan deze veronder
stelling.
Want nief alleen, dat Schiedams ge
meentebestuur zijn verantwoordelijkheid
ten volle blijft aanvaarden, zooals we on
langs nog mochten vaststellen; zakelijk ge-
Ven de adressen ook opbouwende critiek en
advies, en daardoor krijgen ze waarde voor
alle gemeenten en de mderlinge verhou
dingen. Sphiedam dient op deze wijze het
algemeen belang.
Het laatste woord over het karakter en
'do juiste methode van de werkloozenzorg
is tot heden nog niet gesproken. Doch wel
is het onze overtuiging, dat het op de duur
zal moeten gaan in de richting van een
Werkloosheidsfonds, zooals in het jongste
adres van het Schiedamsche gemeente
bestuur is ontwikkeld.
Het staat immers vast, dat het gemeente
wezen met ondergang bedreigd wordt, wan
neer de werkloozenzorg als een looden last
blijft drukken op de toch reeds ontwrichte
gemeentelijke budgets. Hier is een natio
nale regeling noodzakelijk, zoodat de lasten,
welke de werkloosheid ons volk oplegt, ook
nationaal gedragen behooren te worden.
De financieele regeling, welke minister
de Geer indertijd trof tusschen rijk en ge
meenten, was uitnemend voor normale tij
den en zou in dagen van opgaande conjunc
tuur volle tevredenheid gegeven hebben;
maar de crisis en met name de ongekende
werkloosheid, welke als een nationale ramp
oyer ons kwam, heeft alia verhoudingen
weer verstoord. De minstdraagkrachtige ge
meenten werden als regel het zwaarst ge
troffen en zoo keerden de vroegere wan
verhoudingen, maar nu geaccentueerd,
terug; terwijl daarnaast de wetenschap, dat
het ènders zou kunnen zijn, als een neer
drukkende tendens werkt.
Vandaar het zoeken en tasten naar een
meer bevredigende, nationale oplossing.
Schiedam wenscht nu een omslag van de
werkloosheidslasten over de verschillende
gemeenten op de basis van het complex der
drie gemeentetijke draagkrachtbelastingen:
gemeentefondsbelasting, personeele belas
ting en opcenten vermogensbelasting vol
gens „normale" heffingen, 50, 100 en 125; en
is van oordeel, dat dan de beste wijze van
dekking van de lasten voor het rijk gevon
den zal zijn en de gemeenten weer kunnen
leven.
Natuurlijk, zullen hierbij verschillende
desiderata onder de oogen moeten worden
gezien, maar het beginsel verdient o. i. ern
stige overweging. Verschillende bezwaren,
welke vroeger golden tegen zoo'n regeling
van boven af, zooals deze, dat dan de ge
meenten maar kunnen beschikken over
rijksmiddelen gelden thans, nu de minister
voorschrijft en het gemeentebestuur slechts
uitvoert, niet meer.
Daarom zeggen wij: stuit Schiedam
niet in zijn activiteit, maar overweeg, of de
voorgedragen adviezen nut kunnen af
werpen.
De werkloosheidslasten en het gemeentefonds Ver
laging belastingvrij minimum
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
ingediend tot wijziging der wet van 15 Juli
1929. Aan de Memorie van Toelichting ont-
leenen wij het volgende:
De tegenwoordige wet schrijft voor een
vaststelling der uitkeeringen aan de ge
meenten voor een tijdvak van 5 jaren. Tot
grondslag van de vaststelling der uitkee
ringen over de periode 1931/321935/3o
heeft gegolden, behoudens de garantie- en
limietbepalingen, de opbrengst van de
hoofdsom der vermogensbelasting over het
belastingjaar 1931/32. In aanmerking geno
men de omstandigheid, dat het Rijk volgens
de tegenwoordige wet het tekort in het
fonds moet bijpassen, leidt dit stelsel er
toe, dat alle gevolgen van de daling der op
brengsten van de ten bate van het fonds
geheven belastingen op het Rijksbudget
komen te drukken. Een jaarlijksche verdee
ling van de bij het fonds beschikbare mid
delen zou aan dit bezwaar volkomen tege
moet komen, mits het fonds tevens bevrijd
wordt van de lasten, welke de tegenwoordi
ge garantiebepalingen op het fonds leggen.
De ministers zijn van oordeel, dat een
verdeeling per jaar volkomen logisch is te
achten, omdat het hier gaat om een ver
deeling van belastingopbrengsten, welke
van jaar tot jaar wisselen, evenals zooveel
andere bronnen van inkomst der gemeenten.
Wijziging van de formule
In de uitgavenfactor wenschen de minis
ters te doen vervallen de uitgaven ten be
hoeve van de voorzieningen ter zake van
werkloosheid.
Zij hebben daarvoor twee redenen. In de
eerste plaats zijn zij van oordeel, dat in de
uitgavenfactor alleen die uitgaven moeten
worden opgenomen, welke van eenigszins
constanten aard zijn. De werkloosheidslas
ten, welke thans op de gemeente drukken,
hebben, in tegenstelling met vroegere jaren
een dermate abnormaal karakter, dat het
onjuist js te achten een uitkeering uit het
gemeentefonds als regel goeddeels dienende
tot dekking van normale behoeften der ge
meenten, door de hoogte dezer uitgaven te
laten beïnvloeden. In de tweede plaats ach
ten zij deze wijziging noodzakelijk, omdat
op het stuk der werkloosheidslasten sedert
1933 een wijze van subsidieering door het
Rijk is ingevoerd, welke de hoogte van het
subsidie afhankelijk stelt van den omvang
der desbetreffende uitgaven en de draag
kracht der gemeenten. Het zou dus onjuist
zijn de uitgaven, welke, na aftrek der ver
schillende Rijksbijdragen, op dit gebied nog
ten laste der gemeenten blijven, als factor in
de verdeelingsformule te laten medetellen.
I
Gevolgen voor rijk en gemeenten
Ten goede van het fonds zullen in 1935/36
komen de opbrengst der gemeentefondsbe-
lasting en die van 50 opcenten op de ver
mogensbelasting.
Geraamd wordt, dat deze heffingen m
1935/36 een zuivere opbrengst zullen ople
veren van rond f 62 millioen.
Aan de hand van de hiervoor besproken
nieuwen inkomsten- en uitgavenfactor heb
ben de ministers doen berekenen, hoeveel
elke gemeente in 1935/36 vermoedelijk uit
het gemeentefonds zal ontvangen. Een over
zicht dezer berekeningen is als bijlage A aan
de Memorie van Toelichting toegevoegd.
Bij raadpleging van dit overzicht blijkt,
dat de verdeeling volgens het nieuwe stel
sel in 1935/36 belangrijke - verschillen in
voor- of in nadeeligen zin voor de gemeen
ten oplevert. Nadeclige verschillen konden
niet uitblijven, omdat uiteraard een verdee
ling op een lager middelenniveau tot lagere
uitkeeringen voor verschillende gemeenten
moest leiden. Doch daarnaast veroorzaken
ook de wijziging in den inkomsten- en in
den uitgavenfactor verschillen. Vooral de
veranderde wijze van meting 'van de in-
komstencapacïteit der gemeenten leidt tot
verschuiving onder de gemeenten onderling.
Dit treedt in het bijzonder aan den dag
voor die gemeenten, welke tot de meest, en
voor die, welke tot de minst draagkrach
tige zijn te rekenen.
De overgang van het bestaande naar het
nieuwe stelsel wenschen de ministers in
tien jaren voltrokken te zien.
Bij overigens gelijkblijvende omstandig
heden zullen de kosten der garantieregeling
voor het tijdvak van 10 jaar dat zij zal gel
den, in totaal rond f 120 millioen beloopen.
Na tien jaar zou dus het nadeelig slot van
het fonds tot ongeveer f 120 millioen zijn
opgeloopen. De Ministers stellen vooreener-
zijds dit tekort uit den kapitaalsdienst der
Rijksbegrooting te financieren door de ver
strekking van rentelooze voorschotten aan
het fonds en anderzijds dit tekort ten laste
van den gewonen dienst der Rijksbegroo
ting in ongeveer 12 jaar te amortiseeren.
Daartoe zal dan jaarlijks een bedrag van
f 10 millioen op den gewonen dienst der
Rijksbegrooting worden gebracht.
De Gemeentefondsbelasfing
1934/35 ten bate van het gemeentefonds ge
heven opcenten op de gemeentefondsbelas
ting en de vermogensbelasting niet te be
stendigen. Deze opcenten op de gemeente
fondsbelasting werden echter niet uitslui
tend ten bate van het gemeentefonds gehe
ven; ook de gemeenten, voor zoover zij in
de tweede of de derde klasse gerangschikt
waren, deelden in de opbrengst ervan. De
ze gemeentelijke belastingbron vertegen
woordigt gemiddeld ongeveer 32 pet. van 't
gemeentelijke aandeel in de hoofdsom der
gemeentefondsbelasting (artikel 19 der wet).
De financieele moeilijkheden, welke
de gemeenten doormaken, manen aan
tot behoedzaamheid bij het afsluiten
van gemeentelijke belastingbronnen.
De Ministers zijn derhalve bedaaht ge
weest op het zoeken naar een com
pensatie voor dit verlies.
Zij meenen deze gevonden te heb
ben in een kleine verlaging van het
belastingvrije minimum, die dpor den
sedert 1929 aanzienlijk gedaalden le
vensstandaard wordt gewettigd.
Voorgesteld wordt het laatste lid van ar
tikel 15 (bevattende het bijzondere tarief
gedeelte voor de drie grootste gemeenten,
voor zoover die in de eerste klasse zijn ge
rangschikt) te doen vervallen en de belas
tingheffing voortaan te doen aanvangen bij
een belastbare som, welke f 50 lager ligt
dan volgens het bestaande gewone tarief
van artikel -5. De hoogere opbrengst welke
daarvoor voor het fonds verkregen wordt,
zijnde f 1 per aangeslagene, zal uit het
fonds aan de gemeenten van aanslag wor
den uitgekeerd als onderdeel van de uitkee
ring ingevolge artikel 3 (nieuw), terwijl
uiteraard ook de opbrengst der gemeente
lijke opcentenheffing een gunstige invloed
van deze tariefswijziging ondervindt
De Ministers hebben voorts van de indie
ning van dit wetsontwerp gebruik gemaakt
enkele wijzigingen van ondergeschikte
De vermoedelijke aitkeeringen
Aan de Bijlage van het wetsontwerp tot
wijziging van de uitkeeringen uirt het Ga-
meentefonds aan de gemeenten ontleenen
we de volgende vermoedelijke bedragen,
welke aan de hieronder genoemde gemeen
ten voor het jaar 1935/36 zullen worden uit
gekeerd:
Bergen op Zoom f 165.839,58; Breda
f 358.743,61; Eindhoven f 665.151,42; Helmond
f 226.113,27; 's-Hertogenbosch f 387.775,26;
Tilburg f 935.229,29; Apeldoorn f 733.664,85;
Arnhem f 1.168.852,62; Nijmegen f 861.262,54;
Tiel f 136.909,79; Wageningen f 125.980,55;
Winterswijk f 193.729,32; Zutphen f 250.670,25;
Dongen f 107.217,77; Oosterhout f 104.200,07;
Roosendaal en Nispen f 186.421,06; Aalten
f 112.578,08; Doetinchem f 169.764,89; Ede
f 193.795,96; Rheden f 165.393,58; Alphen a.
d. Rijn f 103.578,12; Delft f 554.670,45; Dor
drecht f 870.570,50; Gorinchem f 102.115,97;
Gouda f 365.236,34; Den Haag f 5.462.648,51;
Hillegom f 108.748; Katwijk f 101.865,80;
Leiden f 976.653,22; Rotterdam f 9.909.272,38;
Schiedam f 783.820,41; Sliedrecht f 110.955,64;
Vlaardingen f 375.555,33; Voorburg
f 100.435,99; Zwijndrecht f 103.704,27; Alk
maar f 340.885,79; Amsterdam f 15.297.244,07;
Bloemendaal f 196.724,69; Bussum f 189.597,09;
Haarlem f 1.364.743,35; Haarlemmermeer
f 283.446,67; Den Helder f 641.947,36; Hil
versum f 751.141,25; Hoorn f 144.869,46; Pur-
merend f 123.362,28; Velsen f 410.441,21; Wor-
merveer f 216.434,18; Zaandam f 576.470,40;
Zandvoort f 132.306,67; Middelburg
f 212.515,45; Vlissingen f 286.299,95; Amers
foort f 492.993,69; Baarn f 138.701,89; Soest
f 103.303,04; Utrecht f 1.947.170,16; Zeist
f 241.862,47; Zuilen f 146.545,94; Achtkarspe-
len f 131.234,54; Dantumadeel f 122.883,73;
Harlingen f 111.838,02; Leeuwarden
f 584,4S7,75j Leeuwarderadeel f 156.237,24;
Ooststellingwerf f 112.878,83; Opsterland
f 188.375,81; Smallingerland f 133.256,43;
Sneek f 171.844,41; Tietjerksteradeel
f 142.137,65; Weststcllingwerf f 144.872,92;
Wonseradeel f 125.571,72; Wijmbritseradeel
f 106.832,67; Heerenveen f 174.517,49; Almelo
f 338.451,71; Deventer f 561.865,06; Enschedé
f 1.058.029,87; Ambt-Hardenberg f 123.148,72;
Hengelo f 256.038,47; Losser f 144.703,91;
Steenwijk f 131.830,82; Zwolle f 376.508,03;
Delfzijl f 111.493,52; Groningen f 1.192.868,32;
Hoogezand f 107.821,46; Onstwedde
f 177.604,93; Veendam f 170.302,30; Vlagt-
wedde f 158.138,78; Winschoten f 203.229,70;
Assen f 263.660,99; Borger f 128.572,26; Em-
men f 339.313,34; Hoogeveen f 130.775,02;
Meppel f 113.760,82; Odoorn f 156.017,54;
Heerlen f 529.334,43; Kerkrade f 230.422,20;
Maastricht f702.718,53; Roermond f 140.269,93;
Sittard f 166.861,26; Venlo f 171.670,30.
Een woord van dank voor de
deelneming bij het overlijden
van Haar Koninklijke Echtgenoot
H. M. de Koningin heeft heden
middag half één voor de micro
foon. vanuit het Koninklijk Paleis
aan het Noordeinde de volgende
radiorede uitgesproken:
Het is mij een behoefte des har
ten mijn volkzooioel hier te lande
als in Nederlandsch-Indië, Suri
name en Curacao, mede namens
mijn dochterM onzen warmen dank
te betuigen voor de treffende en
geheel eenige wijze, waarop het
van zijn genegenheid en aanhan
kelijkheid voor mijn innig gelief
den echtgenoot bij zijn zoo plotse
ling verscheiden heeft blijk gege
ven; zoowel door den bloemen
schat aan zijn baar neergelegd
als door den tref f enden afscheids
groet hem ten Paleize en bij zijn
laatsten gang gebracht.
Wij zijn dankbaar en ontroerd,
dat hij zich door zijn goed hart en
eenvoudige inborst zooveel vrien
den heeft gemaakt
Dat Zijn arbeid voor ons volk
en zijne algeheele toewijding aan
deszelfs belangen in zoo'n ruimen
kring waardeering vindt, vervult
óns evenzeer met erkentelijkheid.
Moge zijn streven en arbeid door
allen, die met hem hebben samen
gewerkt, met dezelfde toewijding
en voortvarendheid worden voort
gezet.
Behoef ik TJ de verzekering te
geven, dat de spontane en laatste
hulde aan hem bewezen en Uw
hartelijk deelnemen in onze
smart voor ons een groote, wezen
lijke troost is?
Bij hoogtijden en
herdenkingen zijn hechte banden
tusschen mijn volk en mij en mijn
Huis gevlochten, en leven onverge
telijke herinneringen aan liefde,
trouw en aanhankelijkheid in mij
voort.
Hoezeer hébben wij die in de
weemoedige dagen, welke wij dit
jaar doorleefden, bevestigd gezien.
Ik weet, dat zijn witte uitvaart
uitdrukking en vorm heeft gege
ven aan hetgeen in veler, harten
leeft.
Steeds heeft hij anderen opge
wekt het nieuwe leven, dat hen
wacht, te zien in het licht en de
blijdschap die voor hen aanstaan
de zijn.
Mocht zijn wenscli vervuld wor
den, dat de indruk dien zijn uit
vaart zou achterlaten, voor vélen
Wat ons betreft, wij willen niet
in de eerste plaats zien op wat wij
in onze geliefde ontslapenen bin
nen het korte tijdsbestek van vier
maanden verloren, doch wel op
den zegen dien wij ontvingen: den
zegen van Christus' sterven en
opstaan, die juist nu zulk een bij
zondere beteekenis voor ons
kreeg.
Wij willen den blik opwaarts
richten naar het licht, naar den
Vrede, welke thans deel zijn van
hen, die wij afstonden en ons
iederen dag opnieuw met hen ver
blijden in hun geluk.
Ik dank God voor al hetgeen mij
gespaard bleef, voor hetgeen mijn
innig geliefd kind voor mij is, en
voor de liefde van mijn Volk aan
wélks belangen mijne beste krach
ten te wijden, mij steeds een
vreugde en voorrecht is.
Ik heb gezegd.
Voordat H. M. de Koningin
haar rede aanving speelde het
orgel van de Groote Kerk twee
coupletten van het Wilhelmus, ter
wijl na afloop van de rede het or
gel het „Wien Neerlandsch bloed"
deed hooren.
D' |r C. KOOY LZN t
Een energiek leve,n plotseling
afgesneden
IN ZIJN AUTO VERDRONKEN
Zaterdagmiddag is onder de ge
meente Stompwijk de 45-jarige Dr. Ir.
C. K o o y, die met zijn auto vanuit
Delft, waar hij werkzaam was, huis
waarts keerde, door tot nu toe nog on
opgehelderde oorzaak plotseling in de
Vliet gereden en verdronken.
Eenige visschers, die het ongeval
zagen gebeuren, snelden onmiddellijk
te hulp. Zij scheurden den kap van
den wagen stuk en slaagden er in
den bestuurder uit den wagen te ha
len. Hij werd naar het gemeentehuis
te Stompwijk vervoerd, waar een ge
neesheer slechts den dood kon con-
stateeren. Het lijk is daarop naar zijn
woning te Voorschoten vervoerd.
Hoe dit ongeval geschied is, kan
nog niet met zekerheid gezegd wor
den, hierover tast men nog volkomen
in het duister. Op het moment dat het
ongeluk geschiedde, was er in het ge
heel geen verkeer op den weg. Naar
de oorzaak van dit merkwaardig on
geluk wordt door de politie een nauw
keurig onderzoek ingesteld.
De heer Kooy, wiens leven plotseling* op
zoo tragische wijze een einde nam, werd
geboren 25 Febr. 18S9 te 's-Gravendcel en
verliet reeds op 11-jarigen leeftijd de lagere
school om aan den arbeid te gaan. De jonge
Kooy bezat echter een groote leergierigheid.
Op 22-jarigen leeftijd bezocht hij gedurende
één jaar de Chr. Kweekschool te D_ordr_echt
en daarna zag men hem met toenemende
belangstelling steeds hooger de wetenschap
pelijke ladder opklimmen. In 1911 behaalde
hij de acte gymnastiek, in 1912 de onder-
wijsacte, in 1914 de hoofdacte, in 1916 de
landbouwacte L. O., in 1917 de tuinbouw-
acte L. O., in 1923 de acte M. O."staathuis
houdkunde en statistiek. Van 19121914
was hij onderwijzer Zwijndrecht, van 1914
1917 te Dordrecht. In 1917 ging hij in mi
litairen dienst. Van 1918—1924 was hij
leeraar aan de Rijkslandbouwwinterschool
te Schagen, van 19221924 hoofd der Chr.
Landbouwschool te Alphen aan den Rijn.
Van 1924 tot heden was hij landbouwkun
dige van Calvé's Oliefabrieken te Delft
Bij zijn zeer drukke werkzaamheden
werd de studie ijverig voortgezet te Wage
ningen. In 1928 deed hij candidaatsexamen.
In 1930 verwierf hij zijn ingenieurstitel en
13 Jan. van het vorig jaar volgde zijn pro
motie tot doctor in de landbouwkunde, op
een proefschrift, getiteld: „Over doelmatige
veevoedering in Nederland".
Wie denken mocht, dat de heer Kooy al
zijn tijd besteed heeft aan zijn werk en aan
zijn studie, heeft het echter mis. De kerke-
raad der Geref. Kerk te Voorschoten bezat
in hem een werkzaam ouderling, de school
met den Bijbel te Voorschoten, de a.-r. kies-
vereeniging, de afd. Voorschoten voor de
Holl. Mij. voor Landbouw telden hem onder
hun bestuursleden. Voorts was hij de ge
waardeerde leider der Geref. Knapenver-
eeniging.
Zoo heeft 'dari dit' energieke en werkzame
leiven plotseling een einde genomen.
Welk een slag, vooral voor zijn vrouw,
die zoo in alles met haar man meeleefde en
hem in zijn arbeid tot grooten steun is ge
weest.
De heer Kooy had zoo juist zitting geno
men in den gemeenteraad van Voorschoten,
waar hij opvolger was van wijlen wethou
der Eggink.
Naar we vernemen zal de teraardebestel
ling van het stoffelijk overschot plaats heb
ben a.s. Woensdagmiddag half twee op de
Ned. Herv. begraafplaats te Voorschoten.
moord en zelfmoord
Zaterdagmorgen vroeg vond met op onge
veer 240 M. diepte in de schacht van de
Oranje Nassaumijn te Heerlen ihet vreeselijk
verminkte lijik van een man. Na onderzoek
bleek dat het die Belg Sooriel was die enkele
maanden werkzaam was op de mijn en bij
zijn broer in huis was. Op het terrein nabij
de schacht vond imen een portefeuille waar
uit men de identiteit kon vaststellen.
Men vond nog een bebloed scheermes. Ge
constateerd werd dat hij zich in de schacht
heeft gestort.
Na onderzoek bleek, dat de waanzinnige
zelfmoord heeft gepleegd, maar voordiien ook
eerst z'n vrouw de hals afgesneden had me;
een scheermes.
Alles wijst er op dat de man in een aanval
yaa [waanaia tot a'a daad is gekomen.
Voornaamste Nieuws.
Dit nummer bestaat uit TWEE blades
Biz. I
VANMIDDAG HEEFT HARE MAJESTEIT!
DE KONINGIN OVER DE NEDERLAND-
SCHE ZENDERS EEN TOESPRAAK GE
HOUDEN TOT HET NEDERLAND SCHH
VOLK IN ONS LAND EN DE KOLONIËN;
Bij de Tweede Kamer is
gediend tot wijziging der wet van 15 Joli 1923
inzake de uitkeeringen aan de gemeenten.
BIz. 2
Algemeene staking te San Francisco; de situai
de zeer critiek; 150.000 arbeiders in staking.
Gevechten en aanslagen in Oostenrijk,
De vlootbesprekingen uitgesteld tegen October
Rusland bestelt oorlogsmateriaal aan Frankrijk
en Engeland.
Jules Renkin f
Dr. Sack gearresteerd.
De nieuwe Braziliaansche grondwet staat geefl
echtscheidingen toe.
BIz. 3
De 39ste Zomer conferentie van de Ned. CbQi
Studenten Vereeniging.
Te Den Haag is overleden de heer A. RenéSj
hoofd der Keucheniusschool aldaar.
Damrubriek.
BIz. 5 J
De luchtvaartdag te Soest er berg is Zaterdag
jl. gehouden.
Mee ter haringvangst (II)
BIz. 8
De steunregeling i
ERNSTIG AUTO-ONGELUK
BIJ SOEST
elf gewonden, van wie
twee ernstig
Zaterdagmiddag te zes uur heeft op
de Soesterbergschestraat een ernstig
auto-ongeluk plaats gehad. Een uit
Haarlem afkomstige auto week uit een
file der wagens, die terugkeerden van
den Vliegdag te Soesterberg, naar den
linkerkant van den weg uit, juist op
het oogenblik dat van de andere zijde
ook een auto naderde. De eerste auto
reed daarna weer naar rechts terug
met het gevolg, dat hij werd aangere
den door een daarachter rijdende
autb uit Kortenhoef. Beide auto's
sloegen om en werden totaal vernield.
Alle elf inzittenden der beide auto's
zijn gewond. Twee dames uit de voor
ste auto zijn in bewusteloozen toe
stand per zieken-auto naar Haarlem
vervoerd. De vier andere inzittenden
van dezen wagen en de vijf personen
die zich in den wagen uit Kortenhoef
bevonden, konden, na door den ge
neesheer van het sanatorium „Zonne
gloren" verbonden te zijn, zich in
auto's naar hun respectieve woonplaat
sen begeven.
DE INVAL BIJ DE TRIBUNE
Justitioneel onderzoek nog gaande
Naar men weet heeft de Amsterdamsche
politie een inval gedaan in het pand van
de Tribune. De oplage van het blad werd
daarbij in beslag genomen en de perser!
onbruikbaar gemaakt, en er is een post voor
de deur geplaatst.
Tot heden toe heeft niemand van de re
dactie of personeel het gebouw mogen be
treden, mede omdat het onderzoek door da
Justitie ingesteld nog niet geëindigd is.
De justitie heeft opnieuw geruimen tijd in
het gebouw doorgebracht.
Te Borkel en Schaft heeft een 5-jarig
kindje een geladen revolver uit den jaszak van
zyn vader gehaald. B(j het spelen met dit
wapen trok hei. den haan over waardoor de
kogel in het hoofdje terecht kwam. De dood
trad onmiddellijk in.