IMrnmr CrtJtsdjr (ümimnt Nieuwsblad voor L eiden sn Omstreken Dagelijks verschijnend De financieele verhouding van rijk en gemeente De Koningin spreekttotHaarVolk abonnementsprijs: Per kwartaal in Leiden en in plaatsen waar een agentschap gevestigd is 235 Franco per post 2.35 -f portokosten Per week 0.18 Voor het Buitenland bij wekelijksche zending4.50 Bij dagelijksche zending530 Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 ct. met Zondagsblad 7'/i ct Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar Bureau: Breestriat 123 Telefoon 271Q (na 6 uur 3166) Postbox 20 Postgiro 58936 No. 5222 MAANDAG 16 JULI 1934 15e Jaargang 9bbertentieprij?en: Van I tot 5 regels ^V. LIT1/» Elke regel meer 0.221 /a Ingezonden Mededeelingen van 1-5 regels T. 2-30 Elke regel meer .T» 0.45 Handelsadvertentiën pet regel 0.17'fr Bij contract belangrijke korting Voor het bevragen aan 1 bureau V wordt berekend 0.10 MOEILIJKE AANPASSING We hebben onlangs gewezen op een be kend en eenigszins vervelend verschijnsel: revolutionaire sprekers benaarstigen zich in vergaderingen om de dingen zoo scherp en zoo opstandig mogelijk te zeggen; zoo dra ze echter voor den rechter gedaagd worden, zoeken ze allerlei uitvluchten en is het nooit zoo kwaad bedoeld als de hoor ders meenden. Dit maakt des te meer een onaangename indruk omdat de mimiek en de gesticula tie, welke het gesproken woord vergezelden, in de regel de kracht er van versterken; een stimulans, welke het schriftelijke citaat later mist. Over de z.g. neutrale onderofficierenver- eeniging „Ons Belang" is in de loop der jaren, vooral sedert 1918, nog al eens wi.. te doen geweest. Het hoofdbestuur heeft zelfs lijvige brochures uitgegeven om dui delijk te maken, dat de vereeniging gansch ten onrechte van twijfelachtige betrouw baarheid is beschuldigd; van eenige revolu tionaire tendens was nimmer sprake. Eigenaardig is nu echter het geval met den voorzitter dier vereeniging, die wegens zijn spreken in het publiek door den minis ter ongeschikt wordt geacht voor die func tie of voor eenige functie in het hoofd- of pen afdeelingsbestuur. Waarom verklaarde de minister zulks? Omdat deze voorzitter in een openingsrede ter algemeene vergadering van een mili taire belangenvereniging betoogde, dat de vereeniging weliswaar tijdelijk moest buk ken voor de macht van de omstandigheden, doch zich steeds gereed moest houden om, zoodra zulks weer mogelijk zou zijn, de strijd te hervatten; welke rede voorts werd besloten met enkele regels uit een gedicht, waarin o. m. voorkwamen de woorden: „Op, kameraden, op nu ten strijd". Een normaal denkend mensch hoort hier- in opstandige klanken en begrijpt, dat de Regeering deze niet duldt in een persoon en een vereeniging, welke zich steunpilaren lyan het gezag noemen. Niet alzoo de revolutionaire critici, die het noodige en onnoodige van deze „dwin gelandij" hebben gezegd en ook niet de spreker, die bedanken moest als bestuurslid. Het hoofdbestuur der .vereeniging bukte Voor den minister, maar wenschte toch te Verklaren, dat de geciteerde woorden de eerste regels zijn van het bondslied van O. B., en dat ze de bedoeling hebben op te wekken tot medewerking met de geheele bevolking om door. de moeilijke tijden heen te komen". Semper idemt eerst de taal spreken en dan de kracht der woorden ontkennen. Maar zou de yereeniging dan niet ver standig doen zoo'n bedenkelijk bonds lied ef te schaffen; en zou één dergenen, die de inleiding hoorde met de aansporing om d e strijd te hervatten, zoodra zulks weer mogelijk is, uit zich zelf ooit op de gedachte komen, dat men daarmee bedoelt: sluit de gelederen om als een eendrachtig Volk de strijd tegen de economische moei lijkheden aan te binden? Zouden er werkelijk zulke onnoozelen zijn? Wij twijfelen zeer! STUIT SCHIEDAM... NIET Soms schijnt het wel of het gemeente bestuur .van Schiedam en inzonderheid zijn actieve secretaris het als een soort sport be schouwt om over de financieele verhouding tusschen rijk en gemeenten stellingen te Verkondigen en adressen te verzenden. Met ide regelmatigheid van een uurwerk bijkans volgen de geschriften en memories elkaar pp. Is het activiteit óm de activiteit? Wie kennis neemt .van de gedegen Schrifturen blijft verre yan deze veronder stelling. Want nief alleen, dat Schiedams ge meentebestuur zijn verantwoordelijkheid ten volle blijft aanvaarden, zooals we on langs nog mochten vaststellen; zakelijk ge- Ven de adressen ook opbouwende critiek en advies, en daardoor krijgen ze waarde voor alle gemeenten en de mderlinge verhou dingen. Sphiedam dient op deze wijze het algemeen belang. Het laatste woord over het karakter en 'do juiste methode van de werkloozenzorg is tot heden nog niet gesproken. Doch wel is het onze overtuiging, dat het op de duur zal moeten gaan in de richting van een Werkloosheidsfonds, zooals in het jongste adres van het Schiedamsche gemeente bestuur is ontwikkeld. Het staat immers vast, dat het gemeente wezen met ondergang bedreigd wordt, wan neer de werkloozenzorg als een looden last blijft drukken op de toch reeds ontwrichte gemeentelijke budgets. Hier is een natio nale regeling noodzakelijk, zoodat de lasten, welke de werkloosheid ons volk oplegt, ook nationaal gedragen behooren te worden. De financieele regeling, welke minister de Geer indertijd trof tusschen rijk en ge meenten, was uitnemend voor normale tij den en zou in dagen van opgaande conjunc tuur volle tevredenheid gegeven hebben; maar de crisis en met name de ongekende werkloosheid, welke als een nationale ramp oyer ons kwam, heeft alia verhoudingen weer verstoord. De minstdraagkrachtige ge meenten werden als regel het zwaarst ge troffen en zoo keerden de vroegere wan verhoudingen, maar nu geaccentueerd, terug; terwijl daarnaast de wetenschap, dat het ènders zou kunnen zijn, als een neer drukkende tendens werkt. Vandaar het zoeken en tasten naar een meer bevredigende, nationale oplossing. Schiedam wenscht nu een omslag van de werkloosheidslasten over de verschillende gemeenten op de basis van het complex der drie gemeentetijke draagkrachtbelastingen: gemeentefondsbelasting, personeele belas ting en opcenten vermogensbelasting vol gens „normale" heffingen, 50, 100 en 125; en is van oordeel, dat dan de beste wijze van dekking van de lasten voor het rijk gevon den zal zijn en de gemeenten weer kunnen leven. Natuurlijk, zullen hierbij verschillende desiderata onder de oogen moeten worden gezien, maar het beginsel verdient o. i. ern stige overweging. Verschillende bezwaren, welke vroeger golden tegen zoo'n regeling van boven af, zooals deze, dat dan de ge meenten maar kunnen beschikken over rijksmiddelen gelden thans, nu de minister voorschrijft en het gemeentebestuur slechts uitvoert, niet meer. Daarom zeggen wij: stuit Schiedam niet in zijn activiteit, maar overweeg, of de voorgedragen adviezen nut kunnen af werpen. De werkloosheidslasten en het gemeentefonds Ver laging belastingvrij minimum Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot wijziging der wet van 15 Juli 1929. Aan de Memorie van Toelichting ont- leenen wij het volgende: De tegenwoordige wet schrijft voor een vaststelling der uitkeeringen aan de ge meenten voor een tijdvak van 5 jaren. Tot grondslag van de vaststelling der uitkee ringen over de periode 1931/321935/3o heeft gegolden, behoudens de garantie- en limietbepalingen, de opbrengst van de hoofdsom der vermogensbelasting over het belastingjaar 1931/32. In aanmerking geno men de omstandigheid, dat het Rijk volgens de tegenwoordige wet het tekort in het fonds moet bijpassen, leidt dit stelsel er toe, dat alle gevolgen van de daling der op brengsten van de ten bate van het fonds geheven belastingen op het Rijksbudget komen te drukken. Een jaarlijksche verdee ling van de bij het fonds beschikbare mid delen zou aan dit bezwaar volkomen tege moet komen, mits het fonds tevens bevrijd wordt van de lasten, welke de tegenwoordi ge garantiebepalingen op het fonds leggen. De ministers zijn van oordeel, dat een verdeeling per jaar volkomen logisch is te achten, omdat het hier gaat om een ver deeling van belastingopbrengsten, welke van jaar tot jaar wisselen, evenals zooveel andere bronnen van inkomst der gemeenten. Wijziging van de formule In de uitgavenfactor wenschen de minis ters te doen vervallen de uitgaven ten be hoeve van de voorzieningen ter zake van werkloosheid. Zij hebben daarvoor twee redenen. In de eerste plaats zijn zij van oordeel, dat in de uitgavenfactor alleen die uitgaven moeten worden opgenomen, welke van eenigszins constanten aard zijn. De werkloosheidslas ten, welke thans op de gemeente drukken, hebben, in tegenstelling met vroegere jaren een dermate abnormaal karakter, dat het onjuist js te achten een uitkeering uit het gemeentefonds als regel goeddeels dienende tot dekking van normale behoeften der ge meenten, door de hoogte dezer uitgaven te laten beïnvloeden. In de tweede plaats ach ten zij deze wijziging noodzakelijk, omdat op het stuk der werkloosheidslasten sedert 1933 een wijze van subsidieering door het Rijk is ingevoerd, welke de hoogte van het subsidie afhankelijk stelt van den omvang der desbetreffende uitgaven en de draag kracht der gemeenten. Het zou dus onjuist zijn de uitgaven, welke, na aftrek der ver schillende Rijksbijdragen, op dit gebied nog ten laste der gemeenten blijven, als factor in de verdeelingsformule te laten medetellen. I Gevolgen voor rijk en gemeenten Ten goede van het fonds zullen in 1935/36 komen de opbrengst der gemeentefondsbe- lasting en die van 50 opcenten op de ver mogensbelasting. Geraamd wordt, dat deze heffingen m 1935/36 een zuivere opbrengst zullen ople veren van rond f 62 millioen. Aan de hand van de hiervoor besproken nieuwen inkomsten- en uitgavenfactor heb ben de ministers doen berekenen, hoeveel elke gemeente in 1935/36 vermoedelijk uit het gemeentefonds zal ontvangen. Een over zicht dezer berekeningen is als bijlage A aan de Memorie van Toelichting toegevoegd. Bij raadpleging van dit overzicht blijkt, dat de verdeeling volgens het nieuwe stel sel in 1935/36 belangrijke - verschillen in voor- of in nadeeligen zin voor de gemeen ten oplevert. Nadeclige verschillen konden niet uitblijven, omdat uiteraard een verdee ling op een lager middelenniveau tot lagere uitkeeringen voor verschillende gemeenten moest leiden. Doch daarnaast veroorzaken ook de wijziging in den inkomsten- en in den uitgavenfactor verschillen. Vooral de veranderde wijze van meting 'van de in- komstencapacïteit der gemeenten leidt tot verschuiving onder de gemeenten onderling. Dit treedt in het bijzonder aan den dag voor die gemeenten, welke tot de meest, en voor die, welke tot de minst draagkrach tige zijn te rekenen. De overgang van het bestaande naar het nieuwe stelsel wenschen de ministers in tien jaren voltrokken te zien. Bij overigens gelijkblijvende omstandig heden zullen de kosten der garantieregeling voor het tijdvak van 10 jaar dat zij zal gel den, in totaal rond f 120 millioen beloopen. Na tien jaar zou dus het nadeelig slot van het fonds tot ongeveer f 120 millioen zijn opgeloopen. De Ministers stellen vooreener- zijds dit tekort uit den kapitaalsdienst der Rijksbegrooting te financieren door de ver strekking van rentelooze voorschotten aan het fonds en anderzijds dit tekort ten laste van den gewonen dienst der Rijksbegroo ting in ongeveer 12 jaar te amortiseeren. Daartoe zal dan jaarlijks een bedrag van f 10 millioen op den gewonen dienst der Rijksbegrooting worden gebracht. De Gemeentefondsbelasfing 1934/35 ten bate van het gemeentefonds ge heven opcenten op de gemeentefondsbelas ting en de vermogensbelasting niet te be stendigen. Deze opcenten op de gemeente fondsbelasting werden echter niet uitslui tend ten bate van het gemeentefonds gehe ven; ook de gemeenten, voor zoover zij in de tweede of de derde klasse gerangschikt waren, deelden in de opbrengst ervan. De ze gemeentelijke belastingbron vertegen woordigt gemiddeld ongeveer 32 pet. van 't gemeentelijke aandeel in de hoofdsom der gemeentefondsbelasting (artikel 19 der wet). De financieele moeilijkheden, welke de gemeenten doormaken, manen aan tot behoedzaamheid bij het afsluiten van gemeentelijke belastingbronnen. De Ministers zijn derhalve bedaaht ge weest op het zoeken naar een com pensatie voor dit verlies. Zij meenen deze gevonden te heb ben in een kleine verlaging van het belastingvrije minimum, die dpor den sedert 1929 aanzienlijk gedaalden le vensstandaard wordt gewettigd. Voorgesteld wordt het laatste lid van ar tikel 15 (bevattende het bijzondere tarief gedeelte voor de drie grootste gemeenten, voor zoover die in de eerste klasse zijn ge rangschikt) te doen vervallen en de belas tingheffing voortaan te doen aanvangen bij een belastbare som, welke f 50 lager ligt dan volgens het bestaande gewone tarief van artikel -5. De hoogere opbrengst welke daarvoor voor het fonds verkregen wordt, zijnde f 1 per aangeslagene, zal uit het fonds aan de gemeenten van aanslag wor den uitgekeerd als onderdeel van de uitkee ring ingevolge artikel 3 (nieuw), terwijl uiteraard ook de opbrengst der gemeente lijke opcentenheffing een gunstige invloed van deze tariefswijziging ondervindt De Ministers hebben voorts van de indie ning van dit wetsontwerp gebruik gemaakt enkele wijzigingen van ondergeschikte De vermoedelijke aitkeeringen Aan de Bijlage van het wetsontwerp tot wijziging van de uitkeeringen uirt het Ga- meentefonds aan de gemeenten ontleenen we de volgende vermoedelijke bedragen, welke aan de hieronder genoemde gemeen ten voor het jaar 1935/36 zullen worden uit gekeerd: Bergen op Zoom f 165.839,58; Breda f 358.743,61; Eindhoven f 665.151,42; Helmond f 226.113,27; 's-Hertogenbosch f 387.775,26; Tilburg f 935.229,29; Apeldoorn f 733.664,85; Arnhem f 1.168.852,62; Nijmegen f 861.262,54; Tiel f 136.909,79; Wageningen f 125.980,55; Winterswijk f 193.729,32; Zutphen f 250.670,25; Dongen f 107.217,77; Oosterhout f 104.200,07; Roosendaal en Nispen f 186.421,06; Aalten f 112.578,08; Doetinchem f 169.764,89; Ede f 193.795,96; Rheden f 165.393,58; Alphen a. d. Rijn f 103.578,12; Delft f 554.670,45; Dor drecht f 870.570,50; Gorinchem f 102.115,97; Gouda f 365.236,34; Den Haag f 5.462.648,51; Hillegom f 108.748; Katwijk f 101.865,80; Leiden f 976.653,22; Rotterdam f 9.909.272,38; Schiedam f 783.820,41; Sliedrecht f 110.955,64; Vlaardingen f 375.555,33; Voorburg f 100.435,99; Zwijndrecht f 103.704,27; Alk maar f 340.885,79; Amsterdam f 15.297.244,07; Bloemendaal f 196.724,69; Bussum f 189.597,09; Haarlem f 1.364.743,35; Haarlemmermeer f 283.446,67; Den Helder f 641.947,36; Hil versum f 751.141,25; Hoorn f 144.869,46; Pur- merend f 123.362,28; Velsen f 410.441,21; Wor- merveer f 216.434,18; Zaandam f 576.470,40; Zandvoort f 132.306,67; Middelburg f 212.515,45; Vlissingen f 286.299,95; Amers foort f 492.993,69; Baarn f 138.701,89; Soest f 103.303,04; Utrecht f 1.947.170,16; Zeist f 241.862,47; Zuilen f 146.545,94; Achtkarspe- len f 131.234,54; Dantumadeel f 122.883,73; Harlingen f 111.838,02; Leeuwarden f 584,4S7,75j Leeuwarderadeel f 156.237,24; Ooststellingwerf f 112.878,83; Opsterland f 188.375,81; Smallingerland f 133.256,43; Sneek f 171.844,41; Tietjerksteradeel f 142.137,65; Weststcllingwerf f 144.872,92; Wonseradeel f 125.571,72; Wijmbritseradeel f 106.832,67; Heerenveen f 174.517,49; Almelo f 338.451,71; Deventer f 561.865,06; Enschedé f 1.058.029,87; Ambt-Hardenberg f 123.148,72; Hengelo f 256.038,47; Losser f 144.703,91; Steenwijk f 131.830,82; Zwolle f 376.508,03; Delfzijl f 111.493,52; Groningen f 1.192.868,32; Hoogezand f 107.821,46; Onstwedde f 177.604,93; Veendam f 170.302,30; Vlagt- wedde f 158.138,78; Winschoten f 203.229,70; Assen f 263.660,99; Borger f 128.572,26; Em- men f 339.313,34; Hoogeveen f 130.775,02; Meppel f 113.760,82; Odoorn f 156.017,54; Heerlen f 529.334,43; Kerkrade f 230.422,20; Maastricht f702.718,53; Roermond f 140.269,93; Sittard f 166.861,26; Venlo f 171.670,30. Een woord van dank voor de deelneming bij het overlijden van Haar Koninklijke Echtgenoot H. M. de Koningin heeft heden middag half één voor de micro foon. vanuit het Koninklijk Paleis aan het Noordeinde de volgende radiorede uitgesproken: Het is mij een behoefte des har ten mijn volkzooioel hier te lande als in Nederlandsch-Indië, Suri name en Curacao, mede namens mijn dochterM onzen warmen dank te betuigen voor de treffende en geheel eenige wijze, waarop het van zijn genegenheid en aanhan kelijkheid voor mijn innig gelief den echtgenoot bij zijn zoo plotse ling verscheiden heeft blijk gege ven; zoowel door den bloemen schat aan zijn baar neergelegd als door den tref f enden afscheids groet hem ten Paleize en bij zijn laatsten gang gebracht. Wij zijn dankbaar en ontroerd, dat hij zich door zijn goed hart en eenvoudige inborst zooveel vrien den heeft gemaakt Dat Zijn arbeid voor ons volk en zijne algeheele toewijding aan deszelfs belangen in zoo'n ruimen kring waardeering vindt, vervult óns evenzeer met erkentelijkheid. Moge zijn streven en arbeid door allen, die met hem hebben samen gewerkt, met dezelfde toewijding en voortvarendheid worden voort gezet. Behoef ik TJ de verzekering te geven, dat de spontane en laatste hulde aan hem bewezen en Uw hartelijk deelnemen in onze smart voor ons een groote, wezen lijke troost is? Bij hoogtijden en herdenkingen zijn hechte banden tusschen mijn volk en mij en mijn Huis gevlochten, en leven onverge telijke herinneringen aan liefde, trouw en aanhankelijkheid in mij voort. Hoezeer hébben wij die in de weemoedige dagen, welke wij dit jaar doorleefden, bevestigd gezien. Ik weet, dat zijn witte uitvaart uitdrukking en vorm heeft gege ven aan hetgeen in veler, harten leeft. Steeds heeft hij anderen opge wekt het nieuwe leven, dat hen wacht, te zien in het licht en de blijdschap die voor hen aanstaan de zijn. Mocht zijn wenscli vervuld wor den, dat de indruk dien zijn uit vaart zou achterlaten, voor vélen Wat ons betreft, wij willen niet in de eerste plaats zien op wat wij in onze geliefde ontslapenen bin nen het korte tijdsbestek van vier maanden verloren, doch wel op den zegen dien wij ontvingen: den zegen van Christus' sterven en opstaan, die juist nu zulk een bij zondere beteekenis voor ons kreeg. Wij willen den blik opwaarts richten naar het licht, naar den Vrede, welke thans deel zijn van hen, die wij afstonden en ons iederen dag opnieuw met hen ver blijden in hun geluk. Ik dank God voor al hetgeen mij gespaard bleef, voor hetgeen mijn innig geliefd kind voor mij is, en voor de liefde van mijn Volk aan wélks belangen mijne beste krach ten te wijden, mij steeds een vreugde en voorrecht is. Ik heb gezegd. Voordat H. M. de Koningin haar rede aanving speelde het orgel van de Groote Kerk twee coupletten van het Wilhelmus, ter wijl na afloop van de rede het or gel het „Wien Neerlandsch bloed" deed hooren. D' |r C. KOOY LZN t Een energiek leve,n plotseling afgesneden IN ZIJN AUTO VERDRONKEN Zaterdagmiddag is onder de ge meente Stompwijk de 45-jarige Dr. Ir. C. K o o y, die met zijn auto vanuit Delft, waar hij werkzaam was, huis waarts keerde, door tot nu toe nog on opgehelderde oorzaak plotseling in de Vliet gereden en verdronken. Eenige visschers, die het ongeval zagen gebeuren, snelden onmiddellijk te hulp. Zij scheurden den kap van den wagen stuk en slaagden er in den bestuurder uit den wagen te ha len. Hij werd naar het gemeentehuis te Stompwijk vervoerd, waar een ge neesheer slechts den dood kon con- stateeren. Het lijk is daarop naar zijn woning te Voorschoten vervoerd. Hoe dit ongeval geschied is, kan nog niet met zekerheid gezegd wor den, hierover tast men nog volkomen in het duister. Op het moment dat het ongeluk geschiedde, was er in het ge heel geen verkeer op den weg. Naar de oorzaak van dit merkwaardig on geluk wordt door de politie een nauw keurig onderzoek ingesteld. De heer Kooy, wiens leven plotseling* op zoo tragische wijze een einde nam, werd geboren 25 Febr. 18S9 te 's-Gravendcel en verliet reeds op 11-jarigen leeftijd de lagere school om aan den arbeid te gaan. De jonge Kooy bezat echter een groote leergierigheid. Op 22-jarigen leeftijd bezocht hij gedurende één jaar de Chr. Kweekschool te D_ordr_echt en daarna zag men hem met toenemende belangstelling steeds hooger de wetenschap pelijke ladder opklimmen. In 1911 behaalde hij de acte gymnastiek, in 1912 de onder- wijsacte, in 1914 de hoofdacte, in 1916 de landbouwacte L. O., in 1917 de tuinbouw- acte L. O., in 1923 de acte M. O."staathuis houdkunde en statistiek. Van 19121914 was hij onderwijzer Zwijndrecht, van 1914 1917 te Dordrecht. In 1917 ging hij in mi litairen dienst. Van 1918—1924 was hij leeraar aan de Rijkslandbouwwinterschool te Schagen, van 19221924 hoofd der Chr. Landbouwschool te Alphen aan den Rijn. Van 1924 tot heden was hij landbouwkun dige van Calvé's Oliefabrieken te Delft Bij zijn zeer drukke werkzaamheden werd de studie ijverig voortgezet te Wage ningen. In 1928 deed hij candidaatsexamen. In 1930 verwierf hij zijn ingenieurstitel en 13 Jan. van het vorig jaar volgde zijn pro motie tot doctor in de landbouwkunde, op een proefschrift, getiteld: „Over doelmatige veevoedering in Nederland". Wie denken mocht, dat de heer Kooy al zijn tijd besteed heeft aan zijn werk en aan zijn studie, heeft het echter mis. De kerke- raad der Geref. Kerk te Voorschoten bezat in hem een werkzaam ouderling, de school met den Bijbel te Voorschoten, de a.-r. kies- vereeniging, de afd. Voorschoten voor de Holl. Mij. voor Landbouw telden hem onder hun bestuursleden. Voorts was hij de ge waardeerde leider der Geref. Knapenver- eeniging. Zoo heeft 'dari dit' energieke en werkzame leiven plotseling een einde genomen. Welk een slag, vooral voor zijn vrouw, die zoo in alles met haar man meeleefde en hem in zijn arbeid tot grooten steun is ge weest. De heer Kooy had zoo juist zitting geno men in den gemeenteraad van Voorschoten, waar hij opvolger was van wijlen wethou der Eggink. Naar we vernemen zal de teraardebestel ling van het stoffelijk overschot plaats heb ben a.s. Woensdagmiddag half twee op de Ned. Herv. begraafplaats te Voorschoten. moord en zelfmoord Zaterdagmorgen vroeg vond met op onge veer 240 M. diepte in de schacht van de Oranje Nassaumijn te Heerlen ihet vreeselijk verminkte lijik van een man. Na onderzoek bleek dat het die Belg Sooriel was die enkele maanden werkzaam was op de mijn en bij zijn broer in huis was. Op het terrein nabij de schacht vond imen een portefeuille waar uit men de identiteit kon vaststellen. Men vond nog een bebloed scheermes. Ge constateerd werd dat hij zich in de schacht heeft gestort. Na onderzoek bleek, dat de waanzinnige zelfmoord heeft gepleegd, maar voordiien ook eerst z'n vrouw de hals afgesneden had me; een scheermes. Alles wijst er op dat de man in een aanval yaa [waanaia tot a'a daad is gekomen. Voornaamste Nieuws. Dit nummer bestaat uit TWEE blades Biz. I VANMIDDAG HEEFT HARE MAJESTEIT! DE KONINGIN OVER DE NEDERLAND- SCHE ZENDERS EEN TOESPRAAK GE HOUDEN TOT HET NEDERLAND SCHH VOLK IN ONS LAND EN DE KOLONIËN; Bij de Tweede Kamer is gediend tot wijziging der wet van 15 Joli 1923 inzake de uitkeeringen aan de gemeenten. BIz. 2 Algemeene staking te San Francisco; de situai de zeer critiek; 150.000 arbeiders in staking. Gevechten en aanslagen in Oostenrijk, De vlootbesprekingen uitgesteld tegen October Rusland bestelt oorlogsmateriaal aan Frankrijk en Engeland. Jules Renkin f Dr. Sack gearresteerd. De nieuwe Braziliaansche grondwet staat geefl echtscheidingen toe. BIz. 3 De 39ste Zomer conferentie van de Ned. CbQi Studenten Vereeniging. Te Den Haag is overleden de heer A. RenéSj hoofd der Keucheniusschool aldaar. Damrubriek. BIz. 5 J De luchtvaartdag te Soest er berg is Zaterdag jl. gehouden. Mee ter haringvangst (II) BIz. 8 De steunregeling i ERNSTIG AUTO-ONGELUK BIJ SOEST elf gewonden, van wie twee ernstig Zaterdagmiddag te zes uur heeft op de Soesterbergschestraat een ernstig auto-ongeluk plaats gehad. Een uit Haarlem afkomstige auto week uit een file der wagens, die terugkeerden van den Vliegdag te Soesterberg, naar den linkerkant van den weg uit, juist op het oogenblik dat van de andere zijde ook een auto naderde. De eerste auto reed daarna weer naar rechts terug met het gevolg, dat hij werd aangere den door een daarachter rijdende autb uit Kortenhoef. Beide auto's sloegen om en werden totaal vernield. Alle elf inzittenden der beide auto's zijn gewond. Twee dames uit de voor ste auto zijn in bewusteloozen toe stand per zieken-auto naar Haarlem vervoerd. De vier andere inzittenden van dezen wagen en de vijf personen die zich in den wagen uit Kortenhoef bevonden, konden, na door den ge neesheer van het sanatorium „Zonne gloren" verbonden te zijn, zich in auto's naar hun respectieve woonplaat sen begeven. DE INVAL BIJ DE TRIBUNE Justitioneel onderzoek nog gaande Naar men weet heeft de Amsterdamsche politie een inval gedaan in het pand van de Tribune. De oplage van het blad werd daarbij in beslag genomen en de perser! onbruikbaar gemaakt, en er is een post voor de deur geplaatst. Tot heden toe heeft niemand van de re dactie of personeel het gebouw mogen be treden, mede omdat het onderzoek door da Justitie ingesteld nog niet geëindigd is. De justitie heeft opnieuw geruimen tijd in het gebouw doorgebracht. Te Borkel en Schaft heeft een 5-jarig kindje een geladen revolver uit den jaszak van zyn vader gehaald. B(j het spelen met dit wapen trok hei. den haan over waardoor de kogel in het hoofdje terecht kwam. De dood trad onmiddellijk in.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 1