Rouwdag in de Residentie
In den ochtend op verkenning
Weer tal van ongewone straattooneeltjes
Delftsche Indrukken
WOENSDAG 11 JULI 1934
EERSTE BLAD PAG. 3
het Nederlandsclie Roode Kruis hebben
I wij kunnen vernemen hoezeer zijn arbeid
in dat heilzame werk werd gewaardeerd
door hen die Hem daar aan het werk
I zagen. En in hoeveel andere werken des
vredes" heeft Hij niet een levendig aan-
I deel genomen en belangstelling geloond!
I In zijn houding bij al deze dingen lag
niets gedwongens of gewilds, het ging
alles zoo spontaan en natuurlijk, het
was de uiting van zijn meelevend hart.
Er is gezegd en terecht gezegd
dat onze betreurde Koningin-Moeder zoo
echt en geheel en zoo gemakkelijk Neder-
j landsche ivas geworden welnu: de
Prins der Nederlanden was inderdaad
S met hart enziel eenNederlandsche Prins.
Hij is dat geworden niet als de vervulling
van een noodzakelijke plicht maar een-
voudig door zich le geven zooals Hij was.
Die natuurlijke ongedwongenheid was de
j groote aantrekkelijkheid van zijn per-
Maar dit alles is slechts terugzien op
waf geweest is. Het is nu voorbij. En
het. voorbije kan toch slechts een scha
mele troost bieden. De herinnering zon
der meer is steeds een weemoedig bezit.
Beklagenswaardig is da mensch die,
i staande bij liet open graf van een dien
hij liefheeft, niets anders overhoudt dan
I de smarlclijk-weemoedige heugenis van
I wat voorbij is.
O, als wij moesten gelooven dat dit het
laatste is van ons menschenlevcn, dat het
graf zich sluit boven ons hoofd, dan
waren wij, naar Pauluswoord, „de be
klagenswaardigste van alle mensclien
Maar wij weten, dat, wanneer onze
j aardsche tentwoning wordt afgebroken,
wij. een gebouw van God hebben, eeuwig
in de hemelen, en dat wij hier in ons
I aatdscii beslaan, leven als in het vaak
zoo koude voorportaal van <jen tempel
Gods, liet eeuwig Vaderhuis. Voor ons,
die het menschenlevcn niet zien als br-
I sloten tusschen wieg en graf, maar die
I" het, met zijn smart en zijn vreugde, zijn
lief en zijn leed, mogen zien sub specie
aeternitatis, in het licht der eeuwigheid,
dat het licht is van Gods oneindige lief-
j de in Christus voor ons is de dood
geen einde, maar een overgang naar het
volle licht en de alomspannende heer
lijkheid.
Ook Hij, dien u>ij zoo straks ter laat
ste rustplaats zullen geleiden, zag zijn
leven in dat licht met diepe en stellage
j overtuiging. Meer dan eens heb ik met
Hem mogen spreken over de eeuwige
dingen. En de eerste maal dat dit ge-
I schiedde, was het voor mij een open
baring te bemerken dat dat voor Hem
j het allerbelangrijkste was. Telkens en
I telkens kwam Hij er met grooten aan-
j drang op terug en sprak er over in den
toon eener gevestigde overtuiging en rus-
i tige verzekerdheid. En wanneer bleek dat
ik zijn inzichten niet kon deelen, dan
werd pas duidelijk hoe diep zijn reli
gieuze gevoelens waren verankerd in
zijn sïel, vh hoezeer dit de centrale ge-
dachte van zijn leven was. Het sterven
was voor Hem een gang naar het ceuwi-
I ge licht, een opgang naar hoog er heer-
I lijkhcid. Daarom is het ook volgens zijn
I wenscli dat die opgang zou worden uit
gedrukt in witte lichte kleuren, symbo
lisch aanduidend de lichtsfeer der
eeuwigheid. En tvij danken God dat wij
I het zoo mogen doen en dat het sombere
I zwart van den rouw wordt overstemd
door de blanke kleur van licht en leven.
Daarom hebben wij oolc ditmaal deze
plechtigheid mogen aanvangen met het
lezen van een lied des levens, een lied der
hope, een juichtoon over de reddende
liefde Gods, die ons geen macht ter we
reld kan ontrooven. Van zulke dincfn te
mogen spreken bij een open graf is de
grootste heerlijkheid die God aan men-
schen gaf. Wij drukken daardoor uit dat,
naar des Apostels woord „de dood is ver
zwolgen in de overwinningen dat geen
ding ons kan scheiden van de liefde van
Christus die het leven en de onverderfe
lijkheid heeft aan het licht gebracht.
Toen Christus aan het kruis stierf, was
zijn dood een zegepraal, zijn schijnbare
ondergang een overwinning. Die over
winning is de overwinning van allen die
weten wat het is, met Hem te sterven en
met Hem op te staan tot een nieuw
leven. Dan heeft de dood zijn scherpen
prikkel verloren en het leven viert zijn
eeuwigen triomf. Geloofd zij God die het
in Christus mogelijk maakte dat sterfe
lijke menschen zulke groote dingen
mogen zeggen op een plaats waar alle
aardsche glorie verzinkt.
NAAR DEN GRAFKELDER
De rede van prof. Oübink werd besloten
met het uitspreken van een gebed.
Daarna verzocht de predikant gezamenlijk
te zingen gezang 202 1, 2 en 4 en tot slot
sprak prof. Obbink nog een zegenbede uit
Toen was bet plechtige oogentolik geko
men dat de kist in den grafkelder zou
worden gedragen.
De chef van bet Militaire Huis met do
beide adjudanten van den ontslapen Prins
begaven zich naar die baar waar de chef van
liet Militaire Huis het kussen van de kist
afnam en aan genoemde adjudanten overgaf
De kist werd daarna ontdaan van het
kleed en de vlag en voorafgegaan door den
Koninklijken Commissaris van den Grafkei
der en Prof. Obbink in den grafkelder ge
bracht.
De Koningin, de Prinses en Hertog Adolf
Friedrich volgden don droeven stoet.
Langzaam werd de kist aan ieders oog
onttrokken terwijl allo aanwezigen staande
gezang <J09 1 en 3 zongen.
Bij Jic eerste vers speelden die bazuinen de
melodie mee.
De eerewachten welke aan beide zijden
van den grafkelder opgesteld stonden brach
ten de laatste militaire eerbewijzen.
Toen werd de toegang tot den grafkelder
door bet gordijn afgesloten.
Bijzonder wijdingsvol klonken toen de
tonen van bet ouide Wilhelmus boven den
grafkelder gespeeld door de vier bazuin
blazers.
In don grafkelder bad Prof. Obbink het
„Onze Vader".
Zacht orgelspel klonk weer door de ge-
weLven der kerk, toen prof. Obbink uit den
grafkelder kwam. Daarop rezen de Vorstin
nen en Vorstën van hun plaatsen op en
werden naar hun auto's geleid.
Alle overige aanwezigen bleven op hun
plaatsen totdat H.M. de Koningin de
kerk verlaten bad.
Eenige minuten stond de schare nog on
beweeglijk, daarna kwam er eenige bewe
ging en diep onder den indrink van het droe
vig gebeuren verlieten allen bet kerkge
bouw.
(Van onze eigen redacteuren)
I Weer zal straks een lid van het Nationale
fcozin naar zijn laatste rustplaats worden
telciden evenals ongeveer vier maanden
Kleden valt reeds in de vroege morgenuren
[pn wat nerveus aandoende menschenmo-
iigtc waar te nemen, die bezig is zich op te
jtellen langs den weg waarlangs de droeve
|toet Trekken zal.
i Niet zóó vroeg als bij do uitvaart van
koningin- Emma zijn de belangstellenden
(aan loopen, doch wanneer wij voor de
.veede maal uit de richting Delft terugkec-
ten het is dan bijna halfacht geworden
f- biedt met name de binnenstad een aan-
)lik, die weinig verschilt van die op den
Icbtend vaii 27 Maart.
De zon, die haar gouden stralen gul over
c Residentie uitzendt, geeft aan hét uiter-
Ijk van dezen dag een voorkomen, dat een
rcherpe tegenstelling vormt met zijn ka
ak ter.
Al die vrouwen en mannen, waarvan ve-
pn gezeten in fleurige zomerkleeding op
onkclnieuwe klapstoeltjes in even vriende-
ijke tinten, zouden bijna den ernst der din-
(en'doen vergeten.
De stroom gaat zwellen
Wanneer het tegen achten gaat loopen
iegint de groote menschenstroom te zwel
en. In de onmiddellijke omgeving van het
5aleis heerscht echter volstrekte rust. Twee
lehild\vachten stappen vastberaden, met het
feweer aan den schouder, op en neer, ter-
Vijl wij op iederen toegangsweg eenige re-
jheicheurs _ontmoeten, die voor ons uiter-
lard geen bezwaar opleveren,
j Een oogenblik verzoeken we onzen chauf-
eur te stoppen. Triestig hangt de Koninklij
ke. vlag langs den stok. Af en toe komt een
pxi aangesnord met hofpersoneel, waar-
loor de drukkende stilte wordt onderbro
ken. Dan glijden ook wij voorzichtig weg,
jen Kneuterdijk op.\
Voor dat we daar zijn moeten we op een
leek van een nauwe dwarsstraat plotseling
temmen. Drie, vier, handwagens, hoog be
laden met houten kisten, razen bijna tegen
pnze auto aan. We begrijpen het niet aan-
Itonds. Maar wanneer ruim baan gemaakt
p, cn we den breeden hoofdweg voor ons
ftehhén-, gaat er een licht op.
I Agenten maken in secties jacht op ver
huurders van zitplaatsen. Speciale vracht
auto's hebben ze er voor gerequireerd. De
lange rijen veilingkratten, die in geduldige
afwachting zijn neergezet, moeten direct
verwijderd worden.
Voor den buitenstaander doet het eigen
lijk wal onhebbelijk aan en verschillenden
uit het publiek laten hun afkeuring over 't
optreden van den sterken arm liooren. We
informeeren even bij een inspecteur, die
prompt antwoordt, dat wanneer twintig
maal gewaarschuwd is, het de een-en twln-
tigste maal wordt nagelaten. Het is ook on
billijk dat handelaren, al gunnen we ze
gaarne een extra'tjc, alle mooie staanplaat
sen blokkeeren, waardoor men als bet ware
gedwongen wordt, tegen een zéér behoor
lijke.' betaling de plechtigheid gade te
slaan.
Verhuurders smokkelen
De cene vrachtwagen na den anderen
wordt volgeladen cn liet is te begrijpen, dat
indien nog mogelijk, de verhuurders trach
ten den dans te ontspringen door hun spul
len bliksemsnel naar een afgelegen plekje
te verhuizen. Straks, als het nog voller
wordt, duiken ze wel weer op, zoodat zelfs
vlak bij het Binnenhof smokkelaars hun
slag slaan.
Dat is zoo een intermezzo tusschen de
duizend-en-een-tooneeltjes, welke ook op
27 Maart violen waar te nemen.
Precies als toen: heele families, zwaar be
pakt met proviand, als een zoom langs den
rijweg. Daar de lijd \erdreven moet worden
vinden de ochtendbladen gretig aftrek. Er
zijn er bovendien genoeg die hun lijfblad
van den vorigen avond bij zich hebben ge
stoken. En ze lezen, lézen, in zóó'n gemak
kelijke houding, dat ze het thuis in hun
clubfauteuils niet beter zouden kunnen doen
Nog meer clandestien
Tijdens de voortzetting van de rit valt
ons oog op nog meer clandestiene dingen.
Tegen verschillende muren zijn, in strijd
met het verbod van de autoriteiten, lange
ladders geplaatst. Blijkbaar hebben de man
nen van „Hermandad" ze nog niet in de
gaten, want tot dusver worden ze onge
moeid gelaten. Voorts worden lantaarn*,
brugleuningen en raamkozijnen zooveel mo
gelijk uitgebuit. Men wil een plaats cn men
zal een plaats en het „gezag"— gelijk in de
volksmond de agenten tegenwoordig wor
den aangeduid kan niets anders doen
il.in een oogje dichtknijpen.
Op den keper beschouwd is dat nu ook
veer niet zoo heel verschrikkelijk. In de
iren die komen, moet nu eenmaal wat ge
geven en genomen worden.
Er is minder getimmerd
In tegenstelling met de rouwdagen in het
voorjaar is er ditmaal aanzienlijk minder
getimmerd. Bij hotel „Twee Steden Palace"
ontdekken we de eerste tribune, gerekend
vanaf het Paleis. Vlak daarnaast in de
greote vitrines dor firma Meddens, zijn een
Jiondei'dtal zitplaatsen geformeerd voor het
Roode Kruis. Op liet Spui zien wc slechts
één enkele tribune en langs de Rijsv.ijk-
scho Weg zijn ze evenmin dik gezaaid. De
ondernemers hebben blijkbaar leergeld be
taalri.
Wat wel weer wordt aangetroffen, dat is't
bordje „plaatsen te liuur", voor de ruiten
van winkels en bovenwoningen. Twintig
stoelen in een etalage van pl.m. vier vier
kante meter, is niets bijzondere. Met de
ruimte wordt geducht gewoekerd.
Het is zelfs zoo erg, dat de banken in een
gemeenteplantsoen te huur worden aange
boden. De onwettige eigenaars zijn er een
voudig te middernacht op gaan zibten, en
benijdt men ze, welnu, voor enkele guldens
staan de heeren< gaarne hun plekje af.
Treinen stuiven binnen.
propvolle extratreinen stuiven binnen. Het
is een gekrioel, waar de verk cerebri gade
nauwelijks raad mee weet. Alleen de strenge
handhaving van do voorschriften, kan een
chaos voorkomen. Aan marechaussees is er
gelukkig geen gebrek, en al is bun taak
ontzettehd zwaar, voor zoover wij het thans
kunnen bekijken, houden de blauw-geuni-
formcien zich kranig. Hun armen en beenen
zijn tegelijk in actie. De teekens van door-
loopen cn stoppen wisselen elkaar in e,en
behoorlijk tempo af.
Nu eerst wordt men gewaar, hoe goed
men er aan gedaan heeft, na acht uur biir
ïen een ruimen kring, alle rijverkeer te
erbioden. De drukte wordt minstens zoo
groot als toen het stoffelijk overschot van
de koningin-Moeder werd uitgedragen. Ver*
moed el ijk zal die dag nog worden overtrof
fen, daar we midden in den vacantietijd
Deputaties marcheeren op.
Mankt die «yitzaglijke mer.igte, maar zon
der uitzondering getooid met oranjerouw al
een diepe indruk, het ontelbare aantal de
putaties van vCreenigingen en organisaties
met hun omfloerste baai ieren imponeert mis
sohien nog meer. De meesten hebben zulk
een stramme pas, dat militairen er jaloersch
op zouden kunnen zijn. Men ziet 't hun aan,
het is voor hun maar geen kijkspel, maar
l waarachtige uiting van medeleven.
Op de grens van Rijswijk en Den Haag
zijn langs den Nieuwen Rijksweg ruime vak
ken gereserveerd. Van de borden kan men
lezen wie ze zullen innemen. Onze land-
stormere hoe zou het andere kunnen
hebben alleen reeds een respectabele lengte
noodig.
Amsterdam, Rotterdam, Utrecht enz enz.,
dat voor iedereen bekende klanken zijn.
doen juist in roerige dagen iets trillen en
nu staat er nog niemandOnderweg ont
moeten we Roode Kruis colonnes met bran
cards, die stellig niet overbodig zullen zijn.
Gisteren moesten immers gedurende het de-
filé al pl.m. 100 personen worden bijge
staan, die onwel waren geworden. Waar zal
het dan vandaag op uitloopen?
Behalve voor de landstormers vindt men
ruimten voor burgerwachten, padvinders,
heilsoldaten, en wat al niet meer. Tot Delft
toe staan voorts particulieren in dikke rijen
De eenige afwisseling tusschen deze gewel
dige menschenzee vormen de consumptie
wagentjes, rijwielbewaarplaatsen en derge
lijke.
Vlak voor hel vertrek
Wij begeven ons nu voor de laatste maal
naar het paleis, waar lcgcr-adjudantert b. d.
zich hebben opgesteld. De stoet zet zich om
8.54 in beweging, om op te trekken van 't
Noordeinde naar de Heulstraat. Tegenover
het paleis hebben een groot aantal burge
meesters plaats genomen. Nu rijden de gas
te. aan. Precies om 9.uur arriveert de Ko
ningin, gekleed in het zwart, met een witte
sluier, en de Prinses, die geheel in het wit
gesluierd is. Beiden gaan aan de achterzijde
het paleis binnen.
Om 9.15 stellen de leden ridders der Jo-
hanniterorde zich op, waarop, 5 minuten
later, de lijkwagen voor het paleis rijdt.
De kist wordt uitgedragen
Onder het spelen van treurmuziek wordt
de kist uitgedragen, 'en iri den lijkwagen
geplaatst. Deze maak door iet groote. witte
kleed en de zwarte paarden, die eveneens
met witte kleeden overhangen zijn, een zeld-
zamen, indruk.
De Koningin en de Prinses zijn inmiddels
op het bprdes verschenen. Kamerleden leg
gen op het witte kleed van de kist de drie
kleur en daarop de steek van den Prins,
met zijn sabels en ordeteekenen.
Om 9.35, als alles gereed is, dreunt het
geschut. Doffe explosies echoën door liet
luchtruim. Dan, om 7 min. voor 10. zet de
stoet zich opnieuw in beweging. De twee
vorstelijke vrouwen slaan het vertrek voor
een der ramen, waarvan het gordijn is op
gehaald, gade.
Een onbeschrijfelijke weemoed maakt zich
van de toeschouwers meester. Dc kelen
worden Jichtgesnoerd. Het zijn momenten,
waarbij men moeite heeft om, naar 't woord
van onze diepbeproefde Landsvrouwe, zich
zelf te blijven,..
De Prinsenstad rouwt over Prins Hendrik
(Van onze eigen redacteuren)
IN DEN VOORAVOND
Roezemoezige drukte heerschte er nog
rond de markt cn langs de route, die de
stoet zal nemen. Geluiden van toeterende
auto's en rinkelende fietsbellen, scheuren
de zwoele lucht en brengen met zich die
ondefinieerbare nerveuse stemming, die zich
nu eenmaal onafscheidelijk aan een histo
risch gebeuren paart. Kooplieden trachten
't is zonde dat we het schrijven „za-
ken" te doen en hun oppervlakkig geroep:
„oranjerouw vijf cent", contrasteert wel
scherp niet do diepte van liet leed, dat de
Koninklijke Familie trof Hoe velen, of be
ter gezegd, hoe weinigen, zullen er voorts
bij stil staan, dat de datum 10 Juli in 1b-
bele zin een droeve datum is in de historie
van ons vaderland. Deze dag was het o
samenloop van omstandigheden juist 350
jaar geleden, dat in deze eigen stad Delft,
een treurige onverlaat een helaas maar al
te goed gemikt schot loste op Prins Willem
van Oranje, hetgeen dezen het leven koste.
Deze 10e Juli is tevens de vooravond van
een ander droef gebeuren: de bijzetting van
het stoffelijk overschot van wijlen Zijne
Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik dei-
Nederlanden.
De Prinsenstaid is, terwijl we dit schrij
ven, wel gereed, dit kostbare pand te ont
vangen, maar de sfeer daarvoor wordt nog
gemist, liet loopt reeds tegen middernacht
en nog steeds hoort men op do stille grach
ten geschuifel van wandelaars, die in dit
late uur. waarop anders de bewoners groo-
tendeels ter ruste zijn gegaan, nog even een
kijkje korpen nemen.
Er zijn er ook, die op do beste punten
zich reeds een plaatsje verzekerd hebben.
Dit geldt met name van de Markt. Het zou
andere niet. meevaRpn, hier meer dan een
wijzertje rond te inaken. Nu, terwijl de
frissche nachtwind om dc ooren strijkt,
gaat het nog wel, maar wanneer na enkele
uren het zomerzonnetje met volle intensi
teit zijn felle stralen naar beneden giet cn
deze tegen de straatsteenen opketst,, is het
heusch geen baantje hier te staan, maar
dat heeft men er wel voor over. Aan den
buitenkant der stad, waar de nieuwe Rijks
weg Delft met Rijswijk verbindt, is het ook
nog levendig. Auto's suizen in beide rich
tingen over het gladde asphaltdok. Het
schemerduister wordt slechts door wat
kunstlicht onderbroken. Wat we waarne
men wijkt weinig af van wat hier gewoon-
lijkt valt op te merken. Alleen verheft zich
hier en daar, als een stille getuige, een
stellage, van waar men morgen de droeve
stoet kan zien passeeren. In Maart jl. sloe
gen op denzelfden weg, in het eigen uur,
reeds velen hier hun bivak op. Nu stelt
men z'n komst nog wat uit. gaat men waar
schijnlijk evenals wij, nog een hazenslaapje
doen, om dan, voor dag en dauw, als het
kan op te staan.
DELFT IN DEN VROEGEN MORGEN
Niet velen kennen zoo ons pittoreske
stadje. Indrukwekkend schoon is het, als
de opgaande zon nog maar flets de ooster
kim kleurt. Wat klinkt dan de stap van
den dauwtrapper met een deftige echo tegen
de oude droomerige gevel. En als dan bij
de eerste zonnestralen de trapjesbruggen
zich spiegelen in het zacht kabbelend
grachtwater, dan lijkt het haast een sprook-
jesstad. Wie dat weten te waardeeren? En-
gelsche en Amerikaansche touristen en
verder de talloos vele kunstschilders, die
hier definitief of periodiek hun domicilie
kozen en schetsen zonder eind
De rauwe werkelijkheid roept ons echter
uit onze bespiegelingen wakker. We staan
op de Markt. Voor ons doomt de Nieuwe
Keik-tOren. Statig en fier verheft zich de
spits ton hemel. Onder aan den voet wekt
de sober versierde iugang tot gedachten
aan hetgeen straks na enkele uren zich
hier zal afspelen. Het stoffelijk overschot
van den vorstelijk endoode moet hierdoor
naur* binnen worden gedragen.
De eerste rangen der staanplaatsen zijn
hier reeds grootendeels bezet. Een groepje
jonge kerels, dat het zich gemakkelijk
heeft gemaakt, blijkt uit Brabant afkomstig
te zijn. Zij arriveerden reeds om tien uur
in den vorigen avond, na ongeveer 120 K.M
te hebben gepeddeld, waarvoor ze zeven
uur noodig hadden. Op onze vraag: „her
jullie nog geslapen? zegt er een lachend:
,..Toa, daar onder aan het beeld van Willem
dc Zwijger"; „Hugo de Groot", verbeteren
Enkele passen verder staat een lid van
het schoonc geslacht te geeuwen, of haar
mond als parkeerterrein zal moeten dienen.
„Een beetje melig?" klinkt onze Informatie.
„Dat zou je wel worden als je zoo'n nacht
je achter den rug hebt. Je moet maar geen
geld hpbben voor dure plaatsen", en inder
daad, die logica duldt geen etgenspraak.
„Kijk, daar zien we ook een Delftenaar,
een trouwe lezer van ons blad. „Goeie mor
gen", is ons eerste woord. „Goeie morgen",
klinkt .het opgewekt terug.
„Ook al zoo vroeg bij de hand?"
„Ja, ik wilde het nu ook eens goed zien".
Aa nde overzijde zitten er enkelen op den
grond.
Ze Staan, ze hangen, ze zitten tegen de
hooge afscheiding, cn wachten. We verlaten
nu hef.' Marktplein en begeven ons via dc
route naar den buitenkant der stad.
Deze 'geheele weg langs, al een en al be
drijvigheid. Vele ncgotianten treffen voor
bereidende muatregelen. In het huis van
onzen (burgemeester is alles nog in diepe
rust. 't Is den bewoners graag gegund. Een
drukke week ligt achter, een drukke dag
komt aan. Wij passeeren nu de trambrug
over dp provinciale vaart. Schitterend ver
gezicht heeft men hier over het lage pol
derland. waar het vee weg duikt in de dik
ke mistbanken, die een vruchtlooze strijd
strijden tegen de opkomende zon. Een
prachtig stukje natuur ligt hier nog 'onge
rept. Onder de rook van de oude steeds
meer aan de moderne techniek offerende
stad. Druk gedoe vari links en rechts valt
waar te hemen. Een vrachtauto met limo
nade en ander lekkers, afkomstig uit Arn
hem, wordt reeds ontladen. Een andere za
kenman, die als heimat Amsterdam boven
alles prefereert, is ook. al aan het etaleeren,
dat heeft hij vermoedelijk geleerd van
Hirsch op liet Leidscheplein. Plaatsen zijn
hier in onnoemelijk aantal disponibel. De
vorige keer stonden er even voorbij de Bras
serskade reeds deputaties van verschillen
de vereenigingen, die we nu nog missen.
Wel is present een club jongelui, afkomstig
uit Rotterdam. Het blijkt te zijn de Rotter-
damsche Chr. Padvindersv ereeuiging „Trek
vogels" onder leiding van hopman T. v. d.
Does en hopman J. M. Koks. die hier
met liun 24 welpen ter hoogte van het Shell
station zijn neergestreken. Gisteravond half
tien vertrokken zij uit Rotterdam en arri
veerden om half elf ter plaatse, waar toen
de bivaktent werd opgeslagen. Zij staan
hier voor liet Roterdamsch Comité ter be
hartiging van Nationale belangen. De hop
man verzekerde ons, dat ditmaal vele men
schen, meer nog dan in Maart, hun nacht
rust hebben opgeofferd.
We begeven ons nu weer stadwaarts. De
drukte neemt reeds toe. Het zijn «vooral
fietsers uit de richting Pijnacker en Rotter
dam. Je kunt het ze soms aanzien, dat ze
reeds een hcele afstand hebben afgelegd
BIJ HET DELFÏSCEE STATION
Bij het Station is het ook reeds vroeg
een drukte van belang. Van noord en zuid
rollen in onafgebroken tempo de lange trei
nen binnen. Duizenden en neg eens duizen
den worden op do lange perrons afgezet
Het grootste contingent leveren de trei
nen uit de richting Rotterdam. De treinen
uit Den Haag hebben het grootste deel van
de vervoerde last in de residentie afgele
verd. Het Stationsplein Delft biedt na iede
re 'aankomst een imposante aanbiik. Vci-
eenigingen in groot verband, met omfloer
ste vaandels voorop, sommigen met muziek
instrumenten bij zich, vormen met elkander
lange slierten. Het meerendeel van hen
gaat z'n heil zoeken op den Nieuwen Rijks
weg. Anderen preferoeren de binnenstad.
Een behulpzame dienst van gidsen,
uit leden van het Nationaal Jongerenver-
bond bestaande, doen links en rechts aan-
wijzigingen en geven desgewènscht inlich
tingen. In dc stad wordt het bij de minuut
drukker. Do belangstelling overtreft hier
verre die van Maart j.l. Het weer werkt
ook bijzonder mee.
EEN TOCHTJE NAAR DE HOORNBRUG
Nog grooter belangstelling dan 27 Maart
Langs de route hebben we met speciale
coupe file een tochtje per aulo kunnen ma
ken. Een groote toer was het, om tegen den
stroom van auto's met genoodigden i'.i te
lijden, doch nadat onze chauffeur hierbij
zijn vaardigheidsproef met lof had afgelegd,
ging liet vanaf het Kalverbosch tot aan de
Hoornbrug van een leien dakje. De belang
stelling was eenvoudig geweldig- In het bij
zonder in dc binnenstad. Een keurige indruk
maakte onze bij het Prinsenhof opgestelde
Oranje-Garde, met hun grijze kielen, hun
stemmig zwarte baretten, en de oranjevcer
waarmee deze getooid zijn. Ook later zagen
wij nog een flinke deputatie van gardisten.
De Graalmeisjes met hun keurige uitmon
stering vielen ook onmiddellijk m het oog-
Verder stonden er verschillende vereenigin
gen opgesteld, velen die omfloerste vaandels
hadden meegebracht- Padvinders deden op
dezen weg ook dienst voor afzetting.
Ter hoogte van de Hoornbrug zagen wij
o.a. ook een deputatie van oud-strijders, van
die ouwe snorrebaarden. De algemecne in
druk.is, dat de belangstelling veel en veel
gronter was dan in Maart- Door E.H.B.O. er.
Roode Kruis wordt nuttig werk verricht. Wij
zagen een juffrouw wegdragen met een
brancard maar de toestand leek ons nht
ernstig, want zij lachte. Het is anders wel
zeker dat de warmte, die met de seconde
toeneemt, wel meer slachtoffers aal oischen.
De drommen van toeschouwers in aanmer
king nemende, is dat ook niet te verwonde
ren-
Een verfrisschende dronk doet echter me
nigmaal wonderen. Hiervoor wordt dan ook
door velen gezorgd door particulieren
wel nis door de posten van Roode Kruis en
E-H.B.O. In de omgeving van de parkeer
terreinen buiten Delft is het uit den aard
der zaak ook druk. Particuliere auto's te
ringcars uit alle oorden van het land e
zelfs van over dc grenzen worden hier
tijdelijk geborgen. De auto's van do genoo
digden krijgen een plaatsje op den Nieuwen
Langendijk. Oranjestraat, Zuïdeisli-aat enz-
Het behoeft nauwelijks gezegd dat ook liet
particulier initiatief zich niet onbetuigd laa'
De Hollandsche handelsgeest verloochent
zich onder geen omstandigheid. Allerlei op
schriften trachten hun werk te doen en te
speculeeeren op het accumuleerend verm
gen der hersenen. "Rijwielen hier". "WC'.
waarbij zoowel water als closet ontbreken
is wel liet meest gedurfde staaltje van hur
bug wat ooit is vertoond. Men neemt die
dingen echter gaarne voor de goedem be
doeling en die behoeft niet in twijfel te wor
den getrokken-
OP HET PLEIN VOOR DE KERK
't Is half tien als we het plein voor
de kerk bereiken, dat ligt te blikkeren in
liet zonnelicht. De ramen zien reeds zwart
van de mcnscheji, die 't zich gemakkelijk
hebben gemaakt Sommigen zien we zelfs
heel nonchalanjt met de beenen uit het
raam hangen, wat nu niet bepaald een stei
mige indruk geeft. De tribunes vullen zich
reeds Achter de hekken, stemmig zwart
geverfd, verdringt zich een dicht opeenge
pakte menschcnmassa, waaruit een geroeze
moes van stemmen over het Marktplein
ruischt.
Gistermiddag heeft Prinses Juliana, vergezeld van de Prinses von Erbach. een bezoek
gebracht aan de Nieuwe Kerk te Delft. V.l.n.r.: Prinses Juliana, burgemeester G. van
Baren en de Prinses von Erbach*
Het is veel drukker dan bij do be graf e-
is van I-I. M. de Koningin-Moeder. Auto's
rijden af cn aan en brengen de genoodig"
den het plein op, waar zij zich een poosjo
ophouden om straks de kerk in te gaan.
Het is een gescnitter van uniformen van
verschillende hoogwaardigheidsbekl eeriers.
Militaire autoriteiten, herken-baar niet al
leen aan de uniform, doch ook aan de hou
ding en de wij®» waarop zij zich voortbe
wegen, burgerlijke autoriteiten, kenbaar
aan een meer losse gang en het zich schijn
baar minder prettig gevoelen in de uni
form waarin zij voor ditmaal gestoken zijn.
Kwart voor tien. Daar dringt het
eerste minuutschot ten teeken dat de rouw
stoet het paleis verlaat. Even stilte op het
Plein, alsof liet publiek zich dit teeken
realiseert. Dan bruist het geroezemoes ster
ker op: men vertelt elkaar wat ieder hoor
de en maakt daarover commentaar.
Daar rijdt een lijkauto het Plein op, tot
vlak voor den ingang van de kerk. Het
witte kleed dat straks de lijkkits zal o ver
hullen, wordt er uitgedragen en in het
voorportaal van de kerk klaargelegd voor
straks als dp lijkstoet zal arriveeren.
Tien m in u t e n over half elf. Op
het afgezette Marktplein, waar de regeling
weer perfect in orde is, komt opnieuw
eenige agitatie. Voorafgegaan door twee mi
litairen te paard, marcheeren de mariniers
in stramme houding het carré op! Achter
hen volgen de troepen die het terrein zul
len afzetten. Links van de kerk hebben zich
de adelborsten opgesteld. Voor hoi stadhuis
staat een deputatie van het Roode Kruis
in het gelid.
Om elf uur is het terrein geheel afge
zet. Het is een prachtig gezicht. Hier en
daar ziet men de goud-gegalonneerde uni
formen schitteren in het zonlicht. Zij sto
ken met de donkere kleuren fel af bij het
stemmige wit, dat bij den ingang van de
kerk is aangebracht. Het is een bonte men
geling van kleuren die het publiek, dat zien
achter de palissade bevindt, geboeid houdt
en wacht thans vol spanning op de komst
van de vorstin, die tusschen half twaalf cn
twaalf uur zal arriveeren.
De Markt ligt in de brandende zon, on
danks do drukte, stil en verlaten. Af en too
schrijden verschillende hoogwaardigheids-
heklecders over het terrein naar de kerk,
waar zij om twaalf uur aanwezig moeten
zijn.
Om tien minuten voor half
twaalf begeven zich de ministers, velen
vergezeld van hun dames, gezamenlijk
naar de kerk. Zij gaan niet door de hoofd
ingang, doch naar de rechter-zijingang,
waardoor zij zich naar hun plaatsen bege-
Amsterdam op den
bijzettingsdag
De hoofdstad en de Prins der Nederlandeiï
In den vroegen zomermorgen hebben zich
vandaag duizenden Amsterdammers opge
maakt om getuige te zijn van Prins Hen
driks laatsten gang en daarmee de b^ide
Vorstelijke vrouwen, onze Koningin en de
Prinses, hartelijk medeleven te tooncn iu
Haar verlies.
Togen zes uur verzamelden zich de vele
loden van de talrijke Oranjeverenigingen,
die onze stad in de laatste jaren tolt. Men
kwam samen op hel Beursplein cn bij Vic-
toriahotcl om achter de omfloerste vaandels
en banieren te wandelen naar het Centraal
Station, vanwaar vóór zevenen reeds eenige
extra-treinen en daarna vele treinen met
reizigers op eigen gelegenheid" vertrokken.
Van 9 uur af tot !n -Je eerste middaguren
zette ieder, die maar even gelegenheid kon
vinden, zich aan het radiotoestel tot luiste
ren. Do schoolkinderen mochten thuis blij
ven, de gemeentelijke instellingen waren
geheel of gedeeltelijk gesloten, terwijl ban
ken, scheepvaartmaatschappijen en vel©
andere kanforen de loketten dicht hielden.
Groote magazijnen sloten van 12 tot 2 uur,
welk voorbeeld door de meeste kleinere
winkelzaken werd gevolgd.
Bij de radio, die niets anders doorliet dan
de weergave van de gebeurtenissen van den
dag, hail men het gevoel van vereonigd te
zijn in het groote nationale sterfhuis, waar
do achterblijvende landgenooten den over
leden Prins herdachten, terwijl buiten, ver
weg, op den langen tocht door Den Haag en
Rijswijk naar Delft do vorstelijke familie
leden en de bloem van leger en vloot den
Prins der Nederlanden vergezelden tot aan
den grafkelder der Oranjes, die ook deze
Trins van Duitschen bloede als zijn laatste
rustplaats heeft begeerd
Wij Amsterdammers kenden den Gemaal
van onze Koningin niet zoo bijzonder. Toch
komen nu tal van herinneringen bij ons
op
Dan luisteren wij opnieuw naar den oog
getuige-verslaggever. naar de saluutschoten
straks, naar dc naderbij komende treur
muziek en het doffe tromgeroffel, het trap
pelen van de cav.alerie-paarden, don regel
matige tred van het traag marcheerende
voetvolk; dan het gerucht van dc lang
zaam en plechtig stappende paarden \oor
den bijzonderen lijkwagen met de mooie
struisveeren en de zilveren kroon, waar
van we gelezen hebben
Nu verstillen de geluiden geleidelijk weer
en dc onderbroken gesprekken over den
Prins worden hervat. Vonden we Hem aan
vankelijk niet wat stijf en teruggetrokken?
En toch heeft Hij juist bij de jaarlijksche
bezoeken in de zware plooien der Paleis-
etikette de gewenschte soepelheid gebracht.
Bij voorkeur logde de Prins officieuse be
zoeken af en meermalen ging hij alleen met
zijn adjudant ergens 'neen. Later ging dan
Prinsese Juliana wef eens mee.
Ongedwongen heeft de Prins zich steeds
bewogen onder de honderden gasten, die bij
de soiree's ten Hove de imposante Burger
zaal vulden van het oude Stadhuis, waar
van nu weer alle vensters gesloten zijn.
Terwijl H M. dan cercle hield en de Prinses
.zich omringd zag van een grooten dames-
kring. brak Prins Hendrik den ban der
etikette, waarop Hij niet gesteld was en
maakte een praatje met heeren van het
Roode Kruis of van de Burgerwacht, ani
meerde vooraanstaande bestuursleden van
het Reddingswezen tot een onderhoudend
gesprek of schoot ineens af op een feestgan
ger, met wien Hij kort te voren nog op
jacht was geweest.
Do Prins interesseerde zich gaarne voor
het verenigingsleven. Bij het urenlange
défilé in het Stadion verleden jaar, liet Hij
zich telkens weer inlichten en gaf daarbij
den wensch te kennen het gewone doen van
de een of andere organisatie wel eens van
naderbij te willen bezien.
Het is wel tot ons doorgedrongen hoezeer
de Prins een welwillend oog had voor de
sociale positie van het Hofpersoneel, en in
het algemeen vinden wet 't jammer, dat deze
Prins met zijn goede eigenschappen door
bescheidenheid niet zoozeer de nationale
belangstelling heeft geboeid. Het was dan
ook een sympathieke gedachte van Mr.
Bijleveld om hierop te wijzen In zijn ge
dachtenisrede in de Nieuwe Kerk, Vrijdag
avond j.l., toen het zoo rumoerig in de stad
was en Ds. Dijkstra den toestand weergaf
door tc gewagen van een dooden Prins cu
een oproerig volk.