NATIONALE
rüdlOJj
^25
GROOTE
STUKKEN
Vu
DINSDAG 26 JUNI 1934
DERDE BLAD PAG. 9
LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam
EEN MARINE-BONDSGEBOUW?
..DE TROTSCHE BURCHT VAN
JANMAAT"!
TOCH EEN VERDACHT ZAAKJE
Het volgende verhaal is alleen bestemd
voor lezers, die een beetje hersengymnastiek
aandurven. Voor anderen is het ongeniet
baar. Maar wie het waagt, zal ten slotte
zeggen: 't is toöh een leuke geschiedenis met
dat roode Marinegebouw in den Helder; „de
trotse he burcht van Janmaat", zooals roode
leiders zoo gaarne schrijven.
Toen het vorig jaar de commandant der
marine het personeel verbpod om dit Bonds
gebouw te bezoeken, rees de vraag: van wie
is dit gebouw nu eigenlijk? En h£t antwoord
luidde: Van een burgerlijk comité, genaamd
de Stichting „HetMarinegebouw".
Hoe is dat gegaan? Dat willen we nu eens
vertellen, want in den Helder heeft men
nog steeds veel interesse voor deze zaak.
Óp 6 Juni 1933 verschenen voor notaris
K. W. J K. van Beverwijk te Amsterdam
in de eerste plaats de heer G W Groothof,
administrateur in den Helder, volgens een
onderhandsche volmacht handelend in op
dracht van de heer en L C Geerling. S. J
Vex'hoeven en L. Ludema, allen in dienst
van de Kon. Marine en samen vormende 't
hoofdbestuur vau de Bond voor Minder
Marine Personeel te Den Helder;
in de tweede plaats de heer N. Heeren,
boekhouder te Heemstede, volgens zijn ver
klaring handelende als mondeling ge
machtigde van de Stichting „Het Marine-
bondsgebouw", bestaande uit de heeren
(doch dat staat niet in de alcte!) P. S. van
der Vaart, G W Groothof (dezelfde, die als
gemachtigde voor de Bond optrad!), W
Helfenstein. W II Meyer en L C Geerling
,(ook lid van het hoofdbestuur van de Bond)
Door partijen werd nu verklaard,
dat de heer G. W. Groothof, mede namens
den heer L. C. Georling, aan den heer N.
I-Ieeren, die mede handelde in opdracht
van de heeren Groothof en Geerling, voor
noemd, verkocht had het marinebondsge-
bouw in den Helder voor de som van f 30.000
en de inventaris voor een bedrag van f3000;
voorts, dat in de jaren 1922 tot 1933 alle
hypotheken, welke op het gebouw rustten,
waren afgelost;
en dat de verkooper (de Bond) het be
drag a f 33.000 van de koopster (de Stich
ting) had ontvangen en deswege volledige
kwijting zonder voorbehoud had verleend
Blijkbaar had dus do heer Heeren in een
onder-onsje 33 biljetten van duizend gulden
ter hand gesteld aan den heer Groothof, die
het, aanvaard heeft ten behoeve van de
Bond voor Minder Marine Personeel en zoo
als vanzelf spreekt, behoorlijk heeft belegd.
Het is mogelijk, dat het sommigen gaat
duizelen. Enkele personen treden nl. feite
lijk zoowel te eener als ter anderer zijde op;
zijn zoowel kooper als verkooper en ook de
verklaring, dat het bedrag ten volle is
betaald, terwijl het niet bij den notaris ge
beurde en de akte ook niet vermeldt, dat
een gelegaliseerde kwitantie aanwezig was;
is een ietwat zonderlinge verschijning;
maar alles wat daarover gezegd zou kunnen
worden 'heeft de heer P. S van der Vaart
a.ls gezwam van kwaadwillige critikasters"
gekenmerkt.
Deze roode wethouder van den Helder
verklaarde reeds 11 Jan. 1934 in de Hel
ders che Crt,, dat slechts „vuige laste
raars en volksbedriegers" (vergeef ons deze
woorden!) spreken over de geheimzinnig
heid met het roode opvoedingsgesticht". De
wethouder „geeft de voorkeur aan een goede
toepassing van de Nederlandsche wetgeving
en wijst met nadruk op „de mededeeling
van den Commandant der Marine van 21
Juli 1933, waarbij duidelijk tot uitdrukking
werd gebracht, dat 't Marine Bondsgebouw
over was gegaan in handen van de Stich
ting „Het Marine Bondsgebouw", daaraan
toevoegend, dat aan de juistheid van „deze
medede.eling, gelet op de autoriteit van den
berichtgever, zeker niet zal worden getwij
feld".
Verder vertelt hij, dat het gebouw geheel
en uitsluitend ten bate van het Marine-per
soneel wordt geëxploiteerd, zij het, na het
verbod van den commandant, ook op andere
wijze, dan oorspronkelijk het plan was.
Zóó staan de feiten, zegt hij. De Bond van
M. M. Personeel we willen het even
reconstrueeren ontving dus f 33.000,
schoon geld (alle hypotheken zijn afgelcst!)
en bovendien mag hij rekenen op de winst,
welke het gebouw maakt.
Maar dan vragen wij ons tooh in gemoede
drie dingen af:
l(i waarom is naast de geheel belange-
looze arbeid voor het gebouw er nog een
groeiende groep donateurs noodig;
2e. waarom bedelt men om bijdragen voor
het steunfonds ten behoeve van de gezinnen
van ontslagen mariniers, terwijl de bond,
hun bond, zoo goed bij kas is;
3e. wat mankeert er aan de vertiouding
tusschen mariniersbond en korporaals?
De ontevreden korporaals
In hetzelfde genoemde nummer van de
Helde rs che Crt protesteert nl. de heer
Kesteloo. voorzitter van het Hoofdbestuur
vau de Bond van Korporaals, tegen 't feit,
dat in roode vakbladen herhaaldelijk ge
adverteerd wordt om „het marinebondsge-
bouw", of „het Bondsgebouw M. M..P" te
bezoeken; hetgeen z.i. tot verwarring moet
Immers, de zaak staat zóó, aldus schrijft
hij:
„Het Gebouw was tot 1 Juli 1933 bezit
yan de Bond van Minder Marine Perso
neel. De fusie van de Bond van Minder
Marine Personeel en de Bond van Korpo
raals K. M. was op 1 Jan. 1932 nog niet
voldoende gevorderd om de bezittingen
van beide organisaties te doen samen
smelten tot werkelijk bezit van de Bond
van Marineschepelingen. Hoewel dus van
af 1 Jan. 1932 tot 1 Juli 1933 alles ge
zamenlijk werd beheerd, waren de bezit
tingen nog bezit van de B. v M.M.P. en
de Bond van Korporaals. Dit kon ook
niet anders, daar de Bond van Marine
schepelingen nog steeds geen rechtsper
soonlijkheid had verworven.
Vervolgens is op 1 Juli 1933 door de
'Hoofdbesturen van Minder Marine Perso
neel en Korporaals besloten, om, gezien
nieuwe toestanden, de Bond van Marine-
schepelingen op te heffen en dus te schei
den. Het Hoofdbestuur van M.M.P. heeft
op 1 Juli 1933 vervolgens liet gebouw
o v er ged ra gen, dan welver-
kocht aan een burgerlijk comité, het
welk zich later bekend maakte als
„Stichting Marine Bondsgebouw"
Hiermede hield dit gebouw dus op te
zijn een Marine Bondsgebouw.
Ook al ware er geen verbodsorder van
den Commandant van Marine gekomen,
dan had dus vanaf 1 Juli 1933 'het Marine
personeel in ieder geval niets meer te
zeggen gehad over dit Bondsgebouw.
Dat er dan ook na 1 Juli herhaaldelijk
wordt geschreven over een „Bondsge
bouw M.M.P.", of, zooals vorige week
„Bondsgebouw v. Marinescliepelingen" is
misleidend.
Vervolgens vertelt deze voorzitter nog,
dat zijn bond bij het uiteengaan „zoo net
jes" is behandeld, dat hij niet in staat is
een particulieren accountant te 'betalen, om
de financiën behoorlijk uiteen te scheiden
Het gelieel wordt er zoo niet duidelijk op.
Maar, om met den heer v. d. "Vaart te
spreken: de Bond vaiuminder marineperso
neel verkocht een gebouw en inventaris voor
33.000.—dat liij gezamenlijk met de Bond
van Korporaals exploiteerde én beheerde
bo>rg het kapitaal zorgvuldig weg en liet de
organisatie op een houtje bijten.
Toc'h wel een interessante
vindt U ook niet?
In het kamp van N. C. S. V. en C. N. V. voor jeugdige werkloozen te Woudschoten. Vis-
schers van Noordurijk en Vlaardingen, die aan boord de huishoudingleerden doen,
gassen de aardappels.
DE NIEUWE STEUNREGELING
VOOR TWENTE
BEWERINGEN EN... BEWIJZEN
De gezamenlijke plaatselijke vakcentrales
te Almelo hebben dezer dagen een perscon
ferentie georganiseerd, met het doel „aan
te toonen, dat de nieuwe steunregeling voor
Twente, welke ook voor hej heele land zal
gelden, aan (je groote gezinnen niet ten
goede komt, maar integendeel zeer schade
lijk daarvoor is."
Verschillende bladen hebben op 15 Juni
het op deze persconferentie gehoorde ver
werkt, méde door het weergeven van voor
beelden, welke de voorzitter van dpn Alme-
loschen bestuurdersbond, onder wiens lei
ding de persconferentie plaats had, opsom
de ter adstructie van het doel dier confe-
Eenige der gepubliceerde gevallen zijn
door de bevoegde Rijksinstantie nader
onderzocht. Zij worden hieronder voorzien
voor zoover dat mogelijk was, van eenige
nadere toelichting gereconstrueerd,
waraüit blijkt, dat de conclusie, waartoe de.
genoemde vakcentrales kwamen, onge
grond is
Medegedeeld werd, dat een gezin, bestaan
de uit man, vrouw en 9 kinderen van f 13.25
tot f9.05 was achteruitgegaan. Dit gezin
heeft, zooals na onderzoek bleek, nog een
inkomen van f22,05. M. a. w. vóór de ver
laging genoot het aan steun* plus inkom
sten f 35.30 per week, thans nog f 31.10.
Een ander voorbeeld betrof een gezin van
man, vrouw en- zes kinderen. Volgens de
oud regeling kreeg dat gezin aan steun
f 18.20, volgens de nieuwe f 17.90. Hiér treedt
een vermindering in van f0.30 p. w. op een
uitkeering van f 1820, d.w^z 'n vermindering
met 2 pCL Deze minimale verlaging had
plaats omdat hier sprake is van een mid
delgroot gezin met een steun behoorende
tot de hoogere uitkeeringen.
Een derde geval raakte een gezin van
man, vrouw en vijf kinderen, dat echter
buiten Óen steun een inkopaen van f 15,05
heeft en nu een steunverlaging onderging
van f2.50 Vóór de verlaging had dit gezin
aan steun plus inkomsten f2425 en thans
nog f21.75.
In do Almelosche persconferentie zijn
voorts ook gevallen vermeld, waarbij ver
hooging der uitkeering 'werd geconstateerd,
overeenkomstig liet streven van den mnis-
ter van Sociale Zaken om den druk eens
deels zoo geleidelijk mogelijk te doen op
vangen, anderdeels de groote gezinnen en
de kleine inkomsten meer hulp te bieden
dan tot nog toe.
Buitendien werd een voorbeeld van ver
laging genoemd, dat, wijl daarbij niet vol
doende gegevens werden vc-rmeld, niet op
zijn juistheid kan worden beoordeeld
Bij* de beoordeeling van elk practisch ge
val is het steeds noodzakelijk te vragen,
of het gezin buiten den steun nog andere,
inkomsten heeft.
VERBRUIK VAN SIGAREN.
SIGARETTEN EN TABAK
IN 1933
Ia 1933 zijn in ons land 1.409.333.000 siga
ren, 3.9U.473.000 sigaretten en 12743.000 KG..
tabak gebanderolleerd in den handel ge
bracht. Het sigarenverbruik is met onge
veer 55 rnillioen toegenomen (in 1932 was er
15 mill, teruggang), het sigarettenverbruik
met 260 rnillioen (in 1932 „maar 100 mïlirÓéri)
terwijl de tabak met 170.000 K.G.- terugliep
(in 1932 600.000 K.G vooruit)
Het verbj-uik vertegenwoordigt een waar
de van f74.071.000 (sigaren), f4i.616.000 (si
garetten) en f24 765.000 tabak. Totaal
f 143.452.000 In 1932 waren de cijfers resp.
f79.974.000, f49.088,000 en f27,188,000. In
1931 was de totaal-verkoopwaarde f152 rnil
lioen Het topjaar 1930 gaf een cijfer te zien
van 1183 millioen.
Deze sterke daling is veroorzaakt door het
meerdere verbruik van goedkoope soorten
sigaren, sigaretten en tabak, waartegen
over een sterke teruggang van de duurdere
soorten staat.
Uit de specificatie der cijfers blijkt voorts:
dat in 1933 van de totale gebanderoileerde
sigaren 52 pCt een waarde had van f0.05
t/m f 0,10; sigaretten 62 pCt. een waarde
had van f 0.01 t/m f 0.03 en tabak 60 pCt.
èen waarde had van f 1.60 t/m f 3 p. K.G.
DE Dl A. KUYPERSTICHTING
IN 1933
EEN JAAR VAN VEEL BEDIJVIGHEID
In het afgeloopen jaar, dat een verkie
zingsjaar was, was de activiteit der Kuy-
perstiuMing grooter dan gewoonlijk.
eHt aantal lectuurzendingen bedroeg ge
durende 1933 in totaal: 2086. De belangrijk
ste onderwerpen, waarop deze zendingen
betrekking hadden, waren de volgende: ac-
tualdsme en .fascisme in Nederland (150);
fascisme in Italië (110); nationaal-söcialLs^
me in Duitschland (80); a.r. .partij en a,r.
politiek (120); calvinisme (26); crisis- en cri
sis-wetgeving (84); gezag en gezagshand-
having (70); ontwapening en vredesbewe
ging enz. (60)Indië (22)kerkelijke aange-
legenheenn (31); kiesrecht en verkiezingen
(21); Koninklijk huis (35); Dr. Kuy.per (20);
betaalt f 10.000
na 35 jaar of bij Uw eerder
overlijden-
indien gij van Uw 30*,# jaar af,
gedurende hoogstens 35 jaar.
jaarlijks ƒ.211,- stort
gouden standaard, inflatie e. d. (21); jeugd
verelenigingen (27); onderwijs (33); staat
kundig gereformeerde partij (44); chr. dein.
unie (71); sociale verzekering (24); socia
lisme (49) en staatspensioen (33). Van het
gebruik van lectuur uit de bibliotheek in de
leszaal er Kuypeurtichting werd geen aan-
teekening gehouden.
De aanwinst van de bibliotheek bestond,
behalve uit de regelmatig verschijnende pe
riodieken, waarvan een lijst als bijlage aan
het vorig jaarverslag is toegevoegd, uit de
geschriften over de volgende onderwerpen:
binnen- en buitenlandsdhe staatkunde en
partijwezen (74); volkenrecht, staats- en
aministratief recht (28); economie en sta
tistiek (28); financiën (9); sociale aangele
genheden (30); staats- en rechtsphilosophie
(13); opvoeding en onderwi's (2); kerke
lijke aangelegenheden (10); ethiek (10);
jaarboeken en verzamelingen (38); volks
gezondheid (2); geschiedenis en biographie
(38); journalistiek (2); ontwapening, vredes
beweging e.d. (8); volkenkunde (7); land
bouw (8) koloniën ('2)burgerlijk recht (2)
strafrecht en politie (9);; diversen (3).
Door de benoeming van dr. Beeken
kamp in het hoofdbestuur der A.R.J.A. en
in de verbandscommissie der antirevolutio
naire propagandacluibs, werd een personeel
contact gelegd tusschen deze organisaties en
de Kuyperstich.ting. Ook overigens laat de
verhouding met beide organisaties niets te
wenschen over. Verscheidene leden dier or
ganisaties wendden zich .herhaaldelijk tot
de Kuypersticbtdng voor inlichtingen en lec
tuur, terwijl de jaarvergaderingen door den
directeur dér Stichting werden bijgewoond.
Ook met de christelijk staatkundige partij
in Indië stond de Kuyperstichting herhaal
delijk in contact.
Van. het tijdschrift „Antirevolutionaire
Staatkunde" werd in 1933 de negende jaar
gang der maandelijks che en de vierde jaar
gang der driemaand elijksohe uitgave ge
publiceerd. Een enkele maal liet de toezen
ding van copie te wenschen over.
Zoowel van het maandelij'iksch a.ls het
driemaandelijkscli nummer liep het aantal
abonnementen terug.
De Raad van Beheer der Kuyperstichting
onderging geen wijziging. In de najaarsver
gadering werd dr. J. W. Note boom tot
directeur der Stichting benoemd.
De exploitatie-rekening meldt een voor-
deelig saldo van 14.355,59,
ONGEPASTE TAAL IN
„ONS BELANG"
Nadat de minister van Defensie op 2:2
Nov. jj. het Hoofdbestuur der vereeniging
„Ons' Belang" een zeer ernstige waarschu
wing 'hééft gegeven, wegens ontoelaatbare
uitingen van bestuurswerkzaamheid, heeft
zich blijkbaar op de jongste algemeene ver
gadering een nieuw incident van soortge
lijken aard voorgedaan. De voorzitter dier
vereeniging heeft in zijn rede de opvatting
doen blijken, dat „Ons Belang" een „strijd
organisatie" vormt voor de belangen der on
derofficieren, welke tijdelijk moest bukken
voor de omstandigheden, maar zich gereed
moest houden om, zoodra zulks mogelijk
was, den strijd te hervatten. Dezelfde geest
sprak mede uit de aan het slot dezer rede
geeiteerde woorden uit het gedicht: „Op
Kameraden op, nu ten strijd".
Daar een en ander in lijnrechten strijd is
met den aard der werkzaamheden, waartoe
een militaire belangenvereeniging zich op
grond van 't reglement moet bepalen, heeft
de Minister de vereeniging doen weten, dat
hij dien .redenaar, sergeant-majoor Brand
wijk, ongeschikt acht voor de functie van
voorzitter -«an genoemde vereeniging. Het
hoofdbestuur werd daarom uitgenoodigd te
bevorderen, dat genoemde onderofficier
uiterlijk 20 .Juni uit het hoofdbestuur getre
den zal zijn. Ook met zijn benoeming in het
bestuur van een der afdeelingen zou de
Minister zich niet kunnen vereenigen.
Ingevolge deze aanschrijving heeft serg-
majoor Brandwijk 16 Juni aan het hoofd
bestuur meegedeeld, dat hij om de moeilijk
heden, waarvoor hoofdbestuur en vereeni
ging gesteld zijn, te ontgaan, en om te voor
komen, dat de aanschrijving van den Mi
nister op een algemeene vergadering in be
spreking zou moeten komen, denzelfden
dag zijn functie als president en hoofdbe
stuurslid neerlegt
Blijkens mededeeling in het orgaan der
vereeniging zal zijn functie voorloopig wor
den waargenomen door den vice-president,
adjudant-onderofficier-instructeur T. M. Pie-
RUBRrEK^o,
WOENSDAG 27 JUNI
HUIZEN 1875 M-
NED. CHR. RADIO VEREENIGING
8.00—8.15 Schriftlezing en meditatie.
8.15—9.30 Gramofoonmuziek.
10.30—11.00 Morgendienst door Ds. J. A.
Schep.
11.00—12.00 Populaire bespeling van het
studio-orgel door Ronald Parker.
12.00—12.15 n.m. Politieberichten.
12.15—1.00 n.m. Gramofoonmuziek. Gewijd
programma.
1.30—3.00 n.m. Het Ensemble van der
Horst (2 violen, cello en piano).
3.00—3.30 n.m. Lezen van Chr. lectuur.
„Jongens van de straat" van Anne de Vries.
3.30—3.45 n.m. Gramofoonmuziek. (Schlus-
nus, Brailowsky. Vincent).
3.45—4.00 n.m. Verzorging zender.
4.00—5.00 n.m. Liederen-recital door Eilize
de Haas, sopraan. A. d. vleugel: Hanna
Laguna—Del Valle.
5.<X)6.00 n.m. Kinderuurtje door W. van
Joolingen.
6.00—6.30 n.m. Gramofoonmuziek.
6.307.00 n.m. Onderwijsfonds voor de
Scheepvaart.
7.00—7.15 n.m. Politieberichten en Ned.
Chr. Persbureau.
7.15-7.30 nun. Ds. K. H. Wallien: „Is een
opwekkend woord wel noodig?".
7.30—8.00 n.m. Landbouwhalfuurtje. „Cul-
tuurarbeid in de Wieringermeer", door H.
Heerink.
8.00—10.30 n.m. De Arnhemsche Orkestver
eeniging, o.l.v. H. J. Manks.
9.00—930 n.m. Cyclus beroepskeuze. VTIT.
„Vooruitzichten voor den jurist", door Mr.
E. J. E. G. Vonkenberg.
±10.10 n.m. Vaz Dias.
10.30 nun.—12.00 Gramofoonmuziek,
S.00 Gramofoonmuziek.
9.00 Klein VARA-ensemble oJ.v. Frits Ba-
kels.
930 Onze keuken door P. J. Kers Jr.
V.P.R.O.
10.00 Morgenwijding
VJLR.A.
10.15 Uitzending voor de arbeiders in de
conte^ibedrijven.
12.0u De Notenkrakers o.l.v. Daaf Wins.
12.30 n.m. Gramofoonmuziek.
12.45 n.m. De Notenkrakers o.l.v. Daaf
Wins.
1.15 n.m. Gramofoonmuziek.
1.30 n.m. De Notenkrakers o.l.v. Daaf
Wins.
2.00 rum. Verzorging zender.
2.15 n.m. VARA-knipcursus door mevr. A.
van Blanken—van Kuyk.
3.00 n.m. Voor de kinderen, m.m.v. VARA»
tooceel.
5.30 n.m. VARA-orkest o.l.v. Hugo de
Groot
5.58 n.m. Overgang naar den versterkten
6.00 n.m. VARA-orkest o.l.v. Hugo de
Groot speelt een Ketelbey-programma.
R.V.U.
630 n.m. „Groote verkeersproblemen van
V.A.R.A.
7.00 run. Sportultzending.
7.15 nun. Fientje de la Mar. liedjes enHao
Beuker, piano.
7.45 n.m. Reportage uit het werkloozen-
kamp der A.J.C. te Vierhouten.
8.15 n.m. „Fidelio". Opera in twee bedrij
ven van Ludwig van Beethoven. Uitzending
vanuit „Tivoli' te Utrecht, m.m.v. Het
Utrechtsch Stedelijk Orkest; Koor der afd.
Utrecht van de Maatschappij tot Bevorde
ring der Toonkunst. SolisteD: Ellen Schwarz
sopraan; Jo Vincent, sopraan; Michel Go-
bets, tenor; Johan Lammen, bas; Willem
Ravelli, bas; Louis van Tulder, tenor; Leo
Weith, bas. Het geheel oJ.v. Henri van
Goudoever.
9.15 nun. Democratie en Dictatuur. „Demo
cratie in het Staatsleven". Lezing door W.
H. Vliegen.
9.35 n.m. Tweede bedrijf van „Fidelio".
10.35 n.m .Vaz Dias en Varia.
10.45 n.m. De Flierefluiters oJ.v. Jan v. d.
Horst, m.m.v. Cor Steyn, orgel en Mia Do-
rel, zang.
11.15 nun. Gramofoonmuziek.
12.00 Sluiting.
BUITENLAND
7.50 n.m. Praag en Bratislava 470.2 Mu
„Don Juan", opera van Mozart.
8.20 n.m. Boedapest 5493 M.: Symphonie-'
concert. (Mozart, Beethoven).
8.20 n.m. Parijs (Radio) 1648.4 M.: Florent
Schmitt-concert.
830 run. Parijs (Poste Parisien) 328.2 M.:
Messager-concerL
8.35 nun. Monte Ceneri 257.1 M-: Sympho-
nie-concert o.l.v. Leopoldo Casella, m.m.v.
Massimo Anfiteatroff. cello.
9.05 n.m. Scottish Reg. 373.1 M.: George
G. Graham: „Football in Europe"
9.05 n.m. Straatsburg 349.2 M.: Symphonie-
concert. Beethoven-programma.
9.05 run. Rome 420.8 M.: „Norma", opera
van Bellini.
930 n.m. Miincheo 405.4 M.: Richard
Strauss-concert.
9.20 nun. Keulen 455.9 M.: „Tableaux
d'une exposition" van Moessorgski.
9.30 n.m. Beromiinster 539 M.: Moderne
Oostenrijksche muziek (O.m. Alban Berg's
„Friihe Lieder").
9.55^ nun. Davcntry 1500 M.: „Lost hori
zon", luisterspel naar den gelijknamigeo ro
man van James Hilton.
LUCHTPOST AMSTERDAM OSTENDE
Met ingang van 30 Juini a.s. wordt een
luchtdienst Amsterdam-Rotterdam-Haamste-
de-V lissingen-Knocke/Zoute-Ostende inge
steld, welke zal wordien, gebezigd voor de
overbrenging van lirohtpost-coiTespondientie.
I-Iet vliegtuig van dezen dienst vertrekt te
17.05 van Schiphol.
DE OPVOLGER VAN ZWERTBROEK
De vereenigingsraad van de VARA heeft,
blijkens bericht in bet „Volk", tot omroep-
secrétaris benoemd den beer A Pleyner,
thans redacteur van „Voorwaarts".
Dr. HIRSCHFELD NAAR BERLIJN
De directeur-generaal van Handel en Nij
verheid, Dr. H. M. Hirscbfeldi, is giste
ren weder naar Berlijn vertrokken.
cent
EN.DE GESCHENKENBONS
BLIJVEN GEHANDHAAFD!
FEUILLETON
AG N ES
Een verhaal uit 't begin van deze eeuw
(6
Men had 'Agnes gaarne gevraagd den
Kerstavond op Zonneheuvèl door te brengen,
maar met het oog op haar1 moeder, die zich
de laatste dagen minder wel voelde, had
mevrouw van Rhenen haar voorgesteld, lie
ver den volgenden middag te komen on dan
mevrouw Maartens mede te brengen.
„Het is zulk een aardig tooneeltje, al die
Verheugde gezichten te zien," zei zij, „mij
dunkt, uw moeder zal daarin veel genoegen
hebben; daarenboven moet gij den boom.
waarvoor gij u zooveel moeite gaaft, toch
ook zien branden, al is het dan niet in zijn
eersten luister, en het zal voor mij heerlijk
zijn, zulk een goede hulp te hebben by het
bedienen van onze gasten.
Spreek er thuis eens over en wanneer uw-
moeder het durit wagen zullen wij tegen
drie uur het rijtuig zenden".
Agnes was met deze schikking zeer in
genomen, het zou voor haar moeder, die niet
meer naar de kerk kon gaan, een aangena
me afwisseling op de feestdagen zijn, en zvj-
zelve wilde den Zaterdag ook graag geheel
vrij hebben, omdat zij dan afscheid van haar
leerlingen moest nemen, daar zij na de va-
cautie niet meer op school terugkwam. Zij
zou zich vroeger moeilijk hebben kunnen
voorstellen, riet dit lv>ar eenige moeite zou
kosten, maar nu de tijd naderde, gevoelde
zij hoezeer zij zich aan de kinderen had ge
hecht, die de moeite welke zij zich voor hen
gaf, thans met hartelijkheid en vlijt beant
woordden.
Mevrouw Meertens was met de vriende
lijke uitnoodiging zeer ingenomen. „Het is
jaren geleden, dat ik een kerstboom heb ge
zien, kind", zei zij tot Agnes, „en het rijtuig
is zoo gemakkelijk, dat het mij volstrekt niet
vermoeien zal".
Zoo bralk de Kerstmorgen aan; het had in
den nacht zwaar geijzeld en de takken der
hoornen waren met een dun ijskorsije be
dekt., dat als zilver glnsterde.
Een dunne laag sneeuw lag over den
grond uitgespreid, die echter, zelfs in de
stille voorstad, reeds spoedig plat getreden
en vuil was-
„Het zal buiten heerlijk mooi zijn, m ieder,
ik verheug mij al op ons ritje', zei Agnes,
die in haar ervoudig, doch smaakvol wintel-
toilet voor het venster stond, gereed om naar
de kerk te gaan, „als nu het vriendelijke
winterzonnetje de mooie witte hoornen maar
niet bederft. Heeft u.nu niets meer noodig?
dan ga ik maar weg, u moet vooral Anna
dadelijk roepen, als u iets wilt hebben," en
met een vriendelijken glimlach en een vlug
gen tred spoedde zij zich naar het bedehuis
Liefeijk drongen de zonnestralen door de
wijd geopende deuren en de in lood gevatte
ruitjes van liet oude, in gothischen stijl gw
bouwde kerkgebuw; ze teekenden licht
plekken op de blauwe, door ouderdom uit
gebeten zerken en deden het groote, kope
ren hek als goud glinsteren.
Welluidend en opwekkend ruischten de
orgeltonen door de hooge gewelven, en lief
lijk klonk het feestlied der gemeente, topn
Agnes binnentrad en zich met een vnendo
lijk hoofdknikje nog een goed plaatsje zag
aangewezen door de dikke, schommelende
plaatsbewaarster, de moeder .van een harer
leerlingen.
„Wel, wel, en dat de juffrouw nou zoo is
weggegaan van school", zei zij, zich bukkend
om het kooltje vuur in de stoof, die zij Ag
nes onder de voeten schoof, wat op te rake
len met haar blank geschuurd, koperen tan
getje. „Mijn Liesje was gisteren in tranen,
ze vond het ook zoo naar, en ik zei: „kind,
zei ik, zoQ'n goei schooljuffrouw krijg je niet
gauw terug."
„Dank u, juffrouw," het dubbeltje plaat-
sehgeld in het wit katoenen zakje bergenri,
„nou de juffrouw zal ons toch niet lieelemaM
vergaten, zei ik, al gaat ze nou ook alleen
bij den rijkdom les geven".
Gelukkig voor Agnes kwam een nieuw aan
gekomene op dit oogemblik de spraakzame
vrouw storen, die zich beijverde op haar met
meer drukte en beweging dan noodig en
voor de aandacht der gemeente aangenaam
was, een kruk in den doorgang te geven,
met een: „Ik iheb niets anders meer, me
vrouw, waarom komt u ook altijd zoo laat?"
De predikant, een oud, eenvaardig man,
beklom weldra het spreekgestoelte, en met
jeugdig vuur sprak hij in welsprekende taal,
vol gloed en bezieling, over de groote hei',
de Gods, ons betoond in de zending van zijn
Zoon-
Naast Agnes zat een aardige, kleine jon
gen met. zijn moeder, die met 'n open mond
je en verstandige, blauwe kijkers, de woor
den van den predikant had aangehoord, en
slechts nu en. dan eens eventjes met do
linten van bet sdhotsche mutsje, dat op zijn
knietjes lag, had gespeeld.
Zijn moeder drukte hem het geld voor
het naderende zakje in de kleine band, ter
wijl zij er fluisterend aan toevoegde: „Het
stuivertje voor 'het eerste zakje, Johnnie, en
de cent voor het tweede."
Maar Johnnie keek haar met groote oogen
waarin eenige verwondering te lezen was,
aan, haalde een klein, lederen, beursje met
veel moeite uit het nauwe broekzakje te
voorschijn, deed er het pas ontvangen stui
vertje in, haalde uit het middelzakje een
nieuw dubbeltje, dat den geheelen inhoud
uitmaakte, te voorschijn en wierp dat met
een tevreden knikje voor den collectant iü
tret juist voorbijglijdende zakje.
Toen hield hij den cent tusschen duim en
wijsvinger geklemd voor zijn moeder,
die hem met eenige verwondering had ga
degeslagen, op, fluisterde: „Nog een cent,
als 't u blieft?"
„Zoo is het goed, Johnnie", was het even
zachte antiwoord.
„Neen, moeder," iets luider, „de dom mé
heeft immers gezegd, dat we het dubbele
moesten geven".
Een tweede cent in het plompe handje
gedrukt, kwam nog juist bijtijds om in het
kerkezakje te worden geworpen, terwijl de
moeder, trotsch op haar jongen, glimlachend
Agnes aanzag.
Heerlijke eenvoud, dacht deze, gave God,
dat wij allen het gehoorde zoo spoedig en
goed i-n daden leerden omzetten.
Na bet eindigen der godsdiei-teoefening,
wandelde zij rustig met een jonge vrouw,
die dicht bij hen woonde, naar huis, terwijl
zij samen opgewekt spraken over dc preek
en haar huiselijke omstandigheden.
Bij haar deur nam Agnes afscheid en wel-
elra zat zij over haar moeder aan de koffie
tafel, waarop in het midden, ter eere van
den feestdag, een vroolijke bouquet van
mistletoe en hulst prijkte, wier vuurroode
besjes aardig tegen het donkere groen af
staken.
Agnes vertelde wat zij dien morgen ge
hoord had, en haar moeder luisterde toe en
maakte nu en dan een opmerking.
Eensklaps echter zag het meisje ver
schrikt op.
Een diepe, stootende zucht had haar aan
dacht getrokken.
De oude mevrouw Meertens leunde achter
oyer in haar stoel, zij drukte de hand op
het hart, haar ademhaling kwam zwaar en
moeilijk uit de blauwe, half geopende lip
pen en de zweetdroppels parelden op het
doodsbieeke gelaat.
„Wat scheelt er aan, moeder," zei zij,
haastig opspringend om haar te helpen.
„Benauwd, o, zoo benauwd," steun
de deze.
Haastig trok Agnes aan de schel: met, be
hulp der dienstbode, legde zij de zieke op
de sofa, hoog opzittend met kussens onder
steund. maakte haar goed los, wiesoh haar
met eau de clogne en zond vervolgens om
den dokter, terwijl zij zelf bevend van angst,
naast, haar moeder stond, en alles deed wat
zij bedenken kon, om haar eenige verlich
ting to schenken.
De dokter kwairu gelukkig spoedig; met
een ernstig gelaat bekeek bij de zieke, voel
de de pols en beluisterde den hartslag.
Agnes durfde hem nauwelijks aanzien.
„Hoe is het, dokter?" fluisterde zij.
Op dit oogenblik opende de zieke de oogen
eronf pr» rond, ha«>r te'k bleef on A
rusten, lang, met een uitdrukking van
groote teederheid.
Toen zicht haar oog den dokter en afge
broken en hijgend klonk haar stem: „Dok
ter, ik ga sterven, mijn kind
„Ik zal bij haar Inlijven", zei de oude man
op hartelijken toon, „en haar helpen zoo
veel ik kan;" toen zich over de zieke bui
gende, vervolgde hij met duidelijke stem,
langzaam doordringend in het oor der ster
vende:
„Al ging ik ook in een dal der schaduwen
des doods, ik zal geen kwaad vreezen, want
Gij zijt met mij, uw stok en uw staf, die
vertroosten mij. Vreest niet, zegt uw Hei
land, Ik heb u verlost, Ik heb u hij uw
naam geroepen, gij zijt de Mijne".
Een glimlach gleed over het bleeke gelaat.
„Ik ga naar huis", klonk het nauw hoor
baar van de veege lippen.
Toen sloten zich de moede oogen, de be
nauwdheid scheen iets minder te worden,
hoewel de ademhaling stootend en lang
zaam bleef.
De dokter ontdeed zjeh van zijn jas en
zeide: „We zulen trachten haar in bed te
leggen, het zal haar misschien nog iets ver
lichten, ik denk echter, dat het ergste nu
voonbij is en zij zachtjes zal inslapen. Ik zal
bij u blijven, mijn kind, tot 't einde daar is".
Als in een benauwenden droom hielp Ag
nes den dokter haar moeder verder ontklee-
den, en te zamen droegen zij baar naar haar
slaapkamer, die slechts door een midden
deur van het huisvertrek gescheiden was, en
legden haar te bed,
I'Wordt vervolgd 1