De weermacht in het Derde Rijk
tóenin hct 6ta
tTVtfSl dfg-XotTm,
te wii^n'di°
weMM de w
d«weede klas
JAPAN IN INDIE
MAANDAG 25 'JUNI 1934
VAN ONZEN DUITSCHEN CORRESPONDENT
Nieuwe formuleering van haar taak
Be Duitsclw
hoogsttii Sn nieuwe loumu-
schalk \on Hl"Sï tMk in den vorm van
leering van ^aar imn<,tjes ontvangen,
nauwelijks acht d rampzaligen oor-
Sedert Ovot emdt ^H UvUanaal zulke ver-
log zijn in .h»d voor de rijks-
ordcnuogen van oo«J documenten weer
•welke 15 va™h« «en der weer
de verandeAte van nm inYtoed van
macht onder «•"•"„'JJoi* wilde aandui-
ihet Versailler soldaat was het toen,
den. De taak beschermen, zoo-
vaderland en gro den oorlog. De kans
wel in vred(SJ^Le verwikkelingen w erd ï»l
op binnenlandsdhe verw p-etoten. Bo-
dde gelegenheid van 1922 het
(vendien omvatte d soldaat, aam
unadTukikeUlk v nemien- Aan het
het politieke
S'dT ^- -dUere poaiUeopen
"Tn het jaar W^^Se^k^^
den eoldaat arülkcl RiervM
saamge vat. HeemtoestandDe
typeerde den JSSSdel der wettelijke
rriksweer is een macni crCnzien van het
overheid. Zij ,betc„]^?mTOn on naar buiten
soldaat. artikel 2, waar-
Al even typee1^^ wordt op het feit,
door de "adr^/n^t in dienst staat van
dat de nj'ksweer ni Duitschland m
bepaalde partijen maa jen niaar uil'
dienst slaat van hopa w vaderiand. Ook
sluitend m *enat hM deelnemen aan
Stiêkttn are^st® ver^mn rc
^rr^S'.°r^ri5i¥
sdhe structuur vvn een i^ st<>den met ».-
leiden- Toen de vorstón him verphch-
ïfngm i*ll'iS™d*"™*'r"
s'ss-n01 u,,rusü,,s
Sen nauwkeurig dere militaire
1„ de 16de «d^SSlen tegen dron
verordemugen stxa^^kid d6sertia
kensclvap, ongehoo UYn noodig ge;
Zware die niet direct
iwecst t<«en wl2rL,n bepaalde natie
irelatie stonden tot een de geiste
Gustaaf iW'™5'
•vorst, die ook. de so}datenleven aangaf.
-«nkS^-rdïnlngen
toe?'rhra»ate»
Wilhelm I, lni' kidaten ihetzelMe als ven
^»en\™%r^nrrepFp-
sisefhe leger. T^nh!J1"tawte)bevvind voerde,
derik de G™teAfde .bepalingen van «]n
hield deae rachaanaer^ordeningen te
echter nieuws brach-
noen bramMe de F«-*» £*£XZ
alle tanden van E-raj-»" den pnli.
T iloit werden jtT^ankelen gebracht
sischen staat "^''totdat liet
Pruisen bleef b leger om"
schulden 'had 'he a friedrich
slechts 42000 mam Pag Konin^bcrgen
algemeen maakten. dat
Artikel 1 «at te sM
.liedere e™Jeir<taai„cioorte tot den krilgs
ïaderscheid «®®rt lkoninK verwachtte
dienst verpl'ioht was. „ls jonen des
SS zm onder dan, dat zo
vaderlands buoi^^ en te verdedigen,
ivaderland te ovierai Biet voorbeeld
7,ouden verMuUlen^n ,reoWs0hapen en
rrmiden geven van een ni'iddel-
deugdaaimien 'evieI!^p loopen" werd nfge-
tüwsohe ..^'Sr.bSmS.mg mocht mb
worden toegepast. M ,het uitbreken
Deze beginselen hl gehandhaafd.
jvan den Sïï? P^r bepalingen
jaar 1844 werd eneen v^™hdhUu«en der
ovpir de opvoeding en dep uitgangs-
Buperieumn toogovoegd^ Wffliclm 111.
punten van J"?™""?. Lt 1908. De oer'0?5"^
bicven ^rIdtu£chendoor ï^*4,
ipalingcn w^Oen knjcvoering. Het \er
r*5£ r°Bu:~™ee.
ÏStSvnC^Wungen van 1*. en
1930 legtt (hiervan duidelijk getuigenis aif.
Volgens de grondhvet van Weiimar moest de
weermacht in het staatkundig leven een ge
heel andere plaats bekleedem Zij vertegen
woordigde nog slechts de traditie der Prui
sische vaandels, moest echter om (haar mili
tair karakter een moeilijken strijd voeren.
Al deze moeilijkheden komen in de vroegere
formuleering tot uiting.
Thans, na een jaar van nationaal-sooialis-
tisch bewind, zijn de militaire verplichtingen
door den rdjksweenmi nister met goedkeuring
van den rijkspresident opnieuw geformu
leerd. Van ihaar verwending voor binnen-
landsclie aangelegenheden leest men geen
woord meer. Of hiertoe speciaal de S. A. en
de S. S. is aangewezen? Bij officieetle aange
legenheden valt het in alle deeden vam het
Duitsche rijk steeds meer op, dat deze orga-
toepaalde plaats naast de rijks-
weer innemen,
In de nieuwe bepalingen der rijksweer
léést mien geen woord meer over strafbare
handelingen, ook de weg naar een hoogere
carrière wordt plotseling doodgezwegen, In
plaats hiervan wordt de soldaat midden tus-
schen het volk geplaatst, „De weermacht is
de wapendrager van het gansohe volk. Zijn
dienst is een eeredienst ten bate van het
gansohe vol'k." In deze twee zinnen ligt. alles
besloten, wat de soldaat in het derde rijk be-
teekenL Op zijn schouders alleen rust de
taak, rijk en vaderland te beschermen en
oor een nationaal-socialistiisah volk
weg te banen!
et en rechtspraak. ZZulke „minderheids
rechten'" genoten in de middeleeuwen uit
sluitend Duitsche kooplieden in het buiten
land. Wat hun daar werd toegekend, dat
weid het joodsche deel der bevolking in
Worms eveneens toegestaan.
Al deze rechten en voorrechten werden
in 1236 door keizer Friedrich II te Augs
burg voor de joden over heel Duitscchland
uitgebreid. Aan deze eerste joden-wet voeg
de de keizer nog een >rAbsolutio" toe, waar
door de joden van den ritueelen moord wer
den vrijgesproken* Noch in het Oude, noch
in het Niauwe eTstament zoo luidde het
oordeel vindt men vermeld, dat de Joden
menschenbloed gebruik maken. In Ge
nesis en in den Talmud wordt hun zelfs
verboden, zulks te doen. Derhalve verbood
de keizer zulke valsche bechuldigingen en
zijn verbod werd later door paus Innocentius
IV bevestigd.
Uit al deze bijzonderheden kan men aflei
den, dat de joden in Worms tot ongeveer in
het midden der lie eeuw, burgerrechten ge
noten en burgerplichten erkenden. Ongetwij
feld was dit de basis voor hun latere wel
vaart. Ook in latere tijden bleef de roem van
de joodsche gemeente aan den Rijn voort
bestaan. Op het joodsche kerkhof werd mij
de laatste rustplaats aangewezen van R.
Meir von Rotlhenburg, R. Jaar Ohajjim Ba-
oharach, wier naam nog in onzen tijd met
•diepen eerbied wordt genoemd.
Het gesprek kwam bij onze wandeling na-
tuurlijk O]) de moeilijke omstandigheden voor
het joodsohe deel der Duitsche bevolking:
.Innerlijke tweespalt jaagt ons joden door
le wereld en geeft ons nergens rust. In
sommige gomenten streeft men er naar, de
beleekenis van de Duitsche cultuur voor ons
•vast te leggen. Alsof dat het werk eener ge
meente is! Al is onze ppsitie heel anders ge
worden wij leven immers in Duitschland
temidden van het Duitsche volk en hebben
zijn cultuur in ons opgenomen. Er kan dus
niet aan gedacht worden, ons aan dezen in
vloed te onttrekken. Het woord jood is in
de ganschc wereld tot een nietszeggende
frase geworden; slechts weinigen beseffen
nog, wat deze naam in den loop der wereld
geschiedenis heeft beteekend. Slechts in een
tijd van geestelijke slapheid is dat mogelijk.
Wij zijn allen mede verantwoordelijk voor
het beeld, dat de wereld van ons volk ont
vangt. De strijd, die thans om ons en tegen
ons over de gansche wereld wordt uitge
vochten is een strijd om het vortbestaan
van het gansche jodenvolk!"
VIT TROPISCH NEDERLAND
De handelsbesprekingen tusschen Indië en Japan
te Batavia begonnen
DE SYNAGOGE TE WORMS
EEN JOODSCHE TEMPEL UIT
DE MIDDELEEUWEN
DE INNERLIJKE TWEESPALT DER
JODEN
Voor de Joden in Duitschland is het on
der de gegeven omstandigheden geen ti'd om
feesten te vieren. Zij gaan allen op in de
groote en kleine zorger. van het dagelajksch
leven, voelen zich ten onrechte behandeld
als gasten en vreemdelingen in een land,
dat reeds door hun voorouders als een twee.
de vaderland werd (beschouwd. De distantie
tusschen joden en niet-joden is in den na-
tionaal-socialistischen staat groot geworden
en het komt er voor de hier nog achterge
bleven joden op aan, dat zij deze distantie
•weten te bewaren..
Een voortreffelijk middel hiertoe is zoo nu
_.i dan een vergelijking met het grijze ver
leden. Men komt dan vaak tot de verrassen-
ontdekking, dat alles wat wij thans bele-
l, reeds honderden jaren geleden den
menschelijken geest in beslag heeft genomen.
Deze gewaarwording kreeg ik kortelings
bij een bezoek aan de oude Luther-stad
Worms. Ik wandelde er door de Judengasse,
•wandelde over het joodsche kerkhof met zijn
rechtopstaande grafs/teenen en bracht een
bezoek aan de synagoge, welke deze maand
haar 600--jarig bestaan in stille bescheiden
heid viert.
Al kon ik niet met absolutue zekerheid
vaststellen, dat we hier met de oudste syna
goge in hee' Duitschland te doen hebben,
toch werd mij van bevoegde zijde verzekerd,
dat ik hier voor den oudsten joodschen tem
pel uit de middeleeuwen stond Men vestigde
mijn aandacht op een gevelsteen, welke aan
het einde der 12e eeuw is aangebmoht Als
stichtingsjaar wordt "94 aangegeven, vol
gens onze tijdrekening dus 1034 waaruit valt
af te leiden, dat we hier nog niet eera voor
de oud6te synagoge staan. In het noordelijk
portaal leggen de volgende woorden een
getuigenis af van het plichtsbesef der vroe
gere generaties:
Geprezen in eeuwigheid, die het smeeken
hoort,
Die vervult met geloof het hart van zijn
dienaar,
Den Heere Jakob, den zoon van David.
Opdat deze, zijn verheven naam gedachtig.
Een huis opbouwde.
En met sem zijn vrouwe Rachel,
Hooggeschat onder de igeloovigen.
Hun vermogen diende tot eere en vreugde
Gods.
Zij bouwden en sierden het heiligdom,
Dat in Elul 794 zijn voltooiing bereikte-
Gezegend hlijve hun aandenken
En wie dit leest zegge Amen!
Het ontstaan van dit gebedehuis om
streeks 103-4 doet vermoeden, dat er toen
reeds vele joodsche families in Worms heb
ben gewoond. De oprichting van een eigen
joodsche gemeente gaat dus terug in de
11de eeuw. Het privilegie dateert waarschijn
lijk uit den tijd van keizer Heinrich IV,
dus omstreeks 1090.
Door dit privilegie verkregen de joden al
lerlei garanties en bepaalde voorrechten zij
konden rekenen op bescherming van over
heidswege in geval Aan onlusten of oorlog,
zij hadden recht on onbeperkt A'erkeer over
het gansche land,.'bezaten een eligen grond-
Batavia, 12 Juni.
Op 3 Juni j.l. is de Japansche delegatie
to Tandjong Priok aangekomen en reeds
aan boord verwelkomd door den vice-pre
sident van den Raad van Indic tevens voor
zitter der Japansch-Indische handelsconfe-
rentie, een hoffelijkheid die wel betere be
jegening had verdiend dan het te voorschijn
komen van Dr. Nogooka met oen verkla
ring, waarvan de ontvangers in bet geheel
niet op de hoogte waren. Weliswaar was die
verklaring tevoren opgesteld, maar is onze
wereld dan al zóó verpapierd, dat zelfs
gezanten niet spontaan redevoeringen kun
nen houden ter vervanging van reeds op-
geschrevene, die beter achterwege blijken te
kunnen blij vei)
Er zat toch naai* veler gevoel een poli
tieke inslag in dezo „aantreerede" van de
Japanners, dio hier en daar wat ontstem
ming wekte. Bovendien schoof de heer No-
goaka d'e verhouding Japan-Indië op den
voorgrond, daarbij vergetend de bijzondere
positie van Indië als kolonie En vooral het
feit. dat dr. Meijer Ranneft, de leider der
Indische delegatie, eerst op he t laatste
oogenblik hoorde van het voornemen tot het
a van een verklaring, zoodat hij
niet onmiddellijk op kon antwoorden, heeft
niet een onverdeeld gunstige stemming
gewekt.
Intusschen heeft het Nederlandsche ant
woord goed doen uitkomen, dat „Neder-
landsch-Indië ook betrekkingen heeft met
de andere landen, die exportproducten van
Nederland3ch Indië afuemen en dat bij de
huidige handelspolitiek met deze relaties
ton volle rekening moet worden gehouden;
het zou slechts onnatuurlijke verhoudingen
doen ontstaan indien werd toegelaten deze
terug te dringen."
De onaangenaamheid van dit begin
scheen een herinnering aan cfen minder
prettigen toon dien de Japansche pers de
laatste maanden aansloeg wanneer de ver
houding met Indië en het verweer van In
dië tegen de Japansche penetratie ter sprake
kwamen Daarop zinspeelde de gouverneur-
generaal in zijn welkomstrede aan de lunch,
die hij de afgevaardigden den volgenden
dag aanbood.
Nadat hij op de gezonde en natuurlijke
handelsverhouding tusschen beide landen,
„waarvan het eene wil verkoopen en
ander wel bereid is te koopen, zoolang het
daartoe bij machte is", de aandacht had
gevestigd en betoogd had, dat de moeilijk
heden welke tusschen beide landen ont
stonden, niet van binnen uit, doch
buiten af kwamen en voortvloeiden uit de
wereldsituatie, vervolgde hij: „Ik ben
niet zeker van, dat uw land zich dit
doende bewust is. In ieder geval heeft uw
pers in de laatste maanden niet vriendelijk
ons geschreven. Daarom wil ik hier
met den meesten nadruk verklaren, dat ge
hier geen politiek zult vinden, die erop uit
is, Japansche goederen en Japansche koop
lieden van onze markt uit te sluiten."
onvnjendelijke houding van verschil
lende Japansche bladen werd veroorzaakt
door de afweermaat regel en, die Indië nam
tegen de Japansche indringing. Men scheen
Japan van oord'eel te zijn, dat Indië zich
maar zonder verzet alles moest laten wel
gevallen, ook al Averden eigen handel, im
port en zelfs industrie bedreigd! Dat die
maatregelen noodzakelijk waren tot zelfbe
houd heeft de G. G. nog eens nadrukkelijk
verklaard: hij deed er onmiddellijk op vol
gen: „Maar dat beteekent niet, dat ge hier
niet zult vinden een geest van goeden
en een ernstigen wensch tot samenwerking.
Deze geest zal levend zijn in onze dele
gatie."
Nogoaka in zijn antwoord sprak van een
atmosfeer van onzekerheid dje nog moest
opklaren, maar ook hij achtte een bevredi
gende oplossing van de moeilijke vraag
stukken die zich hier voordoen, wel te ver
wachten. en in zijn antwoordrede, Vrijdag
j.l., op de plechtige openingsconferentie in
het Kunstkringgebouw aan de Van Heutsz-
boulevard te ^Veltevreden, stelde hij de taak
der conferentie vpor als „het vinden van
overeenstemming door middel van weder-
zijdsche concessies, waarbij wij ons baseeren
op de eeuwenoude vriendschapsbanden tus-
deelt de Javabode hedenavond als uit be-
sclien onze heide landen." Ook de heer
Meijer Ranneft uitte woorden in dezen
trant en zoo is de conferentie dus met w
derzijdsche goede bedoelingen begonnen.
Jammer, ci.at heden, Dinsdagavond, slechts
enkele dagen later, de Japansche pers weer
blijkt roet in het eten te gooien. Er zijn
verschillende Japansche journalisten mee
gekomen in het gevolg der de^gaQe en nu
trouwbare bron afkomstig, mede, dat deze
heeren contact zoeken met dp Indische na
tionalisten, wier leider, de heer Thamrin,
zelfs gezegd zou hebben, 'dat de
Japanners zich niet moesten verplichten
om suiker te koopeni, daar dit de in he epi
sche bevolking toch niet ten goede koiiit.
Wanneer men nu weet, dat de nationalisten
den laatsten tijd groote belangstelling voor
Japan aan den dag leggen en er zelfs reizen
worden ondernomen van nationalistische
leiders en journalisten naar Japan, dan
komt deze werkzaamheid der Japansche
journalisten, die natuurlijk in nauw con
tact staat met de leden der Japansche dele
gatie, wel in een eigenaardig licht en duikt
hier alweer verrassend de poltiek op, die
men bij het begin der conferentie nu toch
wel buitengesloten scheen te hebben, al
valt ze natuurlijk nooit geheel los te maken
an de economische aangelegenheden die
luier moeiten worden (besproken.
'Men ziet, de houding dezer Japanners is,
licht gezegd, wel zeer eigenaardig! Wij
heibben hier werkelijk geen politieke pene
tratie noodig; d'e pacifistische economische
al erg genoeg!
Het is natuurlijk koren op den molen $er
mannen die een „vrij Indonesië" voorstaan;
hun sympathieën gaan eerder uit naar Ja
pan dan naar het eigen land. Ook Japan is
immers een Oostersoh land, dat vecht tegen
het Westen, zij het met (behulp van alles
wat het Westen het heeft geleerd; het levert
verder hier de goedkoope artikelen die de
Indonesiër anders veel duurder moet beta
len of in het geheel niet kan koopen. Men
denke aan de goedkoope textiel goederen
die Japan Indië levert; in enkele jaren is
Indie een der grootste afnemers daarvoor
van Japan geworden. En den handel en in
dustrie die Japan hier beconcurreert, zijn, in
hoofdzaak, en in de oogen der nationalisten,
vooral Westerseh, uibheemsoh zoodat men
den ondergang daarvan juist graag zou zien.
Men vergeet daarbij natuurlijk hoe daarmee
ook verschillende inheemsohe belangen
nauAv verbonden zijn; het is na de eeuwen
lange samenwerking en samenleving tus-
solnen Indië en Nederland nu eenmaal niet
anders dan dat de meeste belangen gemeen
schappelijk zijn geworden. Maar men is in
een scheefgetrokken geestesgesteldheid als
verschillende dezer nationalisten hebben,
niet meer in. staat om zuiver te zien en loopt
blind in de airmen van Japan; en telaat zou
hun dan wel eens kunnen blijken, dat de
pink der geestdriftig als vrienden binnen
gehaalde Japanners dikker is dan de lende
nen der (huidige regeerders!
Hei is te hopen, dat de Japansche journa
listen spoedig hun fout inzien en zich zul
len beperken tot hetgeen de conferentie hun
te doen of het tropische land hui) te zien
geeft. Via hen is heusch geen overleg met
de inlandsche ingezetenen noodig. Er Avordt
voortdurend en in ruime mate overleg ge
pleegd tusschen de Indische afgevaardigden
DINSDAG 26 JUNI
HUIZEN 1875 M.
K.R.O.
8.—9.15 Morgenconcert.
10-00—il 0.30 Graraofoomnuziek.
10.30—11.00 Muziekuitzcnding v<
fabrie-
11.0011.30 Gramofoonmuziek.
11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje door
Pastoor L. H. Perquin.
12.01 12.15 n.m. Politieberichten.
12.15—2.00 n.m. Lunchconcert op gramo-
foooplatcn.
2.00—3.00 n.m. Vrouwenuurtje, a. „Kran-
tenlezen", door mevr. J. M. Sterck Proot.
b. „Vegetarische hors d'oeuvre", door
mevr. N. Schutte.
3.00—4.00 n.m. Modecursus door mevr. H.
Cuppens—Geurs. (29e les). 3.003.30:
Knippen, naaien en hoedenmaken voor be-
ginnenden. 3.304.00: Opleiding voor cou-
peuse-leerares en hoedenmaken voor gevor-
4.00—4.15 n.m. Verzorging zender.
4.15—4.30 n.m. Zangrecital door Vincent
van Bers. tenor; a. d. vleugel; Fred. Boshart
•4.30—4.45 n.m. Gramofoonmuziek.
4.45—5.00 n.m. Klavier-solo door Piet Dries
sen. Rhapsodie hongroise No. 12, F. Liszt.
5.15—5.45 non. Gramofoonmuziek.
5.45—6.00 n.m. Klaviersolo door Piet Dries-
sen. Sonate op. 90, L. v. Beethoven.
6.00— 6.20 n.m. Zwemcursus door S. P. J.
Borsten. (3e les).
6.20—7.00 n.m. Orkest oJ.v. Marinus van
't Woud.
7.00—7.15 n.m. Politieberichten.
7.15—7.45 n.m. „HH Petrus en Paulus",
door Pater G. Lohuis O.F.M.
7.45—8.30 n.m. Orkest oJ.v. Marinus van
't Woud.
Vaz Dias.
Gramofoonmuziek.
Dc Kro-boys o.l.v. Piet Lus
HILVERSUM 301.5 M.
A.V.R.O.
8.01—10.00 Gramofoonmuziek.
10.01—10.15 Morgenwijding.
10.15—10.30 Gramofoonmuziek.
10.30—11.00 Kook- en bakpraatje door
mevr. R. Lotgering—Hillebrand. „Koudn
puddingen".
11.00—12.00 Orgelconcert door Piet vaa
Egmond Jr. Solist: Theo Baylé, bariton.
12.01—2.15 n.m. Lunchconcert door het en
semble Rentmeester.
2.15—2.45 n.m. Voordracht door Kfltmier
Kleijn. Drie Chineescho Legenden, door
Henri Borel.
2.453.00 n.m. Gramofoonmuziek.
3.00—4.00 n.m. Knipcursus door mevr. Ida
de Leeuw van Rees. 32e les.
4.00—4.15 n.m. Verzorging zender.
4.15430 n.m. Gramofoonmuziek.
4.30—5.00 n.m. Radiokinderkoorzang o.l.v.
Jacob Hamel.
5.00-5.30 n.m
deren door me
5.30-6.45
8.30-S.35 n.rt
8.35-9.00 n.m
9.00-9.30 n.m
tenhouwer.
9 30-9.40
9.40—9.55 i
Gramofoonm uziek.
Zangrecital door Bruno
Ucko, tenor. A. d. vleugel: Fred. Boshart.
9 5510.00 n.m. Gramofoonmuziek.
10.00—10.10 n.m. Het Kilima-Hawaiian-
Trio.
10.10-10.25
Lustenhouwer.
10.25-10.35 r
recital door Bruno Ucko.
10.35-10.40 n.m. Vaz Dias.
10.40—'10.50 n.
Trio.
10.50-11.15 n.
Lustenhouwer.
11.15-12.00 nj
De Kro-boys o.l.v. Piet
Vervolg van het zang-
Icko.
Het Kilima-Hawailan-
De Kro-boys o.l.v. Piet
Gramofoonmuziek.
Verhalen voor kleinere kin-
•r. Ant. van Dijk.
Concert door Tusschinkft
Select Salon Orkest o.l.v. Max Tak.
6.457.00 n.m. Gramofoonmuziek.
7.007.30 n.m. Causerie door G. W. F.
van der Hoeven, referendaris aan het Depar
tement van Sociale Zaken. „De herziening
van de steunverleening aan werkloozen".
7.35—7.40 n.m. Gramofoonmuziek.
7.40—'8.00 n.m. Causerie door Prof. Dr. N.
J. Polak. „De Rotterdamsche week".
8.01-8.05 n.m. Vaz Dias.
8.05—9.00 n.m. „Salon de Variété".
9.00—9.20 n.m. Zang door de Kon. Utr.
Mannenzangvereen. o.l.v. Hans Ponten.
9.20—10.05 njn. Gecomb. concert door de
beide Avro-orkesten.
10.0510.20 n.m. Gramofoonmuziek.
10.20—11.00 n.m. Kovacs Lajos en zijn op*
kest.
11.00-11.10 n m. Vaz Dias.
11.10—12.00 Gramomofoonmuziek.
BUITENLAND
4.20 North. Reg. 449.1 M.: Vesper.
11.20 Stuttgart 522.6 M.: Bachconcert Om
roeporkest, m m.v. tenor.
7.20 n.m. Midland Rcg. 391.1 KL: Negro.
spirituals.
7.45 n.m. Daveiitry 1500 M.: B'lly MayerJ
speelt eigen piaLO-composities.
8.20 nm. W«enen 506.8 M.: Brahms* cd
Bruckners' derde symphonie.
8.20 n.m. Parijs (Radio) 1648.4 M.t Pierre
Asso leest uit „Le Grand Meaulnes" vaal
Alain Fournier.
8.30 n.m. Dcutschlandsender 1571 M.t
De tenor Julius Patzak zingt.
8.30 n.m. Koningsbergen 291 M.: Kwartet*
ten van Schumann en Brahms.
8.50 n.m. Straatsburg 349.2 M.: Symphonic*
concert o.l.v. Dr. Inghelbrecht.
9.05 n.m. Rome 420.8 M.: Kamermuziek.
9.20 n.m. Praag 470.2 M.j Jan KubeliK,
viool, speelt eigen werken.
9.30 n.m. Beromünstcr 539.6 M.t „Nottuw
no", op. 47 van Othmar Schoeck, door Fe»
lix Loeffel, bas, met kwartet.
met personen A-tan allerlei ras of groep en
natuurlijk in de eerste plaats met diegenen,
i deze zaken aangaan, de inlandsche en
Ghineesohe groepen. Er komen ook geregeld
rekesten en hricA-en binnen van belangheb
benden, zoowel Japansche als Nederlandsch-
Indischg, onit allerlei kring, hetgeen wel be
wijst welke gewichtige en Alomvattende
vraagstukken de conferentie te bespreken
heeft.
De verwaóhtiinig is, dat zij wel enkele
maanden in beslag zal nemien.
Moge Japan bereid zijn tot concessies en
toezeggingen als tegenwicht tegenover het
geen het reeds aan Indië verschuldigd is
doordat dit zijn grenzen steeds zoo gemak
kelijk voor Japan opende. Het is te hopen,
dat het overieg tot beter begrip van elkan-
ders nooden en belangen zal leiden en zoo
tot oplossing van een der vele problemen*
die ba den Pacific liggen.
ZUIVERING AFVALWATER
Buitengewoon interessant is hei jaarver»
slag 1933 \an het Rijksinstituut voor zuive
ring van afvalwater, dat dezer dagen bij cis
AL'g. Landsdrukkeri j verscheen en voor f 1
per exemplaar verkrijgbaar is.
Wij heibben voornamelijk liet oog op
hoofdstuk I, dat handelt over de kosten van
afvoer en verdere behandeling van afval*
water door de gemeenten en hoe deze kosten,
•geheel of gedeeltelijk op dc oontnibuabeleri
verhaald kummien worden. Mlen kan uit deze
beschouwingen leenen dat dit vraagstuk ia
verschillende landlen, Engeland, Dnitschlliaaicl
en Amerika, in het centrum dier belangstel
ling staat en hoe deze aangelegenheid
meestal im ons land geregeld is.
Voor gemetente-seoretan ën en raacMedea
ia dit jaarverslag van veel belang.
Mijnheer Pimpelmans gaat paardje rijden
door G. Th. ROTMAN
3 „Ik zou imaar voorzichtig wezen, op
jouw leeftijd!" zei mevrouw, maar meneer
Pimpelmans reed den anderen dag per fiets
naar Knuppelhoek en zocht een prachtstuk
van een schimmel uit. „U zei er beslist ple
zier van beleven, meneer", zei de paarden
koopman, „hij is van een groot paardenspel
afkomstig, dus U begrijpt, dat (het een prima
Vol verwachting, met den grooten
schimmel hisse-klis achter zich aan, peddeldg
meneer Pimpelmans terug naar Epscheuten*
Daar hij 't lastig vond, het touw den heelen
tijd vast te houden, stapte hij af en bond het
paard van achteren aan zijn fiets. Zooveel
capriolen zal hij wel niet uithalen!" dacht hij.
(Wordt Woensdag vervólgd\
FEUILLETON
AGN ES
Een verhaal uit 't begin van deze eeuw
(5
Agnes nam het blad uit haar taschje en
begon te lezen:
„TRANSVAAL.**
Een dezer dagen las ik in een nieuwsblad
onder den titel: „Sympathie voor Trans
vaal", het volgende, dat mij diep trof.
„Nooit kregen Avij zulk een lal van in
gezonden stukken. Maar de plaatsing er
,van dient tot niets. Want de toorn, waarvan
ze doen blijken, is iauttelooze toorn. Wij
zijn niet in staat hulp te verleenen/aan het
yolk, dat vermoord wordt-"
Dat woord liet mij niet los. Wat, vij zou
den niets kunnen doen: wij moeten stilzit-
te'.i en wachten, en het aanzien, lijdelijk, ai
branden onze hartien in ons, het lijden, den
stijd, den dood onzer broederen, daar ver
Aveg in het land, waarmede we o.is zoo
nauw verbonde'.i gevoelen?
En ik peinsde, bedroefd, ontrust.
Toen was het mij, als ging voor mijn oog
Voorbij het beeld eener arme, 'kranke vrouw
die ik niet lang geleden bezocht laad.
Een van haar verwanten., dien zij zeer
had liefgehad en vertrouwd, had bij het
deelen eener erfenis niet recht en goed met
haar gehandeld, en had haar daardoor
fiiepe spaart pa gcooto achada berokkend.
Langen tijd was haar hart bitter geweest en
in toorn had zij zich afgekeerd
Maar zij was een Christin en het woord
des Meesters: „Een nieuw gebod geef '.k u
dat gij elkander liefhebt", had tenslotte op
haar de overwinning behaald. Dien dag,
toen ik mij vol medelijden over haar leger
heenboog, zeide zij mij: „Nu kan ik geheel
en volkomen vergeven, en het schijnt mij
toe, dat ik niets anders meer kan doen, dan
mijn hart en mijn armen wijd te openen en
te smeeken: „keer terug, mijn broeder, keer
terug, opdat ik u kan toonen, dat ik ver
geven heb-"
Ik trachtte hem dit te doen welen, j
of de boodschap hem bereikte, ik weet het
niet. het is zoo ver, zoo erg ver.
Maar één ding wil ik doen, ik zal mijn
oogen opheffen naar Boven, vanwaar
nulpe komt, en de handen uitstrekken en
Avachten, en ach. als hij eens niet mocht
komen dan nog zal mijn laatste zucht een
woord van vergeving zijn."
Toen bukte rk mij neder, en kuste haar
lang en innig; zou zij niet overwinnen? zou
haar bede onverhoord blijven?
Stil gleed het ibeeld der zwakke vrouw
voor mijn oog voorbij, en mijn hoop en moed
kwamen weder.
Ja BW<ak zijn Avij ,en machteloos, maar
toch, wij kunnen helpen!
Wij kunnen onze harten wijd openen en
diiep, diep meclevoelen het lijden, den strijd
onzer broederen.
Wij kunnen onze handen ontsluiten en
van het onze mededeelen tot hulp der ge
wonden.
Maai' wij kunnen meer.
jyjj kunnen eme ©ogen epheffen naar
Boven, vanwaar de bulpe komen moet. Wij
kunen bidden, wij, volk van Nederland, wij,
bovenal Christenen, in Nederland.
Eenmaal streed het volk van Israël tegen
Amalek en op den heuvel, daar, vanwaar
men den strijd kon overzien, stond Mozes,
de man Gods, én hij hief zijn handen op en
bad.
Ten laatste echter, toen hij ze vermoeid
neder liet zinken, keerde zich de strijd ten
gunste van Amalek.
Toen ondersteunde hem Aaron en Hur, op
dat hij zou staande blijven, dien ganschen
dag in zijn biddende houding zou staande
blijven, en Israël keerde als overwinnaar
terug.
Dat no is onze roeping, onze taak, in
deze moeilijke dagen. Wij kunnen niet mede
uittrekken ten strijde, maar Avij kunnen staan
met. opgeheven handen, één groot leger van
bidders. Dan zullen onze broeders, daar, ver-
weg in den bloc gen strijd voor vrijheid en
recht, het ervaren, dat daar achter hen is
één groote, onoverwinlijke macht, en hun
handen zullen gesterkt e. nhunharten zullen
bemoedigd worden, want zouden onze
vurige gebeden onverhoord blijven?
Het Avas stil in de kamer, maar even
nadat Agnes geëindigd had. zei JJly met
een hovend stemmetje:: „Dat zal ik doen, ja
•zeker, ik zal het niet vergeten en o! moeder,
mag ik mijn nieuw kwartje aan de Boeren
geven, voor de arme gewonden?"
„Papa zendt vandaag of morgen onze bij
dragen aan het comité, je naoogt er je kwar
tje bij doen, lievelincr.''
„En als de les uit is. leest u mij dan de
geschiedenis van Amelejc nog eens voor, juf,
ik weet het niet heel goed meer* maar ik
zou zoo graag precies weten, hoe Mozes
deed."
De geheele week was Lily stil en in zioh-
zelve gekeerd, zoadat haar moeder begon te
vreezen, dat het zwakke kind zich de dingen
te veel aantrok, en de jongens reeds had ge
zegd, dat zij in tegenwoordigheid van hun
zusje maar niet te veel over den oorlog
moesten spreken.
Maar toen Agnes den volgenden Zaterdag
kwam, glansde het gezichtje der kleine meid
van vreugde; voorzichtig trok zij een cou
rant onder (haar hoofdkussen te voorschijn
en vrool'ijik klonk haar stemmetje: „O, juf
frouw Agnes, nu weet ik zeker, dat de
Boeren zullen overwinnen, luister eens, papa
gaf het mij gnstercn em ik ben zoo blij, o,
zoo blij Avant het is precies als met Sadrach,
Mesaoh en Albed-Nego in den brandenden
oven, Aveet u wel, die plaat in mijn prenten
boek Luister toóh eens, juf, is het niet
heerlijk", en verrukt las zij:
,JDE WITTE ENGELEN.**
In den slag van Dundee, op den 20sten
October 1890, zag een der Transvaailsche bur
gers een huzaar van het 18de regiment,
zwaar gewond op het veld iiggen.
Toen cle burger den gewonde voorbijreed,
schreeuwde de huzaar om waiter, waarop de
burger, Aviems naam Botha is, stilhield, en
hem zijn veldflesch toereikte.
De (main was echter te zwak om die aan
te nemen, Botha steeg daarop af, richtte het
hoofd van den huzaar op, en liet hem
drinken.
De man keek 'hem dankbaar aan en zeide:
„Dank u, en vroeg hem in t. Engelsoh spre
kend, ivie toch die twee dappere veldiheereri
waren, die daar aan ieder© jsijde .van, het
Transvaalsche leger, reahits en links aan de
beide flanken op en neer reden, de menschen
aanmoedigende en bevelen gevende.
„Zij waren in wdit tenue op witte paarden,
met een vlag in d'e hand, maar dio vlag
kende ik in iet, zeide de huzaar.
1 „Ach! wat 'hebben wij op hen geschoten,"
vervolgde Ihij droomende, wmaar het was
al les voor aiiet, de beste scherp schut ter kom
hen niet raken."
De Transvaalsche burger zeide dat hij
niets Avist van zulke vechtgeneraals, hij
had hen ook niet in het. veld gezien „Inder
daad Avij hebben niet één generaal, die zich
in het Avit kleedt."
,<Dan moeten het engelen geAvest zijn,"
sprak de huzaar, mompelde iets van „Davis
old •fellow", keek Botha verbaasd aan, viel
achterover, en Avas dood.
,/God zal zijn engelen hevelen, dat zij u op
.wen weg 'bewaren', dacht onze burger, ter-
Avdj.1 hij zijn paard besteeg en peinzend
voortreed.
„Niet waar, juf, als de engelen meestrij
den, dan moeten de Boeren toch Aveil over
winnen?"
„Ik hoop het, kind, ik hoop het) (harte
lijk", zei Agnes, ,gnaar het zou Avel kunnen
zijn, dat het heel lang diuurde, en zij veel
tegenspoed kregen."
1 „O, ja natuurlijk, Avij hébben ook wel tach-
,.:ig jaar moeten vechten, voor Avij do Span
jaarden overwonnen hadden, ik zal mijni hest
[cloen om niet ongeduldig te worden maar ik
zal nu nooit meer bang zijn."
1 En zoo Avas het ook- Toen de tegenspoed
oor het dappere volk begon te komen, toen
de Engelsclnen ail verder en verder doordron
gen en hun geliefd vaderiand door de vijan-
|dea overstrooimd jverdi, en het vertrouwen
van velen begon te wankelen, verloor heï
kleine meisje haar geloof niet; bij elk©
nieuwe nederlaag zeide zij, soms mot trarvrt
•in de oogen: ,yHet spijt mij zoo voor dia
arme Boeren, maar eindelijk zullen da
engelen ze todh wei helpen overwinnen!'
HOOFDSTUK I*VJ
De Vallei der schaduwen des doods
Het Kerstfeest naderde en op Zonneheuvel
werdén groote toebereidselen gemaakt om
dozen dag op waardig© wijze te vieren
Wekan te voren hadden de kinderen er
reeds over gesproken, en de gezangen en
teksten geleerd, die zij zouden opzeggen bij
den boom, dien butn vader op kerstavond, al*
tijd gereed maakte.
'Het was een ernstig, huiselijk feest, als
voorbereiding voor den geboortedag des Hei-
lands. Al de huisgenooten waren daarbij te*
igenvvoordig en een dankbare, opgewekte stem
ming bezielde allen, onder het luisteren,
'naar de eenvoudige toespraak van den hee*
van Rhenen, het zingen der schoon© liede
ren en gezangen, zoowel als bij het uit deel ei\
der geschenken, die de moeder zoo zorgvul
dig voor allen ihacl uitgekozen en gereed gé-
maakt.
Op den eersten Kerstdag brandde de boom
nog eens; dan werden eenige arm© gezinnen
udtgenioodigd, die, na een aangenamen mid*
I dag, Avaarop de hoer van Rhenen trachtte
hen op boeiende, bevattelijke wijze het evan*
géliie te verkondigen, rijkelijk met doekuati*
•ge geschenken begiftigd, maar (huis tesug»
'keerden,
ïWordt Yeraolgdj