De fraudes aan het abattoir te Rotterdam - DINSDAG 29 MEI 1934 TWEEDE BLAD PAG. 7 Laatste Nieuws. ERKENNING VAN AARDAPPEL HANDELAREN MORGEN GELDT NIEUWE REGELING De Nedcrbndsche Aardappel Centrale brengt ter kennis van belanghebbenden dat met ir var. morgen, 30 Mei, de volgende regelingen zulien gelden voor hen, die als aardappelhandelaar erkend v/ensdh-en te worden. Voor erkenning als handelaar in aardappelen komen behoudens door den Minister te bepalen uitzonderingen, uitsluitend in aanmerking zij, die: le. gedurende het jaar 1933 eenige maanden achtereen, minstens 4, als aardappelhandelaar werkzaam zijn geweest; 2. het onder 1 vereisdbte ten genoege der Ne- dcrlandsohe Aardappel Centrale kunnen aantoonten uit facturen, kwitanties, boeken, zakboekjes en/of andere bescheiden. Een aanvrage om erkenning wordt slechts dan in behandeling genomen indien deze aanvrage schriftelijk geschiedt onder insluiting van de ihier- voren onder 2 genoemde bewijsstukken. Tevens moet deze aanvrage de uitdrukkelijke verklaring inhouden, dat de aanvrager zich in geval hij op zijn aanvrage wordt erkend, onvoor waardelijk aan de statuten en andere reglementen van de Ned. Aardappel Centrale, alsmede aan alle een aanzien van aardappelen door de Regeering gestelde of te stellen regelingen zal onderwerpen. Mondelinge toelichting van aanvragen wordt alleen toegestaan indien de aanvrager een schrifte lijke oproeping daartoe van de N. A. C. heeft ont- Alle aanvragen, welke niet voldoen aan de hier- 7oren gestelde eisdh'en en welke niet vergezeld zijn van de noodige duidelijke bewijsstukken, worden aiet in behandeling genomen. Ten slote waarschuwt de N.A.C. allen, die een aardappelhandel aan derden willen overdragen, dat zulks alleen mogelijk is indien deze derden ten volle voldoen aan alle vereischten, welke hlervoren ge steld zijn tot het verkrijgen eener erkenning. Het zal derhalve noodzakelijk zijn, dat zoowel de over drager als de nieuwe verkrijger zich te voren over tuigt of deze derde kans heeft om een erkenning te ontvangen, wil men het risico ontgaan van financieele schade. HET ZWARTE HEM VERBODEN De Hooge Raad heeft verworpen een cassatie beroep vao zekeren V. te Utrecht, die voor Hen Kantonrechter zoowel als door de rechtbanJe al daar is veroordeeld tot f 1 boete wegens over reding van het Uniformverbod, n.l. door het dragjen van een zwart overhemd, zwart boord en zwarte das onder een colbert. De Hooge Raad wees reeds eer arrest in een dergelijke zaak, toen het betrof 'het dragen vao soode heinden. SCHOOLNIEUWS UNIVERSITEIT TE LEIDEN: Geslaagd: Voor lereldend examen de heer A R Scholten, H(j- aard (Fr.); Doctoraal examen indisch recht, hej. S. Soendarl Soewndjipoetro. Leldep; Docto raal examen geneeskunde, de heeren L J van Mlerop, Den Haag en E J de Ruyter de Wildt, Den Haag. OEGSTGEEST POSTZEGELVERKOOP CRISIS-COMITE De verkoop van de crisispostzegels heeft tot op heden het mooie resultaat opgeleverd, dat 3120 ze gels van 6 ot. en 1925 zegels van 5 ct. verkocht lijn, Het crisiscomité heeft hierdicor een bate van J-233 ontvangen. All degenen, die hebben medegewerktom den verkoop te doen slagen, dn de eerste plaats den heer Westnik, directeur van het postkantoor, en de dames, d!le zich voor den verkoop in het tentje al daar beschikbaar stelden, betuigt het comité zijn hantelijken dank. Laten degenen, die nog geen zegels kochten, dit nu doen bij de colleotrices, of door bestelling op gironummer 188636 (ten name van het crisdsoomité Oegstgeest). De verkoopsprijs bedraagt 11 en 9 cent, de frankeerwaarde resp. 6 en 5 ct. De zegels zijn tot 31 Juli verkrijgbaar; zij blijven geldig tot 31 Mei 1935. PROPAGANDA-AVOND BIJZONDERE VRIJWILLIGE LANDSTORM In het Patronaatsgebouw alhier werd gis teravond een propaganda-avond gehouden van de B. V. L., afdeeling Oegstgeest. Onder de aanwezigen merkten wij o. m. op: Mr. P. G. Briët, lid der Eerste Kamer; kapt. Bou logne, secretaris der Landstormcommissie, luit. Karros, secretaris van de afd. Zuid- Holland W., de heer Rooyaards, voorz. der afd. Zuid-Holland W., Ds. Thomas, voorzitter Landstormcommissie Leiden, en de heer Boddes Hosang, burgemeester van Wou- brugge. De avond1 werd geopend door een heraut, voorafgegaan door trompetgeschal, die in zijn proclamatie het dool en de be- teekenis van den avond, nl. het bevorderen van de eendracht in onze natie, uiteenzette. De Ned. Maagd bevestigt dit door het voor dragen van: „O Nederland, let op u saeok!" De officieele opening vond plaats door den voorzitter der plaatselijke Landstormcom missie, burgemeester Gerrevinck. Hij roept alle aanwezigen een hartelijk welkom toe. Inzonderheid heet 'hij welkom de afgevaar digden en de militaire autoriteiten. Spreker zette daarna ook het doel van den avond en daarmede 't doel van den B.V.L. uiteen, nl. bet aanwakkeren van de liefde voor ons Oranjehuis. Hij herinnert aan en waar- schuwt tegen het telkens wederkeerende ver schijnsel, dat Oranje alleen in tijden van nood uitkomst moet brengen, doch in tijden van weelde vergeten of zelfs veracht wordt. iITij teekent daarna de personen van wijlen II. M. de Koningin-Moeder, H. M. de Ko ningin en H. IC H. Prinses Juliana, die allen hun krachten hebben gegeven, geven Nog verschillende belangrijke getuigen gehoord In het voortgezet getuigenverhoor léggen verschillende grossiers nog verklaringen af over de door hen gegeven fooien. De grossier S. A. v. W a 1 s e m gaf aan de keurmeesters 5 als zij na hun tijd bereid waren de wagens vet te keuren, die dan aangekomen waren. Do H. had liever vet dan geld en daarbij was hij wel zoo brutaal om de mooiste stukken uit de manden De president tot De H.: Het is fraai. Aan knevelarij hebt ge u schuldig gemaakt. Misschien zijn wel mede door de wijze waarop u, de oudste, gewend was op te tre den, de jongere keurmeesters de dupe ge worden. Getuige W. T e r 1 u i n, hahverker, heeft in opdracht van De H. wel vleesch ge bracht naar den oud-directeur dr. Dhont in Den Haag. Het reisgeld kreeg hij van De H. Ook wel bracht hij vleesch naar den burge meester van Schiebroek, den zoon van dr. Dhont. Eveneens verzond hij in opdracht van De IT. postpakketten naar Friesland Getuige is er voorts wel hij geweest, dat Dt IT. de mooie stukken vet uitzocht uit de zending van Van Walsem. De IT. nam dat vet dan niee, nadat getuige het gesmolten had. Hij had altijd een koffertje bij zich. Dr. Houthuis: Dat mag nu niet meer. Aan liet meevoeren van koffertjes is een eind gemaakt. Oud-directeur als getuige Dr. G. J. J. Westhol z, oud-directeur van het Slachthuis alhier, was in 1905 aan het Slachthuis werkzaam geweest en was gedurende zeven jaren directeur. Hij ver klaart, dat zoo nu en dan do geruchten op doken, dat er fooien gegeven werden. Ge tuige heeft daarvan nooit iets gemerkt. Er werd door de keurmeester nogal wat afge keurd. en daarom scheen er voor de ge ruchten weinig grond. Getuige heeft nooit vleesch gezien, waarover hij zich verwon derd had dat het door de keurmeesters was goedgekeurd. Wel heeft hij soms slordighe en zullen geven tot behoud van het vrije Nederland. Spr. stelde voor om een telegram van aanhankelijkheid te zenden aan H. M de Koningin. Vondel en Cats treden hierna op, bespre ken-de de toestanden in de Nederlanden in hun tijden en in verband daarmede de op offeringen, die de Oranjes zich hebben ge troost ten bate van Neerlands zaak. Als voorbeeld hiervan volgt dan een be spreking tussohen Lodewijk en Hendrik van Nassau met Cnristoffel Hertog van Paltz aan den vooravond van den slag bij Mook, in welken slag alle drie gesneuveld zijn, Ontroerend is het een levend schilderij te van hun moeder, Juliana van Stolberg, die, onder het zingen van het tweede cou plet van het Wilhelmus, vereerd wordt met een krans. De geschiedenis gaat verder, en we zien de groote mannen uit onze Gouden Eeuw. Als eerste Michiei Adriaanszoon de Ruyter, als draaiersjongen en daarna als groot-admiraal, waarhij de Nederlandsche Maagd verschijnt en het roemrtjik verleden an Nederland bezingt. Als een andere groep an groote mannen verschijnt dan J-an Steen met Ostade, besloten met een levend Schilderij van Frederik Hendrik met zijn gemalin Amalia van Solms. De pauze wordt hierna afgekondigd. Na de pauze wordt een uiteenzetting ge geven van de bete eken is van het instituut van de B. V. L. door de le luit. Sanders. In geestdriftige rede vraagt hij de belang stelling voor het schoone doel der B. V. I* Het applaus, waardoor deze rede enkele malen onderbroken werd, getuigde wel van het enthousiasme, dat ook in onze gemeente leeft. Het tableau, dat de groei der B.V.L. toon de, was eveneens een duidelijke propaganda voor dit instituut. Voorgesteld werd voorts de spanning, die heerscht voor het paleis voor de geboorte van de Prinses, maar daarna ook de blijdschap als een heraut de blijde boodschap brengt van de geboorte eener prinses op 30 April 1909. Doch het uur- ark der geschiedenis draait voort en in enkele goedgeslaagde tableaux wordt de dag vol blijdschap over de jarige prinses. De voorz., de heer Gerrevink, dankte aan het einde van de avond alle aanwezigen en medewerkenden, waaronder de driehoek club, wier leidster mej. Plaizier een bloemenmand in ontvangst mocht nemen. De B.V.L. kan op een uitstékend geslaagde avond terugzien, RUNSBURG WERKLOOZEN Bij den correspondent der arbeidsbemid deling staan momenteel nog 60 werkloozen ingeschreven ZOETERWOUDE BENZINEDIEFSTAL Eenige dagen geleden was hij de politie aangfte gedaan door den heer G. te Leider dorp dat bij hem waren ontvreemd een dertigtal benzinebussen en dat hij daarvan verdacht één der gebroeders de Br., benzine handelaren. Gisteren is in de benzine-opslag plaats a.d-. Rijndijk alhier een onderzoek in gesteld en zijn door de veldwachters eenige bussen in beslag genomen, die door den heer G als zijn eigendom waren herkend. Proces verbaal is tegen de Gebr. de Br. opgemaakt den gezien en nalatigheden bij de keuring hierin bestaande, dat sommige organen niet waren ingesneden, dus dat de keuring te oppervlakkig was geschied. Getuige: De H. was bij de keurinR zeer slordig en voor den dienst was hei veiliger als hij daar opgeborgen was. Ge tuige heeft de slordigheid van De IT. wel eens aan dr. Dhont gerapporteerd. Hij heeft er zelfs wel eens kwestie met dr. Dhont om gekregen. Getuige denkt ook, dat gebrek aan per soneel mede oorzaak is geweest aan hel niet invoeren van de levende keuring. Men moet bedenken, dat het aantal keuringen, dat toentertijd geschiedde niet zooveel klei ner was, dan tegenwoordig en thans heeft men 15 veeartsen. De president zegt, dat het hem on begrijpelijk is, dat in dien tijd, toen er toch nog van ongunstige gemeentelijke finan ciën niet gesproken kon worden, het geld niet gevonden had kunnen worden om de wijzigingen in te voeren, die door de Vleeschkeuringswet werden geëischt. Getuige; Dat heb ik ook nooit begre- G etui ge weet, dat de keurmeesters bij een zijn geroepen en dat zij gewaarschuwd zijn geen fooien aan te nemen. Er zijn ook overal plakkaten opgehangen, waarop ver meld stond, dat het aannemen van fooien verboden was. De president: Dat meen ik toch ook in de stukken te hebben gelezen, maar de verdachten spreken dit tegen. Wanneer zijn die plakkaten dan opgehangen? Getuige; Die hebben êr gehangen dert het oogenblik, dat burgemeester Zim merman het nadrukkelijk verboden had. Verdachte R. en BI. zeggen die plak katen nooit te hebben gezien. Getuige Westholz: Ze hebben er toch gehangen, o.a. aan de deur van het keuringslokaal. Die plakkaten verdwenen wel eens en dan werden er weer nieuwe op gehangen. Dr. ITouthuis verklaart die plakkaten niet te hebben gezien, toen hij zijn intrede deed als directeur van het slachthuis. Wel heeft hij exemplaren er van op het kantooi j gevonden. Dr Dhont als getuige Daarna worcit d r Dhont, oud-directeur van net slachthuis als getuige gehoord. De President begint het verhoor, door getuige er op te wijzen, dat de meening in gang gevonden heelt, dat de verdachten wel een strafbaar feit hebben gepleegd, maar dat hun handelingen toch in de hand zijn ge werkt door de algemeene toestanden, die zich onder directie van getuige aan het slachthuis hebben ontwikkeld. De President brengt getuige onder do aandacht, dat er bv. in het geheel geen keu ring .van levend vee plaats had. Getuige: Daar was aan het slachthuis weinig gelegenheid voor. Er is over dat na laten van de invoering van levende keuring gecorrespondeerd met de inspectie van de Volksgezondheid. De zaak is ook met haar besproken en deze inspectie heeft er- zich ten slotte niet tegen verzet, dat de toestand bleef, zooals,die was. De P r e s i d e n Dat was toch niet heel gelukkig--dat een: stad als Rotterdam zich op diö manier buiten de wet stelde en kan het dan niet begrijpelijk worden, dat het niet verwonderen moet als lagere goden zich ook allerlei dingen gaan veroorloven? Getuige Dhont: Herhaaldelijk heb ik aan gedrongen op verbetering van den toestand Reeds onder burgemeester Zimmerman heeft getuige in een verslag de opmerking geuit, dat aan het slachthuis toestanden heston den, die de overheid bij particuliere instel lingen niet zou gedoogen. Getuige heeft toen te hooren gekregen, dat hii zich niet meer op een dergelijke wijze mocht uitlaten. Sedert 1903 heeft getuige plannen gemaakt voor een reorganisatie, maar hii kon nooit iets gedaan krijgen. Op een desbetreffend» vraagt zegt getuige niet te hebben aange- d-eerd personeel. De President: Was het u bekend, dat er fooien gegeven werden? Getuige heeft dat nooit geweten en hij heeft een fooienstélsel ook nooit in de hand gewerkt. Getuige wist. dat de reputatie van de keurmeesters slecht was. Daarom is hij ook altijd op zijn qui vive geweest om te zor gen, dat er niets gebeurde, dat niet door den heugel kon. Hij heeft wel eens geruchten ver nomen van fooien en tweemaal heeft hij het personeel bijeengeroepen, om het te zeggen, dat corruptie niet kon worden getolereerd Getuige wijst er echter op, dat hem altijd maar ge nichten hebben bereikt, nooit is er iemand geweest, die met een concreet feit. is gekomen, of die een klacht heeft ingediend Er is volgens getuige ook geen kwestie van, dat de keurmeesters de wrakke koeien maar zelf afhandelden, omdat ze geen vee arts konden krijgen. Het wqs de functie van dr. Westholz om de keurmeesters daarbij te assisteeren en het was zijn eenige functie. Wel is -het langen tijd zoo geweest, dat er tus scihen 12 en 2 geen deskundige was, dan al leen getuige, omdat zijn woonhuis bij 't abat toir lag. Het is hem nooit opgevallen, dat er gekeurd-vleesch hing, dat van zoodanige kwaliteit was, dat getuige er zich over ver wonderen moest, dat het goedgekeurd was De P r e s i d e n t: Kan het zoo geweest zijn dat dit wrakke vee tusschen 12 en 2 uur werd aan- en weer weggevoerd? Getuige weet niet, wat er in dien tus- schentijd is gebeurd De President: Zijn er nooit klachten Aan het bureau NIEUWE LEIDSCHE COURANT Breestraat 123, Leiden Hiermede verzoek ik U in te schryven als abonné op ons blad voor minstens één jaar met gratis toezendine van de bladen tot 1 Juli a.s. NAAM ADRES De aanbrenger(ster) NAAM ""J Doorhalen wat niet verlangd wordt gekomen over de IT., dat hij wat slordig .was in het keuren? Getuige: Neen. De President: Wat was dan de aanlei ding, dat hij een vasten dienst in het keur- lokaal kreeg? Getuige: De keuringen zijn zeer ver moeiend en daarom zijn de lichtere diensten voor het oudere personeel gefixeerd. De President: Na uw vertrek van het slachthuis heeft u nog geregeld vleesch van het Rotterdamsche abattoir betrokken. Daar zorgde de H. voor Was dat in hoeveelheden, flat men daardoor in strijd kwam met de vervoerbepalingen van de Vleeschkeu ringswet, doordat het meer dan 5 Kg. was? Getuige: Ik heb nooit zooveel gehad. Ik betrok ook niet regelmatig vleesch van het abattoir. De President: En heeft u ook nooit ge weten, dat de H. op min of meer bedenke lijke wijze aan dit vleesch was gekomen? Want dit is wel een zeer onaangename kant aan hot geval. Getuige heeft dat inderdaad nooit ge weten. Anders zou hij het vleesch nooit heb ben willen hebben. Voor getuige is er ook een zeer onaangename kant aan het geval. F.r is nl. een inspecteur bij hem geweest, die beweerde, dat getuige het vleesch nooit be taalde Do inspecteur V a 1 k e n wordt hiernaar ondervraagd. Deze zegt bedoeld te hebben, dat de H. het aan getuige verzonden vleescn nooit betaalde. De rechtbank heeft gisteren voort gezet de behandeling van de zaak tegen de acht hulpkeurmeeeters. De oud-hoofdagent van politie H. Israels had in 1914, toen hij zich bij den directeur van het abattoir ever een por tier habeklaagd, van den directeur verno men dat het dezen bekend was dat er keur meesters waren die zich lieten omkoopen. „En doet u daar dan niets aan" had g tuige gevraagd. Getuige zegt verder dat hij van Dr Dhont ook nooit medewerking heeft gehad bij de opsporing van strafbare feiten De veehandelaar C. v. Walsem ver klaarde dat eiken Vrijdag een wagon vet uil Brussel Aankwam, clie gekeurd werd na sluitingstijd. Het vlugge keuren was getuige wel een fooi van 5 waard. Zaterdagsmorgens na: de keurmeester De H. uit de aangevoerde manden vet van 3 tot 5 Kg. vet, omdat hij liever vet dan geld had. De President: Weet u wat De IT. met al dat vet deed? G e t u ige: Neen. De President: Die wekelijks-ohe hoe veelheid is tooh te groot voor huiselijk ge bruik. Verdachte De H.: We gebruikten veel meer. De President: Ja, maar dat koffertje van u ging ook eiken dag maar mee. Verdachte De H. zegt nog, dat hij hc-t vet kreeg omdat hij Zaterdagemorgens vroe ger kwam om het vet van getuige van Wi sem te keuren. Getuige v. Wal s em: Dat is maar een hoogst enkele maal het geval geweest. Verd. De H.: Een enkele maal! Eiken Zaterdagmorgen kwam ik een kwartier vroeger. De President: En voor dat kwartier nam u 5 Kg. vet. Alle schaamtegevoel 6ohijnt uit u geweken. iDe Czaar van het Abattoir Daarop wordt gehoord de oud-opzie h- ter van hetabattoir M. B. S c h r fi de r, die inlichtingen geeft, over de toestam den, zooals ze aa.n het abattoir bestonden in den tijd, dat Dr Dhont directeur was. Uit zijn verklaringen bleek dat het pereoneel van het abattoir door den directeur veelvul dig voor eigen dieneten werd gebruikt. Al tijd waren er een paar man bezig aan het zolder opruimen, zeilboenen, glazen zeemen, enz. De schilder van het abattoir was onge veer a.ltijd voor Dr Dhont aan den gang. Een ander heeft ongeveer drie maanden achter een gewerkt in den moestuin van Dr Dhont waar van alles gekweekt werd. 1-Iet blijkt uit de verklaringen van getuige dat hij het met Dr Dhont niet al te best kon vinden. De President: En hoe was het nu met Dr Westholz? Getuige: Met Dr Westholz heb ik het altijd goed kunnen vinden, maar wat had deze te zeggen? Dr Dhont was de Czaar, die aan het abattoir alleen te bevelen had. Het was getuiges indruk, dat Dr Dhont van de wantoestanden volkomen op de hoog te was. De halwerker P. W. Baggerman verklaarde aangenomen te zijn met vooruit zicht op verval. Dat verval bedroeg ongeveer 1 A 1.25 per week. Getuige vertelt verder van een pensenhandel met Bierman, die wel eens per maand betaalde aan de directeur, die het ontvangen geld onder de hal werkers verdeelde. De grossier A. Broere verklaarde aan de keurmeesters fooien te hebben gege ven. Dat was gewoonte. De President: Was het ook niet, om dat de keurmeesters wel eens een oogje dicht deden? Getuige: Neen. Wel werden soms var kens met gebroken pooten goedgekeurd, zon der aansnijding, maar dat gebeurt ook nu nog. Do President: Maar u kreeg er de boodschap bij, dat u moest zorgen dat de keurmeester er geen last van kreeg. Getuige zegt op nadere vragen nog, dat hij in 1933 nog fooien gegeven heeft aan de verdachten R. BI. en Bo. De grossier H. Roos heeft er bij Dr Westholz, die na die ja/ren directeur was van het abattoir, over geklaagd, dat het vleesoh dat van buiten de gemeente werd aangevoerd in het keurlokaal niet werd ge wogen, doch geschat. Get. J. A. G r o e n e n d a a 1, halwerker, is onder Dr. Houdt meermalen gerequireerd om schoonmaakdiensten te doen in de dienstwoning van den directeur. De hal werker P. J. Terpstra heeft langen tijd in den tuin van Dr. Dhont ge werkt. Hij heeft daarvoor nooit extra beloo ning gekregen. Voor verd. De H. heeft ge tuige wel eens kippen verzorgd, die De H. op het abottoir hield. De veearts B .Crezée doet mededee- lingen van een voorval, dat zich afgespeeld heeft in den tijd, dat de Dr. Westholz adj.- directeur van het slachthuis was. Get was eens door een boer gehaald bij een heel slechte koe. Op de vraag van den boer, of get meende dat die koe zou worden goed gekeurd had get ontkennend geantwoord. Een paar dagen later had de boer get. ver teld, dat hij de koe voor f 200 verkocht had aan iemand in Hillegersberg, dat ze ge slacht was en goedgekeurd. „Daar moet je den weg voor weten". Het dier was, naar de boer verder verteld had, per wagen naar het slachthuis vervoerd en in een zij straatje gelost en dat Kollaardt aan den keurmeester f 10 had betaald. Getuige heeft daarop het abottoir in- gelicht en toen hij later Dr. Westholz sprak had deze hem toegevoegd: Moet je onzo dienst blameeren? Naar get. meent is deze zaak niet verder onderzocht. De hal werk er P. C. Wensyoort heeft ook wel in de dienstwoning van Dr. Dhont gewerkt. schilder H. v. Dam deed even eens wel persoonijlke diensten voor Dr. Dhont. Een enkele maal heeft hij messen geslepen Dr. Dhont opnieuw gehoord. Vervolgens werd dr. Dhont opnieuw ge hoord over de verklaringen van de getuige Schroder, die in 1905 aan het abattoir ge komen is en dadelijk gehoord had dat er „gebaskerd" werd en die een rapport over misstanden aan het abattoir aan dr. Dhont heeft uitgebracht. Dr. Dhont zegt wel moeiijkheden ge had te hebben met Schroder, die zich aan kwaadspreken over hem had schuldig ge maakt en die een ongepaste controle uit oefende op zijn directeur over werkzaam heden die deze deed als rijksambtenaar n.l. als plaatsvervangend districtsveearts. Dr. Dhont herhaalt zijn reeds vroeger af gelegde verklaring, dat hij nooit geweten heeft dat er toestanden aan het abattoir hebben bestaan zooals nu gebleken. Getuige kon dat ook niet weten, als dat hem niet werd meegedeeld. Hij kwam den laatsten tijd niet zooveel meer bij de keuring. Hij liet dat over aan de andere heeren èn kwam niet meer zoo direct met de keurmeesters in aanraking. De president: Maar die toestanden betroffen niet alleen de laatste jaren. In 1907 en 1914 en 1916 zijn er ernstige grie ven te uwer kennis gebracht en men maakt u er een grief van dat u toen niet een diep gaande instructie hebt gehouden-om het kwaad den kop in te drukken. Getuige ontkent oogluikend te hebben toegestaan, dat er fooien werden gegeven Wel wist hij van het bestaan van een sfeer waarin verkeerde dingen gebeuren, omdat daarin mcnschen verkeeren die maar al te graag de wet willen ontduiken. Omdat hij dat wist, heeft hij meermalen den keur meesters voorgehouden, dat zij als eerlijke menschen hun plicht hadden te doen. Hij is soms wel eens wat te toegeefelijk geweest, maar hij was dat met nobele bedoelingen en zeker niet om toestanden in de hand te werken die niet door den beugel konden. De president vraagt aan de verdach ten of zij zich wel herinneren dat dr. Dhont hen ernstig heeft onderhouden. Geen der verdachten weet het, behalve De H. Getuige dr. Dhont geeft toe, dat er wel werkzaamheden in den tuin werden ver richt. Dr. H o u t h u i s is van oordeel, dat het voor een keurmeester aan het Rotterdam sche abattoir onbestaanbaar was eerlijk te blijven, zoolang het mogelijk was, dieren binnen te brengen, die niet betaald en keurd werden. Hoe noodzakelijk het een levende keuring in tc voeren moge uit enkele cijfers blijken. Van 25 Augustus af is de levende keuring ingevoerd. Tot eind 1933 is voor 448 dieren een voorwaardelijke vergunning tot slach ten gegeven en in het loope'nde tijdvak van 1934 aan 874 dieren. Onder die ruim 1300 wrakke dieren zouden zeker 36 gevallen zonder de levende keuring verdonkere maand zijn geworden en in 152 gevallen zou het ontdekken zeer moeilijk zijn ge weest. want onze slachters zijn ware artis- ten in het verwijderen van pathologische afwijkingen. Ten bewijze dat aan het Rot terdamsche abattoir ook goed vleesch wordt aangevoerd, zei dr. Houthuis, dat er in den zelfden tijd 31.000 normale slachtingen heb ben plaats gehad met 54 afkeuringen, ter wijl van de 1300 wrakke koeien er 74 wer den afgekeurd. Wel een bewijs dus, dat de levende keuring noodzakelijk is. Ten opzichte van de verdachten S. en BI. merkte dr. ITouthuis op, dat door hun op treden bereikt is, dat de frauduleuze slach tingen in Ouderkerk a. d. IJssel ontdekt zijn kunnen worden. Van BI. heeft getuige altijd den indruk gehad, dat hij met groote plichtsbetrachting zijn werk heeft gedaan en het is hem onbegrijpelijk dat deze man voor de verleiding is bezweken. Ook in de andere keurmeesters heeft getuige na zijn optreden als directeur niets onregelmatigs gezien. Hierna wordt gepauzeerd. Het requisitoir. In de middagzitting is het woord aan der vertegenwoordiger van het O.M., mi*. E'. D. H. Schutter, voor het nemen van zijn requisitoir. Het O.M. herinnert aan de bekentenissen .an zeven der verdachten afgelegd tegen over den inspecteur van politie Valke, waar op zij later bij den rechter-commissaris weer zijn teruggekomen, dat zij op verschillende punten lium bevoegdheid als keurmeester hebben overschreden. Het O.M. meent dat wat deze getuigen in het eerste onderzoek hebben gezegd, juist is. Uit het getuigenver hoor is voorts gebleken dat zij daarvoor be looningen hebben aangenomen, zoodat be wezen is, -dat deze verdachten op die punten tegen de gestelde bepalingen hebben gezon digd. Het O.M. ging in bijzonderheden na in welke gevallen de verschillende verdachten een bekentenis hebben afgelegd. De deskun digen van de verdediging stemmen niet in alles overeen met dr. van der Slooten, doch volgens de meening van het O.M. stonden deze deskundigen niet zoo vrij als Dr. Van der Slooten, omdat toch wel gebleken is, dat de deskundigen aan de verdediging .van de verdachten te veel de vrije hand hebben gelaten. Ook ten opzichte van De IT. is het bewi's geleverd. Uit de verschillende getuigenver klaringen is wel gebleken dat deze verdachte allerminst vies was van het aannemen van fooien. Daarbij heeft men het vaststaande feit, dat geconstateerd is door getuige Kok, welke verklaring naar het O.M. uitvoerig aantoont, overeenkomstig de waarheid moet worden geacht. Ook uit de verklaringen van Stedehouder is op te maken dat De H. aan do knoeierijen heeft meegedaan. Het O.M. zal echter aan dezen verdachte niet de verduis tering van do beenderbonnen en van de zwezerikken kunnen bewijzen; wel echter de diefstal van het vet. Knevelarij heeft hier niet plaats gehad. De dwang die De H. op de betreffende menschen heeft uitgeoefend was "an dien aard dat zij maar willoos goedvon den wat De II. deed. Al hebben deze na hei wegnemen van het vet er in toegestemd dat De H. dit vet behield, toch is dit een feit van diefstal'. Het bewijs acht het O.M. tegenover allo verdachten geleverd. Komende tot de straf maat zeide het O.M. vóór de zitting een andere straf in het hoofd te hebben gehad, dan hij thans zal eischcn. Het O.M. kan toe geven dat de toestanden aan het abottoir niet prima waren, en dat men zeer zeker door het nalaten van de keuring van het levende vee, de handelingen van verdachten in de hand heeft gewerkt. De andere dingen, die men tegen de leiding van het slachthuis heeft aangevoerd als het werken in de dienstwoning en in het tuintje, en den dief stal van gas, had do verdediging beter ach terwege kunnen laten. De voorloopige hech tenis wil het O.M. van de straf aftrekken. ITet verdedigt het houden van deze verdach ten in voorloopige hechtenis hetgeen noodig was om de zaak tot een goed ei ml*; te bron- gen. Al wil spr verschillende omstandighe den in aanmerkiiw nemen hij 1 jn toch niet ver gaan aLs de tegenwoordige directeur het slachthuis, dat het .voor de verdach ten bijna onbestaanbaar zou zijn dat zij eer lijk gebleven zouden zijn. Het O. M. acht voorts redenen aanwezig om alle verdachten over één kam te sche- Over alle verdachten zijn gunstige re- classeeringsrapporten uitgebracht, doch de daad is te ernstig voor een voorwaardelijke De eisch Het O. M. eischt dan tegen ieder der verdachten een gevangenisstraf van zes maanden, na aftrek van voor arrest. MEVR. JANSEN-JORDI VOOR HET HAAGSCH GERECHTSHOF EEN BRUTAAL STAALTJE VAN VALSCHE VERKLARING Het pleidooi van den verdediger Het Haagsche Gerechtshof behandelde gist levr. J. H. M. J.—J.. ng, wegens uit- diie door de Rotterdamse oordeeld tot IJ jaar ge tot onmiddellijke gevatis lokking tot meineed, lolcklng tot meineed ln do opliohtingszaak tegen den gewezen inspecteur van de Rotter damsche Electrische Tram. J. H. S.. die door zijn superieure positie eenige men schen. bij dat bedrijf In dienst, onder valache voorspiegelingen had bewogen tot afgifte van groote bedragen, o.a. dat 2ij daardoor een betere positie zouden verkrijgen, hetgeen ech ter zou zijn geschied op Instigatie van de thans als verdachte in hooger beroep terecht staande ital getuigen, afle; echtpaar Piel tgen van val de bei hebben bewogen tot hei •rklaringen, onder eede, uld te ontlasten. P. behoorde nl. tot de do< dupeerden. Verdachte gaf een uiteenzetting omstandigheden, en zeide bij Pietersoi aan huis te zijn gekomen, nadat S. reei gedetinei otidei al: U hebt vlei icht. wegens uitlokking van meineed ter zitting is Getuige J. Ptete-rson, die als getuige 'n de zaak-S, is gehoord, heeft toen verklaard, dat hij niet meer wist, dat S. hem eenige voorspie geling had gedaan. Later heeft hij die verklaring herroepen en erkend, dat hij zéér wel wist, wat S. hem had voorgespiegeld. S. was de meerdere van hem bij de Rott tram en hij had tegenover get allerlei beloften uitgesproken, waaraan get. geloof had gehecht. Toen S. In het Huis van Bewaring zat, is verd. herhaaldelijk bij get. thuis geweest om hem en zijn echtgenoote te bewegen de schuld van S. te betwisten. Meer malen heeft verd. bedragen in geld van get weten los te krijgen. Get. J. H. Ringeling, echtgenoote van Pieterson. verklaarde in denzelfdcn zin als haai man. Verdachte zou o.a. hebben gezegd, dat. in- zij al het geld, dat zij aan S. hadden geleend, kwijt zouden zijn. Verdachte zegt. dat zij nooit is gehoord over hetgeen P. en zijn vrouw voor de recht bank hebben verklaard naar haar meening valsohelijk om zelf uit de doos te blijven. Mej. P. kende S. als 15 h 20 jaren en had blijk baar groote i verplichtingen jegens hem, doch mej. P. heeft niet haar eigen broer. die door zijn vrouw was verlaten, aan 25 willen hel pen. Van hetgeen het echtpaar P. verklaart, is, volgens haar, alles onwaar, ook hetgeen zij voor de rechtbank hebben gezegd. De procureur-generaal. Mr J. A. de Viseer heeft zelden zoo brutaal staaltje van valsche verklaring meegemaakt. Deze verd. heet liegen wat zij zelf heeft uitgelokt om onder De rechtbank heeft r wkeurig onderzoek door deze verd. zlj-n misleid, die door haar lange verhalen en geldzucht vier menschen. t. w. het echtpaar Pieterson, Rogge en Stella In het ongeluk heeft gestort. Deze stokersvrouw deed het met haar verhalen voorkomen, alsof zij van adellijke familie was. Zij heeft de menschen ge dreigd, dat zij hun betrekking zouden verliezen, indien zij niet verklaarden, wat deze verd. van hen verlangde; (lat haar broer baron was geworden en wel zijn invloed zou aanwenden, Spr. acht de door de rechtbank opgelegd» straf van 11 jaar niet streng genoeg en hij re- quireert dan ook vernietiging van het vonnis en veroordee-ling van deze verd. tot een ge- zaak hebben verklaard, dan is schuldig. Doch welk u-wii.j i* «l.airvo-»r aan wezig? Wanneer het Hof uit vrouwen bestond, dan zou spr. het zich nog wel kunnen inden ken. maar mannen staan anders tegenover der gelijke verhalen. Men moet het niet voorstellen alsof S., die voor 40.000 aan oplichtingen pleeg de. het onschuldige mannetje is, en dat eigen lijk alle schuld daarom op rekening van deze geworden om verklaringen in het nadeel van mevr. J.J. af te leggen. Hun belconing zouden zij er wel voor krijgen ln de uitspraak van de rechtbank, die hen vam mein eed vrijsprak, beteelcent reeds een mooie beloo ning. Men wil alle schuld op deze eene verd. leggen. Wel hebben P. en zijn vrouw onder eede van de rechtbank geheel anders gesproken, maar dat zou allemaal meineedlg zijn geweest en in het geheel geen waarde hebben. Pleiter kan zich niet voorstellen, dat plotseling alles wat het echtpaar S. thans verklaart, wel overeen komstig de waarheid is. Deze menschen zijn wraakzuchtig geworden en zij leggen er nu nog maar 'n schepje bovenop om deze verd. er onder Wanneer het Hof zich losmaakt van al het geen om deze zaak heen is geborduurd, dan kan het deze verd. niet tot 3 jaar gevangenis straf veroordceJen, doch zal hfet de grootst mo gelijke clementie toepassen. Verdachte zegt nog dat zij de dupe vaat EEN KERKDIEF In September van het vorige jaar werd In het Gooi een groot aantal kerkdiefstallen gepleegd Ook tot Amsterdam strekte ztoh blijkbaar het operatieterrein uit; in den nacht van 22 op 23 September werd een man op heeterdaad betrapt bij een poging tot inbraak in de St Ritakerk aan den Buiksloterweg bij het Hagendoornpiein Thans stond de man in hooger beroep terecht voor het Gerechtshof te Amsterdam. De recht bank had hem op 19 Januari veroordeeld tot twee en een half Jaar gevangenisstraf met af trek van twee maanden voorarrest. De procureur-generaal was van meening, dat tot diefstal ln de St. Rita Kerk i Eisch vernietiging van het vonnis on verd.'t veroordeeling wegens poging tot diefstal in d» St Rita Kerk tot een gevangenisstraf van twe» De verdediger bepleitte vrijspraak en vroeg ▼erd.'s onmiddellijke invrijheidstelling, welk verzoek door het Hof werd afgewezen. Arrest 5 Juni. INBRAAK IN EEN GOUDSMIDSWINKEL cere K. en F. De r gevangenisstraf veroordeeld wegens de in- bil Begeer. Ook F. heeft reeds een groot i veTdediigers '.raden op Mr. Worst n de Jong. rest 5 Juni,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 7