DE ERVARINGEN
DER
„POSTJAGERS"
DE STERRENHEMEL
Don vrachtwagenbestuurders is het verbo
den om iemand mee te nemen, toch doen zij
het, maar dan zonder risico te loopen. Ze heb
ben evenals wij een gerechtvaardigd respect
voor de gendarmerie. De eenige oplossing
was dus 's nachts mee te rijden.
Zoo hebben we het dan ook geprobeerd,
maar heel wat nachtjes hebben we tever
geefs op den weg gestaan, vóór we de' 1SOO
K.M. tot Brindisi achter den rug hadden.
De eenige stukken, die we zagen, hebben we
overdag geloopen en we herinneren ons
hoofdzakelijk, dat het altijd stoof en we ge
makkelijk de boerenfamilies op ezeltjes voor
bijliepen; dat wil zeggen: Papa zat op den
ezel en de rest sjokte er achteraan.
Eenmaal hebben we ongevraagd een gratis
ritje gekregen. We liepen 's avonds op den
weg tusschen Milaan en Pavia, in de hoop
een karretje naar Genua te krijgen. Het kar
retje kwam niet, wel de regen .en daarvoel-
den we minder voor. Tegen 1 uur 's nachts
ontdekten we bij een klein spoorwegempla
cement een vrachtwagon en nog wel een
leege!
Een half uur later waren er geen late
wandelaars meer op den weg, maar wel
twee energieke slapers in den wagon, waar
van veiligheidshalve de deurtjes dicht wa
ren gedaan. Dat we dat noodig hadden bleek
wel toen we 's ochtends wakker werden in
een rijdenden trein. M'n vriend was met huid
en haar in zijn slaapzak gekropen en was
gauw genoeg klaar. Maar ik had groot toilet
gemaakt en heb een record in het snel aan-
kleedcn gebroken om gereed te zijn voor hel
ding stopte. We waren weer terug in Milaan
en wandelden een paar uur later weer in
hetzelfde straatje als de dag tevoren. Ik had
mijn pyama aan en mijn ondergoed in mijn
rugzak. Werkelijk iets om trotsch op te we
zen, niet veel menscben hebben zooiets mee
gemaakt!
In Rome zijn we zes dagen geweest, we
hebben bij vijf verschillende families gesla
pen en daar het niet altijd inclusief pen
sion was, werden de maaltijden over andere
families verdeeld. Rome is misschien erg
mooi maar héél zeker is het erg groot en ai
die logeer- en eetadresjes opschommelen
heeft heel wat moeite gekost. We hadden
ook meer dan genoeg van het op den weg
staan en probeerden een liefderijke trans
portonderneming te vinden om ons mee te
nemen.
Eenmaal had Ik een uurtje over en was bij
de „Piazza Venetia". Ik vroeg een agent
waar het paleis van Mussolini stond. „Komt
u maar mee mijnheer". Ik kwam terecht op
het politiebureau waar ze 3 uur noodig had
don om te ontdekken, dat ik geen communis
tische neigingen had. Samen zijn Eddy en
ik daar nog twee keer aangehouden; sinds
dien liepen we op een eerbiedwaardigeu af
stand om het plein heen.
Onze kousen worden een groot probleem.
Eerst hebben we de gaten hij elkaar getrok
ken, dat gaat vlug, maar toen werden ze al
gauw te klein en moesten we er toe ov rgaan
ze te stoppen. Zooiets lijkt heel eenvoudig,
systeem vlechtmatjes. De werkelijkheid is
heel anders, en 't vreemdste vonden we wel
dat je van zoo'n licht werkje pijn in je rug
kon krijgen!
't Meeste missen we wel de gezellige avon
den in Holland, waar je na het avondeten
„en familie" kopjes thee gaat drinken. Hier
bestaat geen huiselijkheid, je eet om 8 uur,
dan is alles afgeloopen.
Wel zijn de Italianen verbazend hulpvaar
dig. Als je den weg niet weet. zien ze er
heusch niet tegenop, een half uurtje met je
mee te loopen. Eén avond Jukte het niet, een
slaapadresje te vinden en vroegen we naar
een gratis nachtlogies aan een voorbijganger.
Direct een oploop van enthousiasten om je
te helpen. Eeu van hen strekte zijn hulpvaar
digheid zelfs zoover uit, dat hij me een 10
Lire-stuk in mijn hand duwde.
Verschillende malen waren ze echter ook
te aardig, en wezen ons liever een verkeer
den weg, dan ons teleur te stellen door te
zeggen: „Ik weet het niet"!
Capri, waar we een paar dagen mogen
logeeren in het huisje van een Hollandsche
familie, die in Napels woont, is voor ons
een dorado. We liggen uren op het strand
en zwemmen naar de groene grot, die niet
bewaakt wordt. We nemen hier rust en
gaan zoo nu en dan een stukje eten bij een
Hollandsch-Duitsche familie, die we speci
aal voor dat doel zijn gaan ontdekken. Den
laatsten dag krijgen we sandwiches mee
van Amerikanen, en beiden een lichte ver
liefdheid, er was een aardig dochtertje
Toen we in Noord-Italië informeerden
hoe de bewoners in het Zuiden waren, be
weerden ze daar: „Dat zijn geen Italianen,
dat zijn negers, we beschouwen alles ten
Zuiden van Rome meer als een. kolonie"
Wel voor het eerst tijdens onze reis zijn we
heel tevreden over de menschen. We rijden
alleen nog maar mee met luxe auto's en
krijgen alles zooals we dat dn Europa dach
ten te mogen verwachten.
De zakenlui alleen beginnen echt Ooster-
sche maniertjes te krijgen ën vragen je
graag een beetje te veel, wat ze echter da
delijk weer eraf doen als ze merken dat je
dat niet grappig vindt. We vragen bijvoor
beeld aan een eigenaar van een cafétje hoe
veel een kop koffie kost, en wijzen voor de
zekerheid oden kop aan, die we bedoelen. Je
krijgt anders beslist de kleinste die er tc
vinden is; Als we betalen moeten vraagt hij
IV2 inplaats van 1 Lire. „Hoe zit dat",
vraagt Eddy hem. „Ik heb er veel suiker in
gedaan, mijnheer", is 't antwoord. We be
danken hem daar vriendelijk voor en beta
len 1 Lire. Hij lacht, en schaamt zich niet
dat hij ons wilde afzetten, hij zou zich ge
schaamd hebben als hij het niet geprobeerd
had.
Bari. ter hoogte van Napels aan de Adria-
tische Zee gelegen, zal altijd een groote eu
goede herinnering voor ons blijven. We vin
den daar een Hollandsch schip met een
o\ervloed van bruine boonen en spek. We
zijn de gasten van de officieren, en hebben
niet genoeg plaals in onze rugzakken om
liet brood en de Hollandsche lekkernijen op
te bergen, die we van den Bussumschen
hofmeester meekregen!
Nu zitten we in Brindisi te wachten tot
er een bootje komt dat ons meeneemt naar
Athene. Veel kans hebben we niet, alles is
hier verboden, anders hadden we alland op
een visschersboot kunnen stappen
IN ZWITSERLAND EN ITALIË
menschen dikwijls in slaap vallen tijdens
zoo'n rustpartijtje en dan bevriezen. Daar
zijn we voor gewaarschuwd en als we begin
nen te geeuwen, gaan we er weer op los
Intusschen is het donker geworden, 1
spoor is onzichtbaar. We zien alleen nog de
stokken op afstanden van 25 M. van eikaar
langs het spoor in de sneeuw gestoken,
waartegen ze zich zwart af teekenen.
Weer een Schutzhaus. Snel loopen we deze
verleiding voorbij, zitten we daar eenmaal,
dan blijven we er, daarvan zij we overtuigd
Het is niet kosteloos en we zijn dan ook te
groote stijfkoppen om ons einddoel,
„Hospice", te laten schieten. „Nog 3 K.M.,
dat is toch niets joh!" moedigen we elkaar
aan, en grijnzen eens bedenkelijk, als we aan
den juist afgelegden weg denken.
Mercurius avondster.
De roode ster Antares
De sterrenhemel vertoont zich als een
koepelvormig gewelf, waaraan de sterren,
evenals de zod en de maan, in het Oosten
opkomen en in het Westen ondergaan.
De circumpolair-sterrcn, de stenen in de
omgeving der Pool, die men op het Noord-
kaartje binnen de gebogen lijn vindt, gaan
op onze breedte niet onder. Zij beschrijven,!
boven den horizon, volledige cirkels rond
de Poolster.
De Sterrenkaartjes.
De kaartjes stellen elk het halve hemel
gewelf voor, boven den Noordelijken en den
Zuidelijken horizon, in den stand van 15
Juni 's avonds te negen uur. Hetzelfde
aspect vindt men begin Juni te tien uur en
aan het einde der maand te acht uur.
Het Noorden vindt men gemakkelijk door
te letten op de Poolster, welke deel uit
maakt van het sterrenbeeld de Kleine Beer
en het eenige hemellicht is dat altijd op
dezelfde plaats staat.
De Sterrenbeelden.
De Kleine Beer staat rechtstandig boven
de Poolster; de Groote Beer of Wagen is
het zenith gepasseerd. Tusschen de beide
Beren kronkelt zich de Draak. De Tweelin
gen, die in het Westen ondergaan vragen
de aandacht wegens de aanwezigheid van
de planeet Mercurius. In het Oosten staat
de Arend, met de heldere ster Altair. Hoo
ger en meer zuidelijk vinden we het tame
lijk uitgebreide sterrenbeeld Slangendragei
met de Slang, en daarboven Hercules mei,
de beroemde, reeds voor liet - bloote oog
flauw zichtbare, sterrenhoop. De Maagd,
waarin de planeet Jupiter, is de meridiaan
gepasseerd, terwijl Leeuw en Kreeft ten ou
dergang neigen. Ongeveer in het Zuiden
verheft zich de Schorpioen, met de heldere
ster Antares van opvallend roode kleur.
Deze ster maakt wel een sterk contrast met
b.v. de heldere (witte) Wcga, alfa van de
Lier.
De kleur van een ster is afhankelijk van
de temperatuur. De witte sterren zijn
het heetst, de gele waartoe b.v. Capella,
alfa van de Wagenman, en de zon behooren
zijn) sterrekundig gesproken, van gemid
delde temperatuur, terwijl de roode, als b.v.
Aldebaran en Antares een lagere tempera
tuur hebben.
De temperatuur der sterren wordt tegen
woordig geschat voor de witte sterren op
tien- a elfduizend, voor de gele op vijf- a
zesduizend en voor de roode op twee-
drieduizend graden. Dit alles betreft de op-
pervlakte-temperaturen. Voor de warmte
graad van het inwendige der sterren wor
den getallen van millioenen graden ge
noemd.
De ster Antares heeft haar naam aan
haar roode kleur te danken. De naam Anti-
Ares beteekent: „mededinger" van Ar es,
de Grieksche naam voor de Romeinscho
lste grootte maar gaat 's avonds steeds
oorlogsgod Mars. Onder de planeten is
Mars n.l. de roodgekleurde. In werkelijk
heid hebben echter de roode en oranjeach
tige tinten van Mars en Antares niets met
elkaar te maken.
Zooals we boven zagen is de kleur van
een ster geheel afhankelijk van haar tem
peratuur. Bij een planeet daarentegen, die
licht en warmte van de zon ontvangt, moet
de kleur die zij vertoont, geheel verklaard
worden uit de gesteldheid van haar opper
vlakte, die bij Mars dus van roodachtige
tint moet zijn.
Zooals vooral op het Noord-kaartje te zien
is, verheft de Melkweg zich, in het N.O., al
weer hooger boven den horizon.
De Zon en de Maan.
De zon treedt 22 Juni 's morgens te 8 u.
3 m. in het teeken Kreeft. De zomer begint.
Het laatste kwartier der maan van 4 Juni
staat in de Waterman, de nieuwe maan van
12 Juni in de Stier, het eerste k w
tier van 20 Juni in de Maagd en de volle
maan Aan 27 Juni in de Schutter.
De Planeteu.
De planeten die voor waarneming in aan
merking komen zijn: Mercurius, Venus,
Mars, Jupiter en Saturnus.
De planeten of „dwaalsterren" zijn hemel
lichamen die tot het zonnestelsel behooren
en zich tusschen de vaste sterren bewegen.
Zij geven zelve geen licht maar worden door
ons gezien door het licht, dat zij van de zon
ontvangen.
Mercurius is in de. eerste helft der
maand onder bijzonder gunstige omstandig
heden te zien als avondster.
De helderheid der planeet neemt in
loop der maand wel geleidelijk af, maar
blijft toch die van een ster der lste grootte.
De grootste oostelijke elongatie (grootste
zonsafstand aan de sfeer) bereikt Mercurius
op 14 Juni. Men zoeke de planeet, die men
op het Noord-kaartje in de Tweelingen aan
gegeven vindt, in de eerste helft der maand
kort na zonsondergang boven den N.W. ho
rizon. De pijlpunt aan den voet der Twee
lingen wijst de plaats aan den horizon waar
te 8 u. 21) m. de zon is ondergegaan.
Venus, rechtloopend in de Ram en de
Stier is een schitterende morgenster, wordt
steeds beter zichtbaar en gaat aan het
de der maand 2 uren vóór de zon op.
Mars, rechtloopend in de Stier, is even
eens morgenster. De planeet is echter niet
helder, gaat ongeveer 1 uur vóór de zon op
en zal moeilijk zijn te zien.
Jupiter staat nagenoeg onbeweeglijk
in de Maagd, overtreft gedurende de maand
Juni in helderheid nog alle sterren van de
vroeger onder; aan het einde der maand te
middernacht.
Saturnus, in het sterrenbeeld de Wa
terman, komt 15 Juni reeds voor midder
nacht op en is dus in den nanacht zicht
baar.
De tijdsopgaven zijn in gewonen Amster-
dam*chen tijd. Zomertijd is dus één uur
later.
In de Decembermaand van het vorige jaar
vertrokken uit Bussnin twee jonge mannen,
die op den vaderlandschen bodem tevergeefs
naar werkgelegenheid hadden uitgezien, en
die het kloek besluit hadden opgevat, het
dan maar eens in fc'ederlandsch-Indië te pro-
beeren. Zij ondernamen den ontzaglijken
tocht per voet, omtjat zij daarin een uitste
kend middel zagen, 01n.de aandacht op zich
te vestigen. Wellicht zou hun dat, bij behou
den aankomst in de verre Oost, tot extra
Steun zijn. Zoo begonnen zij dan, met elk
slechts vijfentwintig gulden op zak, de uit
gestrekte wandeling, die hen thans reeds
bijna naar het doel vaa hun tocht heeft ge
voerd.
Uit een paar reis-brievcsn, die nog stammen
van het eerste deel der route, willen 'wij hier
het een en ander ontleenen; het is een be
lang» jjs. en leerrijk relaas.
Zwitserland, zoo schreef een dec beide
tocntgeiiuoten omstreeKs y Januari, zijn we
thar.s aoorgetroKken, het Meer van Genève
langs, en het 1-ihonedaJ door tot Bng. De
automobilisten schenen niet erg veel voor
ons te voelen, en het gebrek aan sympa
thie was wederzijds toen we na 7 dagen deze
22U K.M. achter ons hadden en alleen een
paar K.M. met een slee mee hadden mogen
rijden.
We zaten in Brig en aan de andere zijde
der Aipen lag iselle in Italië, als eerste in de
lange reeks van plaatsen waar we een intro
ductie hadden en waarlangs onze route dus
liep tot Brindisi.
Als jongen had elke heel hooge boom voor
mij een bijzondere bekoring en aantrekkings
kracht, die eerst voorbijgingen, ais ik in het
hoogste topje gezeten en mezelf overtuigd
hau, dat ik hem baas kon.
'n Dergelijke uitwerking heeft de Simplon-
pas op Lddy en mij gehad, temeer daar de
menschen, bij wie we informeerden of de
„postslee" nog overging, bijzonder bedenke
lijk keken toen we vertelden dat we geen
ski's hadden.
moest zijn, naar ons idee hadden-we er al
lang moeten wezen.
Eddy loopt een eindje achteraan en tel
kens als ik een booht omga, blijft hij stil
staan en schreeuwt: „Zie je al wat?". „Neen,
maar nu kan het niet meer ver zijn" roep
ik bemoedigend terug,, en spoed me naar de
volgende bocht, in de hoop vandaar het lang-
Bome, gezien van
af den PinciO'
Mijn voeten zijn gevoelloos, 'k kan mijn
evenwicht bijna niet meer bewaren. Hoe
vaak we dat laatste stuk gevallen zijn weet
ik niet, maar meer dan 100 Meter hebben we
geen een keer achter elkaar geloopen. Heel
dikwijls maar 50 Meter of minder.
Eddy loopt nu steeds voorop en ik ben
het, die verlangend luistert, als ik hem uit
„Gaat u liever met den trein, dan bent u
er ook veel vlugger!" ried een snuggerling
ons aan. Neen, nog afgezien van de geld
kwestie: de Simplon had ons te pakken en
om elf uur ging het er op los.
De weg is vrij goed, alleen veel te hellend
naar ons zin, maar dat is geen wonder, we
moeten ruim 1500 Meter stijgen over de 24
K.M., die ons van bet hoogste punt, van het
Hospice scheiden. Het heeft ook zijn voor
deden, talrijk zijn de skiërs, die zich hier
aan het oefenen zijn. Ze worden met enthou
siasme begroet als ze ons, den hellenden
weg af, tegemoet komen suizen.
De weg blijft sterk stijgen en al spoedig
hebben alleen nog de groentjes op skigebied,
die ons op rare buitelingen vergasten, onze
belangstelling. Onze verdere aandacht is ge
wijd aan het landschap en net smaiie, on
effen spoor in de hooge sneeuw, gemaakt
door de ijzers van de slee en de paarden
hoeven.
Om half twee bereiken we „Schutzhaus 2",
een cafétje. We zijn 10 K.M. opgeschoten in
2Vz uur eu heel tevreden als we hooren, dal
dit de normale tijd is. Minder aangenaam
is de belangstelling voor onze sohoenen,
daar schijnt nog iets aan te mankepren. We
hadden er nog wel kort geleden 'n paar ons
spijkers onder laten slaan en waren er sinds
dien geweldig trots op.
Na de lunch gaat het verder. Steeds woes
ter en mooier wordt het 0111 ons heen. Veel
genieten we er echter niet van, de sneeuw
is ook hooger en losser geworden. De enkele
skiërs, die zich door sleden naar boven heb
ben laten brengen, en ons nu tegemoet ko
men, worden als noodzakelijk kwaad 'be
schouwd. We moeten er voor uitwijken en
komen tot onze heupen in de sneeuw te
staan en dat lijkt grappiger dan het in wer
kelijkheid is. De sneeuw dringt in onze lage
sohoen911 en nu begrijpen wij eerst de ver
baasde blikken op ons schoeisel.
Verlangend kijken we uit naar „Schutz
haus 4", dat maar 8 K.M. van het vorige af
Italiaansch landschap uit de streek tusschen
Rome en Napels.
verwachte te zien en het achterwaarts te kun
nen berichten.
't Komt tenslotte maar het is niet prettig
te hooren. dat liet al half vijf is. Over deze 8
K.M. hebben we ruim 3 uur gedaan en de
sneeuw wordt nog steeds hooger.
't Café is niet verwarmd, mijn voeten wor
den ijskoud. Ik wil weer vlug verder.
Wc stappen op, aan het eind weten we het
Hospice met warm eten. bédden en rust bij
gastvrije monniken. Dit geeft ons moed door
te zetten, 't Wordt schemerig cn het spooi
vervaagt in de witte massa. Heel dikwijls
struikelen we en rollen languit in de diepe
sneeuw, waar wc soms een oogenblik heele-
maai in verdwijnen, 't Is éen'héele prestatie
weer overeind te krabbelen met je zware be
pakking. Meeslal blijven we dan ook even
liggen om uit te rusten, je ligt in de sneeuw
als in c.een diepen fapteuil. Geen wonder dat
Skisporen in de hooge berg-sneeuw.
het oog verlies. Misschien komt er een tee
ken, dat we er eindelijk zijn. Een enkele
maal gebeurt dat ook maar dan blijkt het
een hotel te zijn-dat gesloten is. We rooken
onze eerste sigaret om de teleurstelling te bo
ven te komen.
Het laatste stuk zullen we niet licht ver
geten. Het is al half negen als we de Hos
pice bereiken, en hoog tijd. Het blijkt dat
mijn schoenen vastgevroren zitten als de
Pndr ze uit'probeert te trekken. Terwijl wij
eten worden mijn voeten met ijswater gemas
seerd, en nog ldng daarna. Het duurt 3 uur
voor ze heelemaal ontdooid zijn. Daarna wor
den ze omzwachteld tot ze niets mensche-
lijk^meer hebben. Ik heb geboft volgons den
Prior. Ik vind dat ïiiaar betrekkelijk, vooral
als ik hoor dat ik de eerste dagen niet loo
pen mag.
't Is eén strop, maar als we hooren dat inei
iets lïeel bijzonders is orn met deze hooge
sneeuw cn zonder ski's of postslee het Hos
pice te hebben bereikt, zijn we toch verzoenu
met aen uitslag van onzen tocht.
De Prior zegt dat we op zijn kosten met de
postslee naar Italië mogen rijden, als we
weggaan. Het is te gevaarlijk met onze lage
schoenen. We vinden het een prachtidee cn
protesteeren geen oogenblik. Daarna duiken
We in bed onder geweldige donsen dekens.
Alles is trouwens geweldig geweest vandaag,
de witte woestenij waar we doortrokken, ons
geluk, de zoo juist gedemonstreerde eetlust
en het Hospice zelf, nog gebouwd door Na
poleon
Dwars door Italië!
Italië is weer een -herinnering, en een
slechte! Maar langzamerhand zullen we de
onaangenaamheden vergeten en ons nog al
leen maar verdiepen 111 de prettige herinne
ringen. Het vervelendste is wel, dat hei ons
bijna een maand gekost heeft om Italië door
te trekken en dat we er toch bijna niets van
gezien hebben. De eigenaars van luxe-auto's,
wien wij op den weg door handopsteken be
duidden, dat wij gaarne wilden meerijden,
deden allen of zij ons niet zagen.
Een kijkje op het eiland Caprl
STERREN:
*1? «2? *3E GR-
Ov.M. DE.K.
VENUS
MARS
JUPITER
SATURNUS