Ht
WOENSDAG 16 MEI 1934
DERDE BLAD PAG.
NMïonale Christen-Onderofficieren
Vereeniging
A o~.rf_ENE VERGADERING
TE UTRECHT
Bovengenoemde vereeniging hield Dins
dag in het Tehuis voor Militairen te Utrecht
haar algemeene vergadering. De groote ver
gaderzaal Was geheel gevuld toen de voor-
zitter, de heer C. Oranje, van Deventer,
om half elf de vergadering opende door te
laten zingen Ps. 27 vers 1 en 7. Nadat dc
geloofsbelijdenis was afgelegd (allen ant
woordden hierop met het zingen van Gezang
83 verzen 3 en 4) en het openingsgebed was.
uitgesproken, hield de heer. Oranje, na voor
lezing van Matth. 24 113. de volgende
rede:
In ons is de droeve herinnering aan het
groóte verlies, dat ons volk en dus ook ons
trof, door het verscheiden van de „Moeder
des Vaderlands". Nog heel versch ligt in het
geheugen do plechtige teraardebestelling van
tiaar, "Die zooveel voor ons volk gedaan
heeft. Haar persoon. Haar werk, maar bo
venal Haar liefde, waarmede zij ons omring
de, zaJ steeds in dankbare herinnering bij
ons blijven voortleven.
Ook werd van ons weggenomen de U allen
welbekende generaal-majoor b.d. Van Stëin-
Callenfels, in leven secretaris-penningmees
ter van den Nederl. Militairen Bond. Hoewei
wij niet rechtstreeks met hem in contact
stonden, hebben zijn wegen de onze toch
dikwijls gekruist. Dikwijls mochten we hem
als gast op onze algemeene vergaderingen
aanwezig zien.
Ook deze overledene zal steeds een plaats
in onze herinnering blijven innemen. Ik
moge U uitnoodigen emkele oogenblikken op
te staan, teneinde m stil gedenken hun na
gedachtenis te eeren. Hierop verhieven zich.
de aanwezigen van hun zitplaatsen ter her
denking van de dooden. Daarna ging de
voorzitter met zijn openingswoord voort.
Er zijn er die zeggen: het is een groote
tijd en ze hebben gelijk. Onze tijd is groot
in zijn uitvindingen, in zijn ontdekkingen,
in zijn wetenschap en kunst. De mensch
van onzen tijd schijnt soms oppermachtig
Anderen zeggen: het is een bange tijd.
en ook zij hebbqn gelijk. Onze tijd geeft op
velerlei gebied aanleiding om bang te zijn.
Bang voor onderen, bang 1 de toekomst,
bang voor het leven, maa >k bang voor
ons zelf.
Nog anderen noemen dezen tijd een apo-
kaiyptisrhe, d.w.z. op het naderend einde
der wereld wijzende tijd.
Ook dezen hebben gelijk want als we op
de teekenen der tijden letten en deze ver
staan, gevoelen we, dat we hoe lang zoo
meer naar den grooten eindstrijd gaan.
Daar is reden te over voor den grooten
Schepper aller dingen om Zijn schepping
met a.1 wat daarop leeft, te doen vergaan.
De massa, het grootste gedeelte van dc
menschheid is van God vervreemd.
Het aantal van hen, die bij laatste volks-
tellnig betuigden niet te willen gerekend
worden tot conige godsdienstige gezindte te
bchooren, was ontstellend groot.
Onder die nog kerkende menschen is een
gedeelte van hen, die nog te veel door oude
handen van familie en dergelijke aan de
kerk verbonden zijn om er nu reeds mee te
breken, maar waarvan verwacht moet. wor
den, dat ook zij eerlang den band met de
kerk zullen doorsnijden.
De actie van den Godloozen-Bond begint
al groot er afmetingen aan te nemen en
reeds in vele landen buiten het geweldige
Rusland heeft deze bond zijn trouwe aan
hangers en medewerkers.
Ook in ons land is deze beweging van den
godloozen boud doorgedrongen en ze is niet
bij de. grenzen 'blijven staan. Zie maar ron
dom U. Is het niet een wandelen op paden
van Godverloochening en mensclivergoding?
De kinderen kennen beter het straatliedje:
„We gaan naar Rome", dan het Hemellied
„Er ruischt langs de wolken", het lied over
Jezus' Naam.
Maar ook in den onderofficierskring, ja
ook in onze. vereeniging is verslapping en
verkouding van de liefde tot den arbeid en
derhalve ook tot den Mec.ster ingetreden.
Door de afvloeiingsmaatregelen der Regee
ring is het ledental beduidend geslonken.
Verschillende afdeelingen, welke tot voor
kort een behoorlijk aantal leden hadden,
zijn sterk in ledental achteruitgegaan. De
arbeid dearentegen is dezelfde gebleven,
oo zij niet eerder mtgebreid is. Hieruit volgt
anzelf dat van de overgeblevenen dubbele
krachtsinspanning vereischt wordt.
Het spreekt dan ook vanzelf, dat van
lauwheid cn laksheid geen sprake kan zijn,
zonder den arbeid te schaden. En toch, we
ontveinzen het ons nietj zijn er t.cekenen die
er op wijzen, dat de voortdurende spanning,
waarin, vooral door de onderofficieren ge
leefd wordt, niet zonder gevolg voor het
geestelijk lc\en aan de onderofficieren voor
bijgaat. Er is in de Vereeniging, hier en
daar, ja in verschillende afdeelingen een in
zinking waar te nemen, die met den mees
ten spoed moet worden opgeheven, wil de
•beid niet ten ernstigste door de lauwheid
rlaksheid geschaad worden en dat is nog
niet het ergste, maar daardoor wordt Gods
Koninkrijk geweld aangedaan.
Ook de vermindering van het ledental on
zer Vereeniging in de laatste jaren was van
God, ook dc moeilijkheden in ons maat
schappelijk leven en de moeiten en zorgen
in onzen geestelijken arbeid, het is alles uit
Zilne Hand ons toegekomen, maar daarom
ook onoet en zal dit alles medewerken ten
goede, al verstaan wij dit niet altijd direct.
Hier past ons enkel gehoorzaamheid aan het
gebod, blind zijnde voor de toekomst, omdat
we die rustig in handen van den I-Iemel-
schen Vader kunnen laten.
Na de rede waren aau de orde de vei>la
gen van Secretaris en Penningmeester.
Beide werden goedgekeurd. Uit het jaar
verslag klonk een dankbare toon. De ver
eeniging kan vac. veel zegen getuigen.
Voorts'werd een telegram van hulde ge
zonden aan H.M. de Koningin met den vol
gendon inhoud:
„De N.C.O.V., in jaarvergadering te
Utrecht bijeen, brengt Uwe Majesteit
eerbiedig hulde en bidt U 's Heer
zegen toe".
De vergadering betuigde door krachtig ap
plaus haar instemming met dit telegram.
Bij acclamatie werd tot Voorzitter der Ver
eeniging de heer C. O r an j e herkozen.
De heer P. Reitsma van Deventer werd
gekozen tot lid in de Ondersteuningsconv
Hierna voerden achtereenvolgens het
woord de heeren Majoor de Blusé (namens
de Offïc. Ver.); Ds. J. Bootsma (als leger -
predikant); de heer Gelevnse (namens de
C.O.O.V.) en dc heer II. Bolle (namens do
Nat. 0.0.V. „Pro Rege").
Nadat een gemeenschappelijke koffiemaal
tijd was gebruikt, werd des middags de ver
gadering voortgezet en hield de heer S.
Slot een causerie. Hieraan ontieenen wij
het volgende:
Spreker begint met te zeggen dat met het
oog op het kleine aantal leden der Vereeni
ging, van den arbeid der N.C.O.O.V. is ge
zegd wat eenmaal door Sanballat de Horo-
niet gezegd werd tot Nehemia en de zijnen
die aan de vervallen muren van Jeruzalem
bouwden: „Wat doen deze amechtige Jo
den?" ook van de leden der N.C.O.O.V. vaak
is'gezegd: „Wat doen deze amechtige N.C.
O.O.V.-ers?"
Maar evenmin als Nehemia, hebben de
leden der N.C.O.O.V. zich door de tegenstan
der laten afschrikken, maar hebben ze in
de Weermacht gewerkt, gebouwd aan het
geestelijke werk.
Echter, die arbeid kon evenals hij Nehemia
niet. immer voortgang hebben als noodig
en gewenscht was omdat het arbeidsveld
wijd van ruimte en groot was en -des volks,
het aantal bouwers en medewerkers te
Dat, tekort aan medewerkers heeft al
dus spreker meermalen afbreuk aan het
wenk gedaan, terwijl de vrees niet denk
beeldig is dat, het tekort in de toekomst nog
grooter zal worden.
Spreker betoogt de noodzakelijkheid van
de N.C.O.O.V. ook voor de toekomst, omdat
zoolang er een weermacht bestaat, ook het
geestelijke werk onder kameraden en onder
gcschikten zal moeten worden blijven ver-
icht.
Teineinde dien arbeid te kunnen blijven
.'orvullen zijn medewerkers noodig, in ver
hand waarmede spreker de noodzakelijkheid
betoogt van het winnen van leden uit het
Dienstplichtige kader van Christelijken
huize.
Daar heerscht allerwegen nog een ver
keerd begrip Aan de Weermacht onder ons
volk in het algemeen. Daar is nog groote
onbekendheid met de geestelijke arbeid die
door de N.C.O.O.V. wordt verricht in de
Weermacht, niettegenstaande de N.C.OO.V.
gedurig getracht heeft daarin verandering
te brengen, door o.a. sprekers te laten op
treden voor de verschillende Jongelingsver-
inigingcn.
Het resultaat was echter niet evenredig
aan den arbeid en met het oog daarop werd
het bijzonder het Dienstplichtig kader be-
werkt om deel te nemen aan den N.C.O.O.V.-
- beid, terwijl verwacht werd dat dit kader
bij terugkeer in het burgerleven van dien
beid gewag zou maken ieder in eigen
Hoewel ook die arbeid vaak teleurstellin
gen medebracht, had deze meermalen gun
stig resultaat met als gevolg dat vele dienst
plichtigen die voor het eerst in de kazerne
kwamen, door de voorlichting van het Dienst
nüchtig kader, niet geheel vreemd stonden
tegenover het kazerneleven -in het algemeen
en meer in het hijzonder gewapend waren
tegen de gevaren die in de kazernesamen-
leving dreigden.
Spi eker spreekt er zijn teleurstelling over
uit dat niet alle leden der vereeniging actief
zijn ten opzichte van het 'verven van leden
uit. het Dienstplichtig kader.
Ofschoon hij de moeilijkheden van dien
arbeid niet ontkent, meent hij dat en uit
organisatorisch en uit principieel oogpunt
deze arbeid dc volle aandacht behoort te
hebben van de beroepsleden der N.C.O.O.V.
Het Dienstplichtig kader is noodig tot
voortzetting van den arbeid, daartoe moet
het. zich aansluiten bij de N.C.O.O.V. e
de Afdeelingsvergaderingen worden voorge
licht.
Spreker wekt op met het oog op de be
zwaren die door sommigen tegen het wer
ken onder het Dienstplichtige kader worden
aangevoerd er mede rekening te houden
dat het jonge menschen zijn en dat het tact
vereischt hen aan het werk te binden.
Bovendien heeft het beroepskader tot taak
het Dpi. kader te leeren hoe het zijn taak
als Onderofficier als gezagdrager heeft te
vervullen, dat het weet op te treden ais
„Meerderen" van dc dienstplichtigen.
Arbeid onder het Dpi. kader is een Onder
officiers en legerbelang. Spr. dringt tenslotte
ernstig aan tot arbeiden en anderen op te
wekken tot medewerken aan het doel der
N.C.O.O.V. „Het bevorderen van de versprei
ding der Christelijke beginselen in het leger"
Na rondvraag werd deze vergadering ge
sloten met het zingen van Gezang 189
2 en 3. Daarna voLgde een vergadering van
de Chr. Sociale Onder-Offic. Vereeniging.
CHR. SOC. 0ND. OFF. VEREEN.
Gistermiddag kwam de Chr. Soc. Ond.
Off. Vereen, fe Utrecht in eerste jaarverga
dering hijeen. Waren voorheen de Chr. onder
officieren der Kon. landmacht in één Onder
officiersorganisatie vereenigd als uit
vloeisel van het reglement op de militaire
belangenvereenigingen zagen zij zich ge
drongen zich afzonderlijk in een organisatie
te vereenigen, die beoogt het behartigen
der belangen der leden in verhand staande
met hun militaire positie.
Alle leden van deze vereeniging zijn te
vens lid van de Nat. Chr. Ond. Off. Ver.
De voorzitter, de heer B. de Jager
Utrecht, opende de vergadering op gebrui
kelijke wijze, en sprak in zijn openingswoord
over de gewijzigde omstandigheden, door
dat de onderofficieren gedurende 30 jaar in
vrijheid hebben mogen vergaderen, cn nu
onder toezicht staan. Op dien maatregel
wordt geen kritiek uitgeoefend, maar Spr.
constateert, dat de getroffen maatregelen
een zwaren clruk blijven uitoefenen. Naar
aanleiding van hét voorgelezen Schriftge
deelte (Jer. 3) zegt Spr., dat de H. S. ons
meermalen het groote leed van Gods knech-
Een detachement
bereden politic uit
Den Haag ver
trekt uit de resi
dentie voor het
houden van een
vierdaaqschen af-
stands ril.
Een symbool van
saamhoorigheid 1
Helpt Uw noodlijdende land-
genooten. Gebruikt voor Uw
correspondentie
Crisis-Postzegels
Frankeerwaarde 5 ct.
idem 6
Aan alle postkantoren en
bij Uw Plaatselijk Comité.
ten beschrijft, doch steeds zoo,, dat hun
woorden niet terneer slaan, maar juist zijn
gericht om tot verootmoediging te komen,
en na belijdenis van schuld uit het leed
op te heffen.
Het bestuur der vereeniging heeft in het
korte tijdperk van het bestaan der organi
satie reeds getoond volkomen paraat te zijn.
Spr. wekte de vergadering op alkaar te
blijven schragen en steunen en deed een
beroep op de vergadering om geestdx-iftig te
volharden.
tiet jaarverslag van den heer A. de Rid
der te Nijmegen geeft uiting aan de moei
lijkheden, ondervonden bij de oprichting der
vereeniging in 1933. Nog altijd staan de
onderofficieren vereenigd in de C.S.O.O.V. op
het Schriftuurlijk standpunt dat de materie
wordt overheerscht door den geest. De vei
eeniging aanvaardt Gods Woord als richt
snoer voor haar daden en daarom deed hot
leed, dat voor het Chr. vereenigingsieven
der onderofficieren op sociaal terrein do-
zelfde lijn werd getrokken als voor hen
die zich door hun ongodisterij aan de zijde
de revolutie scharen. Het jaarverslag
kt er melding van hoe in den boezem
van het H. B. een conflict ontstond tusschen
de geestelijke vrijheid en het steunen van
het gezag, toen van de N.C.O.O.V. geëischt
werd, dat zij zich om te vormen had tot eerr
vereeniging, welke zou voldoen aan de be
palingen van het militaire belan geur eg le
nient. Het gelukte, dank zij den steun van
hooggeplaatste voormannen, de autoriteiten
te overtuigen dat er wel wegen waren te
vinden om aan den wensoh der Regeerhig
gevolg te geven, zonder dat de geestelijke
vrijheid en de steun en onderwerping aan
het gezag in het gedrang zouden komen.
Met blijdschap wordt melding gemaakt dat
de weermacht niet meer blootstaat aan die
openlijke aanvallen van een deel van ons
volk, waartegen zij zich steeds had te ver
dedigen. Als een bijzonderheid wordt ver
meld, dat op 1 Maart 1933 de administra
tieve rechtspraak haar intrede deed.
De vreugde werd getemperd door de af
vloeiing van ISO onderofficieren in April
1933, voor het overgroote deel huisvaders.
Met spanning wordt uitgezien welke de ge
volgen zullen zijn van he«t verslag der com
missie-ldenburg. 110 van de 212 leden heb
ben geen behoefte zich in afdeelingen te
vereenigen. Slechts S afdeelingen hebben
sich aaneengesloten. Naar de reden daarvan
behoeft niet gegist te worden, hoewel dit
als een overgangstijdperk beschouwd kan
worden. De ontwerpbegrooting van den heer
L. Mol te Delft sloot in ontvang en uitgaat
met een bedrag van f 2226, waarbij rekening
is gehouden, dat de contributie met ingang
van 1 Juli 1934- gebracht zal worden var»
f 1 op f 0.75 per maand.
Het jaarverslag 1933 en de begrooting 1934
werden zonder opmerkingen uit de vergade
ring goedgekeurd.
De heeren Donker uit Hoofddorp en Smal-
lenbroek uit Assen voerden over het vooi
stel tot contributieverlaging het woord. Zij
gaven in overweging daartoe niet voetstoots
over te gaan. Andere leden gaven in over
weging de contributieverlaging bij wijze
van proef in te voeren. Het H. B. vertrouwt
er op, dat de voorgestelde verlaging het
mogelijk zal maken de vereeniging in stand
te houden en geeft in overweging, gehoord
de stemmen uit dc vergadering, rciskassen
te vormen, opdat het mogelijk zal blijven
in grooten getale ter vergadering te komen.
De voorzitter, die aan de beurt van af
treden was, werd bij acclamatie herkozen.
Bij de rondvraag gaven zich acht sprekers
DONDERDAG 17 MEI
HUIZEN 1875 M.
K.R.O.
8.00—9.15 Morgenconcert.
NED. CHR. RADIO-VEREENIGING
10.00—10.15 Gramofoonmuziek.
10.1510.45 Morgendienst, door Ds. J. C.
Schröder.
10.45—11.00 Leger des Heils-kwartiertje.
K.R.O.
11.00—11.30 Gramofoonmuziek.
11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje door
Pastoor L. H. Perquin O.P.
12.00—12.15 nm. Politieberichten.
12.15—2.00 nm. Het K.R.O.-orkest o.I.v.
Marinus van 't Woud.
NED. CHR. RADIO-VEREENIGING
2.00—3.00 n.m. Cursus fraaie handwerken
door Mej. G. Abllj.
3.00—3.30 n.m. Vrouwenhalfuurtje. „Meis
jes die de moeite waard zijn", door Mej. E.
G. Lindeboom.
330—3.45 n.m. Gramofooomuziek.
3.45—4.00 n.m. Verzorging zender.
4.00—5.00 n.m. Bijbellezing door Ds. J.
Drenth.
5.00—530 n.m. Cursus handenarbeid voor
oDze jeugd, door H. J. Steinvoort: „De
beplakking van het brievenhangertje".
5.30—630 n.m. Concert: A. C. de Hoop,
viool. Mac. Crafford, studio-orgel.
630—6.45 n.m. Spreker namens de Vereen,
voor Volkenbond en Vrede: Prof. Mr. V.
H. Rutgers. Voorzitter der Vereeniging.
Onderwerp: „De 18 Mei-Vc'kenbondsdag."
6.45—7.00 n.m. C.N.V. Kwartiertje. Spre
ker J. Schipper.
7.00—pl-ra. 7.15 n.m. Politieberichten en
Persberichten van 't Ned. Chr. Persbureau,
pl.m. 7.15—730 n.m. Gramofoonmuziek, of
„Een greep uit het dagelijksch gebeuren".
7.308.00 n.m. Weekoverzicht: Wat er op
de wereld gebeurt", door Com. A. Crayë.
8.00—9.00 n-m. Enkrateia-uur. 1. Zang
door het Gemengd Dubbelkwartet „Geloof
en Strijd" te Utrecht, o.I.v. D. J. v. Doorne;
Slavernij, J. M. v. Doorne. 2. Toespraak
vau Mej. H. W. Crommelin: „Drank en
zending". 3. „Geloof en Strijd". Mor
gengebed, voor 5-stemmig gemengd koor,
M. v. Doorne. - 4. Toespraak van W.
Scheerema: „In dezen tijd met ons ten
strijd". 5. „Geloof en Strijd": Vrede, H.
L. Gokerman.
9.00—11.00 nm. Het N.C.R.V. Klein-Or-
kest, o.I.v. Piet v. d. Hurk. Solist: Theo
van der Pas, piano.
11.00—11.30 nm. Gramofoonmuziek.
HILVERSUM 301.5 M.
A.V.R.O.
8.01—10.00 Gramofoonmuziek.
10.01—10.15 Morgenwijding. Lezen: Johan
nes 16:1 15. Zingen: Psalm 97 :L
Vluchtheuvelzangen 1471.
10.15—10.30 Gramofoonmuziek.
10.30—11.00 Vioolrecital door Boris Lens-
ky. A. d. vleugel: Egbert een.
11.00— 11.30 Knipcursus kinderkleeding
door Mevr. Ida de Leeuw van Rees. 13e
les.
11.30'2.00 Pianorecital door Maarten Wils
12.01—2.00 n.m. Lunchconcert door het
Omroeporkest o.I.v. Nico Gerharz.
2.00—2.30 n.c. Elias van Praag leest schet
sen van Alex Frank. .Toooeelspclen in den
oud-i tijd". II. 1. De man, die het warm
had. 2. De Zeven Provinciën.
2.30—3.00 n.ip. Omroeporkest.
3.00—3.45 n.m. Vervolg-knipcursus door
Mevr. Ida de Leeuw van Rees. 23e les.
3.45—4.00 nm. Rustpoos voor het verzor
gen van den zender.
in Dijk
430—4.45 n.m. Gramofoonmuziek.
4.45—5.00 n.m. Aan den vooravond van
den Goodwill-Day. 1. Inleiding door Mevr.
A. van Maanen-Martin. namens_ het Ne-
derlandsche Goodwill-day-Comité. 2. Vre
desboodschap var. Nederland, uitgesproken
in het Nederlandsch. Engelsch en Esperan
to. 3. Fantasie van internationale volks
liederen. door Pierre Palla.
5.00—530 n.m. Voor grootere kinderen,
door Mevr. Antoinette van Dijk.
5.30—6.30 nm. Kovacs Lajos en zijn orkest
630—7.00 n.m. Sportpraatje door H. Hol-
7.00—7.25 n.m. Kovacs Lajos en zijn or
kest.
7.25—7.30 nm. Overschakeling op den ver
sterkten zender.
7.30—8.00 n.m. „Bergliefhebbersaan
dacht!!" Avro-reislezingen 1934. H. G.
Tulp. „Een uitgelezen tocht door Oosten
rijks Hoogland".
8.01—8.15 n.m. Vaz Dias.
8.05—8.15 n.m. Causerie door W. P. F.
van Deventer. „Het Nationaal Luchtvaart-
8.15—pl.m. 9.45 n.m. Aansluiting met het
Concertgebouw te Amsterdam. Het Con
certgebouw-orkest en het koor van de Maat
schappij tot Bevordering der Toonkunst
afd. Amsterdam. Solisten: To van der
Sluys sopraan; Suze Luger, alt: Louis van
Tulder. tenor, en Willem Ravelli, bas-
bariton. Leiding: Dr. Willem Mengelberg.
Beethoven-cyclus „Missa solemnis". voor
koor. solisten en orkest, in D gr. t-, op 123.
1. Kyrie: 1. Assai sostenuto Kyrie
eleison. 2. Andante assai ben marcato
Christe eleison. 3. Andante assai ben mar
cato Kyrie eleison. II. Gloria: 1. Allo-
gro vivace c meno allegro Gloria in Ex-
celsis Deo. 2. Larghetto Qui tollis mise
rere nobis. 3. Allegro maestoso: Fuga
Quoniam. 4. In Gloria Dei Patris. UI. Cre
do: 1. Allegro ma non troppo Credo ia
iiniim Deum. 2. Adagio Et incamatus
est. 3. Adagio espressivo. Cruxifixus
etiam pro nobis. 4. Allegro Et resurrexit,
5. Allegro ma non troppo Et vivam. 6.
Grave Et vitam venturi. IV Sanctus: 1.
Adagio Sanctus Dominus. 2. Praeludium
Benedictus. 3. Benedictus qui venit. V.
Agnus Dei: I. Adagio Agnus, agnus Dei.
2. Agnus Dei, doca nobis pacem. 3. Alle
gro assai Agnus Dei qui tollis pcccata
mundi. 4. Presto Agnus Dei, dona nobis
9.45—10.00 nm. Gramofoonmuziek
10.00—11.00 n.m. Kovacs Lajos en zija
11.00—11.10 n.m. Nieuwsberichten vaü
Vaz Dias.
11.10 n.m.—12.00 Gramofoonmuziek.
BUITENLAND
10.40 Oslo 1186 M.ï Reportage van hei
kinder- en studentendéfilé voor den koning.
6.10 nm. Wecncn 506.8 M.: R. N. Graaf
Coudenhove-Kalergi: „Das Ende dtr Krise"
S.20 n.m. Daventry 1500 M-: Eerste be
drijf van Richard Strauss' „Arabella", o.I.v,
Clemms Krauss.
8.20 n.m. Boekarest 212.6 M.: Opera-uit
zending.
8.20 n.m. Pariis (Radio) 328.2 M.ï Kamer
muziek. (Schubert: Hahn; Ibcrt; Roussel).
8.30 n.m. Kalundborg 1261 M.: Russische
muziek.
835 n.m. Radio Suisse Romande cn Bero-
miinster 443.1 M.: „L'Ami Fritz", opera
van Mascagnl.
9.15 n.m. Milaan cn Rome 368.8 M.t „La
Forza del Destino"; opera van Verdi, m.
m.v. Elisabeth Rcthberg; Armando Borgio-
li: Giavonni Martinelli e.a.
9.20 n.m- Keulen 455.9 M.: Symphonie-coa
cert. Om. de symphonie Ala this, der Ma
ler", van Hindemith, in eerste uitvoering.
9.40 n.m. Brcslau 315.8 M-: Concert. Elly
Ney. piano: Ludwlg Hoelscher, cello.
11.20 n.m. Oslo en Motala 1186 M.: Repor-
op ter bespreking van het rapport com-
missie-Idenburg. Het H. B. houdt er reke
ning mede, da.t dit een zaak is van politiek-
en regeeringsbeleid, dooh blijft op dit punt
zeer zeker diligent.
Na dankgebed van den heer F. v. d. Meu
ten sluit de voorzitter deze druk bezochte
vergadering.
Gemengd Nieuws.
SLA NAAR DE MESTVAALT
Op d'e groenteaaweilimg t.e Venlo zijn gieter
tengevolge veun de stopzetting van den in
voer van sla in Duitsohlaind van de 2500
kisten sla,, welke waren aangevoerd!, 2300
kisten naar de mestvaalt gebracht. Men
kon het minimum bod van 50 cent per 100
stuks niet krijgen.
KUIKENS IN DEN DOP
Krachtens het crisispluimveebesluit mo
gen na 19 April geen eendeneieren en na
3 Mei geen kippeneieren meer in broed
machines worden uitgebroed, zulks om een
overcompleet van pluimvee tegen te gaan.
De crisisdienst alhier kreeg aanwijzingen,
foofdpijncn
verdwijnen i
snel en zeker
door
Aspirin
TABLETTEN V£/
Uitsluitend verkrijg boerin deoronje-bondbuujejvoi»
dat bij J. van I. te Bergsohenhoek een
overtreding van deze Regeeringsmaatrcgei
was begaan.
Bij een onderzoek te Bergschenhoek tro»
men inderdaad een 300-tal eieren in een
broedmachine aan. Deze zijn in beslag geno
men en vernietigd. Tegen van I. is proces
verbaal opgemaakt.
WAT ZETTERS DURVEN!
In een artikel in de „Vrijz. Democraat"
over de I-Iaagsahe werkvenschaffing leest
men o.m. het valgendie:
Onder de dienst voor de Plantsoenen
worden o.a. aangelegd wandel-, rijwiel- en
ruiter paarden in de Westduinen; enz.
Eii#"<!< had zij rust gevonden!
Naar het Engelsch
(ii
Ineens vatte hij haar handen en sloot 7-e
in een ijzeren 'greep.
„Zeg iets!" mompelde hij heesch. „Spreek
tegen (mij. Troost mij, als je kunt. MjJ?1
hart zal breken...... O, Jeanne, Jeanne! V it
je clan niet, wat dit voor mij is? Ik heb
nooit te voren iemand lief gehad en ik ben
vijf-en-dertig. Liefde is zulk een verschrik
kelijke macht! Hoe zal ik het dragen?
„Als een man! Je hebt een leerschool
do'orloopen in het dragen van den last van
anderen en die zal je helpen, om nu ie
eigen pakje te dragen. En beklaag je niet
al te zeer; het is beter om lief te hebben en
er voor te moeten lijden, dan om in het, ge
heel de liefde te missen. Na een tijd zal je
moediger zijn. Je hebt toch ook je werk."
Zij keek naar hem op, met een glimlach;
hij was ook opgestaan, maar zij was
eéér, zéér bleek.
Ze stonden nu bij den ingang van de por
tiek in den wonderschoonen tuin uit te
kijken, zoo feeëriek, ais die op het oogen
blik beschenen werd door de eerste stralen
van het zilveren maanlicht.
Daar klonk weer het teedere refrein van
Esmay's lied:
„De Zee heeft haar paarlen, de Hemel
zijn sterren,
Maar mijn hart, mijn hart heeft zijn
Liefde!"
„Je hebt gelijk", zei hij met grooten
nadruk, „ik heb mijn werk. Je weet toch
wel, wat die oude wijsgeer zegt: „Heb uw
werk lief, want als gij het niet noodig hel t
uw dagélijkschen kost, dan kunt pij
het noodig hebben als geneesmiddel."
Daar zal ik het ipderen dag voor benoeven."
„Als geneesmiddel waarvoor?"
„Voor hartzeer."
„Daar zal ik het óók voor behoeven.^
Ze liet het hoofdje hangen en had de
woorden zacht gefluisterd. Toch had hij ze
verstaan.
Wat zijn mannen toch zelfzuchtig in hun
liefde en in hun leed! Hij had niet eens
gemerkt, dat zij ook leed. Zijn troosteloos
heid was alleen geweest om zijn eigen !ot,
een lot, waarin zij nu niét deelen ,zou.
Dit trof haai als zoo 'n onoverkomelijke
teleurstelling, dat. zij ineens haar geluks-
droom opgaf en dit ook wel degelijk als een
laatste vaarwel beschouwde.
Maar plotseling trad daar een verandering
in. Zijn oogen keken In de hare cn onge
looflijke vreugde vervulde haar het hart,
toen hij zich naar haar overboog en haar
een kus op de lippen drukte.
Het. volgende oogenblik was Jeanne alleen
en verborg zij het gelaat in de handen,
terwijl zij tranen stortte, maar nu van
vreugde.
Wat kwam hot er nu nog op aan, of zo
elkaar nooit meer zouden ontmoete.:: de
herinnering aan dit moment zou voor goed
de eenzaamheid bannen uit haar leven.
Eindelijk was de dag voorbij en op alle
mogelijke manieren had Jeanne nog trach
ten te helpen door kleine liefdediensten.
De jongens hadden haar nog voor het
laatst eens rondgeleid door den iuin cn haar
afscheid laten nemen van hun geliefde
konijnen; en Esmay had nog met haar op
gezeten, terwijl zij de laatste hand legde
aan het kleedcn van de pop, die een af
scheidscadeautje zou zijn voor Lailie. Maar
nu was het half elf; allen in huis waren
in bed ener was dus nu geen verontschul
diging meer, om langer op te zitten.
Jeanne was dien lieelen dag zeer opge
wekt geweest, maar, toen zij en Esmay haa:
kaarsen aanstaken en naar boven gingen,
viel het Esmay op, zóó bleeK en moe als
haar vriendin er uitzag.
„Je hebt te veel gedaan, Jeanne! Waarom
ie dien laatster» dag nu ook nog zoo druk
te maken? Of liever: het is onze schuld! En
mi moet je nog pakken. Mag ik je helpen?"
„Neen, zeker niet, kindje. Mijn dank voor
je goede bedoeling, maar alles ligt al karit
en klaar. Het pakken duurt nooit lang hij
een verpleegster."
Het was ook zoo 'n vreemde dag geween.
Jeanne had een gevoel, alsof ze jaren ouder
was geworden, sinds dien ochtend. Daar
om was het geen droeve dag geweest. Hoe
had dit ook kunnen zijn, terwijl ze nog de
verrukking voelde van dat heerlijk oo aan
blik van onderling verstaan van den
vorigen avond. En toch was hef geen blijdp
dag ook te noemen, want hun liefde hal
geen toekomst. Ze zou Keith niet weerzien,
- behalve dan misschien dat enkele oop-m
blik, als ze op den vroegen ochtend van
allen haastig afscheid zou nemen.
Dien heelen dag was hij weg geweest.
Aan de maaltijden had ze steeds te vergeefs
naar hem uitgezien en ook op den avond
had hij zich nog niet in den familiekring
vertoond. En toen ze nu werktuiglijk haar
koffer aan het pakken was, kwam er toch
ineens een gevoel van groote verlatenheid
over haar.
Daar hoorde zij een zacht tikken op d.;
deur en trad Winnie binnen, die zij al een
paar uur te bed gewaand had.
„Keith vraagt, of u een paar minuten hij
hem in den tuin zoudt willen komen. Hij
wacht u bij het hek."
Jeanne mocht, dan al wat verbaasd zijn
geweest, dat Keith Winnie had gekozen, om
die boodschap over te brengen, in ieder
geval toonde zij dit niet. Wel keek zij on
willekeurig wat verrast, toen het kind den
arm om haar heensloeg en haar kuste,
want Winnie had nog nooit zoo iets gé-
daan.
Keith had haar juist gekozen, hoofdzake
lijk, omdat hij meende, dat zij de eenigo
was in het huis, die zijn geheim vermoedde
Bovendien: het kind mocht nu wel veel
ondeugden hebben, ze was trouw en hield
van hem.
Het was buiten haast zoo licht, of het
midden op den dag was. Jeanne's hart
klopte van vrees en tegelijk van geluk,
want de man die haar daar wachtte, in de
schaduw van den met klimop begroeiden
muur, was immers haar geliefde.
Keith Walden stond met gekruiste armen
en gebogen hoofd tegen den muur geleund
waarop hij zijn hoed en zijn zweep hud
gelegd. Hij hief het hoofd op, toen zij na
derde, en zwijgend keken zij elkaar een
oogenblik aan.
„Je hebt mij hier geroepen?" vroeg zij
eindelijk.
„Ja. Ik mag jc wel mijn verontschuldi
ging bieden, dat ik je verzocht, op dit uur
hier te komen, maar ik voelde, dat ik je
spreken moest en ik wist er geen andere
manier op. Wij hebben immers liever niet
dat de anderen er iets van weten?"
Zij antwoordde niet. Hij sprak met klank-
looze stom, als iemand, die uitgeput is naar
lichaam en ziel. Jeanne hield den blik on
afgewend op zijn gelaat gericht, terwijl de
schrik haar om het hart sloeg.
„Ik heb gisteravond verkeerd gedaan en
ik kan geen andex-e vei-ontschuldigingen
bieden, dan dat ik mijn zinnen niet goed
bij elkaar had. Ik dacht... dat ik liet alleen
was,... die liefde voelde... Toen ik zag.
Hier viel hij zichzeive in de recté en
pleitte enkel nog: „Je wilt het mij toch
wel vergeven?"
„O, ja, zeker. Maar waarom
„Stil! Ik zal het je zegggen: omdat wij
moeten scheiden, Jeanne; omdat wij to<ii
nooit, trouwen kunnen. Ik wist dat al; dus
had ik het niet zoo ver moeten laten
komen. Nu heb jij ook verdi'iet Dat zal ik
mijzelven nooit kunnen vergeven."
„Maar wat is dan het verkeei'de er in?
Ik begrijp het niet. Ga je mij nu weg
sturen?"
„Kan je het dragen, Jeanne?"
Hij had haar beide handen gevat en zijn
bruine oogen leken wel zwart, terwijl zijn
gelaat spiex*wit was.
„Ja, Keith. Als jij het dragen kunt! Maar
waarom moest het eigenlijk? Is het,... om...
de anderen?"
„Ja, ik dacht, dat je het wel begrijpen
zoudtO, liefste, ik ben zoo arm! Met
ieder jaar word ik ax-mor. Als het niet docr
de genade van Miss do Roseville was. dan
zou ik geen dak boven mijn hoofd hebben,
lk was nooit van plan te trouwen; wist,
dat ik dit niet zou kunnen doen. Hoe zou
ik nu nieuwen last, nieuwe verantwoorde
lijkheid op mij kunnen nemen?"
„Je hebt ixi het eerst te veel ondernomen"
zei ze met trillende stem,
„Misschien dat dit zoo is. Den laatsten
tijd heb ik er wel eens zoo over gedacht.
Maar nu kan ik mij niet terugtrekkeu,
Jeanne!"
„En om der wille van hen ben je bereid
je zeiven cn mij op te offeren?"
Een oogenblik scheen hij niet in staat tot
eenig antwoord. Maar toen hij sprak, klonk
zijn stem vast en onvergelijkelijk feeder:
„Jij mag niet opgeofferd worden, Jeanne.
Daarom heb ik je laten roepen. Dc droom
is kort geweest, dan zal het verdriet ouk
kort zijn. Je hebt geen tijd gehad, om over
mij te denken, zooals andere meisjes over
den man, die haar lief heeft. Vanavond zal
alles voorbij zijn. Je heb je werk, na eenigen
tijd zal je mij vei-geten."
„En jij?Zal je ook zoo gemakkelijk
vergeten?"
Hij keek op naar den helderen hemel en
zei plechtig:
„Ik zal bidden, dat ik het heel mijn leven
gedachten houd!"
(Wordt vervolgd.)