Ht WOENSDAG 16 MEI 1934 DERDE BLAD PAG. NMïonale Christen-Onderofficieren Vereeniging A o~.rf_ENE VERGADERING TE UTRECHT Bovengenoemde vereeniging hield Dins dag in het Tehuis voor Militairen te Utrecht haar algemeene vergadering. De groote ver gaderzaal Was geheel gevuld toen de voor- zitter, de heer C. Oranje, van Deventer, om half elf de vergadering opende door te laten zingen Ps. 27 vers 1 en 7. Nadat dc geloofsbelijdenis was afgelegd (allen ant woordden hierop met het zingen van Gezang 83 verzen 3 en 4) en het openingsgebed was. uitgesproken, hield de heer. Oranje, na voor lezing van Matth. 24 113. de volgende rede: In ons is de droeve herinnering aan het groóte verlies, dat ons volk en dus ook ons trof, door het verscheiden van de „Moeder des Vaderlands". Nog heel versch ligt in het geheugen do plechtige teraardebestelling van tiaar, "Die zooveel voor ons volk gedaan heeft. Haar persoon. Haar werk, maar bo venal Haar liefde, waarmede zij ons omring de, zaJ steeds in dankbare herinnering bij ons blijven voortleven. Ook werd van ons weggenomen de U allen welbekende generaal-majoor b.d. Van Stëin- Callenfels, in leven secretaris-penningmees ter van den Nederl. Militairen Bond. Hoewei wij niet rechtstreeks met hem in contact stonden, hebben zijn wegen de onze toch dikwijls gekruist. Dikwijls mochten we hem als gast op onze algemeene vergaderingen aanwezig zien. Ook deze overledene zal steeds een plaats in onze herinnering blijven innemen. Ik moge U uitnoodigen emkele oogenblikken op te staan, teneinde m stil gedenken hun na gedachtenis te eeren. Hierop verhieven zich. de aanwezigen van hun zitplaatsen ter her denking van de dooden. Daarna ging de voorzitter met zijn openingswoord voort. Er zijn er die zeggen: het is een groote tijd en ze hebben gelijk. Onze tijd is groot in zijn uitvindingen, in zijn ontdekkingen, in zijn wetenschap en kunst. De mensch van onzen tijd schijnt soms oppermachtig Anderen zeggen: het is een bange tijd. en ook zij hebbqn gelijk. Onze tijd geeft op velerlei gebied aanleiding om bang te zijn. Bang voor onderen, bang 1 de toekomst, bang voor het leven, maa >k bang voor ons zelf. Nog anderen noemen dezen tijd een apo- kaiyptisrhe, d.w.z. op het naderend einde der wereld wijzende tijd. Ook dezen hebben gelijk want als we op de teekenen der tijden letten en deze ver staan, gevoelen we, dat we hoe lang zoo meer naar den grooten eindstrijd gaan. Daar is reden te over voor den grooten Schepper aller dingen om Zijn schepping met a.1 wat daarop leeft, te doen vergaan. De massa, het grootste gedeelte van dc menschheid is van God vervreemd. Het aantal van hen, die bij laatste volks- tellnig betuigden niet te willen gerekend worden tot conige godsdienstige gezindte te bchooren, was ontstellend groot. Onder die nog kerkende menschen is een gedeelte van hen, die nog te veel door oude handen van familie en dergelijke aan de kerk verbonden zijn om er nu reeds mee te breken, maar waarvan verwacht moet. wor den, dat ook zij eerlang den band met de kerk zullen doorsnijden. De actie van den Godloozen-Bond begint al groot er afmetingen aan te nemen en reeds in vele landen buiten het geweldige Rusland heeft deze bond zijn trouwe aan hangers en medewerkers. Ook in ons land is deze beweging van den godloozen boud doorgedrongen en ze is niet bij de. grenzen 'blijven staan. Zie maar ron dom U. Is het niet een wandelen op paden van Godverloochening en mensclivergoding? De kinderen kennen beter het straatliedje: „We gaan naar Rome", dan het Hemellied „Er ruischt langs de wolken", het lied over Jezus' Naam. Maar ook in den onderofficierskring, ja ook in onze. vereeniging is verslapping en verkouding van de liefde tot den arbeid en derhalve ook tot den Mec.ster ingetreden. Door de afvloeiingsmaatregelen der Regee ring is het ledental beduidend geslonken. Verschillende afdeelingen, welke tot voor kort een behoorlijk aantal leden hadden, zijn sterk in ledental achteruitgegaan. De arbeid dearentegen is dezelfde gebleven, oo zij niet eerder mtgebreid is. Hieruit volgt anzelf dat van de overgeblevenen dubbele krachtsinspanning vereischt wordt. Het spreekt dan ook vanzelf, dat van lauwheid cn laksheid geen sprake kan zijn, zonder den arbeid te schaden. En toch, we ontveinzen het ons nietj zijn er t.cekenen die er op wijzen, dat de voortdurende spanning, waarin, vooral door de onderofficieren ge leefd wordt, niet zonder gevolg voor het geestelijk lc\en aan de onderofficieren voor bijgaat. Er is in de Vereeniging, hier en daar, ja in verschillende afdeelingen een in zinking waar te nemen, die met den mees ten spoed moet worden opgeheven, wil de •beid niet ten ernstigste door de lauwheid rlaksheid geschaad worden en dat is nog niet het ergste, maar daardoor wordt Gods Koninkrijk geweld aangedaan. Ook de vermindering van het ledental on zer Vereeniging in de laatste jaren was van God, ook dc moeilijkheden in ons maat schappelijk leven en de moeiten en zorgen in onzen geestelijken arbeid, het is alles uit Zilne Hand ons toegekomen, maar daarom ook onoet en zal dit alles medewerken ten goede, al verstaan wij dit niet altijd direct. Hier past ons enkel gehoorzaamheid aan het gebod, blind zijnde voor de toekomst, omdat we die rustig in handen van den I-Iemel- schen Vader kunnen laten. Na de rede waren aau de orde de vei>la gen van Secretaris en Penningmeester. Beide werden goedgekeurd. Uit het jaar verslag klonk een dankbare toon. De ver eeniging kan vac. veel zegen getuigen. Voorts'werd een telegram van hulde ge zonden aan H.M. de Koningin met den vol gendon inhoud: „De N.C.O.V., in jaarvergadering te Utrecht bijeen, brengt Uwe Majesteit eerbiedig hulde en bidt U 's Heer zegen toe". De vergadering betuigde door krachtig ap plaus haar instemming met dit telegram. Bij acclamatie werd tot Voorzitter der Ver eeniging de heer C. O r an j e herkozen. De heer P. Reitsma van Deventer werd gekozen tot lid in de Ondersteuningsconv Hierna voerden achtereenvolgens het woord de heeren Majoor de Blusé (namens de Offïc. Ver.); Ds. J. Bootsma (als leger - predikant); de heer Gelevnse (namens de C.O.O.V.) en dc heer II. Bolle (namens do Nat. 0.0.V. „Pro Rege"). Nadat een gemeenschappelijke koffiemaal tijd was gebruikt, werd des middags de ver gadering voortgezet en hield de heer S. Slot een causerie. Hieraan ontieenen wij het volgende: Spreker begint met te zeggen dat met het oog op het kleine aantal leden der Vereeni ging, van den arbeid der N.C.O.O.V. is ge zegd wat eenmaal door Sanballat de Horo- niet gezegd werd tot Nehemia en de zijnen die aan de vervallen muren van Jeruzalem bouwden: „Wat doen deze amechtige Jo den?" ook van de leden der N.C.O.O.V. vaak is'gezegd: „Wat doen deze amechtige N.C. O.O.V.-ers?" Maar evenmin als Nehemia, hebben de leden der N.C.O.O.V. zich door de tegenstan der laten afschrikken, maar hebben ze in de Weermacht gewerkt, gebouwd aan het geestelijke werk. Echter, die arbeid kon evenals hij Nehemia niet. immer voortgang hebben als noodig en gewenscht was omdat het arbeidsveld wijd van ruimte en groot was en -des volks, het aantal bouwers en medewerkers te Dat, tekort aan medewerkers heeft al dus spreker meermalen afbreuk aan het wenk gedaan, terwijl de vrees niet denk beeldig is dat, het tekort in de toekomst nog grooter zal worden. Spreker betoogt de noodzakelijkheid van de N.C.O.O.V. ook voor de toekomst, omdat zoolang er een weermacht bestaat, ook het geestelijke werk onder kameraden en onder gcschikten zal moeten worden blijven ver- icht. Teineinde dien arbeid te kunnen blijven .'orvullen zijn medewerkers noodig, in ver hand waarmede spreker de noodzakelijkheid betoogt van het winnen van leden uit het Dienstplichtige kader van Christelijken huize. Daar heerscht allerwegen nog een ver keerd begrip Aan de Weermacht onder ons volk in het algemeen. Daar is nog groote onbekendheid met de geestelijke arbeid die door de N.C.O.O.V. wordt verricht in de Weermacht, niettegenstaande de N.C.OO.V. gedurig getracht heeft daarin verandering te brengen, door o.a. sprekers te laten op treden voor de verschillende Jongelingsver- inigingcn. Het resultaat was echter niet evenredig aan den arbeid en met het oog daarop werd het bijzonder het Dienstplichtig kader be- werkt om deel te nemen aan den N.C.O.O.V.- - beid, terwijl verwacht werd dat dit kader bij terugkeer in het burgerleven van dien beid gewag zou maken ieder in eigen Hoewel ook die arbeid vaak teleurstellin gen medebracht, had deze meermalen gun stig resultaat met als gevolg dat vele dienst plichtigen die voor het eerst in de kazerne kwamen, door de voorlichting van het Dienst nüchtig kader, niet geheel vreemd stonden tegenover het kazerneleven -in het algemeen en meer in het hijzonder gewapend waren tegen de gevaren die in de kazernesamen- leving dreigden. Spi eker spreekt er zijn teleurstelling over uit dat niet alle leden der vereeniging actief zijn ten opzichte van het 'verven van leden uit. het Dienstplichtig kader. Ofschoon hij de moeilijkheden van dien arbeid niet ontkent, meent hij dat en uit organisatorisch en uit principieel oogpunt deze arbeid dc volle aandacht behoort te hebben van de beroepsleden der N.C.O.O.V. Het Dienstplichtig kader is noodig tot voortzetting van den arbeid, daartoe moet het. zich aansluiten bij de N.C.O.O.V. e de Afdeelingsvergaderingen worden voorge licht. Spreker wekt op met het oog op de be zwaren die door sommigen tegen het wer ken onder het Dienstplichtige kader worden aangevoerd er mede rekening te houden dat het jonge menschen zijn en dat het tact vereischt hen aan het werk te binden. Bovendien heeft het beroepskader tot taak het Dpi. kader te leeren hoe het zijn taak als Onderofficier als gezagdrager heeft te vervullen, dat het weet op te treden ais „Meerderen" van dc dienstplichtigen. Arbeid onder het Dpi. kader is een Onder officiers en legerbelang. Spr. dringt tenslotte ernstig aan tot arbeiden en anderen op te wekken tot medewerken aan het doel der N.C.O.O.V. „Het bevorderen van de versprei ding der Christelijke beginselen in het leger" Na rondvraag werd deze vergadering ge sloten met het zingen van Gezang 189 2 en 3. Daarna voLgde een vergadering van de Chr. Sociale Onder-Offic. Vereeniging. CHR. SOC. 0ND. OFF. VEREEN. Gistermiddag kwam de Chr. Soc. Ond. Off. Vereen, fe Utrecht in eerste jaarverga dering hijeen. Waren voorheen de Chr. onder officieren der Kon. landmacht in één Onder officiersorganisatie vereenigd als uit vloeisel van het reglement op de militaire belangenvereenigingen zagen zij zich ge drongen zich afzonderlijk in een organisatie te vereenigen, die beoogt het behartigen der belangen der leden in verhand staande met hun militaire positie. Alle leden van deze vereeniging zijn te vens lid van de Nat. Chr. Ond. Off. Ver. De voorzitter, de heer B. de Jager Utrecht, opende de vergadering op gebrui kelijke wijze, en sprak in zijn openingswoord over de gewijzigde omstandigheden, door dat de onderofficieren gedurende 30 jaar in vrijheid hebben mogen vergaderen, cn nu onder toezicht staan. Op dien maatregel wordt geen kritiek uitgeoefend, maar Spr. constateert, dat de getroffen maatregelen een zwaren clruk blijven uitoefenen. Naar aanleiding van hét voorgelezen Schriftge deelte (Jer. 3) zegt Spr., dat de H. S. ons meermalen het groote leed van Gods knech- Een detachement bereden politic uit Den Haag ver trekt uit de resi dentie voor het houden van een vierdaaqschen af- stands ril. Een symbool van saamhoorigheid 1 Helpt Uw noodlijdende land- genooten. Gebruikt voor Uw correspondentie Crisis-Postzegels Frankeerwaarde 5 ct. idem 6 Aan alle postkantoren en bij Uw Plaatselijk Comité. ten beschrijft, doch steeds zoo,, dat hun woorden niet terneer slaan, maar juist zijn gericht om tot verootmoediging te komen, en na belijdenis van schuld uit het leed op te heffen. Het bestuur der vereeniging heeft in het korte tijdperk van het bestaan der organi satie reeds getoond volkomen paraat te zijn. Spr. wekte de vergadering op alkaar te blijven schragen en steunen en deed een beroep op de vergadering om geestdx-iftig te volharden. tiet jaarverslag van den heer A. de Rid der te Nijmegen geeft uiting aan de moei lijkheden, ondervonden bij de oprichting der vereeniging in 1933. Nog altijd staan de onderofficieren vereenigd in de C.S.O.O.V. op het Schriftuurlijk standpunt dat de materie wordt overheerscht door den geest. De vei eeniging aanvaardt Gods Woord als richt snoer voor haar daden en daarom deed hot leed, dat voor het Chr. vereenigingsieven der onderofficieren op sociaal terrein do- zelfde lijn werd getrokken als voor hen die zich door hun ongodisterij aan de zijde de revolutie scharen. Het jaarverslag kt er melding van hoe in den boezem van het H. B. een conflict ontstond tusschen de geestelijke vrijheid en het steunen van het gezag, toen van de N.C.O.O.V. geëischt werd, dat zij zich om te vormen had tot eerr vereeniging, welke zou voldoen aan de be palingen van het militaire belan geur eg le nient. Het gelukte, dank zij den steun van hooggeplaatste voormannen, de autoriteiten te overtuigen dat er wel wegen waren te vinden om aan den wensoh der Regeerhig gevolg te geven, zonder dat de geestelijke vrijheid en de steun en onderwerping aan het gezag in het gedrang zouden komen. Met blijdschap wordt melding gemaakt dat de weermacht niet meer blootstaat aan die openlijke aanvallen van een deel van ons volk, waartegen zij zich steeds had te ver dedigen. Als een bijzonderheid wordt ver meld, dat op 1 Maart 1933 de administra tieve rechtspraak haar intrede deed. De vreugde werd getemperd door de af vloeiing van ISO onderofficieren in April 1933, voor het overgroote deel huisvaders. Met spanning wordt uitgezien welke de ge volgen zullen zijn van he«t verslag der com missie-ldenburg. 110 van de 212 leden heb ben geen behoefte zich in afdeelingen te vereenigen. Slechts S afdeelingen hebben sich aaneengesloten. Naar de reden daarvan behoeft niet gegist te worden, hoewel dit als een overgangstijdperk beschouwd kan worden. De ontwerpbegrooting van den heer L. Mol te Delft sloot in ontvang en uitgaat met een bedrag van f 2226, waarbij rekening is gehouden, dat de contributie met ingang van 1 Juli 1934- gebracht zal worden var» f 1 op f 0.75 per maand. Het jaarverslag 1933 en de begrooting 1934 werden zonder opmerkingen uit de vergade ring goedgekeurd. De heeren Donker uit Hoofddorp en Smal- lenbroek uit Assen voerden over het vooi stel tot contributieverlaging het woord. Zij gaven in overweging daartoe niet voetstoots over te gaan. Andere leden gaven in over weging de contributieverlaging bij wijze van proef in te voeren. Het H. B. vertrouwt er op, dat de voorgestelde verlaging het mogelijk zal maken de vereeniging in stand te houden en geeft in overweging, gehoord de stemmen uit dc vergadering, rciskassen te vormen, opdat het mogelijk zal blijven in grooten getale ter vergadering te komen. De voorzitter, die aan de beurt van af treden was, werd bij acclamatie herkozen. Bij de rondvraag gaven zich acht sprekers DONDERDAG 17 MEI HUIZEN 1875 M. K.R.O. 8.00—9.15 Morgenconcert. NED. CHR. RADIO-VEREENIGING 10.00—10.15 Gramofoonmuziek. 10.1510.45 Morgendienst, door Ds. J. C. Schröder. 10.45—11.00 Leger des Heils-kwartiertje. K.R.O. 11.00—11.30 Gramofoonmuziek. 11.3012.00 Godsdienstig halfuurtje door Pastoor L. H. Perquin O.P. 12.00—12.15 nm. Politieberichten. 12.15—2.00 nm. Het K.R.O.-orkest o.I.v. Marinus van 't Woud. NED. CHR. RADIO-VEREENIGING 2.00—3.00 n.m. Cursus fraaie handwerken door Mej. G. Abllj. 3.00—3.30 n.m. Vrouwenhalfuurtje. „Meis jes die de moeite waard zijn", door Mej. E. G. Lindeboom. 330—3.45 n.m. Gramofooomuziek. 3.45—4.00 n.m. Verzorging zender. 4.00—5.00 n.m. Bijbellezing door Ds. J. Drenth. 5.00—530 n.m. Cursus handenarbeid voor oDze jeugd, door H. J. Steinvoort: „De beplakking van het brievenhangertje". 5.30—630 n.m. Concert: A. C. de Hoop, viool. Mac. Crafford, studio-orgel. 630—6.45 n.m. Spreker namens de Vereen, voor Volkenbond en Vrede: Prof. Mr. V. H. Rutgers. Voorzitter der Vereeniging. Onderwerp: „De 18 Mei-Vc'kenbondsdag." 6.45—7.00 n.m. C.N.V. Kwartiertje. Spre ker J. Schipper. 7.00—pl-ra. 7.15 n.m. Politieberichten en Persberichten van 't Ned. Chr. Persbureau, pl.m. 7.15—730 n.m. Gramofoonmuziek, of „Een greep uit het dagelijksch gebeuren". 7.308.00 n.m. Weekoverzicht: Wat er op de wereld gebeurt", door Com. A. Crayë. 8.00—9.00 n-m. Enkrateia-uur. 1. Zang door het Gemengd Dubbelkwartet „Geloof en Strijd" te Utrecht, o.I.v. D. J. v. Doorne; Slavernij, J. M. v. Doorne. 2. Toespraak vau Mej. H. W. Crommelin: „Drank en zending". 3. „Geloof en Strijd". Mor gengebed, voor 5-stemmig gemengd koor, M. v. Doorne. - 4. Toespraak van W. Scheerema: „In dezen tijd met ons ten strijd". 5. „Geloof en Strijd": Vrede, H. L. Gokerman. 9.00—11.00 nm. Het N.C.R.V. Klein-Or- kest, o.I.v. Piet v. d. Hurk. Solist: Theo van der Pas, piano. 11.00—11.30 nm. Gramofoonmuziek. HILVERSUM 301.5 M. A.V.R.O. 8.01—10.00 Gramofoonmuziek. 10.01—10.15 Morgenwijding. Lezen: Johan nes 16:1 15. Zingen: Psalm 97 :L Vluchtheuvelzangen 1471. 10.15—10.30 Gramofoonmuziek. 10.30—11.00 Vioolrecital door Boris Lens- ky. A. d. vleugel: Egbert een. 11.00— 11.30 Knipcursus kinderkleeding door Mevr. Ida de Leeuw van Rees. 13e les. 11.30'2.00 Pianorecital door Maarten Wils 12.01—2.00 n.m. Lunchconcert door het Omroeporkest o.I.v. Nico Gerharz. 2.00—2.30 n.c. Elias van Praag leest schet sen van Alex Frank. .Toooeelspclen in den oud-i tijd". II. 1. De man, die het warm had. 2. De Zeven Provinciën. 2.30—3.00 n.ip. Omroeporkest. 3.00—3.45 n.m. Vervolg-knipcursus door Mevr. Ida de Leeuw van Rees. 23e les. 3.45—4.00 nm. Rustpoos voor het verzor gen van den zender. in Dijk 430—4.45 n.m. Gramofoonmuziek. 4.45—5.00 n.m. Aan den vooravond van den Goodwill-Day. 1. Inleiding door Mevr. A. van Maanen-Martin. namens_ het Ne- derlandsche Goodwill-day-Comité. 2. Vre desboodschap var. Nederland, uitgesproken in het Nederlandsch. Engelsch en Esperan to. 3. Fantasie van internationale volks liederen. door Pierre Palla. 5.00—530 n.m. Voor grootere kinderen, door Mevr. Antoinette van Dijk. 5.30—6.30 nm. Kovacs Lajos en zijn orkest 630—7.00 n.m. Sportpraatje door H. Hol- 7.00—7.25 n.m. Kovacs Lajos en zijn or kest. 7.25—7.30 nm. Overschakeling op den ver sterkten zender. 7.30—8.00 n.m. „Bergliefhebbersaan dacht!!" Avro-reislezingen 1934. H. G. Tulp. „Een uitgelezen tocht door Oosten rijks Hoogland". 8.01—8.15 n.m. Vaz Dias. 8.05—8.15 n.m. Causerie door W. P. F. van Deventer. „Het Nationaal Luchtvaart- 8.15—pl.m. 9.45 n.m. Aansluiting met het Concertgebouw te Amsterdam. Het Con certgebouw-orkest en het koor van de Maat schappij tot Bevordering der Toonkunst afd. Amsterdam. Solisten: To van der Sluys sopraan; Suze Luger, alt: Louis van Tulder. tenor, en Willem Ravelli, bas- bariton. Leiding: Dr. Willem Mengelberg. Beethoven-cyclus „Missa solemnis". voor koor. solisten en orkest, in D gr. t-, op 123. 1. Kyrie: 1. Assai sostenuto Kyrie eleison. 2. Andante assai ben marcato Christe eleison. 3. Andante assai ben mar cato Kyrie eleison. II. Gloria: 1. Allo- gro vivace c meno allegro Gloria in Ex- celsis Deo. 2. Larghetto Qui tollis mise rere nobis. 3. Allegro maestoso: Fuga Quoniam. 4. In Gloria Dei Patris. UI. Cre do: 1. Allegro ma non troppo Credo ia iiniim Deum. 2. Adagio Et incamatus est. 3. Adagio espressivo. Cruxifixus etiam pro nobis. 4. Allegro Et resurrexit, 5. Allegro ma non troppo Et vivam. 6. Grave Et vitam venturi. IV Sanctus: 1. Adagio Sanctus Dominus. 2. Praeludium Benedictus. 3. Benedictus qui venit. V. Agnus Dei: I. Adagio Agnus, agnus Dei. 2. Agnus Dei, doca nobis pacem. 3. Alle gro assai Agnus Dei qui tollis pcccata mundi. 4. Presto Agnus Dei, dona nobis 9.45—10.00 nm. Gramofoonmuziek 10.00—11.00 n.m. Kovacs Lajos en zija 11.00—11.10 n.m. Nieuwsberichten vaü Vaz Dias. 11.10 n.m.—12.00 Gramofoonmuziek. BUITENLAND 10.40 Oslo 1186 M.ï Reportage van hei kinder- en studentendéfilé voor den koning. 6.10 nm. Wecncn 506.8 M.: R. N. Graaf Coudenhove-Kalergi: „Das Ende dtr Krise" S.20 n.m. Daventry 1500 M-: Eerste be drijf van Richard Strauss' „Arabella", o.I.v, Clemms Krauss. 8.20 n.m. Boekarest 212.6 M.: Opera-uit zending. 8.20 n.m. Pariis (Radio) 328.2 M.ï Kamer muziek. (Schubert: Hahn; Ibcrt; Roussel). 8.30 n.m. Kalundborg 1261 M.: Russische muziek. 835 n.m. Radio Suisse Romande cn Bero- miinster 443.1 M.: „L'Ami Fritz", opera van Mascagnl. 9.15 n.m. Milaan cn Rome 368.8 M.t „La Forza del Destino"; opera van Verdi, m. m.v. Elisabeth Rcthberg; Armando Borgio- li: Giavonni Martinelli e.a. 9.20 n.m- Keulen 455.9 M.: Symphonie-coa cert. Om. de symphonie Ala this, der Ma ler", van Hindemith, in eerste uitvoering. 9.40 n.m. Brcslau 315.8 M-: Concert. Elly Ney. piano: Ludwlg Hoelscher, cello. 11.20 n.m. Oslo en Motala 1186 M.: Repor- op ter bespreking van het rapport com- missie-Idenburg. Het H. B. houdt er reke ning mede, da.t dit een zaak is van politiek- en regeeringsbeleid, dooh blijft op dit punt zeer zeker diligent. Na dankgebed van den heer F. v. d. Meu ten sluit de voorzitter deze druk bezochte vergadering. Gemengd Nieuws. SLA NAAR DE MESTVAALT Op d'e groenteaaweilimg t.e Venlo zijn gieter tengevolge veun de stopzetting van den in voer van sla in Duitsohlaind van de 2500 kisten sla,, welke waren aangevoerd!, 2300 kisten naar de mestvaalt gebracht. Men kon het minimum bod van 50 cent per 100 stuks niet krijgen. KUIKENS IN DEN DOP Krachtens het crisispluimveebesluit mo gen na 19 April geen eendeneieren en na 3 Mei geen kippeneieren meer in broed machines worden uitgebroed, zulks om een overcompleet van pluimvee tegen te gaan. De crisisdienst alhier kreeg aanwijzingen, foofdpijncn verdwijnen i snel en zeker door Aspirin TABLETTEN V£/ Uitsluitend verkrijg boerin deoronje-bondbuujejvoi» dat bij J. van I. te Bergsohenhoek een overtreding van deze Regeeringsmaatrcgei was begaan. Bij een onderzoek te Bergschenhoek tro» men inderdaad een 300-tal eieren in een broedmachine aan. Deze zijn in beslag geno men en vernietigd. Tegen van I. is proces verbaal opgemaakt. WAT ZETTERS DURVEN! In een artikel in de „Vrijz. Democraat" over de I-Iaagsahe werkvenschaffing leest men o.m. het valgendie: Onder de dienst voor de Plantsoenen worden o.a. aangelegd wandel-, rijwiel- en ruiter paarden in de Westduinen; enz. Eii#"<!< had zij rust gevonden! Naar het Engelsch (ii Ineens vatte hij haar handen en sloot 7-e in een ijzeren 'greep. „Zeg iets!" mompelde hij heesch. „Spreek tegen (mij. Troost mij, als je kunt. MjJ?1 hart zal breken...... O, Jeanne, Jeanne! V it je clan niet, wat dit voor mij is? Ik heb nooit te voren iemand lief gehad en ik ben vijf-en-dertig. Liefde is zulk een verschrik kelijke macht! Hoe zal ik het dragen? „Als een man! Je hebt een leerschool do'orloopen in het dragen van den last van anderen en die zal je helpen, om nu ie eigen pakje te dragen. En beklaag je niet al te zeer; het is beter om lief te hebben en er voor te moeten lijden, dan om in het, ge heel de liefde te missen. Na een tijd zal je moediger zijn. Je hebt toch ook je werk." Zij keek naar hem op, met een glimlach; hij was ook opgestaan, maar zij was eéér, zéér bleek. Ze stonden nu bij den ingang van de por tiek in den wonderschoonen tuin uit te kijken, zoo feeëriek, ais die op het oogen blik beschenen werd door de eerste stralen van het zilveren maanlicht. Daar klonk weer het teedere refrein van Esmay's lied: „De Zee heeft haar paarlen, de Hemel zijn sterren, Maar mijn hart, mijn hart heeft zijn Liefde!" „Je hebt gelijk", zei hij met grooten nadruk, „ik heb mijn werk. Je weet toch wel, wat die oude wijsgeer zegt: „Heb uw werk lief, want als gij het niet noodig hel t uw dagélijkschen kost, dan kunt pij het noodig hebben als geneesmiddel." Daar zal ik het ipderen dag voor benoeven." „Als geneesmiddel waarvoor?" „Voor hartzeer." „Daar zal ik het óók voor behoeven.^ Ze liet het hoofdje hangen en had de woorden zacht gefluisterd. Toch had hij ze verstaan. Wat zijn mannen toch zelfzuchtig in hun liefde en in hun leed! Hij had niet eens gemerkt, dat zij ook leed. Zijn troosteloos heid was alleen geweest om zijn eigen !ot, een lot, waarin zij nu niét deelen ,zou. Dit trof haai als zoo 'n onoverkomelijke teleurstelling, dat. zij ineens haar geluks- droom opgaf en dit ook wel degelijk als een laatste vaarwel beschouwde. Maar plotseling trad daar een verandering in. Zijn oogen keken In de hare cn onge looflijke vreugde vervulde haar het hart, toen hij zich naar haar overboog en haar een kus op de lippen drukte. Het. volgende oogenblik was Jeanne alleen en verborg zij het gelaat in de handen, terwijl zij tranen stortte, maar nu van vreugde. Wat kwam hot er nu nog op aan, of zo elkaar nooit meer zouden ontmoete.:: de herinnering aan dit moment zou voor goed de eenzaamheid bannen uit haar leven. Eindelijk was de dag voorbij en op alle mogelijke manieren had Jeanne nog trach ten te helpen door kleine liefdediensten. De jongens hadden haar nog voor het laatst eens rondgeleid door den iuin cn haar afscheid laten nemen van hun geliefde konijnen; en Esmay had nog met haar op gezeten, terwijl zij de laatste hand legde aan het kleedcn van de pop, die een af scheidscadeautje zou zijn voor Lailie. Maar nu was het half elf; allen in huis waren in bed ener was dus nu geen verontschul diging meer, om langer op te zitten. Jeanne was dien lieelen dag zeer opge wekt geweest, maar, toen zij en Esmay haa: kaarsen aanstaken en naar boven gingen, viel het Esmay op, zóó bleeK en moe als haar vriendin er uitzag. „Je hebt te veel gedaan, Jeanne! Waarom ie dien laatster» dag nu ook nog zoo druk te maken? Of liever: het is onze schuld! En mi moet je nog pakken. Mag ik je helpen?" „Neen, zeker niet, kindje. Mijn dank voor je goede bedoeling, maar alles ligt al karit en klaar. Het pakken duurt nooit lang hij een verpleegster." Het was ook zoo 'n vreemde dag geween. Jeanne had een gevoel, alsof ze jaren ouder was geworden, sinds dien ochtend. Daar om was het geen droeve dag geweest. Hoe had dit ook kunnen zijn, terwijl ze nog de verrukking voelde van dat heerlijk oo aan blik van onderling verstaan van den vorigen avond. En toch was hef geen blijdp dag ook te noemen, want hun liefde hal geen toekomst. Ze zou Keith niet weerzien, - behalve dan misschien dat enkele oop-m blik, als ze op den vroegen ochtend van allen haastig afscheid zou nemen. Dien heelen dag was hij weg geweest. Aan de maaltijden had ze steeds te vergeefs naar hem uitgezien en ook op den avond had hij zich nog niet in den familiekring vertoond. En toen ze nu werktuiglijk haar koffer aan het pakken was, kwam er toch ineens een gevoel van groote verlatenheid over haar. Daar hoorde zij een zacht tikken op d.; deur en trad Winnie binnen, die zij al een paar uur te bed gewaand had. „Keith vraagt, of u een paar minuten hij hem in den tuin zoudt willen komen. Hij wacht u bij het hek." Jeanne mocht, dan al wat verbaasd zijn geweest, dat Keith Winnie had gekozen, om die boodschap over te brengen, in ieder geval toonde zij dit niet. Wel keek zij on willekeurig wat verrast, toen het kind den arm om haar heensloeg en haar kuste, want Winnie had nog nooit zoo iets gé- daan. Keith had haar juist gekozen, hoofdzake lijk, omdat hij meende, dat zij de eenigo was in het huis, die zijn geheim vermoedde Bovendien: het kind mocht nu wel veel ondeugden hebben, ze was trouw en hield van hem. Het was buiten haast zoo licht, of het midden op den dag was. Jeanne's hart klopte van vrees en tegelijk van geluk, want de man die haar daar wachtte, in de schaduw van den met klimop begroeiden muur, was immers haar geliefde. Keith Walden stond met gekruiste armen en gebogen hoofd tegen den muur geleund waarop hij zijn hoed en zijn zweep hud gelegd. Hij hief het hoofd op, toen zij na derde, en zwijgend keken zij elkaar een oogenblik aan. „Je hebt mij hier geroepen?" vroeg zij eindelijk. „Ja. Ik mag jc wel mijn verontschuldi ging bieden, dat ik je verzocht, op dit uur hier te komen, maar ik voelde, dat ik je spreken moest en ik wist er geen andere manier op. Wij hebben immers liever niet dat de anderen er iets van weten?" Zij antwoordde niet. Hij sprak met klank- looze stom, als iemand, die uitgeput is naar lichaam en ziel. Jeanne hield den blik on afgewend op zijn gelaat gericht, terwijl de schrik haar om het hart sloeg. „Ik heb gisteravond verkeerd gedaan en ik kan geen andex-e vei-ontschuldigingen bieden, dan dat ik mijn zinnen niet goed bij elkaar had. Ik dacht... dat ik liet alleen was,... die liefde voelde... Toen ik zag. Hier viel hij zichzeive in de recté en pleitte enkel nog: „Je wilt het mij toch wel vergeven?" „O, ja, zeker. Maar waarom „Stil! Ik zal het je zegggen: omdat wij moeten scheiden, Jeanne; omdat wij to<ii nooit, trouwen kunnen. Ik wist dat al; dus had ik het niet zoo ver moeten laten komen. Nu heb jij ook verdi'iet Dat zal ik mijzelven nooit kunnen vergeven." „Maar wat is dan het verkeei'de er in? Ik begrijp het niet. Ga je mij nu weg sturen?" „Kan je het dragen, Jeanne?" Hij had haar beide handen gevat en zijn bruine oogen leken wel zwart, terwijl zijn gelaat spiex*wit was. „Ja, Keith. Als jij het dragen kunt! Maar waarom moest het eigenlijk? Is het,... om... de anderen?" „Ja, ik dacht, dat je het wel begrijpen zoudtO, liefste, ik ben zoo arm! Met ieder jaar word ik ax-mor. Als het niet docr de genade van Miss do Roseville was. dan zou ik geen dak boven mijn hoofd hebben, lk was nooit van plan te trouwen; wist, dat ik dit niet zou kunnen doen. Hoe zou ik nu nieuwen last, nieuwe verantwoorde lijkheid op mij kunnen nemen?" „Je hebt ixi het eerst te veel ondernomen" zei ze met trillende stem, „Misschien dat dit zoo is. Den laatsten tijd heb ik er wel eens zoo over gedacht. Maar nu kan ik mij niet terugtrekkeu, Jeanne!" „En om der wille van hen ben je bereid je zeiven cn mij op te offeren?" Een oogenblik scheen hij niet in staat tot eenig antwoord. Maar toen hij sprak, klonk zijn stem vast en onvergelijkelijk feeder: „Jij mag niet opgeofferd worden, Jeanne. Daarom heb ik je laten roepen. Dc droom is kort geweest, dan zal het verdriet ouk kort zijn. Je hebt geen tijd gehad, om over mij te denken, zooals andere meisjes over den man, die haar lief heeft. Vanavond zal alles voorbij zijn. Je heb je werk, na eenigen tijd zal je mij vei-geten." „En jij?Zal je ook zoo gemakkelijk vergeten?" Hij keek op naar den helderen hemel en zei plechtig: „Ik zal bidden, dat ik het heel mijn leven gedachten houd!" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 9