Eindelijk had zij rust gevonden!
MAANDAG 14 MEI 1934
De Spellingvereenvoudiging
ZIJ'w ER PRINCIPIEELE BEZWAREN
TEGEN DE AFSCHAFFING VAN DE
BUIGINGS-N?
(Spelling overeenkomstig de nicnwe
voorstellen)
Nu er gegronde hoop bestaat, (na de radio
rede van minister Marchant van 7 Mei j.l.
nog zeer versterkt), dat binnen zeer korte
tijd een eind zal komen aan de spelling
strijd, die sedert tientallen jaren in Neder
land gestreden wordt, is 't zaak, dat allen d e
t wel menen met onze taal en met ons
onderwijs, zich scharen achter 't regeerings-
voorstel, dat terecht een compromisvoorstel
mag heten. Daar er met betrekking tot de
spelregels m.i. weinig gevaar bestaat voor
(felle tegenkanting tegen enig punt van het
regeringsvoorstel (ook t „Comité voor Een-
iheid" stelt, op een kleine uitzondering na.
de nieuwe regels voor), kunnen we over dit
punt gevoegelijk zwijgen. De wenselijkheid
van de beoogde vereenvoudigingen wordt
algemeen gevoeld. Heel anders staat het met
de kwestie van de buigingsuitgan
gen. 't Blijft onbegrijpelijk, maar toch is
't zo.
Onbegrijpelijk is 't om de volgende rede
nen:
le Wordt bij wederinvoering van de
buigings n de klok i jaar teruggezet.
Sinds Sept. 1930 toch wordt op tal van
scholen 't buigingssysteem „Terpstra" toege
past, d.w.z. dat voor alle zaaknamen de n
vervallen is in iedere naamval. Alleen bij
mannelijke persoonsnamen en bij manne
lijke diernamen, waarnaast een afzonder
lijke benaming voor 't vrouwtje staat, blijft
de n in de 3e en de 4e naamval enk. gehand
haafd.
2e Is er geen regel in de taal, waarmee
door schrijvers van allerlei slag moer 't
handje gelicht werd, dan juist met de aan
brenging van de btiigings-n. In iedere krant
en in ieder tijdschrift kan men dag aan dag
talrijke inconsequenties constateeren, zon
der dat ook maar iemand, tenzij dan de man
die er speciaal oDlet, er aanstoot aan neemt
3e Is dit de enige regel ,die 't mensen (van
Ihoe grote ontwikkeling ook) onmogelijk
maakt een meer uitvoerig geschrift overeen
komstig de gestelde eisen te verzorgen, zon
der daarbij een woordenlijst te raadplegen,
ten spijt van alle tijdrovend en geestdodend
Van buiten leren van regels (met of zonder
Uitzon deringen
4e Is er geen regel, waarmee in de loop der
eeuwen meer gesold is dan juist met die van
de vaststelling der geslachten. Volgens de
verdedigers van de buigings-n begaat men
een vreselijke fout, als men woorden als
dienst, inkt, ochtend, ploeg (land
bouwwerktuig a.u.b.), schoot, enz. niet
mannelijk rekent. Maar Bilderdijk noemde
deze woorden alle vrouwelijk. Ook voor 't
omgekeerde geval zijn de oorbeelden voor
't grijpen.
En toch rijst van vele kanten verzet tegen
de afschaffing van deze buigingsuitgangen.
Het „Comité voor Eenheid" wenst een wel
gewijzigde maar toch gehandhaafde indeling
in mannelijke en vrouwelijke woorden.
Zou deze indeling tot regel verheven wor
den, dan dienen in 't vervolg nog mannelijk
gerekend te worden naast de mannelijke per
eoonsnamen en diernamen:
le „de substantiva, voor zoover abstract,
die een stam van een sterk werkwoord uit-
maken (inbegrepen die met a als: band,
eang), uitgezonderd braak, maat, spraak,
kramp, spijt, wijs, die vr. zijn."
„Bovendien de stammen van zwakke werlc-
vpoor den, die een krachtig, snel, plotseling,
hevig, \ijandig, smadelijk doen, bewegen
of geluid aangeven; b.v. slag, klap, schop,
trap, prik, snauw, smaad, spot, schreeuw;
vloek, e.d.
2e. „De substantiva: tijd, dag, datium,
nacht, morgen, ochtend, avond, zomer,
herfst, winter", plus nog een dertigtal an
dere,waaraan er later nog meer woorden zul
len worden toegevoegd met 't oog op 't zui
delijk deel van 't Nederlandsch taalgebied."
Het is mij niet recht duidelijk op welko
wetenschappelijke gronden deze merkwaar
dige collectie is samengelezem; dat we prac-
tisch op deze wijze een schrede voorwaarts
doen, zal wel door niemand verdedigd wor
den.
Toch hen ik over de definitieve regeling
van de buiging, ondanks de positieve uitspra
ken van Mr Marchant in zijn radiorede, niet
geheel gerust- Bepaald verontrustend vind
ik de uitingen van Dr. R. J. Dam in „Dp
Reformatie" van 4 Mei '34. In een eerste ar
takel: „De bedreigde buigings-n" wordt een
lans gebroken voor 't behoud van dit dis
tinctief. De gronden, waarop deze verdedi
ging steunt, zijn we! bizonder nieuw, maar
of ze steekhoudend zijn is een tweede vraag.
Het slot van 't betoog luidt aldus: „En wie
de zonderal belijdt, kan niet ontkomen aan
de conclusie dat hét bederf de taal niet is
voorbijgegaan. Iets dat verklaring geeft:
„le. van het feit dat er platter en nobeler
uitingen en vormen zijn van taal en
„2e. van den eisdi, aan den neerdrukkën-
'den invloed van het onedele en alledaagsche
weerstand te bieden, vooral daar waar
rustig overleg meest mogelijk is en ver
duurzaming intreedt van het vluchtige
woord. t. w. in de geschreven taal." En ten
slotte: us sc hen hen Kollewijn c.s.)
en ons staat het woord van God."
(spatieering van mij).
Van deze zinnen ben ik even geschrokken.
Slechts tussen twee dingen had ik te kie
zen; óf: vijftien jaar lang heb ik van 't stre
ven der vereenvoudigers geen syllabe lie
grepen, óf al die tijd ben ik principieel op
een totaal verkeerd pad geweest.
Maar, zo zou ik willen vragen, durft Dr.
Dam dan voor de geslachtsregeling van Dp
Vries en Te Winkel, waarbij alles nauwkcu
rig en streng gereglementeerd werd, het
omgekeerde van zijn uitspraak te doen gel
den? Is door hun „grammaticaal gezag" dan
de „abnormale ontwikkeling en differentia
tie" een „gevolg van Babels spraakverwar
ring" tegengehouden of tot kleiner dimensies
teruggebracht?
W aar gaan we heen als we op deze wijze
willen kofnon tot een „prineipieele spel
ling"? Is het Dr. Dam niet bekend, dat juist
ons huidig buigingssysteem, waarbij men
altijd naar regels en kenmerken „g e-
zocht" heeft (nu reeds 350 jaar lang) de
doorwerking is van de zuurdesem van h e i-
dense Renaissance en Humanisme, die ge
poogd hebben, en er voor een deel in ge
slaagd zijn, een dam op te werpen tegen
de natuurlijke ontwikkeling van de taal?
Wilden doze Renaissancemannen in hun
blinde verering voor de vormenrijkdom
van de klassieke talen het niet daar
heen sturen, dat onze taal „verrijkt" zou
worden met tal van nieuwe uitgangen en
declinatievormen? Ging Chr. van Heule
(1626) niet zover, dat hij zelfs voorstelde
voor 't vrouwelijk 3e naamval derr te
schrijven en voor 't mannelijk 3e naamval
d e n n, opdat toch maar 't aantal onderschei
dingsvormen zou worden uitgebreid en onzo
taal als gelijkwaardige zou kunnen staan
naast 't Latijn?
Is de taal niet altijd onwillig gebleven, om
zich in dit keurslijf te laten dwingen.'
Hebben niet destijds en indertijd:
des doods waardig en ter dood
brengen naast elkaar burgerrecht, zelfs in
de verhevenste taaluitingen?
Wordt iemands groter of geringer recht
zinnigheid bepaald door 't aantal ennetjes,
dat hij in spreken of schrijven gebruikt? Is
daarvan dan mogelijk het gevolg, dat men
tegenwoordig zo veel absoluut misplaatste
n's hoort in nominatieven en bij zoogenaamd
vrouwelijke woorden in redevoeringen en
toespraken?
Dit verschijnsel echter neemt men waar
bij mensen van zeer uiteenlopende levens
opvatting!
Het is mijn vaste overtuiging, dat de „Po-
pulair-wetenschappelijke schets" van Dr.
Dam noch de wetenschap, noch het beginsel
één stap vooruitbrengt Laten we toch een
zuiver practische zaak niet opjagen tot een
prineipieele kwestie! Trouwens dan staat do
schrijver van 't hoofdartikel in de N.R.C
van 1 Mei jl. principieel tamelijk dicht bij
Dr. Dam, wat overigens niet vaak 't geval
zal zijn.
Ik zie in de volledige afschaffing van de
buigings-n een zeer beslist voordeel voor
heel ons taalonderwijs niet alleen, maai
veel en voel meer nog voor het lezen. Wie
nauwkeurig let op het lezen van jeugd
en volwassenen (zelfs academisch gevornv
den), die kan 't niet ontgaan, hoe erbarme
lijk de taal mishandeld wordt en hoe de on
tur hoogtij viert bij 't vertolken van wat
men op schrift vóór zich heeft en waar da-n
getrouw naar grammaticale eis alle buigings
uitgangen (met mijnen, zijnen, etc. incluis)
aangebracht. Waar komt dit in
Christelijke kringen meer uit, dan bij 't le
zen van de Bijbel, het hoek, waaruit 't mees'
voorgelezen wordt. Voorzoover ik weet, is op
dit punt nog nooit gewezen, daarom breng ik
't hier even onder de aandacht. I-Ioeveel na
tuurlijker en ongedwonger zou veler Schrift
lezing worden, indien men een tekst vóór
zich had, waarbij alle „dode" lettertekens
niet waren uitgedrukt. Onuitroeibaar toch
is blijkbaar de grote misvatting, dat alle
tekens die geschreven zijn bij 't lezen
verklankt moeten worden.
Waarom moeten de en en de e in: Eert
uwen vader en uwe moeder ifiet dezelfde
weg gaan, die toch ook 't ontkennende par
tikel en gegaan is in: Gij en zult niet dood
slaan? Zijn er nog niet tal van kringen,
.•aarin iemands rechtzinnigheid bepaald
."ordt naar 't al of niet uitspreken van deze
dubbele ontkenning? En wordt niet in echt
oudgereformeerde gezinnen nog steeds de
Bijbel in Latijnse letter geweerd, daar
alleen de Gotische druk 't bewijs van echt
heid levert?
Drijven niet velen onzer onbarmhartig de
spot (en terecht) met. dergelijke bekrompen
opvattingen? Maar laten daarom toch de
rthodox-christelijkcn ook nu wijzer zijn en
zich niet laten verleiden tot het scheppen
van prineipieele bezwaren tegen een li eel
eenvoudige practische zaak, die bovendien
in 't geheel niet nieuw is. Wal reeds tien
tallen van jaren natuurlijke en beschaafde
taaluiting geweest is, wordit nu alleen wet
telijke s-anetic verleend. Reeds tal van jaren
hob ik er in verband met de aanhangige
meningsverschillen in zake de buiging
na/uwkeurig op gelet bij iedere gestileerde
redevoering die ik mocht beluisteren, of de
geslachten zuiver consequent werden ge
bruikt. Helaas ging geen enkele orator ge
heel vrij uit. Altijd was er zelfs bij de
uitstekendste verzorging wel eens een
„zijn" of een „haar", dat niet op zijn plaats
was. En toch geloof ik, dat hier de oorzaak
met gezocht moet worden in 't feit, dat ik 't
al die jaren met sprekers zo slecht getrof
fen heb. Heel wat scherpzinnige theoretische
verdedigers struikelen, wanneer ze er voor
gesteld worden hun regels tot in de puntjes
in de praktijk te brengen. Eerlijk moet ik
hiMM'imen, dat ik bij dergelijke fouten nooit
(zelfs maar een og-enblik) gedacht heb aan
ontrouw aan een rechtzinnig beginsel, inte
gendeel ik heb 't uitsluitend beschouwd als
een bewijs, d.at ook hier de natuur
gaat boven de leer.
Ik meen ten slotte, dat er gegronde reden
tot blijdschap dient te zijn, dat we zowel
on de lagere als op de middelbare school tijd
vrij zien komen, die anders besteed werd
aan 't inpomr n van onnutte en niet te
verwezenlijken regels. Laat die tijd dan ge
bruik! worden voor 't van builen leren (ook
or> de la ere re school) van verschillende van
de mooiste producten van onze poëzie en uit
deze wijziging zal zeker winst geboren wor
den voor de ontwikkeling van ons gehele
Nederlandse volk, waarvan tot nu toe ge-
eist werd 't geslacht te kennen van tafel,
stoel, muur en grond, maar dat
straffeloos en eervol het leven kon door
gaan zonder ook maar één regel van onze
grootste dichters van buiten te kennen.
Drs. J. KARSEMEIJER
Land- en Tuinbouw.
ENGF.LSCHE CONDENS-IMPORT.
Nederland heeft de vrijwillige con-
tingenteering nog niet aanvaard.
In bet Engelsche Lagerhuis is ter sprake
gekomen tie vrijwillige invoerbeperking van
condensen (gecondenseerde melk, melkpoe
der en gesteriliseerde room). De Minister
heeft op daartoe gedane vragen geantwoord
dat vijf landen onvoorwaardelijk en twee
onder eenig voorbehoud de vrijwillige con-
tingenteering hadden aanvaard.
Op de vraag of Nederland had toegestemd
in deze vrijwillige beperking, is door de
Minister kortweg geantwoord: „neen".
Op de vraag: ,Jn hoeverre bestaat
er hoop, dat Nederland, vanwaar bijna alle
ingevoerde melkproducten worden betrok
ken. de regeling zal aanvaarden", werd geen
antwoord gegeven.
OVERTREDING BLOEMBOLLEN-
SANEERING.
Zwaarder straf ware beter geweest
In nader antwoord óp de vragen van den
heer Loerakker over een vonnis van den
kantonrechter te Hoorii Inzake een over
treding van het bloembollensaneeringsplan
hebben de Ministers van Justitie en Econ.
Zaken o.m. geantwooi'd:
De gerequireerde en door den rechter
opgelegde boete moet, ook wanneer men
in aanmerking neemt, dat het hier de eer
ste overtreding der betrokken voorschriften
gold, wel zeer laag geacht worden. Een meer
gevoelige straf was hier, mede uit een oog
punt van algemeene preventie, zeer zeker
op zijn plaats geweest.
De Minister van Justitie zal hiervan den
ambtenaar van het openbaar ministerie
doen blijken en voorts het noodige onder
zijn aandacht doen brengen in verband met
't opgemerkte in t antwoord op vraag 2.
Mede omdat de betrokken ambtenaar van
hot openbaar ministerie, evenals het geheele
openbaar ministerie, krachtig pleegt mede
te werken tot handhaving ook van de voor
schriften der z.g. crisiswetgeving, ziet de
regeering voor ditmaal nog geen aanleiding
om andere maatregelen in overweging te
nemen.
RUNDVEEFOKVEREENIGINGEN
Algemeene vergadering van de Prov.
Zuid-Hollandsche Bond
To Rotterdam hield de Prov. Bond van Rund
veefokvereenigingen zijn 50ste algemeene ver-
gad e-rlaig.
den
/ersld/g bleek dat de bond 28 le-
t de huflshondkafl een batig saldo
3.63. terwijl het reservefonds
is van gedachten gewisseld be
treffende een voorstel ~va,n het be
najaar en zoo mogelijk telken ja.r<
dag annex vexkoopdag te houden
ond
legeda:
t betrek
fokveedag-verkoopdag de goede dieren zouden
worden thuisgehouden, terwijl het overtollige
vee zou worden aangeboden, wat ongetwijfeld
op den veehandelaar van buiten een minder
giinstigen indruk zou maken.
Het bestuur opperde het plan om
king tot de financiering van den fokveedag eer
klein in leggeld te heffen, b.v. een gulden pe:
Inznndung benevens
van elk verkocht exi
de ön het uitzicht een nadere overweging om
een geringe entree te heffen.
UITVOER VAN KAAS
Hoeveel mag naar Italië uitge
voerd? Exportprijzen te hoog.
In de vergadering van de K.
lands Noorderkwartier te Alknu
kwam natuurlijk dc kaashandel
vooral de expo
Italic, wa
:usschen Neclerlr
Italië een niet al te duidelijke clausule
mdat men zelfs op het Di
tt. hoeveel kaas nu wel nai
voorkomen,
ment niet \n
lië uitgevoer
Wel was
300.000 kg. 1
algemeene gedachte was. dat men
hoeveelheid nog wel tegen het g«
mocht invoeren. Wei bedroeg de
Hollandsche kaas in de beide voor?
ren ongeveer 300.000 kg., doch
Dq C.Z.C. had dez.
lel. lil., dat men m
iet Departement vai
renoemde hoeveelh-
tarief
ade ja
il hooger, tot het vijfvoudige
fde gedachte als de han-
er mocht invoeren, doch
Econ. Zaken schreef, dat
id de uiterste limiet was
door Italië meer dan deze
eigenlijk zit met dit handelsver-
SANEERING BOOMKWEEKERIJ
Kweeken van boomen alleen voor
ver gunninghon d er s
Dezer dagen is de afkondiging te verwach
ten van een Crlsis-Boomkweekerijbeslult 1334 1
Dl.t besluit heeft betrekking op producten van
de boomkweekerij, waaronder verstaan wordt
winterharde houlgewa&sen. die in hun geheel
in levenden, doch rustenden groeienaen toe
stand worden geleverd.
Bij dit besluit wordt bepaald, dat gedurende
het kweekjaar, dat samenvalt niet het kalender
jaar. het voor den verkoop kweeken van pro-
noten van de boomkweekerij verboden is. ten
zij met door of vanwege den Minister van Eco
nomische Zaken te verleenen vergunning.
Deze vengunning zal uitsluitend worden ver
leend aan aangeslotenen bij een door den Mi
nister aan te wijzen crisis-organisatie, waar
voor aangewezen zal worden de Stichting Ne-
derland-sche Boom- en BloemkweekerijcentraJe
te 's-Gravenhage.
Ieder van de aangeslotenen bij deze Stich
ting zal om booimkweekerijpvoducton te mogen
gunning houdt in welk percentage van de in
het vorig kweekjaar be teelde oppervlakte van
het perceel gronds door de aangeslotenen mag
worden beteeld. Dit percentage zal verschil
lend worden voorgesteld voor dc verschillende
indien een aangeslotene
emde Stichting als verleg
Lamdbouw-Crlsisfonds
van het perceel, in hel
ning vermeld, heeft
inden heeft dit bedra,
ta&ld of zich
betalen.
Dit bedrag
De mogelijkheid besta.-
eengezi
lijk ho
CHR. BOEREN- EN TUINDERS30ND
Prov. afd. Zeeland
De prov. afd. Zeeland van den Chr. Boerer
en '1 uin.iersbond hield te Zierikzee onder voo:
zittersoha'p van den heer C. P. Vogelaar, 1
ürf.bbendijke, haar jaarvergadering.
De voorzitter gaf in ziju openingswoord
uiting aan zijn donkbaarheid jegens dc regee
ring voor den steun aan land- c-n tuinbouw
verleend. Desondanks verkeeren deze nog steeds
in moeilijke omstandiigheden. Spr. wekt de leden
op de regeerlngsmaatregelen stipt
Ook drong spr. aan op het zoekei
met de arbeidersorganisaties. Erl
elkanders rechten zou meer
Uit het verslag van den secretaris, de heer
J A. Dominions te Wemeldinge. bleek.
C.B.T B i:i Zoeland steeds' blijft voor
Alleen In Tholen is nog geen vaste v
kieg»
De heer Van den Heuvel
durend-
plan nel
k op de
dertamd geniet-
tenland.
UIT HET SOCIALE LEVEN
GEEN STAKING IN HET AMSTERDAM
SCHE TAXIBEDRIJF
Door de chauffeurs van het stationneerend
taxibedrijf te Amsterdam is het tusschenvoo'-
stel van wethouder Kropman inzake het grond-
reden bedrag aanvaard oor zoover betreft de
aangesloten werknemers bij den Centralen, den
R.K. en Chr. Bond van transportarbeiders.
Omtrent het besluit van de federate waren
nog geen inlichtingen te verkrijgen. Een alge
meen.. staking in dit bedrijf Ls in eik geval
ONTSLAGEN AAN DE MIJNEN
IN LIMBURG
Met Ingaing van X Aug. a.s. zullen bij d:i
Staatsmijnen c-en 200-tal mijnwerkers, zoowe
bovcngrond'sche als ondergrondsohe, wor-dei
ontslagen, diie den leeftijd van 60 jaar hebbel
bereikt Die mi.Mag Waalt zich VjeroanicllJIi
tot arbeiders, d.ie door hun leeftijd niict mee:
zoo ge.schlkt zijn voor het bedrijf. Deze arbei
ders zullen boven de thans geldlende pensloener
een toelage van de staatsmijnen ontvangen vat
in diensitverband bij de
Voor
Bij de Oranje Nassaumijnen zal aan ongeveer
250 man ontslag worden gegeven. Deze ontsla
gen beperken zich tot de mijnen Oranje Nassau
i en II. Op de Oranje Nassau I zouden 187
man en bij de Oranje Nassau II 68 worden ont-
bijzondrre omrtandrigheden. nog enkele in go-
trokken bunnen worden. Ook deze ontslagen
betreffen zoowel boven- als ondergrondsche
DINSDAG 15 MEI
HUIZEN 1875 M.
K.R.O.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00—10.30 Gramofoonmuziek.
10.30—11.00 Muziekuitzending voor fa
ll. 00—11.30 Gramofoonmuziek.
11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje door
Pastoor L. H. Perquin.
12.01 12.15 nm. Politieberichten.
12.15—2.00 n.m. Lunchconcert door Tra-
vin's Groot Russisch Ensemble „Troika",
van 1.00—1.15 am. Gramofoonmuziek.
2.00—3.00 n.m. Vrouwenuurtje.
3.00—4.00 nm. Modccursus door Mevrouw
H. Cuppens—Geurs. (23e Les).
3.00—3.30 n.m. Knippen, naaien en hoe-
denmaken vcor beginnenden.
3.30—4.00 n.m. Opleiding coupeuse-
leerarcs en hocdenmaken voor gevorderden.
H.I.R.O.
4.00 n.m. Uitzending voor de Ned. Vereen,
van Spiritisten „Harmonia"
4.10 n.m. Lezing door Mevr. L. Servaas
Smits-Peletier over :„Het heilige Weten".
4.35 n.m. .itzendinq voor de Theosofische
Vereeniging. Ncd. Afd.
4.45 n.m. Lezing door den heer J. H. Bolt,
leider der Pallas Atheneschool te Amers
foort, over: „Opvoeding tot een nieuwe
samenleving".
5.10 nun. Sluiting.
K.R.O.
5.10—5.25 nm. Klavier-Redtal door Jo
Goudsmit.
5.255.40 ara. Gorters „Mei". Voor
dracht door L. Diepenbrock.
5.40—5.55 n.m. Klavier-Recital door Jo
Goudsmit.
5.55—6.00 n.m. Gramofoonmuziek.
6.00—6.50 n.ra. De Kro-Boys o.l.v. Piet
Lustenhouwer.
6.50—7.00 n.m. Gramofoonmuziek.
7.007.15 n.m. Politieberichten.
7.157.35 n.m. Vragen van heden en toe
komst. Streven naar herstel (Het Katho
liek herstel) op Staatkundig gebied door
Mr. C. Goseling.
7.35—8.15 n.m. De Kro-Boys o.l.v. Piet
Lustenhouwer.
8.15—8.30 n.m. Dc kunst in nood. „De na
tionale steunverleening aan de Nederland-
sche beeldende kunstenaars", door Burge
meester Mr. H. P. van Lanschot.
830—8.35 n.m. Nieuwsberichten van het
Persbureau Vaz Dias.
8.35-9.25 n.m. Orkest o.l.v. Marinus van
't Woud.
9.259.35 n.i*>. Gramofoonmuziek.
9.35—9.50 n.m. Uitgesteld. Orgelprogram
ma door Tom Andriessen in de St. Vitus-
kerk te Hilversum.
9.5010.40 n.m. Uitgestelde Kooruitvoe
ring „Stabat Mater". Emanuele D Astorca
voor Solo-Kwartet, gemengd koor en orgel
m.m.v. To v. d. Sluvs. sopraan. Cobi
Plooyer, alt. Marcus Plooyer. tenor. Jaap
Stroomenbergh. Bas, Tom Andriessen. or
gel. Het geheel onder leiding van Gerard
Vermeulen. (Uitzending uit de St. Vitus-
kerk te Hilversum).
10.4010.50 n.m. Nieuwsberichten van het
Persbureau Vaz Dias.
10.45—12.00 n.m. Gramofoonmuziek.
HILVERSUM 301.5 M.
A.V.R.O.
8.01—10.00 Gramofoonmuziek.
10.01—10.15 Morgenwijding. Lezen: Jo
hannes 14:12—23. Zingen: Psalm 27:5a
en 3b. Gezang 2 5.
10.15—10.30 Gramofoonmuziek.
10.30—11.00 Kook- en bakpraatje door
Mevr. R, Lotgering-Hillebrand.
11.00—12.00 Orgelconcert door Frans
Hasselaar. Solist: Philipp Massalsky, tenor.
12.01—2.15 n.m. Lunchconcert door het
ensemble Rentmeester.
2.15—2.30 n.m. Gramofoonmuziek.
2.30—3.00 n.m. Pianorecital door Annie
Ridder.
3.00—4.00 n.m. Knipcursus door Mevr. Ida
de LeeuwVan Rees. 26e Les.
4.00—4.15 n.m. Rustpoos voor het verzor
gen van den zender.
4.154.30 Gramofoonmuziek.
4.30— 5.00 n.m. Radio-kinderkoorzang o.l.v.
Jacob Hamel.
5.00—5.30 n.m. Halfuur voor kinderen door
Mevr. Antoinette van Dijk.
5.30—6 30 n.m. Concert door het Omroep
orkest o.l.v. Albert van Raalte.
6.30—7.00 n.m. Cursus van 7 leringen:
„Groote verkeersproblemen van dezen tijd"
Eerste lezing: „Het moderne verkeerspro
bleem". (inleidende voordracht). Prof. Mr.
F. de Vries. Hoogleeraar aan de Neder»
landsche Handels-Hoogeschool te Rotter»
7.00—7.25 n.m. Spreekbeurt door Dr. R. E,
Wierenga. Onderwerp: „Verkeer en Maat
schappij - Alcoholvrij!", gevolgd door een
potpourri van Geheelonthouders-liederen,
samengesteld en geharmoniseerd door Mau-
rits Samehtini, door het Omroeporkest
o.l.v. Nico Treep.
7.25—7JO am. Overschakeling naar den
versterkten zender.
7.30—8.00 n.m. „Aantreden met rugzak en
bergstok!" A.V.R.O.-reislezingen 1934. II.
A. E. N. Bakker: „Een prachtige tocht
door de Ardennen".
5.01—8.05 n.m. Nieuwsberichten van Vaz
Dias.
8.05—9.30 n.m. Concert door Kovacs La-
jos en zijn orkest m.m.v. „The Sing- Son-
gers".
9.30—9.45 n.m. Causerie door Dr. P. Th.
Posthumus Meyes: „Pinkster en de Neder*
landsche Spoorwegen". Belangrijke mede»
declingen voor het reislustig publiek.
9.45—10.15 n.m. Concert door 't Omroep
orkest o.l.v. Albert van Raalte. Solist;
.Henry Merckel viool.
<<10.1511.00 n.m. Gramofoonmuziek.
11.00—11.10 n.m. Nieuwsberichten vail
Vaz Dias.
11.10 n.m.—12.00 Kovacs Lajos en zijd
BUITENLAND
7.40 n.m. Daventry 1500 M.: Variété-pro
gramma.
6.18 n.ra. Beromünster 539.6 M.: „Der Zi»
geunerbaro: operette van Johann Strauss.
8.22 n.ra. Warschau 1411 M.: „Orlo-w",
operette van Granichstaedten.
S.45 o.m. Londen Regional 342.1 M.: Wcio
bergers „Schwanda, der Dudelsackpfeif-
fcr" (eerste bedrijf), met Alexander Kipnis;
Charles Kullmann e.a. Leiding: Cemens
8.50 nm. Straatsburg 349.2 M.s „Carmo-
sine"; tekst naar Alfred dc Musset. Muziek
van F. Poise.
9.00 n.m. Bratislava 298.8 Mg Concert
(Dvorak; Lalo; Rimski Korsakoff).
9.05 n.m. Rome 420.8 M.: Concert met
Anna Linde, clavedmbel.
9.05 n.m. Milaan 368.8 M.i „No, no„ Na
nette; operette van Youmans.
DE WERELDREIS VAN PIETJE PLUIS EN JANTJE JOPPE
door G. Th. BOTMAN
105. „Dat loopt mis", dacht mevrouw
Kruydewinckel, „strakjes valt men arme
man not? achterover en we hebben dit jaar
tóch al zooveel onkosten aan den dokter!"
Ze greep daarom het mes, dat naast de taart
lag en sloop voorzichtig, opdat ze haar man
niet wakker zou maken, naar den stoel, buk
te, en sreed met één forsche haal in eens
het touw dcor...
106. Floep! zei de sohommelstoel en sloe?
net zoover voorover, als hij eerst achterover
had gehangen. Tengevolge van dit natuur
kundig verschijnsel, waarop mevrouw Kruy
dewinckel niet gerekend had, schoot meneer
met zijn langen neus preciess middenin de
lekkere roomtaart, die nu natuurlijk glad
bedorven was. Op 't zelfde oogenblik weer
klonken hevige noodkreten van Jantje en
Pietje! (Wordt Woensdag vervolgd)
FEUILLETON
Naar het Engelsch
HOOFDSTUK V.
„Ik moet naar Woodward gaan. om te
zien, of ik ook dien zelfbinder huren kan.
Heb je een van allen lust, met mij mee te
^Het was de volgende avond. Kcith Wal
den stond in de deur van dé zitkamer, eu
ofschoon hij de vraag had gericht tot hen
allen, dwaalden zijn oogen van zijn zuster
en Esniav, tot waar Jeanne voor het venster
aan het kousen stoppen was.
„Maar zou jij niet eens mee willen,
Jeanne? Je hebt nog nooit eens een rpje
gemaakt, zoo lang je hier bent, en het is
toch zoo 'n mooie avond!"
„Ja, doe dot, lieve", drong nu ook Mrs
Hassel, aan, die weer geheel over haar be
zorgdheid van de vorige avond heen was en
die meer als een soort verraad jegens
Keith beschouwde.
Jeanne deed haar langen mantel aan,
zette haar hoedje met sluier op en samen
reden Keith en zij door het smalle laantje,
overgroeid met kamperfoelie en vol kleurige
convolvula's aan weerskanten.
Het was dan wel een heel neutraal ge
sprek, dat die twee voerden: Keith lirhtto
haar in omtrent enkele merken van zelf
binders, waarop zij niet veel antwoord wist
te geven, zoodat ze weldra beiden in een
peinzend, maar zeker genietend stilzwijgen
vervielen.
Toen Keith den boer gesproken had en
ze op den terugweg waren, heerschte er
nog steeds een ononderbroken stilzwijgen:
maar een stilzwijgen, voortkomende u't
sympathie en onderling elkaar verstaan.
Sinds dat bewuste ongeluk van Jeanne
een eind had gemaakt aan de terughou
dendheid, die er tot nog toe tusschen ben
had geheerscht, hadden ze veel tegen elkaar
te zeggen gehad, vooral op de avondwan
delingen, die tot regel waren geworden:
want beiden dachten zij diep, gedurende
hun bezige uren; lazen véél in het weinie.e
tijd, dat hun overbleef en verstonden ook
beiden de kunst van luisteren. Zoo hadden
ze elkaar lecren verstaan, op een manisr,
die ook niet altijd woorden noodig heeft.
Toen ze langs een logementje reden,
zagen ze daar oen man uitkomen, die zekei
knap had mogen heeten, als zich niet een
uitdrukking van boosaardigheid op zijn
gelaat had vertoond, zoodra hij ook hen
gewaar werd. Het was de rentmeester,
Hebert Scott.
Dichtbij huis kwam een jonge man hot
laantje oprijden, blijkbaar diep in gedach
ten. Hij had een jeugdig- bijna jongensach
tig gezicht en heel blond haar. Keith kende
hom en beide-a groetten elkaar met de
zweep.
Op dit oogenblik werd de jonge man
Jeanne gewaar en met een uitroep van ver
bazing hield hii de teugels in.
Zij -booc en Keith zou zeker ook -het paard
hebben ingcln en. als zij niet had ge
fluisterd: „Rijd door!"
De jonge man stond hen roerloos na te
kijken, tot een kromming in het laantje
hen verder voor zijn oog verborg.
Toen Keith naar haar keek, was hij ver
baasd, dat zij tranen- van ergernis dan
in de oogen had.
„Dus u kent Sir HuJjert Creyke?"
„Ja."
Een langdurig stilzwijgen volgde, ten
slotte verbroken door Keith, die zijn best
deed, zoo gewoon mogelijk te zeggen:
„Ik heb hem al gekend, van dat hij nog
een jongen nas en op Riversmead woonde
hij zijn grootvader, die hem heeft opgevoed.
Hij is hier in geen jaren geweest, tengevolge
van een twist met den ouden Sir Myers. De
Baronet is verleden maand gestorven, dus
heeft Hubert zijn titel en landgoed geërfd.
Dit kon zijn grootvader niet verhoeden, of
schoon hij het anders zeker gedaan had,
want de twist is nooit bijgelegd."
„Hij is heel knap," antwoordde Jeanne.
„Ik heb hem van den zomer in Londen ont
moet, toen ik Miss de Roseville verpleegde.
Hij stond zeer in de gunst bij haar, hoofd
zakelijk, denk ik, omdat ze zijn grootvader
haatte. En we zagen hem druk, toen Miss de
Roseville weer herstellende was. Ze had
graag, dat hij eens een praatje met haar
kwam maken."
De bruine oogen van Keith schenen haar
wel door en door te willen kijken.
„Hij heeft liefde voor je opgevat, Jeanne",
zei hij nadrukkelijk.
Ze mocht dan al gemerkt hebben,, dat hij
haar bij den voornaam noemde, zij gaf hier
van toch geenerlei blijk en antwoordde
kalm;
„Dat zèi hij tenminste!"
„Waarom heb je hem niet getrouwd?"
Een minuut lang kon Jeanne geen ant
woord geven, zoozeer was zij getroffen door
dien adel van opvatting: ieder ander zou
ongetwijfeld t-ot de gevolgtrekking zijn ge
komen, dat Sir Herbert Creyke zich enkel
maar eens vroolijk had willen maken over
haar, maar bij Keith was er geen twijfel aan
of hij had haar gevraagd, de zijne te worden.
Daar hij haar stilzwijgen zeker verkeerd
begreep, veranderde hij zijn vraag in:
„Wat dacht Miss de Roseville van zijn
aanzoek?"
„Zij moedigde hem schandelijk aan", ant
woordde zij, met een gezichtje, tintelend van
schalksche vrooli)kheid. Lk geloof ook naar
aanleiding van die oude veete tusschen haai
en zijn grootvader. Wat een wraakneming
zou dat zijn geweest, om een huwelijk tot
stand te hebben kunnen brengen tusschen
zijn erfgenaam en haar verpleegster,
een meisje zonder geld en zonder naam!"
Aangestoken door haar vroolijkheid, glim
lachte Keith nu ook:
„Maar ge hebt mijn vraag nog niet beant
woord. Waarom gaf je geen gevolg aan -haar
verlangen?"
„Omdatik zijn grootvader niet haaitte!"
„Neen, met dat antwoord ben ilk niet te
vreden!"
„Hij is immers veel te jong voor mij."
„Hij is zoowat van je leeftijd", zei Keit-h
en keek haar andermaal onderzoekend aan.
„Nu, in ieder geval vond iik toch, dat wij
slecht bij elkaar hoorden en zou het nu niet
jammer zijn geweest, om mijn verpleegstcrs-
schan, dat mij goed afgaat, op te geven voor
een Ladyschap, dat mij zeker in het geheel
nu' assen zou?"
7 eden nu juist hef hele van Snttonthn
pe binnen en op schertsenden toon anf
woordde hij:
„Je hoeft mij nu niets verder te vertellen.
Zoo iemand van je soort zal nooit tot een
huwelijk overgaan, tenzij ze een aanzoek ook
kan beantwoorden met de verlangde vier
woordjes."
Dien volgenden middag werd Bsmay
door Martha uit den zonnigen tuin geroe
pen, waar zij aan het frambozen plukken
„Er is een heer in de zitkamer," zei ze.
„Hij vroeg wel naar uw moeder maar die
rust En ik ben niet van plan, haar te storen
voor een vreemde!"
Esmay waschte haastig de handen in de
keuken, en, terwijl ze gauw haar tuinhoed
afzette, trad ze de zitkamer binnen. Die zag
er heel anders uit, dan toen Zuster Jeanne
daar twee maanden geleden binnenkwam, en
die verbetering was hoofdzakelijk door hadr
aangebracht. Het was er nu altijd netjes,
ofschoon de kamer er niets van het huis
lijke en gezellige bij ingeboet had.
Esmav trad kalm binnen, maar haar vra
gende blik ging al verbaasder staan en haar
blos werd al dieper, toen zij in den bezoeker
den jongen man herkende, die haar dien vo-
rigen dag met het hek geholpen had.
Hij was ook verrast, want, terwijl hij had
venvacht, Mrs. Hassell te zien, die hij als
jongen al gekend had, stopd hij nu tegen
over een blozend jong meisje.
„Ik heb gevraagd, Mrs. Hassell te spre
ken", begon hij.
„Moeder rust. Kan ik ook van dienst zijn?"
„Ik kwam eigenlijk Miss Landon, Zus
ter Jeanne, opzoeken. Zij logeert toch
bij u?"
Die
wel die
•ste1
dacht, dat hij haar kwam opzoeken,.... en,
och, hij herkende haar niet eens!
Daarin had zij zich toch vergist, maar Sir
Hubert Creyke telde zoo veel aardige jonge
meisjes onder zijn kennissen, en boven
dien was hij geheel vervuld van de vraag
naar de ééne, die hij de uitverkorene van
zijn hart achtte.
Ze keek naar zijn kaartje, dat Martha op
tafel had laten liggen, maar ze durfde het
nu niet opnemen. Daar hij niets zei, vroeg
zij weer:
„Wilt u hier wachten, tot Zuster Jeanne
terug is?"
Hij 6loeg deze uitnoodiging af en zag er
over het geheel zoo ongelukkig uit, dat Es
may medelijden met hem kreeg.
„Zij is naar het station te Geasly, mijn
zusje Wimnie tegemoet gegaan, om haar
met haar pakjes te helpen. Als u dien kant
uitgaat moet u haar wel tegenkomen."
„Dat zal ik doen. Dank u zeer", antwoord
de hij levendig en nam zijn hoed.
Esmay geleidde hem naar de open hall-
deur. Toen ze in de portiek stond, nooddgde
ze 7.eer beleefd:
„Wilt u niet terugkomen met Zuster
Jeanne om gezamenlijk thee te drinken?
Iedere kennis van haai is ons we1 kom: wij
zijn allen evenzeer op haar gesteld."
„Ik zal graan- mee tenigkomen, als zij het
hebben wil. maar dit betwijfel ik. In ieder
geval zal ik haar zeggen dat u het gevraagd
heeft. Toen ik nog een jongen was, heb ik
uw broer goed gekend. Hij liet mij altijd
overal on de boerderij rond loepen. Maar ik
hen i-i n-enn jar«u hinr in de buurt geweest
en ik denk, dat bii mij vergeten is."
..Mr. Walden is mijn oom niet mijn broer",
lichtte Esmay toe.