dil- BIOGRAPHIE Wolfgang Amadeus Mozart Een verklaarde kunst, een tragisch leven Wolfgang Amadeus Mozart. (Naar een teekening van Dora Stock.) Alles, wat van hoogere orde is, de kunst zeker niet in de laatste plaats, voert een tragisch leven in deze wereld. Dat is altijd zoo geweest, en het zal niet anders worden. Wee den kunstenaar, wien het wé] gaat in den tijd. Het beteekent, dat hij niet hoven dien tijd is uitgekomen, en dat zijn werk, vluchtig als zijn tijd, met dien tijd zal vergaan. Elke kunstenaar heeft, als Da Costa, zijn .We ewaren tegen den geest der eeuw", en de geest der eeuw voelt dat, en 'ïceft derhalve nog veel meer hezwaren tegen den kunstenaar-zelf, en zij is bij machte, ze den kunstenaaar aan lijf en leven te laten gevoelen. Vele groote kunstenaars kwamen, vereenzaamd, in hun strijd tegen tijd en wereld om den meestcn gelukte het, met den ondergang voor ©ogen, staande te blijven. Een dier omgekomenen nog geen zesendertig jaar oud was de Ween- sche componist Wolfgang Amadeus Mozart, gebo ren te Sulzburg 1756, gestorven te Weencn 1791. Hij dok was, zooals een Hollandsche dichteres dat uitdrukt, „op de kentering der tijden géborén" In de 18e eeuw namelijk, van Back tot Mozarts onmiddellijke voorganger Haydn, stond de kunst vrijwel geheel en al onder protectoraat der Engel- eche, Duitsche, Fransche m Oostcnrijksche vorsten. Doch met Beethoven, nog tijdens Mozarts leven, ontworstelde zij zich aan dit protectoraat, dat evenzeer slavernij beteekende, en maakte aanspra ken op en verwierf zich een eigen, onafhankelijk doch daarmee ook rcn van nood vervuld bestaan. De splitsing valt in Mozarts leven. Mozart maakte, als eerste der klassieken, zich van de hoofsche betreden, op een kruis trappen. Zij deden dit met een gerust geweten, omdat zij het kruis beschouw den als het attribuut van de Boomsche Kerk, waarvan zij even jrootcn afkeer hadden als de Japanners. Maar zij vergaten, dat zij ook hun eigen Christelijk geloof ter wille van geldelijk ge win vertrapten. De Hollanders van die dagen hebben zich in Japan den naam verworven, dat zij zich meer om den handel dan om den godsdienstbekommerden. Door de sluiting van Japan voor den Wester- schen handel gedurende meer dan twee eeuwen, ging het volk niet alleen in economisch opzicht achteruit, maar ook in geestelijk opzicht, omdat ,deze ook beteekende een sluiting voor alle Wcstcr- Bche jnvloeden. Gedurende zeven eeuwen hebben de Japanscho keizers geen wereldlijke macht uitgeoefend. De Mikado was slechts een geestelijk hoofd; de regeer macht berustte bij de Sj' goens. Hoewel dit ambt erfelijk was en de Sjogocns de feitelijke hcerschers van Japan waren, 11 reft geen van hen het ooit gevraagd, de hand uit te strekken naar de keizer lijke waardigheid. Zij wisten, dat de eerbied voor het van de goden afstammend keizerlijke huis daarvoor te diep in het Jrpansche volk geworteld In 1868 gaf de laatste Sjogoen.de macht over aan koizer Moeteoehi'o, waarmede de periode der keizerlijke regeering. de zoogenaamde Meji-periode een aanvang nam. Tegelijk hiermede werd Japan voor den buiten- Inndschcn handel opengesteld. Daarmede kreeg ook de Zending weer toegang. Sedert 1859 hadden Amerfkaansuhe zendelingen in stilte gewerkt en getracht vrijheid voor do Evangelieprediking te verkrijgen. In 1873 werd die Vrijheid officieel verleend. Op don dag zelf, waarop deze werd afgekon digd. kwamen 25.000 personen er voor uit, dat zij Christenen waren. Zij waren nakomcl'ngen van de vervolgde Christenen uit de 17e eeuw, die gedu rende twee eeuwen in stilte het geloof hadden bewaard dienstbaarheid vrij, wanneer hij in 1781 zijn af hankelijke verhouding tot den aartsbisschop van Salzburg verbreekt. Hoc noodig deze verbreking dier kunstenaars-loondienst was, zegt ons (aldus Otto Keiler) het !cit, dat Mozart als huisvirtuoos van den machtigen kerkvorst tot het bedienden- personeel gerekend werd, mot hen aan eenzelfde tafel eten moest, waaraan lijf- en kamerdienaar dan nog de hoogste plaats hadden, en Mozart hoogstens boven den kek en den suikerbakker de voorrang kreeg. Na een uiteenzetting met Graaf Hieronymus wees deze hem de deur met de woor den: „Met zoo'n ellendige kerel wil ik niets meer te maken hebben, en de hofmeester van den aartsbisschop ovfrtroefdc zelfs zijn meester, door Mozart nog van een schop tegen het zitvlak te voorzien. Mozart, toen reeds in Weencn, maakt zich uit deze dienstbaarheidsverhouding vrij en schrijft, met Constance von Weber getrouwd, aan zijn vader: „Nu eerst vangt mijn geluk aan!" Zijn geluk? Ach, Mozart heeft zijr vrijheid duur moeten bekoopen. Nood, ziekte, sterfte zijner kin deren, zorg, tegenspoed, verlatenheid werden zijn deel. tot hij met een ondermijnd lichaam van uit putting hoe vroeg! stierf. En toch! Dat heer lijke „en toch" in Mozarts loven!: en toch, hoe weinig tragiek i* er in zijn muziek, die als zon licht op water sprankelende paradijstaal. Hoeveel vreugd, hoeveel blijmoedigheid, hoeveel humor, hoeveel geloof in de uiteindelijke overwinning dei- vreugde op de smart was er in d't telkens over nieuw weer ontgoochelde hart. Op hém zeker is toepasselijk wat Ie dichter J. A. Rispens, in zijn gedicht „Enkelen" van den dichter zegt: Gij werd gebore n om te lijden, Opdat de wereld nog vreugde vindt. Wat gij, eenzan en, moest doorstrijden, Straks bloeit het uit g»m hén te verblijden, Als een bloesemtak op den wind! Mozart heeft als geen ander het verdriet der wereld tot vreugd herschapen. Vreugd is het, die op ons neerdruppclt uit zijn werk als een regen bij zonlicht, en daarom zal hij, tegenover den duisteren Beethoven, voor ons het zonnekind blij ven dat hij in zijn diepte Altijd was. Een tijdlang is het mode geweest, Mozart voor een oppervlakkig, rococo-krullerig en franjerig componist te houden (de tldus op hem uitge spaarde bewondering kwam dan Beethoven ten gunste), zooals men nu hier en daar stemmen hoort opgaan die Bach ton voordeele van Handel van zijn orgeltroon willen halen. Men late deze geblaseerde lieden begaan, die meestal toch maar een ander nabouwen, en bedenke dat het onmoge lijk is, een deel van Beethoven in Mozart, een deel van Mozart ;n Beethoven te ontkennen. Wanneer CaSriilYé Bellaignc zégt, dat de muziek vóór peet- hoven Huitert ons, m\ Bouthovyii inj>us, zingt, geldt dit in zooverre niet voor fozart, eis hij een Beet- hovensch diep-inneriijk buiten zich projecteerde, en hij de „buiten ons ingende" .muziek op talrijke plaatsen heenvoo.-de dóó. de d'eptcn van een o zoo teeder en kwetsbaar en van smart doorvhjmd menschenhart Zóó lang na zijn dood heeft men Mozart zijn vreugde nog kwalijk genomen. Do wreede „barmhartigheid u< r goddeloozen", die zich verheugt in het leed der anderen, en zich afkeert als hen het gouden signaal der vreugd ontmoet? De meesters der klassieke Germaaneche muziek zelve hebben hem audcis anders g. zien! Beethoven is hem helaas vergeefs hardnekkig achterna gereisd en Haydn zei. „I'k kan mijn verontwaar diging niet verzw'jgen, als ik denk dat deze zeld zame man nog altijd naar een positie zoekt en dat prins noch souverein er aan denkt, hem in zijn diénst te nemen." En tegenover vader Leopold Mozart merkt hij op: „Ik zweer bij mijn eer en voor God, dat er volgens mij geen grootér com ponist op de wereld is dan uw zoon." Maar hiermede zijn wij reeds midden in Mozarts leven verdwaald, ei het verdient aanbeveling, bij het begin te beginnen. Toen Mozart in 175G in het mooie plaatsje Salz burg geboren werd als vierde van het beroemde vijftal Duitsche meesters van de gouden eeuw der Mozarts spinet Mozart Museum. Mozarts oor. Een normaal oor. Naar een teekening in het Mozarl-Muscum. muziek, was Bach zes jaar te voren gestorven; Handel stierf drie ,aar na Mozarts geboorte, en Haydn stond aan het bogin van zijn roem. Niet als Handel moest hij, als zevenjarige jongen, op een kouden zolder zich oefenen op een versleten spinet, bevreesd, dat zijn woedende vader het zou hooren, Integendeel, hij had een geriefelijk thuis en een vader, die het zich zeer vroeg openbaren- de muzikale talent van zijp zoon cntihous ast aan moedigde. De verschrikkelijke sterfte, dje in dien „goeden ouden tijd" bij de veel te we.nschen overlatende hygiënische toestanden regel was en ook het meerendecl van Baclis groot gpzin sloopte, deed zien ook in het uitgebreide gezin Mozart gelden: alleen Wolfgang en zijn zusje Nannerl bleven in leven. Vader Mozart, hoewel tè trotsch op de mu zikaliteit van, zijn kinderen1) (Nannerl werd.eén opmerkelijk pianovirtuoze), was pen voortreffelijk vader, in zooverre hij niet voor zichzelf, hiaat"' voor zijn kinderen leefde. Hoeveel Wolfgang van zijn vader hielcj, blijkt uit zijn bekende kinderlijke gezegde: „na God komt papa", en. nooit ging hij naar bod, dan eerst een zelfgemaakt avond liedje te hebben gezongen en zijn vader op het puntje van diens neus te hebben gekust. Zooals gezegd',1 o penbaarde zich Wolgangs muzi kaal gen e buitengewoon vroeg. Als driejarige jongen stond hij bij het spinet, als zijn zusje les had. Was ze klaar, dan kroop hij op de kruk vóór T instrument en speelde de étude foutloos na. Vier jaar oud schreef hij menuetten, die hij, hoewel correct van vorm, voor de grap zóó moeilijk maak te, dat niemand ze kon spelen. Het diep verband dat er bestaat tusschcn wiskunde en tmiz'ek bleek ook bij de kleino >Volfgang, die hartstochtelijk van wiskunde hield en alles, tot muren en stoelen,toé, volkrastc niet cijfers. Hij werd bleek op het hooren vap de harde klank van een tromjiet, maar niet alleen zijn gehoor, ook zijn,gevoel, was uiterst teer, en hij barstte in .hujlen pit, zQodru iemand hem oen onvriendelijk' woord tocvocgdoj Uefde ha(( hij noodig, als brood hóe zal hij er als Volvvasséhb, bij al zijn njiskennipg, om gehongerd hebben! Zqn gehoor was zóó fijn, dat hij bij eoh Vool nog een variatie vap een ichtste toon kon opmerken. Zijn muzikaal gc.hc-ugcn is in de geheele muziekgeschie denis weergaloos. Schreef Bach als jongen de composities van toen levende meesters, die zijn broer vopr hem had weggeslótch, maanden lang stilletjes in de nachturen over Mozart onthield de muziek van een geheel concërt in uc S xtijnschc kapel2) qn hoefde, »ij een volgende uitvoering dezer muziekj alleen enkelo correcties te maJicn in zijn door memorisatie verkregen afschrift! Wol'gangs oor schijnt, uit- en inwend'g, dan ook anders gebouwd geweekt te zijn dan het onze, wat reeds uit de hiernevens afgebcolde oorschelp blijkt. Leopold Mozart reisde met zijn kinderen door geheel Europa, en overal wekten hun prestaties, in het bizonder die van Wolfgang, verbazing. De schittering der vorstenhoven bedierf den jongen niet. Eens, toen hij van Maria Antoinette's schoot gleed en zij hem opbeurde, liefkoosde hij haar en zei: „Jij bent lief "n ik zal met je trouwen." Glans en roem, hulde en vriendelijkheid vielen het' „wonderkind" in alle landen ten deel. Aan het öind dezer gelukkige jeugd weer in Salzburg, waar muziek nauwelijks in tel was, teruggekeerd én na vijf jaar 1 .ng ,in de vernederende omgeving van' don aartsbisschop van Salzburg gewerkt te hebben tegen een jaarwedde van13.—, gaat hij, slechts vergezeld van zijn moeder, nuar Mün- chcn, Augsburg a. In Mannheim wordt hij ver liefd op de zangeres. Aloysia Weber, en toeft daar derhalve zoo lang, tot zijn vader hem naar Parijs stuurt, waar zich de magistrale kunst van Gluck aan hem openbaart. Voor zijn muzikale ontwikke ling wordt dit Parijsche verblijf voor hem van beslissend belang, maar zijn talenten worden er vrijwel miskend. Hij ontvangt er op zekeren dag het aanbod van de betrekking van organist te Salzburg op een salaris van vijfhonderd florijnen, en zijn vader beveelt hem, het aanbod te ucccp- toeren. Was in Parijs zijn moeder gestorven, op •zijn terugreis overvalt hem een nieuwe smart: do nu gevierde Aloysia Weber wil niets meer van de jonge, miskende componist weten en trouwt met een ander. Gelukkig weet hij zich spoedig over zijn verdriet heen te zetten, waarhij de door hem beant woorde liefde van Aloysia's zuster Constance zeker 't meeste bijgedragen heeft. Te. Salzburg schrijft hij zijn opera „Idomenio", liet succes is groot. Nu roept tie aartsbisschop van Salzburg hem op, als deel van diens gevolg de reis mee te maken naar Weencn; hier in Weencn is het, dat het tusschon hem en den tyraruxieken aartsbisschop tot een breuk komt. Zoo komt Mozart alleen in de vreemdo stad te staan. Zijn ecnige bron van inkomsten 52 bestaat in het schrijven van pojiulaire rlanwnuzdck. Maar hij' vertrouwt, goedgoloov ig als hij is, op de beloften, die hcai gedaan, hoewel nimmer ingelost worden.Ondanks het verzet der beide betrokken families trouwt hij in 1782 met Constance Weber. Hoewel zij, in hun meestentijds bitter armoedig bestaan, vaak aan het noodigste gebrek hadden en Constance jaren achtereen bedlegerig was, was hun huwelijk, voor zoover wij er over oordeelen kunnen, gelukkig. Practisch waren ze geen van beiden, Wolfgang het minst, die vaak groote be dragen leende om anderen bij te kunnen staan. Als we intusschen hooren, dat Mozart zich nogal eens gaarne ontspande in biljarts|>e] en gezellige maaltijden met vrienden, kunnen we dat, in zijn omstandigheden, wel lichtzinnig en verkwistend vinden, maar vergeten we dan niet al te licht, in welke enerveerende spanningen hij leefde! In zijn korte leven schiep hij een oeuvre, zoo groot, veel zijdig en rijk, dat we niet weten, hoe het in zoo'n luttele spanne tijds onder te brengen. Dergelijke schier bovenmenschelijke acties vroegen reacties van volkomen ontspanning, en Mozart was kinder lijk genoeg, om in de gezelligheid van een vrien denkring geheel op te gaan. Denken we aan Jan Steen, wien men ook, op eveneens onvoldoende gronden, oen lichtzinnig leven heeft toegedicht tot we ons, tegenover do ongelooflijke veelvuldig heid van zijn werken, beschaamd moeten afvragen, hoe hij nog tijd om te eten en te slapen heeft kun nen vinden! Lichtzinnig in den slechten zin van liet woord is Mozart nimmer geweest, en na een zorgenvol, docih harmonieus huwelijksleven was hij nog even teer en verliefd to.v. zijn rouw als anderen alleen in hun eerste verlovingstijd! Zijn vele composities werden maar bij uitzondering succesrijk ontvangen. Na den dood van Gluck aanvaardt hij de betrokking van kamermusicus aan het keizerlijke hof... voor 800 florijnen 's jaars. Ondertueschen ging zijn gezondheid steeds acliteruit; als een r-nbekendc hem de opdracht komt geven tot het schrijven van een Requiem, weet Mozart, dat hij het voor z'.jn eigen dood 6chrijft, en nog is hij maar 35 jaar! Met het horloge naast zich werkt hii de laatste, hem hog tot wer ken beschoren uren, aan hd Requiem, dat hij niet meer heeft mogen beëindigen. Hij stierf, toen hij het „lacrimoso" te bed aan zijn vrienden had trachten voo- te zingen, met de partituur naast zich. En juist, toen, na de enthousiaste ontvangst van zijn „Tooverfluit", hém van alle kanten aan biedingen werden gedaan! Het succes was te laat gekomen. Vijf jaar eerder, en dit genie was gered geweest. Een paar vrienden droegen hem uit. Zijn vrouw was z ek van verdriet. Toen ze zoover hersteld was, dat ze naar het kerkhof kon gaan. was de delver van Mozarts graf ook gestorven, en zoo komt het, (Jat niemand de plek kon aanwijzen, waar Mozart begruven is. Op hei Wéëhsohe kerkhof hééft men een stand beeld voor Mozart opgericht, maar het monument, een kunstenaar als hij alleen waardig, is elders. Het staat in de bewondering, de dankbaarheid en de liefde van die velen, over de geheele wereld ver spreid, die hij door zijn muziek het reinste en gelukkigste geschonken heeft, dat Doit uit het hart van oen kunstenaar is opgeweld. De ondermijning van Wolfgangs gestel vindt, historisch, zijn torste oorzaken in de oflt- stellende eischen, welke Leopold Mozart zijn zoon stelde. Het muzikale kind kwam, zijn geheele jeugd door, ongelooflijk veel aan slaap en rust te kort. 2) Het „Miserere" van Allegri. Fotospionnage Werkelijke zij het dan ook geen politieke spionnagedienst -vordt tegenwoordig door de na tuurfotografie gepleegd, immers: zij begeeft zich in oen vreemd en den irensch versloten gebied, dat vroeger geheel ontoegankelijk was: het intiem ste gebied der natuur. De expedities, die uittrekken in woeste, onbewoonde streken, om menschen- schuive of -vijandige dieren te lietrappen en tege lijk te verfilmen, werken vaak onder groot gevaar, dat nóg grooter zou zijn, als ook de blik van het fototoestel .gelijk mcnschcnoogcn, niet kon wor den versterkt door sterke kijkers, die den vrcten- den leeuw, den vechtenden gorilla en den sluipen den tijger honderden meters nabij brengen. Spion- nage was het zéker, 't geen Thomas E. Stephenson, die de opvlucht van den wilden eend (hiernevens gereproduceerd) op het negatief bracht, tot deze prestatie in staat stelde. Met hoeveel tact, voor zichtigheid en geduld moet hij te werk gegaan zijn! De merkwaardige foto, ten toon gesteld op een expositie van de Koninklijke fotografische so ciëteit te Londen, werd door dit alleszins deskun dige lichaam bekroond. Prachtig zijn de sporen zichtbaar, die de wilde eend bij de opvlucht in het ■water nalaat. Men weet, hoe spoedig na een aanraking het water in wijde golven uitvloeit. Nu, deze golven begonnen zich pas te vormen, toen het toestel knipte. Het oog van het toestel ziet sneller dan do mensoh. En zoo werd op dci.c wijze het water spoor van den eend vastgelegd op een moment, waarop mcnschenoogcn het nimmer kunnen waar nemen. Want mét dat wij het spoor zien zouden, zou het ook al in kringen zijn uitgevloeid. Hebben wij geen gelijk, met van fotospionnage te spreken? i 12 Februari. „Vader," zei ik Zondagavond, „vindt u ,3 eg in" een Christelijk boek?" Vader legde de Heraut neer, en draaide zijn leeslamp uit. Wat heeft hij toch een leuk gezicht met z'n kwieke grijze kuif! Ik ben ontzettend trotsch op Vader en ik kan best begrijpen, dat ze hem de leukste lecraar vinden van de heele school. „Nee," zei Vader, „ik vind 't hèelemaal niet Christelijk, hoe kom je daar bij, Pit?" Nel mengde zich in 't gesprek. „Pit en ik hadden 't er vanmiddag ovr toen we in de Schevening- sche Bosohjes wandelden, Vader. Ik vertelde dat u twee Jaar geleden met ons in de literatuurles „Wannes Jan" had behandeld, ook van Diet Kra mer, weet u wel? En dat was toch een echt Christelijk verhaal, zei u toen. En hoe kan ze nü zoo'n boek als „Begin" schrijven?" „Iemand kon van overtuiging veranderen," zei Vader, „on misschien ook z'n overtuiging ver liezen. Maar als je schrijft is dat gevaarlijk. Dan kan je later voor je eigen werk niet meer instaan. En in '.Begin" word de oplossing falikant ver keerd gezocht, hoè mooi het boek ook is." „Ik vind het eigenlijk geen geschikt boek voor Pit," oordeelde Moeder, „ze leest .rouwens tegen woordig veel te veel. Overdag loopt ze maar te droomen." Au, net in m'n oog, zooals Jaap zou zeggenl Laatstgenoemde heer zat in de serre te schaken met Douwe, en moest zich natuurlijk weer met ons gaan bemoeien. „Vader, weet u dat er een dochter van u schrijf ster wil worden? Iedere l eer is m'n Nederlandsch Woordenboek 'erdwenen. Ik vraag me af: wat moet iemand, die e rol eener dienende maagd vervult, met -en woordenboek?" Ik stompte 'm hardhandig in z'n zij. Flauwe vent! „Ze doet mee aan de lettor-raadsels uit de kin derrubriek", zei Douwe geestig. „Nee," zei ik, „maar als ik s Maandags 't boekje van de wasscherij invul moet ik toch opzoeken of je sloopen met één of twee o's schrijd, leeperd." Vader en Nel boomden nog door over „Begin", en Jaap, die z'n schaakpartijtje uit had, mengde zich er ook in. „U moest dit toch ook eens op uw lite ratuurles behandelen, Vadei, met de vierde klas dan altijd, 't Geeit oen geweldig goed beeld van de moderne jeugd." Piet kwam binnen. Hij had Lcnic weggebracht, die de heele Zondag bij ons was geweest. „O heden", begon hij cdrcct geërgerd, „is 't al weer zoo laat? Jullie altijd met je boeken en je literatuur; die Pit wordt al even erg als de rest, dat eigenwijze kuiken. Of er niets belangrijkere is op de w« reld!" Jaap was natuurlijk onmiddellijk paraat. „Nee." troefde hij, „weet je wat véél belangrijkor is? Of je rood of groen émaille in je keuken zal nemen." Douwe en ik brulden! „Vrceselijk onhebbelijk om de gesprekken van anderen af te luisteren," zei Piet hoog. Piet en Jaap zijn altijd water en vuur Vader stond op. „Pit, zullen wc nog een eindje om? Dan stoppen we dé Heraut gelijk even bi; Brands in de bus, anders krijgt die man 'm weer zoo laat." 't Was fijn buiten. Onze voetstappen klonken zoo hard en scherp op de bevroren straatstecnen. 't Vredespaleis stond schitterend tegen de lichte maan-lucht. „We gaan door Zorgvliet terug," zei Vader. Ge zellig gearmd liepen we over de stille Andries Biokerweg, langs 't Christian Science kerkje en zoo terug naar huis. „Pit", zei Vader, toen we vlak bij huis waren, „weet je wanneer je oud genoeg bent om een boek als „Begin" te lezen? Als je, bij 't lezen van dat zoeken in de verkeerde richting, je eigen rijkdom voelt. De rijkdom van een leven, dat z'n oplossing vindt in Christus." Niemand kan de dingen zoo fijn zeggen als Vader. ALGEMEENE WENKEN VOOR PREDIKAN TEN EN DOKTERS BIJ ZIEKENBEZOEK door Ds. L. Aalders, Vaals (L.) 1. Zonder u, vóór ge uw zieken bezoekt, af en bedenk telkens weer wat het beteekent, dat zij ziek zijn en dat gij gec^nd zijt; en bid God om wijsheid, licht, leiding en kracht. (In het „Vademecum pastorale" an Emil Ohly vindt men gebeden van den predikant vóór het ziekenbezoek). 2. Ontdoe u in de gang van jas, hoed, stok, sigaar, die contraoandcn zijn in een ziekenkamer; sluit de deur goed opdat zij niet tijdens uw be zoek openspringen, en kom kaun binnen. 3. Zet u rustig heer, zóó, dat de zieke u in het gezicht kan zien, halverwege het voeteind van het bed en zorg dgt uw stoel niet het bed raakt (ter voorkoming van trillen en schudden). ■i. Spreek niet te hard en niet te zacht en houd 'geen lange gesprokken met derden, want ge komt voor de(n) zieke. 5. Geef uw aandacht en uw tijd aan <Je(n) pièke. Geef niet den indruk van verstrooidheid of haast. Dénk niet aan uzelf maar aan den ander. 6. Vindt ge geen vaasje bloemen of bakje met vruchten, zorg er dnn voor, dat het er op de een of andere wijze komt. 7. Geef uw zieke gelegenheid zich uit te spreken en wacht uw tijd af om te spreken. 8. Zeg geen algemeenheden, maar zég naar be hoefte kort en zakelijk wat troosten en sterken kan. 9. Tracht door kleinigheden het uw zieke aan genaam te maken. 10. Verlaat uw zieke niet zonder een bemoedi gend woord (dokter) of gebed (predikant), indien mogelijk. (Gfvergcpomen uit: Predikant cn Dokter). Bonte Vragen Beantwoord door G. K. A. Nonhebei, Apotheker en Scheikundige te Mid delburg. Men richte zijn vragen rechtstreeks aan het adres van den heer Nonhebei en voege voor iedere vraag I 0.20 aan postzegels bij. Aan een Middelburgsche lezeres; Hartelijk dank voor uw waardecrend schrijven. Het spreekwoord: een profeet is niet geëerd in zijn vaderland geldt ook voor een zeer bescheiden dagbladschrijvcrtje. Daarom wekt het zeker ten zeerste op, óls men uit zijn eigen omgeving eens een oordeel verneemt als het uwe. De knoop ia geen Delta-knoop, maar een van alledaagsch cal- liiber. Een lezerès te H.: Wanneer u mij uw adres opgeeft en daarbij de sterkte van het electrisoh voltage van het net in uw woonplaats, zal ik nader met u in correspon dentie treden. Hetzelfde geldt voor lettor K. postkantoor V. (N.-Br.). Opvlucht van wilde eenden 53.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 12