dil-
BIOGRAPHIE
Wolfgang Amadeus
Mozart
Een verklaarde kunst, een tragisch leven
Wolfgang Amadeus Mozart.
(Naar een teekening van Dora Stock.)
Alles, wat van hoogere orde is, de kunst zeker
niet in de laatste plaats, voert een tragisch leven
in deze wereld. Dat is altijd zoo geweest, en het
zal niet anders worden. Wee den kunstenaar, wien
het wé] gaat in den tijd. Het beteekent, dat hij niet
hoven dien tijd is uitgekomen, en dat zijn werk,
vluchtig als zijn tijd, met dien tijd zal vergaan.
Elke kunstenaar heeft, als Da Costa, zijn .We
ewaren tegen den geest der eeuw", en de geest der
eeuw voelt dat, en 'ïceft derhalve nog veel meer
hezwaren tegen den kunstenaar-zelf, en zij is bij
machte, ze den kunstenaaar aan lijf en leven te
laten gevoelen.
Vele groote kunstenaars kwamen, vereenzaamd,
in hun strijd tegen tijd en wereld om den
meestcn gelukte het, met den ondergang voor
©ogen, staande te blijven. Een dier omgekomenen
nog geen zesendertig jaar oud was de Ween-
sche componist Wolfgang Amadeus Mozart, gebo
ren te Sulzburg 1756, gestorven te Weencn 1791.
Hij dok was, zooals een Hollandsche dichteres
dat uitdrukt, „op de kentering der tijden géborén"
In de 18e eeuw namelijk, van Back tot Mozarts
onmiddellijke voorganger Haydn, stond de kunst
vrijwel geheel en al onder protectoraat der Engel-
eche, Duitsche, Fransche m Oostcnrijksche vorsten.
Doch met Beethoven, nog tijdens Mozarts leven,
ontworstelde zij zich aan dit protectoraat, dat
evenzeer slavernij beteekende, en maakte aanspra
ken op en verwierf zich een eigen, onafhankelijk
doch daarmee ook rcn van nood vervuld bestaan.
De splitsing valt in Mozarts leven. Mozart maakte,
als eerste der klassieken, zich van de hoofsche
betreden, op een kruis trappen. Zij deden dit met
een gerust geweten, omdat zij het kruis beschouw
den als het attribuut van de Boomsche Kerk,
waarvan zij even jrootcn afkeer hadden als de
Japanners. Maar zij vergaten, dat zij ook hun
eigen Christelijk geloof ter wille van geldelijk ge
win vertrapten.
De Hollanders van die dagen hebben zich in
Japan den naam verworven, dat zij zich meer om
den handel dan om den godsdienstbekommerden.
Door de sluiting van Japan voor den Wester-
schen handel gedurende meer dan twee eeuwen,
ging het volk niet alleen in economisch opzicht
achteruit, maar ook in geestelijk opzicht, omdat
,deze ook beteekende een sluiting voor alle Wcstcr-
Bche jnvloeden.
Gedurende zeven eeuwen hebben de Japanscho
keizers geen wereldlijke macht uitgeoefend. De
Mikado was slechts een geestelijk hoofd; de regeer
macht berustte bij de Sj' goens. Hoewel dit ambt
erfelijk was en de Sjogocns de feitelijke hcerschers
van Japan waren, 11 reft geen van hen het ooit
gevraagd, de hand uit te strekken naar de keizer
lijke waardigheid. Zij wisten, dat de eerbied voor
het van de goden afstammend keizerlijke huis
daarvoor te diep in het Jrpansche volk geworteld
In 1868 gaf de laatste Sjogoen.de macht over
aan koizer Moeteoehi'o, waarmede de periode der
keizerlijke regeering. de zoogenaamde Meji-periode
een aanvang nam.
Tegelijk hiermede werd Japan voor den buiten-
Inndschcn handel opengesteld. Daarmede kreeg
ook de Zending weer toegang.
Sedert 1859 hadden Amerfkaansuhe zendelingen
in stilte gewerkt en getracht vrijheid voor do
Evangelieprediking te verkrijgen. In 1873 werd die
Vrijheid officieel verleend.
Op don dag zelf, waarop deze werd afgekon
digd. kwamen 25.000 personen er voor uit, dat zij
Christenen waren. Zij waren nakomcl'ngen van de
vervolgde Christenen uit de 17e eeuw, die gedu
rende twee eeuwen in stilte het geloof hadden
bewaard
dienstbaarheid vrij, wanneer hij in 1781 zijn af
hankelijke verhouding tot den aartsbisschop van
Salzburg verbreekt. Hoc noodig deze verbreking
dier kunstenaars-loondienst was, zegt ons (aldus
Otto Keiler) het !cit, dat Mozart als huisvirtuoos
van den machtigen kerkvorst tot het bedienden-
personeel gerekend werd, mot hen aan eenzelfde
tafel eten moest, waaraan lijf- en kamerdienaar
dan nog de hoogste plaats hadden, en Mozart
hoogstens boven den kek en den suikerbakker de
voorrang kreeg. Na een uiteenzetting met Graaf
Hieronymus wees deze hem de deur met de woor
den: „Met zoo'n ellendige kerel wil ik niets meer
te maken hebben, en de hofmeester van den
aartsbisschop ovfrtroefdc zelfs zijn meester, door
Mozart nog van een schop tegen het zitvlak te
voorzien.
Mozart, toen reeds in Weencn, maakt zich uit
deze dienstbaarheidsverhouding vrij en schrijft,
met Constance von Weber getrouwd, aan zijn
vader: „Nu eerst vangt mijn geluk aan!"
Zijn geluk? Ach, Mozart heeft zijr vrijheid duur
moeten bekoopen. Nood, ziekte, sterfte zijner kin
deren, zorg, tegenspoed, verlatenheid werden zijn
deel. tot hij met een ondermijnd lichaam van uit
putting hoe vroeg! stierf. En toch! Dat heer
lijke „en toch" in Mozarts loven!: en toch, hoe
weinig tragiek i* er in zijn muziek, die als zon
licht op water sprankelende paradijstaal. Hoeveel
vreugd, hoeveel blijmoedigheid, hoeveel humor,
hoeveel geloof in de uiteindelijke overwinning dei-
vreugde op de smart was er in d't telkens over
nieuw weer ontgoochelde hart. Op hém zeker is
toepasselijk wat Ie dichter J. A. Rispens, in zijn
gedicht „Enkelen" van den dichter zegt:
Gij werd gebore n om te lijden,
Opdat de wereld nog vreugde vindt.
Wat gij, eenzan en, moest doorstrijden,
Straks bloeit het uit g»m hén te verblijden,
Als een bloesemtak op den wind!
Mozart heeft als geen ander het verdriet der
wereld tot vreugd herschapen. Vreugd is het, die
op ons neerdruppclt uit zijn werk als een regen
bij zonlicht, en daarom zal hij, tegenover den
duisteren Beethoven, voor ons het zonnekind blij
ven dat hij in zijn diepte Altijd was.
Een tijdlang is het mode geweest, Mozart voor
een oppervlakkig, rococo-krullerig en franjerig
componist te houden (de tldus op hem uitge
spaarde bewondering kwam dan Beethoven ten
gunste), zooals men nu hier en daar stemmen
hoort opgaan die Bach ton voordeele van Handel
van zijn orgeltroon willen halen. Men late deze
geblaseerde lieden begaan, die meestal toch maar
een ander nabouwen, en bedenke dat het onmoge
lijk is, een deel van Beethoven in Mozart, een deel
van Mozart ;n Beethoven te ontkennen. Wanneer
CaSriilYé Bellaignc zégt, dat de muziek vóór peet-
hoven Huitert ons, m\ Bouthovyii inj>us, zingt, geldt
dit in zooverre niet voor fozart, eis hij een Beet-
hovensch diep-inneriijk buiten zich projecteerde,
en hij de „buiten ons ingende" .muziek op talrijke
plaatsen heenvoo.-de dóó. de d'eptcn van een o
zoo teeder en kwetsbaar en van smart doorvhjmd
menschenhart Zóó lang na zijn dood heeft men
Mozart zijn vreugde nog kwalijk genomen. Do
wreede „barmhartigheid u< r goddeloozen", die zich
verheugt in het leed der anderen, en zich afkeert
als hen het gouden signaal der vreugd ontmoet?
De meesters der klassieke Germaaneche muziek
zelve hebben hem audcis anders g. zien! Beethoven
is hem helaas vergeefs hardnekkig achterna
gereisd en Haydn zei. „I'k kan mijn verontwaar
diging niet verzw'jgen, als ik denk dat deze zeld
zame man nog altijd naar een positie zoekt en dat
prins noch souverein er aan denkt, hem in zijn
diénst te nemen." En tegenover vader Leopold
Mozart merkt hij op: „Ik zweer bij mijn eer
en voor God, dat er volgens mij geen grootér com
ponist op de wereld is dan uw zoon."
Maar hiermede zijn wij reeds midden in Mozarts
leven verdwaald, ei het verdient aanbeveling, bij
het begin te beginnen.
Toen Mozart in 175G in het mooie plaatsje Salz
burg geboren werd als vierde van het beroemde
vijftal Duitsche meesters van de gouden eeuw der
Mozarts spinet Mozart Museum.
Mozarts oor. Een normaal oor.
Naar een teekening in het Mozarl-Muscum.
muziek, was Bach zes jaar te voren gestorven;
Handel stierf drie ,aar na Mozarts geboorte, en
Haydn stond aan het bogin van zijn roem. Niet
als Handel moest hij, als zevenjarige jongen, op
een kouden zolder zich oefenen op een versleten
spinet, bevreesd, dat zijn woedende vader het zou
hooren, Integendeel, hij had een geriefelijk thuis
en een vader, die het zich zeer vroeg openbaren-
de muzikale talent van zijp zoon cntihous ast aan
moedigde.
De verschrikkelijke sterfte, dje in dien „goeden
ouden tijd" bij de veel te we.nschen overlatende
hygiënische toestanden regel was en ook het
meerendecl van Baclis groot gpzin sloopte, deed zien
ook in het uitgebreide gezin Mozart gelden:
alleen Wolfgang en zijn zusje Nannerl bleven in
leven. Vader Mozart, hoewel tè trotsch op de mu
zikaliteit van, zijn kinderen1) (Nannerl werd.eén
opmerkelijk pianovirtuoze), was pen voortreffelijk
vader, in zooverre hij niet voor zichzelf, hiaat"'
voor zijn kinderen leefde. Hoeveel Wolfgang van
zijn vader hielcj, blijkt uit zijn bekende kinderlijke
gezegde: „na God komt papa", en. nooit ging hij
naar bod, dan eerst een zelfgemaakt avond liedje
te hebben gezongen en zijn vader op het puntje
van diens neus te hebben gekust.
Zooals gezegd',1 o penbaarde zich Wolgangs muzi
kaal gen e buitengewoon vroeg. Als driejarige
jongen stond hij bij het spinet, als zijn zusje les
had. Was ze klaar, dan kroop hij op de kruk vóór
T instrument en speelde de étude foutloos na. Vier
jaar oud schreef hij menuetten, die hij, hoewel
correct van vorm, voor de grap zóó moeilijk maak
te, dat niemand ze kon spelen. Het diep verband
dat er bestaat tusschcn wiskunde en tmiz'ek bleek
ook bij de kleino >Volfgang, die hartstochtelijk van
wiskunde hield en alles, tot muren en stoelen,toé,
volkrastc niet cijfers. Hij werd bleek op het hooren
vap de harde klank van een tromjiet, maar niet
alleen zijn gehoor, ook zijn,gevoel, was uiterst teer,
en hij barstte in .hujlen pit, zQodru iemand hem
oen onvriendelijk' woord tocvocgdoj Uefde ha(( hij
noodig, als brood hóe zal hij er als Volvvasséhb,
bij al zijn njiskennipg, om gehongerd hebben! Zqn
gehoor was zóó fijn, dat hij bij eoh Vool nog een
variatie vap een ichtste toon kon opmerken. Zijn
muzikaal gc.hc-ugcn is in de geheele muziekgeschie
denis weergaloos. Schreef Bach als jongen de
composities van toen levende meesters, die zijn
broer vopr hem had weggeslótch, maanden lang
stilletjes in de nachturen over Mozart onthield
de muziek van een geheel concërt in uc S xtijnschc
kapel2) qn hoefde, »ij een volgende uitvoering
dezer muziekj alleen enkelo correcties te maJicn
in zijn door memorisatie verkregen afschrift!
Wol'gangs oor schijnt, uit- en inwend'g, dan
ook anders gebouwd geweekt te zijn dan het onze,
wat reeds uit de hiernevens afgebcolde oorschelp
blijkt.
Leopold Mozart reisde met zijn kinderen door
geheel Europa, en overal wekten hun prestaties, in
het bizonder die van Wolfgang, verbazing. De
schittering der vorstenhoven bedierf den jongen
niet. Eens, toen hij van Maria Antoinette's schoot
gleed en zij hem opbeurde, liefkoosde hij haar en
zei: „Jij bent lief "n ik zal met je trouwen."
Glans en roem, hulde en vriendelijkheid vielen
het' „wonderkind" in alle landen ten deel. Aan
het öind dezer gelukkige jeugd weer in Salzburg,
waar muziek nauwelijks in tel was, teruggekeerd
én na vijf jaar 1 .ng ,in de vernederende omgeving
van' don aartsbisschop van Salzburg gewerkt te
hebben tegen een jaarwedde van13.—, gaat
hij, slechts vergezeld van zijn moeder, nuar Mün-
chcn, Augsburg a. In Mannheim wordt hij ver
liefd op de zangeres. Aloysia Weber, en toeft daar
derhalve zoo lang, tot zijn vader hem naar Parijs
stuurt, waar zich de magistrale kunst van Gluck
aan hem openbaart. Voor zijn muzikale ontwikke
ling wordt dit Parijsche verblijf voor hem van
beslissend belang, maar zijn talenten worden er
vrijwel miskend. Hij ontvangt er op zekeren dag
het aanbod van de betrekking van organist te
Salzburg op een salaris van vijfhonderd florijnen,
en zijn vader beveelt hem, het aanbod te ucccp-
toeren. Was in Parijs zijn moeder gestorven, op
•zijn terugreis overvalt hem een nieuwe smart: do
nu gevierde Aloysia Weber wil niets meer van de
jonge, miskende componist weten en trouwt met
een ander. Gelukkig weet hij zich spoedig over zijn
verdriet heen te zetten, waarhij de door hem beant
woorde liefde van Aloysia's zuster Constance zeker
't meeste bijgedragen heeft. Te. Salzburg schrijft hij
zijn opera „Idomenio", liet succes is groot. Nu
roept tie aartsbisschop van Salzburg hem op, als
deel van diens gevolg de reis mee te maken naar
Weencn; hier in Weencn is het, dat het tusschon
hem en den tyraruxieken aartsbisschop tot een
breuk komt. Zoo komt Mozart alleen in de vreemdo
stad te staan. Zijn ecnige bron van inkomsten
52
bestaat in het schrijven van pojiulaire rlanwnuzdck.
Maar hij' vertrouwt, goedgoloov ig als hij is, op de
beloften, die hcai gedaan, hoewel nimmer ingelost
worden.Ondanks het verzet der beide betrokken
families trouwt hij in 1782 met Constance Weber.
Hoewel zij, in hun meestentijds bitter armoedig
bestaan, vaak aan het noodigste gebrek hadden
en Constance jaren achtereen bedlegerig was, was
hun huwelijk, voor zoover wij er over oordeelen
kunnen, gelukkig. Practisch waren ze geen van
beiden, Wolfgang het minst, die vaak groote be
dragen leende om anderen bij te kunnen staan.
Als we intusschen hooren, dat Mozart zich nogal
eens gaarne ontspande in biljarts|>e] en gezellige
maaltijden met vrienden, kunnen we dat, in zijn
omstandigheden, wel lichtzinnig en verkwistend
vinden, maar vergeten we dan niet al te licht, in
welke enerveerende spanningen hij leefde! In zijn
korte leven schiep hij een oeuvre, zoo groot, veel
zijdig en rijk, dat we niet weten, hoe het in zoo'n
luttele spanne tijds onder te brengen. Dergelijke
schier bovenmenschelijke acties vroegen reacties
van volkomen ontspanning, en Mozart was kinder
lijk genoeg, om in de gezelligheid van een vrien
denkring geheel op te gaan. Denken we aan Jan
Steen, wien men ook, op eveneens onvoldoende
gronden, oen lichtzinnig leven heeft toegedicht
tot we ons, tegenover do ongelooflijke veelvuldig
heid van zijn werken, beschaamd moeten afvragen,
hoe hij nog tijd om te eten en te slapen heeft kun
nen vinden! Lichtzinnig in den slechten zin van
liet woord is Mozart nimmer geweest, en na een
zorgenvol, docih harmonieus huwelijksleven was
hij nog even teer en verliefd to.v. zijn rouw als
anderen alleen in hun eerste verlovingstijd! Zijn
vele composities werden maar bij uitzondering
succesrijk ontvangen. Na den dood van Gluck
aanvaardt hij de betrokking van kamermusicus
aan het keizerlijke hof... voor 800 florijnen
's jaars. Ondertueschen ging zijn gezondheid steeds
acliteruit; als een r-nbekendc hem de opdracht
komt geven tot het schrijven van een Requiem,
weet Mozart, dat hij het voor z'.jn eigen dood
6chrijft, en nog is hij maar 35 jaar! Met het horloge
naast zich werkt hii de laatste, hem hog tot wer
ken beschoren uren, aan hd Requiem, dat hij niet
meer heeft mogen beëindigen. Hij stierf, toen hij
het „lacrimoso" te bed aan zijn vrienden had
trachten voo- te zingen, met de partituur naast
zich. En juist, toen, na de enthousiaste ontvangst
van zijn „Tooverfluit", hém van alle kanten aan
biedingen werden gedaan! Het succes was te laat
gekomen. Vijf jaar eerder, en dit genie was gered
geweest.
Een paar vrienden droegen hem uit. Zijn vrouw
was z ek van verdriet. Toen ze zoover hersteld was,
dat ze naar het kerkhof kon gaan. was de delver
van Mozarts graf ook gestorven, en zoo komt het,
(Jat niemand de plek kon aanwijzen, waar Mozart
begruven is.
Op hei Wéëhsohe kerkhof hééft men een stand
beeld voor Mozart opgericht, maar het monument,
een kunstenaar als hij alleen waardig, is elders.
Het staat in de bewondering, de dankbaarheid en
de liefde van die velen, over de geheele wereld ver
spreid, die hij door zijn muziek het reinste en
gelukkigste geschonken heeft, dat Doit uit het hart
van oen kunstenaar is opgeweld.
De ondermijning van Wolfgangs gestel
vindt, historisch, zijn torste oorzaken in de oflt-
stellende eischen, welke Leopold Mozart zijn zoon
stelde. Het muzikale kind kwam, zijn geheele jeugd
door, ongelooflijk veel aan slaap en rust te kort.
2) Het „Miserere" van Allegri.
Fotospionnage
Werkelijke zij het dan ook geen politieke
spionnagedienst -vordt tegenwoordig door de na
tuurfotografie gepleegd, immers: zij begeeft zich
in oen vreemd en den irensch versloten gebied,
dat vroeger geheel ontoegankelijk was: het intiem
ste gebied der natuur. De expedities, die uittrekken
in woeste, onbewoonde streken, om menschen-
schuive of -vijandige dieren te lietrappen en tege
lijk te verfilmen, werken vaak onder groot gevaar,
dat nóg grooter zou zijn, als ook de blik van het
fototoestel .gelijk mcnschcnoogcn, niet kon wor
den versterkt door sterke kijkers, die den vrcten-
den leeuw, den vechtenden gorilla en den sluipen
den tijger honderden meters nabij brengen. Spion-
nage was het zéker, 't geen Thomas E. Stephenson,
die de opvlucht van den wilden eend (hiernevens
gereproduceerd) op het negatief bracht, tot deze
prestatie in staat stelde. Met hoeveel tact, voor
zichtigheid en geduld moet hij te werk gegaan
zijn! De merkwaardige foto, ten toon gesteld op
een expositie van de Koninklijke fotografische so
ciëteit te Londen, werd door dit alleszins deskun
dige lichaam bekroond. Prachtig zijn de sporen
zichtbaar, die de wilde eend bij de opvlucht in het
■water nalaat.
Men weet, hoe spoedig na een aanraking het
water in wijde golven uitvloeit. Nu, deze golven
begonnen zich pas te vormen, toen het toestel
knipte. Het oog van het toestel ziet sneller dan
do mensoh. En zoo werd op dci.c wijze het water
spoor van den eend vastgelegd op een moment,
waarop mcnschenoogcn het nimmer kunnen waar
nemen. Want mét dat wij het spoor zien zouden,
zou het ook al in kringen zijn uitgevloeid.
Hebben wij geen gelijk, met van fotospionnage
te spreken? i
12 Februari.
„Vader," zei ik Zondagavond, „vindt u ,3 eg in"
een Christelijk boek?"
Vader legde de Heraut neer, en draaide zijn
leeslamp uit. Wat heeft hij toch een leuk gezicht
met z'n kwieke grijze kuif! Ik ben ontzettend
trotsch op Vader en ik kan best begrijpen, dat ze
hem de leukste lecraar vinden van de heele school.
„Nee," zei Vader, „ik vind 't hèelemaal niet
Christelijk, hoe kom je daar bij, Pit?"
Nel mengde zich in 't gesprek. „Pit en ik hadden
't er vanmiddag ovr toen we in de Schevening-
sche Bosohjes wandelden, Vader. Ik vertelde dat
u twee Jaar geleden met ons in de literatuurles
„Wannes Jan" had behandeld, ook van Diet Kra
mer, weet u wel? En dat was toch een echt
Christelijk verhaal, zei u toen. En hoe kan ze nü
zoo'n boek als „Begin" schrijven?"
„Iemand kon van overtuiging veranderen," zei
Vader, „on misschien ook z'n overtuiging ver
liezen. Maar als je schrijft is dat gevaarlijk. Dan
kan je later voor je eigen werk niet meer instaan.
En in '.Begin" word de oplossing falikant ver
keerd gezocht, hoè mooi het boek ook is."
„Ik vind het eigenlijk geen geschikt boek voor
Pit," oordeelde Moeder, „ze leest .rouwens tegen
woordig veel te veel. Overdag loopt ze maar te
droomen."
Au, net in m'n oog, zooals Jaap zou zeggenl
Laatstgenoemde heer zat in de serre te schaken
met Douwe, en moest zich natuurlijk weer met ons
gaan bemoeien.
„Vader, weet u dat er een dochter van u schrijf
ster wil worden? Iedere l eer is m'n Nederlandsch
Woordenboek 'erdwenen. Ik vraag me af: wat
moet iemand, die e rol eener dienende maagd
vervult, met -en woordenboek?"
Ik stompte 'm hardhandig in z'n zij. Flauwe
vent!
„Ze doet mee aan de lettor-raadsels uit de kin
derrubriek", zei Douwe geestig.
„Nee," zei ik, „maar als ik s Maandags 't boekje
van de wasscherij invul moet ik toch opzoeken of
je sloopen met één of twee o's schrijd, leeperd."
Vader en Nel boomden nog door over „Begin", en
Jaap, die z'n schaakpartijtje uit had, mengde zich
er ook in. „U moest dit toch ook eens op uw lite
ratuurles behandelen, Vadei, met de vierde klas
dan altijd, 't Geeit oen geweldig goed beeld van
de moderne jeugd."
Piet kwam binnen. Hij had Lcnic weggebracht,
die de heele Zondag bij ons was geweest.
„O heden", begon hij cdrcct geërgerd, „is 't al
weer zoo laat? Jullie altijd met je boeken en je
literatuur; die Pit wordt al even erg als de rest,
dat eigenwijze kuiken. Of er niets belangrijkere
is op de w« reld!"
Jaap was natuurlijk onmiddellijk paraat. „Nee."
troefde hij, „weet je wat véél belangrijkor is? Of
je rood of groen émaille in je keuken zal nemen."
Douwe en ik brulden!
„Vrceselijk onhebbelijk om de gesprekken van
anderen af te luisteren," zei Piet hoog. Piet en
Jaap zijn altijd water en vuur
Vader stond op. „Pit, zullen wc nog een eindje
om? Dan stoppen we dé Heraut gelijk even bi;
Brands in de bus, anders krijgt die man 'm weer
zoo laat."
't Was fijn buiten. Onze voetstappen klonken
zoo hard en scherp op de bevroren straatstecnen.
't Vredespaleis stond schitterend tegen de lichte
maan-lucht.
„We gaan door Zorgvliet terug," zei Vader. Ge
zellig gearmd liepen we over de stille Andries
Biokerweg, langs 't Christian Science kerkje en
zoo terug naar huis.
„Pit", zei Vader, toen we vlak bij huis waren,
„weet je wanneer je oud genoeg bent om een boek
als „Begin" te lezen? Als je, bij 't lezen van dat
zoeken in de verkeerde richting, je eigen rijkdom
voelt. De rijkdom van een leven, dat z'n oplossing
vindt in Christus."
Niemand kan de dingen zoo fijn zeggen als
Vader.
ALGEMEENE WENKEN VOOR PREDIKAN
TEN EN DOKTERS BIJ ZIEKENBEZOEK
door Ds. L. Aalders, Vaals (L.)
1. Zonder u, vóór ge uw zieken bezoekt, af en
bedenk telkens weer wat het beteekent, dat zij ziek
zijn en dat gij gec^nd zijt; en bid God om wijsheid,
licht, leiding en kracht. (In het „Vademecum
pastorale" an Emil Ohly vindt men gebeden van
den predikant vóór het ziekenbezoek).
2. Ontdoe u in de gang van jas, hoed, stok,
sigaar, die contraoandcn zijn in een ziekenkamer;
sluit de deur goed opdat zij niet tijdens uw be
zoek openspringen, en kom kaun binnen.
3. Zet u rustig heer, zóó, dat de zieke u in het
gezicht kan zien, halverwege het voeteind van het
bed en zorg dgt uw stoel niet het bed raakt (ter
voorkoming van trillen en schudden).
■i. Spreek niet te hard en niet te zacht en houd
'geen lange gesprokken met derden, want ge komt
voor de(n) zieke.
5. Geef uw aandacht en uw tijd aan <Je(n)
pièke. Geef niet den indruk van verstrooidheid of
haast. Dénk niet aan uzelf maar aan den ander.
6. Vindt ge geen vaasje bloemen of bakje met
vruchten, zorg er dnn voor, dat het er op de een
of andere wijze komt.
7. Geef uw zieke gelegenheid zich uit te spreken
en wacht uw tijd af om te spreken.
8. Zeg geen algemeenheden, maar zég naar be
hoefte kort en zakelijk wat troosten en sterken
kan.
9. Tracht door kleinigheden het uw zieke aan
genaam te maken.
10. Verlaat uw zieke niet zonder een bemoedi
gend woord (dokter) of gebed (predikant), indien
mogelijk.
(Gfvergcpomen uit: Predikant cn Dokter).
Bonte Vragen
Beantwoord door G. K. A. Nonhebei,
Apotheker en Scheikundige te Mid
delburg.
Men richte zijn vragen rechtstreeks
aan het adres van den heer Nonhebei
en voege voor iedere vraag I 0.20
aan postzegels bij.
Aan een Middelburgsche lezeres;
Hartelijk dank voor uw waardecrend schrijven.
Het spreekwoord: een profeet is niet geëerd in
zijn vaderland geldt ook voor een zeer bescheiden
dagbladschrijvcrtje. Daarom wekt het zeker ten
zeerste op, óls men uit zijn eigen omgeving eens
een oordeel verneemt als het uwe. De knoop ia
geen Delta-knoop, maar een van alledaagsch cal-
liiber.
Een lezerès te H.:
Wanneer u mij uw adres opgeeft en daarbij de
sterkte van het electrisoh voltage van het net in
uw woonplaats, zal ik nader met u in correspon
dentie treden.
Hetzelfde geldt voor lettor K. postkantoor V.
(N.-Br.).
Opvlucht van wilde eenden
53.