Handelsbetrekkingen Nederland en Ned.-lndie RUBRIEK Tusschen smokkelaars en kommiezen DONDERDAG 1 FEBRUARI 1934 ID (Slot) We zijn thans genaderd tot de vraag af Nedprland behalve door contingenteeringon iets kan doen om de exporten van Indië naar Nederland te bevorderen. En dan luidt het antwoord nog meer bevestigend. Nederland beschikt nl. ook over een systeem van monopolies dat Indië niet kent, maar door het Moeder land ten bate van het Rijk over zee kan worden aangewend. I-Iet uitvoerend orgaan is daarbij de Graan- en Meelcentrale. Zoo heeft men het aardappelmeel, dat een monopolie-product is, belast met een heffing, gelijk aan het invoerrecht op tapioca, om op doze wijze de con current ie- kansen van deze beide artikelen, bestemd voor dextrine-bereiding, gelijk te maken. Belangrijker is nog de maatregel, die ten aanzien van ma is in voorbereiding is en -binnenkort van kracht zal worden. Ook mais is een monopolieproduct, waarop bij invoer een heffing van 1,50 per 100 K.G. gelogd is. Van deze omstandigheid wil men gebruik maken om een tastbare be oordeel in$ van den Ind.schen imvoer moge lijk te maken. Indië had steeds een belang rijk aandeel in onzen maisinvoer, die onge veer 1*4 millioen ton por jaar bedraagt, maar werd den laatsten tijd meer en meer teruggedrongen door de concurrentie van Noord- en Zuid-Amerikaansche en Russische mais. Gevolg daarvan was, dat de mais- situat e in Indië vrij precair geworden is, te meer omdat zoowel de mais- als de rijst- productie in Indië zeer overvloedig gewor den is. De bevolking is n.l. mais en rijst gaan verbouwen in plaats van suiker. De crisis heeft dus op een bepaald gebied in krimping van productie tot gevolg gehad, maar op een ander een zoo groote uitbrei ding, dat Indië vroeger rijst moest invoeren, thans zelfs exporteeren kan. Een invoerver bod kon voor Java worden uitgevaardigd en een exportabel overschot bleef beschikbaar. De prijzen van de rijst en ook van mais zijn echter zeer gedaald: ze staan op een derde van vroeger. De vraag is nu: hoe brengt het overschot wat op? De rijst kan naar de buitengewesten, maar voor de mais moet een andere bestemming worden ge zocht. Het mais-overschot zal ongeveer 175000 ton bedragen. Wanneer er mei dit surplus niets gebeurt, zal de prijs nog meer dalen tot groote schade van tallooz kleine producen ten. Slechts één land is er, dat van deze prijsdaling zal profiteeren. Japan is een groote afnemer van de Indische mais en zou de grootcre productie tegen de laagst mogelijke prijzen opkoopen en daarmee aan de b nnenlandsche producenten groote scha de doen. Het vraagstuk wordt nog moei lijker, omdat het overschot van de komende oogst zoo groot wordt verwacht, dat er nood zakelijk iets gebeuren moet teneinde e.en ramp voor de kleine landbouwers op Oost en Midden-Java te voorkomen. Er is slechts één middel, dat hier een op lossing kan brengen: Nederland moet het surplus opnemen. Dit zal dan ook geschie den .Een maatregel dienaangaande zal bin nenkort genomen worden. De uitwerking zal geschieden door de Graancentrale. De bestaande handel zal daarbij worden inge schakeld en ook zal de medewerking van de scheepvaart niet worden vergeten. Verwacht mag worden, dat deze maatregel een prijshoudende werking zal hebben. Ten aanzien van rijst is de situatie moeilijker, al is het overschot kleiner. In ernstige overweging is een plan om de rijst, die niet voor Java en de Buitengewes ten noodig is, eveneens door Nederland te laten afnemen. Suiker Een bijzondere beschouwing wijdde prof. Van Gel deren vervolgens aan het reeds veel I stond in ons blad van 81 Januari. besproken probleem van de Java-suiker- industrie. De vraag is gedaan of de steun aan de bietsuikerrultuur de grens van het econo misch toelaatbare n et heeft bereikt en of deze steun verleening nog wel op dezelfde wijz voortgezet kan worden. In dezen geest is het vraagstuk ook onlangs door minister Verschuur in de Tweede Kamer gesteld. De kwestie is voorgelegd aan een inter departementale commissie, onder voorzitter schap van den wd. directeur-generaal van den Landbouw. Zij moet het suikervraag- stuk bezien. Er is nog geen verslag uitge bracht, zoodat ook door de Regeering nog geen enkele beslissing genomen is. Berich ten over inkrimping van den bietensteun moeten daarom geacht worden eiken feito- lijken grond te missen. Prof. Van Gelderen betreurde, dat er in het publiek uitingen zijn gedaan, welke den indruk wekken, als zou er sprake zijn van een offensief van Javasuiker tegen de biet suiker. Het is geep vraagstuk: Riet contra Biet, zooals men het wel eens kort en krach tig heeft willen zeggen. Het betreft hier geen strijd van Javaprodueten tegen Ne derlandsche producenten. Met den meesten nadruk verklaarde prof. Van Gelderen, dat van de zijde der Ja va-suikerproducenten niet den minsten aandrang is geoefend om de suikerbietenproductie nader te onderzoeken. Het gaat bij deze kwestie slechts om zui ver moederlandsche economische en finan- cieele overwegingen. De vraag is of de hoog te van den steun van het oogenblik nog ver der verantwoord is. Moet de productie van bieten minder worden, dan komt de vraag aan de orde of hetgeen aan de bietsuiker productie ontvalt, niet door koloniale sui ker kan worden vervangen. Verwacht wordt, dat de interdepartemen tale commissie dezer dagen haar rapport zal indienen. gebleekte katoenen manufacturen wees prof. Van Gelderen er op, dat deze maatregel zeer diep ingrijpt in de importen van Japan in Indië. De Nederlandsche regeering heeft officieel de Engelsche en Japansche regeeringen me degedeeld, dat het voornemen bestond tot bedoelde contingenteering over te gaan. Met den Japanschen gezant is vervolgens nog een korte schriftelijke gedachtemvisseliig gevoerd over den tijdelijken maatregel. Er zijn echter gelijk wel beweerd is geen onderhandelingen gevoerd in Den Haag. Wat er gebeurd is, gold slechts den tijdelijken maatregel, die spoedig van kracht zal worden. Eerst daarna zullen, naar het oordeel der Nederlandsche Regeering, onderhandelingen met Japan op breeder basis kunnen worden gevoerd. Zij zullen betreffen hetgeen dient te ge schieden na de tien-maandsche periode, waarmee begonnen wordt. Echter zullen de besprekingen dan niet alleen gaan over ka toentjes,' maar daarnaast ook het geheel van de handelsbetrekkingen tusschen Indië en Japan betreffen. Japan heeft n.l. zoowel in Nederland als in Indië een belangrijk in- voeroverschot. In de nu bestaande balans is meer evenwicht noodig, zoo is aan de Ja pansche Rogeering te kennen gegeven. Spe ciaal de export van Indië naar Japan zal onder de loupe moeten worden genomen. Dat het de hoogste tijd is om in te grijpen, willen we voor Twente nog de In dische markt voor katoenen manufacturen niet geheel verloren doen gaan, werd met enkele cijfers duidelijk gemaakt. De invoer van gebleekte katoenen ma nufacturen bedroeg (in duizendtallen yards): i Jan. t./m. flet Totaal Nederl. Japan 1930 v 113157 83S15 8606 1932 95927 53533 32715 1933 111192 16300 89947 We liggen er dus bijna uit. Dat onze positie in het algemeen door Japan in gevaar is gebracht kan blijken uit de onderstaande cijfers, die (in mill oenen guldens) don in- en uitvoer voor Java en Madoera weergeven. Invoer: Jan. t/m. Juni Nederland Japan 1931 42.0 35.7 i»:e 27.3 26.5 193S 14.6 35.2 Uitvoer: 1931 40.8 14.0 1932 34.6 8.4 1933 25.1 8.7 De besprekingen over deze aangelegenheid zullen, gelijk reeds gemeld, eind Maart, be gin April, te Batavia plaats vinden. Een deskundig delegatie uit Nederland zal er aan deelnemen. Na die besprekingen zal de definitieve vaststelling en teekening van het verdrag in Den Haag geschieden. Dit is het begin, zoo besloot prof. Van Gel deren zijn betoog. Eenzelfde houding zullen wij aannemen tegenover andere landen, o.a. met onderhandelingen met Engeland en Duitschland. Discussie Na deze uiteenzetting werd van de gebo den gelegenheid tot het stellen van vragen een druk gebruik gemaakt. Uit het antwoord van prof. Van Gelderen valt nog het volgende aan te teekenen: De mogelijkheid van export van Neder landsche boter naar Indië is in den laatsten tijd in studie. Een speciale commissie is daarvoof in het leven geroepen. Er zijn ech ter allerlei technische moeilijkheden, welke overwonnen moeten worden. Prof. Van Gel- deren betwijfelde of het tot eenig resuViat zal leiden. Daar kemt bij, dat Australië zeer veel boter naar Indië exporteert en onze re laties met Australië de grootste voorzichtig heid vereischen, in verband met de behan deling van onze producten in Australië. Voorts werd medegedeeld, dat Japan zich volkomen rekenschap geeft van de moeilijk heden, waarvoor wij geplaatst zijn. Of Ja pan bereid zal zijn aan onzen uitvoer naar dat land bepaalde concessies te doen, zal uit de onderhandelingen moeten blijken. Japan is een belangrijke afnemer van suiker, mais en copra. Wat de commissie-Bruins betreft, die tot taak had het vraagstuk van de economische samenwerking van Nederland en Indië te bestudeeren en terzake aan de Regeering advies uit te brengen, deelde prof. Van Gel deren mede. dat deze commiss e zeer be moeilijkt is bij haar werk doordat de feiten steeds dringender worden. Binnenkort zal het rapport der commissie, dat een aantal suggesties zal bevatten, aan de Regeering worden aangeboden. Het zou prof. Van Gelderen voorts niet verbazen, als er van Engelsche zijde belang stelling bestond voor de katoencontingentee- ring. Wellicht dat die belangstelling nog in den een of anderen tastbaren vorm tot uit drukking komt. Met onze contingent?eringen nemen we tegenover het buitenland geen on gunstige positie in. Of een Clearingwet voor Indië van nut zal kunnen zijn is op het oogenblik nog een onderwerp van studie. Indië heeft een groot uitvoersaldo. Met een Clearingwetl zullen we dus niet zoo heel veel kunnen uitrichten. Tenslotte kwam de discussie nog even op het vraagstuk der rubberrestrictie. Prof. Van Gelderen deelde als zijn meening mede, dai er nog wel heel wat inkt zal moeten vloeien alvorens deze aangelegenheid definitief ge regeld is. Ingewikkelde onderhandelingen zijn noodig tusschen particuliere Engelsche en Nederlandsche belanghebbenden en tus schen de Regeeringen der betrokken landen Gemengd Nieuws EEN VOLKSGERICHT TE BAKEL Op het gehucht Grotel onder Bakel (N.-B.) hebben een 80-tal personen uit naburige dor pen een tafelpartij gehouden bij een land bouwerszoon. De Tel. weet het volgende er- van mede te (kelen. De jongeman had reeds langen tijd ver keering met een boerendochter uit Bakel. Binnenkort zouden de geliefden in het hu welijksbootje stappen. Met de trouw scheen de toekomstige echtgenoot het nochtans niet zoo nauw te nemen, want onlangs werd het in het dorp bekend, dat de bruidegom in spé er in een nabijgelegen dorpje nog een tweede Dulcinea op na hield. Volgens oud gebruik werd unaniem be sloten dezen ontrouwen huwelijkscandidaat te tafelen. Bij het invallen van de duisternis trok een groep personen naar het huis van den boerenzoon; in den stoet voerde de opgewon den menigte, die onderweg met allerlei in strumenten lawaai ontketende, een groote huifkar mede, met welk voertuig eenige malen onder het geschreeuw en gejoel van de dorpsschare, rondom de boerderij werd getrokken. Doch dit was nog slechts het be gin van de vertooning. Met vereende krach ten werden de boomen van de kar tegen de deur van de hoeve geplaatst, die met hevig gekraak bezweek. De ramen van het per ceel en verschillende meubelen werden kort en klein geslagen, waarna de tafolaars in den stal de varkens uit het hok dreven en dp kamers van de boerderij binnenjoegen. Uit woede werd nog een groote partij stroo in de verschillende vertrekken over den vloer verspreid. Vooraf hadden de boerenzoon on de ove rige huisgenooten een goed heenkomen ge zocht. Een der gezinsleden was naar de politie geloopen en spoedig verschenen de eemeente-veldwachters van Bakel en Mil- hceze. De tafelaars werden door de politic uiteen gejaagd; er vielen hierbij rake klap pen, doch vervuld met groote voldoening trokken de menschen langzaam af. Tegen do grootste belhamels werd proces-verbaal opgemaakt. Den geheelen avond bleef bet nog rumoerig in de omgeving van de wo ning. NOTARIS UIT ZIJN AMBT GEZET Het Amsterdamsrhe gerechtshof heeft bi) zijn arrest notaris Micheels. die in Anril 1933 was veroordeeld tot drie maanden ge vangenisstraf in verband met de bekende Aufwertungsaffaire. thans ontzet uit zijn ambt van notaris. AKELIGE VONDST Te Amsterdam werd in den Amstel het lijkje van een pasgeboren kind gevonden, gewikkeld in een krant, welke door het water geheel vernield was. De 58-jarige E. K., colporteur, onderhield liefdesbetrekkingen met een 44-jarige wedu we, die aan het Binnen Damsterdiep te Gro ningen woont met haar kinderen. Als kaper op de kust verscheen een jongeman, die nauwelijks de jongelingsjaren was ont groeid, d e het hart der weduwe stal en zich drong tusschen haar en haar zooveel ouderen vriend. Het kwam zoover, dat de jongeman bij. de weduwe kostganger werd. Tusschen den colporteur en den jongeman ontstond weldra een twist, die uitliep in een vechtpartij, waarbij beide mannen in kamer en keiuiken aan het worstelen waren. Onder die worsteling trok K. een mes en stak daar mee naar zijn medeminnaar. Deze wist de stoken te ontwijken, maar kreeg toch een worid aan zijn hand. Hij vluchtte de trap af, achtervolgd door K., die een bijl uit de keuken opnam en daarmede den naar be neden loopenden jongen op het hoofd wilde slaan. Dit werd voorkomen door de weduwe, die nog juist bijtijds de reeds opgeheven bijl wist tegen te houden en onmiddellijk daar na in zwijm viel. De politie arresteerde K., die in het bezit bleek van tw VRIJDAG 2 FEBRUARI HILVERSUM 1875 M. V.A.R.A. 8.Q0 Gramofoonmuziek. VJ>.R.O. 10.00 Morgenwijding. VA.R.A. 10.15 Mozart-programma. (Gramofoonmu ziek). 10.45 Orgelspel door Cor Steyn. 11.15 Populaire gramofoonmuziek. 12.00 Sluiting. 4.00 n.m. Overschakelen naar den zender Kootwijk. 4.15 n.ra. Gramofoonmuziek. 4.30 njn. Na schooltijd. Ary van Nierop vertelt uit: „Schemermannetje" van Otto v. d. Maeze. 5.00 n.m. VARA-Klein-Orkest oJ.v. Hugo de Groot. 6.00 n.ra. De Notenkrakers o.l.v. Daaf Wins 7.00 n.m. „Socialisme en wereldbeschou wing". „Welke levensbeschouwingen er zijn en met welke onderlinge verschillen" door Drs. Leo Frank. 7.20 n.m. De Flierefluiters o.l.v. Jan van der Horst m.m.v. Ruby King, zang. 8.00 non. Sluiting. 11.00 n.m. Marschen en walsen. Gramofoon- AV.R.O, 12.01—2.00 n.ra. Lunchconcert door het en semble Otto Hendriks. Weeos diaprogramma, 2.002.30 njn. Gramofoonmuziek. 2.30—3.00 n.m. Voordracht door Marinanne van Dam. „Gabriël", een modern sprookje door Henriëtte van Eyk. 3.00—4.00 n.m. Vioolrecital door Sara Tromp. A. d. vleugel: Egbert Veen, en gra- mofoonmuziek. 4.00 n.m. Sluiting. V.P.R.O. 8.01 nm. Cursus: „De boeren in onze volks gemeenschap". I. Inleiding. Spreker: Prof. Ir. W. Schermerhora. 8.30 n.m. Concert. 9.00 n.m. Cursus „Geloof en ongeloof'. 2de voordracht. Onderwerp: De oorzaken van het ongeloof. I. Spreker: Ds. F. H. G. van 930 n.m. Concert. 10.15 n.m. Beschouwingen over gedachten uit de moderne Fransche literatuur. I. Eduard Estannié. Spreekster: mej. Dr. A. Dudnker, HUIZEN 301.5 M. NED. CHR. RADIO-VEREENIGING 8.008.15 Schriftlezing cn meditatie. 8.159.30 Morgenconcert. (Gramofoon muziek). 10.30—11.00 Morgendienst door Ds. J. Gil- lebaard. 11.0012.00 Het Ensemble van der Horst (2 violen, cello en piano). 12.0012.15 nm. Politieberichten. 12.1512.30 n-m. Gramofoonmuziek. 12.30—1.30 n.m. Ensemble van der Horst. 1.30—230 n.m. Bespeling van het Studio- orgel door S. P. Visser. 230—3.00 n.m. Lezen van Chr. lectuur. „De machten in het dorp" van J. A. Visscher. 3.00—3.45 n.m. Het „Haagsone Trio": Henk van Calsteren, viool. Engelbert Oskam, cello. André Rodenhuis, piano. 3.45—4.00 n.m. Verzorging zender. 4.00—5.00 nm. „Haagsch Trio". 5.005.15 nm. Gramofoonmuziek. 5.15630 Septet, o.l.v. Piet v. d. Hurk. 630—7.00 n.m. .Aanleg en verbetering van den siertuin", door A. J. Herwig. 7.007.15 nm. Ned. Chr. Persbureau. 7.15—730 n.m. Ned. Chr. Persbureau. 730—8.00 n.m. Literair halfuurtje. Frieschc dichter R. P. Sybesma". door K Fokkema. 8.00—8.40 nm. Het muziekkorps v Regiment Genietroepen „De Geniemuziek te Utrecht, oJ.v. W. van Erp. 8.40—9.00 nm. Liederen-recital door Ev< Miedema, tenor. A d. vleugel: Jan van Hoff. 9.00—9.30 n.m. A. Hijmans: „Regeling v, schooltijden op Lagere Scholen". 930-10 00 n.m. „De Gen-emuziek". 10.00-10.10 n.ra. Vaz Dias. 10.10—10.30 n.m. Vervolg liederer-redü door Evert Miedema. A. d. vleugel: J; 't Hoff. 10.30 nm.—12.00 Gramofoonmuziek. 10.30—11.30 n.m. Mendelssohn-prograranj ter herdenking van zijn geboortedag 2 Feix 1809. 11.30 n.m.—12.00 Gewijd programma. BEROMüNSTER EN WEENEN 539.6 M. 650 n.m. Benatzky-concert, m.m.v. den cob ponist, piano. BOEKAREST 212.6 M. 7.20 n.m. Symphonie-concert OSLO 1186 M. 7.20 n.m. Symphonie-concert O.m. vierd symphoDie van Tsjaikofsky. WARSCHAU 1411 M. 735 n.m. Symphonie-concert MOT ALA 1389 M. 7.50 n.m. Concert. O.m. „Lieder eir renden Gesellen" van Mahler. RADIO SUISSE ROMANDE 443.11» 7.55 n.m. „La chanson d'Eve" van Faure PARIJS (POSTE PARISIEN) 328.21 8.30 n.m. Concert o.!.v. Théodore Mathiet Om. vierde symphonie van Beethoven. HEILSBERG 291 M. 830 nm. Vijfde symphonie van Tsjaikohk BRUSSEL 321.9 M. (VLAAMSCH PROOKAMMA) 8.50 n.m. Het leven en de werken van T,ta| kofski"Een levensbeeld. LONDEN REG. 342.1 M. 9.20 n.m. Kamermuziek. Carl Flesch, en Frédëric Lamond, piano. HET STATION LUXEMBURG De exploitatie van de zender Luxemburg p schiedt door de „Compagnie Luxembourgea de Raoiodiffusion", een N.V. met een kapte van 21.500.000 frs., tevens de eigenares. D zender is op een uitgestrekt plateau bij Lus linster, 18 K.M. van Luxemburg, op een hooi van 400 M. gelegen. Het zendvermogen bedraj 200 K.W. De modulatie wordt verkregen i gens het proeëdé der phase-verschuiving. hoogte der masten bedraagt 200 M. Zonder z aan eenige overeenkomst te storen zond het s tion voor het in werking treden van het zern-plan op een golflengte van 1191 M., x door de ontvangst van Kalundborg zeer gek derd werd. Na het in werking treden vai plan heeft het de golflengte 1304 M., aan schau toegewezen, in beslag genomen, ten het zelf in bovengenoemd plan een golflen; van plm. 240 M. kreeg, waarop met mim energie zou moeten worden gezonden; hier.: wilde het echter niets weten. De uitzending worden niet alleen in geheel Europa, doch o in Egypte, Tunis en zelfs te Madera goed a vangen. Beteugeling van het voortwoekerend smokkel-kwaad Betere grensregeling gewenscht Beveiliging van den kommies en uitbreiding van zijn bevoegdheid. V). (Slot). (H.) Nu we in een viertal artikelen den omvang van den smokkelhandel in Brabant hebben geschetst en iets uit de practijk daar van hebben verteld, mogen we deze reeks besluiten met een aantal conclusiën, waar toe dit onderzoek ons heeft geleid. Dat de smokkelhandel vooral het laatste jaar zoozeer is toegenomen, mag niet aan de grensbeambten worden geweten. Indien over hen wordt geklaagd, dan is dat meer wegens een vermeende overmaat van activiteit dan dat hun werklust in twijfel zou worden getrokken. Nog dezer dag^n trof ons een artikel in de „M aasbode" van de hand van den Lim- burgschen redacteur, waarin, naar aanlei ding van de beschouwingen van Minister Oud over de veiligheid aan de grenzen, op wat boozen toom beklag werd gedaan over het feit, dat de ambtenaren soms midden in de Limburgsche steden van hun vuurwapen gebruik maken. Men moest dan maar overal de wegen bij de grenzen afsluiten, opdat smokkelauto's niet ongelimiteerd ons land konden binnen- rossen en buiten een zeer smalle strook grensgebied zou niet geschoten mogen wor den. Wat wil men? 7x>u de smokkelaar, die langs een van de duizend boschpaadjes zijn waar naar binnen brengt, om ze dicht bij de grens voorloopig op te slaan, dan van dnt laatste punt af maar rustig par auto verder moeten kunnen komen? TJit ons vorig artikel blijkt, dat juist bij de gevaarlijke wapensmokkel die tactiek wordt gevolgd. Het advies van den Al a n s- b o d e"-redacteur zou er op neerkomen, dat de smokkelhandel voel gemakkelijker werd gemaakt, dat de smokkelaar slechts in een zeer smalle grensstrook gevaar zou loopen en met nog meer driestheid te werk zou gaan. wetende, dat hij in den letterlijken zin des woords spoedig „buiten schot" zou zijn. IV stond in ons blad van 31 Jan. J.l. Wel valt er inderdaad zeer veel te zeggen voor een betere afscherming van de ver keerswegen, die ons land met België en Duitschland verhinden. De barrière voorbij Goirle, die in het na jaar van 1931 werd geplaatst, heeft in alle opzichten voldaan. Het is daar niet meer mogelijk met groote snelheid per auto ons land binnen te racen, desnoods over de kexm- miezen heen, om een smokkelpartij binnen te brengen, zooals dat vroeger werd gepro beerd. Reeds om zijn preventieve weFking is een barrière van groot nut, omdat men weet er slechts zeer langzaam door te kunnen ko men en dan gevaar van controle te loopen. En niet alleen in den strijd tegen smokke laars zijn dergelijke hinderpalen van belang, ze kunnen er ook toe leiden, dat de toeris ten in het grensgebied wat bedachtzamer rijden en zich daardoor minder aan gevaar bloot stellen! Hoewel het misschien niet strikt noodza kelijk is zou het ons toch beter lijken in dien voor de controle op den weg gebruik werd gemaakt van geüniformeerde grens beambten. Er is nu eenmaal bij een deel van het pu bliek veel achteloosheid en met name voor buitenlandsche toeristen is 't beter, dat hun eerste kennismaking met het Koninkrijk der Nederlanden tot stand komt via een be hoorlijk geüniformeerde douane. Reeds uit een oogpunt van prestige lijkt ons deze uni formeering wensohelijk en zal daarmee al eenige uitgave gemoeid zijn, dan achten we die reeds op grond dadrvan ver antwoord. Naast geunifoimeerdie kommiczen voor de controle der hoofdwegen zullen echter altiid grensambtenaren in burgerkleeding noodza kelijk blijven om de smokkelaars op hun sluipwegen tegen te komen. De hoofdstrijd tusschen kommies en smokkelaar zal steeds in het veld moeten worden uitgevochten. En hier komen we tot een punt van evi dent belang: de positie van den kommies. Wie denken hieTbij nu niet aan de maat schappelijke positie van deze beambten, hoe wel misschien de betrokkenen ons wel zou den willen toevoegen, dat ook daar nog wel wat over te zeggen zou zijn! Men zal het ons echter niet ten kwade duiden, dat we dit punt nu niet aansnijden. Waar we wel iets over willen zeggen, dat is over de rechtsmiddelen, waarover de kom mies moet beschikken. Niet ten onrechte is in de kringen der kommiezen den laatsten tijd geklaagd over het geringe gevolg, dat hun werkzaamheid uiteindelijk heeft Zoo is het de laatste maanden nu al eenige malen voorgekomen, dat smokke laars, die op eenzame wegen met een auto op den surveilleerenden kommies inreden en dlie werden verbaliseerd, voor de rechtbank werden vrijgesproken. Ook zijn de straffen, die wegens overtre ding van do fiscale wetten worden opge legd, veelal zoo gering, dat de smokkelhan del gaarne de risico van een enkele aanhou ding riskeert en die als een te aanvaarden bedrijfsschade opvat Direct mogie aan deze opmerkingen wor den toegevoegd, dat de rechterlijke macht hier niet anders kan doen, dan nauwkeurig de wet toepaseen, en dan kan het voorko men, dat ook de strenge rechter, die over tuigd is van de schuld van een verdachte, wegens gebrek aan bewijs tot vrijspraak moet concvludeeren. Dit is vaak een gevolg van het feit, dat de grensambtenaar geen bevoegdheid heeft krachtens 't Werboek van Strafrecht en al leen proces-verbaal kan opmaken op grond van overtreding van de fiscale wetten. Daar nevens heeft hij bevoegdheid op grond van de Motor- en Rijwielwet Waarom niet alle grensambtenaren aan gesteld als onbezoldigd Rijksveldwachter? Is versterking van de positie van den grensambtenaar vooral in dezen tijd niet dringend noodzakelijk gebleken? Thans kan het voorkomen, dat de kom mies, die een „voorrijder" met een „looze vracht" aanhoudt wegens het rijden zonder licht, in het eenzame bosch met den dood wordt bedreigd, dat hij stuit op ernstig ver zet en Als hij er na een vechtpartij toch in silaagt den overtreder te overmeesteren, voor bet kantongerecht vrijspraak hoort eischen wegens gebrek aan 'bewijs, omdat immers het getuigenis van den smokkelaar dezelfde rechtskracht heeft als dat van den kom mies.. Ook bij het gevaarlijke inrijden op kom- mlezen missen deze den steun van het ambt* eeriig proces-verbaal, dat den politieman in een veel sterkere positie brengt tegenover den verdachte. \Vij willen aannemen, dat in normale tijden zekere bezwaren tegen het verleenen van deze bevoegdheid te berde zijn te bren gen, maar verdient het denkbeeld in de te genwoordige omstandigheden niet minstens overweging? Voor wie zin voor humor heeft zal het niet onvermakelijk zijn te hooren, dat me nig kommies wat zijn bewapening betreft nog is uitgerust met een oud model cylin der-revolver. De menschen, die er tegen hebben te wa ken, dat de modernste vuurwapenen uit België worden binnengesmokkeld, zijn vaak zelf in hun bewapening hopeloos ten achter! Dit mocht nu toch wel eens heel snel ver anderen. Een verbetering is ongetwijfeld geweest de indiienststelling van politiehonden. Indien een betrapt smokkelaar aan de haal gaat en men heeft de beschikking over een goe de politiehond, dan zal deze op het com mando „srtelllen" den man onherroepelijk te gen houden en hem op het bevel „revieren" uit het struikgewas opzoeken, wanneer hij zich mocht hebben verstopt. Inspecteur Reintjes te Tilburg toonde zich zeer enthousiast over de hulp van deze vier voeters. In den loop der week had hij in zijn inspectie nog een geval gehad, waarbij een kommies met behulp van zijn nog ongedi plomeerde hond twee smokkelaars kon aan houden. Niet zonder opzet hebben we bij onze con clusies eerst wat klein goed uitgewerkt. Een werkelijk doelmatige bestrijding van den smokkelhandel zal echter slechts mo gelijk zijn, indien er allereerst komt een betere grensregeling, terwijl het verder voor ons land van het hoogste belang is, dat de fabricage van vuurwapenen volgens oen in ternationale conventie onder controle wordt gesteld. Vooral in Brabant is de loop der grens van een speelsche grilligheid. Een hap grond hier is Hollandsch, een hap daar is Belgisch; slechts de volkomen ingewijde kan er uit wijs. Twee typische voorbeelden: het gebied van Cast el ré is Hollandsch, maar de 50 ge zinnen die er wonen zenden hun kinderen naar de Belgische school en men gaat er zonder uitzondering naar de nabije Belgi sche kerk, men gevoelt zich Belg, is ook practisch Belg. Géén Nederlander! En dan het gebied van Baarle-Hertog! „Een nagel aan m'n doodkist!" zei ons de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen. Men heeft hier te doen met een grillig ge vormd Belgisch gebiedsdeel dat geen recht- streeksöhe verbinding met België heeft, maar overal door Hollandsch grondgebied omsloten wordt. Op het Belgisch territorium gelden na tuurlijk niet de Nederlandsche crisis wetten, men kan er de Nederlandsche accijns niet invorderen, maar deze Belgische enclave, die al sedert de vijftiende eeuw allervreemdst binnen het gebied van Baarle-Nassau ligt, maakt de controle op de naleving van de Nederlandsche wetten voor een veel groo- tere omgeving dan Baarle alléén, uiterst moeilijk, neen onmogelijk. Vandaar, dat men b.v. voor huishoudelijk gebruik de Belgische boter en suiker maar toelaat, zonder accijns te heffen. Maar op een transito-paspoort kan men óók groo- tere partijen naar Baarle-Hertog brengen, 'n gelegenheid, waar druk gebruik van wordt gemaakt En wie kan nu controle houden op de verspreiding van dit goed, wanneer het Belgische en het Nederlandsche grond gebied als een lappendeken verspreid ligt; hier een huis Belgisch en de tuin Neder- landsch; daar wéér juist andersom, nog verderop een huis waarvan men nog steeds niet uitgemaakt heeft vvèt het is? Is het wonder dat de eerbied voor de wet vermindert, wanneer de bewoners van dit gebied fiebben te rekenen met denkbeeldige grensflijntjes, die in het grillig brein van een fantast scltijnen te zijn uitgedacht? Moge een poging tot grenswijziging in het verleden door het koppig verzet van inwo ners van Baarlie-Hertog, die mogelijk in dezen toestand eenige aantrekkelijkheid za gen, zijn geketst, het zou wenschelijk zijn, indien deze normalisatie toch weer opnieuw werd aangevat en in samenwerking der Re geeringen van België en Nederland werd doorgezet. Die samenwerking zal ook dringend nood zakelijk zijn, wil men voorkomen, dat Ne derland overstroomd wordt door al te ge makkelijk te verkrijgen Belgische vuur wapenen. In tegenstelling met den toestand in ons land is in België het aanmaken en verkoo- pen van revolvers vrijelijk toegestaan. Hoe wel reeds pogingen zijn gedaan om er de Belgische Regeering toe te bewegen den aanmaak van revolvers Jn de particuliere wapenfabrieken onder controle te doen brengen schijnt deze daar zeer weinig voor te gevoelen. Het gevolg is, dat de Belgische wapenfa brieken steeds door blijven gaan met de aflevering van groote partijen kleine wape nen, waa'r in deze roerige tijden veel v naar is. Een internationale regeling, waarbij u particuliere wapen-aanmaak onder control wordt gesteld zal de eenige mogelijkheid zij om het kwaad in den wortel aan tasten. Zoolang deze niet is tot stand gekomen zoolang ook de Belgische Regeering er geei belang in schijnt te zien, dat aan de over strooming van eigen en anderer land me kléine vuurwapenen een einde wordt ge maakt, zal door onze overheid alles moetei worden gedaan om dit te beteugelen. Een paar duizend revolvers in handen vat extremistische lieden, het kan de rnstig ste gevolgen hebben voor het land. Het schrikwekkend voorbeeld van ona Oostelijke nabuur, waar in den „kleine! burger-oorlogten slotte elke nacht schotel knalden en dooden vielen, zij ons waarschuwing. Bij onderzoek bleek ons, dat in de grool steden wel waakzaamheid bij de recherche diensten bestaat, dat men scherp toeziet q de kringen, die, naar bekend is, bij wapen smokkel zijn betrokken. Maar hier zijn d partijen al weer gesplitst in voorraden va 10 of 25, die den nog heel slecht te achtei halen zijn. Scherp toezicht van Rijks cherche in het grensgebied, n o o d z a k e 1 ij k. En dan kan voorts hi verzwaren van de «tiaffeu v< grensdelicten den smokkelaar slechts schrikken. Dat geldt voor den wapenhandel, maar o voor elke andere smokkelhandel. Een boete van f 10 bij aanhouding, te v zwaren tot f 15 en f 50 bij herhaling, is gering. Een zware straf reeds bij de eerste aai houdingdie misschien toch pas geschied na maanden van ontsnapping aan het der douane, kan afschrikken en directe passing van het zwaarste strafmiddel, verwijdering uit het grensgebied is, ka den smokkelhandel fnuiken. Wie den strijd tusschen smokkelaars kommiezen slechts ziet als een stuk roman tick, gevoelt niet de veel diepere beteek! nis daarvan, die hier op neer komt, itó diefstal wordt vergoelijkt en met het'over heidsgezag wordt gespot, terwijl ten sloll de wapensmokkel daarbij ook nog een pii bliek gevaar beteekent. Wij mogen de« reeks artikelen omtrent ons onderzoek de grens besluiten met het uitspreken de verwachting, dut het de landsov erheÜ moge gelukken om met name de geconsti teerde wapensmokkel te onderdrukken e na te gaan waar de reeds binnengekomö partijen zijn gebleven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 8