VRIJDAG 26 JANUARI 1934 TWEEDE BLAD PAG. 6 VF ALl DE BEGROOTING IN DEN LEIDSCHEN RAAD NOG TWEE WETHOUDERS AAN HET WOORD KNAPPE ZAKELIJKE BETOOGEN Een logge inzet voor de replieken DE RAAD IN HET DUISTER De Wethouder van Financiën Bij de gistermiddag voortgezette behan deling van de Leidsche Gemcentebegrooting was het woord aan Wethouder G o s 1 i n g a (a.r.), die de hoop uitspreekt, dat de de batten, die zoo zakelijk zijn begonnen, ook zakelijk zullen eindigen. In antwoord aan den heer Coster zegt spr., dat de Lichtfa brieken 25.000,per jaar aan rpclamc uitgeven, waaronder begrepen het nadeelig saldo der Toonwinkel. Dat klinkt erg hoog, doch bedraagt slechts een half procent van de ontvangsten. Is dat noodig? Men zie do uitkomsten! Spr. bevestigt dat B. cn W. binnenkort zullen komen met een voorstel tot verplaatsing van de veemarkt aan de' Steenstraat. Daar zal dan een parkeerter rein voorgesteld worden, benevens aulobus station. De heer Bergers heeft de slacht- huistarieven opnieuw ter sprake gebracht. Spr. verzet zich echter tegen elke verlaginb van inkomsten. De heer Bergers: Ik heb verlaging van de slachttarieven voor varkens bepleit in het belang der gemeente wegens de con currentie der buitengemeenten. Wethouder Go sl in ga: Die concurren tie hebben wij altijd gehad. Zoodra de toe standen iets beter worden, zal spr. direct aandacht wijden aan verlaging der tarie ven. Aan het adres van den heer Schüller ver klaart spr. dat binnenkort een voorstel komt tot reorganisatie van den Radio dienst. Waarom de indeeling van dat perso neel in het G.O. moet komen, begrijpt spi. niet De S.D.A.P. wil het G.O. overal m hooren maar dat gaat niet. De heer De Reede h-eeft gewaarschuwd tegen het aan tasten van de reserves; doch in deze be grooting wordt geen enkele reserve aange tast; slechts worden enkele reserves min der versterkt. Er wordt dus inderdaad iets minder opzij gelegd, hetgeen in deze slechte tijden wel verklaarbaar is. Spr. ziet den toestand niet te optimistisch in; wij moeten inderdaad naar een lager niveau van uit gaven, maar geleidelijk. En uit de begroe ting blijkt, dat B. en W. streven naar een lager niveau. Zonder zoo optimistisch te zijn als de heer Mandors, gelooft spr., dai binnen een niet te langen tijd eenige op luchting zal volgen. Mocht die opluchting niet komen, dan zullen we rigoreus moeten gaan bezuinigen. De heer Kuipers wil de algemeene reser ve aanspreken, doch daartegen moet spi. zich verzetten, dat is geen goed financieel beleid. Het verschil tusschen het sluiten der begrooting en het sluitend maken daar van, begrijpt spr. niet Spr. heeft nog nooit een begrooting gezien, die vanzelf sloot. Eenige heeren meenden, dat te weinig be zuinigd is, anderen dat te veel bezuinigd is. Bezuinigen is zeer moeilijk. De heer De Reede heeft een paar hoofdstukken aange haald waarop niet bezuinigd is, maar dat waren juist hoofdstukken, waarin veel sa larissen en pensioenen begrepen zijn, welke een neiging hebben op te loopen, en dai accres heeft spr. weten op te vangen. Hoe moeilijk bezuinigen is, ziet men bij deze de batten, waar zelfs de zachtste en kleinsto versobering stuit op verzet. De S.D.A.P. ts tegen elke salariskorting en als mevr. Bra*r gaar spr. verwijt, dat een bezuinigingsvoor stel op de subsidie aan Schoolkindervoe ding hard en wreed is, maakt dat geen in druk op spr., want mevr. Braggaar weigert om zelfs de meest voor de hand liggende bezuiniging te aanvaarden. De meesto be zuinigingsmaatregelen zijn hard, maar ze moeten genomen worden. De loonsverlaging van de werksters verdedigt spr. o.a. met er- od te wijzen, dat jaarlijks 35.000,wordt uitgegeven voor het schoonhouden der ge bouwen. De heer v. Stralen heeft 6pr. verweten, dat hij de uitvoering van verschillende wer ken tegenhoudt, doch dat doet de wethou der van financiën niet, doch de slechte tijds omstandigheden. Men verwijt het college, dat het geen objecten voor werkverschaf fing zoekt, maar een paar weken geleden was met groote moeite een object verkre gen, n.l. het afgraven van het bolwerk en dat werd afgestemd omwille van een klein verkeersbelangetj e. De lieer v. Weizen stelt een zakelijke be lasting op het bedrijf voor; een uitermate goed middel om de werkloosheid op te ja gen. Reden waarom het voorstel moet wor den afgewezen. De heer v. Eek, die ditmaal een meer reëele rede heeft gehouden 'dan anders, ziet in dat de begrooting sluitend moet zijn. maar hij en zijn partijgenooten doen voor stellen, die de begrooting weer met tien duizenden guldens uit het evenwicht bren gen. Een sluitende begrooting is vooral een belang voor de arbeiders. Met schelden op de regeering komt men er niet; dan onder schat men de bijna bovenmenschelijke taak der regeering en overschat men den invloed van het socialisme op onzen tijd. Die in vloed is nihil. De Wethouder van Fabricage Wethouder Splinter antwoordt inzake de reclameborden, dat zeven borden waar schijnlijk zullen worden verplaatst. Iilj geeft toe, dat de verplaatsing van een be waarschool in verband met een verbouwing aan het Elisabethshof langen tijd heeft ge duurd, maar dat had zijn reden. De heer Wilbrink heeft critiek geoefend in verband met het uitbreidingsplan. Spr. zet de situatie en de geschiedenis van het plan nogmaals uiteen. De voorbereidings tijd voor de Raad is niet te kort geweest, doch de Raad heeft er te weinig aandacht aan geschonken vooraleer het te laat was. Spr. wijst op Oegstgeest, waar het Uitbrei dingsplan eenzelfde geschiedenis heeft mee gemaakt. Daar heeft de raad echter B. en W dank gebracht voor hot vele werk in verband met dit plan verricht. Het verwijt, dat er hier in Leiden niet met spoed aan het Uitbreidingsplan is gewerkt, moet spr. met beslistheid afwijzen. De heer Groene- veld heeft gevraagd wat er gebeuren zal met de voorstellen, welke tegelijkertijd met het plan zouden behandeld worden, hetgeen echter niet geschied is. Deze voorstellen zijn niet weggedoezeld, doch zij komen alle in den raad; dc kwestie van het Levendaal waarschijnlijk al spoedig. Omtrent de sa mensmelting van Gemeentewerken en Bouw en Woningtoezicht verklaart spr., dat dez»- kwestie behandeld zal worden in de Com missie van Fabricage. De raad kan zich er op voorbereiden, «lat er eenige personen op wachtgeld gesteld zullen moeten worden. Inzake de volkshuisvesting, zet spr. uit een, dat de vertraging in de aangenomen bouw van 35S woningen, veroorzaakt wordt deels door de regeering, deels door sommi ge bouwvereenigingen zelf. Het overschot van woningen in de stad bedraagt thans 9S5. Er is voorgesteld om maatregelen te treffen tot huurverlaging. Van een commis sie verwacht spr. geen resultaat, deze kan niet anders dan een hoop nutteloos wera verrichten. Het eenige middel om huurver laging te verkrijgen is het aanbod grootei maken en in dit opzicht wordt thans wei het een en ander gedaan, want er komen verschillende bouwplannen binnen. Reeds is de bouw van 249 woningen van particu liere zijde aangevraagd. (Stemmen: Maar hoe duur?) Aangedrongen is om van gemeentewege te bouwen maar de gemeente kan ook niet goedkooper bouwen dan de particuliere aannemers. Huurverlaging bij de gemeente woningen is niet mogelijk, om redenen wel ke spr. verleden jaar reeds heeft uiteenge zet. De huren zijn toch al reeds beneden de geschatte huurwaarde. Evenals verleden jaar bestrijdt spr. ook thans het voorstol- Kooistra om de gemeentewoningen onder gemeentebeheer te brengen. Spr. keurt de gedachte van de motie-Wilbrink, inzake vereenvoudiging van de procedure bij grondaankoop geenszins af .en deelt mede, dat B. en VV. zich voor dat voorstel zullen verklaren. Spr. ontkent dat B. en W. op de onder houdswerken tot iederen prijs bezuinigen, slechts wordt bezuinigd, zoover als toelaat baar is. De be:Vating tusschen de rails op de Hoogcwoerd is niet fraai, doch wij kun nen de N.Z.H. niet dwingen in verband mot de mogelijke omlegging van de trambaan over het gedempte Levendaal. Er is ook gevraagd om verbetering van de Hooi gracht, doch dat zou f 29000 kosten en dat durft spr. thans niet aan de orde te stellen. Inzake het voorstel-SehüIler om het ver voer van gemeentematerialen in eigen be heer te nemen, zegt spr. dat B. en W. dit voorstel niet in prae-advies kunnen nemen. Pas eenige maanden geleden is uitvoerig over deze zaak gesproken. De heer Schüller heeft dit voorstel ge daan omdat hij destijds niet geprepareerd as, evenmin als de raad. Wethouder Splinter: De raad i9 ook na prae-advies niet in staat om de finesses van deze technische zaak te doorgronden. De heer Schüller heeft spr. verweten, dat hij de kosten van het materiaal-vervoer te laag heeft opgegeven, teneinde aannemelijk te maken, dat aanbesteding goedkooper zou zijn dan eigen beheer. De heer Schüller maakt echter de fout, om zijn prijzen te ba seeren op kubieke meters, "hetgeen bij stec- nen een onmogelijke berekening is, zooals spr. nader aantoont. Spr. handhaaft zijn cij fers en spreekt zich nogmaals uit tegen het eigen beheer-systeem, niet alleen voor wat betreft het materialenvervoer maar voor allo onderhoudswerken. Er staan verscheidene openbare werken op het programma, welke zoo spoedig ma gelijk zullen worden uitgevoerd. Wethouder Goslinga krijgt thans gele genheid om antwoord te geven op de op merkingen van enkele heeren die in den aanvang der zitting niet aanwezig konden zijn. Spr. verzet zich tegen het denkbeeld van den heer v. Rosmalen om de gratifica tiën bij jubilea af te schaffen, omdat de be zuiniging niet opweegt - tegen het psycholo gisch effect. Verzet is gerezen tegen het in dienst hebben van gepensioneerden. Dat heeft in deze gevallen zin, terwijl bovendien deze menschen vanzelf afvloeien. Inzake het wachten op de commissie-Schouten merkt spr. op dat bij de instelling van deze com missie de verwachting algemeen was, dat zij normen zou vaststellen, waarbij de la gere organen zich zouden hebben aan t9 passen. De commissie heeft zich echter tot algemeene richtlijnen bepaald. Na afloop van de begrooting zullen B. en W. de kwes tie van de salarieering in den Raad bren gen. Wij zullen moeten overwegen of ons gemeentelijk apparaat niet te duur is. De heer Donders heeft zich verzet tegen de aan tasting van de reserves bij de L. Duinwater maatschappij, doch spr. wijst er op dat de L. D. M. op een royale wijze heeft afgeschre ven. Toen er bezwaren werden gemaakt te gen de te royale afschrijving werd dat ge boekt op de reserve. Zoodoende was er wel degelijk een extra in de reserve \erborgen. Toen het Duinwaterbedrijf werd overgeno men wist men wel, dat er iets gedaan moest worden aan de watervang, maar dat het winstaandeel van de gemeente gelardeerd zou worden. Pas dezer dagen is het rapport verschenen van den Rijksdienst voor Duin watervoorziening, welke dienst een geolo- gisch-hydraulisch onderzoek in het duin heeft ingesteld en de heer Donders heeft du gegevens daarvan zonder nauwkeurige stu die weergegeven en ze „ontstellend" ge noemd. Dat is echter zeer overdreven. Wel erkent spr., dat er aan de watervang het een en ander verbeterd zal moeten worden en dat er na 10 jaar water van elders aan gevoerd zal moeten worden. De L. D. M. is echter kapitaalkrachtig genoeg om de eerste tien jaar door verbetering van den watervang in het vrij hooge waterverbruik te voorzien. Moeten wij ons nu reeds ang stig maken voor wat over tien jaar gebeu ren kan? Waren de tijdep normaal, dan zou men nu reeds beginnen met sparen, maar in deze zware tijden mag men ook wel eons wat aan het nageslacht overlaten. Zoolang er hier duinwater wordt gedronken is er al tijd geprofeteerd, dat het duinwater verzou ten zal. Wel wil spr. toezeggen, dat deze kwestie bij de begrooting 1935 opnieuw on der oogen zal worden gezien en dan zal be keken worden in het licht der meerdere er varing en van de tijdsomstandigheden. De heer Donders: Kent u nu de inkom sten der L. D. NL reeds? Wethouder Goslinga: Alle Leidenaars blijven wafer drinken en geen inkomsten zijn zoo vast als die van de L.D.M. Daarna schorsing tot 's avonds acht uur. AVONDZITTING De replieken De lieer Van Eek (s.d.) reageert op 't incident-Groeneveld en meent, dat de ont stemming berusten moet op een misver stand. Spr. weet, dat het de bedoeling van den heer Grocneveld niet is, om iemands godsdienstige gevoelens te kwetsen. Aan gaande de algemeene financieele politiek i- spr. het met den heer Goslinga eens, dat men voorzichtig moet zijn met de reserves, maar in dezen tijd is het onrechtvaardig een spaarpot te bezitten en hem niet te spreken om den nood der ingezetenen te lenigen. Overigens ligt de schuld van den geldnood der gemeenten bij de Rogeering. Er heerscht een fundamenteel verschil van inzicht tusschen de burgerlijke partijen en de SD.A.P., reden waarom spr's fractie geen zitting wil nemen in het college van B. en W. Spr. schermutselt verder met den com munist en verdedigt nogmaals zijn voor stellen, waarbij hij ingaat op de daartegen aangevoerde bezwaren. Naar aanleiding van het antwoord van den voorzitter op spr's voorstel inzake annexatie, trekt spr. zijn voorstel in. doch veuzoekt B. en W. op do een of andere wijze liet gevoelen van den Raad te dezer zake te raadplegen. Het wordt duister Vervolgens repliceeren de heeren v. E s (a.r.) en de Reede, welke laatste juist een begin wilde maken met den wethouder van onderwijs te bewijzen, dat zijn betoog steekhoudend was, toen het licht uitging eu de geheele zaal in het duister werd gezet. De Voorzitter schorste onmiddellijk de zitting en hier en daar ontvlamde een lucifertje en een sigarenaansteker. Iemand kwam aandragen met een staande petro leumlamp, welke werd neergezet op de les senaar van den voorzitter, waarop de zitting werd heropend. Na eenige minuten was de storing opgeheven. De de Reede becritiseert intusschen de werkmethode van den wethouder van On derwijs. Wethouder Tepe: Wat u beweert is m.i. ongemotiveerd. De heer de Reede (c.h.) wil ten opzich te van het financieel beleid niet in details treden. In de groote lijnen is hij 't met den wethouder geheel eens, speciaal nu hij van hem geboord heeft, dat de wethouder zich principieel verzet tegen elke aantasting der reserves. De opmerking van den heer Van Eek inzake de reserves is buitengewoon oiv pervlakkig. Reeds drie jaar lang is Leiden bezig om zijn begrootingen sluitend te ma ken op een abnormale manier, welke feite lijk gelijk staal met een aantasting der re serves. Het gevaar, waarop de heer Donders gewezen heeft acht spr. niet zoo groot, maar diens betoog was toch waard om er reke ning mede te houden. Do eenige manier om de begrooting te doen sluiten is bezuiniging op alles wat maar eenigszins gemist kan worden. Ofschoon de heer Donders volkomen gelijk had met te wijzen op het risico van de verminderde watertoevoer, wil spr. den Wethouder dit jaar de f 80.000 niet onthou den. welke deze noodig heeft De heer Vos (v.d.) bespreekt o.a. de sub sidie-verlaging aan schoolkindervoeding en meent, dat het de verkeerde weg is om eerst een bepaalde som af te trekken en daarna te gaan overleggen, waarop bezuinigd moot worden. Als bezuinigingsobject geeft spr. nog aan, maatregelen te nemen, dat de openbare scholen meer bevolkt worden en dus goedkooper zijn per leerling. De heer Bergers (r.k.) toont nader aan dat het in het belang van de gemeente zelf is, wanneer de slachttarieven, speciaal voor varkens, verlaagd worden. Spr. bestrijdt ver volgens het eigen-beheer-systeem van den heer Schüller. Inzake Sch«xilkindervoeding zegt spr., dat het hem bekend is, hoe het bestuur meent te kunnen bezuinigen, o. a. door de voeding gedurende een paar maan den stop te zetten. Daartoe zal het moeten komen en dat acht spr. een resultaat, dat niet in overeenstemming is met de bedoe ling van de voeding. Overigens brengt spr. hulde aan de dames en heeren van de Schoolkindervoeding, die hun tijd en kracht zoo belangeloos ter beschikking stellen. De heer W i 1 m e r (r.k.) geeft nader aan, op welke wijze nog verder bezuinigd zou kunnen worden, zooals door reorganisatie van gemeentelijke diensten door saanensmel ting waarbij ook personeelsbelangen kun nen worden ontzien. Waarom pakt men hier niet sneller aan? Van de rechterzijde is betrekkelijk weinig critiek uitgeoefend op de voorgestelde be zuinigingen. Aangaande de subsidie-verlaging aan Schoolkindervoeding_ geeft spr. aldus de raeening van de Katholieke fractie weer: de fractie zal hans meegaan met B. en W. doch behoudt zich het recht voor om daar op terug te komen, als blijk dat er al te riigoreuze maatregelen genomen moeten worden. Spr. is met den wethouder van financiën er in 't algemeen geen voorstander van, om in dezen tijd te reserveeren of te sparen. Maar dit standpunt had men eerder moeten innemen. Aan onderhoudswerken verbe tering van straten enz. wordt te weinig Het verwondert spr., dat thans zoo scher pe critiek wordt uitgebracht op den wet houder van onderwijs, terwijl daarvan uit het voorloopig verslag niets gebleken is. Bovendien was die critiek ten deze van den heer de Reede niet in groote lijn. Dat acht spr. geen gewenschte methode van behan deling der begrooting. Een felicitatie. De voorzitter deelt thans mede, dat wethouder Rom in, die zoo juist de zaal bin nenkomt. de gelukkige vader is geworden van een zoon, waarmede fcjij hem van harte feliciteert Alle leden stemmen door applaus daarmede in. Weth. Romijn dankt (Stemmen: Waar blijft de beschuit met muisjes?). De heer v. Wel zen (comm.) trekt zijn voorstel inzake maatregelen om te komen tot huurverlaging in, ten gunste van hel voorstel-Kouistra, dat eenzelfde strekking heeft Zijn andere voorstellen verdedigt hij nogmaals, terwijl hij ten slotte in het krijt treedt tegen den heer v. Eek en diens vol gelingen. De heer Groeneveld (s.d.) wil niet na der op de bestraffing van den voorzitter aan zijn adres, ingaan. Spr. heeft wel begrepen dat het gebruik maken van een Bijbelcitaat door de rechterzijde als grof moest worden aangevoeld, doch z.i. moest hij dat sterk sprekende argument gebruiken. Spr. heefi slechts bedoeld,, aan te toonen, dat men voorzichtig moet zijn met censuur. Hij heeft niemand in zijn godsdienstige gevoelens wil len grieven. Spr. staat uitvoerig stil bij do kwestie van het Uitbreidingsplan en de on geoorloofdheid van het niet-uitvoeren of op de lange baan schuiven van raadsbesluiten die een tijdsbepaling inhoudt De Filmcensuur De heer Beekenkamp (a.r.) heeft met voldoening gehoord, dat de voorzitter heeft toegegeven, dat er hier herhaaldelijk ver keerde films worden vertoond. De bezwaren van don voorzitter tegen de nakeuring acht spr. niet zoo zwaar, behalve het bezwaar ontleend aan de bioscoopwet, dat deze na keuring niet van toepassing zou zijn op de reeds bestaande bioscopen. In verband met de toezegging van den voorzitter ziet spr. van verderen aandrang in deze af. De S.D.A.P. staat op een geheel ander standpunt en de bestrijding van die zijde was voor spr. geen verrassing. In socialisti sche kringen heerscht niet eens eenstemmig heid omtrent het al of niet moreel toelaat bare. Er zijn ook socialisten, die niet elke vuiligheid op dit gebied willen tcelaten.ook niet \oor volwassenen. Censuur heeft niets te maken met individueele onvattingen. doch met algemeene nonnen. Het gesproke ne door den heer Groeneveld eiat spr. stil zwijgend voorbij. Deze heeft de H. Schrift op profanee rende wijze misbruikt en daar aan wil spr. geen woord meer verspillen, nu de heer Groeneveld zelfs na de bestraffing door den voorzitter geen aanleiding heeft gevonden om daarover zijn spijt uit te spre ken. Inzake de optochten op Zondag driugl spr. nogmaals aan op spaarzaamheid in 't geven van vergunning. Nadat do heer Venvev (s.d.) nog het woord had gevoerd, waarbij hij zich scherp richtte tegen den heer Beekenkamp, wkn hij o.a. anti-semietisme verweet, werd de vergadering verdaagd tot Vrijdagmiddag twee uur. STADSNIEUWS WINTERLEZINGEN OVER CHR. KUNST Het aardige, intieme zaaltje van het ge bouw Gerecht 10, was Woensdagavond zoo goed als geheel gevuld met een belangstel lend publiek. De voorzitter van het Comité. Prof. Dr. De Zwaan opende met gebed en sprak vervolgens een inleidend woord. Spr. betoogde dat kunst eeu der wegen is, die ons tot God voeren. Kunst is niet een zaait van 't intellect, kunst beroert niet in de eer ste plaats 't intellect; kunst treft en ontroert liet gemoedsleven. En voor den mensch die de schoonheid der dingen beleeft en de gave heeft die schoonheid te vertolken, is kunst een roeping. En de kunstenaar vervult een roeping in de wereld om te getuigen van wat van God komt Spreker herinnert aan de roe ping der Profeten. Zoo spreken ook de kun stenaars van 't ondoorgrondelijke, van wat God in de schepping heeft gelegd. Er zijn van die dingen in de wereld en hot leven, die we herhaaldelijk oubedachtzaam voorbij gaan, eenvoudige dingen, die ons soms plot seling aanspreken, ons verschijnen in onge- wonen glans en dan is 't of plotseling eer; venster in ons opengaat en wij schouwen in verborgenheden van hooger orde. Er gaat ons een hooger licht op en wij denken aan Ja cob te Bethel, die getuigen moest „God is aanwezig en ik wist het niet". Spreker begroet nu den kunstschilder H A. Gerretsen, die over de beteekenis dei- kunst voor het publiek zsl spreken. Welis waar bereikt de heer Gerretsen met zijn voordracht slechts een betrekkelijk klein publiek, doch de zegen behoeft daarom niet minder groot te zijn. Gedachtig aan het be- kpndc kinderversje: Kleine waterdroppels, kleine korrels zand, vormen saam de groote zee en het wijde land, herinnert spr. er aan dat kernen noodig zijn om algemeene ge dachten en gevoelens te verbreiden. De heer Gerretsen neemt nu het woord om te spreken over ,,'t W'ezen der Kunst en het Publiek". In zijn uitvoerig betoog gaf de heer Ger retsen blijk evenzeer kunsthistoricus te zijn als beeldend kunstenaar. En zijn kunsthis torische beschouwingen kregen door zijn eigen kunstenaarschap, zijn eigen aanvoelen van de kunstuitingen uit verschillende tijd perken der cultuurhistorie, een bijzondere charme. Zoo werden we voorgelicht door 'n man wiens betoog was doortinteld van geest drift Wij zullen zijn uiteenzettingen niet oo den voet volgen, daar de plaatsruimte dit niet toelaat doch ons bepalen tot eenige opmerkingen. Spreker begon met op te merken, dat de in vroeger tijden een betere verhouding bestond tusschen schilder en publiek. Dezo verhouding werd bepaald door de structuur der maatschappij, door de geslotenheid van de samenleving, het wederzijdsch geestelijk contact, dat door de eenstemmig beleden cultuuridealen noodzakelijk was- Lezingen over schilder en publiek werden toen nog niet gehouden, omdat ze overbodig waren. Kunstcritiek werd niet beoefend- Mid deleeuwsche schilders hielden geen verhan delingen, Jan Steen of andere 17e eeuwers deden dit even min. En zoo zou het eigenlijk belachelijk kunnen schijnen, dat spreker hier staat om over zijn kunst te spreken. Evenals het feit, dat schrijvers over hun eigen hoeken gaan schrijven in het open baar. acht hij het een verschijnsel van zwakheid. Dit gebeurt slechts in een tijd, waarin de eenheid van het leven verbroken is, waarin het individu zich heeft losgemaakt van de gemeenschap. Of een stelselmatig herstel van deze eenheid, waarbij de vrijheid van het individu weer aan banden wordt gelegd zooals het Nationaal-Socialisme bedoelt, werkelijk een organische eenheid zal bren gen, iaat spr. in het midden. Het is ontegen zeggelijk een verzwakking van algemeen cul tuurbesef wanneer de kunst zich terugtrekt en wanneer cursussen moeten worden ge houden, om schilderijen te kunnen zien. Het is een teeken van onderlinge vervreemding wanneer er veel moet worden gepraat. De kunstenaar moet doen. In den grond zijn kunstenaars altijd een zamen geweert- De enkeling vond steeds bui ten het gedruisch van het leven de stilte en de bezinning om zijn ontroeringen te uiten- Zoo de praehistorische buffeljager, die op de wanden van een rotshol zijn tcekeningen grifte, terwijl zijn makkers zich overgaven aan het rumoer van de jacht In gesloten perioden van het cultuurleven heklommen de kunstenaars evenwel geen eigen voetstuk Zij stonden evenzeer onder de algemeen heerschende begrippen en idealen als de rest der wereld. De hoer en de kun=tenaar ston den precies in dezelfde verhouding tot de al gemeen erkende hoogere macht, die het ge heele leven in zijn green hield. Mooi vindon deed men niet; critisch was men niet. Tn den voor-Grieksrhcn en Bpbvlonischen tijd zien wij hij heelden en reliefs steeds weer dezelfde lijnen van heclding, die tot in het oneindige worden herhaald volgens een te canon, waaraan niet mocht worden ge tornd. Wat ook wisselde pn veranderde, d' eenheid, die alle voorstellingen bindt, bleef onveranderlijk. Spreker herinnert hiervoor aan de Egyptische heelden, alle volgens een vaste ennon gehmnven. Dat handhaaft zich [eeuwen lang. tot Ignaton den troon der Pha- rao's bestoet, die een fanatieke green doet naar don Onbekenden God. Er komt een kor te beroering, een verandering ook over het aangezicht der kunst, totdat de priesters weer de macht krijgen en den ouden ca non herstellen. Vele eeuwen scheiden ons van dien t.iid doch kort achter o"; liet do imposante tiid van het Katholiek geloof Rnr- herinnert aan de aanvnnkelük zon strenge B-vzantün- cphe kunst, waarin God nngonaakhas.r is: Oh rictus troont in bovenmencrhe'iike heer liikheid en de hpilieon sis zuilen rond Hem rtnnn Feuwenlang h'iift dr^e visie gehand hnafd. Dan komen dp Middeleeuwen. De Chriotusfiuur wordt bewpptrlijkpr Pn men- scholiiker. milder en zachter. De heiligen komen d'ohter hij. Dan komt ook de t"d van de Kathedralen-houw. waarvan die van Ohartvos te mooiste is Pnuwmepefors heeld- honvprs. schilders. f>lamn!P"=. pdolsmeden crhriinwprkers pnz allen hehhpn >n één i>e-,-oo-iniT meegewerkt om d° 7/>ld7->mftTi ri'kdom te =chennen A'les waf 7ii wro-htt-vn werd simpnrrpvri don»- het ëëne geloof dat allen geliik bezielde Fr een volk dat f»V sorhpert en niet een nuhl'ek dat er altijd min of meer critisch of onverschillig tegen over pt"st De kunstenaar was niet pon oit zonderliik mensch. doch een deel van h°t volk- Cursussen hield men niet; men aan aardde wat men noodig had. De kunstenaar gaf dat en behoefde niets te verklaren- De tijd was, in onzen tegenwoordigen zin, niet kunstzinnig. Ivlen knielde voor het beeld van den H. Antonius, niet omdat het moo; of leelijk was, doch omdat het Antonius oorslelde. De kunst was nuttig en noodig, omdat het olk moest zien, wat in de kerk werd ge leerd. Kunst was een onontbeerlijke nood zakelijkheid. Sindsdien heeft de geschiedenis zich be- •ogen in de richting der verbrokkeling. Naast één gezichtpunt kwamen andere van gelijke kracht en waarde. De mensch werd ontdekt De kunstenaar ging zijn eigen weg niet met maar naast het volk. Soms liepen die wegen evenwijdig, soms kruisten zij, veel al liepen ze geheel uiteen- Tijdens de Renaissance strekte de kunste naar zijn handen uit naar het lichaam. De Middeleeuwen waren zeker niet minder zinnelijk dan latere tijden, doch de zinne lijk heid werd door den geest beheerscht. God stond er boven- De kerk riep haar halt toe aan ieder die anatomie wilde beoefe nen. Na de Middeleeuwen gaat de kunste naar verder, er worden secties verricht op de lijken van veroordeelden, waartoe men vroeger hoogstens een varken mocht ge bruiken. En men weet, hoe Michel Angelo de anatomie van het mensehelijk lichaam ken de. De laatste groote eenheid was met de Renaissance verbroken. De 17e eeuw schuimt nog van werkkracht en de kunstenaar, ofschoon reeds vereen zaamd, vindt nog aansluiting bij het prac- tisch leven, doordat al die regenten, schut ters. enz. hun volbloedige koppen willen hebben geschilderd. Spr. herinnert aan Rem brandt, die aanvankelijk meedoet aan het feest van het leven. Doch later moet hij al les in zichzelf zoeken en ontwikkelt hij juist in de eenzaamheid zijn ontzettende kracht en komen de rijkdommen van het leven. Kunst heeft een bodem, een zakeliiken grond van noode. Opdrachten hielden Rem brandt eeri tijdlang in het gareel- Toen de opdrachten uitbleven versomberde en ver eenzaamde hij evenals Hercules Seghers. Vermeer, Steen, Hals stonden meer mid den in het leven- Na de 17e eeuw kwam een tijd van fletsheid zonder stuwkracht Het eenige land dat inzake beeldende kunst al tijd onder alles springlevend bleef, was Frankrijk. In de 19e eeuw is de vervreem- ling van kunstenaar en volk tot het uitertse gekomen. Er is gekomen absolute stijlloos heid, waarin niet de kunstenaar, doch het publiek de baas is. De vraag is immers steeds wat het publiek wil. Ook is de photo een gevaar voor de kunst geworden. En wel beschouwd is de beeldende kunst, uitgezon derd daar waar zij als onderdeel der archi tectuur nog een functie heeft te vervullen volkomen nutteloos geworden. Belangstelling ontwaakt alleen als er wal te verdienen valt, reproducties Toorop en Van Gogh. De eigenlijke waarde van het kunstwerk schuilt niet in het onderwerp, hetgeen spr. nader uiteenzet. De kunste naar staot in de wereld als iemand die fluit speelt in de avond, al luistert niemand, hij fluit toch- De Middeleeuwsche kunstenaar bracht zijn fijne schilderingen aan tegen de hooge gewelven der kerk. geen mensch kon ze zien, maar God zag ze- Zoo was zijn werk begrepen in hooger bedoeling. Toch is er ook in de vrije kunstbeoefening iets schoons. Zij is een openbaring van geestelijke onafhan kelijkheid. Er is evenwel een publiek noo dig, dat dit begrijpt. Geleerdheid is hiervoor niet noodig. Dikwijls wordt men juist ge troffen door de rake opmerkingen van hen, die zeggen, geen verstand van kunst te heb ben. Zien is niet gebonden aan geleerdheid, doch aan intuïtie. De mensch moet weer naar. de diepte toe gaan leven om de open haringen der kunst te verstaan, om dc schoonheid der kunst in zich op te kunnen nemen. Na deze rede werd alles nog eens verdui delijkt door een serie lichtheeiden. Prof. De Zwaan was de tolk der aanwezi gen toen hij den heer Gerretsen hartelijk dank zegde voor zijn boeiende voordracht zijn; het aantal uitgeleende werken bedroeg 410. Met belangrijke schenkingen vóór 1 Sept. 1933 o.a. van den heer Mr. W. de Loos, Mej. M. van Geer, Mej. F. Simons, Mej. Longe- pée en de Bibliothecaresse werd de biblio theek verrijkt Ook niet-leden van de Maatschappij voor Toonkunst kiuanen van deze muziek-bibho- theek gebruik maken. Het jaarverslag werd door de Vergadering goedgekeurd en definitief vastgesteld. Den Penningmeester, den heer L. A. Dries sen, thans afgetreden en niet ter vergade ring werd dêoharge verleend voor het tot 1 SepL 1933 gevoerde beheer; door den voor zitter werd hem nogmaals grooten dank ge bracht voor alles, wat hij gedurende zóó tal van jaren in hot belang van de Maatschappij en de Muziekschool heeft gedaan. De Voorzitter spreekt een woord van dattk uit aan do Commissie tot nazien van de re kening en verantwoording, aan den Secre taris, de bibliothecaresse en den boekhouder voor den arbeid, in deze S maanden verricht. Na nog eenige mededeelingen van inter nen aard sloot de Voorzitter de Vergadering met een woord van dank tot de aanwezigen voor him tegenwoordigheid. MAATSCHAPPIJ VOOR TOONKUNST DE JAARVERGADERING Onder piresidium van den Voorzitter, den heer A. D. V ij g h, hieild gisteravond in het Nutsgeibouw de „Maatschappij voor Toon kunst" haar jaarlijksche algemeene leden vergadering. Op grond van het feit, dat volgens de op 25 Maart 1933 gewijzigde wet van de Maat schappij het maatschappelijk jaar thans loopt van 1 September31 Aug. (jaarver gadering in Januari), vroeger van 1 Jan.— 31 Dec. (jaarvergadering in Mei), loopt dit verslag over het 99ste Maatschappelijk jaar slechts over 8 maanden (het 100ste jaar is ingegaan), waaraan wij het volgende ont- leenen: In de vorige jaarvergadering werd in de vacature van den heer Dr. H. W. Borgerhoff Mulder, aan de beurt van aftreding, door bij zondere omstandigheden nog niet voorzien. In het seizoen 1933/34 zal wederom een concert gegeven worden Ln combinatie met de Afdeeling Leiden van de „Maatschappij ter bevordering der Toonkunst". Een bezuingings-commissie werd ingesteld De Wet der Maatschappij, het reglement van de Muziekschool, zoomede de tarieven hebben belangrijke wijzigingen ondergaan o.a. loopt het maatschappelijk- en schooljaar als boven reeds medegedeeld, thans van 1 Sept.—31 Aug. Op 31 Aug 1933 was het bestuur samenge steld als volgt: A. D. Vijgih, Voorzitter; Mr. G. H. E. Nord Thomson, Vice-Voorzitter; G. W. Groen, Secretaris; L. A. Drieeeen, Pen ningmeester; Mej. H. W. van de Sande Balchuyzen, bibliothecaresse; Dr. H. W. Bor gerhoff MiuJder; Jhr. Ir. A. C. von Weiier; M. H. A. Juta; G. R D Crommelin. Het bestuur vergaderde 11 maal, het leeraars-personeel onderging geen wijzigin gen. De Orkest-klasse,, onder leiding van den directeur, de Samenspel-klasse in het Kwar tet-spel, onder directive van den heer Jac. van dein Burg, de wekelijkeohe piano-mu ziekavonden tot oefening in het prima vista- spel, onder leiding van den heer Hans Franco Mendes hebben gedurende de 8 maanden, waarover dit verslag loopt, we derom succes gehad, evenals de voordrechts oefeningen van de 1eerlingen; zéér gunstige resultaten bleken wederom te zijn bereikt. Het ledental der Maatschappij, zoomede het aantal leerlingen bleef ongeveer statio- na r. Aan de leden konden in deze 8 maanden twee concerten worden aangeboden, waarop veel succes werd geoogst. Een vergelijking van de verschillende sal di over slechts 8 maanden met die van de hoofden van rekening in liet vorige verslag over 12 maanden is niet wel mogelijk. Het bestuur brengt gaarne een woord van grooten dank aan den Directeur en Dames- en I-Ieeren Leeraren voor de uitnemende wijze, waarop zij zich wederom in de afge- loojyn 8 maanden van hun taak hebben ge kweten. Het nut van de muziek-bibliotheek bleek over deze 8 maanden opnieuw zeer groot te VEREEN. TOT BEVORDERING DER BOUWKUNST JAARVERGADERING In het Nutsgebouw is gisteravond de jaar-E vergadering gehoudien van de Vereen.ging P[ tot bevordering der bouwkunst, onder Voor-huk, zittcrschap van den heer C. Kiljan, die def vergadering opende met een korte geluk- wensch tot de leden voor het pas aangevau-l gen jaar. De secretaris de heer Fred. Wempe Do Sr. Ia6 de notulen, diie onveranderd werdenterkk vastgesteld en daarna trad, der traditie ge-U/ie trouw, de heer Jan de Quack, eere-voorzi tt er {orde dor vereeniging, als spreker op. De heerLN. de Quack had echter geen rede. Elike jaar-Fx 1 vergadering wijkt zijn bijdrage weer meer|e Al af van het karakter, dat men aan een rede-| voering toeschrijft Gisteravond heeft de heer de Quack in de eerste plaats een bur leske gegeven op het N'belungenlied, waarin hij de uitvoerige stof van dit lied kort enP^S1 zakelijk samenvatte met een goedmoediger53'' spotternij, terwijl hij daarna een aardig op-W- stel voorlas over „een wandeling door oud-*tter Amsterdam" met als hoofdmoment een be-P3'1 zoek aan „Izaak", de gids,, d e wij kennenf? k uit de beschrijving van Justus van MaurikJ Midden in deze voordracht ging het lichtf®* uit, maar bijgestaan door een soortement! stallantaarn ging de heer Quack welgemoed^0 verder. Het sl°t van de wandeling door Am-fu"er sterdam maakten we weer bij normaal liohLlf? 1 De aanwezigen dankten den spreker metfe° een hartelijk applaus. De vergadering kreegP351 daarna een meer huishoudelijk karakter.. DoF9 v jaarverslagen werden uitgebracht en goed-F??* gekeurd. Bij de bestuursverkiezing werd de; secretaris de heer Free. Wempe Sr. herko-P"w zen. In de vacature, ontstaan door het be-r?°° danken van den heer J. A. Verhoog werd ge-K™ kozen de heer Li bot. De Voorzatter de heer] C. Kiljan werd herbenoemd. GEEN SPREEKUUR De Wethouder van Fabricage, de heer L./oorr Splinter Gzn., is verhinderd morgen spreek*) uur te houden. i riIL GEM. RADIO DISTRIBUTIEBEDRIJF. A-R Naar wij vernemen zal hedenavond pj vonwege het Gemeentelijk Radio Distributie-»eb0 bedrijf over het IVe Programma een Solis-fcer tenconcert worden uitgezonden, waaraan&iiie medewerken: Mevr. A. Driessen-Hofmanje w (alt), mej. Greta Versteeg (sopraan), mej.jat Mien Bik (piano), de heer Ir. L. van Gel-;e]ijk deren viool) en de heer Henry Welboorenjsmi (piano). [Hij Voorts zal morgenavond (27 dezer)Jelen tusschen 811 uur, door den Amateur Dannie i ce Band „The Blue Lyres" amusementsmu-jeeri ziek ten gehoore worden gebracht, welkte concert over het Ie of IVe programma zaljeler worden uitgezonden. t-enj ARBEIDSBEURS. E, j Op den 25sten Januari 1934 waren 36-4S»tas v. j. 3923) werkzoekenden ingeschreven. tond lerl a ienii DE GAANDE EN KOMENDE MAN bcia V Banrunc! jona iBters. Rot-fek Groningen, Poel« terdam. v. Weel: sterd&m. Aalsmeerweg 28 III N Busecner,»,^. NoordwiJk. Schiei.tr. 13 L J Bosman—Crama,7?J„ Leiderdorp, Hoofdi.tr. 184 A J M Esser, Prin®00 cenhage, Voorstr. 4 4 C Goddijn. Oegstgeest,Chei Duinzicht J E M G de Haas. Oegstgcost,pcia Leidschestr.weg 11 I» J Hageman en Farn,..». Oegstgeest. H. Morschweg 67 A F van HaUÏ„ Haarlem. Sprt no H. RUndUk F 18chei le v d Boschstr.. 252 W Jont, Waalwijk, Grc A J Lambers, Utrecht. Nieuweg ipen. IJseldtlk 33 Wed. S. Flandrün-Pöa-fTa akker, Zoeterwoude, H. RUndÜK F 7 A W vfie d Raai te. Middelburg, Noordsingel R 60 J C Vil, r d Blij-Remond, Zullen. Daalscheweg 16bis JL7 Th Reniers, Oegstgeest, Gest. Duinzicht J Eoe8£ OostzcedUk 76 Rooyen. Den Haag. Zui Schlppei mnen8ingel 224 ja ■phatlstr. 102 Ra-KA] Den Haag. Daendelsatr. 77 B J Spruit. Bloemendaal, Voordulnstr. 2 J M C Scouten, Amsterdam. Joh. Vermeerstr. 77ha. j E Straub, Den Haag. Vorhulatatr. 28 C H r Trompetter. Alkmaar. Mient 17 B Verkauikl1 en Fam„ Groningen, Poelestr. 12a J VenniaF Utrecht. Bolksbeekstr. 46bia H C de Vogeliu Den Haag, Brugschestr. 72. Mo Gevestigd: J i fam., tlmmermai,,k hulp b Jeugdhulp,!* it Mariönpoel-ferla< lende, SchelBjiiu. l bedrUfaloi-rr'- re. de Ridderstr. 23Ï3— koopman. Vlsch-^gen rinkelbel ,e Ruyterstr. 1' ter, 3 Octobers Linden en fan dienstbede.it G C Hoogendoora. wlnkelierl|i - P Koning, houthandelaar, Co«K A w 1 Korswagen en fam.,N hooi. Plantsoen 7 H Krult,te A E J de Lange, huishoud-l» tr 26b Wed CMC Huijg- i 65 A v d Mee. fabr.arb.. Heercn-W k steeg 4 C J W Mol. Koolpark 11 S Mole-Urni! naar, bewaarschoolonderw. Hooigracht 86a L... M E de MooU. dienstbode. RHnsb.weg 60 H'raK J Mouwer. zadelmaker. Zuidsingel 34 G Rfr berg. ass. i d hulsh.. Zoeterw.singel ?4itirin J I Poel >rbedlende. La: E v d Nat-Rettig. W Roz Ute^HriÉntbodé, Giwfl straat 40a E Roj geesterln. 1 J Rliikhu Hetlnslusstr. 8 MAD Böhl-Strasburger. penburg 53 M M J C v Ulden, onderwijzeres,j,].., H. RijndUk 128 J de Vlaming, koetsier, Bioemstr. 32 J Wesselman, loswerkman. I00 Waardgr. 62 M T Wijnbeek, verkoopster, peril Aloëlaan 12 A v Zijl. Mezenstr. 2 |)!c i fct l lJ BURGERLIJKE STAND S

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1934 | | pagina 6